ruMS
SMITS,
imisl.
Dsttarievea
VAN TBÏ!
ip'IHKBIli ik
ti wd adres
I
ES VOOR
(EEN.
biedingen
No. 13221.
Zaterdag 21 Oètober 1916.
55e Jaargang.
behalve Zon
en
5
Uitgevers A.
Elf ZOON.
Telefoon Intere. 82.
Eerste Blad.
Feuilleton.
eedschappo
Huigen.
Buiten de Stadspoorten.
1. Gouda,
'SSING,
Courant
ntiêo kosten slechte
tbelallag:
^TievL-ws- ezx -A-d.-Trertexxt5.eT31eucL ttooe G-o-clc1sl exx OxxxstxelcezrL.
Feestdagen.
Geduldig zijn.
AA Y ZONEN
Verschijnt dagelijks
Telefoon Intere. 82.
Brieven uit de Hofstad.
uit drie
HAGENAAR.
d aan het Bureau.
3
Plotseling «titer veretierf de gltae
uwburg S n. NedeA
hij
fWordt vervolgd.)
ie. 6 u. M. JoM»
JN VAN
Keukengerei
onderdeden.
Naar het Duiteeh van
CLARA WEBIG.
Bewerkt door I. P. WEtiSELINK—
VAN H06SUM met autorisatie van de
schrijfstof.
(Naldruk verbaden.)
Dit nummer bestaat
bladen.
f 1.25
1.50
wij Is vereischt het telfvei
soms bestand zijn tegen
tend oordeel der menschen.
iU’a gesticht
urgentieraden
loopje met deie
l er de
mee op
eduldigheid over
beschikken. Hij
an. En tenslotte
tenschen niet de-
Mff afbrengen.
K.
RECHT
it 1879.)
IR 1916.
ken en stofleer»
.EN is b|j
!4. Gouda.
ijzen, prima mate*
de aan alle met’
14
in de
nieees.
15, voor elke regel
6OTD8CHE ffllRIÏT.
shening, oök
geringschat-
i Mjkt zoo ge-
makkelyk, of we lui «f niet actief, of
onverschillig, juist als we tets najagen, dat
langzaam gedijt en slecht^ langs een lan
gen weg te bereiken is. Dan hebben we niet
alleen tegen ons eigen ongeduld, maar ook
tegen onze gevoeligheid voor de meening
van anderen te strijden. Mggr wie sterk ge
noeg is, weerstaat dat wd. Hy blijft zich
langzaam haasten, ook al laadt hy daardoor
een ongerechtvaardigd verwijt op zich. Hy
a aan den weg, die
vertrouwt, dat een-
iltaat hem zal recht*
denkt aan zijn doel en
daarheen leid. En hy t
maal het behaalde result
vaardigen.
Wie wat bereiken Wil, meet geduldig kun
nen zijn en ondanks z^n
zijn volle energie blijven
moet ook vertrouwen hel
moet hem het oordeel der
ren, noch van den juizten
moedsrust en geesteskalmte nu niet alle be-
wy zen aanwezig zijn.
De nieuwe ster, doctor Nio, de Brahmaan
had ook al weer het meeste succes bij de
vrouwen, die naar wij vernamen met
hem dweepten. En ook hier viel het weer op
dat het een zeker soort vrouwen was, dat
nu eenmaal zeer ontvankelijk is voor alles
waarin een mystiek of geheimzinnig of fan
tastisch element schuilt
Het feit dat een gladde jongen het volk
bedriegt is nog niet zoo erg als het feit dat
er altijd een paar honderd menschen zyn te
vinden, die onmiddellyk bereid zyn zich te
laten bedriegen.
Wil men deze soort kwakzalverij uitroeien
dan dient ook op het zich laten bedriegen
een straf te staan. Dan eerst treft men het
kwaad in den wortel.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummerf 0.65
Elke regel meer.0-10
By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1regels f0.35 bjj vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f0.25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
Het is al een oud spreekwoord dat den
goeden raad geeft: „haast u langzaam*’. Op
het eerste gezicht lijkt in deze woorden een
tegenspraak tusschen „haasten” en „lang
zaamheid besloten te liggen. Immers dit
haasten, waartoe men wordt opgewekt,
schijnt een tegenstelling te vormen tot de
langzaamheid, die gelijkertijd wordt aange
raden. Maar voor wie begrijpen wil, is het
duidelijk, dat hier met zich haasten voort
maken bedoeld wordt en dat het langzaam
is op te vatten als kalm, bedachtzaam, rus
tig. Men moet dus voortmaken, met yver en
met volle kracht dóórwerken, maar men
moet daarby vooral niet overijld, niet ge
jaagd, niet zenuwachtig te werk gaan. Men
moet handelen na rustig overleg en gedul
dig de resultaten van zyn werk afwachten,
ten einde niet door te haastig ingrijpen te
bederven.
Deze raad schijnt als geschreven voor on-
geduldigen; al zyn er ook onder de gedul-
digen velen, die hem telkens opnieuw zich
te binnen moeten brengen. Want er is wei
nig zoo moeilyk als zich langzaam to haas
ten. De tegenstelling tusschen de twee woor
den wijst daar al op. Men kan zich haasten
en men kan langzaam te werk gaan. Maar
het juiste combineeren van die twee, dat is
het hem juist Volijverig en met volle kracht
voortmaken, zieh inspannen, trachten zijn
doel te bereiken, het begeerde nastreven met
alle middelen, waarover men beschikt en
langs alle wegen die openstaan of die men
zich vaak met veel inspanning te ontsluiten
weet, en toch daarby langzaam, dat wil zeg
gen bedachtzaam, voorzichtig, kalm en rus
tig te werken. Ziedaar de moeilykheid. En
die moeilykheid is er eene zoowel voor haas
tige, licht ontvlambare, driftige, vurige na
turen als voor bezadigde, kalme, flegmati-
tische. Want de eersten missen veelal de
kracht om langzaam te zyn; de tweeden zyn
licht geneigd zich niet te haasten, niet
voortdurend en zonder ophouden voort te
maken. Maar het zyn toch vooral de eersten,
die met het opvolgen van dezen raad, die le-
venwij a he id en levenservaring ons geven,
te worstelen hebben. En het wordt steeds
moelyker al naarmate men het nageatreef-
de te vurig begeert.
Er is voor den mensch, vooral voor den
wilakrachtigen, den werkzame», actieven,
weinig moeilijkers wellicht dan afwachten,
zonder dat'daarby de energie, zyn daad
kracht vermindert en schade lydt. Wie zich
een doel stelt in zyn leven, wie welbewust
zyn daden richt langs den zichzelf voorge-
schreven weg, aan welks einde hy het be
geerde resultaat ziet, is geneigd zonder om-
BRINKMAN 4
deelt aan haar
Gemengd Oorlogsnieuws.
In Duitschland.
H$»t onafhankelijke comité vooreen
Duitsche vrede heeft dezer dagen vol
gens de N. R. Ct. een vergadering
gehouden, waar volgens het Berliner
Tageblatt een zeer krasse toon tegen
den kanselier is aangeslagen, vooral
door Fahrmann, nationaal-liberaal af
gevaardigde naar den Pruisisohen Land
dag, de hoogleeraren Schilfer en Stahl-
berg en graaf Reventlow. Den kanse
lier went elk vertrouwen ontzegd en
graaf Reventlow merkte op, „dat mi
nister Helfferich nog gevaarlyker is
dan von Bethmann Holïweg.”
Fahrmann heeft zich tot de Ber-
lynsche pers gewend met de klacht,
dat over de vertroawelyke besprekin
gen door een der aanwezigen geklapt
is, maar spreekt de mededeelingen van
het Berliner Tageblatt niet tegen.
>b. Bouw- en
huterstondScon»»’
GAZUN VAN
CHM.
THEEËN worden
erd in verzegeld»
van vyf, n
If en een Ned. om
'melding van Nom-
Prijs, vooralen van
.aand Merk, vol-
Wet gedeponeerd.
tot de uitvoering
teerde orders aan-
d,
Z. C. BIJL,
3REEBAART U
wij geregel*
ontvaar*
TM,
M te toto
--
Drukkerij
ZOON -Gouds.
scheldwoorden over ons uitstortte, ook de
zen brief en misschien bekent ze dan wel dat
het „Holland op zyn smalst” meer in het
kringetje van urgentie-raad dan in dien be-
wusten brief van Hagenaar is te vinden
De ontmaskering van den allernieuwste»
wonderdokter in de residentie, dr. Nio, de
Brahmaan, zal den lezer wel reeds bekend
zyn. Wy hebben het twyfelachtige voorrecht
dezen knappen medicus gekend te hebben in
zyn vorige incarnatie, toen hy nog maar
half-was-journalist was aan een der Haag-
ache bladen en den meer Hollandsche dan
Brahmaanschen naam van Veenstra voerde.
Wy hebben nimmer in hem zulke geweldige
capaciteiten bespeurd of vermoed zelfs: wel
misschien eenige andere eigenschappen, die
hem in zyn nieuwe iücwïte'u» te pas konden
komen.
Enfin, dat iemand wonderdokter wordt en
meent dat hy daarin een bestaan kan vin
den, hy moet het ten slotte zelf weten.
Veel erger vinden wy het feit dat onmiddel
lyk honderden menschen erin vliegen. Zelfs
zyn er geweest met klinkenden naam
die den flater sloegen van dr. Nio, ook nadat
reeds een tipje van de geheimzinnigheid
waarin hy zich hulde was opgelicht, ie gaan
verdedigen. Wat moet men toch alle men-
schenkennis missen wanneer men in staat is
om zulke domheden te begaan. Ik kan m«
voorstellen dat iemand zich laat lijmen om
naar zoo’n wonderdokter toe te gaan: ik kan
me zelfs voorstellen, dat iemand tot de over
tuiging komt, dat die dokter hem geneest,
maar ik kan me niet voorstellen, dat iemand
zoo oer-stom is aan ’s mans praatjes zoo
veel geloof te slaan, dat hy hem nog ver
dedigt wanneer hy reeds ontmaskerd is als
een bedrieger.
Het is zonderling maar in de residentie
vinden zulke wonderdokters nog een gretig
onthaal. Er zyn er nog wel een tiental die
hier zetelen enrijk worden. Eén voor
één worden zy op den duur wel aan den
kaak gesteld, maar meestal geschiedt dit
pas wanneer zy zich een aardig fortuintje
hebben veroverd en zy dus genoegeiyk hun
domicilie kunnen weerleggen. Naast het
genre wonderdokter ia het genre waarzeg
ger en waarzegster zeer in zwang. Er zyn
er onder deze die in een groote reputatie
beziten en ook de élite onder hun geregelde
cliëtèle tellen. De meest fabelachtige verha
len doen daarvan de rondte en de meest
frappante staaltjes van de juistheid der
voorspellingen worden opgedischt. Zonder
ling was het voor uwen dienstwilligen Ha
genaar, die met tusschenpoozen van eenigs
maanden, driemaal op bezoek ging by den
meest gerenommeerden waarzegger, ten
einde straks in de krant ’s mans diepzinnigs
wijsheid te publiceeren, tot driemaal naar
huis gestuurd werd met de mededeeiing dat
de waarzegger „niets” zag. Het schijnt wel
dat wie nuchter en voor-oordeel-vry er
heen gaat altijd die kans loopt. Het valt
namelijk op dat zy altyd met belangrijke
mededeelingen thuis komen, van wier ge*
PROS VAN HET ABONNEMENT?
Per kwartaal
Idem franco per poet.
Met Geïllustreerd Zondagsblad
Idem franco per post.
Abonnementen worden
Markt 31, bij onre Agenten
kjioua tegen een lantaarnpaal ge
leund, midden in al het gedrang,
tóch nog altijd zijn, sierlijke houding
bewarend. Hij waö zoo fijn! Hij had
een hoogen hoed op, zoo guad en
blinkend, dat men er zdch in kon
spiegelen hoe ruig wuk daarbij
vergeleker. die van Johann!
Augudte ging overeind staan in het
ri'tuig; zij wilde hem wenken, toe
knikken, hij mioeet haar toch zian,
zij zag heüï toch over zoovele hooi
den, over de dichte rijen der in twee
gelederey opgefltelde fabrieksarbeiders
heen. Zij ging op afe teenen Maan,
zij vergat geheel en al, dat zij hem
voor haar bloedverwanten geen tee-
ken mocht geven: „Pet!'1
Daar «tak de oude vrouw Bade-
kow, ale tot nu toe geheel rustig
had gezeten, öenijnbaar geheel onver
schillig, de handen gevouwen in dien
schoot van het rouwkleed, een dezer
in awart garen handschoenen gestoken
uit: „Guste, ga zitten!” En toen de
coochter. het niet hoorde, of niet wil
de hooren, bleef de kalme toon wel
hetzelfde, maar de zwarte hand kwam
nader: ,,Ga je zitten?!”
AuguSte ging zitten. Nu had moe
der hem ook gezien. Haar boenen
waren verlamd van atehrik.
De anderen hadden den reiziger in
sigaren ook opgsmerkt.
zien, zonder ophouden voort te gaan tot aan
het einde dat hy zoekt Ieder oponthoud,
elk oogenblik, dat hem geen stap verder
brengt, verdriet hem en" is licht in staat
hem te ontmoedigen. Zyn begeerte verzet
zich en allicht komt hy er toe, toch maar
voort te gaan, ofschoon de omstandigheden
stilstaan en afwachten gebieden. De belofte
der toekomst wenkt hem en hy voelt zyn
kracht nog groot en sterk genoeg. Waarom
dan die kracht en den yver de teugel aan te
leggen Waarom niet te begrijpen, wat
binnen zyn bereik ligt
Maar zyn haastigheid doet hem dikwijls
mistasten, erger nog, brengt hem zoo dik-
wyls van den juisten weg af of doet hem
door eigen overijling bederven, wat hij al
reeds tot stand had gebracht ter bereiking
van het begeerde doel. Het leven eischt nu
eenmaal telkens weer afwachten, het eischt
geduld, het eischt een zich langzaam en be
dachtzaam haasten. Wat goed is, gedyt im
mers slechts langzaam. En het is dwaas
vruchten te willen plukken, als de eerste zo
merzon die vruchten doet blozen. Men moet
ze langzaam riipen laten, totdat het uur
van den oogst geslagen heeft. Dan heeft
men dikwyis slechts de hand uit te steken
naar de takken, waarvan de rijpe vruchten
vanzelven loslaten.
De natuur zelve leert het ons immers en
overal waar we rondzien in het menschen-
leven vinden we deze les bevestigd. Wie
oogsten wil, moet beginnen den grond om
te ploegen en te bewerken, dan kan hy
zaaien. Maar op dit zaaien volgt eerst na
langen tyd het plukken van de vrucht In
dien tuschentyd moet men niet met de han
den over elkaar gaan zitten, maar moet men
den akker wieden en schoonhouden. Men
moet werken, ook als men wacht. En dat
juist kunnen maar weinigen. Het is, zegt
men vaak, hollen of stilstaan. Maar zoo is
het ook by velen: werken of iydzaam-pas-
sief zyn. Men moet echter ook werkzaam
kunnen afwachten. Dat wil zeggen, men
moet, zonder dadelyk te willen oogsten, toch
kunnen voortmaken en zyn energie niet la
ten verslappen, wanneer men te wachten
heeft. Men moet geduldig kunnen wezen,
zonder daarom nog de boel op zyn beloop te
laten.
Ons ongeduld bederft zooveel. Het doet
ons toetasten voor nog de vrucht ten volle
gerijpt is en vernietigend ingrijpen in zoo
menig wordingsproces. Dat moeten we zien
af te leeren. Wanneer we hebben voorbereid
en hebben gedaan wat we doen konden, moe
ten we kunnen afwachten. Maar niettemin
moeten we ook onder dat afwachten be?ig
biyven. Want maar zelden kunnen we daar
by geheel passief zyn. We moeten ons lang
zaam biyven haasten; rustig, hetzy door
doen of laten, blyven voortwerken aan het
doel, dat we nastreven. Alleen zoo kunnen
we zeker zyn van het gehoopte resultaat.
Dat afwachten, het zich langzaam haas
ten ook, is ongetwyfeld voor het eene werk
veel moeiiyker da» voor het andere. Dik-
uea, bi, Streita in de Haoenheid©
had hij alle ntetojee betooverd-.
Hij wus retelgvr voor een groote
sigarenzaak en praten kon hij.
leder gaf hij complimenten, maar
haar, haar alleen had hij werkelijk
onderecheiden.Hij had zijn hart bi,
den eersten blik aan haar verloren.
En zij zou hem toeh trouwen, wat
ze ook zei den f Eigenzinnig etaar.ien
Auguste’» doffe oogen voor zich uit.
Johann behoefde zich volstrekt niet
zoo te gedragen, hij zou haar huwe
lijksgift niet verkwisten, hij zot het
gdd in een sigarenzaak steken en
met zijn bekwaamheir. zou de zaak
wat goed gaan. Zij behoefden geen
angst te hebben! Augude wierp het
hoofd achterover. Haar eigenzinnige
blik vestigde zieh een ondeelbaar oo-
genblik op haar moeder: al wenschte
zij haar ook nog een lang leven toe,
zij was toch reed» bij de zeventig, zij,
de kinderen, erfr.'en aller, nog een
mooi stuk geld. En trouwde naar
Juliud, ging het niet goedschik», dan
het bledke meisje zuchtte, en
kiemde haAr, ondank» de warmte,
klairtme, koude handen in elkaar, als
om door dezen voelbaren druk haar
eigen wil te versterken dan.
ha, daar wM hij!
AuguMe'» blik wa» Biecht» vluch
tig lang» haar moeder gegleden, hij
wa» weer aljgedwaald, verstrooid', al
het andere overetend, slechte naar
den eene uitzlende. En nu had zi;'
hem gevonden. Daar stono' hij, ach-
dagelijks aangenomen aan ons Bureau
ten, den Boekhandel en de Postkantoren.
nnplaren van haar
Itje van de Nieuwe
or uitreiking be-
diween, mei amaue nyp>cii
keek het genruelijk gezicht
wagen naar beneden:
Rusland en de Duitsche vredes-
propanganda.
Een „Reuter”-telegram uit Londen
meldt
De „Morning Post” schryft naar
aanleiding van de Rassischen tegen
spraak op het bericht als zou Rusland
een afzonderlijken vrede met Duitaoh-
land willen sluiten en daarover onder
handelen
„Deze verklaring is niet af gelegd
om de geallieerden gerust te stellen,
maar om de bedriegelyke .verhalen
welke Duitschland onder de neutralen
in omloop brengt te niet te doen.
De geallieerde mogendheden hébben
volmaakt vertrouwen in aicbzelven
en in elkander, een vertrouwen, dat
steunt op wederzijdschen trouw en
ger. van Auguste Bactekow: en> daar
bij had hij de bloeöeuite, welke de
acasiaiboomi, die zoo ondermijnd in
het zand stond, dat zij op zijn uit
stekende wortel» konden zitten, op
haar neer had geetrooid uit haar ha-
ren genomen en haar herhaaldelijk
gekust. Nu nog voer een huivering
door haar heen, ate zij er aandacht.
Zulk een best knap mowdhl Augus
te sloot half haar oogen en droonvJe,
al»of zij alleen was en niet onder
zooveel menschen: afe zij zijn vrouw
maar wart! Een verliefd glimlachje
welfde haar te breeden mond. Hoe
gelukkig zouden zij met elkaar zijn!
Plotseling echter verstierf de glwrt-
lach, de schooner makende blo» ver-
met drrtalle lippen en bleek
t van
_._ohet was
laagheid van hen, dat zij het
CCCXLL
’t Was midden in den semer, als wy on»
goed herinneren in het begin van Juli, dat
de dames in den Haag tot de geweldige ont
dekking kwamen, dat zy nog steeds hadden
nagelaten haar kracht ter beschikking vah
den Staat te stellen indie» dat onverhoopt
noodig mocht blyken. Met een ijver, een be
tere zaak waardig werdencomité’s ge»-'
en kwamen de zoogenaamde urgentier
tot stand. Wij namen eed loopje met
fameuse gebeurtenissen sntf laadden
toorn eener gemobilïseéMb vrouw m<
onzen hals.
Zooals het pleegt te gaan met dergelyke
wild-oplaaiende vlammen, er zit weinig biy-
vende energie in en zy dooven weer even
snel als zy zyn ontstoken. Nadat een vier-
honderdtal dames zich hadden laten regis-
treeren en het oogenblik aanbrak waarop
het theoretische gepraat in reeele daden
moest worden omgezet, bleek de hitte reeds
zeer aan het luwen te rijn. Wy vernamen
niets meer van het geheele geschiedenisje,
tot wy toevallig dezer dagen nog een smeu
lend vonkje ontwaarden.
Aanstaanden Maandag 28 October begint
de urgentie-cursus voor post- en telegraaf-
aspiranten. Het zyn er dertig die thans
daaraan zullen deelnemen. Vier maanden
nadat dus het groote vuur oplaaide, begint
er in een hoekje wat te branden. Dat die
termijn van vier maanden en het woord
„urgentie” elkaar zonderling aanzien be
hoeft wel geen betoog. Trouwens na twee
jaar zag men pas een verzuim in en het is
al knap als men dan vier maanden later
gaat beginnen met het allereerste begin.
Wy konden niet nalaten even de ontdek
king die wy deden, mede te deelen. Mis
schien leest de booze dame, die zooveel
waar vroeger Aivoli was geweest, nu
de nieuwe bierbrouwerij. l>, al» Her
lijn zich verder wilde uitbreidfcn dan
wa» er hier nog plaats. Veel te ver-
‘koopen.! Tot dient aan <ie Halleeche
poort was het nog Temtpelhofer be
zit.
Maar of mloeder er ooit toe zou
besluiten land te verkoopenP! Bade-
kow zuchtte even. Hij keek zijn
moeder van teiTaydó aan.
Ook tegenover hei», van de ande
re bank der brik, waar de dochter
Guate zat en stehoond'ochter Greteen
tusslehen haar ingekletmd dé tweelin
gen Hanz en Heinz, gleden blikken
naar de oude vrouw.
,XjU8te,” fluisterde Johann Hein
rich’s blozende vrouw baar bleeke
rtchoonzuöter in het oor: „het was
een vreeslijke domheid van ons,
moeder mede te nemen!”
„Ate moeder wii, dan wil zij, zei
Guste fluisterend en liet de mondhoe
ken gaiteiijc hangen! „Dan te er
niet» aan te doen, dat weet ge toch!”
Het meisje haalde de schouders op
en wendde on.veréehiïlïg bet hoofd
at Haar matte oogen zochten en
zochten: het was zoo moeilijk onder
al deze wensiehen er een te ontdek
ken. Maar zij zou hem wel vinden.
Hij had haar irrtmers gezegd, toen
zij elkaar eergisteren in den zand
kuil, onder het Kreuzberglgedenktee-
ken, getroffen hadden, dat hij in de
ze buurt zou staan!
2)
Altijd waren zij wat waterig met
roode aartje» doorloopen. Hij zag er
aufferig uit. De oude had gedronken.
Nu, die Lengniclcs hadden bij den
Tempelhofer berg genoeg geeneden.
Akkersvol zand en steenon, niet
weand odj bebouwo te worden, maar
zij hadden 't stchitterend betaald gv
kregen. f
Onwillekeurig rekte de eigenaar,
Johann Heinrich Badekow, zich een
weinig uit, en keek naar rechte en
naar link», vooruit en achteruit, als
of hij overal rondtuurde naar de troe
pen. Enkel vrij land nog, een enke
le blanke uitgestrektheid, een rets-
achtige nog te bebouwen vlakte.
Slechte enkele verspreide hulzen
rtonoen hier. Ginds <to groote dra-
gonder-kazerne, en daar bij het be
gin der chauösee aan die eene zijde
het uitepanningMokaal van Deibel,
de Bockberg, aan de andere zijde,
der-
een
niet
wilden toeatean. Zij ««Men, dat hij
een windbuil wae wat wiaten zij
er van! Omdat bij ander» wa» dan
de Tempeihofer». zich Hjn kleedde,
vrooli.k wa», niet lederen cent om
koerde, daarom deugde hij niet. Ja,
die dachten alleen aan hun akker»,
aan hun kudden dchapen, aan hun
geld hoogöten» hoe zij paartje» in
de familie flamenbrachten, opdat het
geld in de familie bleet cdj had
den In het geheel geen gevoel voor
het hoogere. Maar hif, hij ach
God, hoe zwierig kon Julia» dan-
sen! Op het kraegje, waar zij hem
Een blos steeg in de bleeke wan- den vorlgen winter had leeren ken-