i-Bureau. JMITS, mdal. Hl i mii*i NIGIN6 rt h i Ini. 8 VOOR >ie dingen No. 13303. 55e Jaargang. Zaterdag 27 Januari 1917. BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. .Telefoon Interc. 82. Telefoon Intero. 82. Eerste Blad. Feuilleton. Gouda. ZSTxo-cl-ws-, exa.^.d.-vextexxtieToleucL'voox GtovlcLs. ezx OxxxstxeZbxexx. VERSCHIJNT DAGELIJKS Courant aeces. lien kosten slechts maling: Buiten de Stadspoorten. Ter overweging. Uitgevers A. BRINKMAN ZOON. LtYZOXEiX VINO. SCHITTEREND :o.) to. enland. Dit nummer bestaat uit twee bladen. HAGENAAR. BINNENLAND. voor elke regel wordt’ (Wordt vervolgd.) I aan het Bureau. 1879.) C. BIJ L, EEBAART La. Schouwburg. Am- t je me maar”. en Woningtoe- nmissie Armen- Lkkerij UN Gouda. I Kracht i Tol. 5M Gouda. BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. CCCLV. Kort nadat onze vorige brief uit de hof stad was gepost, kwam het reeds verwach te, maar toch nog «>nverwachte bericht van het overleden van den heer Mr. Goeman GOlWE COÜRAW. in de Naar het Duitach van CLARA VIEBIG. Bewerkt door I. P. WESSEL1NK- VAN B068UM met autorisatie van de schrijfster. (Nadruk verboden.) Het vluchtoord to Ede. Het Corr.-Bureau meldt: Het verluidt in parlementaire krin gen, dat de minuter van Binnen- landsohe Zaken niet voornemens ia Borgesius.JReeds is -aan dezen staatsman zooveel gebracht, dat wy waarlijk daaraan JHs meer behoeven toe te voegen. In den loop der tijden zijn vele verhalen in omloop gekomen met het leven van dezen algemeenen zoozeer bekenden leider, mi nister, kamerlid en voorzitter. Van die ver halen aal zoo nu en dan wel eens iets niet precies der waarheid getrouw zijn, doch van andere is toch overbekend, dat zij heusch echt zijn. Zoo was zijn verstrooidheid één van de eigenschappen die tot vele grappen heeft geleid. Er gaat een verhaal, dat in den huize Borgesius op zekeren dag alles op stelten stond omdat een gouden speld met briljanten, toebehoorende aan de vrouw* des huizes spoorloos verdwenen was. On danks alle nasporingen was het ding niet te vinden, 's Avonds echter kwam het voor den dag: de heer des huizw had in zjjn verstrooidheid den speld gebruikt als plaatsvervanger van een ontbrekenden knoop aan een van zijn onderkleeren. Zijn woord-verhaspelingen waren ver maard. Eén van zeer recenten datum is „heusch” gebeurd. Wanneer in de Tweede Kamer een amendement wordt voorgesteld moet dat door tien leden Worden onder steund. Dat ondersteunen geschiedt door handopsteken en de voorzitter noemt de tien namen op. Mr. Borgesius wilde de hoeren Berestejjn en Kleerekooper tegelijk noemen en sprak toen van Berekoper en Kleere- dergelijke verspreking vaak tan, is ie be- het waar is, ieuw lid den irzoek u on- ryingera van geregeld tijdig ntvangen va<» vermakelijk be te oase agoaua „sst" werd geroepen, waarop ook wel eens het grappige voorval volgde, dat de Voor zitter, plots zich omdraaiend, om stilte ha merde. Als de Voorzitter zün souffleur, den griffier, niet had, zou hü vaak raar in den knoei gezeten hebben. Als een artist van den derden of vierden rang aan hot woord was en het niet te verwachten was dat deze zich buiten de Orde zou wagen, raakte de Voorzitter wei eens in lectuur verdiept. Wilde *t oreerende lid iets van den voorzitter weten, dan moest de griffier dezen meestal eerst attent ma ken op den spreker. Op de perstribune waar natuurlijk veel beter geluisterd wordt dan in de Kamer, werden dergelyke kleine inci dentjes altijd ópgemerkt Aan de lezende, •chrjjvende, pratende en puffende Kamer leden ging het moeste wel voorbij. Herhaal- delyk is het ook voorgekomen dat aan do aandacht van den voorzitter ontsnapten on toelaatbare uitdrukkingen, door een lid ge bruikt Het incldent-Nierstrasz had waar schijnlijk niet zoo’n vaart geloopen, indien de voorzitter niet in gesprek was geweest met een der leden. De aard van het voorzitterschap strookte heelemaal niet met don aard van don leven- digen, slagvaardigen politicus en het is slechts aan zijn handigheid en zijn scherpte van geest te danken, dat hij er zich goed door heen wist te slaan. Eigenlijk deugde hij heelemaal niet yoor het voorzitterschap, wel voor een dagje, voor één vergadering maar zijn geest was veel te veol mot an dere zaken vervuld dan dat hij zich steeds weer op het debat kon concentreeren. Ook was Mr. Borgesius veel te haastig gebakerd en in zijn vijf-minuten-jacht heeft hij dik wijl» voel poch gehad, ook al omdat hij wel probeerde iets in stilte af te doen, zóó dat het aan de aandacht ontsnapte. Natuurlijk gaf dat later weer „heibel”. Dat het altijd nog weer zoo op zijn pootjes terecht kwam, Was ook wel het gevolg hiervan, dat men uit respect voor den politicus Borgesius den voorzitter niet hard viel. Op menig oogenblik was het presidium zeer onvol doende en liep de wagen heel scheef. Maar ach, het herstelde zich wel weer en den vol genden dag kabbelde de vergadering weer rustig voort. Het was in 1913 een groot verschil ;de heer Van Nispen tot Sevenaer die het drukke Talma-jaar geleid had op een wijze die in alle opzichten voortreffelijk en onberispelijk was, ruimde den zetel voor Mr. Borgesius, die het vak nog „leeren” moest Onpartijdig was de pas ontslapene wel, in dien zin dat hij niet één partij bo ven de andere stelde, maar in de persoon lijke bejegening tegenover enkele leden was h|j vaak allesbehalve onpartijdig. Het voorzitterschap is een ondankbare en zeer zware taak. Men onderschatte die niet en het is dus best te begrijpen dat een 66- jarige, die nimmer aan zijn stoel gekluis terd zat, niet aanstonds het „zit”werk zoo gemakkelijk kon. Eigenlijk gezegd, is de wdord. Het gelaat zijner iete wat hem bevreemdde, uitdrukking wa» niet streng, ze was t.J- _l_l vriendelijk, was, ateofmoeder niet meer grtteel haar gedaolutem bij de zaak was. wij gelooven materiaal genoeg te hebben om te kunnen bewijzfen, dat die drie soorten vrijzinnige lijsten in 1918 tot schromelijke verwarring aanleiding zullen geven, om niet te spreken van onverkwikkel ijken strijd, en daarom nog eens: Zouden de drie partijen niet nog eens ernstig overwegen of het niet zaak zal wezen in 1918 precies te doen wat» zij in 1918 deden n.l. uitkomen met een ge meenschappelijk program. Moge het daartoe komen, en het is zaak, dat hierover zoo spoedig mogelijk wordt beslist, want het spreekt van zelf, dat geene der drie partijen, vóór dat die beslis sing gevallen is, iets anders kan doen dan krachtiger dan ooit propaganda te maken voor eigen parochie. En die propaganda kan ait den aard der zaak nooit geheel ontko men aan bestrijding van de andere vrij zin nige fracties, i En als w|j aandringen op ernstige overweging van de vraag, of wtf ook in 1918 niet nog eens allen zullen sa mengaan, is dat niet alleen omdat samen werking tusschen de drie vrijzinnige groe pen voor ons gebiedende eisch is, zoolang de Coalitie bijeen blijft, zij het dan al niet by de stembus maar daarna, maar omdat wij in 1918 naar alle waarschijnlijkheid minder voor politieke vraagstukken dan wel tooi* deze hoofdvraag zullen kinnen te «taan, hoe onze financieele toestand zal moeten worden geredderd. En al geven wij gaarne toe, dat dit natuurlijk niet enkel uit directe belastingen zal kunnen worden ge vonden ,dit staat toch zeker voor alle vrij zinnigen vast, dat het gat nooit zal moeten gestopt worden met eene Tariefverhooging, die onzen doorvoerhandel zou nekken, en dat zou juist na den oorlog, zooals Treub in zijne Memorie van Toelichting op zijne B<k lastingwetten zoo uitnemend uiteengezet heeft, zeker het geval zijn. Het gaat hier toch niet om de vraag welke van de drie fracties bij het gescheiden optrekken het meest zou winnen; het gaat om het feit, dat die onderlinge concurrentiestrijd tusschen de vrijzinnigen duizenden kiezers van hen afkeerig zou* maken; dat heeft 1909 ons geleerd, terwijl 1913 heeft bewezen dat het vrijzinnige deel van het Nederlandsche volk gaarne aan alle vrijzinnigen zijn vertrou-’ wen schenkt, mits een gemeenschappelijk program het bewijs geeft, dat ze, in de meerderheid gekomen, ook tot gemeen schappelijk regeeren in staat zullen zijn. Dit alles dunkt ons des te meer de overweging waard, omdat door de E. V. de katholieke partij zeker, de sociaal-democratische zoo goed als zeker haar aantal zetels zal zien toenemen. Caveant consules. was het, alsof zijn nieuw, gieboMnd huis lioveu hem instortte. En het wRren toch slechts zijn plannen, welke in duigen vie len. Hij zou rwi zijn hoofd) bepgen onder het zooale hij deed1, Het u.L weekblad De Vaderlander schrijft: Het lijkt wel, of de Evenredige Vertegen woordiging aan de Concentratie een einde zal maken, en dat daardoor ook de vrijzin nige partijen elk weer geheel op zichzelve zullen komen te staan. Tot dusverre heeft niemand onzer zich voorgesteld, dat een andere toestand in 1918 mogelijk zal zijn, dat elke partij in het vervolg voor eigen lijsten zal hebben te ijveren. Toch willen wij er op wijzen, dat, als de drie vrijzinnige groepen in 1918 met geza menlijke lijsten en een gezamenlijk verkie- zingsprogram zouden willen uitkomen, de E. V. daartegen allerminst een beletsel is. En wij zouden zeker gaarne zien, dat de drie partjjen nog eens overwogen of het niet wenschelyk ware daartoe te komen. De rechtsche partijen staan er in dat opzicht gemakkelijker voor dan de vrijzinnigen, tus- schen een Katholiek en een Calvinist be staat zoo groot verschil, dat niemand dit over het hoofd zal zien; tusschen den Anti revolutionair en den Christelijk-Historische is dat verschil heel wat minder, maar toch blijft het meegaan met Kuyper of Lohman voor de niet politiek geschoolden in die par tijen het kompas. Maar bij ons, vrijzin nigen, staat de zaak heel anders, en in breede kringen van de vrijzinnigen wordt voor de verschillen onder de vrijzinnigen onderling heel wat minder gevoeld dan de party leiders zich verbeelden. Wie zich als vrijzinnige dan ook voorstelt, dat de begin- selvraag, juister gezegd de nuancevraag, de meerderheid der vrijzinnigen eene keuze zal laten doen uit de ingediende lijsten, zal zich naar onzemeening deerlijk vergissen. Voor vele duizenden vrijzinnigen zal dit beslist worden door de personen die candidaat ge steld worden. Men vergete toch niet, dat men, naast verschillehde algemeen vrijzin nige kiesvereenigingen, tienduizenden vrij zinnigen in den lande heeft, die vrijzinnig stemmen, zonder ergens by aangesloten te Vijn. En hoe weihig deze menschen zich om nuance bekommeren, weet een ieder, die met verkiezingen vertrouwd is. In Alkmaar b.v. zat in 1901 Mr. E. Fokker, de vrij zin - nig-democraat, zóó vast dat de vrij-liberaal, die in dat jaar tegenover hem gesteld werd, slechts een pover aantal stemmen verkreeg, maar toen twee jaar later Alkmaar open kwam, doordat de heer Fokker voorzitter werd van den Centralen Raad van Beroep, en de in dat district zoo populaire vrij-libe- raal mr. Van Foreest werd gesteld, was alle kans voor de vryzinnig-democraten verke ken. Enfin ,de historie is om er uit te lee ren, al doet een ieder dit dan ook niet, en per kwartaal f 1.25, per week 10 cent, met Zondagsblad per cent, overal waar de beaorging per looper geschiedt. Franco per post per kwartaal I 1.50. met Zondagsblad 12.- Abonnementen wordén dagelijks aangenomen aan ons bureau; Markt 31. Gouda, bij onze agenten, den boekhandel en de postkantoren. ADVERTENTIEPRIJS i Uit Gouda en omstreken (beboerende tot den bezorgkring) 1—5 regels f 0.55, elke regel meer f 0.10. Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Van buiten Gouda en den bezorgkring: 1-5 regels f 0.80, elke regel meer f 0.15. ste|jn! Dat een onbedaarlijk gelach deed ontstaan, is te be grijpen. Het verhaal gaat weten we niet - dat hy eenj eed af nemend o.a. zeide: „ikj der het opsteken van de rechj de voorste hand mij na tezagg Toen hjj nog pas voorzitter was, leefde hij nog geheel in den gedachtengang van een lid voort en begon hij zijn mededeelin- gen vaak met „meneer de voorzitter". Dat hij eens heeft gesproken van Kouwe- vriesrecht, van de brug die niet valt te overkloven, van de antithese „Christus of Bileam” zyn verhalen, die een Nederland sche vermaardheid hebben gekregen. 'Als hy als Kamerlid het woord voerde, had hy de kinderlijke gewoonte in de rech terhand die hij op den rug hield, met iets te spelen. Soms was het een propje papier, soms echter z|jn sleutelbos, eenmaal bleek het een paar geldstukken te zijn. In vuur gerakend en dat kon hy vergat hjj het speelgoed en rolde 't over den grond, ohder groote hilariteit van de leden. Zelfs had hy daarin allerminst erg en heel verbaasd vroeg hy dan-aan het naastbyzittende lid of hij iets geks had gezegd. Als voorzitter kon hjj ook zoo heerljjk verstrooid zyn. Dan wist-ie van de heele wereld niets meer af. Driekwart omge draaid op zijn stoel was hy in druk ge sprek met een der leden. Steeds harder be gon hy te praten en het geval heeft zich niet zelden voorgedaan dat uit de Kamer 86) „Neen, hoezoo?” <fe oude schudkte het hoofd. „Wel, Grote -zegt, dat wordt” Toen lachte vrouw dig, maar een. mor was toch nog in den geloof dat het tijd wordt, de voeten maak, mijn mijn geld noodég!” Johann, was getroffen door dit ant woord: hoe bedoelde zij dat?! Hij was oprecht bezorgd over zijn moeder, maar Grete had gelijk, men. moest vertrouwd raken met die gedachte aan haar dood. Als moeder stierf zouden er lied wat veranderingen komen. functie van voorzitterschap veel te zwaar voor een 66-jarige, Dat het een jeugdiger lid heusch niet aan prestige behoeft te ont breken, heeft de heer van Nispen bewezen, die op 85-jarigen leeftijd den voorzitters- stoel innam en de Kamer een eerbied af dwong, zooal^ slechts weinige voorzitter* voor hem bezaten. Jacob was zeer boos op Julie: hoe* kon zij nu weer naar Tempelhof gaan, waar zij zich zoo ónmogelijk had gemaakt? Had hij het geweten, dan had zij nooit mogen gaan. En tooi» wa» er iete in zijn hart, dat ook ham er heen dreef, hem meer dreef dan haar eeuwig smeektm hem drijven kon. angst had hem aangegre pen; allee wa» hem tegengdoopen: nu u zoo zwakjes zijn hoofd willen ver- boezelaar zijner moeder toen hij een kind was. Maar het was hem' te pijnlijk naar bul ten te gaan: wat wilde hij van haar nog eenp geld. Neen, zoo Paschke, van wie Marian- „N«n-War nk<!” Marianne lachte vrortijk. „Ik heb tijd om af te wachten, al krengt Iwc hute een poo» ntete op, te- ter doet het .dat toch. FrtedricH zal ook AH van dtwdifde meesdag zijn!” „Jtanetjol" Uacob omtantedo haar, ja, liet zou hen» \en pak van het hart zijn, het huiw, hi\ hui», dat had houi bij na zijn verstand 'doen, verlkwen. Al» hij dat •zonder ai te ved vcrlla» kwijt kon ra ken’ „Het 1m te goed van je!Met eau zucht Liet hij tut hoofd op detk schouder zijner zuster zinken. Het was he«i stil te het vertrek. Vrouw Badekow keek do twee ams, daarna «loot zij de oogw Marianue zou liet venter mei heui wel te orde maken. Zij wU wa» heden zoo moe! „Het te te goed van ja,” stamekte Ja cob. „Ik vind bet echter vreeMijk, dat ik je dat heb moeten aandoen!” „Hoe aooF' Martennc kiepte hem op du»» rug. „Dimrvan moet je nu zwijgen. De een» ImumI moet de andere wmMqhen. Frtedrioh heek ontehg» ai geaegd, dat. al» je den betten rommel kwijt k«D. Ne kesi, je dan <fe etad uit moeot Wakken du Je dan oase hoeve moert gaan be sturen.” „Ik, - naar BriteF’ Jacob had het hoofd opgohoven, ver baasd keek bü zijn zuster aan. „Naar Britz, zoo hettemaol de tead uUF’ Lu* en tegenzin wMden zich af op zijl geteobt. w one <wn genoegen mee dpen!” De zeiaertIH. De heer Gerreteon hoeft d,d* 23 Januari de volgende vraag gericht tot den minister van Binnenlaudsche Zaken, betreffende invoering van den aZomertgd” Is de minister niet van meening, dat de vele hygiënische en economische Belangen, die gediend worden door den „zomertijd” sooah die in het *f- ioopen jaar gegolden heeft, thans, nu de kolenschaarschte en de dientenge volge duurdere lichtproduetie, het hunstlichtverbruik binnen de engst mogelijke grenzen behooren te beper ken» er toe moeten leiden den maat regel van het vorig jaar te herhalen en zelfs nog een stap verder te gaan, door den Zomertijd b.v. reeds op 1 April a,s. te doen ingaan, opdat een zoo hoog mogelijk profijt worde ge trokken van het gratis ter beschikking Btaapde daglicht De minister van Binnenlaudsche Zaken, de heer Gort van der Linden, heeft daarop d.d. 25 Januari 1917 geantwoord, dat hjj, gelijk uit het ten vorigen jare door hem ingediende voorstel zal zijn gebleken, ten volle doordrongen is van de groote voor* deelon welke besparing van daglicht meebrengt. Aangaande de economi sche en sociale gevolgen van den in 1916 getroffen maatregel is oen uit gebreid onderzoek ingestald. Aan de hand van de uitkomsten van dit» thans nagenoeg volbracht onderzoek, zal zoo spoedig mogelijk een beslis- sing worden genomen over de vraag, of en in welken vorm de in 1916 ge troffen voorziening kan hernieuwd worden. Badekcw weemoc- beetje van die oude hu- nog te den glimlach: „Ik tijd wordt, dat ik mij uit b kinderen hebben INGEZONDEN MEDEDEEUNGEN 1-4 f 1.05. slks r*1 .«f QJi Op de voorpefina dubbel tarief. Gewone edeerteniiin en ingezonden mededoeliagen bi| coauaca MN star gsreducecrdea prija. Groote lettert en randen near plaataruimie. KLEINE ADVERTENTlftN aenvfsgen en aanbiedingen.' tetrsKipit tewtMpwnasaf. koop en eerkoop, huur en verbuur. 1—5 regelt f 9.25 elke regel «eer 5 cent bij vcortet- betaling. Maximum grootte 10 regelt. Bewijanuaunen 5 cem. LZIJN VAN BJEJU. ’HEEÊN worden 1 in verzegelde an vy/, twee en en een Ned. ons elding van Kom rijs, voorzien van nd Merk, vol vet gedeponeerd. )t de uitvoering rde orders aan- Nu knikte hij toewtemmend. Den gMkBohon langen weg met de paar dentram» had zij voortdurend zacht tot hem genproken: „Zeg haar aite*. rond uit, dan begrijpt moeder bet beat. E'n dan sullen wij zien!” „Zij zaïl denken, dat ik maar alleen kom om het geld en dat te bet toch niet!" Hij steunde; verschrikt «tiet zij hem aan. Alsof zij gohoei alleen waren, geeti acht slaande op de menschen, barstte hij uit: „Geld alleeii kan mij niet helpeh, mij niet gelukkig maken. Er ontbreekt mij boven dien nog zooweel!" Je denkt aan Jukte?" zeide zij heel zacht en stak haar hand in de zijne. Hij knikte. Haar gelaat werd zeer nadenkend en Iiedroetö. „Moeder, hier te Jacob," zeide Marian ne, toen zij binnen kwamen. Hanne Badekow zat in haar leuning stoel. Haar oogen waren open, maar zij had zeker gewlajien zij wtet niet dade lijk waar zij waa. „Wie?" vroeg zij. .Jacob!” Marianne had haar broer achter zieh aangetrokkén, nu duwde zij heui naar voren. Het gelaat dar oude vrouw trilde, zij «loot de oogen weer. „Ik heb al een hee le pooe op je gewacht.” De zoon waagde niet haar hand te grijpen. Deze oude vrouw zqji hij nu bet verdriet aandoen van haar ronduit te aeggeo: ,Jk be»i geruïneerd?” N«n, dat kon hij niet! Beschaamd en mhuw week hij terug. Had hij moeder «mte zoolang niet gezien, dat zij zoo wa» veranderd Hij achrok er van. „Ik had juist aan je gedacht. Ik deed zeker erg vreemd,” zeide vrouw Bade kow langzaam en opende de oogen. „Dat komt van het droomen. Nu, ga nu zit ten. En zeg een», wat je wilt/ Hij zride geen ner moeder Iwul De ook niet koud, maar ook niet het w* met 1- w- -T,-- „Hoe maken je kinderen hel?” vroeg vrouw Badekow. „Ate de kinderen zoo klein zijn, geven zij vreugde. Mijn, kinde ren warén ook eene zoo kleiiu" Dat wan een verwijt. Jacob voelde zich gekrenkt. Wilde moeder <*r mee zeggen, dat hij haar nu geen vreugde meer gaf? Hij beet op zijn, lippen. „Neen, neen, zoo bedtoei ik 1h< niet kom eens hier.” Zij stak de Imnd naar hen» uit. „Ik weel het wei, ai zeg je niets. Zie je, mijn zoon, ik zai het geld niet meeiMMDen, dat wil ik ook niet, maar ik zou je ook niet graag allee willen ge ven, wat je nog te wachten hebt; dat Ber lijn heeft je te veel te pakken. Dan heb je later, ate ja kiudertje groot zijn, niets meer om hen te helpen. Ik dtxik er steeds over na, hoe dat het beet te doen is, maar zij zuchtte dtep en er reutelde daarbij iete te haar liorat, ik ben ze ker te oud, er valt mij niet» te.” „Ate liet hute gt-rechutijk wordt ver kocht, «tan neem ik het over,” zeide Mw- rianoe nu 'snel. Tot nu toe bad zij ge zwegen. Nu knikte zij haar broer toe. „Ik zal met Friedrich over d»* zaak spreken. hij vindt het goed, dat weet ik Misschien kunnen wij de eerste verdieping bewonen. In leder geval nemen wij het oner." „Marianne!” Haar broer wikte bet uit schreeuwen: neen, dat mocht niet! Hij voelde zich zoo diep verootmoedigd. Maar de oude vrouw zeéde: „Wen» maar stil, dat dort Marianne mrt pldziec en zij kan het doen. Zij zai er niets hij ver liezen.” te gaan; Geld, geld en> iemand als die ne hem had verteld, zoo iemand wa» hij oog niet I Hij bezocht zijn zuster; hij wa» stille tjes gegaan op den tijd', dat hij wist dat de dokter bij zijn zieken wa». Zij alleen hoorde hem aan, anders nietnand1. Daar kon hij bekennen, wat hij nog niet ge waagd had', zichzelf geheel te bekennen: hij kon het hute niet meer houden. Het was zwaar belast met hypotheken; nu de woningen leeg stonden, kon hij de met OctolxT Vervallende rente niet opbrengen. Zelfs al zou Marianne hem hei geld ook wille»» voorschieten, dan zou hij het toch diet willen aannemen. Dat wa» slechte een uitetel van executie; liet was met Immij gedaan. De Altenburger maatschappij waarvoor hij zich zoo sterk had inge - spannen, waarop hij zulke duizrttegwek- kende verwachtingen had gebouwd, gaf nu ook geen dividend meer. Na de groo te kracht was alk# uit, hij kon met zijn aandeelen zijn kamer behangen! Moede loos zat hij bij zijn zuster, met het hoofd op de borat. Marianne keek hem bekommerd aan Jacob zag er slecht uit, zijn haar werd frijs, hij was oud geworden: een ge broken man. „Ga naar moeder!" Hij schudde ontkennend het hoofd, en toch zag zij een straal van hoop op zijn gelaat lichten. „Gd!Ga! Ik Mi met je meegaan.” ABONNEMENTSPRIJS i kwartaal f 1.75, per week 14 ..ju, wordén da' i boekhandel

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1917 | | pagina 1