dijk lm,
Amsterdam,
«95
SE
O. 13396.
Zaterdag
Mei 1917.
56e Jaargang.
BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
'Telefoon Interc. 82.
Uitgevers A. BRINKMAN ZOON.
Telefoon Interc. 82.
Eerste Blad.
Feuilleton.
Zijn Engelsche Vrouw.
iging
te flesch f 3.25.
boekhouden,
en meergevorderden,
oor de note M. 0.
rma&l lesgeld f 5.—
aten. Zoo slaagde
arige P. SIEBESMA
geen andere leiding
iz0 schriftelgke leer-
teeds meerdere can-
O. onze schriftelijke
I Belangstellenden
ti hierdoor tot niets.
3jTxe‘CL-ws- ezx ^.d.’trertezxtie'bleud. voor OoxxoLa. orx Oxcxstxelcezx.
VERSCHIJNT DAGELIJKS
Het bestuur onzer bniten-
landsche betrekkingen.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
IR
haargroei—
aarwortela
HAGENAAR.
BINNENLAND.
p«* flacon.
♦MTMto niet onder
1231 26
Kloris-
(Wordt vervolgd.)
„Bah...
‘Trein, Graaf
K>rtfeeeten.
(«schikte betrek-
4 in. de firma
i wij
ogen
lerten,
Naar het Dultooh door RUDOLF STBATZ.
Geautoriseerde Uitgave, bewerkt door
Mevr. J. P. WE8SELINK—VAN R088UM.
(Nadruk verboden.)
gszeteoht
De i
omdat zij
Al’ deze
idtold. Op oen
Hamburg geweest!
KOKO IS ZUIVU U
HELDER OM TE
GEBRUIKEN EN HEER
VEROiENITL1*
■eg-
Ilarmonw-
Zangveree-
1. N. Bnbut
m
iT.rytel «n
>Mk,
uda. I
130 I
„o,
„•Fó
Mar,
Wilding en Co.’
Een
koopin
onthuts
zich
twaalf
was ge;
rich Hi
blik.
»nco toeten dint
t van poatwisM
4 AC* Wtoevere
ACHT 4d JPtAH j
van den oorlog met één slag Jjfit gehtele be
drijf van de badplaats stopzette, zijn de
vette jaren ’15 en *16 gekomen. Het aantal
vreemdelingen neemt nog geregeld toe en de
Nederlanders, in hun eigen land opgesloten,
komen in grooten getale naar Scheveningen,
zooals de Hagenaars straks in een breeden
stroom naar Gelderland en Limburg trek
ken. Dat is nu eenmaal de jaariyksche om
wisseling.
De theaters in den Haag sluiten hun deu
ren en de Scheveningsehe zetten ze wijd
open. Ook in het leven van de Hagenaars
komt een verandering. *t Is ‘s avonds niet
meer een tocht uit de buitenwijken naar de
stad: ’t is nu een voortdurende bestorming
van de tramp in de omgekeerde richting.
’t Is overigens stil in de residentie: er ge
beuren geen wereldschokkende feiten. Zelfs
de val van Minister Bosboom is de gemoe
deren voorbij gegaan. Als het goed is,
moest er ieder jaar een andere minister van
oorlog komen, dat waren wij zoo gewend.
En deze „zat” al haast vier jaar. Minister
Bosboom was niet bijzonder geliefd bij de
militairen. Waarom, och waarom was maar
zelden een minister geliefd. Men kent eert
Minister alle schuld toe voor alles wat er
verkeerd is. En in het het leger is er naar
shet schijnt altijd heel veel stof tot klagen.
Bosboom gaat en Jan, Piet of Klaas komt
er voor in de plaats. Over een poosje ligt
die er toch ook weer uit Dat is zoo we
relds loop, zooals ondank nu eenmaal ’s we
relds loon is.
■ngenmn,
Wilding!
r ratten,
itaelge*
paar keer
dan wrytt
flink.
OORRADIG
[BRUIKERS
(F. 0.75), I
Veer
Het was,
geraas c„.
dat ken Ikt Gij zijt dp
irtijn jtmgevnannen.
„Ten eerrte ben ik geen jongemai
maar procuratiehouder, nrijnlwor
I n tt» tweede, wil u nlrt veri
maar uw firma dienen, tlorti als i
noot, And»
Ww v<
geregeld tijdig
ontvangen van
Tien, vermak edijkhe-
dan in onze agenda
(lOIINll L ffltRVVT.
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
CCCLXXL
We hebben de lente overgeslagen; de zo
mer is onmiddellijk op den winter gevolg;
zoo luidde de conclusie van één der mete-
reologen in een Haagsch blad. Inderdaad, de
man heeft gelijk; Op den 29en April zoo
herinneren wij ons was het een heerlijke
gewaarwording dat de kachel nog lekker
brandde; op de flen Mei maakten wij ons
eerste zomer-fietstochtje en op den 13en
ondernamen we de eerste bedevaartstocht
naar de bosschen onder Wassenaar. Deze
laatste vormen het geliefkoosde oord van
uwe onderdanigen briefschrijver. Daar ligt
in de maagdelijke duinen een boschage, dat
onmiddellyk aan de Geldersche valleien doet
denken. Van den Haag uit voert een gezelli
ge weg naar het Pompstation van de Water
leiding, daartegen ligt een diep uitgegraven,
breede geul de duinen uit. Een fietspad van
breede betonplaten is als een gladde baan
die naar het heerlijke oord in de duinen te
midden der waterleiding spranten voert.
Tusschen dezen weg en den grooten Leid-
In normale tijden heeft ons volk en eigen
lijk ook onze volksvertegenwoordiging maar
bitter weinig belangstelling voor het be
stuur onzer buitenlandsche betrekkingen.
Wij voelen ons te zeer als quantité négli-
geable en weten, dat wij geen woord mee te
praten hebben in den raad der volkeren, die
dan loop der wereldgeschiedenis vaststelt
en dat wij daarom juist in de beste vrede en
vriendschap met andere volken leven', omdat
men van ons niets te vreezen en maar wei
nig te hopen heeft en men zich van ons doen
en laten dus maar weinig aantrekt.
Al verklaart dit onze apathische houding
ten opzichte van ons diplimatiek beleid ten
volle, toch is die apathie niet verdedigbaar.
Want al kunnen we dan geen gewicht in de
schaal leggen, waar het de groote interna
tionale verhoudingen betreft, toch kunnen
we door een handig diplomatiek beleid onze
eigen nationale belangen ongetwijfeld ten
zeerste behartigen en heeft dus de wijze,
waarop onze buitenlandsche, aangelegenhe
den bestuurd worden, welk bestuur toch ook
de behartiging van onze handelsbelangen en
de regeling van ons consulaatswezen omvat,
wel degelijk beteekenis.
De tegenwoordige oorlog, die alles van
zijn plaats geschoven heeft en ons als volk
te midden van de oorlogvoerenden op een
zeer bizondere plaats gesteld, heeft ons nu
plotseling die beteekenis duidelijker doen
beseffen. Dit komt natuurlijk ten deele van
de wijziging in de internationale verhoudin
gen, waardoor de invloed, die wij op den
loop der wereldgebeurtenissen, zouden kun
nen uitoefenen, onevenredig overgroot is,
maar voor een grooter deel van het ons door
de gebeurtenissen zelven opgedrongen be
sef, dat wü telkens als aan den rand van
een afgrond wandelen en dat verstandig be
leid en wijs doorzicht noodig is om ons op
de been te houden. Wy begrijpen, dat wy
niettegenstaande onze nietigheid toch ge
makkelijk kunnen meegesleurd worden in
den woedenden strijd om ons heen. En wy
weten daarom een sterken drang tot voor
zichtige oplettendheid en een behoefte om
zelf uit te kijken op welke wijze men het
schip van onzen staat stuurt.
Daarnaast heeft ongetwijfeld de oorlog
ten onzent als rondom ons de belangstelling
in het internationale politieke leven uiter
mate verhoogd. Wij hebben nu leeren begrij
pen hoe sterk ook ons leven de reactie on
dervindt van een strijd tusschen groote mo
gendheden, waar we buiten staan. Wü voe
len, hoe de invloed van dergelijke worste
lingen zich ver over den tegenwoordigen tijd
Drukkerij
h ZOON -Goed*
ABONNEMENTSPRIJS I per kwartaal f 1.25, per week 10 cent, met Zondagsblad per
k»arual f 1.75, per week 14 cent, overal waar de beaorglng per looper geschiedt. Franco
per port per kwartaal f I SO, met Zondagsblad I 2
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aaa ons bureau Markt 31, Gouda, bij
oase agenten, den boekhandel en do postkantoren
ADVERTENTIEPRIJS s Uit Gouda ea omstreken (behoorende tot den beaorgkring)
1—5 regels I 0.55, elke regel meer f 0.10. Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden
desa legen twee berekend. Van bolton Gouda ea den bcaorgkring 1—5 regels f 030, elke
regel meer f 0.15.
Hoofdradwteur van
BEKKERING Ja.,
r het
Men
uéHrtaMo.
- „Ik ben
hij doet, goed dort,
i' «m u gindk op mij
c, dat tt van dat
t stap.”'
Hij maaie
nde l»eweging mrt
en, waarde Hjnyichsonl
zonder onlw egen
wat er van-
Johnson ge-
langor... Ik
paar jaar mijn
In
tröle op den dienst der buitenlandsche za
ken gunstige resultaten te verwachten. Maar
willen die resultaten werkelijk komen dan is
het noodig, dat die volken een duidelijk en
zuiver begrip krijgen van al wat er op di
plomatiek gebied gebeurt, dat zy in staat
gestald worden de zaken te zien zonder den
"suggereerenden invloed te ondergaan, die
er van voorstellingen der regeeringen op
hen kan uitgaan en dat zy bij machte raken
de portée van verdragen en traêtaten te
schatten. Waar nu dio volken het uitoefenen
van controle altijd zullen ftioeten overdra
gen aan mandarissen, is het dus noodzake-
Hjk, dat we onder de volksvertegenwoordi
gers ook mannen krijgen van diplomatiek
en politiek inzicht, aan wie volledige inza
ge van den buitenlandsche» dienst gegeven
wordt, maar daarnaast ook, dat de directe
invloed van het volk op zijn vertegenwoordi
ging versterkt wordt. In Amerika hebben
we het verschijnsel kunnen waarnemen, van
een volk, dat althans in zijn belangrijke min
derheid geen oorlog wou en een volksverte
genwoordiging, die op voorstel der regee-
ring vrijwel unaniem tot den oorlog be
sloot. En dit heeft ons duidelijker dan iets
anders getoond, dat ook het medezegging-
schap van een parlement niet voldoende is,
wanneer, zooals thans in de meeste landen,
de afstand tusschen volk en volksvertegen
woordiging, de eenstemmigheid tusschen de
ze beide verbreekt. De volksvertegenwoordi
ging is te zeer een deel der regeering ge
worden, omdat zy te veel bestaat uit be
roepspolitici.
En dat moet veranderen wil de vergroo-
ung van den invloed der volksvertegen
woordiging op het bestutrr*dfer buttenland-
sche betrekkingen haar gunstigen invloed
doen gevoelen. K.
iiw Bouw- en Woning-
tajidscoiiünviswie Aruien-
tot in een ver afgelegen toekomst uitstrekt.
En dit te zamen heeft ons duidelijker dan
woorden het doen konden, de saamhoorig-
heid der gansche menschheid getoond en het
samenhangen van ons nationaal belang met
dat der gansche wereld. Zoo zien we dat
niet alleen de stryd, die thans gestreden
wordt, maar dat het doen en laten van an
dere volken en hun onderlinge verhouding
op ons volksleven en daardoor ook op het
leven van ieder onzer invloed uitoefent. En
onze intense belangstelling voor den aard,
ook van onze buitenlandsche betrekkingen,
voor het intematinale leven en de wijze,
waar wy er aan deelnemen, is er mee 'ge
wekt of versterkt.
Maar van deze belangstelling naar de
neiging om op het boetuur onzer buitenland-
schê betrekkingen toe te zien en er ons
daad werkelijk mee te bemoeien, is maar een
enkele stap. En waar ook de bovenaahgedui-
de vrees ons door onvoorzichtig beleid in
het wereldconflict betrokken te worden, tot
'nauwlettender toezien op de daden der re
geering drong, is hek begrijpelijk, dat ook
ten onzent een poging gedaan werd om de
volksvertegenwoordiging een grooter in
vloed op het bestuur der buitenlandsche be
trekkingen te verzekeren.
Ook hierin openbaart zich slechts de
geest, die thans overal ter wereld ztfn kracht
doet gevoelen. Deze wereld heeft als ’t ware
de volken wakker geschud. Zij begrypen,
dat wanneer de wijze, waarop tot nu toe
de buitenlandsche aangelegenheden be
stuurd worden en het internationale leven
geleid werd, tot zulke catastrophen leiden
kan, die wyze dringend verbetering behoeft
Want zoo de volken van Europa eh Amerika
nog in één enkel opzicht eensgezind mogen
heeten, dan is het hierin, dat zy allen gely-
kelyk besloten hebben een dergelyke we
reldramp in de toekomst te verhinderen.
Het bestuur der buitenlandsche betrek
kingen bleef tot nu toe in alle landen het
privilegie der regeering, zonder dat daarop
de volksvertegenwoordiging eenigen invloed
van beteekenis kon uitoefenen. Dit was even
goed in democratisch als in autocratisch ge
regeerde landen het geval. Maar te oordee-
len naar de resultaten die wy er van zien
in dezen tyd, is deze wyze van bestuur ern
stig in gebreke gebleven. De wereld is langs
dezen weg naar een ramp gevoerd, als ze
maar zelden heeft te dragen gehad.
Of een dergelyke ramp zou mogelijk ge
weest zyn, wanneer de volkei) meer daad-
werkelijk op het bestuur der buitenlandsche
betrekkingen invloetf had geoefend, is niet
te zeggen. Maar we weten wel dat ze thans
ons getroffen heeft en dat verandering dus
dringend noodzakelyk is. Ook mogen we
aannemen, dat vooral na het doorgestane
lyden der laatste jaren de volken zelven niet
licht hun goedkeuring zouden hechten aan
een politiek, die zoo fatale gevolgen kon
hebben.
Er is dus reden om van sterkere volkscon-
dó het „Schaakbord”,
nadering Bouwvereen.
■réén Graaf FlarteW'
aura voor
rx*n, Gom.
ïuienkoren.
b411* UI WMl.
gij bedreigt Jjrth-1” den...
tiw Fleok junior wae een adierp zaken
man... do zoon van een grorto firma...
Ito oude heer stond op.
polrt, mijn-
dat ik
«blnm wij
schen straatweg in ligt de boerderij „Me-
gendel” als een schilderachtige plek in de
duinen. Hier is het oord waar de padvinders
graag kampeeren. W(j zouden daartegen
geen bezwaar hebben indien zij hun schelle
hoorns en schetterige trommels thuis lieten.
Het is onaangenaam in deze vredige dreven
herinnerd te worden aan het ellendige oor
logvoeren. Hier moet het alleen een plek
zijn van rust. Vrede, rusten liefde aardt
hieV gezond. Verliefde en verloofde paren
die zoo gaarne die vreedzame rust zoeken,
hebben hier E) Dorado. Zij maken een druk
gebruik van deze wandelwegen, al geven zij
soms wel eens op al te exstentatieve wijze
uiting aan hun dierbare gevoelens, al wanen
zy zich wel eens te veel geheel alleen in
moeder natuur’s tempel van ongekorven
hout.
Den Haag heeft wat geen stad haar kan
nadoen: bosch en duin en strand en hei. Het
is eigenaardig hoe weinigen van de meer
dan drie maal honderdduizend inwoners dat
benijdenswaardige bezit weten te waardee-
ren door er zooveel van te genieten als
slechts mogelijk is. Aan den anderen kant
zijn wij daar weer niet rouwig om. Het
zou een deel van de aantrekkelijkheid ver
minderen indien den Haag in al te groote
„huldigende stoete’ naar de bosschen trok, i
Ten aan zien van het uitgaansvermaak be
staat er een diep verschil tusschen twee ca- i
tagorieën, de eene die Zondags het liefst
op den boulevard flaneert, waar een quasi-
mondaine drukte heerscht van opgeprikte
heertjes en opgedirkte juffertjes; de andere
dié een oud pakje aantrekt, de fiets bestijgt
en zich naar de duinbosschen begeeft, om
daar op zijn „dooien rag” te genieten.
Voor ons is er niets zoo „vreeselijk”
om eens een Haagsche juffer-uitdrukking te
bezigen als de Zondagmiddag op den
Scheveningschen strand-boulevard.
Daar hangt een viezige lucht van benauw
de parfums, daar dwarrelt een stof die de
oogen pijn doet en daar flaneert een soort
publiek, dat zich uitslooft om zoo chique
mogelyk te doen, doch door zyn onhandig
heid by na het hansworstige nadert.
Wy zulen de laatste zijn om ooit dédaign
neer te zien op eenige klasse van de bevol
king, maar het is bijna onuitstaandbaar dat
een bepaalde soort zich op een dergelyke
belachelijke wijze „aanstelt”. Den grooten
stadsinvloed ontgaat niemand, maar opzet
telijk na-apen is nog iets anders. Het is ook
zoo jammer dat die breéde groep zich zoo
tracht los te werken uit het millieu waarin
ze behoort omdat zij daardoor onze achting
verspeelt en onzen lachlust opwekt.
Enfin, wü zullen ons er niet aan ergeren,
omdat wy Zondagsmiddags wel uit de buurt
van den strandbouievard zullen blijven. Het
leven op Scheveningen is ojrprigens weer
druk aan den gang. Hotels en pensions loo-
pen al vol en naar wü hier en daar verna
men is er voor den zomer heel wat gereser
veerd. Na het jaar 1914, toen het uitbreken
INGEZONDEN MEDEDEEL1NOEN U-4 rM«l» f I.M&. •ibe rafel «eer f 0JS.
Op de *oorp«(ine dubbel tarief
Gewone edrerleMiia ea tafeeoadea mededSelinfea bij contract tot teer fereduceerdea
prijt. Groote lettert en randen naar piaaitruimta
KLEINE ADVERTENTltNaanvrafea ea aanbradtafen,- betraMepde diett»irwtiiL
koop en verkoop, huur ea «ariarat. I—S rafela d 0.2S elke rafel neer 5 cent Mj raarwó-
betelinf. Maxiaiura frootte 10 rafelt. Bewijeauatatera S coat.
nlg houden, mijnheer Wildfcng!” zrt hij.
„Zirt u, u bent nti toch in dto zestig I f
Van uw zoon» heb ik mijnheer Fred ei
genlijk nooit in de zaak gezien; mijn-
heer Bill komt een dwg in de week en
onderteekent de hrtoven zonder ze to Ie-
zen. Mijnheer Mac Cornick, uw schoon-
zoon ie een goede zakenman. Maar hij
Heeft toch zlju eigen, groote firma in Li-
verpoot. Daar heelt hij genoeg aan Hij
wil zich toch ook nirt al te zeer rw- t
moeien. Hoogstens van IHnndagrttnorgras j
tot Za<entagMniiddiaf>*, zooals hier al de
heeren. Ja, maar de Héimllmrgvr heeren
werken zet» dagen in de week xan des
morgens achten tot ’««vontbt zevenen en
nog langer. U ook, mijnheer Wilding!
U alleen! Maar bedenk eens, als u iet<
gebeurde. Op den duur moet toch iemand
de kar uit den modder trekken! Vergeef
mij hrt bi'eJdl... Goed’. Ik Iwn w toe
berdd!"
„Maar hoe komt u op do gedachte ah
deelgenoot..”
|>irtrioh Hinrichtten w&w opgertaan en
rtond breed van schondvoK en zwaar voor
hem.
„Omdat ik niet mijn loven lang vöor
een ander wil zwoegen., mijnheer Wil
ding!” zei hij me< harde Hten», maar
nu ook voor mij en tnim hik»!... tk hen
met nirts begonnen! Maar ik wil ah,
wirtgewteld man aten'en, mijnheer Wil
ding en dat zal ik! Als liet kan mrt u!
Anders... helaas... tegen u!”
wil zeggen,
„In hrt geheel niet, mijnheer WUcMng!
Ik ben de beleefdheid zelf. Ik ben, u er
kentelijk voor alles, wat ik bij u en van.
u geleerd heb... Het wa» niet weinig...”
„Om mij nu te venradan... Bah!" zrt
de oude heer verachtelijk, mrt een afwe-
„U moet mij niet voor voor krankzin- rende* beweging van de hand
over geen zorgen. Daar zal hrt nk4 op
a/fspringtmt’
„Daar het gesprek er op komt,” zei
de man uM de Hansertad gemoedrtijk in
zijn plat klinkend Duitseh, dat aan zijn
woorden ondanks de sluwheid, die uit
zijn oogen straalde, wat trouw hartigs gaf:
„Ik wikle daar al lang met u over
spreken, mijnlieer Wilding! Dat u ginds
een vartore viu'wt noodig heefi ilan tot
nu toe, Is ,dhiWlelijk. Ih» HauiIniirgerH,
mijn landrtieiden, winnen daer dag aan
dag grond!’’
fc.Dat wwt ik!"
„Fn die hebl>en m>ij al gep
heer W'ilddiHg, omdat zij weten,
de zaak ken! Al deze weken hei
onderhandeld. Op oen Zondag ben ik al
eens in Hfuilburg geweest! Er 1» intj
daar een schitterend plaatu als directeur
aangeboden, mijnheer Wildlngd”
De gripe ('ityjnan sprong eensklaps op.
„Zoo! Dat is» de dffnk."
„Voor wat, mijnheer Wilding?" vroeg
de Neder- Dudtseher onverschi'Uig. „Ik heb
tot uw tevredenheid voor u gewerkt. U
heeft mij betaalil tot mijn tevredenJ»ei<l.
Dan valt ar nlrt te verzoeken en, te don
ken!. Maar ik ben, bereidt voor u naar
Zudd-AiiM’rika to gaan...”
„O, werkelijk!"
oliler niet een ondtagei
maar als deelgenoot
Co.’"
i oogcnWck van stilte volgde. De
nan staarde den proeuarttielnoiuhT zoo
itet aan, ahtof hij vreesde, dat die
op e«i zoo ongewone» tijd ah
uur middags reeft» te buiten
(‘gaan aan portwijn of brandy. Dirt-
linrichsen weeratemè vriéndelijk zijn
.reedu,
firma dienen,
Iers niet..."
■olgkW» er *-<11 OOgewblik
te. John Wilding —-•■*-
gors op xte tafel.
trekk<<n strwteti ver rawing on ontsteuaiditg
met de kaimte van <h*n oud<<n gen tik man,
diie zich door nirtH, ook nlrt <kx>r dt-t»
ongrttoordeik oünli van don rolmaten, jon
gen Maanburger voor zich van zijn stuk
lirt breiwn. Wrt h waar, die Isul Ster
ke schouders. Die droog do zaak,
zpu eens kunnen herademen... i
Van. drt» overkant klonk hrt:
een man, die wat
mljnhi-er Wilding. U zou u ginds
kunnen veriati’n Ik denk, <l<
oogenMik af vert brter zult
Do CKvmm, airtwoortMe nirtn. II
te slevhto een afwereu
de hand, whof hij hoe langer Mbè min
der den oisch begreep, om zulk een v oor.
stel ernstig te turuen! Wat ander» ging
hem daarbij <!oor hrt hoofd).... E«a rtllte
hoop,.. Op dm kwgen stoei, daar voor
hem ImwI zooeven de heer Fleck uit Man-
olMNier gezeten. Reeds Mn keer hadden
zij l>rtdm zooals de oude Mathes gmgd
had, hun kindrren met cl kaar laten trou-
Ah zij hrt een tweeden koer de-
zijn ntooie, blonde Idith.Augus-
„Voor zoover ik weet, heeft hij een
afspraak gemaakt mrt miss Edith en haar
-^hapll"
heer Mathes floot veelbrteekenend
door die tanden, birtdl het stevige hoofd
wat opzij en, keek rtuw knipoogend de
beide oude heeren. aan.
.,Gij hebt uw kinderen al één keer
met elkaar laten, trouwen!” zei hij open
hartig. „Maar dubliel genaaid houdt be
ter... is het niet?... AM right!... Johny,
dan heb je toch, wat je noodig hebt...
<*n jonge jongen in dte zaak, die haar
op de Landen heeft...”
Dit gebrek aan tact trof den ouden,
acht ens waardig en John Wilding pijnlijk.
Hij trok afwerend’ do wenkbrauwen op.
„Wat voor zaken, brengt je? vroeg hij
koel.
„Later!..* ik loop later nog e<w»aan!
u wMt gaan lieeren?... Ik ga een eind
wt u mede!Ik zou graag met u spre
ken over mijn zaken, in New York!
De drie heeren* namen afscheid John
Wilding) was alleen,. Weer sloot hij een
ougenbHk de oogen. Hrt was, alsof hij
oltep, ondanks hrt geraas der voertui
gen, Imt gesdireeuw der couranten ver-
„Mercuriua”.
Gisteren is te Rotterdam de jaarverga
dering geliouden van den N'tiderlaadterhm
Bond van Handeé»- en Kantoorbedienden
„Mercurina”.
Deze werd Wouii-adligmond voorafge
gaan door een milariwMM'tlng, waarbi j als
sprekers optrad) u de heeren mr. J. Lim
burg, lid van de Twiwdo Kamer, en R.
Winkel, bondwvooreitter, terwijl ten stofte
een motie werd aangenomen, waarin
noodzakelijkheid werd' uttgcwproken van
e€«i aigcnieme wdarisherriening. geba
seerd op de gewijzigde verhoudingrm <*n
ten dringendste wn beroep werd g'-dann
op allo werkgevers.
Donderdagmorgen werd de vergadering
door den iKXidwvooraiUer, den heer K.
Winkel, geopend mtt een rote, waarin,
hij <h* 10 jaar grtwten tot stand gvkomon
fusie herdadit <n den daarop gevolgden
bloei. Hrt getal van 24 aMi'clingm werd
tol 30 opgevoerdf »«n het fond««M»ezit van
f17.600 tot f 44.180.
Hrt jaarverslag van den Hocrdarte wart
roedfei in druk v orselu-nen, waaruit bleek
dat hrt ledental weder gestegen was en
hrt aantal werktooz.en ver raspend laag, is,
ofschoon velen den druk der tijden on
dervinden. Hrt aantal kdkiv liedroeg op
1 Januari 1917 3531 tegen 3231 in het
vorig jaar.
van rtil-
trommekfo mrt de vln-
Op zijn stille, fijne
kooper», hrt getoeter der automoUetlen
buiten Daarna vermande hij zich, streek
over zijn voorhoofd en, riep door de voor
hem staand» telefoon, naar dri beneden
verdieping: „Mijnheer Zillke?”
„Ja Sir!"
„Is mijnheer Hinrichsen er?"
„Hij is juist naar mijnheer Schuster
gegaan!"
„Ik verwek hem bij mij te komen!"
Hrt geheels gwprek werd in hrt Duitach
.gevoerd. De firma John Wilding liad bij
na alleen jonge Duiitsche kooplieden in
dienst, die naar Londen kwamen, omi l’n-
gelsoh te leeren en de hoog» school van
den handel te volgen. Zij warm goetE
koopeiy Zij waren vlijtiger. Zij warm
handiger. Zij leerden te veel Veel te
veel flater bemerkte men hrt buiten aan
alle htoeken en einden der wereld. Dat
was de keerzijde van de medaille. Maar
wat kon een enkeling in den wedkamp
der City daartegen dioen?
„Goeden morgen, mijnheer Wilding!"
Dietrich Htortehsra, <le procureur stond
aan de deur. Een breedgeschouderde on
wrikbaar kalme Hamburger, met een vast
beraden, sluw gelaat, waarop een beleefd
lachje zetelde.
^.Goeden morgei..
Ga zitten... En nu
Gij hebt toch zeker gehoord,
daag weer met Guzman en
beurd ie... Zoo gaat hrt niet
mort er gedurende een
meetrt hertrouwden man heenzenden!
dat zijt gij. Zijt gij bereid?”
„Als wat zal ik er heengaan, menheer
Wilding1?” vroeg Dietrich Hinrielusen, zon
der eeoig teeken van verrassing te ge
ven
„Nu... ate vertegenwoordiger der fir
ma Wat liet salaris betreft, maak u daar-
8