ampc ENOR Wollen en Gestikte am~ DEKENS. H. H. DE Klerk en Zoon Electrotechnisch Installatie-Bureau. alléén Binnenweg 21-23 ROTTERDAM. Tapijten - Meubelen - Bedden enz. 40e GROOTE VERLOTING Naar het Westen Het Instituut „van Bleek", HEERENÜI 10 is onze Tegen de laagste Pi*|jzen. ff 150 Hofleveranciers, HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ VAN' LANDBOUW, ZATERDAG 11 NOVEMBER as. trekkhf Ier Utrechtseh WageMje m*. m* Lie**so Adr. de Groot Kleiweg 71, Gouda. wordt Hel 1917 VERPUMTST naar den 'a-Bravendïikwnl. Tweede Blad. Brieven uit de Hofstad. *27oor flames. De clown. cm. sukkel toch niet langer met een bot scheermes. In enkele seconden maakt u het zelf aanhoudend met een Sue- ces-Apparaat vlijmscherp. Ook voor Chirurgische instrumenten. Prijs x l.oO (n. b. 1.65.) Firms A. QUANT, Kleiweg. Afdeeling flGOTJDA EN OMSTREKEN". Koninklijk goedgekeurde Goedgekeurd bij Konlnkl. Beeld* Februeri 1816, No. M, (met een maxtaiuni tan 15.000 loten), van PAARDEN, RIJTUIG, TUIGNW en aanverwante artikelen. BoofdpiO t*WOI De trekking nat plaats hebt*» den 11 November 191S.de. vete middags in het openbaar ten Stxtehutoe te fltauda ondor toezicht van «te daartoe bevoegd ambtenaar. 1T De Paarden zullen zooveel mogelijk worden aangekocht op de Najjüte Paardenmarkt op 10 November 1916 te Gouda. Prijs per lot 50 cents* pp" Onverkochte loten nemen een de trekking geen deel. Chr. Sch. v. M.U.L.O. v. Jongen» en Meiijte Ooudsche Singel 49,' ROTTERDAM, Met het oog op het groot'aantal plaatsen, dat reeds bezet is en het beperkt aantal leerlingen per klasse, zal dete»ehriM«< voor Mei 1917 van utI IuWnÉW» voor alle klassen in dene maand1 phat» hetÜw* Maandag en Donderdag van 2—4 n. en Diasdig avond van 79 u., Goudscbfi Singel 49. 8chaol|«UI f 10—f 15 per kwartaal. Lateboakea vdfc Opleiding voor Examens en voor den Handel. C. DE BRUYN. ZATERD^gil OCT. 1916. CCCXL. Niet ver van deu weg die najftr hetKur- haus leidt, ligt in een duinpan een leelijke houten stellage, dat den naam draagt van wielerbaan. Wie boven op de uitkijktoren van de nieuwe Boschjes staat, ?iet het als een gore put in de verte liggen. Met koeien van letters waren de reclames geverfd op den planken vloer, flodderige vlaggen wap perden op verflooze palen, een paar ver vallen huisjes stonden er naast. Het moest flen beschouwer van het duin-panorama wel altijd stooten, dat daar in één vfen de typi sche gedeelten zoo'n rommel lag. En dat was nog niet al. Wanneer 's Zondagsmid dags het domtne spel van hardrijden begon, en het gansche pbebejerdom waé samenge stroomd om te kijken naar het walgelijke mensch-onteerende gekken-werkj klonk er voortdurend een gekrysch als Van een troep uitgehongerde Indianen. Dap kroop het boef jeTdom van den Haag en Scheveningeni over de duinen, vernielde het Alles wat in •am om van uit de'ver' kijken naar hft den weg kwarq gevangenis, anderen. Helaas is daaraan niet te ver- I om van uit de'virte ook te ordinaire spel op de gore planken. j Maandag is in den gemeenteraad he^j Mood-yonnis over dit vunzige zoodje uitge sproken. Het gedeelte waarop de baah-Vanj dwazen staat, zal tot villa-park wordën 'gé maakt. Wij kunnen niet anders dan onzj| hardgrondige vreugde uitspreken ddt dit geschieden zal. Al zyn» villaparken nu niét het fraaiste wat wij ons denken kunnen, zijl vormen toch altijd een paradijs vergeleken by den helschèn zwijnenstal, die naar den naam vari wielerbaan luiBterde. Hoe hjet mógelijk iiTdat een raadslid zich i^og tegën dit plan kan verzetten omdatschrik nieteenig natuurschoon zal worden opgeofferd voor den aanleg van dep naar het 'park, is ons een raadsel, het is er dan ook een raadslid naar, die zen onzin uitsloeg. Het villapark dat op dit gedeelte vattj den Haag zal worden aangelegd, biedt het| aangename voordeel, dat het vlak bij de zee! en het Scheveningsche strand komt te lig*1 gen. Zonderling genoeg is de uitbreiding van ScheVeningen in'deze richting een tijd lang stop gezet. Waarschijnlijk vindt het zijn oorzaak hierin, dat de groote gevange nis, die hier in de duinen staat, weinig als buur wordt geaprecieerd. Het is hpgst on- begt-jjpelijk hoe men er toe ko* komen om hier een dergelijke inrichting te bouwen, terwijl er in ons vaderland duizenden hec taren gronds liggen» die tot in lengtjura" daran niet bebouwd zullen worden. Than dagen niet bebouwd zullen worden, zal heel spoedig de lugubere complex van gebouwen zeer in den weg blijven staan en zal het blijven drukken op de geheele om geving. Vooral in de nabijheid van de groote steden dient men zeer voorzichtig te zijn met het stichten van inrichtingen als deze. De steden breiden zich zeer snel Int en het is om vele redenen ongewenscht dat zooda nig huis te midden van de gewone wereld komt te staan. Het is waarlijk zonde van het mooie terrein dat verknoeid is Heel ver weg in de duinen maar meer in zuidelijke richting zhl een ziekenhuis wor den gebouwd. Het is een goede gedachte dit daar te plaatsen. Mettertijd zal het ook wel in een bebouwden kom komen te liggen doch dat is niet zoo erg als voor een ge- vagenis. Het is wel opmerkelijk dat eerst in de laatste kwart eeuw den Haag zioh hoe langer hoe meer naar de duinen uitbreidt. Het is waarschijnlijk de schuld van den aan leg van den spoorlijn dat de eerste uitbouw geschied is op een plaats die juist het minBt geschikt was voor woningterrein. Langs den spoorlijn Rotterdam—Amsterdam lig gen veengronden, hetgeen al blijkt uit de aanwezigheid van het groote bosch. Het is dan wel een verheugend verschijnsel dat men zich thans meer richt naar het duin dat zooveel gezonder iy. Van de duineü naar devolksuniver siteit, het is maar een stapje. Zaterdag van de vorige week is deze nieu we instelling geopend. Mooie redevoeringen zijn daarbij uitgesproken, het idealisme droop er af. Wij hebben allen eerbied voor dit idealisme, doch eerlijk gezegd, staan wjj er vry sceptisch tegenover. Wat wij nu weer zien gebeuren, is niets pieuws. Alleen de naam is mooier en weidscher, maar het doel ia oud. Al op tal van wijzen is in de laatste eeuw getracht de wetenschap onder het volk te brengen. De ouderen herinneren zich den tijd van de volksvoorlezingen, van de nutsavonden, van de talrijke cursussen, die overal in de* lande werden opgericht. In één opzicht kwamen zij ten slotte alle overeen: na korter of langer tijd kwijnden ze weg. De Volksuniversiteit is wel op een eenigszins andere basis opgericht, doch wij vreezen dat het eindresultaat wel hetzelfde zal zijn. Het aantal deelnemers is nu reeds meer dan duizend. Dat is een veeg teeken. Het kan haast niet frrooter gorden en dus zal het wel spoedig kleiner borden. De be doeling is intusschen weer heel fraai er ideëel. Voor enkelen zal de nieuwe stichting wel iets goeds zijn, maar het groote en grootsche ideaal, dat duizenden en duizen den zich zullen komen laven, lijkt ons voor- liandB uitermate hersenschimmig. Het is opmerkelijk Zoo vertelde de •voorzitter dat in den Haag waar zoo veel Indische families wonen, zoo weinig belangstelling is gebleken voor den cursus over onze kolonies. Ons verbaast dit nietB. Wie wat van onze koloniën wil weten, kan daarover gemakkelijk zeer veel lectuur vin den. Waarom zal men wekelijks een uur speciaal gaan wijden aan de bestudeering van koloniale vraagstukken, terwijl men voor weinig geld zich blijvend een boekdeel over Indië kan aanschaffen. Enfin, wij wenBchen de volksuniversiteit succes. Gelukkig dat er altijd nog idealis tisch aangelegde menschen zijn te vinden die onder de suggestie Van hun eigen ver- ngens weten te komen. Het altijd weer iniquw aandurven wat goed is, ook al zyn iirpogingen riseds mislukt, heeft een goes Nieuwe rokken. De rokken welke «Dezen hcrlöt te 1'arijs gelanceerd worden en, düe trots allo tranSportowoeUijikhedten, bij tijd en wijle ook wel }mn weg naar ontland zullen vinden, vertoonen enkele wij zigingen, die de moeite van het no- teeren wel waard zijn. Zij zijn een tikje langer en ook iets nauwer maar zij maken den in druk van véél nauwer te zijn omdat zij gearrangeerd worden met platte, goed ingeponste plooien. De diepte en de Schikking van deze plooien Li zeer verschillend. Het is nielgemakkelijk een plooirok te ma ken die aan alle eisohen voldoet en lie in ieder opzicht goed kleedt. Daarvoor aijn routine, handigheid een juisten blik noodig, in de eerste plaat» om de plooien smaakvol te arrangeeren en in de tweeate plaat» om to berekenen welke wijdte voor de draagster het nKöeöt flatteerend is. Sommige rokken hebben banen met een arrangement van Smalle plooien, andlere hOoben breöde'Stolpplooien, doch alle hebben zij (Jit gemeen, dat zij glad en Strak oM de heupen zit ten. Met de boerlnnerokken iS het voorloopig uit. l De rokken van möatmcostuume wor- aen bijna alle versiewdf met een meer of minder breeden bofofcranfl, die zich op den bijbehoorende® mantel her haalt. FEUILLETON. John en Charlie zaten bij elkaar op het terra» van een restaurant in Lo noten. John wa» klein en gladgeschoren. Charlie waal lang en dlroeg een groo- ten baard. Overigens leken zij sterk op elkaar, zij waren tweelingbroe ders. Zij hielden ook innig veel van elkaar, maar waren verder groote menschenhatera. Dit klonk wel 5 tragi-komliek, want hun imddidel van bestaan wdS het zorgen voor amu sement aan menSchen. John* was n.l, clown, Charlie daarentegen een mo derne ronHanstehirijver. De broerS, gentlehieni de echte beteekeniJ van het woord/ waren wpi- nig spraakzaam). Eerst na geruimen tijd stilte nam John het ,woorcï. lk heb reed» meer dan genoeg vaii het stomlme gelach van het pu bliek. Ik Sdheid er mee uit, met mijn bok keep rongen. Je bent gek, John, gaf Char lie ten antwoord)wees blij, dat je Vat he/b£ op het publieik. Wat heb ik daaraan Aid ik mij niet vel-gi», krijg je toch voor elk optreden tten pond. 1 Maar t gevoei, wierp John tegen, 1 het gevoel, «lat ik maar een clownj beu, ntaakt mij Soms wanho pig. Ik zou toch «ven zoo goed een eervol kunstenaar kunnen zijn. Een voorzichtig glimlachje kwam even over die lippen van Charlie, hij merkte möt fijne ironie op MisUohien beu jij-zelf hoelomaal (lie down niet, maar is die het pu bliek, dat over jouw malligheden lacht. c t 1 John. keek Met vragenden blik zijn broör aam. Ik begrijp dat niet precies/ Kij|k, antwoprdJde ChArlie, de analySeerendie Charlie, die sipeelpop piept als mien haar op den budk drukt. Welnu, niemand drukt jou op je buik, maar jij werkt op den buik vatt hetpubliek eU het piept, het de en lofwaardige zijde. Het is overigens merkwaardig dat het be- noodigde bedrag van vijf en twintig mille nog niet bijeen gebracht kon worden. De Voorzitter had het onlangs over cultuur plichten van dé rijkeren. Heel diep over tuigd van die plichten schijnen de vele rijk aards in den Haag niet te zijn. Of zijn ze niet zoo idealistisch aangelegd 1 HAGENAAR. Juweelpn. Om eon gedistingeerdten indruk te maken, iS het waarlijk niet noodig, «jat het toilet van d«n ailerlaatsten snit en van d!e allernieuwste Stoffen ,Wat een ntóni en de vrouw van de wereld «Dab eigenaardig cachet geeft, dat hen terstond kenmerkt, onver schillig in welk milieu zij zioh be vinden, is de absolute correctheid, de overeen temmiig tuSschen het co»- tuuüi en de gelegenheid waar het ge dragen wordt. Een man, die een oud pak draagt, mlaar wiens linnen vlekkeloos is, wiens' slchoenen onberispelijk ziijn, op wiens houding en mandoren niets is a&n te merken, draagt het stempel „gentleman'' in omstandigheden, waar in zijns1 gelijke, naar de laatste mode gekleed, maar op wien overigen» wel Iets aan te merken valt, zich alsiahob kenmerkt. Voor vrouwen getldt natuurlijk eeni- germate hetzelfde. Hoe extravagant die irtode dikwijls zijn mag, het oude gezegde, dat een voud het kemmerk is1 w blijft' nog* "altijd van toepassing. Hieruit volgt vanzeff, dat een over lading met juweelen van den1 Slechtst denkbaren Snteak i». Dit wordt bij een man nog sterker veroordeeld dan bij eene vrouw. Een Man met opzichtige plastron en mamohetkiioopen, fonkelende das speld, met ringen overladen handen, maakt steeds een onaangenomen in druk. Eene vrouw kan ongestraft veie ringen dragen, wanneer haar smaak haar daartoe aanspoort. Toch geeft eene tentoonstelling van kettingen en edekteenen in verschillende kettingen volstrekt niet dat cachet van chic en elegance dat de mondaine vrouw in aller eersite plaat» verlangt. En voor al schenkt zij er aandacht aan, dlat volkomen overeenstemming zijtus- tfehen die juweelen die men draagt en het toilet wiet allee», maar ook moe ten het karakter, de persoonlijkheid dier draagster er voltcomen inee har- monieeren. Hetzelfde snoer parelen, dat' eene etheruche schoonheid verleent aan een zsajohit madonnagozichtje, maakt een geheel anderen indruk, wanneer het dhn hal» tooit van eene pikante donkere Schoonheid. En parelen ver liezen geheel en al hunne buitenge wone charme, wanneer eene vrouw van al te weelderige vormen ze draagt. Met diamanten is het evenzoo. Aan de eene verschijning geven zij, met al het vuur uat «ij uitstralen, iet» majestueus, terwijil zij de andere slechts opzichtig maken. Juweelen zijn. natuHijk evenals) alle andere toiietondercieelen aan die wis seling der mode onderhevig. Toch zijn deze wisselingen niet zoo wispelturig al» mten gewoonlijk vah Vrouwe mo de gewend is en tot op zekere hoog te zou men mt&AchierL van eene evo lutie kunnen spreken. Zoo wordt meer en meer voor het zetten van juweelen het gioud' vervan gen door het platina. Daarvoor be staat ,een zteer gegromde reden. Het goud iS «le laatste jaren te veel het eigentkmï van iedereen geworden, het ia te algemeen, te comlmun. En hoe wel de democratische geest van on zen tijd aan het keukenmeisje, noch aan den groentenboer het recht ont zeggen kan of wil een gouden zegel ring te dragen, is het toch niet te verwonderen, dat de vrouw van dis tinctie gezocht heeft haar iet» eigens, dat bij hare persoonlijkheid past en haar blanken vinger Siert met eene (ia'oreten platina-ring, tot misSohien na korteren of Iangeren tijd alS al léén-voornaam geproclameerd zal wor den de zuiver-gevortmldie, welverzorg de ringlooae hand1. WILiLY. UIT HET LEVEN VAN EENVELD- PREDIKER BIJ HET LEGER TE VELDE Het is een opvallend verschijnsel, dat ik onmogelijk onvermeld kan laten, omdat het tot nadenken stemt: meer dan honderd keer reeds vertelde ik van het leven van een veldprediker bij het leger te velde, dus ligt het voor de hand, dat ik uitgepraat raak. Maar het tegenovergestelde is veeleer het geval: ik moet mezelf beperken en een oogenblik beraden waaraan ik nu weer de voorrang zal geven. Twee onderwerpen branden me als het ware op het hart, zon der dat ik kan beslissen welk daarvanhat eerst behandeling verdient. Het gemd^te- lijkst is, ze beiden maar vast te nemen: de noodzakelijkheid, dat in vrljzinnig-godsdien- stigen geest krachtig onder de soldaten wordt gewerkt, en de mogelijkheid, dat ve len daaraan meedSen zonder dat dit groote offers eiecht. De noodzakelijkheid blijkt met den dag duidelijker. Om deze stelling te bewijzen haal ik eerst aan het feit, geruimen tjjd ge leden vermeld, dat in een christelijk militair tehuis zulk een benepen geest heerschte, dat men daar op den Zondag inkt en pennen wegsloot om te voorkomen de ontheiliging van den rustdag door een brief of brief kaart te schrijven. Dan moest alle werk achterwege blijven, dus ook het toevertrou wen aan het papier van eenige regels schrift, gericht tot ouders of gezin of vrienden. Wel is lang, nadat dit feit was wereldkundig gemaakt, eene opheldering gegeven; maar zy kon het gebeurde slechts bevestigen, niet ontkennen. Alleen de schuld werd geladen op een soldaat, die in dat te huis dienst deed als oppasser; hij zou in het bedoelde geval eigenmachtig zyn opge treden en geen overleg geplèegd hebben met den predikant ter plaatse, bij wie» de leiding berustte. Intusschen was die soldaat aangewezen als oppasser (of bediende) op grond van de overtuiging, dat hy geestver want was van den predikant. En deze liet blijkbaar de vrye hand. Hier heb ik het zwakke punt aangewezen: de Ij veraars, die niet rekenen met de behoeften hunner ka meraden maar allen met eigen persoonlijke opvattingen en inzichten deelen de lakens uit en hebben weldra alles te zeggen. Dit is nu eenmaal de onvermijdelijke noodzake lijkheid van het „christelijk" beginsel, gelijk immers de ervaring overal leert. In het aangehaalde geval bleken de meeste bezoe kers van het tehuis niet gediend van de strenge opvatting van den bediende en had den geen anderen uitweg dan geen gebruik te maken van de hun geboden gelegenheid tot gezellig Bamenzyn en ontspanning; zy bleven weg en wistten niet, voordat hun iets anders werd geboden. Ten slotte werd de strenge voorstander van Zondagsheili ging wel ontheven van zyn baantje en door een ander vervangen. Maar de klove was ontstaan, zeker niet ter verhooging van het kameraadschappelijk verkeer van alle mannen samen. En zoo lang ons geheele protestantsche volk vervuld is van den geest, die voorzit in de kringen van de steilste christelijkheid, zullen dergelijke botsingen plaats hebben. Het aangehaalde staaltje is niet eenig in zijn soort. Slechts een paar dagen geleden nog was ik in een christelijk militair tehuis, waar eenige dei ning bestond, die ik moest bezweren, vond men. Er was oneenigheid over de vraag, of men op Zondag mocht betalen of niet. Niet betalen zou neerkomen op niet-ver- koopen, niet-verkoopen op niets kunnen krijgen. Het was in een plaatsje met weinig of geen winkel». Mi zijn er tal van artikelen' waar een soldaat vrijwel niet buiten kan: een kop koffie, thee of chocolade, een sigaar, een zakje tabak, een krentenbroodje en koekje. Zou d*% Zondagvieren zyn, als men zich dei ringen moeai onschuldige versnape- 1 Een onderofficier tocht-...,. >JoUn, die itioh m atoherpte eee*.t vetrtxeveu waanx»^ boven broer, maakte me* zij" Imnx» eem min achtende, atweirende beweging. Uaar Chm'Uc, »eide hij, ook, deze veronderstelling behoort tot de pawtaen, dte achrijverel, ih navol ging van Wilde, opwerpen om het publiek voor den gék te houden. JJe aohrWvér eigende zich heelemaal niet over de oprechtheid van den clown. Integendeel, hij moffit er har- te lijk om ilacheö- Goed! geptoatet. John l Geluk kig zijn er weinig van mijn die zooveel veratand hebben al» jij. Den clown beviel döze luchtharti ge, cynische toon heeleMaal niet. Du») jij Speculeert op de (gr heid der mtenechen Dat i» niet mb' Charlie. Zijn broeder trok de schouders ojl Nu ja, ging hij verder, dat i» nü eenmaal 3 menechen lot en de natuurwet dCr wereld)óf ik maak Mij de zwakheden dier mcnechen ten nutte, óf dè mensChm sllaan Munt nit mijn tekortkomingen. Ik heb geen lust, dat Mem mij uitknijpt en weg- werpt al» eern citroen. John zweeg en stak een nieuwe Sigaret op. Charlie volgde al zijn be wegingen met aandacht. Toen hij op zijn gezicht dC sChadrnw van mdsnoe. gen waarnam, wa» ook hij uit zijn humeur. Na een tijdje overwon hij zich zelf en trachtte -zijn broer op te vroolijken. John, ben je boo» op mij t Niet John alleen, dtoch ook aijn ka rakter wad Van staail. Hij kon- niet huichelen. Het staat mij teglen, zed hij, dat je aoo luchthartig doet. Een Schrij ver heeft heilige plichten- Een aware zucht omWnapte aan de horst van aten novellist. Geloof je heuöoh, diat ik niet •zotk weten, welke Mijn» plichten zijn 'f vroeg hij zijn broer mei nadruk. Jij denkt, dat ik mij graag verneder tot het niveau der kleine menechenlmenig- ie in plaató van «fe Meitóohen naar omhoog te trekken. K«i je mij dan heelemaal geen eerzucht toe 't Denk je dat d)e populariteit mij vreugdle be reidt 'i Je vergist je «Dan heel sterk, lieve John. Ik minacht het gevlei van het publiek, evenals) je de bij valsbetuigingen van den, circusbezoe ker. Dat i» voor Mij geen belooning omdat ik weet dat het geen waarde heeft. Maar wat moet ik doen Al» mij de overtuiging van mijn eerlijk hart bij het schrijven dier romans moest leiden, alsi ik de waarheden, die in Mijn hersenen rijpen, mijn pt - bliek naar het hoofd zou simSjten, kon ik de pen- wel neerleggen, want ik zou geen lelzers vinden, waarvoor ik schrijven kon. lk d^ed' hnlmers een maal een poging. Ik «dtreef immer» twee eerlijke goedle boeken. En wat chiedjcte V De critici wreven mij een dCcodCnt-zijn aan en zeidien, oAt ik eindigen zou al» een Maupasblant. En mijn publiek Dat liet mij in dien steek, als/of ik het nooit eenig genoe gen had' bereid. Het publiek i» on gelooflijk laf en ondankbaar het kocht, John, geen honderd exempla ren van die boeken, die zijn bijval niet hadtden verworven. Charlie zweeg. Dan behoor jij du» niet tot de uitverkorenen, Merkte John met pijn lijke oproohitheidi op. De werkelijke grooten wieten hut Ideeën aan het domste volk zelfs ingang te doen vin den. Het zal wel zoo zijn, antwoord)- de Charlie instemmend, dooh buiten geestesgrootheid heelt men dan ook nog anoiere hoedanigheden, noodig. Het juiste aanpaeMrjgéverirtogdn bij voorbedljd am dte verebheidenSte nuan ces der Samenleving, hoogmoed, zelf. beheereching en andlere uiterlijkheden die slecht» dloor dien »chrijver ge vonden worden, wietn» verstand het hart overhearöoht. Mijn hart drukt mijn verdtamid naar omlaag. Ernstige stukje» zou Mijn publiek van Mij evenmin ernstig opnemen al» van jou, Armte jongen, wij bedden zijn, in de ware beteekeni» van het woord slech te elown». John richtte zijn hoofd oMhoog, alstef de woonden van zijn broer hem pijnlijk hadden getroffen. Toen sprong hij op en zei met een onaardige uitdrukking in zijne -Ik zal je tooneo, dat mtjin pu bliek niet zal lachen. Hel zal mij, als eiken anderen kunstenaar bijval j waarcJeering betalen. II. - Mijnheer de directeur, lk zal niet meer ale down optreden, deelde John ernstig mee. De circu»-directeur stond versla gen. i Daar, mr. John, ben je giek oï neem je een loopje nitet mie 'i lk b©n niet gek, antwoordde John met plechtige stem). Geen en kele equilibrist of krachtm«n«ch zal de pflstaties1 die ik nu wil verrich ter., na kunnen dóen. Mijn lachend publiek moet mij voortaan bewonde ren. Het bloecJ zal hun in de adteren moeten stollen. De dikbuikige circusdirecteur stehud* dte zijn hoofd1. Ik vrees), dat u gteen sdccefl zult behalen, merkte hij op. Het pu bliek is1 reed» zoo aan, uw mallighe den gewend1, dat het ook uw ge- waagcfate en ernstigste kun»tstikkon op zal vatten al» voor dten gekhou- derij. John beet zich op d« lippen. De directeur bad dn» delzelfde mieening al» zijn broer. Nu, hij zou dan toch een» toonen. III. Het circus' was tjok-vol. Het pu bliek wa» in groo ten getale opge komen, want de couranten kondigden een nieuw, prikkelend/ atenöatienuM- mer aan mr. John Billy, Londen» lieveling, dte ongeëvenaarde dbmime August zou zich aan het publiek voor etellen al» equilibrist .en krachtmtensteh. Het publiek wta» van Metening dat de reclame groote Mop was' en toon de zich reed» uitermate ongedhildig. John trad eindelijk op. Hij ver scheen in een eenvoudig élégant trico, wierp de bewering op, dat men eigenlijk niet verkocht doch verstrekte en aan geld te rugontving wat de waarde was. Toen ik de voor- en tegenstanders hoorde redekavelen, niet weinig hartstochtelijk, kreeg ik mede lijden met de kerels: dat zij elkander nu om zulk eene beuzeling moesten warm ma ken en ontstemmen. Het waren alweer de ijveraars, die hun opvatting wenschten op te leggen als een dwingende bepaling aan allen! Behalve deze strijdvragen ontmoet men andere: over geoorloofde en verboden spelentegen biljarten en kaarten vooral miaar rijto ernstig, knop gezicht hielp niet». Integendeel, met uitbundig ge lach begroette het publiek zijn lie veling. De ex-clpwn fronste dte wenkbrau wen en ging trotsieh en rustig aan het werk. Hij werkte, al»of hij heele maal geen nneitóch meer wu». De on gelooflijkste toeren gaf hij ton beste. Maiar het publiek bewonderde hem I niet. Het wa» ook niet ontzet. Het lachte maar onophoudtelijk. De ernst van den clown würkt» kostelijk-grap- pig. De waarde zijner toeren werd beoordleeld, «ooal» men een karika tuur of parodie beoordeelt. Het lachte maar. John beet zioh op die lippen. Het Schoot hem te binnen wat zijn broer en óe directeur hadkllen gezegd'. En toch zou hij hun bewijzen, dlat hij gelijk had. Het publiek zou niet la chen Hij wilde het. Hij zal het pu bliek tot andere bijvalslbetupigingeni dwingen. Rij besloot een toer te doen, die hem het leven kostte zwu, zoo hij mislukte. Het gtelukte, maar het publiek be taalde hem niet in dte verste verte den gewenschten bijval. Hij was' nu niet langter meer booa op het publiek. „Stommelingen' dacht hij bij zichaelve, „het loont hee- lerrtaal niet <wn tusöchen jullie lan ger te loven. Nu, vooruit, ik zal je eens wat laten zien Jullie zult mij applau» geven!" Hij klauterde naar den hoogste» balk van het eircu» en riep het pu bliek toa1 Vaarwel Toen Sprong) hij, hooUn omlaag, naar beneden. Het publiek wa» ontzet, «toch één oogeniblik Slecht». In hét volgende weergalmde een homerisch gtelach. Toen brak een diavereind! alpplauö los. Het publiek geloofde namelijk, dat nij een grap had uitgehaald en een pop omlaag had! geworpen. Eerst toen zijn bloed dten grónd rood klelurdte, bemerkte het zijn be nauwende vergisölhg i.n s 0 3 'j<a a a j vlli ell 5

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1916 | | pagina 3