Bureau. Het Vredesaanbod der Centralen. s fam, i woning, hi 1'1 in II I I f liM ■FrH nin ll NW, CH Woensdag 18 'December 1916. 55e Jaargang behalve Zon- DEMAN, :in 1 Feuilleton. Conversatie. ondentie Gouda. Buiten de Stadspoorten. IFEBER, loh M. O. C*> I 1 F tlM JI No. 13266. Woênsdag 18 December 1916. XT leij-ws- ext -d^cl‘v-©zrt©xxti©’blsu,d. voor Gto-clcL©- ©zx Qzxxstx©lc©zx. Verschijnt dagelijks Telefoon Interc, 82. en Feestdagen. Uitgevers A. BR1SAMAK EK ZOON. Telefoon Interc. 82. 4 N staren i Goad». X»N gebouw 1 Mei de betaling. :rdam, Mé hot Sctauk- roudsche Winke- Openbare Uit- ekfichool. f 125 1.50 geeft Notaris irecht. 42 i Kracht i Tol. 806 „de Réunie”, Conférence. Iw het Duitsch v«n CLARA VLEBIG. Bewerkt door I. P. WE8SEL1NK— VAN B06SUM met autorisatie van de schrijfster. (Nadruk verboden.) GOUDA. 27 en 28, met EN, aan den w ideretands-Com- ffi.-.. mi Stein, onder ügerefeM DOtVAUgtal VIM» vennakeUjkM In mum agouo* $1 52 khouden. lergevorderden. Ie note M. 0. lesgeld f 5.— Zoo slaagde P. SIEBE8&A andere leiding hriftelgke leer- meerdere can- iae schriftelnke slangs tellenden 'door tot niets. Woensdagen, December 1916 j opbod en 20 xember 1916 j vefhooging, des morgens 11 van den Heer Stein, nabij de e Reenwijk, ten 47) ,Jk zou nog liever!” Vrouw Badekow had alles opgeraapt en trachtte nu voorzichtig* de glassplinters, welke nog tusschen de lijst en de fotographie zaten, te verwijderen: „zie eens, o, er zyn ook krassen over het portret!” Auguste had haar het portret uit de hand gerukt „Ik kan het niet uitstaan, ik kan het niet zien!” „Een mensch kan er niet anders uitaien dan hjj is. Maar wat geeft datGuste!” De dochter zeide niets. Zij zat er zwijgend bjj. Zij kon de koffie ook niet drinken, zij roerde slechts in haar kopje. Vrouw Badekow keek haar een poos aan. «Nu”, zeide zjj eindelijk, „waarvoor ben je eigenlijk gekomen?” „Ik?!” Auguste beproefde heel onver schillig te doen. ,Ja, want dat je wat op je hart hebt kan een blinde wel zien. Voor den dag er dus mee, wat wil je?” Scherp keek de moeder haar dochter aan. Deze verbleekte. „Geld”, zeide zij zacht De Historische Zitting van den Duitsehen Rijksdag van 12 Dec. 1916. De Rede van den Rjjkskanselier. Aan den Bondsraadtafel hebben de Rtfks- kanselier, de Staatssecretarissen en de mi nisters plaats genomen. De tribunes zijn ge heel gevuld. De Rijkskanseüer legde de volgende ver klaring af: Mijne Heeren. In de hoop op spoedige, nieuwe gunstige gebeurtenissen op het oorlogsterrein lag de reden, waarom de Rijksdag niet voor langeren tijd werd verdaagd en het aan zijn President werd overgelaten den dag zijner eerstkomende openbare zitting te bepalen. Deze hoop werd boven verwachting snel vervuld. Ik wil kort zijn; het zijn de dooden, die spreken. Roemenië's ingrijpen in den oorlog zou onze positie en die van onze bondgenooten in 't Oosten oprollen. Tegelijkertijd zou het groote offensief aan de Somme ons weste lijke front doorbreken en zouden nieuwe Ita- liaansche stormaanvallen de Oostenrijk- Hongaren verlammen. De toestand was ern stig. Met Gods hulp schiepen onze dappere troepen een toestand, die ons een grootere zekerheid biedt als ooit te voren (levendig bravo). Óndanks den Roemeenschen veld tocht is het leger der bondgenooten met grootere reserve aan menschen en materiaal toegerust dan vroeger. Tegen alle Italiaan- sche afleidingspogingen zijn nadrukkelijk voorzorgsmaatregelen getroffen en terwijl aan de Somme en op den Karst het trom melvuur dreunde .terwijl de Russen op de Oostgrens van Zevenburgen losstormden, nam Veldmaarschalk Von Hindenburg de leiding met troepen, die door hun wedijve ren in strijd- en marschprestaties het onmo gelijke mogelijk hebben gemaakt (levendig bravo). Geheel West-Walachye en de vijan delijke hoofdstad werden bezet (levendig bravo). En>Hindenburg rust niet; de mili taire operaties worden voortgezet. Tegelij kertijd is door de slagen van ons zwaard onze economische positie op hechteren grondslag geplaatst. Groote voorraden aan graan, levensmiddelen en petroleum zijn in Roemenië in onze hand gevallen. Het weg voeren er van is aan den gang. Ondanks alle schaarschte zouden wij ook met onzen eigen voorraad üitgekomen zijn (bravo). BJj de gfoote gebeurtenissen te land slui ten zich de heldendaden van onze onder zeeërs waardig aan. Het spook van den hon ger, dat onze vijanden ons wilden oproepen, raken zy nu zelf niet meer kwijt (bravo). Toen de Keizer zich na verloop van het eerste oorlogsjaar in een officieele mede- deeling tot het volk wendde, sprak hij den wil van het volk uit om vol te houden. De geniale leiding en de weergaloos heldhaf- ,Ons Genoegen” nb. vergadering i 4 iredactenr van :kering Jb., Bouw- en tige prestaties schiepen de feiten van thans. Ook de innerlijke ontmoediging, waarmede de vijand rekening hield, bleef uit. Midden .in het gevoel van den strijd buiten schiep de Duitsche Rijksdag inet de wet betreffen de den vaderlandschen hulpdienst een nieu we bescherming. Achter het strijdende leger staat het arbeidende volk (bravo). De reu zenkracht der natie is werkzaam voor het ééne, gemeenschappelijke doel. Zij is niet de belegerde vesting, zooals onze vijanden zich dit voorstelden, doch één enkel, gewel dig legerkamp met onuitputtelijke hulpmid delen (bravo). Vast verbonden met onze strijdende wapenbroeders onder Óosten- rjjksch-Hongaarsch-Turksch-Bulgaarschen vaan, onbewogen tegenover de uitingen van den vijand, die ons nu eens wereld-verove- ringsplannen, dan weer vertwijfelde vredes pogingen toeschrijven, schrijden wij vastbe raden voort, steeds bereid om ons te ver dedigen en te strijden voor het bestaan van ons volk, voor zijn vrije en veilige toekomst (bravo). Steeds bereid om de hancf tot den vrede te bieden, daar onze kracht ons niet doof maakt voor de verantwoordelijkheid tegenover Gód, ons volk en de menschheid (bravo). Tot dusver ontweek de vijand onze verklaringen, dat wjj tot den vrede bereid zjjn. Thans gingen wij een stap verder. Den Isten Aug. 1914 stond de keizer per soonlijk voor de moeilijkste beslissing, die ooit een Duitscher moest nemen: n.l. het be vel tot mobilisatie, waartoe hij door de Rus sische mobilisatie werd gedwongen. Gedu rende deze lange en moeilijke 'oorlogsjaren bewoog den Keizer enkel en alleen de ge dachte hoe een beveiligd Duitschland na een overwinnenden strijd weer den vrede kon bereiden. Niemand kan dit beter getuigen dan ik, die de verantwoordelijkheid voor alle handelingen der regeering draag. Door een zeer vast zedelijk en godsdienstig plichtsgevoel jegens zyn volk en tegenover het menschdom, acht de keizer thans het oogenblik gekomen voor een officieele actie ten gunste van den vrede. Z.M. vatte daar om, in volle overeenstemming met zijn bondgenooten het besluit om den vyandeljj- ken mogendheden voor te stellen in vredes onderhandelingen te treden (uitroepen van „bravo”, „de keizer leve’*, groote beweging onder de aanwezigen). Hedenmorgen heb ik den vertegenwoordi gers van die staten, die onze rechten waar nemen in de vijandelijke staten, dus den ge zanten van Spanje, de Ver. St. en Zwitser land, de nota aan alle vijandelijke mogend heden gericht ,ter hand gesteld, met verzoek deze door te zenden'. Hetzelfde gebeurt he den te Weenen, Constantinopel en Sofia. Ook de overige onzijdige staten en de Paus worden aangaande onzen stap ingelicht. De Rijkskanselier vervolgt: Mijne Heeren, wy wachten met de rust, die ons onze inner lijke en uiterlijke kracht en ons zuiver ge weten geeft, bet antwoord van den vijand af. Slaat de vijand, onze voorstellen af, wil hy den last van al het schrikkelijke, dat nog zal volgen op zich laden, dan zal het Duit sche hart opnieuw opvlaihmen in heiligen toorn tegen den vijand, diè ter wille van zijn vemietigings- en verovêringsdoeleinden, aan het menschenmoordfen geen paal en perk willen stellen. ,/n In het beslissende uuraamen wij een be slissend besluit. Het is Uordrenkt met het bloed van honderdduizenden onzer zonen en broeders, die het leven lieten voor de vei ligheid van hun vaderland. God zal rech ten. Wjj zijn tot den strijd besloten en tot den vrede bereid (bijval). Spahn (centrum) stelde voor het Huis te verdagen en den president tot het bijeen roepen der volgende zitting te machtigen. Basserman (nat. lib.)- Westarp (conserv.) en Ledebour (soc. arb. partij) wenschen be spreking der rede. Het voorstel van Spahn werd aangenomen. De President besloot met er op te wijzen, dat het volk en de volksvertegenwoordiging steeds eensgezind achter de regeering zullen staan. De Oostenrjjksehe. verklaring. Te Weenen is 12 Dec; de volgende offi cieele verklaring medegedeld: Toén in den zomer van 1914 de lankmoe digheid van Oostenrijk-Hongarije tegenover een aantal stelselmatige voortgezette en -steeds toenemende botsingeft en bedreigin gen uitgeput was, en de monarchie zich na bijna 50 jaren van onafgebroken vrede, ge dwongen zag naar het z*aard te grijpen, werd de monarchie hierW^noch door Mttl- vallen^e plannen, noch door veroveringsbe- doelingen geleid, maar uitsluitend door het bittere gebod van noodweer. Het was de taak en het doel der monar chie in de tegenwoordigen oorlog haar be staan te verdedigen ,en het voor de toekomst te beveiligen tégen de aanslagen van vijan dige buren. Tezamen met haar m trouwe wapenbroederschap beproefden bondgenoot, hebben het leger en de vloot van Oostenrijk- Hongarije strijdend en bloedend, maar ook voorwaarts-stormend en overwinnend voor het rijk successen behaald en de bedoelingen van de tegenstanders te schande gemaakt. -Het viervoudig verbond heeft niet enkel een onoverzienbaar aantal overwinningen behaald, maar heeft ook uitgebreide vijan delijke gebieden in zijn macht. Zyn kracht die nog kort geleden de laatste verrader lijke tegenstander gevoelde, is ongebroken. De vijanden hopen deze mogendhedenbond te overwinnen en te vernielen. Nooit zal het hun gelukken hem door blokkade- en uithon- geringsmaatregelen murw te maken. Hun oorlogsdoeleinden, waartoe zij aan het einde van het 3e oorlogsjaar niet nader zijn ge komen, zullen in de toekomst volkomen on bereikbaar blijken. dagelijks aangenomen aan ons Bnrea<i: ten, den Boekhandel en de Postkantoren. „Papperlappap. Geef een ander de schuid niet!” Vrouw Badekow zeide het zeer streng. „Het niet willen werken en toch rijk worden heeft hem verleid. Jawel” Zij lachte kort en bekeek haar handen, welke .ondanks den rusttijd, die haar ouderdom nu meebracht, werkhanden waren gebleven, „het rijk worden gaat maar niet zoo een, twee, drie. Vertel mij eens, hoe kan je toe laten, dat je man aan de beurs speelt?!” „Ik heb ook gezegd, dat hij dat liever moest laten; maar-,- ,Je bent een gans!” Het gelaat van vrouw Badekow werd vuurrood. „Is het jouw geld of is het zjjn geld?” Auguste antwoordde niet, steeds dieper boog zij het hoofd; alsof haar rug gebro ken was, zoo knikte zij voorover. De moeder viel hevig uit; anders was zij nooit zoo heftig; ’t geld was wel te boven te komen. Auguste zou toch eens genoeg krijgen, maar ging die Paschke, die windbuil wel goed met het meisje om? Een groote medelijden overviel plotseling vrouw Ba dekow. Zy ging dicht naast haar dochter zitten en trok haar toch tegen haar schou der. Auguste weende zacht. „Nu, Guste, Guste!” Zij klopte op den gebogen hals. „Nu,, nu, Gust je!” Een diep inwendig snikken schokte de magere ge stalte. Vrouw Badekow werd zeer beangst: „Hij is toch niet slecht voor je, Guste?” Auguste bedwong zich, haar snikken hield plotseling op, snel hief zij het hoofd van den schouder harer moeder, een vlam mend rood overtoog haar bedroefd gelaat. „Je hebt je moeder toch nog,” zeide vrouw „Geld waarvoor?” Vrouw Badekow werd ook bleek. „Kwamen haar kinderen uit Berlyn dan telkens slechts om geld I „Geld waar heb je hét dan voor noodig?” Ach 't was misschien niet anders, dan dat Auguste haar man-een bijzonder groot Kerstgeschenk wilde geven de sigaren zaak ging immers zoo goed! Zoo stelde de moeder zich gerust. Julius heeft verloren. Op de beurs,” fluisterde de bleeke vrouw; men kon haar ternauwernood verstaan. Maar „verloren” en „op de beurs”, dat verstond vrouw Badekow dadelijk. „Wat?” Haar hand sloeg hard op de tafel. „Is de windbuil ook nog een beursspeculant gewor den?” Het ontviel haar zoo. Zjj had Auguste niet willen krenken, maar onwillekeurig kwam de naam, waarmede de overige leden der familie Julius Paschke steeds noemden, haar op de lippen. Zij was te verontwaar digd. Was de dertigduizend thaler, de bruid schat harer dochter, weg?! Maar nog meer verontwaardigd werd ze, toen zjj er op lette, hoe Auguste er uitzag. Hoe zat zij daar nu? Geheel in elkaar als een oude vrouw, en de blik, welke zij nu schuw smeekend tot haar moeder ophief, had iets hartverscheurends. .Julius heeft pech gehad!” Het moest fier klinken; Auguste wilde het hoofd in den nek werpen, maar verzwegen leed maakte dat zij het dadelijk weer liet zak ken. „Anderen gaan toch ook naar de beurs iedereen gaat tegenwoordig naar de beurs,” fluisterde zij. „Hij heeft een vriend, die er zoo rijk is geworden ach, niemand anders dan de heer Rosenthal heeft hem er toe verleid!” i» msntae—ja Nutteloos en vergeefs is daarom de voortzetting van den strijd voor de tegen standers. De mogendheden van het Viervoudig Ver bond hebben daarentegen hun doeleinde, verdediging tegen den langen tijd voorge nomen en afgesproken aanval op hun be staan en hun integriteit, evenals het ver krijgen van wezenlijke waarborgen tegen herhaling van zulke bedreigingen van hun bestaan en hun vreedzame ontwikkeling met succes bereikt en zullen zich van den door de behaalde voordeelen verzekerden grond van hun bestaan niet laten verdrin gen. De voortzetting van den moorddadigen oorlog, waarin de tegenstanders nog veel vernielen, waar zij het lot der volkeren, vol gens het vaste vertrouwen van het Vier voudig Verbond, niets meer kunnen veran deren, blijkt steeds meer een doellooze ver nietiging van menschenlevens en goederen te zyn, een door geen noodzakelijkheid ge rechtvaardigde onmenschelijkheid, een mis daad tegen de beschaving. Deze overtuiging en de hoop, dat hetzelf de onrecht ook doordrongen in het vijan delijke leger, heeft bij het kabinet te Wee nen, in volkomen overeenstemming met de regeering der verbonden mogendheden het denkbeeld doen rijpen, een open en loyale poging te doen om te komen tot een uit spraak met de tegenstanders, dié ten doel heeft te komen tot den vrede. Met dit doel hebben heden de regeerin- gen van Oostenrijk-Hongarije, Duitschland, Turkije en Bulgarije aan de in de bedoelde hoofdsteden geaccrediteerde vertegenwoor digers van de vyandelyke landen, waaraan de bescherming der respectieve onderdanen in de vijandelijke landelï ie toevertrouwd, ge lijkluidende nota’s gericht welke dè geneigd heid toonen vredesonaerhandeb'ngen met de tegenstanders te beginnen on het verzoek bevatten deze mededeeling door bemidde ling van hun regeeringen aan de bedoelde vijandelijke staten over te brengen. Tegelijkertijd werd deze stap met een bijzondere nota ter kennis gebracht van de vertegenwoordigers van den Heiligen Stoel en de werkdadige belangstelling van den Paus verzocht voor dit vredesaanbod. Eveneens werden dé in de vier hoofdste den geaccrediteerde vertegenwoordigers der overige neutrale landen op de hoogte gebracht van den stap, teneinde deze aan hun regeeringen over te brengen. Oostenrijk-Hongarije en zijn bondgenoo ten gaven met dezen stap opnieuw een de finitief bewijs van hun vredesgezindheid. Voor de tegenstanders kan nu voor de gansche wereld het getuigenis hunner ge zindheid worden afgelegd. Het verbond der Midden-Staten zal echter, wat ook het re sultaat van zjjn voorstel mag zijn, voor de eventueel hen opgedrongen voortzetting van den oorlog, ook voor den rechterstoel van zyn eigen volkeren geen verantwoordelijk heid kunnen treffen. e Schot wljurg.,- De aan de vertegenwoordigers der Entente-mogendheden over handigde nota. De nota, welke aan de in de hoofd steden van Oostenrijk-Hongarije, Duitschland, Turkije en Bulgarije ge-v accrediteerde vertegenwoordigers van de Entente-mogendheden, waar aan de bescherming der respectieve lijke onderdanen in de vijandelijke landen is toevertrouwd, is overhan digd, luidt in vertaling, aldus: De vreeselykste oorlog, welke de geschiedenis ooit heeft gezien, woedt bijna sinds twee en een half jaar in een groot deel van de wereld. Deze ramp, welke door den bond eener ge meenzame duizendjarige beschaving niet is kunnen worden tegengegaan, treft de menschheid in het kostbaar ste, wat zij bereikte. Hij dreigt de geestelijke en stoffelijke vooruitgang, die de trots van Europa is in het be gin van de 20ste eeuw, in puin te leggen. Oostenrijk-Hongarije en zijn bond genooten, Duitschland, Bulgarije ep 1 Turkije hebben in Hezen strijd hun onoverwinnelijke kracht bewezen. Zij hebben over hun in aantal en oor logstuig veel sterkere tegenstanders geweldige successen behaald. Onwan kelbaar houden hun linies stand te gen de steeds herhaalde aanvallen der legers hunner vijanden. De jongste stormloop op den Bal kan is snel en overwinnend gestuit. De laatste gebeurtenissen bewijzen, dat ook de verdere duur van den oor log hun weerstandskracht niet kon breken dat veeleer de algemeene toe stand de verwachting van verdere successen rechtvaardigt. Tel* verdediging van hun bestaan en hunner nationale ontwikkelings- vrijheid werden de vier verbonden mogendheden gedwongen aan te val len. Ook de roemrijke daden hunner legers hebben daaraan niets veran derd. Steeds hebben zij vastgehouden aan de overtuiging, dat hun eigen rechten en gegronde aanspraken niet in tegenspraak zjjn met de rechten der andere natiën. Zij beoogen niet hun tegenstanders te verpletteren of te vernietigen. Gedragen door het bewustzijn hun ner militaire en economische kracht en bereid den hun opgedrongen strijd zoo noodig tot het uiterste voort te zetten, tegelijk echter bezield door Auguste sperde de oogen wyd open, ont steld keek zy haar moeder strak aan. „Neen, mijn kind.” Vrouw Badekow schudde ontkennend. „Dat is toch te jammer van m(jn geld, mijn mooie geld!” „Ik h eb toch geld!” barstte Auguste los. „Voorloopig is nog alles myn geld. En Gode zy dank,” zeide de oude vrouw kalm. „En ik dank ook Badekow. Als die m ij niet tot erfgenaam had gemaakt en gij pas daarnanu! Wie weet hoe blij je nog eens zult zijn, dat ik nu „neen” zeg!” Auguste lachte schril; ook zij was opge sprongen. Zy stond voor haar moeder. „U zegt, „neen?!” U heeft Jacob toch ook ge geven. En als die nu komt dan krijgt hy, die Het weer opkomend snikken deed haar heele gestalte schudden. „Die krijgt stel- stellig.” „Stellig ook niets meer,” voltooide vrouw Badekow. Maar smart overweldigde nu ook haar, door de kalmte harer stem trilde een klank van diep medelijden: „Kinders, kin- ders, wat moet ik doen De wereld is gek geworden en gy ook. Hoe kan ik jelui beter helpen dan door van dit oogenblik af altijd „neen!” te zeggen!” „Moeder!” Auguste greep haar beide han den, drukte die bijna pijnlijk in haar wanho- pigen angst: „Ik kan zonder iets niet naar huis komen. Ik mag niet thuis komen Juliusach God, Julius.hy zal bui ten zich zelf z(jn. Hy.moedermoe der!” Zij weende luid. „Geef mij tenminste tienduizend taler!” (Wordt vervolgd.) Gill IMIIL COURANT. PRIJS VAN HÉT ABONNEMENT: Per kwartaal e Idem franco per post. Met Geïllustreerd Zondagsblad Idem franco per post. Abonnementen worden Markt 31, by onze Agenten" PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 gewone regels met bewjjanunimerf 0.55 Elke regel meer .0.10 By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f0.35 bij vooruit betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f0.25 per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. Badekow teer. „Hier-kan je altijd komen. Je bed staat nog boven. Ga daarin liggen. Paschkenu we zullen wel zien!” Nu schreeuwde Auguste het uit. „Slecht?! Myn man slecht voor mij?!” Zij barstte in een zenuwachtig gelach uit, ’t was een lachen dat op huilen geleek. Julius is lief ja lief is hij voor mij hy houdt van me heel, heel veel!” Dat verzekerde zij steeds weer. „Nu dan is het goed,” zeide vrouw Ba dekow. Zy zag haar dochter rood van schaamte; zij zag dien onrustigen angst in haar oogen. Loog Auguste? Of maakte het arme ding zich zelf wat wjjs?l Maar de moeder sprak er niet meer over: waartoe Auguste nog meer opwinden? Als 't meisje beslist wilde eigenzinnig als een koppig paard was zij altijd geweest dan moest zij het ook maar alleen uitvechten. Auguste weende niet meer. Zy zat daar met vonke lende oogen. „Wilt u ons helpen?” zeide z(j nu met vaste stem. Julius heeft op raad van Rosenthal, Kaschan-öderberger gekocht, ze stonden al tamelijk hoog zij stegen snel men meende dat zjj noch hooger zouden gaan ,Je spreekt als een man van zaken!” Vrouw Badekow knikte. „Nu, en dan?” „Dan zou Julius het natuurlijk dadelijk verkocht hebben. Maar daardaar Zjj haperde. „Daar...... bom.’* De oude vrouw stond op van de sofa. „Zoo’n kracht is altijd in orde. Waarom speculeeren de menschen? Ik wil je wat zeggen, mijn dochter!” zij richtte haar kleine gestalte met kracht op „van mij krijgt gij niets!”

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1916 | | pagina 1