(linn, terdam, - III ii Hm La Zaterdag 16 December 1916. 55e Jaargang. jen lan behalve Zon- ad. Telefoon Interc. 82. Uitgever» A. EK ZOON. Eerste Blad. -ï Feuilleton. 1.7 n 'f ff |f| M i Buiten de Stadspoorten. 1 Het Voedingsvraagstuk. |XTxe“a."ws- ean. ^.d.Trerteaa.tie"blebd. tooi G-oixcLeu ®a?L Öxrxstxelceooi- Verschijnt dagelijks en Feestdagen. Telefoon Interc. 82. Lichtbesparing. .0. 13269. 150 1 lKE Dit Bummer bestaat uit drie bladen. fi TILS. 68 ii i ■di Uw OPMAK, I aOBDA. dellea. I f 1.25 1.50 dh> In- lAS nd. ge- deze cm mede Ijjkheden bouw Bouw- en Understand»-Com- „Om G««sm" paü>. vergadering aan dezen, mast en misschien leeren inian noemt: „make w. z. er die goede Nadr het Lhiitech van CLARA VTEB1G. Bewerkt door I. P. WESSEL1NK 3 VAN R068UM met autorisatie van de schrijfster. (Nadruk verboden.) WydstTMt 29 ÏNf uD Lne. wij geregeld tijdig ontvangen vee en, vermakelijkM b mn agenda - r Steeds was zjj in het onzekere. Lang had zjj getwijfeld: zou zjj al of niet meegaan. Graag deed zjj ’t niet Maar Jacob had het haar ontraden en juist daar om was zij meegekomen. Zjj was nu zjjn vrouw, en, dat zij eens zijn dienstbode was geweest, ging niemand aan. En niemand zou aan haar zien, dat zjj als kind bloots voets de ganzen had gehoed voor de rijke boeren en dat zjj toen zij pas in de stad was gekomen bij den kleinen winkelier heel aan het eind van den Prenzlauer allee, maar loopmeisje was geweest. Nu was zij madam, nu had haar man een grooten winkel, nu woonde zij in eigen huis, nu kleedde zij zich steedsch! De vroegere dienstbode was er op gesteld, naar de nieuwste mode gekleed te zijn. Moeder Badekow droeg de rok altijd vol gens dezelfde eenvoudige snit, aan den band gerimpeld; en dé gladde taille van voren met beenénknoopjes gesloten, en rondom een klein schootje; Lene Lietzow deed de groote katoenen schort slechts af als zij op straat kwam, en zelfs dan niet altijd; en zelfs de zware zijden japon der weduwe verloochende nog niet geheel de verwant schap met de van geslacht op geslacht over gegane boersche snit. Julie Badekow daarentegen stikte bijna in oplegsels en plooien, in strooken en gar neersels. Het haar had zij tot idiote lokjes geknipt en voor dezen avond had zij zich laten kappen. Met steedsche modekennis monsterden haar blikken het gladde in het midden geschelde haar der rijke weduwe. Zij nam Marianne van het hoofd tot de voeten op. Dat was de lievelingszuster van haar man ,van wie hij dikwijls sprak. Haar den Een var ons volk ben ons ei scbriftelijke loer is meerdere can onize schriftelijke Belangstellenden erdoor tot niets. Met Geïllustreerd Zondagsblad dagelijks aangenomen aan ons Bureau: ten, den Boekhandel en de Postkantoren. Idem franco per post. Abonnementen worden K Markt 31by onze Agenten 52 akhouden, neergevorderden. de acte M. O. al lesgeld f 5.—- i. Zoo slaagde jeP.SIEBESMA n andere leiding de groote vraag, of men deze zou kunnen bekomen. Anders staat het met die gronden, welke reeds gebruikt worden voor de teelt van verschillende handelsgewassen. De distri- butiewet geeft den minister reeds de gele genheid de teelt daarvan te beperken. De re geering zal moeten overwegen, of zij in het belang der volksvoeding ,tot ingrijpende maatregelen zal moeten overgaan,als niet in voldoende voedingsgewassen werden ver bouwd. Wij herhalén wat Wjj in het vorig nummer schreven :Den boer worde daarbij ’de zekerheid gegeven, dat hjj een behoorlij ken prijs voor zijn product zal krijgen. De heer Snoeck Henkemans heeft tot de regeering de vraag gericht, of zjj reeds thans den prijs wil bepalen, in verband met de productiekosten, waarvoor de regeering bereid zou zjjn in 1917 bepaalde producten, die hoofdvoedingsmiddelen zijn voor mensch en dier, van den verbouwer te koopen, opdat weggenomen wordt de aarzeling, die op dit oogenblik bij den landbouw ten opzichte van het uitzaaien van die voedingsmiddelen blijkt te bestaan. Inderdaad zal het een krachtige prikkel zijn voor de verbouwers tot uitbreiding der cultuur van hoofdvoedingsgewassen over te gaan, als vaststaat, dat die cultuur een flink loonende zal zijn. De landbouwers zjjn waarlijk tot samenwerking niet ongenegen. ,De groote meerderheid hunner is er van overtuigd, dat in het belang der gemeen schap een voortgaande regeeringsbemoeiing met de cultuür niet kan uitbljjven. Wordt roverleg met de landbouworganisaties plefegd, dan lijdt het geen twijfel of zullen al haar krachten inspannen] |te werken om de economische moei -te overwinnen. >n*kerij ZOON Good», iwe Schouwburg. moest maar eens zien wat een ruimten dat izjjn. Grootsch! Kom toch eens, bekijk het ftoch eens een keertje I” Er lag hartelijkheid ;in den toon. „Het zou mij zoo’n pleizier jdoen!” „Ja, ja, dat kunnen wij wel eens een keer doen,” zei Lietzow. En Johann knikte ook. „Maar zeg eens”, vervolgde Gottfried nieuwsgierig en greep Jacob van voren aan den knoop van zijn jas, „hoe kom je aan al dat geld om te bouwen?” „Ik heb het hepi niet gegeven.” zei Ma- rianne snel, zij kreeg er een kleur bij. Jacob knikte haar toe, goedhartig lachen de: „Neen, neen, jij niet Jannigje, je be hoeft je in het geheel niet te verontschul digen. Geld kan men tegenwoordig krijgen zooveel als men wil”, verzekerde hij, zich tot de beide mannen wendend. „De Bouw- vereenigingsbank schiet het geld voor. Het eerste jaar behoeft men niet eens rente be talen. Op zoo’n manier bouwt nu de geheele wereld 1” „Ach,” zeide Johann. Lietzow floot tus- schen de tanden. Daarna was het een poosje heel stil in de kamer, totdat Gottfried weer begon: „Een Verbruiksvereeniging met aandeelen wat wil dat zeggen. Wie zit er nog in bui tten jou?” „O, een menigte menschen. Het duurt niet lang meer of de aandeelen worden op de beurs verhandeld. „Op de beurs?! Als een kreet van schrik klonk het van de sofa. De oude vrouw Bade kow was bleek geworden. (Wordt vervolgri.) ifdredacteur van JKKERING Jn., Het Kamerlid W. de Jong heeft in het u.-l. weekblad de „Vaderlander” het voedingsvraagstuk besproken. In twee arti kelen geeft hij daarover beschouwingen, welke in broederen kring verdienen te wor den gelezen, waarom wjj ze hier laten volgen. Het is wel voor ieder, die de mededeelin- gen over den oogst in de verschillende graanvoortbrengende landen heeft gelezen, duidelijk, dat de vraag, hoe in de voeding van ons volk zal moeten worden voorzien, met den dag moeilijker wordt. Van de lan den ,die in normale tijden Europa van graan voorzien, zijn voorname producenten door den oorlogstoestand niet in staat hun aandeel te levéren. Rusland, dat een aanzienlijk deel der wereldproductie voortbrengt, moet zijn voorraden opstape- len en kan geen mud tarwe of rogge aan ons land léveren. Roemenië, dat het lot dreigt te ondergaan van alle kleine Staten, die in het wereldconflict betrokken werden, kan al evenmin als leverancier optreden. Wij zijn voor aanvulling van het tekort aan graan aangewezen op Noord- en Zuid-Ame rika en op Australië. Ongelukkig is in deze landen de oogst verre van gunstig uitgeval len. Voor uitvoer uit deze landen zal ’n veel kleiner hoeveelheid beschikbaar zijn dan in vorige jaren. De wereldproductie blijft dit maal beneden de vraag. Nu bleef elk jaar een overschot van overige oogsten over. Zöoals het er nu bij staat, zal dat overschot, wil men op bescheiden schaal aan de behoef- in het volgend jaar zijn ingekrompen tot het tweede deel van den voorraad, waarmede ten der verschillende landen kunnen voldoen, men in normale jaren het ter markt brengen van den nieuwen oogst kon afwachten. Het Internationaal Landbouwinstituut te Rome noemt den toestand nog niet zorg wekkend. Het moge zoo zjjn ,doch wel legt het als een onafwijsbare taak op de schou ders der regeering in elk land, de grootste zorg te dragen aan de graanbouw in eigen land zooveel mogelijk worde bevorderd. Dat kan alleen geschieden, als den verbouwer een behoorlijke pry’s voor zijn product is gewaarborgd .Het is de vraag, of de prijs, waarvoor dit jaar de binnenlandsche tarwe door de regeering is overgenomen, wel hoog genoeg is geweest om uitbreiding der graan- cultuur in de hand te werken. Meer en meer zal, naarmate de- oorlog langer duurt ,de regeering genoodzaakt zijn in te grijpen in het landbouwbedrijf en ter wille der gansche bevolking moeten voor schrijven dat 'een zoo groot mogelijk deel van onzen bodem wordt gereserveerd voor de teelt van gewassen, die voor de volks voeding onmisbaar zijn .Doch daarbij zal J zij in de eerste plaats moeten letten op loo- Ènende productie voor den producent. Het' is thans wellicht te laat om krachtig in te grjjpen tot bevordering van den graan- verbouw. Het winterkoren had reeds ge zaaid moeten zjjn ,en de regeering zal niet meer kunnen voorschrijven, dat dit koren moet worden geteeld. Waar we voor zoo groote moeilijkheden met de volksvoeding komen te staan, mo ge overwogen worden, of aan de teelt van noodzakelijke gewassen niet grooter aan dacht moet worden geschonken dan tot dus verre geschiedde. Wordt daarbij den ver bouwer een flinke prijs in het vooruitzicht 'gesteld, dan lijdt het geen twijfel of de re- geering zal van ónze boeren de medewerking ondervinden, die zjj behoeft. De graantékor- tten, in Amerika en Australië, zjjn o.i. zoo danig, dat de bevordering van den graan bouw in ons eigen land zoo krachtig moge- »ljjk moet worden in de handgewerkt. Dat het tekort aan graan de regeering tot ingrijpende maatregelen zal nopen, bljjkt uit de cijfers, welke het Internationaal Landbouwinstituut te Rome onlangs publi ceerde. De geheele hoeveelheid graan voor de wereldhandel beschikbaar, bedraagt dit jaar aan tarwe 52,252,500.000 K.G. en aan 'rogge 4,729,3000.000 K.G., of een totaal van j56,981,800,000 K. G. Over de jaren ‘1909—1913 was gemiddeld per jaar beschik baar 60,517,800,000 K.G. Er is dus een j tekort van 8,032,400,000 K.G. Wat gerst, haver en maïs betreft, het tekort daaraan bedraagt over '16 2,528,500,000 K.G. Dat wil dus zeggen dat over '16 voor den we- ireldhandel 5% millioen ton graan minder beschikbaar is dan in vorige jaren, Dit tekort zal moeten worden aangevuld, deels I door het gebruik van andere voedingsmidde len. Nu is er eik jaar een overschot van den Ivorigen oogst. Dit zal tot aanvulling van het tekort dienen, doch dat beteeként tevens, dat de wereldhandel tegen den oogst van 11917 over niet meer dan l|10 tot 1|8 van een '‘normaal overschot zal beschikken. Dat voor uitzicht vestigt de aandacht op de dringende noodzakelijkheid, waarvan wjj in ons vorig nummer spraken: uitbreiding van den graanbouw in eigen land. Nu is het heel gemakkelijk tedecreteeren, dat dit moet .geschieden, doch in de practjjk stuit men op 'het fokken van vee, het produceeren van melk, boter eh kaas intfericht. Het zal niet (doenlijk zjjn een belangrijk deel groenland ‘direct in zwart land (bouwland) om te zet- Iten. Niet alleen de ontwikkeling van de pro ductie van boter en kaas, beide zoo dringend noodig voor de voeding en voor den uitvoer, «zullen een omzetting in eenigszins beteeke- nende mate, beletten Daar komt een andere omstandigheid bij. Wie in de streken der veehouderij bekend is, weet, hoe buitengewoon moeilijk het nu reeds is werkkrachten te bekomen. Vrou welijk personeel voor de melkerij is even Ischaarsch als mannelijk personeel voor den stal. Graanverbouw zou een vrjj groote toe name van werkkrachten eischen en het is 'te komen, het was beter, dat zij er niet bij was. Maar Jacob had aangenomen; dat zjjn vrouw meekwam was nu juist niet noodig geweest. Te half zeven waren allen reeds bijeen. De kinderen waren vroeg naar bed gebracht, de luiken gesloten, niemand kon luisteren. Nu kon 't beginnen. Achter de reeds gedekte tafel zat moeder Badekow; zij had vandaag de fjjne muts met gouden speldjes opgezet. Marianne zat in den leuningstoel in een zwart zjjden kleed. De jonge weduwe kleed de zich als ’t eenigszins kon in zjjde, die dan glad over haar vollen boezem gespan pen zat. Gottfried werd steeds door een on- weerstaanbaren lust aangegrepen, daar een beetje op te trommelen. Beide vrouwen zaten zwijgend en stijf er bjj. De plaats naast moeder Badekow, op de sofa had de vrouw van Jacob ingeno men; zjj zag er nog meer uitgemergeld en kwynender uit. dan anders naast de wel gedane frischheid der millioenenweduwe. Julie kwam hoogst zelden naar Tempel hof. Maar men had haar begroet zooals het behoorde, dat voelde zjj met voldoe ning. „Zoo, laat ge u ook eindelijk eens bij ons zien?” had Lietzow gezegd. ,Jk geloof, dat ge in de zeven jaren, dat ge Jacob ge lukkig maakt, nog geen zeven keer hier zjjt geweest.” „Dat is mjjn schuld niet geweest,” zeide zjj snel. Een gesprek wilde niet vlotten. Rusteloos gleden de oogen van Julie in de kamer rond; zjj beproefde in de gezichten te lezen: hoe beviel maakte zij den noodigen indruk? ONS OVERZICHT. De kansen voor den vrede zjj het dan in verre toekomst worden niet slechter. De uitlatingen van regeeringspersonen in vele landen wijzen erop, dat zeer ernstig verlangd wordt naar een oplossing, die voor beide partijen bevredigend zou zjjn. De En- gelsche minister Cecil zei dat men volle aandacht zal wijden aan de voorstellen, zon der de belangen der geallieerden uit het oog te verliezen. Want Engeland heeft geen bizondere wenschen of het moest in de Schelde-kwestie zjjn terwijl èn Rusland èn Frankrijk met dezen oorlog wel degelijk grondgebied willen winnen. Waarschijnlijk zullen de Duitsche voor stellen eerst ter conferentie worden bekend gemaakt. President Wilson zal waarschijn lijk voorstellen die in Den Haag te houden. Reeds deelt de Duitsche ambassade te Wash ington mee, dat het zeker is, zoo de oor logvoerenden bijeenkomen qm over de vre desvoorstellen te beraadslagen, dat een der belangrijkste onderwerpen zal zjjn algemee- ne beperking der bewapening. Volgens de „Daily News” zal de regeering der Ver. Staten geen aansluiting zoeken bjj andere onzjjdigen, inzake het vredesaanbod van Duitschlahd. Inmiddels hebben ook bekende Nederlan ders, op uitnoodiging van den corr. van de „New-York World”, hun meening over het Duitsche vredesaanbod gezegd. Men vindt die onder een andere rubriek. De Romeinsche correspondent van de „Tjjd” seint: Ten Vaticane is niet de minste inlichting te krjjgen over den indruk, dien aldaar het vredesaanbod der Centralen heeft gemaakt, en alle personen van invloed houden hun meening zorgvuldig geheim. Slechts één hunner verheelde niet, dat de zinsnede der nota, aan den pauseljjken nuntius te Wee nen overhandigd en doelende op den door de krijgsverrichtingen geschapen toestand, waarmee rekening zou moeten wordep ge- i houden, een geschikte basis voor onderhan- I delingen moeilijk zal maken, zoo daarbij j niet in aanmerking wordt genomen de staat van reeds voorbereide krachtsinspanningen. De H. Stoel zal geen stappen ondernemen, alvorens hjj zich verzekerd heeft, dat zjj gevolgen zullen hebben, maar inmiddels laat hjj niets onbeproefd, om de basis, waarop een rechtvaardige en duurzame vrede te bouwen is. Reeds was het mjj bekend, dat de paus heeft aangedrongen op zoo verregaand mogeljjk gematigde vredesvoorstellen, in dien die gelijk thans is geschied -— zul len worden gedaan. Inmiddels gaat de strijd voort. De Fran- *schen hebben op den oosteljjken oever van 4 ide Maas enkele voordeelen behaald in de richting Louvremont en Hardemont. Daarentegen gdan de Centralen voor waarts in Roemenië. De strijd zal zich con- centreeren om Buzeu, maar als de Roeme nen het gevaar voor omsingeling willen GOLIDSCHE <01111 VI. PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaal Idem franco per poet. x. 50) Hier bleef de inmaak altijd zoo goed; ge- woonljjk werd er niet gestookt. Maar heden stookte zij. Reeds begon een vochtige warm te de nooit gebruikte en zelden geluchte ka mer te dóórtrekken. Lene trippelde bedrijvig heen en weer, zij had reeds een hoogrood hoofd. Vanavond kwam de familie en zij moest nog. drie gan- ten vullen en nog toezien of de knecht de dikke aal wel goed stroopte. „Gottfried,” had Johann gezegd, „het is werkelijk hoog tjjd, dat wij over Auguste spreken. Ook dat wjj ons een beetje gele gen laten liggen aan Jacob!” „Zoo, dus een gerechteljjke zitting. Bon!” „Laat ons samen komen bjj jou, zwager. Ik vind het voor moeder beter; als wjj het in haar huis doen, zjjn wjj toch op bezoek en moeder, moeder......” „Nu ja ik begrÜP het W riel Gottfried lachend den naar woorden zoekende in de L rede. „Moeder zal je eens grondig de les ja lezen. Nu dus af gesproken!” Men had Auguste niet uitgenoodigd om PRIJS DER ADVERTENTI6N: Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer. 1 f 0.55 Elke regel meer0.10 Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing vata 15 regels f0.35 by vooruit, betaling, elke regel meer 6 ets. Reclhmes f 0.25 per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. Wonderlijke dingen heeft de oorlog ons geleerd. Het bonte tooneel, waarop het leven wordt afgespedd, beeft een groote verandering ondergaan In onr.en neutra len hoek zijn de coulisse» vrijwel dezelf- dedc gebleven. Alleen do belichting is anders geworden» We hebben oude waar heden opnieuw ontdekt, wij leerdén als onze ouders waardeeren de dingen d wij, de jongeren, door moderne uitviL dingen hadden vervangen. Kracht voelden Wij trillen in alle» wat in maasa of in dividueel ondernomen word. Wij hadden ons onderschat, wij konden als het moest lichamelijk en geestelijk veel meer pro- duoeeren, bleek nu, zelfs al waren onze levensvoorwaarden inplaató van beter, minder goed. Welke vrouw heeft beter dan. titans de waarde van het geld loeren kennen? Het is waar dat deze ervaring een minder aangename was, maar ook hier moest het „lijden” „leeren” beteekenen. Wat al lastige, pijnlijke omstandigtiedlen hebben we gekend in de bijna twee en een haft jaar, die de oorlog nu reeds duurt. 1 SE B—Mgatj n.1 II I Stijging van prijzen, vermindering van inkomsten, dikwijls ontbering; en toch, toch zijn we als mensch rijker gewor- ran de grootste beproevingen voor was de mobilisatie. We hefa- jrin geschikt. Toen vielen we in de brulnbrood-misère we zijn er blozend eh welvarend bij gebleven. En thanél hebben we den steenkolennood, die ons dwingt tot beperking Van het licht. De straten zijn gedurende een. groot deel van don avond ver&nderd. Ze hebben nu een ander aspect, wij, moderne me»- sohen, wij vinden ze niet gezellig meer. Wij hebben nu eenmaal geleerd een hel- verlichte straat gezellig, aangenaam te vinden. Ie niet de geijkte te$n: een „vroo- lijk” verlichte «raat? Het cultuur-leven, van de oudiste den af, heeft zich voor een belangrijk deel gedemonstreerd1, ontwikkeld', op heirwegen, en later op straat; en daar om is deze andere belichting iets onge woons in ons leven van alle dag, voe len wij ons zelfs mfcfechien wat mis deeld. Is dan liet gevoel voor poëzie bij den modernen menech zoozeer vervormd dat hij van het schelle, brutale licht is gaan houden, werkelijk zoo gaan houden dat hij er noode meer buiten kan? Voelen wij do zachte intimiteit, die war me gezeiligfceid! niet van het petroleum-, het kaareUdil? Vreemd was het ons te moede, dien eersten avond vanhet verbod van elek trisch- en gaslicht na 8 uur in de eta lages. Men zag alles weer in functie, wat reeds lang in het rommeihoekje van den zolder bezig waa al meer en meer in vergetelheid te raken. Oude petroleum lampen in allerlei vorm, schemerlampen b.v. nachtpitten. Alle vonden weer hoewel het minder sterk is weldadiger aandoet dan net brutale, witte licht van i de elëctrische en gaslamp en. I Wij zullen sipoedig ons aan dezen, maat- i regel gaan wennen; c~ - we, wat de Engeischi the best of ik” d. w zijdb van te zien. Want wij moeten ons nu eenmaal aan- paesen aan en leeren schikken in de om standigheden. Mlsafohien *zal ook dezo lichtbeparlng onze oogen open maken voor dingen die we vroeger niet zagen, misschien leert zij ons dat mogelijk is 'wat wij niet mogelijk achtten, b.v. ons behoedén voor verspilling van energie, en ook zal meer huiselijkheid worden ge kweekt, zullen veel jongelieden de straat' minder leeren beschouwen aki een plaats waar men ontspanning zoekt «i vindt. Dan zal deze besparing de romantiek, de vergeten romantiek in ons laten op- i leven van den huiselijken haard1 en we zullen dien weer gaan beschouwen als het warm kloppend hart van het gezins leven. Voor dto jongeren zal dat een wondere, nieuwe bekoring zijn, een oude waarheid die, vergeten, weer ontdekt moet worden. Laten wij haal- nooit weer ver geten. ’mond vertrok zich in een aanval van na ijver. En daarna bleef haar blik aan Jacob hangen. Dat was haar man, haar man, die behoorde haar geheel alleen! Jacob stond met den rug tegen de steenen kachel geleund; hy huiverde; hjj was in zoo lang hier buiten niet geweest, Johann zette een doodernstig gezicht en Gottfried had hem dadelijk gevraagd: Nu, hoe staat het met het bouwen? Hij voelde het, zjj gingen niet accoord met zyn ondernemingen. Maar wat kon hem dat schelen? Toch, toch. Hjj was toch aan hen gehecht al was hij de verhoudingen hier geheel ontgroeid. Gott fried had een helder hoofd, die moest het begrijpen ^ls hjj het hem duidelijk maakte welke ontzaglijke voordeelen het gaf, nu te bouwen. Levendig zette Jacob het uiteen. De na vraag naar woningen was kolossaal. Als hjj voor de twee woningen op de eerste verdie ping elk 2000 taler rekendevoor die op de tweede elk vijftien honderdvoor die op de derde elk duizend, behoefde hjj op de vierde van elk deel slechts vierhonderd taler te nemen, zoo was hjj er reeds dubbel en dwars uit Het belegd kapitaal bracht best 7% op! „En waar woon jjj vroeg Gottfried. „Nu niet juist op de eerste verdieping!” Jacob lachte. Hjj kreeg het warmer nu hjj zoo druk over zjjn hoopvolle verwachtingen sprak. „Wjj zullen waarschijnlijk een woning op de tweede verdieping nemen. Die kost im mers zoo goed als niets, als ik bedenk hoe mjjn zaak zich uitbreidt, en naast het ver- kooplokaal komen de vertrekken van de verbruiksvereeniging met aandeelen. Je SB!

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1916 | | pagina 1