ampc
ENOR
Wollen en Gestikte
am~ DEKENS.
H. H. DE Klerk en Zoon
Electrotechnisch Installatie-Bureau.
alléén Binnenweg 21-23
ROTTERDAM.
Tapijten - Meubelen - Bedden enz.
40e GROOTE VERLOTING
Naar het Westen
Het Instituut „van Bleek",
HEERENÜI 10
is onze
Tegen de laagste Pi*|jzen. ff 150
Hofleveranciers,
HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ VAN' LANDBOUW,
ZATERDAG 11 NOVEMBER as. trekkhf Ier
Utrechtseh WageMje m*. m*
Lie**so Adr. de Groot
Kleiweg 71, Gouda.
wordt Hel 1917 VERPUMTST
naar den 'a-Bravendïikwnl.
Tweede Blad.
Brieven uit de Hofstad.
*27oor flames.
De clown.
cm.
sukkel toch niet langer met een bot
scheermes. In enkele seconden maakt
u het zelf aanhoudend met een Sue-
ces-Apparaat vlijmscherp. Ook voor
Chirurgische instrumenten. Prijs x l.oO
(n. b. 1.65.) Firms A. QUANT,
Kleiweg.
Afdeeling flGOTJDA EN OMSTREKEN".
Koninklijk goedgekeurde
Goedgekeurd bij Konlnkl. Beeld* Februeri 1816, No. M,
(met een maxtaiuni tan 15.000 loten), van
PAARDEN, RIJTUIG, TUIGNW en aanverwante artikelen.
BoofdpiO t*WOI
De trekking nat plaats hebt*» den 11 November 191S.de. vete
middags in het openbaar ten Stxtehutoe te fltauda ondor toezicht van «te
daartoe bevoegd ambtenaar. 1T
De Paarden zullen zooveel mogelijk worden aangekocht op de Najjüte
Paardenmarkt op 10 November 1916 te Gouda.
Prijs per lot 50 cents*
pp" Onverkochte loten nemen een de trekking geen deel.
Chr. Sch. v. M.U.L.O. v. Jongen» en Meiijte
Ooudsche Singel 49,' ROTTERDAM,
Met het oog op het groot'aantal plaatsen, dat reeds
bezet is en het beperkt aantal leerlingen per klasse, zal
dete»ehriM«< voor Mei 1917 van utI IuWnÉW»
voor alle klassen in dene maand1 phat» hetÜw*
Maandag en Donderdag van 2—4 n. en Diasdig
avond van 79 u., Goudscbfi Singel 49.
8chaol|«UI f 10—f 15 per kwartaal. Lateboakea vdfc
Opleiding voor Examens en voor den Handel.
C. DE BRUYN.
ZATERD^gil
OCT. 1916.
CCCXL.
Niet ver van deu weg die najftr hetKur-
haus leidt, ligt in een duinpan een leelijke
houten stellage, dat den naam draagt van
wielerbaan. Wie boven op de uitkijktoren
van de nieuwe Boschjes staat, ?iet het als
een gore put in de verte liggen. Met koeien
van letters waren de reclames geverfd op
den planken vloer, flodderige vlaggen wap
perden op verflooze palen, een paar ver
vallen huisjes stonden er naast. Het moest
flen beschouwer van het duin-panorama wel
altijd stooten, dat daar in één vfen de typi
sche gedeelten zoo'n rommel lag. En dat
was nog niet al. Wanneer 's Zondagsmid
dags het domtne spel van hardrijden begon,
en het gansche pbebejerdom waé samenge
stroomd om te kijken naar het walgelijke
mensch-onteerende gekken-werkj klonk er
voortdurend een gekrysch als Van een troep
uitgehongerde Indianen. Dap kroop het
boef jeTdom van den Haag en Scheveningeni
over de duinen, vernielde het Alles wat in
•am om van uit de'ver'
kijken naar hft
den weg kwarq
gevangenis,
anderen.
Helaas is daaraan niet te ver- I
om van uit de'virte ook te
ordinaire spel op de gore
planken.
j Maandag is in den gemeenteraad he^j
Mood-yonnis over dit vunzige zoodje uitge
sproken. Het gedeelte waarop de baah-Vanj
dwazen staat, zal tot villa-park wordën 'gé
maakt. Wij kunnen niet anders dan onzj|
hardgrondige vreugde uitspreken ddt dit
geschieden zal. Al zyn» villaparken nu niét
het fraaiste wat wij ons denken kunnen, zijl
vormen toch altijd een paradijs vergeleken
by den helschèn zwijnenstal, die naar den
naam vari wielerbaan luiBterde. Hoe hjet
mógelijk iiTdat een raadslid zich i^og tegën
dit plan kan verzetten omdatschrik
nieteenig natuurschoon zal worden
opgeofferd voor den aanleg van dep
naar het 'park, is ons een raadsel,
het is er dan ook een raadslid naar, die
zen onzin uitsloeg.
Het villapark dat op dit gedeelte vattj
den Haag zal worden aangelegd, biedt het|
aangename voordeel, dat het vlak bij de zee!
en het Scheveningsche strand komt te lig*1
gen. Zonderling genoeg is de uitbreiding
van ScheVeningen in'deze richting een tijd
lang stop gezet. Waarschijnlijk vindt het
zijn oorzaak hierin, dat de groote gevange
nis, die hier in de duinen staat, weinig als
buur wordt geaprecieerd. Het is hpgst on-
begt-jjpelijk hoe men er toe ko* komen om
hier een dergelijke inrichting te bouwen,
terwijl er in ons vaderland duizenden hec
taren gronds liggen» die tot in lengtjura"
daran niet bebouwd zullen worden. Than
dagen niet bebouwd zullen worden,
zal heel spoedig de lugubere complex van
gebouwen zeer in den weg blijven staan en
zal het blijven drukken op de geheele om
geving. Vooral in de nabijheid van de groote
steden dient men zeer voorzichtig te zijn
met het stichten van inrichtingen als deze.
De steden breiden zich zeer snel Int en het
is om vele redenen ongewenscht dat zooda
nig huis te midden van de gewone wereld
komt te staan. Het is waarlijk zonde van
het mooie terrein dat verknoeid is
Heel ver weg in de duinen maar meer in
zuidelijke richting zhl een ziekenhuis wor
den gebouwd. Het is een goede gedachte dit
daar te plaatsen. Mettertijd zal het ook
wel in een bebouwden kom komen te liggen
doch dat is niet zoo erg als voor een ge-
vagenis. Het is wel opmerkelijk dat eerst in
de laatste kwart eeuw den Haag zioh hoe
langer hoe meer naar de duinen uitbreidt.
Het is waarschijnlijk de schuld van den aan
leg van den spoorlijn dat de eerste uitbouw
geschied is op een plaats die juist het minBt
geschikt was voor woningterrein. Langs
den spoorlijn Rotterdam—Amsterdam lig
gen veengronden, hetgeen al blijkt uit de
aanwezigheid van het groote bosch. Het is
dan wel een verheugend verschijnsel dat
men zich thans meer richt naar het duin dat
zooveel gezonder iy.
Van de duineü naar devolksuniver
siteit, het is maar een stapje.
Zaterdag van de vorige week is deze nieu
we instelling geopend. Mooie redevoeringen
zijn daarbij uitgesproken, het idealisme
droop er af. Wij hebben allen eerbied voor
dit idealisme, doch eerlijk gezegd, staan
wjj er vry sceptisch tegenover. Wat wij nu
weer zien gebeuren, is niets pieuws. Alleen
de naam is mooier en weidscher, maar het
doel ia oud. Al op tal van wijzen is in de
laatste eeuw getracht de wetenschap onder
het volk te brengen. De ouderen herinneren
zich den tijd van de volksvoorlezingen, van
de nutsavonden, van de talrijke cursussen,
die overal in de* lande werden opgericht.
In één opzicht kwamen zij ten slotte alle
overeen: na korter of langer tijd kwijnden
ze weg. De Volksuniversiteit is wel op een
eenigszins andere basis opgericht, doch wij
vreezen dat het eindresultaat wel hetzelfde
zal zijn. Het aantal deelnemers is nu reeds
meer dan duizend. Dat is een veeg teeken.
Het kan haast niet frrooter gorden en dus
zal het wel spoedig kleiner borden. De be
doeling is intusschen weer heel fraai er
ideëel. Voor enkelen zal de nieuwe stichting
wel iets goeds zijn, maar het groote en
grootsche ideaal, dat duizenden en duizen
den zich zullen komen laven, lijkt ons voor-
liandB uitermate hersenschimmig.
Het is opmerkelijk Zoo vertelde de
•voorzitter dat in den Haag waar zoo
veel Indische families wonen, zoo weinig
belangstelling is gebleken voor den cursus
over onze kolonies. Ons verbaast dit nietB.
Wie wat van onze koloniën wil weten, kan
daarover gemakkelijk zeer veel lectuur vin
den. Waarom zal men wekelijks een uur
speciaal gaan wijden aan de bestudeering
van koloniale vraagstukken, terwijl men
voor weinig geld zich blijvend een boekdeel
over Indië kan aanschaffen.
Enfin, wij wenBchen de volksuniversiteit
succes. Gelukkig dat er altijd nog idealis
tisch aangelegde menschen zijn te vinden
die onder de suggestie Van hun eigen ver-
ngens weten te komen. Het altijd weer
iniquw aandurven wat goed is, ook al zyn
iirpogingen riseds mislukt, heeft een goes
Nieuwe rokken.
De rokken welke «Dezen hcrlöt te
1'arijs gelanceerd worden en, düe trots
allo tranSportowoeUijikhedten, bij tijd en
wijle ook wel }mn weg naar ontland
zullen vinden, vertoonen enkele wij
zigingen, die de moeite van het no-
teeren wel waard zijn.
Zij zijn een tikje langer en ook
iets nauwer maar zij maken den in
druk van véél nauwer te zijn omdat
zij gearrangeerd worden met platte,
goed ingeponste plooien.
De diepte en de Schikking van deze
plooien Li zeer verschillend. Het is
nielgemakkelijk een plooirok te ma
ken die aan alle eisohen voldoet en
lie in ieder opzicht goed kleedt.
Daarvoor aijn routine, handigheid
een juisten blik noodig, in de
eerste plaat» om de plooien smaakvol
te arrangeeren en in de tweeate plaat»
om to berekenen welke wijdte voor
de draagster het nKöeöt flatteerend is.
Sommige rokken hebben banen met
een arrangement van Smalle plooien,
andlere hOoben breöde'Stolpplooien,
doch alle hebben zij (Jit gemeen, dat
zij glad en Strak oM de heupen zit
ten. Met de boerlnnerokken iS het
voorloopig uit. l
De rokken van möatmcostuume wor-
aen bijna alle versiewdf met een meer
of minder breeden bofofcranfl, die zich
op den bijbehoorende® mantel her
haalt.
FEUILLETON.
John en Charlie zaten bij elkaar
op het terra» van een restaurant in
Lo noten.
John wa» klein en gladgeschoren.
Charlie waal lang en dlroeg een groo-
ten baard. Overigens leken zij sterk
op elkaar, zij waren tweelingbroe
ders. Zij hielden ook innig veel van
elkaar, maar waren verder groote
menschenhatera. Dit klonk wel 5
tragi-komliek, want hun imddidel van
bestaan wdS het zorgen voor amu
sement aan menSchen. John* was n.l,
clown, Charlie daarentegen een mo
derne ronHanstehirijver.
De broerS, gentlehieni de echte
beteekeniJ van het woord/ waren wpi-
nig spraakzaam). Eerst na geruimen
tijd stilte nam John het ,woorcï.
lk heb reed» meer dan genoeg
vaii het stomlme gelach van het pu
bliek. Ik Sdheid er mee uit, met mijn
bok keep rongen.
Je bent gek, John, gaf Char
lie ten antwoord)wees blij, dat je
Vat he/b£ op het publieik.
Wat heb ik daaraan
Aid ik mij niet vel-gi», krijg
je toch voor elk optreden tten pond.
1 Maar t gevoei, wierp John
tegen, 1 het gevoel, «lat ik maar een
clownj beu, ntaakt mij Soms wanho
pig. Ik zou toch «ven zoo goed een
eervol kunstenaar kunnen zijn.
Een voorzichtig glimlachje kwam
even over die lippen van Charlie,
hij merkte möt fijne ironie op
MisUohien beu jij-zelf hoelomaal
(lie down niet, maar is die het pu
bliek, dat over jouw malligheden
lacht. c t 1
John. keek Met vragenden blik
zijn broör aam.
Ik begrijp dat niet precies/
Kij|k, antwoprdJde ChArlie, de
analySeerendie Charlie, die sipeelpop
piept als mien haar op den budk
drukt. Welnu, niemand drukt jou op
je buik, maar jij werkt op den buik
vatt hetpubliek eU het piept, het
de en lofwaardige zijde.
Het is overigens merkwaardig dat het be-
noodigde bedrag van vijf en twintig mille
nog niet bijeen gebracht kon worden. De
Voorzitter had het onlangs over cultuur
plichten van dé rijkeren. Heel diep over
tuigd van die plichten schijnen de vele rijk
aards in den Haag niet te zijn. Of zijn ze
niet zoo idealistisch aangelegd 1
HAGENAAR.
Juweelpn.
Om eon gedistingeerdten indruk te
maken, iS het waarlijk niet noodig,
«jat het toilet van d«n ailerlaatsten
snit en van d!e allernieuwste Stoffen
,Wat een ntóni en de vrouw van
de wereld «Dab eigenaardig cachet geeft,
dat hen terstond kenmerkt, onver
schillig in welk milieu zij zioh be
vinden, is de absolute correctheid, de
overeen temmiig tuSschen het co»-
tuuüi en de gelegenheid waar het ge
dragen wordt.
Een man, die een oud pak draagt,
mlaar wiens linnen vlekkeloos is,
wiens' slchoenen onberispelijk ziijn, op
wiens houding en mandoren niets is
a&n te merken, draagt het stempel
„gentleman'' in omstandigheden, waar
in zijns1 gelijke, naar de laatste mode
gekleed, maar op wien overigen» wel
Iets aan te merken valt, zich alsiahob
kenmerkt.
Voor vrouwen getldt natuurlijk eeni-
germate hetzelfde.
Hoe extravagant die irtode dikwijls
zijn mag, het oude gezegde, dat een
voud het kemmerk is1 w
blijft' nog* "altijd van toepassing.
Hieruit volgt vanzeff, dat een over
lading met juweelen van den1 Slechtst
denkbaren Snteak i». Dit wordt bij een
man nog sterker veroordeeld dan bij
eene vrouw.
Een Man met opzichtige plastron
en mamohetkiioopen, fonkelende das
speld, met ringen overladen handen,
maakt steeds een onaangenomen in
druk.
Eene vrouw kan ongestraft veie
ringen dragen, wanneer haar smaak
haar daartoe aanspoort. Toch geeft
eene tentoonstelling van kettingen en
edekteenen in verschillende kettingen
volstrekt niet dat cachet van chic en
elegance dat de mondaine vrouw in
aller eersite plaat» verlangt. En voor
al schenkt zij er aandacht aan, dlat
volkomen overeenstemming zijtus-
tfehen die juweelen die men draagt en
het toilet wiet allee», maar ook moe
ten het karakter, de persoonlijkheid
dier draagster er voltcomen inee har-
monieeren.
Hetzelfde snoer parelen, dat' eene
etheruche schoonheid verleent aan
een zsajohit madonnagozichtje, maakt
een geheel anderen indruk, wanneer
het dhn hal» tooit van eene pikante
donkere Schoonheid. En parelen ver
liezen geheel en al hunne buitenge
wone charme, wanneer eene vrouw
van al te weelderige vormen ze draagt.
Met diamanten is het evenzoo. Aan
de eene verschijning geven zij, met
al het vuur uat «ij uitstralen, iet»
majestueus, terwijil zij de andere
slechts opzichtig maken.
Juweelen zijn. natuHijk evenals) alle
andere toiietondercieelen aan die wis
seling der mode onderhevig. Toch zijn
deze wisselingen niet zoo wispelturig
al» mten gewoonlijk vah Vrouwe mo
de gewend is en tot op zekere hoog
te zou men mt&AchierL van eene evo
lutie kunnen spreken.
Zoo wordt meer en meer voor het
zetten van juweelen het gioud' vervan
gen door het platina. Daarvoor be
staat ,een zteer gegromde reden. Het
goud iS «le laatste jaren te veel het
eigentkmï van iedereen geworden, het
ia te algemeen, te comlmun. En hoe
wel de democratische geest van on
zen tijd aan het keukenmeisje, noch
aan den groentenboer het recht ont
zeggen kan of wil een gouden zegel
ring te dragen, is het toch niet te
verwonderen, dat de vrouw van dis
tinctie gezocht heeft haar iet» eigens,
dat bij hare persoonlijkheid past en
haar blanken vinger Siert met eene
(ia'oreten platina-ring, tot misSohien
na korteren of Iangeren tijd alS al
léén-voornaam geproclameerd zal wor
den de zuiver-gevortmldie, welverzorg
de ringlooae hand1.
WILiLY.
UIT HET LEVEN VAN EENVELD-
PREDIKER BIJ HET LEGER
TE VELDE
Het is een opvallend verschijnsel, dat ik
onmogelijk onvermeld kan laten, omdat het
tot nadenken stemt: meer dan honderd keer
reeds vertelde ik van het leven van een
veldprediker bij het leger te velde, dus ligt
het voor de hand, dat ik uitgepraat raak.
Maar het tegenovergestelde is veeleer het
geval: ik moet mezelf beperken en een
oogenblik beraden waaraan ik nu weer de
voorrang zal geven. Twee onderwerpen
branden me als het ware op het hart, zon
der dat ik kan beslissen welk daarvanhat
eerst behandeling verdient. Het gemd^te-
lijkst is, ze beiden maar vast te nemen: de
noodzakelijkheid, dat in vrljzinnig-godsdien-
stigen geest krachtig onder de soldaten
wordt gewerkt, en de mogelijkheid, dat ve
len daaraan meedSen zonder dat dit groote
offers eiecht.
De noodzakelijkheid blijkt met den dag
duidelijker. Om deze stelling te bewijzen
haal ik eerst aan het feit, geruimen tjjd ge
leden vermeld, dat in een christelijk militair
tehuis zulk een benepen geest heerschte,
dat men daar op den Zondag inkt en pennen
wegsloot om te voorkomen de ontheiliging
van den rustdag door een brief of brief
kaart te schrijven. Dan moest alle werk
achterwege blijven, dus ook het toevertrou
wen aan het papier van eenige regels
schrift, gericht tot ouders of gezin of
vrienden. Wel is lang, nadat dit feit was
wereldkundig gemaakt, eene opheldering
gegeven; maar zy kon het gebeurde slechts
bevestigen, niet ontkennen. Alleen de schuld
werd geladen op een soldaat, die in dat te
huis dienst deed als oppasser; hij zou in
het bedoelde geval eigenmachtig zyn opge
treden en geen overleg geplèegd hebben
met den predikant ter plaatse, bij wie» de
leiding berustte. Intusschen was die soldaat
aangewezen als oppasser (of bediende) op
grond van de overtuiging, dat hy geestver
want was van den predikant. En deze liet
blijkbaar de vrye hand. Hier heb ik het
zwakke punt aangewezen: de Ij veraars, die
niet rekenen met de behoeften hunner ka
meraden maar allen met eigen persoonlijke
opvattingen en inzichten deelen de lakens
uit en hebben weldra alles te zeggen. Dit
is nu eenmaal de onvermijdelijke noodzake
lijkheid van het „christelijk" beginsel, gelijk
immers de ervaring overal leert. In het
aangehaalde geval bleken de meeste bezoe
kers van het tehuis niet gediend van de
strenge opvatting van den bediende en had
den geen anderen uitweg dan geen gebruik
te maken van de hun geboden gelegenheid
tot gezellig Bamenzyn en ontspanning; zy
bleven weg en wistten niet, voordat hun
iets anders werd geboden. Ten slotte werd
de strenge voorstander van Zondagsheili
ging wel ontheven van zyn baantje en door
een ander vervangen. Maar de klove was
ontstaan, zeker niet ter verhooging van
het kameraadschappelijk verkeer van alle
mannen samen. En zoo lang ons geheele
protestantsche volk vervuld is van den
geest, die voorzit in de kringen van de
steilste christelijkheid, zullen dergelijke
botsingen plaats hebben. Het aangehaalde
staaltje is niet eenig in zijn soort. Slechts
een paar dagen geleden nog was ik in een
christelijk militair tehuis, waar eenige dei
ning bestond, die ik moest bezweren, vond
men. Er was oneenigheid over de vraag,
of men op Zondag mocht betalen of niet.
Niet betalen zou neerkomen op niet-ver-
koopen, niet-verkoopen op niets kunnen
krijgen. Het was in een plaatsje met weinig
of geen winkel». Mi zijn er tal van artikelen'
waar een soldaat vrijwel niet buiten kan:
een kop koffie, thee of chocolade, een
sigaar, een zakje tabak, een krentenbroodje
en koekje. Zou d*% Zondagvieren zyn, als
men zich dei
ringen moeai
onschuldige versnape-
1 Een onderofficier
tocht-...,.
>JoUn, die itioh m atoherpte
eee*.t vetrtxeveu waanx»^ boven
broer, maakte me* zij" Imnx» eem min
achtende, atweirende beweging.
Uaar Chm'Uc, »eide hij, ook,
deze veronderstelling behoort tot de
pawtaen, dte achrijverel, ih navol
ging van Wilde, opwerpen om het
publiek voor den gék te houden.
JJe aohrWvér eigende zich heelemaal
niet over de oprechtheid van den
clown. Integendeel, hij moffit er har-
te lijk om ilacheö-
Goed! geptoatet. John l Geluk
kig zijn er weinig van mijn
die zooveel veratand hebben al» jij.
Den clown beviel döze luchtharti
ge, cynische toon heeleMaal niet.
Du») jij Speculeert op de (gr
heid der mtenechen Dat i» niet mb'
Charlie.
Zijn broeder trok de schouders ojl
Nu ja, ging hij verder, dat
i» nü eenmaal 3 menechen lot en de
natuurwet dCr wereld)óf ik maak
Mij de zwakheden dier mcnechen ten
nutte, óf dè mensChm sllaan Munt nit
mijn tekortkomingen. Ik heb geen
lust, dat Mem mij uitknijpt en weg-
werpt al» eern citroen.
John zweeg en stak een nieuwe
Sigaret op. Charlie volgde al zijn be
wegingen met aandacht. Toen hij op
zijn gezicht dC sChadrnw van mdsnoe.
gen waarnam, wa» ook hij uit zijn
humeur. Na een tijdje overwon hij
zich zelf en trachtte -zijn broer op te
vroolijken.
John, ben je boo» op mij t
Niet John alleen, dtoch ook aijn ka
rakter wad Van staail. Hij kon- niet
huichelen.
Het staat mij teglen, zed hij, dat
je aoo luchthartig doet. Een Schrij
ver heeft heilige plichten-
Een aware zucht omWnapte aan de
horst van aten novellist.
Geloof je heuöoh, diat ik niet
•zotk weten, welke Mijn» plichten zijn 'f
vroeg hij zijn broer mei nadruk. Jij
denkt, dat ik mij graag verneder tot
het niveau der kleine menechenlmenig-
ie in plaató van «fe Meitóohen naar
omhoog te trekken. K«i je mij dan
heelemaal geen eerzucht toe 't Denk
je dat d)e populariteit mij vreugdle be
reidt 'i Je vergist je «Dan heel sterk,
lieve John. Ik minacht het gevlei
van het publiek, evenals) je de bij
valsbetuigingen van den, circusbezoe
ker. Dat i» voor Mij geen belooning
omdat ik weet dat het geen waarde
heeft. Maar wat moet ik doen Al»
mij de overtuiging van mijn eerlijk
hart bij het schrijven dier romans
moest leiden, alsi ik de waarheden,
die in Mijn hersenen rijpen, mijn pt -
bliek naar het hoofd zou simSjten, kon
ik de pen- wel neerleggen, want ik
zou geen lelzers vinden, waarvoor ik
schrijven kon. lk d^ed' hnlmers een
maal een poging. Ik «dtreef immer»
twee eerlijke goedle boeken. En wat
chiedjcte V De critici wreven mij
een dCcodCnt-zijn aan en zeidien, oAt
ik eindigen zou al» een Maupasblant.
En mijn publiek Dat liet mij in dien
steek, als/of ik het nooit eenig genoe
gen had' bereid. Het publiek i» on
gelooflijk laf en ondankbaar het
kocht, John, geen honderd exempla
ren van die boeken, die zijn bijval
niet hadtden verworven.
Charlie zweeg.
Dan behoor jij du» niet tot de
uitverkorenen, Merkte John met pijn
lijke oproohitheidi op. De werkelijke
grooten wieten hut Ideeën aan het
domste volk zelfs ingang te doen vin
den.
Het zal wel zoo zijn, antwoord)-
de Charlie instemmend, dooh buiten
geestesgrootheid heelt men dan ook
nog anoiere hoedanigheden, noodig.
Het juiste aanpaeMrjgéverirtogdn bij
voorbedljd am dte verebheidenSte nuan
ces der Samenleving, hoogmoed, zelf.
beheereching en andlere uiterlijkheden
die slecht» dloor dien »chrijver ge
vonden worden, wietn» verstand het
hart overhearöoht. Mijn hart drukt
mijn verdtamid naar omlaag. Ernstige
stukje» zou Mijn publiek van Mij
evenmin ernstig opnemen al» van jou,
Armte jongen, wij bedden zijn, in de
ware beteekeni» van het woord slech
te elown».
John richtte zijn hoofd oMhoog,
alstef de woonden van zijn broer hem
pijnlijk hadden getroffen.
Toen sprong hij op en zei met een
onaardige uitdrukking in zijne
-Ik zal je tooneo, dat mtjin pu
bliek niet zal lachen. Hel zal mij,
als eiken anderen kunstenaar bijval j
waarcJeering betalen.
II.
- Mijnheer de directeur, lk zal
niet meer ale down optreden, deelde
John ernstig mee.
De circu»-directeur stond versla
gen. i
Daar, mr. John, ben je giek oï
neem je een loopje nitet mie 'i
lk b©n niet gek, antwoordde
John met plechtige stem). Geen en
kele equilibrist of krachtm«n«ch zal
de pflstaties1 die ik nu wil verrich
ter., na kunnen dóen. Mijn lachend
publiek moet mij voortaan bewonde
ren. Het bloecJ zal hun in de adteren
moeten stollen.
De dikbuikige circusdirecteur stehud*
dte zijn hoofd1.
Ik vrees), dat u gteen sdccefl
zult behalen, merkte hij op. Het pu
bliek is1 reed» zoo aan, uw mallighe
den gewend1, dat het ook uw ge-
waagcfate en ernstigste kun»tstikkon
op zal vatten al» voor dten gekhou-
derij.
John beet zich op d« lippen. De
directeur bad dn» delzelfde mieening
al» zijn broer. Nu, hij zou dan toch
een» toonen.
III.
Het circus' was tjok-vol. Het pu
bliek wa» in groo ten getale opge
komen, want de couranten kondigden
een nieuw, prikkelend/ atenöatienuM-
mer aan mr. John Billy, Londen»
lieveling, dte ongeëvenaarde dbmime
August zou zich aan het publiek voor
etellen al» equilibrist .en krachtmtensteh.
Het publiek wta» van Metening dat de
reclame groote Mop was' en toon
de zich reed» uitermate ongedhildig.
John trad eindelijk op. Hij ver
scheen in een eenvoudig élégant trico,
wierp de bewering op, dat men eigenlijk niet
verkocht doch verstrekte en aan geld te
rugontving wat de waarde was. Toen ik de
voor- en tegenstanders hoorde redekavelen,
niet weinig hartstochtelijk, kreeg ik mede
lijden met de kerels: dat zij elkander nu
om zulk eene beuzeling moesten warm ma
ken en ontstemmen. Het waren alweer de
ijveraars, die hun opvatting wenschten op
te leggen als een dwingende bepaling aan
allen! Behalve deze strijdvragen ontmoet
men andere: over geoorloofde en verboden
spelentegen biljarten en kaarten vooral
miaar rijto ernstig, knop gezicht hielp
niet». Integendeel, met uitbundig ge
lach begroette het publiek zijn lie
veling.
De ex-clpwn fronste dte wenkbrau
wen en ging trotsieh en rustig aan
het werk. Hij werkte, al»of hij heele
maal geen nneitóch meer wu». De on
gelooflijkste toeren gaf hij ton beste.
Maiar het publiek bewonderde hem
I niet. Het wa» ook niet ontzet. Het
lachte maar onophoudtelijk. De ernst
van den clown würkt» kostelijk-grap-
pig. De waarde zijner toeren werd
beoordleeld, «ooal» men een karika
tuur of parodie beoordeelt. Het lachte
maar.
John beet zioh op die lippen. Het
Schoot hem te binnen wat zijn broer
en óe directeur hadkllen gezegd'. En
toch zou hij hun bewijzen, dlat hij
gelijk had. Het publiek zou niet la
chen Hij wilde het. Hij zal het pu
bliek tot andere bijvalslbetupigingeni
dwingen.
Rij besloot een toer te doen, die
hem het leven kostte zwu, zoo hij
mislukte.
Het gtelukte, maar het publiek be
taalde hem niet in dte verste verte
den gewenschten bijval.
Hij was' nu niet langter meer booa
op het publiek. „Stommelingen'
dacht hij bij zichaelve, „het loont hee-
lerrtaal niet <wn tusöchen jullie lan
ger te loven. Nu, vooruit, ik zal je
eens wat laten zien Jullie zult mij
applau» geven!"
Hij klauterde naar den hoogste»
balk van het eircu» en riep het pu
bliek toa1
Vaarwel
Toen Sprong) hij, hooUn omlaag,
naar beneden.
Het publiek wa» ontzet, «toch één
oogeniblik Slecht». In hét volgende
weergalmde een homerisch gtelach.
Toen brak een diavereind! alpplauö los.
Het publiek geloofde namelijk, dat
nij een grap had uitgehaald en een
pop omlaag had! geworpen.
Eerst toen zijn bloed dten grónd
rood klelurdte, bemerkte het zijn be
nauwende vergisölhg
i.n s 0 3 'j<a a a j vlli ell 5