ruMS SMITS, imisl. Dsttarievea VAN TBÏ! ip'IHKBIli ik ti wd adres I ES VOOR (EEN. biedingen No. 13221. Zaterdag 21 Oètober 1916. 55e Jaargang. behalve Zon en 5 Uitgevers A. Elf ZOON. Telefoon Intere. 82. Eerste Blad. Feuilleton. eedschappo Huigen. Buiten de Stadspoorten. 1. Gouda, 'SSING, Courant ntiêo kosten slechte tbelallag: ^TievL-ws- ezx -A-d.-Trertexxt5.eT31eucL ttooe G-o-clc1sl exx OxxxstxelcezrL. Feestdagen. Geduldig zijn. AA Y ZONEN Verschijnt dagelijks Telefoon Intere. 82. Brieven uit de Hofstad. uit drie HAGENAAR. d aan het Bureau. 3 Plotseling «titer veretierf de gltae uwburg S n. NedeA hij fWordt vervolgd.) ie. 6 u. M. JoM» JN VAN Keukengerei onderdeden. Naar het Duiteeh van CLARA WEBIG. Bewerkt door I. P. WEtiSELINK— VAN H06SUM met autorisatie van de schrijfstof. (Naldruk verbaden.) Dit nummer bestaat bladen. f 1.25 1.50 wij Is vereischt het telfvei soms bestand zijn tegen tend oordeel der menschen. iU’a gesticht urgentieraden loopje met deie l er de mee op eduldigheid over beschikken. Hij an. En tenslotte tenschen niet de- Mff afbrengen. K. RECHT it 1879.) IR 1916. ken en stofleer» .EN is b|j !4. Gouda. ijzen, prima mate* de aan alle met’ 14 in de nieees. 15, voor elke regel 6OTD8CHE ffllRIÏT. shening, oök geringschat- i Mjkt zoo ge- makkelyk, of we lui «f niet actief, of onverschillig, juist als we tets najagen, dat langzaam gedijt en slecht^ langs een lan gen weg te bereiken is. Dan hebben we niet alleen tegen ons eigen ongeduld, maar ook tegen onze gevoeligheid voor de meening van anderen te strijden. Mggr wie sterk ge noeg is, weerstaat dat wd. Hy blijft zich langzaam haasten, ook al laadt hy daardoor een ongerechtvaardigd verwijt op zich. Hy a aan den weg, die vertrouwt, dat een- iltaat hem zal recht* denkt aan zijn doel en daarheen leid. En hy t maal het behaalde result vaardigen. Wie wat bereiken Wil, meet geduldig kun nen zijn en ondanks z^n zijn volle energie blijven moet ook vertrouwen hel moet hem het oordeel der ren, noch van den juizten moedsrust en geesteskalmte nu niet alle be- wy zen aanwezig zijn. De nieuwe ster, doctor Nio, de Brahmaan had ook al weer het meeste succes bij de vrouwen, die naar wij vernamen met hem dweepten. En ook hier viel het weer op dat het een zeker soort vrouwen was, dat nu eenmaal zeer ontvankelijk is voor alles waarin een mystiek of geheimzinnig of fan tastisch element schuilt Het feit dat een gladde jongen het volk bedriegt is nog niet zoo erg als het feit dat er altijd een paar honderd menschen zyn te vinden, die onmiddellyk bereid zyn zich te laten bedriegen. Wil men deze soort kwakzalverij uitroeien dan dient ook op het zich laten bedriegen een straf te staan. Dan eerst treft men het kwaad in den wortel. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 1—5 gewone regels met bewijsnummerf 0.65 Elke regel meer.0-10 By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1regels f0.35 bjj vooruit betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f0.25 per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. Het is al een oud spreekwoord dat den goeden raad geeft: „haast u langzaam*’. Op het eerste gezicht lijkt in deze woorden een tegenspraak tusschen „haasten” en „lang zaamheid besloten te liggen. Immers dit haasten, waartoe men wordt opgewekt, schijnt een tegenstelling te vormen tot de langzaamheid, die gelijkertijd wordt aange raden. Maar voor wie begrijpen wil, is het duidelijk, dat hier met zich haasten voort maken bedoeld wordt en dat het langzaam is op te vatten als kalm, bedachtzaam, rus tig. Men moet dus voortmaken, met yver en met volle kracht dóórwerken, maar men moet daarby vooral niet overijld, niet ge jaagd, niet zenuwachtig te werk gaan. Men moet handelen na rustig overleg en gedul dig de resultaten van zyn werk afwachten, ten einde niet door te haastig ingrijpen te bederven. Deze raad schijnt als geschreven voor on- geduldigen; al zyn er ook onder de gedul- digen velen, die hem telkens opnieuw zich te binnen moeten brengen. Want er is wei nig zoo moeilyk als zich langzaam to haas ten. De tegenstelling tusschen de twee woor den wijst daar al op. Men kan zich haasten en men kan langzaam te werk gaan. Maar het juiste combineeren van die twee, dat is het hem juist Volijverig en met volle kracht voortmaken, zieh inspannen, trachten zijn doel te bereiken, het begeerde nastreven met alle middelen, waarover men beschikt en langs alle wegen die openstaan of die men zich vaak met veel inspanning te ontsluiten weet, en toch daarby langzaam, dat wil zeg gen bedachtzaam, voorzichtig, kalm en rus tig te werken. Ziedaar de moeilykheid. En die moeilykheid is er eene zoowel voor haas tige, licht ontvlambare, driftige, vurige na turen als voor bezadigde, kalme, flegmati- tische. Want de eersten missen veelal de kracht om langzaam te zyn; de tweeden zyn licht geneigd zich niet te haasten, niet voortdurend en zonder ophouden voort te maken. Maar het zyn toch vooral de eersten, die met het opvolgen van dezen raad, die le- venwij a he id en levenservaring ons geven, te worstelen hebben. En het wordt steeds moelyker al naarmate men het nageatreef- de te vurig begeert. Er is voor den mensch, vooral voor den wilakrachtigen, den werkzame», actieven, weinig moeilijkers wellicht dan afwachten, zonder dat'daarby de energie, zyn daad kracht vermindert en schade lydt. Wie zich een doel stelt in zyn leven, wie welbewust zyn daden richt langs den zichzelf voorge- schreven weg, aan welks einde hy het be geerde resultaat ziet, is geneigd zonder om- BRINKMAN 4 deelt aan haar Gemengd Oorlogsnieuws. In Duitschland. H$»t onafhankelijke comité vooreen Duitsche vrede heeft dezer dagen vol gens de N. R. Ct. een vergadering gehouden, waar volgens het Berliner Tageblatt een zeer krasse toon tegen den kanselier is aangeslagen, vooral door Fahrmann, nationaal-liberaal af gevaardigde naar den Pruisisohen Land dag, de hoogleeraren Schilfer en Stahl- berg en graaf Reventlow. Den kanse lier went elk vertrouwen ontzegd en graaf Reventlow merkte op, „dat mi nister Helfferich nog gevaarlyker is dan von Bethmann Holïweg.” Fahrmann heeft zich tot de Ber- lynsche pers gewend met de klacht, dat over de vertroawelyke besprekin gen door een der aanwezigen geklapt is, maar spreekt de mededeelingen van het Berliner Tageblatt niet tegen. >b. Bouw- en huterstondScon»»’ GAZUN VAN CHM. THEEËN worden erd in verzegeld» van vyf, n If en een Ned. om 'melding van Nom- Prijs, vooralen van .aand Merk, vol- Wet gedeponeerd. tot de uitvoering teerde orders aan- d, Z. C. BIJL, 3REEBAART U wij geregel* ontvaar* TM, M te toto -- Drukkerij ZOON -Gouds. scheldwoorden over ons uitstortte, ook de zen brief en misschien bekent ze dan wel dat het „Holland op zyn smalst” meer in het kringetje van urgentie-raad dan in dien be- wusten brief van Hagenaar is te vinden De ontmaskering van den allernieuwste» wonderdokter in de residentie, dr. Nio, de Brahmaan, zal den lezer wel reeds bekend zyn. Wy hebben het twyfelachtige voorrecht dezen knappen medicus gekend te hebben in zyn vorige incarnatie, toen hy nog maar half-was-journalist was aan een der Haag- ache bladen en den meer Hollandsche dan Brahmaanschen naam van Veenstra voerde. Wy hebben nimmer in hem zulke geweldige capaciteiten bespeurd of vermoed zelfs: wel misschien eenige andere eigenschappen, die hem in zyn nieuwe iücwïte'u» te pas konden komen. Enfin, dat iemand wonderdokter wordt en meent dat hy daarin een bestaan kan vin den, hy moet het ten slotte zelf weten. Veel erger vinden wy het feit dat onmiddel lyk honderden menschen erin vliegen. Zelfs zyn er geweest met klinkenden naam die den flater sloegen van dr. Nio, ook nadat reeds een tipje van de geheimzinnigheid waarin hy zich hulde was opgelicht, ie gaan verdedigen. Wat moet men toch alle men- schenkennis missen wanneer men in staat is om zulke domheden te begaan. Ik kan m« voorstellen dat iemand zich laat lijmen om naar zoo’n wonderdokter toe te gaan: ik kan me zelfs voorstellen, dat iemand tot de over tuiging komt, dat die dokter hem geneest, maar ik kan me niet voorstellen, dat iemand zoo oer-stom is aan ’s mans praatjes zoo veel geloof te slaan, dat hy hem nog ver dedigt wanneer hy reeds ontmaskerd is als een bedrieger. Het is zonderling maar in de residentie vinden zulke wonderdokters nog een gretig onthaal. Er zyn er nog wel een tiental die hier zetelen enrijk worden. Eén voor één worden zy op den duur wel aan den kaak gesteld, maar meestal geschiedt dit pas wanneer zy zich een aardig fortuintje hebben veroverd en zy dus genoegeiyk hun domicilie kunnen weerleggen. Naast het genre wonderdokter ia het genre waarzeg ger en waarzegster zeer in zwang. Er zyn er onder deze die in een groote reputatie beziten en ook de élite onder hun geregelde cliëtèle tellen. De meest fabelachtige verha len doen daarvan de rondte en de meest frappante staaltjes van de juistheid der voorspellingen worden opgedischt. Zonder ling was het voor uwen dienstwilligen Ha genaar, die met tusschenpoozen van eenigs maanden, driemaal op bezoek ging by den meest gerenommeerden waarzegger, ten einde straks in de krant ’s mans diepzinnigs wijsheid te publiceeren, tot driemaal naar huis gestuurd werd met de mededeeiing dat de waarzegger „niets” zag. Het schijnt wel dat wie nuchter en voor-oordeel-vry er heen gaat altijd die kans loopt. Het valt namelijk op dat zy altyd met belangrijke mededeelingen thuis komen, van wier ge* PROS VAN HET ABONNEMENT? Per kwartaal Idem franco per poet. Met Geïllustreerd Zondagsblad Idem franco per post. Abonnementen worden Markt 31, bij onre Agenten kjioua tegen een lantaarnpaal ge leund, midden in al het gedrang, tóch nog altijd zijn, sierlijke houding bewarend. Hij waö zoo fijn! Hij had een hoogen hoed op, zoo guad en blinkend, dat men er zdch in kon spiegelen hoe ruig wuk daarbij vergeleker. die van Johann! Augudte ging overeind staan in het ri'tuig; zij wilde hem wenken, toe knikken, hij mioeet haar toch zian, zij zag heüï toch over zoovele hooi den, over de dichte rijen der in twee gelederey opgefltelde fabrieksarbeiders heen. Zij ging op afe teenen Maan, zij vergat geheel en al, dat zij hem voor haar bloedverwanten geen tee- ken mocht geven: „Pet!'1 Daar «tak de oude vrouw Bade- kow, ale tot nu toe geheel rustig had gezeten, öenijnbaar geheel onver schillig, de handen gevouwen in dien schoot van het rouwkleed, een dezer in awart garen handschoenen gestoken uit: „Guste, ga zitten!” En toen de coochter. het niet hoorde, of niet wil de hooren, bleef de kalme toon wel hetzelfde, maar de zwarte hand kwam nader: ,,Ga je zitten?!” AuguSte ging zitten. Nu had moe der hem ook gezien. Haar boenen waren verlamd van atehrik. De anderen hadden den reiziger in sigaren ook opgsmerkt. zien, zonder ophouden voort te gaan tot aan het einde dat hy zoekt Ieder oponthoud, elk oogenblik, dat hem geen stap verder brengt, verdriet hem en" is licht in staat hem te ontmoedigen. Zyn begeerte verzet zich en allicht komt hy er toe, toch maar voort te gaan, ofschoon de omstandigheden stilstaan en afwachten gebieden. De belofte der toekomst wenkt hem en hy voelt zyn kracht nog groot en sterk genoeg. Waarom dan die kracht en den yver de teugel aan te leggen Waarom niet te begrijpen, wat binnen zyn bereik ligt Maar zyn haastigheid doet hem dikwijls mistasten, erger nog, brengt hem zoo dik- wyls van den juisten weg af of doet hem door eigen overijling bederven, wat hij al reeds tot stand had gebracht ter bereiking van het begeerde doel. Het leven eischt nu eenmaal telkens weer afwachten, het eischt geduld, het eischt een zich langzaam en be dachtzaam haasten. Wat goed is, gedyt im mers slechts langzaam. En het is dwaas vruchten te willen plukken, als de eerste zo merzon die vruchten doet blozen. Men moet ze langzaam riipen laten, totdat het uur van den oogst geslagen heeft. Dan heeft men dikwyis slechts de hand uit te steken naar de takken, waarvan de rijpe vruchten vanzelven loslaten. De natuur zelve leert het ons immers en overal waar we rondzien in het menschen- leven vinden we deze les bevestigd. Wie oogsten wil, moet beginnen den grond om te ploegen en te bewerken, dan kan hy zaaien. Maar op dit zaaien volgt eerst na langen tyd het plukken van de vrucht In dien tuschentyd moet men niet met de han den over elkaar gaan zitten, maar moet men den akker wieden en schoonhouden. Men moet werken, ook als men wacht. En dat juist kunnen maar weinigen. Het is, zegt men vaak, hollen of stilstaan. Maar zoo is het ook by velen: werken of iydzaam-pas- sief zyn. Men moet echter ook werkzaam kunnen afwachten. Dat wil zeggen, men moet, zonder dadelyk te willen oogsten, toch kunnen voortmaken en zyn energie niet la ten verslappen, wanneer men te wachten heeft. Men moet geduldig kunnen wezen, zonder daarom nog de boel op zyn beloop te laten. Ons ongeduld bederft zooveel. Het doet ons toetasten voor nog de vrucht ten volle gerijpt is en vernietigend ingrijpen in zoo menig wordingsproces. Dat moeten we zien af te leeren. Wanneer we hebben voorbereid en hebben gedaan wat we doen konden, moe ten we kunnen afwachten. Maar niettemin moeten we ook onder dat afwachten be?ig biyven. Want maar zelden kunnen we daar by geheel passief zyn. We moeten ons lang zaam biyven haasten; rustig, hetzy door doen of laten, blyven voortwerken aan het doel, dat we nastreven. Alleen zoo kunnen we zeker zyn van het gehoopte resultaat. Dat afwachten, het zich langzaam haas ten ook, is ongetwyfeld voor het eene werk veel moeiiyker da» voor het andere. Dik- uea, bi, Streita in de Haoenheid© had hij alle ntetojee betooverd-. Hij wus retelgvr voor een groote sigarenzaak en praten kon hij. leder gaf hij complimenten, maar haar, haar alleen had hij werkelijk onderecheiden.Hij had zijn hart bi, den eersten blik aan haar verloren. En zij zou hem toeh trouwen, wat ze ook zei den f Eigenzinnig etaar.ien Auguste’» doffe oogen voor zich uit. Johann behoefde zich volstrekt niet zoo te gedragen, hij zou haar huwe lijksgift niet verkwisten, hij zot het gdd in een sigarenzaak steken en met zijn bekwaamheir. zou de zaak wat goed gaan. Zij behoefden geen angst te hebben! Augude wierp het hoofd achterover. Haar eigenzinnige blik vestigde zieh een ondeelbaar oo- genblik op haar moeder: al wenschte zij haar ook nog een lang leven toe, zij was toch reed» bij de zeventig, zij, de kinderen, erfr.'en aller, nog een mooi stuk geld. En trouwde naar Juliud, ging het niet goedschik», dan het bledke meisje zuchtte, en kiemde haAr, ondank» de warmte, klairtme, koude handen in elkaar, als om door dezen voelbaren druk haar eigen wil te versterken dan. ha, daar wM hij! AuguMe'» blik wa» Biecht» vluch tig lang» haar moeder gegleden, hij wa» weer aljgedwaald, verstrooid', al het andere overetend, slechte naar den eene uitzlende. En nu had zi;' hem gevonden. Daar stono' hij, ach- dagelijks aangenomen aan ons Bureau ten, den Boekhandel en de Postkantoren. nnplaren van haar Itje van de Nieuwe or uitreiking be- diween, mei amaue nyp>cii keek het genruelijk gezicht wagen naar beneden: Rusland en de Duitsche vredes- propanganda. Een „Reuter”-telegram uit Londen meldt De „Morning Post” schryft naar aanleiding van de Rassischen tegen spraak op het bericht als zou Rusland een afzonderlijken vrede met Duitaoh- land willen sluiten en daarover onder handelen „Deze verklaring is niet af gelegd om de geallieerden gerust te stellen, maar om de bedriegelyke .verhalen welke Duitschland onder de neutralen in omloop brengt te niet te doen. De geallieerde mogendheden hébben volmaakt vertrouwen in aicbzelven en in elkander, een vertrouwen, dat steunt op wederzijdschen trouw en ger. van Auguste Bactekow: en> daar bij had hij de bloeöeuite, welke de acasiaiboomi, die zoo ondermijnd in het zand stond, dat zij op zijn uit stekende wortel» konden zitten, op haar neer had geetrooid uit haar ha- ren genomen en haar herhaaldelijk gekust. Nu nog voer een huivering door haar heen, ate zij er aandacht. Zulk een best knap mowdhl Augus te sloot half haar oogen en droonvJe, al»of zij alleen was en niet onder zooveel menschen: afe zij zijn vrouw maar wart! Een verliefd glimlachje welfde haar te breeden mond. Hoe gelukkig zouden zij met elkaar zijn! Plotseling echter verstierf de glwrt- lach, de schooner makende blo» ver- met drrtalle lippen en bleek t van _._ohet was laagheid van hen, dat zij het CCCXLL ’t Was midden in den semer, als wy on» goed herinneren in het begin van Juli, dat de dames in den Haag tot de geweldige ont dekking kwamen, dat zy nog steeds hadden nagelaten haar kracht ter beschikking vah den Staat te stellen indie» dat onverhoopt noodig mocht blyken. Met een ijver, een be tere zaak waardig werdencomité’s ge»-' en kwamen de zoogenaamde urgentier tot stand. Wij namen eed loopje met fameuse gebeurtenissen sntf laadden toorn eener gemobilïseéMb vrouw m< onzen hals. Zooals het pleegt te gaan met dergelyke wild-oplaaiende vlammen, er zit weinig biy- vende energie in en zy dooven weer even snel als zy zyn ontstoken. Nadat een vier- honderdtal dames zich hadden laten regis- treeren en het oogenblik aanbrak waarop het theoretische gepraat in reeele daden moest worden omgezet, bleek de hitte reeds zeer aan het luwen te rijn. Wy vernamen niets meer van het geheele geschiedenisje, tot wy toevallig dezer dagen nog een smeu lend vonkje ontwaarden. Aanstaanden Maandag 28 October begint de urgentie-cursus voor post- en telegraaf- aspiranten. Het zyn er dertig die thans daaraan zullen deelnemen. Vier maanden nadat dus het groote vuur oplaaide, begint er in een hoekje wat te branden. Dat die termijn van vier maanden en het woord „urgentie” elkaar zonderling aanzien be hoeft wel geen betoog. Trouwens na twee jaar zag men pas een verzuim in en het is al knap als men dan vier maanden later gaat beginnen met het allereerste begin. Wy konden niet nalaten even de ontdek king die wy deden, mede te deelen. Mis schien leest de booze dame, die zooveel waar vroeger Aivoli was geweest, nu de nieuwe bierbrouwerij. l>, al» Her lijn zich verder wilde uitbreidfcn dan wa» er hier nog plaats. Veel te ver- ‘koopen.! Tot dient aan <ie Halleeche poort was het nog Temtpelhofer be zit. Maar of mloeder er ooit toe zou besluiten land te verkoopenP! Bade- kow zuchtte even. Hij keek zijn moeder van teiTaydó aan. Ook tegenover hei», van de ande re bank der brik, waar de dochter Guate zat en stehoond'ochter Greteen tusslehen haar ingekletmd dé tweelin gen Hanz en Heinz, gleden blikken naar de oude vrouw. ,XjU8te,” fluisterde Johann Hein rich’s blozende vrouw baar bleeke rtchoonzuöter in het oor: „het was een vreeslijke domheid van ons, moeder mede te nemen!” „Ate moeder wii, dan wil zij, zei Guste fluisterend en liet de mondhoe ken gaiteiijc hangen! „Dan te er niet» aan te doen, dat weet ge toch!” Het meisje haalde de schouders op en wendde on.veréehiïlïg bet hoofd at Haar matte oogen zochten en zochten: het was zoo moeilijk onder al deze wensiehen er een te ontdek ken. Maar zij zou hem wel vinden. Hij had haar irrtmers gezegd, toen zij elkaar eergisteren in den zand kuil, onder het Kreuzberglgedenktee- ken, getroffen hadden, dat hij in de ze buurt zou staan! 2) Altijd waren zij wat waterig met roode aartje» doorloopen. Hij zag er aufferig uit. De oude had gedronken. Nu, die Lengniclcs hadden bij den Tempelhofer berg genoeg geeneden. Akkersvol zand en steenon, niet weand odj bebouwo te worden, maar zij hadden 't stchitterend betaald gv kregen. f Onwillekeurig rekte de eigenaar, Johann Heinrich Badekow, zich een weinig uit, en keek naar rechte en naar link», vooruit en achteruit, als of hij overal rondtuurde naar de troe pen. Enkel vrij land nog, een enke le blanke uitgestrektheid, een rets- achtige nog te bebouwen vlakte. Slechte enkele verspreide hulzen rtonoen hier. Ginds <to groote dra- gonder-kazerne, en daar bij het be gin der chauösee aan die eene zijde het uitepanningMokaal van Deibel, de Bockberg, aan de andere zijde, der- een niet wilden toeatean. Zij ««Men, dat hij een windbuil wae wat wiaten zij er van! Omdat bij ander» wa» dan de Tempeihofer». zich Hjn kleedde, vrooli.k wa», niet lederen cent om koerde, daarom deugde hij niet. Ja, die dachten alleen aan hun akker», aan hun kudden dchapen, aan hun geld hoogöten» hoe zij paartje» in de familie flamenbrachten, opdat het geld in de familie bleet cdj had den In het geheel geen gevoel voor het hoogere. Maar hif, hij ach God, hoe zwierig kon Julia» dan- sen! Op het kraegje, waar zij hem Een blos steeg in de bleeke wan- den vorlgen winter had leeren ken-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1916 | | pagina 1