ruMS
•.w n
ip 'I Wil I Mn
GARIJN VAM
IAAY ZONEN
CHEM.
I
iwd adres
>CH
No. 13245.
Telefoon Interc. 82.
Eerste Blad.
lENlII
Feuilleton.
I
fl
4
i onderdeden,
reed schap pel
rktuigen.
i Conversatie,
spondentio.
LAFEBER,
Meeh M. 0.
RECHT
Biiten de Stadspoorten.
Telefoon Interc. 82.
Bekond vu Arbeidskracht.
musukusua
•rdam.
SSING,
Brieven uit de Hofstad.
w JF‘-
Zaterdag 18. November 1010. 65e Jaargang.
fiOUDSCHE COURANT.
XTle-vx-ws- ezx ^.d.Trertezxtï.elDleu<9L voor Q-ou.d^ ezx Qaacxstr elcexx.
Verschijnt dagelijks behalve Zon- ffli Feestdagen.
Uitgever» A. BRIIXMÓ BT ZOOI. j
,Aoht iMT,
rWordt T«rrol<kL)
IJN VAN
Keuke
voegde JujliuS Tasohke zich in zijn
iot.
i
I
m wti
leertea.
Drukkerij
A ZOON -
- GOUDA.
daarom, haar niet
aar te behouden.
c ernstig ieta wil-
grooter
deur. De
a Genoeg». 8 ui
edenvergadering
t 1.Ï5
1-50
Near hei Duitech van
CLARA VTEBIG.
Bewerkt door I. P. WEEÖELLNK-
VAN B068UM met autorisatie van de
schrijfster.
(Nadruk verboden.)
I Genoegen, 8 uoj
en Beëindiging1 Bil
tconcour».
Genoegen, 7%
or kinderen van
jtedt.
Schouwburg. 8
De Bruiloft
I THEEËN worden
erd in verzegelde
van vyf, iwee ea
if en een Ned. ene
rmelding van Nom-
i'Prija, vooralen vu
taand Merk, vob
e Wet gedepon
tot de nitvo
eeerde ordete
ld,
J. O. BIJL,
BREEBAART Ia
PRIJS VAN HJtT ABONNEMENT:
Per kwartaal
Idem franco per post.
Met Geïllustreerd Zondagsblad
Idem franco per post.
Abonnementen worden
Markt 31, bjj onze Agenten
Als kind leerden we het al, „alles waar,
het woordje „te” Wf staat, behalve tehuis
en tevreden, is verkeerd." Dat weten we
dus wel en al sinds lang. Maar de groote
moeilijkheid is, precies te weten waar'we
dat woordje te zetten hebben, waar het ge
noeg ophoudt en het te veel begint, altijd,
voor zich zelf uit te maken, waar de maat
overschreden wordt Want om dat maat;
houden is het toch ten slotte maar te doen.!
En die maat vinden we het moeilijkst,
wanneer het ieta betreft, dat op zich zelf
goed is en alleen door overschrijding van de
juiste maat verkeerd wordt. Want al we
ten we het heel goed en zeggen we het.
elkaar uit den treure na, dat men ook van
het goede teveel kan hebben, we kunnen
die wijsheid in ons leven nog maar moeilijk:
in toepassing brengen en moeten daardoor
veelal met schade en schande gewaar wor
den, dat alle overdrijving schaadt. Toch is
het noodzakelijk ook in dit op zich zelf goe
de maat te vinden en de grens, waar het
door overdrijving in het kwade overgaat.
En die noodzakelijkheid klemt te meer
naarmate de overdrijving ons leven te ern
stiger sohaadt. Overal, waar ons levensbe
lang, ons levensgeluk op het spel staat,
waar ons doen en laten op het aanztea van
ons gansche leven, op den vorm en ’_C
fenlcbrtd vw Art fet w»
bralt «|jn op to trekken, een rechtstreek-
schen invloed heeft, moeten we ons van dat
doen en laten te ernstiger rekenschap ge
ven en te nauwlettender toezien, dat het
niet op zich zelf goed en nuttig z|j, maar
ook in den juisten maat blijve, die het voor
overschrijding van de grenzen van dat
goede en nuttige bewaart
We weten allen dat arbeid nuttig en
noodig is, dat we alleen door dien arbeid
iets bereiken kunnen in ons leven, maar ook
dat het arbeiden op ons gansche wezen een
goeden, een verfrisschenden en veredelen
den invloed oefent Wanneer we dus werken
ter voorziening in ons levensonderhoud, ter
bereiking van ons levensdoel of tot hulp
van anderen, weten we over ’t algemeen
goed te doen. Waar nu die arbeid ons nader
brengt aan wat we trachten te bereiken en
we het arbeiden daarenboven als iets goeds
waardeeren, komen we er gemakkeljjk too,
zooveel mogeljjk te arbeiden, zonder er ons
altjjd voldoende rekenschap van te geven,
dat to voel arbeid schaadt en dat we dus
hier en hier vooral, ons voor overschrijden
van de maat angstvallig hebben te hoeden.
Die schade openbaart zich rechtstreeks
naar twee kanten, ten opzichte van ons zel-
beid ook meer van hun krachten dan de
lichamelijke arbeid van anderen en is veelal
hun leven ongezonder. Hun zenuwgestel
wordt gemakkelijk aangetast, waarbij dan
niet alleen hun arbeidskracht, maar ook <MB-
middelüjk hun gezondheid schade lijdt.
Naast het teveel aak arbeid en de soort
arbeid, die men verricht, hooft ongetwijfeld
ook de wijze, waarop men werkt, vod in
vloed. Het gejaagde, het zenuwachtige wer
ken, dat onze tijd kenmerkt, werkt uitput
tend en vernietigt sneller nog daa heft te
langdurig arbeiden onze arbeidskracht.
Daarvoor hebben we ons dus vooral to hoe
den. Steeds weer hebben we ons er reken
schap van te geven, dat het niet op dit
oogenblik aankomt, maar dat alleen hot
doorgezette arbeiden ons nader kan bren
gen aan ons doel, dat alleen de volharding
ons tot de overwinning bréngt Wanneer
we dat begrijpen, zullen we onze arbeids
kracht sparen, want niet het gebruik ervan,
maar het juiste gebruik brengt zijn nut. We
moeten haar oeconomiaeh aanwenden. En
het eerste vereischta
op te gebruiken, maa
Wanneer we werkt,
len, moet de zorg voor het behoud onzer
arbeidskracht een onoer voortdurende be
kommeringen zjjn.
liede meubelen
>elen, Kaften,
erijeti, Theeta-
jlameublemen-
>eluch, Boeken-
foons onbesla*
tellen, Kapok*
pkamermeube*
e spotgoedkoop,
erstoelen vanaf
f20.-, Stil-
reis f 5.50, f710
20
:en en atoffeena
EN ia bq
4. 4. Gouda.
sen, prima mate-
ie aan alle met-
ven en ten opzichte van ons werk. Want te
veel arbeid teert onze arbeidskracht op,
maakt, dat ons vermogen om te arbeiden
kleiner wordt ,maar het doet ook het resul
taat van onzen arbeid minder goed worden,
dan wanneer we zonder overschrijding van
de juiste maat daaraan gewerkt hadden.
Het is immers niet waar, dat ieder volgend
uur arbeid eenzelfde uitkomst oplevert.
Naarmate we langer doorwerken en dit
geldt vooral van intellectuelen arbeid
wordt die uitkomst geringer. Maar boven
dien verslijt ons arbeidsvermogen evenals
een machine, dié te veel gebruikt wordt,
wanneer we niet voor tijdige rust en afwis
seling zorgen.
Het overschrijden van de juiste maat bjj
het werk «schaadt ons dus onmiddell(jk en
in de toekomst. En met het oog daarop heb
ben we nauwkeurig op te letten, dat dat
overschrijden niet plaats heeft, hebben we
ons dus voor een te veel aan ijver te be
hoeden en voor rust en afwisseling te zor
gen, zoowel door het aantal dageljjksche
arbeidsuren niet te ruim te nemen als door
eens óf meermalen per jaar een vacantie-
tijd af te zonderen.
De moeilijkheid zit hem natuurlijk ook
hier weer in de juiste bepaling. Waar gaat
het genoeg in het teveel over? Dat moeten
we natuurlijk aan ons eigen licham, ons
zenuwgestel en daarnaast aan de hoeda
nigheid van onzen arbeid gewaar worden.
Wij moeten voelen, hoever we gaan kun
nen, want dat is voor ieder mensch verschil
lend en we moeten ook aan het resultaat
of onze arbeidskracht nog frisch genoeg is,
om met succes aangewend te worden. Langs
v- dien weg zullen we het beste werk kunnen o
>p den vorm en de hoo-j leveren en zullen we ons arbeidsvermogen, wordt fail
levenagebouw, dat woj hel Mjpliongeschonden bewaren. En voor-
-u op laatste komt het immers in ons
leven aan. Want het komt er meestal niet
op aan met een enkelen geestdriftigen
stormloop in een plotseling élan een loop
graaf van den vijand te veroveren, maar
door stage en doorzettende arbeid, door
taaie wilskracht en volharding het doel te
bereiken, dat we zoo lang mogeljjk de volle
beschikking over al onze arbeidskracht
noodig. Die arbeidskracht moeten we ver
zorgen als een kostbaar gereedschap. We
moeten haar zopveel mogelijk nog zien te
vergrooten en aan te kweeken, omdat het
het waardevolste is, dat we bezitten in den
strijd van het leven. En we kunnen dat door
nooit te veel van die kracht te vergen, maar
daarnaast ook onzen geest en ons lichaam
zoo gezond en frisch en opgewekt mogeljjk
te houden.
Vooral menschen, die intellectueelen ar
beid verrichten en die een zittend leven heb
ben, moeten die zorg vor het behoud van
eigen arbeidskracht minutieus en nauwlet
tend doen geschieden. Want zjj worden het
minst duidelijk door den toestand van hun
eigen lichaam gewaarschuwd, wanneer de
maat overschreden wordt en de arbeid te
lang duurt. Maar bovendien vergt hun ar-
CCC'XLV.
l.augoAU>i maar Mar (lu wij
den winter tegemoet Ma zoete dag
uil in een .bile harinoerlng aan den
vervlogen eotuer; jprt danKbaarheta
j aanvaartjjUU. watao wijlui
u.Meidende van dao zachtheid in de
zen tijd van het jaar. De hoop, dat
wij een kwakkel-winter zullen krij
gen, te wel algemeen. Er hangt hed
veel van af ot céze winter een streng
heerschap dan wel een inaldte vriend
zal zijn. Hoe langer de ellendige oor
log duurt, hoe moedlijker het gaat
•met de distributie van onze levens
middelen en niets zou op dit Oogen
blik meer onaangenaam zijn dan een
strenge vorst, die het verkeer te wa
ter bemoeilijkte of ónmogelijk maak
te Een hransch tfpreekwoo^d zegt dat
voor het geschoren Schaap de wind
gematigd wordt. Hopen wij dat voor
ont land, dut zoo zoetjes aan een
kaalgeschoren schaap begint te wor
den. Er wordt hard gewerkt in den
Haag om van daar uit het geheele
land voortdurend de benoodigde le-
vemmidüöien te verschaffen. Njoeilij-
ker en moeilijker wordt het echter,
en steeds strenger zijn de dtochen, die
aan het beleid' der difttrtbutie-conxmm-
siee worden gesteld. Helaas beginnen
de Kamerleden zich nu juist uit de
commissie® terug te trekken, terwiji
70H
o io
worden deze tegen twee berekend,
n 1—5 regels f0.35 by vooruit-
ames f0 25 per regel.
ruimte.
26)
Hij streelde haar wang.
Zij liet hem kalm streelen, maar
geen lachje verhelderde haar gelaat,
het bleef heel ernstig. „Acht jaar,"
zeidle zij met een fijn stemmetje. Ook
dat klonk als het piepen eemer. muis.
Zeer zeker was het kind niet liet,
bijna «omber met het oude gericht.
Paschke maakte dat wegkwam, de
dm honeten vlogen hem naar de bee-
nen.
En daarna hadden Ida Lietzow en
Mj elkaar tot heden niet meer ge
zien.
Hij had haar wei getzien, toen hij
rijn vrouw buiten voor het hek der
kerk f* het rijtuig hielp.
En ook het vurig branden harer
oogen opgenerkt. Voor den drom-
mei ja, ate htf dte hedenavond in rijn
armen zou kunnen houden, dht zou
toch wat ander» rijn dan Auguste twn
Badefcow. Maar het kon na eenmaal weh<
niet anccrt. Met o® $uchl vlee
OOK ver^wveu, <lai aj in hot gdied
geen uiM Mul,... Muner urownwu
QuogM veroaaad geween, toen a, ruui
gevraagd: „Nu wat geelt gijuwituch
ter meuVf In hagelend vu hei ile
gewoonte dat de bruigom voor ailee
zorgde nu, dat mwht aoo zijn,
maar dat Paul ook het ünnengoeu
moa aanachaften, laken, en aióo-
pen, hemden en broeken voor zip.
bruid, dat wee toch Merk. Aid de
sieraden er niet waren geweest, do
brilllanlen knoppen, weike Elhei 1B
de oom droeg, haar gouden ket
ting, haar snoer van parelen, en de
vele armbanden, dan zou men wer
kelijk gwlacbt hebben, dat haar va
der in het geheet niets bezat. Maar
zoo......
Kieke Lengniek hield haar teleur
stelling verborgen Ma» zeggen, zij
zoudm aleehtr leedvermaak hebben!
Hei gevoel, door velen in hei dorp
met onvriendelijke oogen te worden
aangezien, gal Kieke Mee* de kracht
haar hoofd hoog te houder.. Zoo wae
zij ook indertijd achter de lijkbaar
van haar nas gegaad,, met denklei-
nen Paul aan de hand. De jongen
had geschreid uit angst voor den
zwarten wagen, uit angst voor de
zwarte mannen, oie vader uit huls
baalden. De weduwe, had de koude,
bevende kinderhand vaat In de hare
gertukt, dat was het, eenige toeken
van ontroering geweest. Lengniek za
liger had gedronken, hij was naar
den hooizolder gekropen, om boven
dagelijks aangenomen aan ons Bureau:
ten, den Boekhandel en de Postkantoren.
<)p. Ja dat was nu
van
opstoken. De kroon was zoo zwaar,
dat rij bet hoofd bood. En nu k we in
die kram» er nog boven op. Z,ij was
niet van frisch groen, in Tempelhof
hing njen de bruidukraneen op achter
in een lijnt boven de «ota in de
goede kamer. Het waren kunstbloe
men en groen, dikke zware knoppen
uit stof vervaardigd, met wa« beetre-
kenken, welke vrouw Lengniek vast
op haar hoofd drukte. Zij had geen
zachte hand. Maar de bruid1 zag er
lief uit, dot zag zelfs Kieke heden.
Gii teren wae het eindelijk in orde ge
komen: de Engeleche bouwtnaatöchap-
pij had haar aangrenzende akkers ge
kocht. De negentig duizend talere,
welke zij had geëtocht, had zij gekre
gen. Dat wm nog een» zaken doen!
Den geherien nacht had zij ato het
ware in koorts getogenvoor haar
oogen rokten de talerstukkeh, inbaar
ooren rttochten de bankbiljetten.
Zoo schitterend had nog ntotriand
in Tempelhof verkocht en zou ook
niemand ooit meer verkoopdn.
Daarom moert zij zich de Schoon
dochter laten welgevallen. Die wak
ook een heel goed zacht metoje, die
ivendien van niete venrtanc. had,
5 Lengniek, zou ató te voren, de
■oon blijven, die het bevel voor
al woonde rij ook achter en de
jdui voor.
Meddi der.die geringöchatting lag in
- glimlach, waarmede de schoon
moeder op de fitehoondioehter neerzag,
terwille der akkerai, zou zij haar
Twee dagen na Auguete Badekow
trouwde Paul Lengniek. iwee huwe
lijken van beteekento in zoo korten
tijd, dat was een gebeurtenis voor
Tempelhof. De eerste bruiloft wa«de
grootLte, de Lengnicks hadden niet
zooveel familie; maar bij den twee
den bruiloft wag de bruid flehooner.
In de donkere, Lage woonkamer
van Kieke Lengniek werd <H bnid
getooid-. Daar woest de jonge .trouw
ook wogen, totdat de villa gereed
wae, welke Paul voor haar wilde
bouwen op het stuk van. het ert er
vlak naast Met den zomer zou het
nieuwe huis mtofichien reed® gereed
zjjn, tot zoolang moert zij zich tevre
den «tellen met het oude Lengniek
ache, Lage huis. De moeder had het
voor hen ingeruimd. Zij zelf trok
zich in het achtergebouw terug; waar
- beneden de wartrtteukeB was en bo
ven de voorraactokftmerö.
Kieke Lengniek zette (I® jonge bruic,
die geen moeder, geen, zuster en geen
vriendin had, den bruidBkranx op,
zooal - gebruikelijk wa®, zou die naai- boven<
Bier, die voor ir*Srt-'i’ompelhof work- I Rjoke
te, 4e bnHd kappfB, «*r Elhei wak pereoe
er voer twoggiertirtkL. Zij wist, feilde, al
de tijd voorbi.' wMrt, waerln zij MTjonge!
mooie haar loe ken *ocen. Al» gou- I Med
inea hlr^r het roaMn haar I den
n. nasar uit wilde zij het I moede
k het-afe een gladde kroon I tei
langer met een bot
ale seconden maakt
dend met een Sue-
naoherp. Ook voor
imenten. Proa 11.80
rma A. jQUANT,
Dit nummer bestaat uit drie
bladen.
zijn roee uit te atapen, daar wwhü
algevallen, zijn nek had hij georo-
keni maar dat had zij aan niemand
gezegd. De anme lengniek, hij had
op de ladder een beroerte gekregen,
;uti toen hjj hooi voor het veewil-
'g nw!*!* W<U* alÜ^ 100 vtt^lg
De oogen der vrouw knipten ook
heden ni« Zij nam ieder afzonder
lijk heet nauwkeuitg in de kerk op,
en geen der gapende gezichten ont
ging haar.
Nu verheugde vrouw Lengniek zich
looh. raj zag, .hst r> bruid zeer werd
bewonderd. Haar Scherp oor ving elk
verrukt ,.Ah’ op. Je dm was --
haar dohoomtochter, da vrouw
haar Paul.
Het bruiloftmaal had niet, zooala
bij de Badekow» in cd eigen woning
plaat»; hot wa» Pain daar niet mooi
gmoeg- Mieter Browu bad voorgn-
Z. -'“‘•'b rtaar daar ver-
kracrtMadl« tegen,
r?f.rn^Oln W1WB °°k
vieren bulten Tempelhof. Men kwam
overeen naar Kinkebusoh te gun
8e»r «en, feestzaal, welk»
den decorateur versierd wae. De be-
roo<tertof
tWriaadas SangeOractn
fc»dgX^.‘“np,on* “n p,a-
gaug vun zassn. Herhaaliteiijk komen
out gevallen ter oore die zoozeer het
vertrouwen schokken in de deugde
lijkheid van den arbeid dat wij wel
aan het wankelen moesten gaan.
Wij hébben nooit vert vertrouwen
gehot, in het taient van de ambtena
ren: meermalen hebben wij hun te-
Kortkomingen scherp gelaakt. In den
loop der. crisisjaren is het er niet be
ter op geworden. Jndien er iete ge
weest to waarin wij on® vergist heb
ben, dan te het wei de menttditeit
van de ambtenaren geweert. Wij heb
ben steeds weer vertrouwen gehad
dat zij door de zware beproevingen
waaraan ons land is blootgesteld, zou
den trachten zich boven de engheid
van hun kieinaateligheid uit te wer
ken, om met broeder blik de regee
rt ngrtaak te beschouwen,. Helaas te
dit niet geschied. Zij staren zich nog
steecs blima op hun paperaswen-rom-
mel en gaan nog steeds op in hun
bureaucratisichen sleur.
Hopen wij dat onze pessimtetisehe
beschouwing door die werkelijkheid) zal
worden gelogensiraït!
Nog even weer ieta over den.....
urgentie-raad. Sedert wij door dames
daarvan worden achtervolgd omdat
het haar niet aangenaam te dat wij
een loopje namen met haar werk,
kunnen wij op onze beurt niet nala
ten dit te controtoeren. De <itMne®-
trtun hoeft gereden en die cursus ia
du* eindelijk atgeloopen.
l>e currtte voor de poeterijen aou
wordtth bijgiewoond door 28 dam».
De eeretc les zag slechts elf dian*>s
bijeen; op <Je tweede verscheen nog
een twaalfde. Men ziet hoe wij toch
wel gelijk hadden, toen wij schreven
dat bij het trage tempo waaraan de
raad werkte, de gloed moest afkoe-
len. We hebben dat voorspeld omdrit
wij weten wat de Haageche dametje»
waard rijn ate het er op aan komt.
We schreven dat reeds in Juni en
nu is het on® men vergevo on®
dit leedvermaak oen voldoening te
moeten conMaU-eron dat wij den ijver
van al Me damaa- weten te texroren
op de ware waarde. Het i® nu een
maal zóó en niet andere. Zoodta er
niet meer aan den weg getimmerd
wordt, luwt aile ijver «norm.
En dit bleek ook nu weer.
HAf»AAK.
UIT HET LEVEN VAN EEN VELD*
PREDIKER BU HET LEGER
TE VELDE.
OVU1I.
Ik had eene ontmoeting, die mij
nog niet tebeurt wa® gevallen. Up
PRIJS DER ADl|ERTÉNTIËN:
Van 1—5 gewone regelz met bewijsnummer.
Elke regel meer
By drie achtereenvolgende plaatsingen
Dienstaanbiedingen per plaatsing v|
betaling, elke regel meer 6 ets. Red
Groote letters en randen naar plaats
X-J (ie toertand ingewikkelder en nrteii*|
ger wordt. Den opzet van het stel
sel om Kamerleden in aanraking to
brengen met de ingewikkelde distri
butie, achten wij onvoorwaardeii.k
góed. Het we® in de l'weeoO Kamer
een bijna onJioudibaron toertanioi ge
worden. Van de Tluitenwaoht hoornen
de leden allerhï bijtonderhiMien en
verkeerdheden van het miuteterieei-
en ambteiijk werk. Zij kwamen met
hun tttkwdjte onjuiste, halt-juiste of I
overdreven klachten, in de Kamer,
gingen den Minister te lijf en «toch
ten van Item) dat hij onmiddieilijk een
preciese uiteenzetting van al dierge
lijke gevallen zou geven. Toon na
men de Kamerleden deel aan het
werk en zij leerden van nabij de
zware taak krttoen. Een tijdlang heeft
dit zijn invloed doen gelden in de
Kajuer-dtecusaiew; er werd wel een®
den draak gestoken met den ininte-
ter van aardappelen, v<h vterti, van
groenten en deigeiijke, maar het wae
een feit, dat er een betere verstand-;
houding bleek ontstaan te zijn Ute -
schen hen en den, Minteter op wien i
do reuzentaak rustte.
Nu trekken de leden zich terug,
zonder dat zij uitéénzetten, waarom
zij dit doen. Belooft dat zwijgen o«i«
strake een uitvoerige discussie bij de j
begroeting eu moet dan herhaald wor
den, wat wij vroeger hebben beieefd?
Wij kunnen begrijpen, dat de Ka
merleden liever vrij rijn in hun oor-
deetaripraning over de daden van het
dirtrtuutlAMnliiitoterie maar had het dan.
uitfluitend nadoel dat zij in nauwer
contact kwamen met het pNictteche
werk?
De moeilijkheden worden
en de winter staat voor Jp
greep waarin ons land op econountech
gebied, wordt gevat, wordt al krach
tiger en krachtiger, t ia bijkans pijn
lijk hoe van alle zijden de bedrei -
ging van onze belangen grooter
wordt. Ware het met het oog daar
op niet van gewicht geweest, dat de
Kamerleden vooral zij die over
tijd en werkkracht beschikken dl-
ligent bleven? De levendmdddelen-voor-
zacnkng blijve in vredesnaam uit de
politiek en dé politiek blijve uit de
leveitemdddelen-voorziening. i Helnlaa
schijnt dit niet het geval te zijn.
En nógmaate: de winter rtaat voor
de dour. Is/ in one land1 de winter-
campagne op economteeh gebied vol
doende voorbereid? Wij zijn altijd ge
neigd geweest, welwillend te zijn te
genover hen, die zich inspanden om
de groote taak op zich te nemen en
te volvoeren. Maar wij zija op dit
oogenblik niet zonder angst over den