tallaties. J reau M. Q! Eerste Blad» No. 13186. Zaterdag 9 September 1916. 55e Jaargang ezx uéX.d.’TrexteïX’tieToleu^. voor G-oixcLsu ©zx Oxxxstxelcexx. RION, I Telefoon Interc. 82. on. Feuilleton. Het verloren Paradijs. F - IHEBI tl IlltM. HZONEN rMf. Thans is het tijd. Brieven uit de Hofstad. UGCXXXV. behalve Zon- £n Feestdagen. Verschijnt dagelijks Telefoon Interc. 82.Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. 40 en Q. aan d* 3 tot HAGENAAR. Wijdstraat 29 Lhz. 68 ge- lag A ge- dib C. BIJL, GEBAART Lz. iteoen, 2% uur. apert Stettelijk een word prijs atollen, mijnheer >r geheim, en. groote Naar het Duitech van EDWARD STILGEBAUER Met autorisatie bewerkt door J. P. WESSEL1NK—VAN ROSSUM. niet op dezen toon in, doch volgde in alle kalmte De markiezin leefde destijds al go ed rukkorij OON -Gouda. Dit nummer bestaat uit twee bladen. ba- te» een bee ’’U ELS. I VO. I rij geHgeld Ujffla ontvangen van i. nnaakaUjkhe la mm aaaoda ;ijn VAN IEEËN worden in verzegelde n vy/, twee en n een Ned. ons iding van Nom- ija, voorzien van id Merk, vol et gedeponeerd, t de uitvoering de orden aan leen. Zij zouden zeker voor t van elkaar gegaan zijn, al kon dan ook volgen» de wetten der katholie ke kerk hun nuwedijk niet ontbon den worden, als de dood niet sneller wan geweest. Met den markies wa» het tot het hoogtepunt gekomen, zijn verregaande spikyucht had het «taan van hem zeil en van vrouw in gevaar gebracht. terechap bemerk gendeel is waar. verbetering, in de laatste weken, een zeer groote verbetering. Ik voel 1 mij zooveel beter en opgeruimoler1 mijnheer Forst; al ben ik ook dik- wijl» zeer zwak en ellendig, zoo ge- vod -ik mij juist dharom veel beter en vrijer. Dat id juist het begin 1 van het laatste stadium. De zieke longdeelen, ale mij gedurende iaren 1 en maanden zoo ontzettend hebben I gehinderd, zijn zoo goed ais vernis- Er gaan in het district Gouda aan verschillende kanten stemmen op die roepen om eea flinke organisatie, om persoonlijken steun, om daadwerkeliji ken bijstand, om vrtphtige hulp voor de propaganda. Thans is het de tijd om de hand aan den ploeg te slaan: er moet nu worden gewerkt den volgenden dag van zulk een winterschan zomerdag is het met den zondvloed' evenals met de vertoonin- gen van het Circus Carré, dat niets dan „buitengewond „gala en „zeer grootq voorstellingen geeft: het is aan „buitengewone zondvloed. Zoo n galavoorstelling gafhetHol- landfaehe weer daag» vóór Koningin nedag. De zee zette zich hoog op tegen den massieven straudboulevard, de nijdige wind beukte de tallooze ramen van de strandhotels, alles wat bewegen kan, rammelde en kletterde, een venijnige regen tergde ieder die het waagde den neus buiten die deur te steken. De duizenden gasten, die gekomen zijn om in luchtige oos- tuume over den boulevard te fla- neeren, die straks willen onderduiken in de blauwe golfjes1, om stch daarna te laten bruin roosteren in een gou den zomerzonnetje, zij werden mee- doogenlooa weggezweept en opgejaagd in de elvolle hotels, hun beperkte lo- geerkairten», waar zij voor dé ramen staan kijken naar het razen etti tie ren van den zomer-vijaud, die weer een® voor de zooveelste maal het of fensief hernam. Machteloos!, in lijd zaamheid moet gewacht totdat deze nurköche logeergast van den zomer zijn biezen heeft gepakt. Wat er ook veranjderd is', Hol land"» natuur blijft grillig, wWpeltu- rig en vaak boosaardig. Ook ditjaar is ze in booten bui. Is dat een zo mer? pe herfst zou zich Schamen als hij 200 onvriendelijk was en dé winter tracht vaak goed te maken wat dé zomer misdeed. Ware 'het weer maar mee geövolu- tioikneerd met die Haagrtshe bevolking, dan zou het minder ruw» in zijn uitingen zijn Het Haagöche voorbeeld ié nog zoo slecht niet I tigd. Hier, hij legde de smalle, knókkige hand op zijn borat „hier is alles leeg, alles weg, mijn heer Forst... Ik haal nog maar met een paar ellendige overblijfsels adem, en sedert ik dat doe, voel ik mij beter. Maar wij spraken jui t over mijn klein sigarette-étui. D vindt het mooi Het étui lag op het kleine tafel tje voor Von Quilifea. Als met een liefdevolle beweging der hand, als of hij het dbode voorwerp wilde étreelen, streek hij er over heen daarna zeide hij eenjsklap»: „Het ié voor mij van groote waarde. Het ie een meesterwerk der Parijeche goud smeedkunst van de achttiende eeuw. Het was oorspronkelijk een Snuif doos Men heeft ze laten verwerken. Ik houd1 van zulke voorwerpen, de prodkicten dezer uitgezóchte kunst van de heerlijke wereldstad aan dé Seine. Maar aan dit gouden fidga- rette-étui ié nog iet» bijzonders ver bonden. Het is een lieve herinne ring, een niet te vervangen aanden ken, een déél van mijn levensgeschie denis zdf. Het ié, zooata u het zich wel kunt voorétellén, een geschenk, oen dierbaar geschenk „Van een dame ?c vroeg Forst nu half Schertsend. „Natuurlijk van een dameEen geschenk, dat ik, een ten doodte op- geöehrevene, voor jaren al» nalaten schap uit Heive bandén ontyingi. Die UIT HET LEVEN VAN EEN VELD PREDIKER Bil HET LEGER TE VELDE. CXXXXVIII. Ik verklap wel geen h als ik verhel, dat ZeelafK troepjonmacht huisvest. Men khn ge rust zeggen, dat daar gerekend is met alle gebeurlijkheden, mogeiijk door de eigenaardige ligging aan zee, aan de zuidgrens en aan de oevers van de Schelde. Wie per trein Vli» slngen bezoekt bespeurt, overtuigen der, zou ik dénken, dan ergens el der dat on» leger gemobiliseerd is en dé tijd nog niet kwam om te doen, alsof ons1 geen onheil meer kan treffen. Uitgebreidé veldverster- mijn- overgeven aan deze sombere gedacht ten; als u dat doet, dan is het, naar mijn leekenverstand, geen wonder als u geen beterschap bespeurt I „Beterfléhap... Er vreemaé klank in, toen dit van de lippen van den zieke kwam. „Wie zegt u den, dat ik geen Precies het Ik bemerk 20) Erich keek Quilitz ontsteld aan. „U moet u niet kunstmatig in zul ke bespiegelingen verdiepen, heer von Quilitz. U moet u Toen enkele madndén geleden voor de Statenverkiezingen in het district Gouda tot in de kleinste gemeenten op groote schaal propaganda is ge maakt voor de vrijzinnige beginselen teneinde de dóór Se vrijzinnigen ge stelde candidaten gekozen te krijgen, heeft geen oer tot die groepen be hoorenden, gemeend en verwacht dat de uitslag een zoodanige zijn zou al» de herstemmingsi-stemibusi die heeft doen zien. De vrijzinnigen hebben het mogelijk geacht, in aanmerking genomen de actie, die eenige weken vóór (ten stemmingsdag met zooveel kracht is gevoerd, dat aan Hunne zij de winste te boeken zou vallen, óf in het meest ongunstige geval, de ne derlaag zou worden geleden met een stenlmental, dat geen getal mocht he» ten, een cijfer zoo garing, dat van een nederlaag eigenlijk niet zou kunt nen worden gesproken. Zoo i» het echter niet geweest en wij hebben het reed» terstond na dé* stemmingsdag toegegeven dat de uit slag voor de vrijzinnigen een tegen valler is geweest. Sinds dien uitslag zijn enkele maan den verloopen, waarin aan politieke propaganda althans aan vrijzin nige zijde weinig of niet» is ge daan, vacanti«maanden, waarin geen actie is gevoerd. Thaai» zijn wij eenige maanden verder, Augitetus in achter dén rug en daarmede is de tijd aangebroken dat de vrijzinnigen er aan hebben te denken dat hunné organisatie» de hand aan den ploeg hebben te slaan om te bewerken' het breede veld, dat door hen nog moet worden ontgonnen. Het is een zeer verkeerde woonte van de vrijzinnigen, en dateert al van heel wat jaren terug, dat zij aan de politiek en de propa ganda voor hun zaak pas gaan den ken een paar maanden of nog kor ter vaak vóór dé verkiezing. Zoo af Het vieren vhn deh Koninginnedag heeft ook al in den loop der tij den veel wijziging ondergaan. Wan neer wij lezen hoe deae dag, toen- maal de Prinsessedag, een twintig jaar geleden gevierd werd en wij zien dam eens hoe verleden week de Haagsche burgerij uiting heeft ge, geven aan hun vreugde, valt een zeer groot verschil waar te nemen. Wij lezen in dé schetsen van Johan Gram dat de vroolijkheid enpretvaa de Hagenaars op 31 Augustus op den rand van uitgelaten vroolijkheid was. De zingende hofstad onder de fonkelende lichtolingew in het Lange Voorhout, des avond» is dan het ty pe eener echt feestvierende bevol king, die slechte wat fijner muaikaal gehoor en liedjes van zinrijken ge halte behoeft om met dé beste aller populatie te mogen mededingen. Na déze zacht kriti^edWbw!Zf®ning ver telt dé kroniekschrijver ons van het feest in de Maliebaan. Daar krioelt, zpo vertelt hi.., dé vrooliike menigte op het ruime véld, zoo drassig dat nu en dén de schoenen en laarsjes met een smok uit den kleverige^ grond worden opgetrokken. Hier weid den dan de volksfeesten gehouden,, die reeds lang tot den goeden ouden tijd behooren, hoe heerlijk ze wel licht waren en welk een uitstekenden Invloed ervan ken uitgaan. Zulk een festijn, aldé» besloot hij, op den heu- gelijken 31 Augustus is een der mooi ste dlagen van het jaar voor den Haag. Gezamenlijk blijde zijn en gek noegens Smaken bevordért de een dracht, die op hare beurt wederom macht maakt. Als het volk zich bek waalt isi, dat dergelijke spelen, waar van het dé held mag heeten, alge meen zulk een genoegen en vreug de verobhaffen, zal het met nog groo- ter geestdrift déaraan deelnemen. Het volk heeft naar het schijn! voor dé eer van At heldébhap be«- dankt, dé geestdrift is bekoeld, de bewustwording is niet doorgegaan en het groote volksfeest is ter ziele. het mfij heeft geschonken, mijnheer Forst, die rust nu reed» lang in het famllle-graf der Sambarese te Rome. Het was eene markiezin Sambarese, ze heette Giovanninetta met haar voornaam en zij ié hier ttf Gardone, toen zi;i nog geen vijf en twintig ja ren telde, aan de tering gestorven. Het is een geheele roman, de ge schiedenis van dit étui en mijn ge schiedenis. Maar als het geval u interesseert Ik kan het met een rein geweten vertellen. De markie zin is dóód, haar man heeft den grond van »ijn Itallainsohe geboorte plaat» voor goed verlaten. Hij heeft er de voorkeur aan gegeven, wegens zijn schulden, naar Zuid-Amerika te en ik, de derde figurant in ik honderd vluchten, deze geschiedenis nu ik heb honderd dertig tot veertig polsslagen in de minuut dat ia voldoende „De dame was getrouwd, de Zaak wordt steeds romantischer zeide Erich weer schertsend, want zoo meendé hij het best over de toe speling heen te komen, die von Quf- litz op het stadium van zijn ziekte maakte. Maar von Quilitz ging in ’t geheel niet op dezen toon in, doch ver- GOlimiE COURANT. 1 PRIJS DER AdVeRTENTIËN: Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer. f 0.55 Elké regel meer0.10 By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing yan 15 regels f0.35 by vooruit betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f0.25 per regel. Groote letters en randen naar plaateruimte. “BÊSEM er van ue groote teestvioring is overgebioven r ixiai ons het maa> eerlijk zeggen; niet». Geep volks! leest, geen «polen, bijna geen mu? ziek meer, zeer weinig vlaggen, geep cocardes meei' op de bom. si Mor* geus en savonos een beetje ongev wone drukte vopr het Hui» ten Boochj waar eenige volksliederen werdeij gezongen, zie daar alles. De schoten hebben vrij-af en dé ambtenaren mogien zich dien dag dé moeite van het heen en weer loepen naar het bureau besparen. Aan goede instelling wordt .natuurlijk' krampachtig vaatgehouden. Een volk» feest kan verdwijnen, een vrije ua^ blijft in eeuwigheid. Zelfs de meest republikeinsche onderwijzer en dé meest anarchistische ambtenaar no^ teert met vreugde de verjaardagen van het Koninklijk hui», omdat dit extraatjes zijn die er aoo goed irn glijden. De aard van het feestvieren in hef openbaar i» geheel veranderd. Vol gens dien zelfdén zoo even gooiteer*- den kroniek»dhrijver was de Haagp sche bevolking bij feesten luidruchtig en opgewonden, toonde zij zich even min kieskeurig in de voordracht har rer ballades als dé bewoner» vah andere gemeenten, maar wa» ze min der „ruw'' in haar uitingen en.min der „onbeschoft” in hare handelin gen. De geachte lazer kan hieruit zien dït een kwarb-eeuw geleden et al een neiging, tot verfijning in het Haagsche publiek zat Deae neiging is in den loop der jaren zeer ver sterkt en thans heeft ze zoozeer dg overhand gekregen, dat de luidruch tigheid1 en dé opgewondenheid geheel zijn vardlwenen; het resultaat is' na tuurlijk dat de feesten ten doode ge doemd zijn. Volksfeesten zijn opeis bare uitingen van gevoelen»; en het is een merkwaardig verSchijnaél dat de Hagenaar aan dé uiting zijner g4 voeten» in het openbaar een hek<$ heeft. Wat er echter in die kwarteeuié gewijzigd1 ie, het Hollandeche weef behoudt zi;n grilligheid). Dat wa»1 vroeger al al» nu. De zomermaai> den, zoo vertelt Gram on» weer, ope nen eiken avond een redes van ge nietingen, doch zoo voegt hij er in grappige beeldspraak bij nó sinds eenige jaren de winter bij den zomer komt logeeren, en er in JuH en Augiustu» een temperatuud heenécht, die on» nadér tot Siberië brengt, in zulk een eindéloozen regen»- moeten, waarbij de oiwniabare para plu ons het naaste isi, verandéren dé omstandigheden geheel en al. De windi blaast uit het Noorden eft ba- zijn Er was haar niets gebleven dam haar juwee- len en een kleine rente, waaraan de markie» niet mocht komen, het le gaat van een ooi», die tot den kring van het Vatikaan behoorde van die rente leefde de markiezin deétijd» hier, neen, laten wij zeggen, ging zij den dood tegemoet. Zij wa», voor mijn kunstenaarteog, de mooiste vrouw, die ik ooit heb gezien, en u zult mijn geschiedenis hooren, van het begin af hooren, aktf u beiangl- stelt in mijn leven»- en lijdensge- schiedenii” „Ik zal het zeer op pr ik ben vol belangstelling Quilitz.” „Koester geen overdreven ver wachtingen, mijnheer Forst, het is een zeer eenvoudige en een zeer treuri ge geschiedend», waarin ziekte en dood dé hoofdrollen vervullen, maar u izult ze hooren, omdat ze niet al leen de mijne id, maar ook die van een onvoltooid kunstwerk. En dit kunstwerk, ik mag het wel zonder overdrijving zeggen is vermoedelijk het eenige, waarover men, bij deze geheele geschiedenis nog mag blij ven treuren, want de markiezin en en toe wordt er wel een» „een boom? over opgezet, maar het werken voot hun zaak, het zich inspanning ge- troosten om hun beginsel otoor woord en geschrift in te dragen bij de me» nigle met al het enthousiasme van een innige overtuiging, dat laten de vrijzinnigen al» regel over aan de reehtsche groepen en teciaad-aémiocraten, dde onverpoosd, het zij tot hun eere gezegd1, propa- geeren wat door hen ai» het beste wordt geacht. Aan die voorbeelden hebben de vrijzinnigen aioh te Spie gelen-, Van die groepen hebben zij te leeren wat organisatie ie en wat deze vermag, wat het ateggen wil zich gemeenschappelijk te stellen vooreen taak, zich te geven, voor een zaak, die wei ia waar tijd vraagt en geld en persoonlijke opoffering, maar die daarbij geeft de voldoening van te doen in het belang der gemeenschap, wat men voelt te zijn iets goeds. Er moet onder de vrijzinnigen meer ko men "Ben Streven tot nauwere aaneen sluiting, tot een band, die bindt tot gemeenschappelijk werken, tot het aanvullen van elkander, inStede zoo- als thans veelal geschiedt dat aan enkelen wordt overgelaten wat door velen, moet geschieden- D» organisa ties behooren te staan onder krach tige leiding, die steun vindt overal waar zij die behoeft en die zijn ver takkingen uitstrekt in alle kringen, in alle lagen, overal. Daaraan ont breekt nog heel wat bi.i de vrijzin nigen. Er is vaak in onae gelede* ren een gemis aan vertrouwen, een slapheid, een dwafce onverschillig heid, die al menigen werker heelt teleurgesteld. Moet <tat nu zoo blijven Moeten dé vrijzinnigen, die het po litieke leven medeleven, in dien toe stand van koude onverschilligheid en laksheid berusten Moet dan de po litiek dér reehtsche groepen en die oer uiterste linkerzijde zich gaan be moeien met dé onverBcfaillig-vrijEinni- gen, die zich zelf diets maken dat zij met politiek niet» hebben te ma ken Er moet met die verkeerde woonte worden gebroken. ik en de markies waren toch slecht» ntein Chdn, aooals men er eiken dag weer kan vinden, zooato er eiken dag weer worden geschapen, maar het schilderij, dat ik niet voltooide, dat ik nooit zal voltooien, zou wat zijn geworden, want de «iel van een menteh en het liefelijk geheim van een onuitgesproken en dén dood' ge wijde liefde, lagen in dit schilderij verborgen. En zulke kunstwerken van wie niemand vermoedt, dat zij twee arme menschenkinderen uit het hart zijn gerukt, deze, mijnheer Forst, 2Öjn vaker, dan men denkt, die, wel ke hen die er gevoel voor hebben treffen en daardnor onsterfelijk zijn geworden. Erich wa» in Spanning. Een lief desgeschiedenis, zooalb hij er reeds zoo menigeen, van vrienden, kennis sen en collega’s had vernomen, had hij verwacht, en nu zou hij het ont staan van een kunstwerk, van een onvoltooid meesterwerk vernemen zooalS hij er een wildé Scheppen, om den prijs en Melitta en hiermede zijn toekomst te veroveren I U dé geschiedenis* in alle bijzonderheden vertellen, opdat u op de hoogte komt omtrent mijn per soon, plannen en bedéelingen. Over het begin kan ik vlug heengaan Mijn vader had een ridldérgoed in Achter-Pomhieren, hij bezat een flink stuk grond in dé nabijheid van Stolp. (Wordt vervolgd.) PRIJS VAN HET ARONNEMENT: Per kwartaalf 1.25 Idem franco per poet. 1.50 Met Geïllustreerd Zondagsblad Idem franco per post. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureaa: Markt 31, bij onze Agenteb, den Boekhandel en de Postkantoren.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1916 | | pagina 1