(linn,
terdam,
- III
ii Hm
La
Zaterdag 16 December 1916.
55e Jaargang.
jen
lan
behalve Zon-
ad.
Telefoon Interc. 82.
Uitgever» A.
EK ZOON.
Eerste Blad.
-ï
Feuilleton.
1.7
n
'f
ff
|f|
M
i
Buiten de Stadspoorten.
1
Het Voedingsvraagstuk.
|XTxe“a."ws- ean. ^.d.Trerteaa.tie"blebd. tooi G-oixcLeu ®a?L Öxrxstxelceooi-
Verschijnt dagelijks
en Feestdagen.
Telefoon Interc. 82.
Lichtbesparing.
.0. 13269.
150
1
lKE
Dit Bummer bestaat uit drie bladen.
fi
TILS.
68
ii
i
■di
Uw
OPMAK,
I aOBDA.
dellea.
I
f 1.25
1.50
dh>
In-
lAS
nd.
ge-
deze
cm mede
Ijjkheden
bouw Bouw- en
Understand»-Com-
„Om G««sm"
paü>. vergadering
aan dezen, mast
en misschien leeren
inian noemt: „make
w. z. er die goede
Nadr het Lhiitech van
CLARA VTEB1G.
Bewerkt door I. P. WESSEL1NK
3 VAN R068UM met autorisatie van de
schrijfster.
(Nadruk verboden.)
WydstTMt 29
ÏNf
uD Lne.
wij geregeld tijdig
ontvangen vee
en, vermakelijkM
b mn agenda
-
r
Steeds was zjj in het onzekere.
Lang had zjj getwijfeld: zou zjj al of niet
meegaan. Graag deed zjj ’t niet Maar
Jacob had het haar ontraden en juist daar
om was zij meegekomen. Zjj was nu zjjn
vrouw, en, dat zij eens zijn dienstbode was
geweest, ging niemand aan. En niemand
zou aan haar zien, dat zjj als kind bloots
voets de ganzen had gehoed voor de rijke
boeren en dat zjj toen zij pas in de stad
was gekomen bij den kleinen winkelier heel
aan het eind van den Prenzlauer allee, maar
loopmeisje was geweest.
Nu was zij madam, nu had haar man een
grooten winkel, nu woonde zij in eigen huis,
nu kleedde zij zich steedsch! De vroegere
dienstbode was er op gesteld, naar de
nieuwste mode gekleed te zijn.
Moeder Badekow droeg de rok altijd vol
gens dezelfde eenvoudige snit, aan den band
gerimpeld; en dé gladde taille van voren
met beenénknoopjes gesloten, en rondom
een klein schootje; Lene Lietzow deed de
groote katoenen schort slechts af als zij op
straat kwam, en zelfs dan niet altijd; en
zelfs de zware zijden japon der weduwe
verloochende nog niet geheel de verwant
schap met de van geslacht op geslacht over
gegane boersche snit.
Julie Badekow daarentegen stikte bijna
in oplegsels en plooien, in strooken en gar
neersels. Het haar had zij tot idiote lokjes
geknipt en voor dezen avond had zij zich
laten kappen. Met steedsche modekennis
monsterden haar blikken het gladde in het
midden geschelde haar der rijke weduwe.
Zij nam Marianne van het hoofd tot de
voeten op. Dat was de lievelingszuster van
haar man ,van wie hij dikwijls sprak. Haar
den
Een var
ons volk
ben ons ei
scbriftelijke loer
is meerdere can
onize schriftelijke
Belangstellenden
erdoor tot niets.
Met Geïllustreerd Zondagsblad
dagelijks aangenomen aan ons Bureau:
ten, den Boekhandel en de Postkantoren.
Idem franco per post.
Abonnementen worden K
Markt 31by onze Agenten
52
akhouden,
neergevorderden.
de acte M. O.
al lesgeld f 5.—-
i. Zoo slaagde
jeP.SIEBESMA
n andere leiding
de groote vraag, of men deze zou kunnen
bekomen.
Anders staat het met die gronden, welke
reeds gebruikt worden voor de teelt van
verschillende handelsgewassen. De distri-
butiewet geeft den minister reeds de gele
genheid de teelt daarvan te beperken. De re
geering zal moeten overwegen, of zij in het
belang der volksvoeding ,tot ingrijpende
maatregelen zal moeten overgaan,als niet in
voldoende voedingsgewassen werden ver
bouwd. Wij herhalén wat Wjj in het vorig
nummer schreven :Den boer worde daarbij
’de zekerheid gegeven, dat hjj een behoorlij
ken prijs voor zijn product zal krijgen.
De heer Snoeck Henkemans heeft tot de
regeering de vraag gericht, of zjj reeds
thans den prijs wil bepalen, in verband met
de productiekosten, waarvoor de regeering
bereid zou zjjn in 1917 bepaalde producten,
die hoofdvoedingsmiddelen zijn voor mensch
en dier, van den verbouwer te koopen, opdat
weggenomen wordt de aarzeling, die op dit
oogenblik bij den landbouw ten opzichte van
het uitzaaien van die voedingsmiddelen
blijkt te bestaan.
Inderdaad zal het een krachtige prikkel
zijn voor de verbouwers tot uitbreiding der
cultuur van hoofdvoedingsgewassen over te
gaan, als vaststaat, dat die cultuur een
flink loonende zal zijn. De landbouwers zjjn
waarlijk tot samenwerking niet ongenegen.
,De groote meerderheid hunner is er van
overtuigd, dat in het belang der gemeen
schap een voortgaande regeeringsbemoeiing
met de cultuür niet kan uitbljjven. Wordt
roverleg met de landbouworganisaties
plefegd, dan lijdt het geen twijfel of
zullen al haar krachten inspannen]
|te werken om de economische moei
-te overwinnen.
>n*kerij
ZOON Good»,
iwe Schouwburg.
moest maar eens zien wat een ruimten dat
izjjn. Grootsch! Kom toch eens, bekijk het
ftoch eens een keertje I” Er lag hartelijkheid
;in den toon. „Het zou mij zoo’n pleizier
jdoen!”
„Ja, ja, dat kunnen wij wel eens een keer
doen,” zei Lietzow. En Johann knikte ook.
„Maar zeg eens”, vervolgde Gottfried
nieuwsgierig en greep Jacob van voren aan
den knoop van zijn jas, „hoe kom je aan al
dat geld om te bouwen?”
„Ik heb het hepi niet gegeven.” zei Ma-
rianne snel, zij kreeg er een kleur bij.
Jacob knikte haar toe, goedhartig lachen
de: „Neen, neen, jij niet Jannigje, je be
hoeft je in het geheel niet te verontschul
digen. Geld kan men tegenwoordig krijgen
zooveel als men wil”, verzekerde hij, zich
tot de beide mannen wendend. „De Bouw-
vereenigingsbank schiet het geld voor. Het
eerste jaar behoeft men niet eens rente be
talen. Op zoo’n manier bouwt nu de geheele
wereld 1”
„Ach,” zeide Johann. Lietzow floot tus-
schen de tanden.
Daarna was het een poosje heel stil in
de kamer, totdat Gottfried weer begon:
„Een Verbruiksvereeniging met aandeelen
wat wil dat zeggen. Wie zit er nog in bui
tten jou?”
„O, een menigte menschen. Het duurt niet
lang meer of de aandeelen worden op de
beurs verhandeld.
„Op de beurs?! Als een kreet van schrik
klonk het van de sofa. De oude vrouw Bade
kow was bleek geworden.
(Wordt vervolgri.)
ifdredacteur van
JKKERING Jn.,
Het Kamerlid W. de Jong heeft in het
u.-l. weekblad de „Vaderlander” het
voedingsvraagstuk besproken. In twee arti
kelen geeft hij daarover beschouwingen,
welke in broederen kring verdienen te wor
den gelezen, waarom wjj ze hier laten
volgen.
Het is wel voor ieder, die de mededeelin-
gen over den oogst in de verschillende
graanvoortbrengende landen heeft gelezen,
duidelijk, dat de vraag, hoe in de voeding
van ons volk zal moeten worden voorzien,
met den dag moeilijker wordt. Van de lan
den ,die in normale tijden Europa van graan
voorzien, zijn voorname producenten door
den oorlogstoestand niet in staat hun
aandeel te levéren. Rusland, dat een
aanzienlijk deel der wereldproductie
voortbrengt, moet zijn voorraden opstape-
len en kan geen mud tarwe of rogge aan
ons land léveren. Roemenië, dat het lot
dreigt te ondergaan van alle kleine Staten,
die in het wereldconflict betrokken werden,
kan al evenmin als leverancier optreden.
Wij zijn voor aanvulling van het tekort aan
graan aangewezen op Noord- en Zuid-Ame
rika en op Australië. Ongelukkig is in deze
landen de oogst verre van gunstig uitgeval
len. Voor uitvoer uit deze landen zal ’n veel
kleiner hoeveelheid beschikbaar zijn dan in
vorige jaren. De wereldproductie blijft dit
maal beneden de vraag. Nu bleef elk jaar
een overschot van overige oogsten over.
Zöoals het er nu bij staat, zal dat overschot,
wil men op bescheiden schaal aan de behoef-
in het volgend jaar zijn ingekrompen tot het
tweede deel van den voorraad, waarmede
ten der verschillende landen kunnen voldoen,
men in normale jaren het ter markt brengen
van den nieuwen oogst kon afwachten.
Het Internationaal Landbouwinstituut te
Rome noemt den toestand nog niet zorg
wekkend. Het moge zoo zjjn ,doch wel legt
het als een onafwijsbare taak op de schou
ders der regeering in elk land, de grootste
zorg te dragen aan de graanbouw in eigen
land zooveel mogelijk worde bevorderd. Dat
kan alleen geschieden, als den verbouwer
een behoorlijke pry’s voor zijn product is
gewaarborgd .Het is de vraag, of de prijs,
waarvoor dit jaar de binnenlandsche tarwe
door de regeering is overgenomen, wel hoog
genoeg is geweest om uitbreiding der graan-
cultuur in de hand te werken.
Meer en meer zal, naarmate de- oorlog
langer duurt ,de regeering genoodzaakt zijn
in te grijpen in het landbouwbedrijf en ter
wille der gansche bevolking moeten voor
schrijven dat 'een zoo groot mogelijk deel
van onzen bodem wordt gereserveerd voor
de teelt van gewassen, die voor de volks
voeding onmisbaar zijn .Doch daarbij zal
J zij in de eerste plaats moeten letten op loo-
Ènende productie voor den producent.
Het' is thans wellicht te laat om krachtig
in te grjjpen tot bevordering van den graan-
verbouw. Het winterkoren had reeds ge
zaaid moeten zjjn ,en de regeering zal niet
meer kunnen voorschrijven, dat dit koren
moet worden geteeld.
Waar we voor zoo groote moeilijkheden
met de volksvoeding komen te staan, mo
ge overwogen worden, of aan de teelt van
noodzakelijke gewassen niet grooter aan
dacht moet worden geschonken dan tot dus
verre geschiedde. Wordt daarbij den ver
bouwer een flinke prijs in het vooruitzicht
'gesteld, dan lijdt het geen twijfel of de re-
geering zal van ónze boeren de medewerking
ondervinden, die zjj behoeft. De graantékor-
tten, in Amerika en Australië, zjjn o.i. zoo
danig, dat de bevordering van den graan
bouw in ons eigen land zoo krachtig moge-
»ljjk moet worden in de handgewerkt.
Dat het tekort aan graan de regeering tot
ingrijpende maatregelen zal nopen, bljjkt
uit de cijfers, welke het Internationaal
Landbouwinstituut te Rome onlangs publi
ceerde. De geheele hoeveelheid graan voor
de wereldhandel beschikbaar, bedraagt dit
jaar aan tarwe 52,252,500.000 K.G. en aan
'rogge 4,729,3000.000 K.G., of een totaal van
j56,981,800,000 K. G. Over de jaren
‘1909—1913 was gemiddeld per jaar beschik
baar 60,517,800,000 K.G. Er is dus een
j tekort van 8,032,400,000 K.G. Wat gerst,
haver en maïs betreft, het tekort daaraan
bedraagt over '16 2,528,500,000 K.G. Dat
wil dus zeggen dat over '16 voor den we-
ireldhandel 5% millioen ton graan minder
beschikbaar is dan in vorige jaren, Dit
tekort zal moeten worden aangevuld, deels
I door het gebruik van andere voedingsmidde
len. Nu is er eik jaar een overschot van den
Ivorigen oogst. Dit zal tot aanvulling van het
tekort dienen, doch dat beteeként tevens,
dat de wereldhandel tegen den oogst van
11917 over niet meer dan l|10 tot 1|8 van een
'‘normaal overschot zal beschikken. Dat voor
uitzicht vestigt de aandacht op de dringende
noodzakelijkheid, waarvan wjj in ons vorig
nummer spraken: uitbreiding van den
graanbouw in eigen land. Nu is het heel
gemakkelijk tedecreteeren, dat dit moet
.geschieden, doch in de practjjk stuit men op
'het fokken van vee, het produceeren van
melk, boter eh kaas intfericht. Het zal niet
(doenlijk zjjn een belangrijk deel groenland
‘direct in zwart land (bouwland) om te zet-
Iten. Niet alleen de ontwikkeling van de pro
ductie van boter en kaas, beide zoo dringend
noodig voor de voeding en voor den uitvoer,
«zullen een omzetting in eenigszins beteeke-
nende mate, beletten
Daar komt een andere omstandigheid bij.
Wie in de streken der veehouderij bekend is,
weet, hoe buitengewoon moeilijk het nu
reeds is werkkrachten te bekomen. Vrou
welijk personeel voor de melkerij is even
Ischaarsch als mannelijk personeel voor den
stal. Graanverbouw zou een vrjj groote toe
name van werkkrachten eischen en het is
'te komen, het was beter, dat zij er niet bij
was. Maar Jacob had aangenomen; dat zjjn
vrouw meekwam was nu juist niet noodig
geweest.
Te half zeven waren allen reeds bijeen. De
kinderen waren vroeg naar bed gebracht,
de luiken gesloten, niemand kon luisteren.
Nu kon 't beginnen.
Achter de reeds gedekte tafel zat moeder
Badekow; zij had vandaag de fjjne muts met
gouden speldjes opgezet.
Marianne zat in den leuningstoel in een
zwart zjjden kleed. De jonge weduwe kleed
de zich als ’t eenigszins kon in zjjde, die
dan glad over haar vollen boezem gespan
pen zat. Gottfried werd steeds door een on-
weerstaanbaren lust aangegrepen, daar een
beetje op te trommelen.
Beide vrouwen zaten zwijgend en stijf er
bjj. De plaats naast moeder Badekow, op
de sofa had de vrouw van Jacob ingeno
men; zjj zag er nog meer uitgemergeld en
kwynender uit. dan anders naast de wel
gedane frischheid der millioenenweduwe.
Julie kwam hoogst zelden naar Tempel
hof. Maar men had haar begroet zooals
het behoorde, dat voelde zjj met voldoe
ning.
„Zoo, laat ge u ook eindelijk eens bij ons
zien?” had Lietzow gezegd. ,Jk geloof,
dat ge in de zeven jaren, dat ge Jacob ge
lukkig maakt, nog geen zeven keer hier zjjt
geweest.”
„Dat is mjjn schuld niet geweest,” zeide
zjj snel.
Een gesprek wilde niet vlotten. Rusteloos
gleden de oogen van Julie in de kamer rond;
zjj beproefde in de gezichten te lezen: hoe
beviel maakte zij den noodigen indruk?
ONS OVERZICHT.
De kansen voor den vrede zjj het dan
in verre toekomst worden niet slechter.
De uitlatingen van regeeringspersonen in
vele landen wijzen erop, dat zeer ernstig
verlangd wordt naar een oplossing, die voor
beide partijen bevredigend zou zjjn. De En-
gelsche minister Cecil zei dat men volle
aandacht zal wijden aan de voorstellen, zon
der de belangen der geallieerden uit het oog
te verliezen. Want Engeland heeft geen
bizondere wenschen of het moest in de
Schelde-kwestie zjjn terwijl èn Rusland
èn Frankrijk met dezen oorlog wel degelijk
grondgebied willen winnen.
Waarschijnlijk zullen de Duitsche voor
stellen eerst ter conferentie worden bekend
gemaakt. President Wilson zal waarschijn
lijk voorstellen die in Den Haag te houden.
Reeds deelt de Duitsche ambassade te Wash
ington mee, dat het zeker is, zoo de oor
logvoerenden bijeenkomen qm over de vre
desvoorstellen te beraadslagen, dat een der
belangrijkste onderwerpen zal zjjn algemee-
ne beperking der bewapening.
Volgens de „Daily News” zal de regeering
der Ver. Staten geen aansluiting zoeken bjj
andere onzjjdigen, inzake het vredesaanbod
van Duitschlahd.
Inmiddels hebben ook bekende Nederlan
ders, op uitnoodiging van den corr. van de
„New-York World”, hun meening over het
Duitsche vredesaanbod gezegd. Men vindt
die onder een andere rubriek.
De Romeinsche correspondent van de
„Tjjd” seint:
Ten Vaticane is niet de minste inlichting
te krjjgen over den indruk, dien aldaar het
vredesaanbod der Centralen heeft gemaakt,
en alle personen van invloed houden hun
meening zorgvuldig geheim. Slechts één
hunner verheelde niet, dat de zinsnede der
nota, aan den pauseljjken nuntius te Wee
nen overhandigd en doelende op den door
de krijgsverrichtingen geschapen toestand,
waarmee rekening zou moeten wordep ge-
i houden, een geschikte basis voor onderhan-
I delingen moeilijk zal maken, zoo daarbij
j niet in aanmerking wordt genomen de staat
van reeds voorbereide krachtsinspanningen.
De H. Stoel zal geen stappen ondernemen,
alvorens hjj zich verzekerd heeft, dat zjj
gevolgen zullen hebben, maar inmiddels laat
hjj niets onbeproefd, om de basis, waarop
een rechtvaardige en duurzame vrede te
bouwen is. Reeds was het mjj bekend, dat de
paus heeft aangedrongen op zoo verregaand
mogeljjk gematigde vredesvoorstellen, in
dien die gelijk thans is geschied -— zul
len worden gedaan.
Inmiddels gaat de strijd voort. De Fran-
*schen hebben op den oosteljjken oever van 4
ide Maas enkele voordeelen behaald in de
richting Louvremont en Hardemont.
Daarentegen gdan de Centralen voor
waarts in Roemenië. De strijd zal zich con-
centreeren om Buzeu, maar als de Roeme
nen het gevaar voor omsingeling willen
GOLIDSCHE <01111 VI.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal
Idem franco per poet. x.
50)
Hier bleef de inmaak altijd zoo goed; ge-
woonljjk werd er niet gestookt. Maar heden
stookte zij. Reeds begon een vochtige warm
te de nooit gebruikte en zelden geluchte ka
mer te dóórtrekken.
Lene trippelde bedrijvig heen en weer, zij
had reeds een hoogrood hoofd. Vanavond
kwam de familie en zij moest nog. drie gan-
ten vullen en nog toezien of de knecht
de dikke aal wel goed stroopte.
„Gottfried,” had Johann gezegd, „het is
werkelijk hoog tjjd, dat wij over Auguste
spreken. Ook dat wjj ons een beetje gele
gen laten liggen aan Jacob!”
„Zoo, dus een gerechteljjke zitting. Bon!”
„Laat ons samen komen bjj jou, zwager.
Ik vind het voor moeder beter; als wjj het in
haar huis doen, zjjn wjj toch op bezoek en
moeder, moeder......”
„Nu ja ik begrÜP het W riel Gottfried
lachend den naar woorden zoekende in de
L rede. „Moeder zal je eens grondig de les
ja lezen. Nu dus af gesproken!”
Men had Auguste niet uitgenoodigd om
PRIJS DER ADVERTENTI6N:
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer. 1 f 0.55
Elke regel meer0.10
Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing vata 15 regels f0.35 by vooruit,
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclhmes f 0.25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
Wonderlijke dingen heeft de oorlog ons
geleerd. Het bonte tooneel, waarop het
leven wordt afgespedd, beeft een groote
verandering ondergaan In onr.en neutra
len hoek zijn de coulisse» vrijwel dezelf-
dedc gebleven. Alleen do belichting is
anders geworden» We hebben oude waar
heden opnieuw ontdekt, wij leerdén als
onze ouders waardeeren de dingen d
wij, de jongeren, door moderne uitviL
dingen hadden vervangen. Kracht voelden
Wij trillen in alle» wat in maasa of in
dividueel ondernomen word. Wij hadden
ons onderschat, wij konden als het moest
lichamelijk en geestelijk veel meer pro-
duoeeren, bleek nu, zelfs al waren onze
levensvoorwaarden inplaató van beter,
minder goed.
Welke vrouw heeft beter dan. titans de
waarde van het geld loeren kennen? Het
is waar dat deze ervaring een minder
aangename was, maar ook hier moest het
„lijden” „leeren” beteekenen. Wat al
lastige, pijnlijke omstandigtiedlen hebben
we gekend in de bijna twee en een haft
jaar, die de oorlog nu reeds duurt.
1
SE
B—Mgatj n.1 II I
Stijging van prijzen, vermindering van
inkomsten, dikwijls ontbering; en toch,
toch zijn we als mensch rijker gewor-
ran de grootste beproevingen voor
was de mobilisatie. We hefa-
jrin geschikt. Toen vielen we
in de brulnbrood-misère we zijn er
blozend eh welvarend bij gebleven. En
thanél hebben we den steenkolennood, die
ons dwingt tot beperking Van het licht.
De straten zijn gedurende een. groot
deel van don avond ver&nderd. Ze hebben
nu een ander aspect, wij, moderne me»-
sohen, wij vinden ze niet gezellig meer.
Wij hebben nu eenmaal geleerd een hel-
verlichte straat gezellig, aangenaam te
vinden. Ie niet de geijkte te$n: een „vroo-
lijk” verlichte «raat?
Het cultuur-leven, van de oudiste
den af, heeft zich voor een belangrijk
deel gedemonstreerd1, ontwikkeld', op
heirwegen, en later op straat; en daar
om is deze andere belichting iets onge
woons in ons leven van alle dag, voe
len wij ons zelfs mfcfechien wat mis
deeld.
Is dan liet gevoel voor poëzie bij den
modernen menech zoozeer vervormd dat
hij van het schelle, brutale licht is gaan
houden, werkelijk zoo gaan houden dat
hij er noode meer buiten kan?
Voelen wij do zachte intimiteit, die war
me gezeiligfceid! niet van het petroleum-,
het kaareUdil?
Vreemd was het ons te moede, dien
eersten avond vanhet verbod van elek
trisch- en gaslicht na 8 uur in de eta
lages. Men zag alles weer in functie,
wat reeds lang in het rommeihoekje van
den zolder bezig waa al meer en meer
in vergetelheid te raken. Oude petroleum
lampen in allerlei vorm, schemerlampen
b.v. nachtpitten. Alle vonden weer
hoewel het minder sterk is weldadiger
aandoet dan net brutale, witte licht van
i de elëctrische en gaslamp en.
I Wij zullen sipoedig ons aan dezen, maat-
i regel gaan wennen; c~ -
we, wat de Engeischi
the best of ik” d. w
zijdb van te zien.
Want wij moeten ons nu eenmaal aan-
paesen aan en leeren schikken in de om
standigheden. Mlsafohien *zal ook dezo
lichtbeparlng onze oogen open maken
voor dingen die we vroeger niet zagen,
misschien leert zij ons dat mogelijk is
'wat wij niet mogelijk achtten, b.v. ons
behoedén voor verspilling van energie,
en ook zal meer huiselijkheid worden ge
kweekt, zullen veel jongelieden de straat'
minder leeren beschouwen aki een plaats
waar men ontspanning zoekt «i vindt.
Dan zal deze besparing de romantiek,
de vergeten romantiek in ons laten op- i
leven van den huiselijken haard1 en we
zullen dien weer gaan beschouwen als
het warm kloppend hart van het gezins
leven. Voor dto jongeren zal dat een
wondere, nieuwe bekoring zijn, een oude
waarheid die, vergeten, weer ontdekt moet
worden. Laten wij haal- nooit weer ver
geten.
’mond vertrok zich in een aanval van na
ijver. En daarna bleef haar blik aan Jacob
hangen. Dat was haar man, haar man, die
behoorde haar geheel alleen!
Jacob stond met den rug tegen de steenen
kachel geleund; hy huiverde; hjj was in zoo
lang hier buiten niet geweest, Johann zette
een doodernstig gezicht en Gottfried had
hem dadelijk gevraagd: Nu, hoe staat het
met het bouwen? Hij voelde het, zjj gingen
niet accoord met zyn ondernemingen. Maar
wat kon hem dat schelen? Toch, toch. Hjj
was toch aan hen gehecht al was hij de
verhoudingen hier geheel ontgroeid. Gott
fried had een helder hoofd, die moest het
begrijpen ^ls hjj het hem duidelijk maakte
welke ontzaglijke voordeelen het gaf, nu te
bouwen.
Levendig zette Jacob het uiteen. De na
vraag naar woningen was kolossaal. Als hjj
voor de twee woningen op de eerste verdie
ping elk 2000 taler rekendevoor die op
de tweede elk vijftien honderdvoor die
op de derde elk duizend, behoefde hjj op de
vierde van elk deel slechts vierhonderd taler
te nemen, zoo was hjj er reeds dubbel en
dwars uit Het belegd kapitaal bracht best
7% op!
„En waar woon jjj vroeg Gottfried.
„Nu niet juist op de eerste verdieping!”
Jacob lachte. Hjj kreeg het warmer nu hjj
zoo druk over zjjn hoopvolle verwachtingen
sprak.
„Wjj zullen waarschijnlijk een woning op
de tweede verdieping nemen. Die kost im
mers zoo goed als niets, als ik bedenk hoe
mjjn zaak zich uitbreidt, en naast het ver-
kooplokaal komen de vertrekken van de
verbruiksvereeniging met aandeelen. Je
SB!