Bureau.
Het Vredesaanbod der Centralen.
s
fam,
i
woning,
hi
1'1
in
II
I I
f liM
■FrH
nin
ll
NW,
CH
Woensdag 18 'December 1916.
55e Jaargang
behalve Zon-
DEMAN,
:in
1
Feuilleton.
Conversatie.
ondentie
Gouda.
Buiten de Stadspoorten.
IFEBER,
loh M. O. C*>
I 1 F
tlM
JI
No. 13266. Woênsdag 18 December 1916.
XT leij-ws- ext -d^cl‘v-©zrt©xxti©’blsu,d. voor Gto-clcL©- ©zx Qzxxstx©lc©zx.
Verschijnt dagelijks
Telefoon Interc, 82.
en Feestdagen.
Uitgevers A. BR1SAMAK EK ZOON. Telefoon Interc. 82.
4
N
staren
i
Goad».
X»N
gebouw 1 Mei
de betaling.
:rdam,
Mé hot Sctauk-
roudsche Winke-
Openbare Uit-
ekfichool.
f 125
1.50
geeft Notaris
irecht. 42
i Kracht i
Tol. 806
„de Réunie”,
Conférence.
Iw het Duitsch v«n
CLARA VLEBIG.
Bewerkt door I. P. WE8SEL1NK—
VAN B06SUM met autorisatie van de
schrijfster.
(Nadruk verboden.)
GOUDA.
27 en 28, met
EN, aan den
w
ideretands-Com-
ffi.-..
mi Stein, onder
ügerefeM
DOtVAUgtal VIM»
vennakeUjkM
In mum agouo*
$1
52
khouden.
lergevorderden.
Ie note M. 0.
lesgeld f 5.—
Zoo slaagde
P. SIEBE8&A
andere leiding
hriftelgke leer-
meerdere can-
iae schriftelnke
slangs tellenden
'door tot niets.
Woensdagen,
December 1916
j opbod en 20
xember 1916
j vefhooging,
des morgens 11
van den Heer
Stein, nabij de
e Reenwijk, ten
47)
,Jk zou nog liever!” Vrouw Badekow had
alles opgeraapt en trachtte nu voorzichtig*
de glassplinters, welke nog tusschen de lijst
en de fotographie zaten, te verwijderen:
„zie eens, o, er zyn ook krassen over het
portret!”
Auguste had haar het portret uit de hand
gerukt „Ik kan het niet uitstaan, ik kan
het niet zien!”
„Een mensch kan er niet anders uitaien
dan hjj is. Maar wat geeft datGuste!”
De dochter zeide niets. Zij zat er zwijgend
bjj. Zij kon de koffie ook niet drinken, zij
roerde slechts in haar kopje.
Vrouw Badekow keek haar een poos aan.
«Nu”, zeide zjj eindelijk, „waarvoor ben je
eigenlijk gekomen?”
„Ik?!” Auguste beproefde heel onver
schillig te doen.
,Ja, want dat je wat op je hart hebt
kan een blinde wel zien. Voor den dag er dus
mee, wat wil je?”
Scherp keek de moeder haar dochter aan.
Deze verbleekte. „Geld”, zeide zij zacht
De Historische Zitting van den
Duitsehen Rijksdag van 12 Dec. 1916.
De Rede van den Rjjkskanselier.
Aan den Bondsraadtafel hebben de Rtfks-
kanselier, de Staatssecretarissen en de mi
nisters plaats genomen. De tribunes zijn ge
heel gevuld.
De Rijkskanseüer legde de volgende ver
klaring af: Mijne Heeren. In de hoop op
spoedige, nieuwe gunstige gebeurtenissen
op het oorlogsterrein lag de reden, waarom
de Rijksdag niet voor langeren tijd werd
verdaagd en het aan zijn President werd
overgelaten den dag zijner eerstkomende
openbare zitting te bepalen. Deze hoop werd
boven verwachting snel vervuld. Ik wil
kort zijn; het zijn de dooden, die spreken.
Roemenië's ingrijpen in den oorlog zou
onze positie en die van onze bondgenooten
in 't Oosten oprollen. Tegelijkertijd zou het
groote offensief aan de Somme ons weste
lijke front doorbreken en zouden nieuwe Ita-
liaansche stormaanvallen de Oostenrijk-
Hongaren verlammen. De toestand was ern
stig. Met Gods hulp schiepen onze dappere
troepen een toestand, die ons een grootere
zekerheid biedt als ooit te voren (levendig
bravo). Óndanks den Roemeenschen veld
tocht is het leger der bondgenooten met
grootere reserve aan menschen en materiaal
toegerust dan vroeger. Tegen alle Italiaan-
sche afleidingspogingen zijn nadrukkelijk
voorzorgsmaatregelen getroffen en terwijl
aan de Somme en op den Karst het trom
melvuur dreunde .terwijl de Russen op de
Oostgrens van Zevenburgen losstormden,
nam Veldmaarschalk Von Hindenburg de
leiding met troepen, die door hun wedijve
ren in strijd- en marschprestaties het onmo
gelijke mogelijk hebben gemaakt (levendig
bravo). Geheel West-Walachye en de vijan
delijke hoofdstad werden bezet (levendig
bravo). En>Hindenburg rust niet; de mili
taire operaties worden voortgezet. Tegelij
kertijd is door de slagen van ons zwaard
onze economische positie op hechteren
grondslag geplaatst. Groote voorraden aan
graan, levensmiddelen en petroleum zijn in
Roemenië in onze hand gevallen. Het weg
voeren er van is aan den gang. Ondanks
alle schaarschte zouden wij ook met onzen
eigen voorraad üitgekomen zijn (bravo).
BJj de gfoote gebeurtenissen te land slui
ten zich de heldendaden van onze onder
zeeërs waardig aan. Het spook van den hon
ger, dat onze vijanden ons wilden oproepen,
raken zy nu zelf niet meer kwijt (bravo).
Toen de Keizer zich na verloop van het
eerste oorlogsjaar in een officieele mede-
deeling tot het volk wendde, sprak hij den
wil van het volk uit om vol te houden. De
geniale leiding en de weergaloos heldhaf-
,Ons Genoegen”
nb. vergadering
i
4
iredactenr van
:kering Jb.,
Bouw- en
tige prestaties schiepen de feiten van thans.
Ook de innerlijke ontmoediging, waarmede
de vijand rekening hield, bleef uit. Midden
.in het gevoel van den strijd buiten schiep
de Duitsche Rijksdag inet de wet betreffen
de den vaderlandschen hulpdienst een nieu
we bescherming. Achter het strijdende leger
staat het arbeidende volk (bravo). De reu
zenkracht der natie is werkzaam voor het
ééne, gemeenschappelijke doel. Zij is niet
de belegerde vesting, zooals onze vijanden
zich dit voorstelden, doch één enkel, gewel
dig legerkamp met onuitputtelijke hulpmid
delen (bravo). Vast verbonden met onze
strijdende wapenbroeders onder Óosten-
rjjksch-Hongaarsch-Turksch-Bulgaarschen
vaan, onbewogen tegenover de uitingen van
den vijand, die ons nu eens wereld-verove-
ringsplannen, dan weer vertwijfelde vredes
pogingen toeschrijven, schrijden wij vastbe
raden voort, steeds bereid om ons te ver
dedigen en te strijden voor het bestaan van
ons volk, voor zijn vrije en veilige toekomst
(bravo). Steeds bereid om de hancf tot den
vrede te bieden, daar onze kracht ons niet
doof maakt voor de verantwoordelijkheid
tegenover Gód, ons volk en de menschheid
(bravo). Tot dusver ontweek de vijand onze
verklaringen, dat wjj tot den vrede bereid
zjjn. Thans gingen wij een stap verder.
Den Isten Aug. 1914 stond de keizer per
soonlijk voor de moeilijkste beslissing, die
ooit een Duitscher moest nemen: n.l. het be
vel tot mobilisatie, waartoe hij door de Rus
sische mobilisatie werd gedwongen. Gedu
rende deze lange en moeilijke 'oorlogsjaren
bewoog den Keizer enkel en alleen de ge
dachte hoe een beveiligd Duitschland na een
overwinnenden strijd weer den vrede kon
bereiden. Niemand kan dit beter getuigen
dan ik, die de verantwoordelijkheid voor
alle handelingen der regeering draag.
Door een zeer vast zedelijk en godsdienstig
plichtsgevoel jegens zyn volk en tegenover
het menschdom, acht de keizer thans het
oogenblik gekomen voor een officieele actie
ten gunste van den vrede. Z.M. vatte daar
om, in volle overeenstemming met zijn
bondgenooten het besluit om den vyandeljj-
ken mogendheden voor te stellen in vredes
onderhandelingen te treden (uitroepen van
„bravo”, „de keizer leve’*, groote beweging
onder de aanwezigen).
Hedenmorgen heb ik den vertegenwoordi
gers van die staten, die onze rechten waar
nemen in de vijandelijke staten, dus den ge
zanten van Spanje, de Ver. St. en Zwitser
land, de nota aan alle vijandelijke mogend
heden gericht ,ter hand gesteld, met verzoek
deze door te zenden'. Hetzelfde gebeurt he
den te Weenen, Constantinopel en Sofia.
Ook de overige onzijdige staten en de Paus
worden aangaande onzen stap ingelicht.
De Rijkskanselier vervolgt: Mijne Heeren,
wy wachten met de rust, die ons onze inner
lijke en uiterlijke kracht en ons zuiver ge
weten geeft, bet antwoord van den vijand
af. Slaat de vijand, onze voorstellen af, wil
hy den last van al het schrikkelijke, dat nog
zal volgen op zich laden, dan zal het Duit
sche hart opnieuw opvlaihmen in heiligen
toorn tegen den vijand, diè ter wille van zijn
vemietigings- en verovêringsdoeleinden,
aan het menschenmoordfen geen paal en
perk willen stellen. ,/n
In het beslissende uuraamen wij een be
slissend besluit. Het is Uordrenkt met het
bloed van honderdduizenden onzer zonen en
broeders, die het leven lieten voor de vei
ligheid van hun vaderland. God zal rech
ten. Wjj zijn tot den strijd besloten en tot
den vrede bereid (bijval).
Spahn (centrum) stelde voor het Huis te
verdagen en den president tot het bijeen
roepen der volgende zitting te machtigen.
Basserman (nat. lib.)- Westarp (conserv.)
en Ledebour (soc. arb. partij) wenschen be
spreking der rede. Het voorstel van Spahn
werd aangenomen. De President besloot
met er op te wijzen, dat het volk en de
volksvertegenwoordiging steeds eensgezind
achter de regeering zullen staan.
De Oostenrjjksehe. verklaring.
Te Weenen is 12 Dec; de volgende offi
cieele verklaring medegedeld:
Toén in den zomer van 1914 de lankmoe
digheid van Oostenrijk-Hongarije tegenover
een aantal stelselmatige voortgezette en
-steeds toenemende botsingeft en bedreigin
gen uitgeput was, en de monarchie zich na
bijna 50 jaren van onafgebroken vrede, ge
dwongen zag naar het z*aard te grijpen,
werd de monarchie hierW^noch door Mttl-
vallen^e plannen, noch door veroveringsbe-
doelingen geleid, maar uitsluitend door het
bittere gebod van noodweer.
Het was de taak en het doel der monar
chie in de tegenwoordigen oorlog haar be
staan te verdedigen ,en het voor de toekomst
te beveiligen tégen de aanslagen van vijan
dige buren. Tezamen met haar m trouwe
wapenbroederschap beproefden bondgenoot,
hebben het leger en de vloot van Oostenrijk-
Hongarije strijdend en bloedend, maar ook
voorwaarts-stormend en overwinnend voor
het rijk successen behaald en de bedoelingen
van de tegenstanders te schande gemaakt.
-Het viervoudig verbond heeft niet enkel
een onoverzienbaar aantal overwinningen
behaald, maar heeft ook uitgebreide vijan
delijke gebieden in zijn macht. Zyn kracht
die nog kort geleden de laatste verrader
lijke tegenstander gevoelde, is ongebroken.
De vijanden hopen deze mogendhedenbond
te overwinnen en te vernielen. Nooit zal het
hun gelukken hem door blokkade- en uithon-
geringsmaatregelen murw te maken. Hun
oorlogsdoeleinden, waartoe zij aan het einde
van het 3e oorlogsjaar niet nader zijn ge
komen, zullen in de toekomst volkomen on
bereikbaar blijken.
dagelijks aangenomen aan ons Bnrea<i:
ten, den Boekhandel en de Postkantoren.
„Papperlappap. Geef een ander de schuid
niet!” Vrouw Badekow zeide het zeer
streng. „Het niet willen werken en toch rijk
worden heeft hem verleid. Jawel” Zij
lachte kort en bekeek haar handen, welke
.ondanks den rusttijd, die haar ouderdom
nu meebracht, werkhanden waren gebleven,
„het rijk worden gaat maar niet zoo een,
twee, drie. Vertel mij eens, hoe kan je toe
laten, dat je man aan de beurs speelt?!”
„Ik heb ook gezegd, dat hij dat liever
moest laten; maar-,-
,Je bent een gans!” Het gelaat van
vrouw Badekow werd vuurrood. „Is het
jouw geld of is het zjjn geld?”
Auguste antwoordde niet, steeds dieper
boog zij het hoofd; alsof haar rug gebro
ken was, zoo knikte zij voorover.
De moeder viel hevig uit; anders was
zij nooit zoo heftig; ’t geld was wel te boven
te komen. Auguste zou toch eens genoeg
krijgen, maar ging die Paschke, die windbuil
wel goed met het meisje om? Een groote
medelijden overviel plotseling vrouw Ba
dekow. Zy ging dicht naast haar dochter
zitten en trok haar toch tegen haar schou
der.
Auguste weende zacht.
„Nu, Guste, Guste!” Zij klopte op den
gebogen hals. „Nu,, nu, Gust je!” Een diep
inwendig snikken schokte de magere ge
stalte.
Vrouw Badekow werd zeer beangst: „Hij
is toch niet slecht voor je, Guste?”
Auguste bedwong zich, haar snikken
hield plotseling op, snel hief zij het hoofd
van den schouder harer moeder, een vlam
mend rood overtoog haar bedroefd gelaat.
„Je hebt je moeder toch nog,” zeide vrouw
„Geld waarvoor?” Vrouw Badekow
werd ook bleek. „Kwamen haar kinderen uit
Berlyn dan telkens slechts om geld I „Geld
waar heb je hét dan voor noodig?”
Ach 't was misschien niet anders, dan dat
Auguste haar man-een bijzonder groot
Kerstgeschenk wilde geven de sigaren
zaak ging immers zoo goed! Zoo stelde de
moeder zich gerust.
Julius heeft verloren. Op de beurs,”
fluisterde de bleeke vrouw; men kon haar
ternauwernood verstaan.
Maar „verloren” en „op de beurs”, dat
verstond vrouw Badekow dadelijk. „Wat?”
Haar hand sloeg hard op de tafel. „Is de
windbuil ook nog een beursspeculant gewor
den?” Het ontviel haar zoo. Zjj had Auguste
niet willen krenken, maar onwillekeurig
kwam de naam, waarmede de overige leden
der familie Julius Paschke steeds noemden,
haar op de lippen. Zij was te verontwaar
digd. Was de dertigduizend thaler, de bruid
schat harer dochter, weg?! Maar nog meer
verontwaardigd werd ze, toen zjj er op
lette, hoe Auguste er uitzag. Hoe zat zij
daar nu? Geheel in elkaar als een oude
vrouw, en de blik, welke zij nu schuw
smeekend tot haar moeder ophief, had iets
hartverscheurends.
.Julius heeft pech gehad!” Het moest
fier klinken; Auguste wilde het hoofd in
den nek werpen, maar verzwegen leed
maakte dat zij het dadelijk weer liet zak
ken. „Anderen gaan toch ook naar de beurs
iedereen gaat tegenwoordig naar de
beurs,” fluisterde zij. „Hij heeft een vriend,
die er zoo rijk is geworden ach, niemand
anders dan de heer Rosenthal heeft hem
er toe verleid!”
i» msntae—ja
Nutteloos en vergeefs is daarom de
voortzetting van den strijd voor de tegen
standers.
De mogendheden van het Viervoudig Ver
bond hebben daarentegen hun doeleinde,
verdediging tegen den langen tijd voorge
nomen en afgesproken aanval op hun be
staan en hun integriteit, evenals het ver
krijgen van wezenlijke waarborgen tegen
herhaling van zulke bedreigingen van hun
bestaan en hun vreedzame ontwikkeling
met succes bereikt en zullen zich van den
door de behaalde voordeelen verzekerden
grond van hun bestaan niet laten verdrin
gen.
De voortzetting van den moorddadigen
oorlog, waarin de tegenstanders nog veel
vernielen, waar zij het lot der volkeren, vol
gens het vaste vertrouwen van het Vier
voudig Verbond, niets meer kunnen veran
deren, blijkt steeds meer een doellooze ver
nietiging van menschenlevens en goederen
te zyn, een door geen noodzakelijkheid ge
rechtvaardigde onmenschelijkheid, een mis
daad tegen de beschaving.
Deze overtuiging en de hoop, dat hetzelf
de onrecht ook doordrongen in het vijan
delijke leger, heeft bij het kabinet te Wee
nen, in volkomen overeenstemming met de
regeering der verbonden mogendheden het
denkbeeld doen rijpen, een open en loyale
poging te doen om te komen tot een uit
spraak met de tegenstanders, dié ten doel
heeft te komen tot den vrede.
Met dit doel hebben heden de regeerin-
gen van Oostenrijk-Hongarije, Duitschland,
Turkije en Bulgarije aan de in de bedoelde
hoofdsteden geaccrediteerde vertegenwoor
digers van de vyandelyke landen, waaraan
de bescherming der respectieve onderdanen
in de vijandelijke landelï ie toevertrouwd, ge
lijkluidende nota’s gericht welke dè geneigd
heid toonen vredesonaerhandeb'ngen met de
tegenstanders te beginnen on het verzoek
bevatten deze mededeeling door bemidde
ling van hun regeeringen aan de bedoelde
vijandelijke staten over te brengen.
Tegelijkertijd werd deze stap met een
bijzondere nota ter kennis gebracht van de
vertegenwoordigers van den Heiligen Stoel
en de werkdadige belangstelling van den
Paus verzocht voor dit vredesaanbod.
Eveneens werden dé in de vier hoofdste
den geaccrediteerde vertegenwoordigers
der overige neutrale landen op de hoogte
gebracht van den stap, teneinde deze aan
hun regeeringen over te brengen.
Oostenrijk-Hongarije en zijn bondgenoo
ten gaven met dezen stap opnieuw een de
finitief bewijs van hun vredesgezindheid.
Voor de tegenstanders kan nu voor de
gansche wereld het getuigenis hunner ge
zindheid worden afgelegd. Het verbond der
Midden-Staten zal echter, wat ook het re
sultaat van zjjn voorstel mag zijn, voor de
eventueel hen opgedrongen voortzetting van
den oorlog, ook voor den rechterstoel van
zyn eigen volkeren geen verantwoordelijk
heid kunnen treffen.
e Schot wljurg.,-
De aan de vertegenwoordigers
der Entente-mogendheden over
handigde nota.
De nota, welke aan de in de hoofd
steden van Oostenrijk-Hongarije,
Duitschland, Turkije en Bulgarije ge-v
accrediteerde vertegenwoordigers
van de Entente-mogendheden, waar
aan de bescherming der respectieve
lijke onderdanen in de vijandelijke
landen is toevertrouwd, is overhan
digd, luidt in vertaling, aldus:
De vreeselykste oorlog, welke de
geschiedenis ooit heeft gezien, woedt
bijna sinds twee en een half jaar in
een groot deel van de wereld. Deze
ramp, welke door den bond eener ge
meenzame duizendjarige beschaving
niet is kunnen worden tegengegaan,
treft de menschheid in het kostbaar
ste, wat zij bereikte. Hij dreigt de
geestelijke en stoffelijke vooruitgang,
die de trots van Europa is in het be
gin van de 20ste eeuw, in puin te
leggen.
Oostenrijk-Hongarije en zijn bond
genooten, Duitschland, Bulgarije ep
1 Turkije hebben in Hezen strijd hun
onoverwinnelijke kracht bewezen. Zij
hebben over hun in aantal en oor
logstuig veel sterkere tegenstanders
geweldige successen behaald. Onwan
kelbaar houden hun linies stand te
gen de steeds herhaalde aanvallen
der legers hunner vijanden.
De jongste stormloop op den Bal
kan is snel en overwinnend gestuit.
De laatste gebeurtenissen bewijzen,
dat ook de verdere duur van den oor
log hun weerstandskracht niet kon
breken dat veeleer de algemeene toe
stand de verwachting van verdere
successen rechtvaardigt.
Tel* verdediging van hun bestaan
en hunner nationale ontwikkelings-
vrijheid werden de vier verbonden
mogendheden gedwongen aan te val
len. Ook de roemrijke daden hunner
legers hebben daaraan niets veran
derd. Steeds hebben zij vastgehouden
aan de overtuiging, dat hun eigen
rechten en gegronde aanspraken niet
in tegenspraak zjjn met de rechten
der andere natiën. Zij beoogen niet
hun tegenstanders te verpletteren of
te vernietigen.
Gedragen door het bewustzijn hun
ner militaire en economische kracht
en bereid den hun opgedrongen strijd
zoo noodig tot het uiterste voort te
zetten, tegelijk echter bezield door
Auguste sperde de oogen wyd open, ont
steld keek zy haar moeder strak aan.
„Neen, mijn kind.” Vrouw Badekow
schudde ontkennend. „Dat is toch te jammer
van m(jn geld, mijn mooie geld!”
„Ik h eb toch geld!” barstte Auguste los.
„Voorloopig is nog alles myn geld. En
Gode zy dank,” zeide de oude vrouw kalm.
„En ik dank ook Badekow. Als die m ij
niet tot erfgenaam had gemaakt en gij pas
daarnanu! Wie weet hoe blij je nog
eens zult zijn, dat ik nu „neen” zeg!”
Auguste lachte schril; ook zij was opge
sprongen. Zy stond voor haar moeder. „U
zegt, „neen?!” U heeft Jacob toch ook ge
geven. En als die nu komt dan krijgt hy,
die
Het weer opkomend snikken deed haar
heele gestalte schudden. „Die krijgt stel-
stellig.”
„Stellig ook niets meer,” voltooide vrouw
Badekow. Maar smart overweldigde nu ook
haar, door de kalmte harer stem trilde een
klank van diep medelijden: „Kinders, kin-
ders, wat moet ik doen De wereld is gek
geworden en gy ook. Hoe kan ik jelui beter
helpen dan door van dit oogenblik af altijd
„neen!” te zeggen!”
„Moeder!” Auguste greep haar beide han
den, drukte die bijna pijnlijk in haar wanho-
pigen angst: „Ik kan zonder iets niet naar
huis komen. Ik mag niet thuis komen
Juliusach God, Julius.hy zal bui
ten zich zelf z(jn. Hy.moedermoe
der!” Zij weende luid. „Geef mij tenminste
tienduizend taler!”
(Wordt vervolgd.)
Gill IMIIL COURANT.
PRIJS VAN HÉT ABONNEMENT:
Per kwartaal
e Idem franco per post.
Met Geïllustreerd Zondagsblad
Idem franco per post.
Abonnementen worden
Markt 31, by onze Agenten"
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 gewone regels met bewjjanunimerf 0.55
Elke regel meer .0.10
By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f0.35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f0.25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
Badekow teer. „Hier-kan je altijd komen.
Je bed staat nog boven. Ga daarin liggen.
Paschkenu we zullen wel zien!”
Nu schreeuwde Auguste het uit. „Slecht?!
Myn man slecht voor mij?!” Zij barstte
in een zenuwachtig gelach uit, ’t was een
lachen dat op huilen geleek. Julius is lief
ja lief is hij voor mij hy houdt van
me heel, heel veel!” Dat verzekerde zij
steeds weer.
„Nu dan is het goed,” zeide vrouw Ba
dekow. Zy zag haar dochter rood van
schaamte; zij zag dien onrustigen angst in
haar oogen. Loog Auguste? Of maakte het
arme ding zich zelf wat wjjs?l Maar de
moeder sprak er niet meer over: waartoe
Auguste nog meer opwinden? Als 't meisje
beslist wilde eigenzinnig als een koppig
paard was zij altijd geweest dan moest
zij het ook maar alleen uitvechten. Auguste
weende niet meer. Zy zat daar met vonke
lende oogen. „Wilt u ons helpen?” zeide
z(j nu met vaste stem. Julius heeft op
raad van Rosenthal, Kaschan-öderberger
gekocht, ze stonden al tamelijk hoog
zij stegen snel men meende dat zjj noch
hooger zouden gaan
,Je spreekt als een man van zaken!”
Vrouw Badekow knikte.
„Nu, en dan?”
„Dan zou Julius het natuurlijk dadelijk
verkocht hebben. Maar daardaar
Zjj haperde.
„Daar...... bom.’* De oude vrouw stond
op van de sofa. „Zoo’n kracht is altijd in
orde. Waarom speculeeren de menschen?
Ik wil je wat zeggen, mijn dochter!”
zij richtte haar kleine gestalte met kracht
op „van mij krijgt gij niets!”