'5 I 'Ju il Me Jaargang. Zaterdag 31 Maart 1917. Xö. 13357. Telefoon Interc. 82. Feuilleton. t a *- »E>| ■■■■■■Mal Het Nest van den Sperwer. Eerste Blad. irlogslessen en imeuwe wegen. ZSTïoix-xxrs- ea*L^,fL-vert®zxt5.eT33Tsud.-vooT Q-o\xd.eu ezxOzxxstrelcexx. BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. van Thee LAY ZONEN, 1V_. --- VERSCHIJNT DAGELIJKS Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN ZOON. -w 1 1 11 Dit nummer beetaat uit twee bladen. I 4’ in les- >t«.l Sn ii «ft «Ijifi van HOOFDSTUK XXVI. De verworpeHag. 47 voor HOOFDSTUK \XV. bekte Oude kennissen. te Goudtebloem”. (Wordt vervolgd.) M iM .1 kl| blo *”g m^oen, schenen, zal niet i, Betrokken is b ra^rt^e ontketent j* i zoo Meslisstb er Was met nette tovenzaal HoLlandia. Ned. ■- Ver. tot Afech. Spr. A. H. Willem- ten beho< ductieve >k itniM Ca BUL, BREEBAART U., Markt g. iRTENTIËN. bij vooruitbetaling. UnbachteBchool. 3% adering Ver eendging. Drukkerij ZOON -Gouda. gez. Hulp h. JONG- 5 1EISJE amh. in kl. I ver. aal. Dr literdam. 'W«rh MjwLrir»-'1. Hjutst nu Hq heeft over veljirlei, waaromtrent we ons reeas zoo zeker waanden en ona nieuwe denkbeelden gewidrtigen plotseling' met Omlaag, bege- en een Een romantisch verhaal uit den tijd de 1 lük -j—- wrii i<«> de Puriteinen der 17e eeuw. door BARONES ORCZY. (Nadruk verboden.) die Meid oorlóg wol gevolgen dgn ook nietiuit. De voortbrenging indie i oorlog, grootste If onver- vel- het tt BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. CCCLXIV. Tóen de Residentie nog een gemoedelijk stadje was, dat gegroepeerd was om het bol werk van den Staat, het Binnenhof, vorm den het Buitenhof en het Plein de twee voornaamste centra, waartusschen in het binnenplaatsje, dat Binnenhof het, een anti chambre was. 's Avonds was het Binnenhof de geliefde plaats waar de jongelui elkaar ontmoeten. Onze voorvaderen waren schaarsch met hun straatverlichting en daaraan was het te dan ken dat de minnende jeugd op het Binnen hof in het bijzonder een geliefkoosd terrein vonden. Het is noodig gebleken de gaande rijen onder het gebouw der Tweede Kamer des avonds flink te verlichten, zoo lazen wij in een dagblad van 1901 en wel om de zeer verklaarbare reden, dat men daar onder be scherming van Amor te vertrouwel(jke sa lie Loflied op .Maar ik zeg u, Ik wfe *-• en ik uit te vinden toon mijn <Ht dezen wat het eboorend* ux dea berorgknng) Mnvolgaad* phauiagca worden gkria<: l-S u*to4f OM «Ite. gename vermaken patriae. Wietegj» nenhof wjft Amor's bU sera vindefc slecht» wat overdag’ he gadering h WMfl Over niet i schijnlijl men i wet oefenen «i re tothed^n n e mij te mij te H li tW maar tie, aar1 volj* it, dat. te °f.|I de wjjze ingegrepen in het leven, niet alleen jder strjj- ook der 1 onzijdiglgebleven groote .huishouding der i. Ertódat ingrijpen heeft ons legd |en les** gefiibrd, aan plenties wij ons niet zullen door de recht don oorlog als inzichten zullen ijed onmogelijk W ons oeconql S2r7 faar- 1W GOIDSCHE COURANT. UMOUONDKN MKDBDUUNaBN, 1-4 «pb l« Wta wil* Op de vuurpa»*"* dubbel tarioC f Gewone adveneatika ea iagsssailsn aMdedeehagea Mj raairsn mi root gsHNtwooMra priji. Groot* tetter» ea raadaa aaftr ptyounuNMa KLEINE ADVKKTENTlftN.saei^ss ea mlilsAagis,'- Mrafl^èe «««miUll. hoop en vertwor. haar ea vorkoor. 1—5 rugate f <25 e*M ragei «eer 5 esal M| vsarnte betoltag. Masteaaai grootte 10 regale. Bewgeasafari 5 mm. wij geregeld tijdig en ontvangen van ten, vormakdlijkhe' an in onze agenda i j .van éhkelen Ijeslag legt op pro- ‘achten en verspilling van men- schelijke ^arbeidskracht tengevolge moet hebben. Daarom zullen ongetwijfeld tal rijks vorn&n van weelde aló niet langer toe (lastbaar, moeten verdwijnen, al zal dan ook ,411e weelde niet b(j decreet afgesehaft kun- |hen worden. En door onze levenswijze in Mezen oorlogstijd zullen we daartoe gemak- 'itelyker en zonder al te groote opofferingen «gunnen geraken. ‘4 Maati (|ok in ander opzicht zal op de doel- anatige; aanwending van arbeidskracht meer raan tót nu toe moeten gelet gorden. Nu we rons weler duidelijk bewust zjjn geworden, $at t«tt slotte de natuurlijke rijkdom der marde ein de menscl^Hjke arbeidskracht on- Wen strffelijken welstand bepalen, zullen we wok h«t resultaatiklier arbeidskracht bet<r W te hoÖtlen hébben, in dlsn zift, langer enkel het aahtal arbeidsuren Uó zal houden, méér veel meer de Bit van den1 arb*^- W4[L merken nu -J-ken vooral,in oorlogvoerende Jan- i<M het geval!) d|t het er niet al- Mlfs nie^iókw eerste plaats toe doet, laWg men maar hoeden werkt lew weUnicKap, die We natauriyk al hadden, lAaar die wfe veelal vergeten =1 onrf'bjj het regeleji der prp- ductie ook groote diensten kunnen bewijzen. Daarnaast zijn er nog tal van andere waarheden, die we thans ontdekt of op nieuw gevonden hebben en die we goed zul len doen ook in de toekomst niet te verge ten. En wanneer we daarmee rekening hou den, zal ongetwijfeld onze wereld door dezen oorlog een andere worden, niet het minst in oeconomisch - - - - tijd rallen ons w_. meer wellicht dan in de grenswijzigingen en vervorming van staten zal in deze om mekeer van ons oeconomisch leven de gewel dige invloed van den huidigen oorlog merk baar blijven. leek nd«t beat in zijn humeur. „Neen!” zeide I^oflied op een van feewiebt. „Maar ik zeg u, dat tijd gekomen is! Ik wtert dftt er in hrnis ie»s broeide, en ik klom in schoorsteen om was.” s^?” vroeg morgen Sir druk azijn van HEM. rgelevcrd in veriugdd, een half en tin Ned. a Nomoser sn Priji, Tot gedeponeerd Merk, g van Uwe geierde langen voerde den bo sinnen. Niet dat hij roem i begeerde... „Gij zult stond er geschreven. Dat dat dit g< 1 zijn, jrdoor Ingoadéiiaafi I een heel oupe «aar »g hoeft haar opnexr •rheid voor óns -neei te “niét hét geld >ni V. rijkdom ^uitmaal» e Ipedigheid^van.gè^ d 4 mate vin jorize Wei r dat onri pt$)uctil| producten, -or&ewerkt ns welvaren bepalen. Ons lurluke rjjkdoni der aard en i| laatste instantie d_ ozer voortbrenging. En nu eew groot deel door den >eslag genomen, blijven de „letluit. De voortbrenging is thans reed» in die mate verminderd, dat over .vrij wel de geheete wereld min of meer gebrék geleden wordt en dat, wanneer niet spoedig verandering komt, de nood zal stij gen tot een hoogte, die ons ontzetten moet Overal, óok ten onzent, trachtten de regee- iringe», zoo goed als het gaat, den nood te minderen en in de behoeften te voorzien .door de voortbrenging te regelen en den aiMAte-orgaaieeeren. Maar die methodten zullen te na den oorlog maar niet zoo in eens kunnen loslaten. Allereerst niet omdat de oeconomische behoeften gedurende de eerste jaren van den vrede dat niet zullen toelaten en in de tweede plaats niet, omdat onze veranderde inzichten zich daartegen zullen verzetten en ons veranderd begrip een rationeeler aanwending der productieve krachten, zooals die tijdens den oorlog plaats had, ook na de vrede zal eischen. De oeconomische verhoudingen van het. oogen- blik of, wil men, van voor den oorlog, lieten een enorme verspilling van productieve kracht toe. Juist de realiteit van het heden en de nooden tengevolge van den oorlog, hebben ons deze verspilling duidelijk doen zien. En daartegen zullen we ons allereerst hebben in te zetten. In de eerste plaats de aanwending van arbeidskracht, maar daar naast ook het persoonlijk goederenverbruik zullen meer en doelmatiger dan tot nu toe moeten geregeld worden. En dit zal onge twijfeld de weelde in het algemeen tegen gaan. W(j hebben vaak gemeend, dat ook weelde tot op zekere hoogte nuttig kan zjjn. Van die dwaling zijn we thans tamelijk wel genezen. De meeste weelde doet schade aan onze welvaart; in de eerste plaats die, welk de post kantore*. ’[I Gouda en omNreken JN me«r f 0.10. Bij drie acMÏi buitan Gouda en dan -1 i n met wn gebaar, dat den jongen man weinig goed» voorspelde, er J een achterwaarts getrokken voet, hij aan zijn bewal kracht bij. Coftrage koo« de wijate partij. Hl) ba- dwong zijn laotdpflt en opwellende spot ternij,, en volgde zijn wonderlijk gegri meerd en meester naar then*» kamer. te zijn, i-r oogen en voor bem stonden. Juffie Charity en do suaaksche Cou rage, aldus gestoord in een zeer geasti- meerf en vertrouweMjk gesprek door die zwarte yerschijndng, waren sprakeloos van schrik. „Lieve hemel, u, mijnheer Busy!” riep Charity, dip het eerst in het eohooreteen- spook haar minnaar had ontdekt, „waar komt gij van daan?” „Heeft u den schoorsteen geveld, me neer?” vroeg Courage ondeugend, maar toch niet org gerost, want de vrome man Hrt kostte Charity hM wat tijd, V weer op adem was. Op een stoel neergevalten, was ze in een onbedaarlijken lach uitgèbanrten. Toen die bui wat bedaarde, wm zH overeind gaan ritten. <m keek ze rond nut oogen. parelendr van interna lach- tranen. Maar ploteeiing schrikte zij op. Een droevig zwaarmoedige «tem bad hijnaon»- hoorbaar gevraagd „Is Sir Marmaduke de Chavaaae thuis?” OnMeld sprong ril op van den stoel en staarde onlhutet den «prekende aan. „Heere beware, Hkriard Umbert! Ik dacht een geeetverochlhüng te dra!” zei vt half mi Zich zelf, half tot het». „Neraf mij niet kwalijk, juffie, ais ik "»*r Ik In, lm W— n**r banc I 1V u>u puw Sr M.rawlukr will™ Busy Loflied was heeletnaai van streek. Hoe hij ook zijn best deed', hij hadniéte kunnen ontdekken van die geheime over- leggingeti jn en buiten Aool Cdurt. Toch voelde hij, dat er myettfriwae dingen gaande waren. Was hij maar geheim agent der Politie van dien Lord Protec tor! Dan zou hij het wel ontdekken en zijn naam beroemd worden, door geheel Engeland 1 Dit laatste verb ventoon bij zijn zi en eer voor zich niet begeeren!” zou dus zonde zijnMaar het was hem niet ontgaan, dat Charity in den laat ster tijd met meer welgevallen naardien wurm, dfien gluipert van een Courage Toogopd keek, d!an hem lief wa», te min der omdat haar genegenheid den jongen buitengewoon brutaal tegen rijn meerde ren had gemaakt. Hei volkomen recht te hebben, om Courage aan dra lijve te mogen straf- mèt zoo’n gezicht.... I n een» te zeggen wat er „Wat er gebeurd ter' „Zeker! Ge hebt bedoofd het zeggen, wanneer ik u toestand kussen. Dat deed ik...” „Ik brak bijna mita nek!” zei de heer Busy lakoulek. „Ook l>eeeerde ik mijn knie... DAt te er gebeurd, behalve dat ik bijna atiitte van het roet.” „Heere, beware, mijnbeer Busy” zalde zij tnotseh het hoofd opheifende. „Ik wil hopen, dat uw levensgezellin zich nooit in een scluoorwteen zal moeten verber gen „Hoor eras, meisje, en ik zal wat zeggen, daar ge uw voordeel mee kunt doen. Gera van al de agenten van dra Lord Protector behoeft i» een «choorKteen to gaan zitten. Daarvoor worden die din gen niot schoon graoeg gehouden! „Zult gij nu einddijk verteUra, wat er gebeurde terwijl gij daar waart?" viel zij knorrig tegen hwn uit. „Ik witóe er juist mee beginnen," wA hij oniveretoorbaar kalm, „maar gij zljt mij in de rede gevallen. Welnu dan Ik hiefd mij vast, om niet te vallen en geen roet In mijn oogra te krijgen..." „Aid! Aift!” riep Courage, ateol hij het roetvoedde. „In... ik boorde niete!" was »l wat bij wtet te verteHra. Maar rirade dat Courage op het punt stond era minder paasrade opmerking .te maken, dte hij liefst voorkwam, vervolgde hij terotond: „Courage, kom in mijne kamer en help mij de sporen weg te maken van mijn moeilijke taak. Ga mee!" was, ra echt bora, veegde zij met de netektoeksche bandra van haar mutsje den afdruk van dra zoen we®. „Dat aal ik je betaald zetten., Busy!” zeide zij knorrig, „ge hadt geen recht om... h’m, dan nog niet gebeurd bl" 1 AIONNXMKNTirilUl k»uu*l 4 IM II kwartaal f 1.75. per week 14 cent, overal «raar 4e tMMMN per pon per kwartaal f 1.50, met Zondafibted I 1— Abonnementen worden dageiijka' aangenraaea aaa ott oaze agenten, den boekhandel en - I ADVERTENTIEPBUBi Uk 1-5 regels 055. elke regel deae legen twee berekend. Van regel meer fQ.15. een beslia|U< oeconomisch®' dende, muter? volken, inli génaehe waseld vragen vodhrol welksr cóKmU ’kumteri ontlrifcl indirect dcter kM de gevolg#*, do wer Wég miaeh jevrii i Enüdat Ingrijpen b legd Jen leateh gete6ru, ai iuenUes wij ons nfet aulh «en. Zpowel werking van ten voor zijn... brutaliteit van met Cha rity te scharrelen, en ovraeens het recht oiu Charity onder vier ragen onder han den te nemen, zou gevolg zijn dier ge- wenschte aanstelling, naar hij meende. Om het zoo ver te brengen, had hij onvermoeid door open sleutelgaten ge loerd en geluisterd1, ja! uren achtereen onder dtetele verborgen in de droge sloot gelegen, bij de bekende overbrugging. Door axtepirantraijver gedreven, liad hij, zich zelfs meermalen verscholen in don ouderweteohen breeden sclioor.^teen, die én voor het portaal én voor liet aangren zende kamertje diende. Geuukkelijk had hij hef zich echter gemaakt door daar in era plankje aan te brengen, waarop hij kon riteten terwijl hij naar beide kanten spionneerde. Hoe het kwam, zag hij eerst toen het te laat was. Want op dra tweeden November viel hij de verkoolde plank naar q; leid door allerlei brokstukken volle laag roet. Zoodra hij van dra schrik was beko men ra het roet afgeochud had en van zijn haar en gezicht geveegd, bemerkte hij in het voorportaal te land gekomen -*** waar twee paar verrabrikte van verbazing opene' monden ie ChST aldus gestoord menkomsten hield, later, ‘toen de fiéjts als een speeltuig voor de jeugd haar entrée maakte, werd die gaanderij de plaats waar de fietsers bijeenkwamen om op het Bin nenhof hun capriolen te vertoonen. Gircua- rijdeé om den fontein behoorden tot de aan- van de Haagsche apes iwoordig avonds over het Bin- delt ,sal er nóch paartjes onder ïherming nbch acrobatische ftet- Het ligt nu verlaten en donker; neer de Tweede Kamer haar tijd overdag) heeft verprrist en met avondvrih haar achterstand moet inhalen, is ,^iHjk vérilcht. |i ■er het algemeen heeft het Binnenhof meér)tdat respect, hetwelk het waar- nlijk Vroeger had. Tien tegen Mn dat niet teens weet wat die fontein betee- kent, wie dat poppftje daar boven op voo«i stelt ent. iDe namén die aan dit kunststuk verbonden, zijn, xjjn reeds weggevaagd. Voor wie m niet meer weten mocht, noemen wij ie even. Blijkens de Staatscourant van 21 September 1886 werd deze fontein aan het Rijk ten geschenke aangeboden door jhr. mr. Victor de Stuers, namens xes en tachtig ingezetenen van den Haag ate bljjk van waardeering voor de in 1878 aangevangen herstelling van de gebouwen op het Binnen hof. Men wilde daarmede tevens hulde brengen aan de nagedachtenis 'van den Stichter van het Binnenhof, den Graaf van Holland, Roomsch-Koning Willem IL Om het hardsteenen basin van de fontein staat in gotisch schrift gebeiteld de woorden: - „ter nagedachtenis van den graaf van Hol- opzicht. De Ifssen van dezen land, Koning Willem II, de Begunstiger der >s ffleuwe wegw-bpdringen. En' sfedelflke vrijheden, de Beschermheer der kunst, den Stichter der kasteden van ’s-Gra- venbage en Haarlem, den Steenlegger -yan den Dom te Keulen Wie zal zich herinneren dat de heer de Stuers de groote en heftige kampioen is geweest voor de restauratie van de gebou wen om het Binnenhof. Zijn leven is er half aan gewijd geweest en door den velen tegen stand dien hij ondervond, er misschien door vergald. Hoewel die restauratie reeds in 1878 is aangevangen, is ze thans nog op geen stuk ken na voltooid. Trouwens zulke zaken gaan niet zoo snel. In 1858 werd besloten een nieuw Kamergebouw te stichten en thans is alleen nog maar voorloopig het terrein er voor aangewezen. De slechte tijdsomstandigheden houden nu natuurlijk de afwérking zeer tegen, ter wijl deze de laatste jaren juist zoo aardig scheen op te schieten. In de laatste tien jaren is door de snelle uitbreiding van de regeeringstaak elk gebouw te klein gewor den, zoodat elders zóó veel geld wordt ge vraagd, dat aan het Binnenhof niet veel aandacht kan gèw^d worden. Het nieuwe departement van Landbouw nadert zijn voltooiing en nu is het weer het helrt gij ieta gehoord, meneer Bu- zij terstond. „Ik zag van- Marmeriuke en de mevrouw met elkaar hier praten. „Fn zij duchten, dat niramand ze zag!" zeide meneer Loflied op geh^iroizinnigen toon. „Wetau? Fn wal gebeurde er, waande heer Busy?” „Niet zoo haiatitig, Jutttef" ztedo hij, haar bedarend. „Ik bra in ’t geheel niet verplicht rapport bij je uit te brengen." „Oh, maar! waarde heer Busy," zei ze vledrad. „Ik dacht dat ik uw leven»- gezellinwao... ra ‘bijgevolg)..." „Mijn levensgeezellinP Mijn levensgezel lin, hebt gij gezegd, lieve Charity, maar dan mag ik u ook afe zoodanig... kus sen^ en ik zal u allen vertellen wat ik I n bij (Be onrahuldige begroeting, die de heer I-oflied nu verlangde, mogen wij aannemen dAt hij evenzeer verlangde aan Charity.noodSging te voldoen., ver langde Courage te 'ergeren. w Maar Charily werd allera. door nieuw» gierigheid gedreven, ra zonder te den ken aan zijn met roet bevlekte gezicht, stak zij hem haar wang toe. Het resultaat deed Courage ultbarotra in era onilwdiaairlijk gelach. ,,Oh, Juffie!" zeide hij, wijzende naar liet zwarte atóruksd van Loflied’» zora °piegdt” Wan< ”Ki^ nU in den Maar zoo dom wan Charity ntet, ol zij had terstond begrepra wat het gevat hoofdbestuur van de Posterijen en Telegra fie dat dringend om een betere huisvesting .vraagt. Met den bouw daarvan, waarvoor het terrein reeds langen tijd gereed ligt* vordert het niet Sneller dan met desen bouw vordert de restauratie van de groote of Sint-Jacoba- toren (en de daarbij behoórende kerk. Onse voorvaders bezaten de eigenaardige karak tertrek van akelig zuinigste Willen zjjn. Zjj benutten ieder stukje grond. Toen t de ker ken niet best ging, bouwden z(j er allerlei huisjes tegen aan, waarin do koster, de ato- vensetster en de hondenslager een tehuis kregen. Dat zij daardoor kunstwerken van groote waarde mismaakten /Irong niet tot hun hoofd door. Z|j ontzagen zich zelfs niet de mooie lange ramen half dicht te metse len als dat zoo te pas kwam. Het kost nu heel wat geld al die leelijke „puisten*} aan de Kefrk zooals s(j minder smakelijk maar zeer typisch genoemd worden weg te brengen en de Kerk in haar oude on fraaie vormen te herstellen. Reeds eenige jaren is men aan do ont manteling van deze kerk bozig. Dezer dagen ging het bericht door de pers, dat de loe- Ijjke slaapmuts die men indertijd boven op den toren plaatste, weggenomen zal wor den en vervangen door het fijne bouwwerk dat bij de stijl behoort Het is eigenaardig dat er in onze geschiedenis die tijdperken kan aanwijzen van groote bloei der kun sten en wetenschappen, periode zijn voor gekomen niet alleen van verval, maar zelfs van een ontaard vandalisme, dat onnoeme lijk veel schade heeft gedaan aan oude wer ken. Op het oogenblik is de verlevendiging van de belangstelling in de bouwkunst wel éenigermate merkbaar, al dreigt zé een verkeerde richting in te gaan.Het nieuwe ge bouw van de „Koninklijke” waarover on langs in de bladen zooveel is geschreven, is on tegen zeggelijk een monumentaal gebouw, doch of het een kunstwerk in den waren zin des woords is „valt te betwijfelen.” De vil- labouw, die in de laatste jaren op zoo groo te schaal plaats had, maakt het ons niet gemakkeljjk om de richting aan te duiden, waarin de architectuur zich beweegt De meeste hebben wel iets gewild-moois in hun uiterlijk, maar die strakke Ijjn en dat impo sante, die altijd weer een zekere charme geven aan de oude kunstwerken, bezitten ze stellig niet. Misschien zijn w(j op het oogen blik weer in een overgangsperiode, die zich pleegt te kenmerken door stelselloosheid. Stellig Is de liefde voor de oude kunst aan het doorbreken en wanneer dat het geval is heeft echte* de heer de Stuers daaraan het z(jne bijgedragen. Het Binnenhof houdt altijd als het middelpunt van den Haag en Nederland onze volle aandacht en vandaar dat w(j er nog eens een enkel woord aan wadden, aangemoedigd door eenige typi sche passages, die wij zooals wij in den aan- vang zeiden, in een blad van 15 jaar gele den vonden. HAGENAAR. W Het is wel m dis deutegenwoo deel der weA lUdelljk betrok! dige hartstocht l£ven der volkeren hééft gelegd) op «normen invloed sen opdringt, dii 1 dl' SS. wrgeton waren of) waarttan we de 1 nis) eigenlijk niet goed meer begrejl onverbiddolljkheidPJlie stéeds Ier leven beheersten gaat, ruk|| frasen weg, waarmee we Onsleven 1 op te sieren en waarachter we «oof wegscholen en dwingt on s eeni leven lijkheid in de ooge^ te zien, die vyl toe niet of ternauwernood kenden.’F hééft niet alleen; onze begrippen velerlei, waaromtrent geleerd omtrent wat ons reeds lang Uitge dacht en niet langer der overdenking waard scheen, of waaraan wij nooit1 ernstige1 ge dachten aan hadden verspild, maar ook ons leven gedrongen in een vorm, die ons een andere toekomst vermoeden doet We weten het nu wel, dat we niet zullen voortgaan, zooals we deden. De ijzeren noodzakelijk heid der eerste vredesjaren én de verander de inzichten ten opzichte van het leven Zul len ons een anderen weg opdringen. Want nu in dezen tyd zijn we het ons bewust ge worden, dat we het met al onze wijsheid maar al te vaak aan het verkeerde eind hadden en dat de geweldige gebeurtenissen van nu in zoo velerlei opzicht ons redenee- ren weerspreken. Daarmee zullen we reke ning hebben te houden, wanneer we na den noodstand van het oogenblik ons leven op nieuw hebben in te richten. Op andere grondslagen zullen we ons leven óok en vooral ons maatschappelijk leven, hebben op te bouwen. Dat zullen geen geheel nieuwe grondslagen zijn, nauwelijks nieuw ontdekte. Het zullen meerendeels die zjjn, die we eigenlijk altijd wel als het funda ment van ons leven wisten, maar die we over het hoofd zagen of onwillekeurig in dezen tjjd zoo beslissend den weg heeft voorgeschreven, zal ook in de toekomst haar volle rechten hernemen. En dit zal ons dwingen en ons ieeren ook onze volks huishouding in menig opzicht anders in te richten dan tot nu toe. De oorlog van het oogenblik heeft meer dan eenige oorlog van het verleden en op

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1917 | | pagina 1