i-Bureau.
JMITS,
mdal.
Hl
i mii*i
NIGIN6
rt
h i Ini.
8 VOOR
>ie dingen
No. 13303.
55e Jaargang.
Zaterdag 27 Januari 1917.
BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
.Telefoon Interc. 82.
Telefoon Intero. 82.
Eerste Blad.
Feuilleton.
Gouda.
ZSTxo-cl-ws-, exa.^.d.-vextexxtieToleucL'voox GtovlcLs. ezx OxxxstxeZbxexx.
VERSCHIJNT DAGELIJKS
Courant
aeces.
lien kosten slechts
maling:
Buiten de Stadspoorten.
Ter overweging.
Uitgevers A. BRINKMAN ZOON.
LtYZOXEiX
VINO.
SCHITTEREND
:o.)
to.
enland.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
HAGENAAR.
BINNENLAND.
voor elke regel
wordt’
(Wordt vervolgd.)
I
aan het Bureau.
1879.)
C. BIJ L,
EEBAART La.
Schouwburg. Am-
t je me maar”.
en Woningtoe-
nmissie Armen-
Lkkerij
UN Gouda.
I Kracht i
Tol. 5M
Gouda.
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
CCCLV.
Kort nadat onze vorige brief uit de hof
stad was gepost, kwam het reeds verwach
te, maar toch nog «>nverwachte bericht van
het overleden van den heer Mr. Goeman
GOlWE COÜRAW.
in de
Naar het Duitach van
CLARA VIEBIG.
Bewerkt door I. P. WESSEL1NK-
VAN B068UM met autorisatie van de
schrijfster.
(Nadruk verboden.)
Het vluchtoord to Ede.
Het Corr.-Bureau meldt:
Het verluidt in parlementaire krin
gen, dat de minuter van Binnen-
landsohe Zaken niet voornemens ia
Borgesius.JReeds is -aan dezen staatsman
zooveel gebracht, dat wy waarlijk
daaraan JHs meer behoeven toe te voegen.
In den loop der tijden zijn vele verhalen
in omloop gekomen met het leven van dezen
algemeenen zoozeer bekenden leider, mi
nister, kamerlid en voorzitter. Van die ver
halen aal zoo nu en dan wel eens iets niet
precies der waarheid getrouw zijn, doch van
andere is toch overbekend, dat zij heusch
echt zijn. Zoo was zijn verstrooidheid één
van de eigenschappen die tot vele grappen
heeft geleid. Er gaat een verhaal, dat in
den huize Borgesius op zekeren dag alles
op stelten stond omdat een gouden speld
met briljanten, toebehoorende aan de vrouw*
des huizes spoorloos verdwenen was. On
danks alle nasporingen was het ding niet
te vinden, 's Avonds echter kwam het voor
den dag: de heer des huizw had in zjjn
verstrooidheid den speld gebruikt als
plaatsvervanger van een ontbrekenden
knoop aan een van zijn onderkleeren.
Zijn woord-verhaspelingen waren ver
maard. Eén van zeer recenten datum
is „heusch” gebeurd. Wanneer in de Tweede
Kamer een amendement wordt voorgesteld
moet dat door tien leden Worden onder
steund. Dat ondersteunen geschiedt door
handopsteken en de voorzitter noemt de tien
namen op. Mr. Borgesius wilde de hoeren
Berestejjn en Kleerekooper tegelijk noemen
en sprak toen van Berekoper en Kleere-
dergelijke verspreking vaak
tan, is ie be-
het waar is,
ieuw lid den
irzoek u on-
ryingera van
geregeld tijdig
ntvangen va<»
vermakelijk be
te oase agoaua
„sst" werd geroepen, waarop ook wel eens
het grappige voorval volgde, dat de Voor
zitter, plots zich omdraaiend, om stilte ha
merde. Als de Voorzitter zün souffleur, den
griffier, niet had, zou hü vaak raar in den
knoei gezeten hebben.
Als een artist van den derden of vierden
rang aan hot woord was en het niet te
verwachten was dat deze zich buiten de
Orde zou wagen, raakte de Voorzitter wei
eens in lectuur verdiept. Wilde *t oreerende
lid iets van den voorzitter weten, dan moest
de griffier dezen meestal eerst attent ma
ken op den spreker. Op de perstribune waar
natuurlijk veel beter geluisterd wordt dan
in de Kamer, werden dergelyke kleine inci
dentjes altijd ópgemerkt Aan de lezende,
•chrjjvende, pratende en puffende Kamer
leden ging het moeste wel voorbij. Herhaal-
delyk is het ook voorgekomen dat aan do
aandacht van den voorzitter ontsnapten on
toelaatbare uitdrukkingen, door een lid ge
bruikt Het incldent-Nierstrasz had waar
schijnlijk niet zoo’n vaart geloopen, indien
de voorzitter niet in gesprek was geweest
met een der leden.
De aard van het voorzitterschap strookte
heelemaal niet met don aard van don leven-
digen, slagvaardigen politicus en het is
slechts aan zijn handigheid en zijn scherpte
van geest te danken, dat hij er zich goed
door heen wist te slaan. Eigenlijk deugde
hij heelemaal niet yoor het voorzitterschap,
wel voor een dagje, voor één vergadering
maar zijn geest was veel te veol mot an
dere zaken vervuld dan dat hij zich steeds
weer op het debat kon concentreeren. Ook
was Mr. Borgesius veel te haastig gebakerd
en in zijn vijf-minuten-jacht heeft hij dik
wijl» voel poch gehad, ook al omdat hij wel
probeerde iets in stilte af te doen, zóó dat
het aan de aandacht ontsnapte. Natuurlijk
gaf dat later weer „heibel”. Dat het altijd
nog weer zoo op zijn pootjes terecht kwam,
Was ook wel het gevolg hiervan, dat men
uit respect voor den politicus Borgesius
den voorzitter niet hard viel. Op menig
oogenblik was het presidium zeer onvol
doende en liep de wagen heel scheef. Maar
ach, het herstelde zich wel weer en den vol
genden dag kabbelde de vergadering weer
rustig voort. Het was in 1913 een groot
verschil ;de heer Van Nispen tot Sevenaer
die het drukke Talma-jaar geleid had op
een wijze die in alle opzichten voortreffelijk
en onberispelijk was, ruimde den zetel voor
Mr. Borgesius, die het vak nog „leeren”
moest Onpartijdig was de pas ontslapene
wel, in dien zin dat hij niet één partij bo
ven de andere stelde, maar in de persoon
lijke bejegening tegenover enkele leden
was h|j vaak allesbehalve onpartijdig.
Het voorzitterschap is een ondankbare en
zeer zware taak. Men onderschatte die niet
en het is dus best te begrijpen dat een 66-
jarige, die nimmer aan zijn stoel gekluis
terd zat, niet aanstonds het „zit”werk zoo
gemakkelijk kon. Eigenlijk gezegd, is de
wdord. Het gelaat zijner
iete wat hem bevreemdde,
uitdrukking wa» niet streng, ze was
t.J- _l_l vriendelijk,
was, ateofmoeder niet meer grtteel
haar gedaolutem bij de zaak was.
wij gelooven materiaal genoeg te hebben
om te kunnen bewijzfen, dat die drie soorten
vrijzinnige lijsten in 1918 tot schromelijke
verwarring aanleiding zullen geven, om niet
te spreken van onverkwikkel ijken strijd, en
daarom nog eens: Zouden de drie partijen
niet nog eens ernstig overwegen of het niet
zaak zal wezen in 1918 precies te doen wat»
zij in 1918 deden n.l. uitkomen met een ge
meenschappelijk program.
Moge het daartoe komen, en het is zaak,
dat hierover zoo spoedig mogelijk wordt
beslist, want het spreekt van zelf, dat
geene der drie partijen, vóór dat die beslis
sing gevallen is, iets anders kan doen dan
krachtiger dan ooit propaganda te maken
voor eigen parochie. En die propaganda kan
ait den aard der zaak nooit geheel ontko
men aan bestrijding van de andere vrij zin
nige fracties, i En als w|j aandringen op
ernstige overweging van de vraag, of wtf
ook in 1918 niet nog eens allen zullen sa
mengaan, is dat niet alleen omdat samen
werking tusschen de drie vrijzinnige groe
pen voor ons gebiedende eisch is, zoolang
de Coalitie bijeen blijft, zij het dan al niet
by de stembus maar daarna, maar omdat
wij in 1918 naar alle waarschijnlijkheid
minder voor politieke vraagstukken dan wel
tooi* deze hoofdvraag zullen kinnen te
«taan, hoe onze financieele toestand zal
moeten worden geredderd. En al geven wij
gaarne toe, dat dit natuurlijk niet enkel uit
directe belastingen zal kunnen worden ge
vonden ,dit staat toch zeker voor alle vrij
zinnigen vast, dat het gat nooit zal moeten
gestopt worden met eene Tariefverhooging,
die onzen doorvoerhandel zou nekken, en
dat zou juist na den oorlog, zooals Treub in
zijne Memorie van Toelichting op zijne B<k
lastingwetten zoo uitnemend uiteengezet
heeft, zeker het geval zijn. Het gaat hier
toch niet om de vraag welke van de drie
fracties bij het gescheiden optrekken het
meest zou winnen; het gaat om het feit, dat
die onderlinge concurrentiestrijd tusschen
de vrijzinnigen duizenden kiezers van hen
afkeerig zou* maken; dat heeft 1909 ons
geleerd, terwijl 1913 heeft bewezen dat het
vrijzinnige deel van het Nederlandsche volk
gaarne aan alle vrijzinnigen zijn vertrou-’
wen schenkt, mits een gemeenschappelijk
program het bewijs geeft, dat ze, in de
meerderheid gekomen, ook tot gemeen
schappelijk regeeren in staat zullen zijn. Dit
alles dunkt ons des te meer de overweging
waard, omdat door de E. V. de katholieke
partij zeker, de sociaal-democratische zoo
goed als zeker haar aantal zetels zal zien
toenemen.
Caveant consules.
was het, alsof zijn nieuw, gieboMnd huis
lioveu hem instortte. En het wRren toch
slechts zijn plannen, welke in duigen vie
len. Hij zou rwi zijn hoofd)
bepgen onder het
zooale hij deed1,
Het u.L weekblad De Vaderlander
schrijft:
Het lijkt wel, of de Evenredige Vertegen
woordiging aan de Concentratie een einde
zal maken, en dat daardoor ook de vrijzin
nige partijen elk weer geheel op zichzelve
zullen komen te staan. Tot dusverre heeft
niemand onzer zich voorgesteld, dat een
andere toestand in 1918 mogelijk zal zijn,
dat elke partij in het vervolg voor eigen
lijsten zal hebben te ijveren.
Toch willen wij er op wijzen, dat, als de
drie vrijzinnige groepen in 1918 met geza
menlijke lijsten en een gezamenlijk verkie-
zingsprogram zouden willen uitkomen, de
E. V. daartegen allerminst een beletsel is.
En wij zouden zeker gaarne zien, dat de
drie partjjen nog eens overwogen of het niet
wenschelyk ware daartoe te komen. De
rechtsche partijen staan er in dat opzicht
gemakkelijker voor dan de vrijzinnigen, tus-
schen een Katholiek en een Calvinist be
staat zoo groot verschil, dat niemand dit
over het hoofd zal zien; tusschen den Anti
revolutionair en den Christelijk-Historische
is dat verschil heel wat minder, maar toch
blijft het meegaan met Kuyper of Lohman
voor de niet politiek geschoolden in die par
tijen het kompas. Maar bij ons, vrijzin
nigen, staat de zaak heel anders, en in
breede kringen van de vrijzinnigen wordt
voor de verschillen onder de vrijzinnigen
onderling heel wat minder gevoeld dan de
party leiders zich verbeelden. Wie zich als
vrijzinnige dan ook voorstelt, dat de begin-
selvraag, juister gezegd de nuancevraag, de
meerderheid der vrijzinnigen eene keuze zal
laten doen uit de ingediende lijsten, zal zich
naar onzemeening deerlijk vergissen. Voor
vele duizenden vrijzinnigen zal dit beslist
worden door de personen die candidaat ge
steld worden. Men vergete toch niet, dat
men, naast verschillehde algemeen vrijzin
nige kiesvereenigingen, tienduizenden vrij
zinnigen in den lande heeft, die vrijzinnig
stemmen, zonder ergens by aangesloten te
Vijn. En hoe weihig deze menschen zich om
nuance bekommeren, weet een ieder, die
met verkiezingen vertrouwd is. In Alkmaar
b.v. zat in 1901 Mr. E. Fokker, de vrij zin -
nig-democraat, zóó vast dat de vrij-liberaal,
die in dat jaar tegenover hem gesteld werd,
slechts een pover aantal stemmen verkreeg,
maar toen twee jaar later Alkmaar open
kwam, doordat de heer Fokker voorzitter
werd van den Centralen Raad van Beroep,
en de in dat district zoo populaire vrij-libe-
raal mr. Van Foreest werd gesteld, was alle
kans voor de vryzinnig-democraten verke
ken. Enfin ,de historie is om er uit te lee
ren, al doet een ieder dit dan ook niet, en
per kwartaal f 1.25, per week 10 cent, met Zondagsblad per
cent, overal waar de beaorging per looper geschiedt. Franco
per post per kwartaal I 1.50. met Zondagsblad 12.-
Abonnementen wordén dagelijks aangenomen aan ons bureau; Markt 31. Gouda, bij
onze agenten, den boekhandel en de postkantoren.
ADVERTENTIEPRIJS i Uit Gouda en omstreken (beboerende tot den bezorgkring)
1—5 regels f 0.55, elke regel meer f 0.10. Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden
deze tegen twee berekend. Van buiten Gouda en den bezorgkring: 1-5 regels f 0.80, elke
regel meer f 0.15.
ste|jn! Dat een
onbedaarlijk gelach deed ontstaan, is te be
grijpen. Het verhaal gaat
weten we niet - dat hy eenj
eed af nemend o.a. zeide: „ikj
der het opsteken van de rechj
de voorste hand mij na tezagg
Toen hjj nog pas voorzitter was, leefde
hij nog geheel in den gedachtengang van
een lid voort en begon hij zijn mededeelin-
gen vaak met „meneer de voorzitter".
Dat hij eens heeft gesproken van Kouwe-
vriesrecht, van de brug die niet valt te
overkloven, van de antithese „Christus of
Bileam” zyn verhalen, die een Nederland
sche vermaardheid hebben gekregen.
'Als hy als Kamerlid het woord voerde,
had hy de kinderlijke gewoonte in de rech
terhand die hij op den rug hield, met iets
te spelen. Soms was het een propje papier,
soms echter z|jn sleutelbos, eenmaal bleek
het een paar geldstukken te zijn. In vuur
gerakend en dat kon hy vergat hjj het
speelgoed en rolde 't over den grond, ohder
groote hilariteit van de leden. Zelfs had hy
daarin allerminst erg en heel verbaasd
vroeg hy dan-aan het naastbyzittende lid
of hij iets geks had gezegd.
Als voorzitter kon hjj ook zoo heerljjk
verstrooid zyn. Dan wist-ie van de heele
wereld niets meer af. Driekwart omge
draaid op zijn stoel was hy in druk ge
sprek met een der leden. Steeds harder be
gon hy te praten en het geval heeft zich
niet zelden voorgedaan dat uit de Kamer
86)
„Neen, hoezoo?” <fe oude schudkte het
hoofd.
„Wel, Grote -zegt, dat
wordt”
Toen lachte vrouw
dig, maar een.
mor was toch nog in den
geloof dat het tijd wordt,
de voeten maak, mijn
mijn geld noodég!”
Johann, was getroffen door dit ant
woord: hoe bedoelde zij dat?! Hij was
oprecht bezorgd over zijn moeder, maar
Grete had gelijk, men. moest vertrouwd
raken met die gedachte aan haar dood.
Als moeder stierf zouden er lied wat
veranderingen komen.
functie van voorzitterschap veel te zwaar
voor een 66-jarige, Dat het een jeugdiger
lid heusch niet aan prestige behoeft te ont
breken, heeft de heer van Nispen bewezen,
die op 85-jarigen leeftijd den voorzitters-
stoel innam en de Kamer een eerbied af
dwong, zooal^ slechts weinige voorzitter*
voor hem bezaten.
Jacob was zeer boos op Julie: hoe* kon
zij nu weer naar Tempelhof gaan, waar
zij zich zoo ónmogelijk had gemaakt?
Had hij het geweten, dan had zij nooit
mogen gaan. En tooi» wa» er iete in zijn
hart, dat ook ham er heen dreef, hem
meer dreef dan haar eeuwig smeektm hem
drijven kon. angst had hem aangegre
pen; allee wa» hem tegengdoopen: nu
u zoo zwakjes
zijn hoofd willen ver-
boezelaar zijner moeder
toen hij een kind was.
Maar het was hem' te pijnlijk naar bul
ten te gaan: wat wilde hij van haar
nog eenp geld. Neen, zoo
Paschke, van wie Marian-
„N«n-War nk<!” Marianne lachte
vrortijk. „Ik heb tijd om af te wachten,
al krengt Iwc hute een poo» ntete op, te-
ter doet het .dat toch. FrtedricH zal ook
AH van dtwdifde meesdag zijn!”
„Jtanetjol" Uacob omtantedo haar, ja,
liet zou hen» \en pak van het hart zijn,
het huiw, hi\ hui», dat had houi bij
na zijn verstand 'doen, verlkwen. Al» hij
dat •zonder ai te ved vcrlla» kwijt kon ra
ken’ „Het 1m te goed van je!Met eau
zucht Liet hij tut hoofd op detk schouder
zijner zuster zinken.
Het was he«i stil te het vertrek. Vrouw
Badekow keek do twee ams, daarna «loot
zij de oogw Marianue zou liet venter
mei heui wel te orde maken. Zij wU wa»
heden zoo moe!
„Het te te goed van ja,” stamekte Ja
cob. „Ik vind bet echter vreeMijk, dat ik
je dat heb moeten aandoen!”
„Hoe aooF' Martennc kiepte hem op
du»» rug. „Dimrvan moet je nu zwijgen.
De een» ImumI moet de andere wmMqhen.
Frtedrioh heek ontehg» ai geaegd, dat.
al» je den betten rommel kwijt k«D. Ne
kesi, je dan <fe etad uit moeot Wakken
du Je dan oase hoeve moert gaan be
sturen.”
„Ik, - naar BriteF’
Jacob had het hoofd opgohoven, ver
baasd keek bü zijn zuster aan. „Naar
Britz, zoo hettemaol de tead uUF’ Lu*
en tegenzin wMden zich af op zijl
geteobt.
w one <wn genoegen
mee dpen!”
De zeiaertIH.
De heer Gerreteon hoeft d,d* 23
Januari de volgende vraag gericht
tot den minister van Binnenlaudsche
Zaken, betreffende invoering van den
aZomertgd”
Is de minister niet van meening,
dat de vele hygiënische en economische
Belangen, die gediend worden door
den „zomertijd” sooah die in het *f-
ioopen jaar gegolden heeft, thans, nu
de kolenschaarschte en de dientenge
volge duurdere lichtproduetie, het
hunstlichtverbruik binnen de engst
mogelijke grenzen behooren te beper
ken» er toe moeten leiden den maat
regel van het vorig jaar te herhalen
en zelfs nog een stap verder te gaan,
door den Zomertijd b.v. reeds op
1 April a,s. te doen ingaan, opdat een
zoo hoog mogelijk profijt worde ge
trokken van het gratis ter beschikking
Btaapde daglicht
De minister van Binnenlaudsche
Zaken, de heer Gort van der Linden,
heeft daarop d.d. 25 Januari 1917
geantwoord, dat hjj, gelijk uit het
ten vorigen jare door hem ingediende
voorstel zal zijn gebleken, ten volle
doordrongen is van de groote voor*
deelon welke besparing van daglicht
meebrengt. Aangaande de economi
sche en sociale gevolgen van den in
1916 getroffen maatregel is oen uit
gebreid onderzoek ingestald. Aan de
hand van de uitkomsten van dit»
thans nagenoeg volbracht onderzoek,
zal zoo spoedig mogelijk een beslis-
sing worden genomen over de vraag,
of en in welken vorm de in 1916 ge
troffen voorziening kan hernieuwd
worden.
Badekcw weemoc-
beetje van die oude hu-
nog te den glimlach: „Ik
tijd wordt, dat ik mij uit
b kinderen hebben
INGEZONDEN MEDEDEEUNGEN 1-4 f 1.05. slks r*1 .«f QJi
Op de voorpefina dubbel tarief.
Gewone edeerteniiin en ingezonden mededoeliagen bi| coauaca MN star gsreducecrdea
prija. Groote lettert en randen near plaataruimie.
KLEINE ADVERTENTlftN aenvfsgen en aanbiedingen.' tetrsKipit tewtMpwnasaf.
koop en eerkoop, huur en verbuur. 1—5 regelt f 9.25 elke regel «eer 5 cent bij vcortet-
betaling. Maximum grootte 10 regelt. Bewijanuaunen 5 cem.
LZIJN VAN
BJEJU.
’HEEÊN worden
1 in verzegelde
an vy/, twee en
en een Ned. ons
elding van Kom
rijs, voorzien van
nd Merk, vol
vet gedeponeerd.
)t de uitvoering
rde orders aan-
Nu knikte hij toewtemmend.
Den gMkBohon langen weg met de paar
dentram» had zij voortdurend zacht tot
hem genproken: „Zeg haar aite*. rond
uit, dan begrijpt moeder bet beat. E'n dan
sullen wij zien!”
„Zij zaïl denken, dat ik maar alleen kom
om het geld en dat te bet toch niet!"
Hij steunde; verschrikt «tiet zij hem aan.
Alsof zij gohoei alleen waren, geeti acht
slaande op de menschen, barstte hij uit:
„Geld alleeii kan mij niet helpeh, mij niet
gelukkig maken. Er ontbreekt mij boven
dien nog zooweel!"
Je denkt aan Jukte?" zeide zij heel
zacht en stak haar hand in de zijne. Hij
knikte. Haar gelaat werd zeer nadenkend
en Iiedroetö.
„Moeder, hier te Jacob," zeide Marian
ne, toen zij binnen kwamen.
Hanne Badekow zat in haar leuning
stoel. Haar oogen waren open, maar zij
had zeker gewlajien zij wtet niet dade
lijk waar zij waa.
„Wie?" vroeg zij.
.Jacob!” Marianne had haar broer
achter zieh aangetrokkén, nu duwde zij
heui naar voren.
Het gelaat dar oude vrouw trilde, zij
«loot de oogen weer. „Ik heb al een hee
le pooe op je gewacht.”
De zoon waagde niet haar hand te
grijpen. Deze oude vrouw zqji hij nu
bet verdriet aandoen van haar ronduit te
aeggeo: ,Jk be»i geruïneerd?” N«n, dat
kon hij niet! Beschaamd en mhuw week
hij terug. Had hij moeder «mte zoolang
niet gezien, dat zij zoo wa» veranderd
Hij achrok er van.
„Ik had juist aan je gedacht. Ik deed
zeker erg vreemd,” zeide vrouw Bade
kow langzaam en opende de oogen. „Dat
komt van het droomen. Nu, ga nu zit
ten. En zeg een», wat je wilt/
Hij zride geen
ner moeder Iwul
De
ook niet koud, maar ook niet
het w*
met 1- w- -T,--
„Hoe maken je kinderen hel?” vroeg
vrouw Badekow. „Ate de kinderen zoo
klein zijn, geven zij vreugde. Mijn, kinde
ren warén ook eene zoo kleiiu"
Dat wan een verwijt. Jacob voelde zich
gekrenkt. Wilde moeder <*r mee zeggen,
dat hij haar nu geen vreugde meer gaf?
Hij beet op zijn, lippen.
„Neen, neen, zoo bedtoei ik 1h< niet
kom eens hier.” Zij stak de Imnd naar
hen» uit. „Ik weel het wei, ai zeg je
niets. Zie je, mijn zoon, ik zai het geld
niet meeiMMDen, dat wil ik ook niet, maar
ik zou je ook niet graag allee willen ge
ven, wat je nog te wachten hebt; dat Ber
lijn heeft je te veel te pakken. Dan heb
je later, ate ja kiudertje groot zijn, niets
meer om hen te helpen. Ik dtxik er steeds
over na, hoe dat het beet te doen is,
maar zij zuchtte dtep en er reutelde
daarbij iete te haar liorat, ik ben ze
ker te oud, er valt mij niet» te.”
„Ate liet hute gt-rechutijk wordt ver
kocht, «tan neem ik het over,” zeide Mw-
rianoe nu 'snel. Tot nu toe bad zij ge
zwegen. Nu knikte zij haar broer toe. „Ik
zal met Friedrich over d»* zaak spreken.
hij vindt het goed, dat weet ik
Misschien kunnen wij de eerste verdieping
bewonen. In leder geval nemen wij het
oner."
„Marianne!” Haar broer wikte bet uit
schreeuwen: neen, dat mocht niet! Hij
voelde zich zoo diep verootmoedigd.
Maar de oude vrouw zeéde: „Wen» maar
stil, dat dort Marianne mrt pldziec en
zij kan het doen. Zij zai er niets hij ver
liezen.”
te gaan;
Geld, geld en>
iemand als die
ne hem had verteld, zoo iemand wa» hij
oog niet I
Hij bezocht zijn zuster; hij wa» stille
tjes gegaan op den tijd', dat hij wist dat
de dokter bij zijn zieken wa». Zij alleen
hoorde hem aan, anders nietnand1. Daar
kon hij bekennen, wat hij nog niet ge
waagd had', zichzelf geheel te bekennen:
hij kon het hute niet meer houden. Het
was zwaar belast met hypotheken; nu de
woningen leeg stonden, kon hij de met
OctolxT Vervallende rente niet opbrengen.
Zelfs al zou Marianne hem hei geld ook
wille»» voorschieten, dan zou hij het toch
diet willen aannemen. Dat wa» slechte
een uitetel van executie; liet was met Immij
gedaan. De Altenburger maatschappij
waarvoor hij zich zoo sterk had inge -
spannen, waarop hij zulke duizrttegwek-
kende verwachtingen had gebouwd, gaf
nu ook geen dividend meer. Na de groo
te kracht was alk# uit, hij kon met zijn
aandeelen zijn kamer behangen! Moede
loos zat hij bij zijn zuster, met het hoofd
op de borat.
Marianne keek hem bekommerd aan
Jacob zag er slecht uit, zijn haar werd
frijs, hij was oud geworden: een ge
broken man.
„Ga naar moeder!"
Hij schudde ontkennend het hoofd, en
toch zag zij een straal van hoop op zijn
gelaat lichten.
„Gd!Ga! Ik Mi met je meegaan.”
ABONNEMENTSPRIJS i
kwartaal f 1.75, per week 14
..ju,
wordén da'
i boekhandel