dijk lm, Amsterdam, «95 SE O. 13396. Zaterdag Mei 1917. 56e Jaargang. BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. 'Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN ZOON. Telefoon Interc. 82. Eerste Blad. Feuilleton. Zijn Engelsche Vrouw. iging te flesch f 3.25. boekhouden, en meergevorderden, oor de note M. 0. rma&l lesgeld f 5.— aten. Zoo slaagde arige P. SIEBESMA geen andere leiding iz0 schriftelgke leer- teeds meerdere can- O. onze schriftelijke I Belangstellenden ti hierdoor tot niets. 3jTxe‘CL-ws- ezx ^.d.’trertezxtie'bleud. voor OoxxoLa. orx Oxcxstxelcezx. VERSCHIJNT DAGELIJKS Het bestuur onzer bniten- landsche betrekkingen. Dit nummer bestaat uit twee bladen. IR haargroei— aarwortela HAGENAAR. BINNENLAND. p«* flacon. ♦MTMto niet onder 1231 26 Kloris- (Wordt vervolgd.) „Bah... ‘Trein, Graaf K>rtfeeeten. («schikte betrek- 4 in. de firma i wij ogen lerten, Naar het Dultooh door RUDOLF STBATZ. Geautoriseerde Uitgave, bewerkt door Mevr. J. P. WE8SELINK—VAN R088UM. (Nadruk verboden.) gszeteoht De i omdat zij Al’ deze idtold. Op oen Hamburg geweest! KOKO IS ZUIVU U HELDER OM TE GEBRUIKEN EN HEER VEROiENITL1* ■eg- Ilarmonw- Zangveree- 1. N. Bnbut m iT.rytel «n >Mk, uda. I 130 I „o, „•Fó Mar, Wilding en Co.’ Een koopin onthuts zich twaalf was ge; rich Hi blik. »nco toeten dint t van poatwisM 4 AC* Wtoevere ACHT 4d JPtAH j van den oorlog met één slag Jjfit gehtele be drijf van de badplaats stopzette, zijn de vette jaren ’15 en *16 gekomen. Het aantal vreemdelingen neemt nog geregeld toe en de Nederlanders, in hun eigen land opgesloten, komen in grooten getale naar Scheveningen, zooals de Hagenaars straks in een breeden stroom naar Gelderland en Limburg trek ken. Dat is nu eenmaal de jaariyksche om wisseling. De theaters in den Haag sluiten hun deu ren en de Scheveningsehe zetten ze wijd open. Ook in het leven van de Hagenaars komt een verandering. *t Is ‘s avonds niet meer een tocht uit de buitenwijken naar de stad: ’t is nu een voortdurende bestorming van de tramp in de omgekeerde richting. ’t Is overigens stil in de residentie: er ge beuren geen wereldschokkende feiten. Zelfs de val van Minister Bosboom is de gemoe deren voorbij gegaan. Als het goed is, moest er ieder jaar een andere minister van oorlog komen, dat waren wij zoo gewend. En deze „zat” al haast vier jaar. Minister Bosboom was niet bijzonder geliefd bij de militairen. Waarom, och waarom was maar zelden een minister geliefd. Men kent eert Minister alle schuld toe voor alles wat er verkeerd is. En in het het leger is er naar shet schijnt altijd heel veel stof tot klagen. Bosboom gaat en Jan, Piet of Klaas komt er voor in de plaats. Over een poosje ligt die er toch ook weer uit Dat is zoo we relds loop, zooals ondank nu eenmaal ’s we relds loon is. ■ngenmn, Wilding! r ratten, itaelge* paar keer dan wrytt flink. OORRADIG [BRUIKERS (F. 0.75), I Veer Het was, geraas c„. dat ken Ikt Gij zijt dp irtijn jtmgevnannen. „Ten eerrte ben ik geen jongemai maar procuratiehouder, nrijnlwor I n tt» tweede, wil u nlrt veri maar uw firma dienen, tlorti als i noot, And» Ww v< geregeld tijdig ontvangen van Tien, vermak edijkhe- dan in onze agenda (lOIINll L ffltRVVT. BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. CCCLXXL We hebben de lente overgeslagen; de zo mer is onmiddellijk op den winter gevolg; zoo luidde de conclusie van één der mete- reologen in een Haagsch blad. Inderdaad, de man heeft gelijk; Op den 29en April zoo herinneren wij ons was het een heerlijke gewaarwording dat de kachel nog lekker brandde; op de flen Mei maakten wij ons eerste zomer-fietstochtje en op den 13en ondernamen we de eerste bedevaartstocht naar de bosschen onder Wassenaar. Deze laatste vormen het geliefkoosde oord van uwe onderdanigen briefschrijver. Daar ligt in de maagdelijke duinen een boschage, dat onmiddellyk aan de Geldersche valleien doet denken. Van den Haag uit voert een gezelli ge weg naar het Pompstation van de Water leiding, daartegen ligt een diep uitgegraven, breede geul de duinen uit. Een fietspad van breede betonplaten is als een gladde baan die naar het heerlijke oord in de duinen te midden der waterleiding spranten voert. Tusschen dezen weg en den grooten Leid- In normale tijden heeft ons volk en eigen lijk ook onze volksvertegenwoordiging maar bitter weinig belangstelling voor het be stuur onzer buitenlandsche betrekkingen. Wij voelen ons te zeer als quantité négli- geable en weten, dat wij geen woord mee te praten hebben in den raad der volkeren, die dan loop der wereldgeschiedenis vaststelt en dat wij daarom juist in de beste vrede en vriendschap met andere volken leven', omdat men van ons niets te vreezen en maar wei nig te hopen heeft en men zich van ons doen en laten dus maar weinig aantrekt. Al verklaart dit onze apathische houding ten opzichte van ons diplimatiek beleid ten volle, toch is die apathie niet verdedigbaar. Want al kunnen we dan geen gewicht in de schaal leggen, waar het de groote interna tionale verhoudingen betreft, toch kunnen we door een handig diplomatiek beleid onze eigen nationale belangen ongetwijfeld ten zeerste behartigen en heeft dus de wijze, waarop onze buitenlandsche, aangelegenhe den bestuurd worden, welk bestuur toch ook de behartiging van onze handelsbelangen en de regeling van ons consulaatswezen omvat, wel degelijk beteekenis. De tegenwoordige oorlog, die alles van zijn plaats geschoven heeft en ons als volk te midden van de oorlogvoerenden op een zeer bizondere plaats gesteld, heeft ons nu plotseling die beteekenis duidelijker doen beseffen. Dit komt natuurlijk ten deele van de wijziging in de internationale verhoudin gen, waardoor de invloed, die wij op den loop der wereldgebeurtenissen, zouden kun nen uitoefenen, onevenredig overgroot is, maar voor een grooter deel van het ons door de gebeurtenissen zelven opgedrongen be sef, dat wü telkens als aan den rand van een afgrond wandelen en dat verstandig be leid en wijs doorzicht noodig is om ons op de been te houden. Wy begrijpen, dat wy niettegenstaande onze nietigheid toch ge makkelijk kunnen meegesleurd worden in den woedenden strijd om ons heen. En wy weten daarom een sterken drang tot voor zichtige oplettendheid en een behoefte om zelf uit te kijken op welke wijze men het schip van onzen staat stuurt. Daarnaast heeft ongetwijfeld de oorlog ten onzent als rondom ons de belangstelling in het internationale politieke leven uiter mate verhoogd. Wij hebben nu leeren begrij pen hoe sterk ook ons leven de reactie on dervindt van een strijd tusschen groote mo gendheden, waar we buiten staan. Wü voe len, hoe de invloed van dergelijke worste lingen zich ver over den tegenwoordigen tijd Drukkerij h ZOON -Goed* ABONNEMENTSPRIJS I per kwartaal f 1.25, per week 10 cent, met Zondagsblad per k»arual f 1.75, per week 14 cent, overal waar de beaorglng per looper geschiedt. Franco per port per kwartaal f I SO, met Zondagsblad I 2 Abonnementen worden dagelijks aangenomen aaa ons bureau Markt 31, Gouda, bij oase agenten, den boekhandel en do postkantoren ADVERTENTIEPRIJS s Uit Gouda ea omstreken (behoorende tot den beaorgkring) 1—5 regels I 0.55, elke regel meer f 0.10. Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden desa legen twee berekend. Van bolton Gouda ea den bcaorgkring 1—5 regels f 030, elke regel meer f 0.15. Hoofdradwteur van BEKKERING Ja., r het Men uéHrtaMo. - „Ik ben hij doet, goed dort, i' «m u gindk op mij c, dat tt van dat t stap.”' Hij maaie nde l»eweging mrt en, waarde Hjnyichsonl zonder onlw egen wat er van- Johnson ge- langor... Ik paar jaar mijn In tröle op den dienst der buitenlandsche za ken gunstige resultaten te verwachten. Maar willen die resultaten werkelijk komen dan is het noodig, dat die volken een duidelijk en zuiver begrip krijgen van al wat er op di plomatiek gebied gebeurt, dat zy in staat gestald worden de zaken te zien zonder den "suggereerenden invloed te ondergaan, die er van voorstellingen der regeeringen op hen kan uitgaan en dat zy bij machte raken de portée van verdragen en traêtaten te schatten. Waar nu dio volken het uitoefenen van controle altijd zullen ftioeten overdra gen aan mandarissen, is het dus noodzake- Hjk, dat we onder de volksvertegenwoordi gers ook mannen krijgen van diplomatiek en politiek inzicht, aan wie volledige inza ge van den buitenlandsche» dienst gegeven wordt, maar daarnaast ook, dat de directe invloed van het volk op zijn vertegenwoordi ging versterkt wordt. In Amerika hebben we het verschijnsel kunnen waarnemen, van een volk, dat althans in zijn belangrijke min derheid geen oorlog wou en een volksverte genwoordiging, die op voorstel der regee- ring vrijwel unaniem tot den oorlog be sloot. En dit heeft ons duidelijker dan iets anders getoond, dat ook het medezegging- schap van een parlement niet voldoende is, wanneer, zooals thans in de meeste landen, de afstand tusschen volk en volksvertegen woordiging, de eenstemmigheid tusschen de ze beide verbreekt. De volksvertegenwoordi ging is te zeer een deel der regeering ge worden, omdat zy te veel bestaat uit be roepspolitici. En dat moet veranderen wil de vergroo- ung van den invloed der volksvertegen woordiging op het bestutrr*dfer buttenland- sche betrekkingen haar gunstigen invloed doen gevoelen. K. iiw Bouw- en Woning- tajidscoiiünviswie Aruien- tot in een ver afgelegen toekomst uitstrekt. En dit te zamen heeft ons duidelijker dan woorden het doen konden, de saamhoorig- heid der gansche menschheid getoond en het samenhangen van ons nationaal belang met dat der gansche wereld. Zoo zien we dat niet alleen de stryd, die thans gestreden wordt, maar dat het doen en laten van an dere volken en hun onderlinge verhouding op ons volksleven en daardoor ook op het leven van ieder onzer invloed uitoefent. En onze intense belangstelling voor den aard, ook van onze buitenlandsche betrekkingen, voor het intematinale leven en de wijze, waar wy er aan deelnemen, is er mee 'ge wekt of versterkt. Maar van deze belangstelling naar de neiging om op het boetuur onzer buitenland- schê betrekkingen toe te zien en er ons daad werkelijk mee te bemoeien, is maar een enkele stap. En waar ook de bovenaahgedui- de vrees ons door onvoorzichtig beleid in het wereldconflict betrokken te worden, tot 'nauwlettender toezien op de daden der re geering drong, is hek begrijpelijk, dat ook ten onzent een poging gedaan werd om de volksvertegenwoordiging een grooter in vloed op het bestuur der buitenlandsche be trekkingen te verzekeren. Ook hierin openbaart zich slechts de geest, die thans overal ter wereld ztfn kracht doet gevoelen. Deze wereld heeft als ’t ware de volken wakker geschud. Zij begrypen, dat wanneer de wijze, waarop tot nu toe de buitenlandsche aangelegenheden be stuurd worden en het internationale leven geleid werd, tot zulke catastrophen leiden kan, die wyze dringend verbetering behoeft Want zoo de volken van Europa eh Amerika nog in één enkel opzicht eensgezind mogen heeten, dan is het hierin, dat zy allen gely- kelyk besloten hebben een dergelyke we reldramp in de toekomst te verhinderen. Het bestuur der buitenlandsche betrek kingen bleef tot nu toe in alle landen het privilegie der regeering, zonder dat daarop de volksvertegenwoordiging eenigen invloed van beteekenis kon uitoefenen. Dit was even goed in democratisch als in autocratisch ge regeerde landen het geval. Maar te oordee- len naar de resultaten die wy er van zien in dezen tyd, is deze wyze van bestuur ern stig in gebreke gebleven. De wereld is langs dezen weg naar een ramp gevoerd, als ze maar zelden heeft te dragen gehad. Of een dergelyke ramp zou mogelijk ge weest zyn, wanneer de volkei) meer daad- werkelijk op het bestuur der buitenlandsche betrekkingen invloetf had geoefend, is niet te zeggen. Maar we weten wel dat ze thans ons getroffen heeft en dat verandering dus dringend noodzakelyk is. Ook mogen we aannemen, dat vooral na het doorgestane lyden der laatste jaren de volken zelven niet licht hun goedkeuring zouden hechten aan een politiek, die zoo fatale gevolgen kon hebben. Er is dus reden om van sterkere volkscon- dó het „Schaakbord”, nadering Bouwvereen. ■réén Graaf FlarteW' aura voor rx*n, Gom. ïuienkoren. b411* UI WMl. gij bedreigt Jjrth-1” den... tiw Fleok junior wae een adierp zaken man... do zoon van een grorto firma... Ito oude heer stond op. polrt, mijn- dat ik «blnm wij schen straatweg in ligt de boerderij „Me- gendel” als een schilderachtige plek in de duinen. Hier is het oord waar de padvinders graag kampeeren. W(j zouden daartegen geen bezwaar hebben indien zij hun schelle hoorns en schetterige trommels thuis lieten. Het is onaangenaam in deze vredige dreven herinnerd te worden aan het ellendige oor logvoeren. Hier moet het alleen een plek zijn van rust. Vrede, rusten liefde aardt hieV gezond. Verliefde en verloofde paren die zoo gaarne die vreedzame rust zoeken, hebben hier E) Dorado. Zij maken een druk gebruik van deze wandelwegen, al geven zij soms wel eens op al te exstentatieve wijze uiting aan hun dierbare gevoelens, al wanen zy zich wel eens te veel geheel alleen in moeder natuur’s tempel van ongekorven hout. Den Haag heeft wat geen stad haar kan nadoen: bosch en duin en strand en hei. Het is eigenaardig hoe weinigen van de meer dan drie maal honderdduizend inwoners dat benijdenswaardige bezit weten te waardee- ren door er zooveel van te genieten als slechts mogelijk is. Aan den anderen kant zijn wij daar weer niet rouwig om. Het zou een deel van de aantrekkelijkheid ver minderen indien den Haag in al te groote „huldigende stoete’ naar de bosschen trok, i Ten aan zien van het uitgaansvermaak be staat er een diep verschil tusschen twee ca- i tagorieën, de eene die Zondags het liefst op den boulevard flaneert, waar een quasi- mondaine drukte heerscht van opgeprikte heertjes en opgedirkte juffertjes; de andere dié een oud pakje aantrekt, de fiets bestijgt en zich naar de duinbosschen begeeft, om daar op zijn „dooien rag” te genieten. Voor ons is er niets zoo „vreeselijk” om eens een Haagsche juffer-uitdrukking te bezigen als de Zondagmiddag op den Scheveningschen strand-boulevard. Daar hangt een viezige lucht van benauw de parfums, daar dwarrelt een stof die de oogen pijn doet en daar flaneert een soort publiek, dat zich uitslooft om zoo chique mogelyk te doen, doch door zyn onhandig heid by na het hansworstige nadert. Wy zulen de laatste zijn om ooit dédaign neer te zien op eenige klasse van de bevol king, maar het is bijna onuitstaandbaar dat een bepaalde soort zich op een dergelyke belachelijke wijze „aanstelt”. Den grooten stadsinvloed ontgaat niemand, maar opzet telijk na-apen is nog iets anders. Het is ook zoo jammer dat die breéde groep zich zoo tracht los te werken uit het millieu waarin ze behoort omdat zij daardoor onze achting verspeelt en onzen lachlust opwekt. Enfin, wü zullen ons er niet aan ergeren, omdat wy Zondagsmiddags wel uit de buurt van den strandbouievard zullen blijven. Het leven op Scheveningen is ojrprigens weer druk aan den gang. Hotels en pensions loo- pen al vol en naar wü hier en daar verna men is er voor den zomer heel wat gereser veerd. Na het jaar 1914, toen het uitbreken INGEZONDEN MEDEDEEL1NOEN U-4 rM«l» f I.M&. •ibe rafel «eer f 0JS. Op de *oorp«(ine dubbel tarief Gewone edrerleMiia ea tafeeoadea mededSelinfea bij contract tot teer fereduceerdea prijt. Groote lettert en randen naar piaaitruimta KLEINE ADVERTENTltNaanvrafea ea aanbradtafen,- betraMepde diett»irwtiiL koop en verkoop, huur ea «ariarat. I—S rafela d 0.2S elke rafel neer 5 cent Mj raarwó- betelinf. Maxiaiura frootte 10 rafelt. Bewijeauatatera S coat. nlg houden, mijnheer Wildfcng!” zrt hij. „Zirt u, u bent nti toch in dto zestig I f Van uw zoon» heb ik mijnheer Fred ei genlijk nooit in de zaak gezien; mijn- heer Bill komt een dwg in de week en onderteekent de hrtoven zonder ze to Ie- zen. Mijnheer Mac Cornick, uw schoon- zoon ie een goede zakenman. Maar hij Heeft toch zlju eigen, groote firma in Li- verpoot. Daar heelt hij genoeg aan Hij wil zich toch ook nirt al te zeer rw- t moeien. Hoogstens van IHnndagrttnorgras j tot Za<entagMniiddiaf>*, zooals hier al de heeren. Ja, maar de Héimllmrgvr heeren werken zet» dagen in de week xan des morgens achten tot ’««vontbt zevenen en nog langer. U ook, mijnheer Wilding! U alleen! Maar bedenk eens, als u iet< gebeurde. Op den duur moet toch iemand de kar uit den modder trekken! Vergeef mij hrt bi'eJdl... Goed’. Ik Iwn w toe berdd!" „Maar hoe komt u op do gedachte ah deelgenoot..” |>irtrioh Hinrichtten w&w opgertaan en rtond breed van schondvoK en zwaar voor hem. „Omdat ik niet mijn loven lang vöor een ander wil zwoegen., mijnheer Wil ding!” zei hij me< harde Hten», maar nu ook voor mij en tnim hik»!... tk hen met nirts begonnen! Maar ik wil ah, wirtgewteld man aten'en, mijnheer Wil ding en dat zal ik! Als liet kan mrt u! Anders... helaas... tegen u!” wil zeggen, „In hrt geheel niet, mijnheer WUcMng! Ik ben de beleefdheid zelf. Ik ben, u er kentelijk voor alles, wat ik bij u en van. u geleerd heb... Het wa» niet weinig...” „Om mij nu te venradan... Bah!" zrt de oude heer verachtelijk, mrt een afwe- „U moet mij niet voor voor krankzin- rende* beweging van de hand over geen zorgen. Daar zal hrt nk4 op a/fspringtmt’ „Daar het gesprek er op komt,” zei de man uM de Hansertad gemoedrtijk in zijn plat klinkend Duitseh, dat aan zijn woorden ondanks de sluwheid, die uit zijn oogen straalde, wat trouw hartigs gaf: „Ik wikle daar al lang met u over spreken, mijnlieer Wilding! Dat u ginds een vartore viu'wt noodig heefi ilan tot nu toe, Is ,dhiWlelijk. Ih» HauiIniirgerH, mijn landrtieiden, winnen daer dag aan dag grond!’’ fc.Dat wwt ik!" „Fn die hebl>en m>ij al gep heer W'ilddiHg, omdat zij weten, de zaak ken! Al deze weken hei onderhandeld. Op oen Zondag ben ik al eens in Hfuilburg geweest! Er 1» intj daar een schitterend plaatu als directeur aangeboden, mijnheer Wildlngd” De gripe ('ityjnan sprong eensklaps op. „Zoo! Dat is» de dffnk." „Voor wat, mijnheer Wilding?" vroeg de Neder- Dudtseher onverschi'Uig. „Ik heb tot uw tevredenheid voor u gewerkt. U heeft mij betaalil tot mijn tevredenJ»ei<l. Dan valt ar nlrt te verzoeken en, te don ken!. Maar ik ben, bereidt voor u naar Zudd-AiiM’rika to gaan...” „O, werkelijk!" oliler niet een ondtagei maar als deelgenoot Co.’" i oogcnWck van stilte volgde. De nan staarde den proeuarttielnoiuhT zoo itet aan, ahtof hij vreesde, dat die op e«i zoo ongewone» tijd ah uur middags reeft» te buiten (‘gaan aan portwijn of brandy. Dirt- linrichsen weeratemè vriéndelijk zijn .reedu, firma dienen, Iers niet..." ■olgkW» er *-<11 OOgewblik te. John Wilding —-•■*- gors op xte tafel. trekk<<n strwteti ver rawing on ontsteuaiditg met de kaimte van <h*n oud<<n gen tik man, diie zich door nirtH, ook nlrt <kx>r dt-t» ongrttoordeik oünli van don rolmaten, jon gen Maanburger voor zich van zijn stuk lirt breiwn. Wrt h waar, die Isul Ster ke schouders. Die droog do zaak, zpu eens kunnen herademen... i Van. drt» overkant klonk hrt: een man, die wat mljnhi-er Wilding. U zou u ginds kunnen veriati’n Ik denk, <l< oogenMik af vert brter zult Do CKvmm, airtwoortMe nirtn. II te slevhto een afwereu de hand, whof hij hoe langer Mbè min der den oisch begreep, om zulk een v oor. stel ernstig te turuen! Wat ander» ging hem daarbij <!oor hrt hoofd).... E«a rtllte hoop,.. Op dm kwgen stoei, daar voor hem ImwI zooeven de heer Fleck uit Man- olMNier gezeten. Reeds Mn keer hadden zij l>rtdm zooals de oude Mathes gmgd had, hun kindrren met cl kaar laten trou- Ah zij hrt een tweeden koer de- zijn ntooie, blonde Idith.Augus- „Voor zoover ik weet, heeft hij een afspraak gemaakt mrt miss Edith en haar -^hapll" heer Mathes floot veelbrteekenend door die tanden, birtdl het stevige hoofd wat opzij en, keek rtuw knipoogend de beide oude heeren. aan. .,Gij hebt uw kinderen al één keer met elkaar laten, trouwen!” zei hij open hartig. „Maar dubliel genaaid houdt be ter... is het niet?... AM right!... Johny, dan heb je toch, wat je noodig hebt... <*n jonge jongen in dte zaak, die haar op de Landen heeft...” Dit gebrek aan tact trof den ouden, acht ens waardig en John Wilding pijnlijk. Hij trok afwerend’ do wenkbrauwen op. „Wat voor zaken, brengt je? vroeg hij koel. „Later!..* ik loop later nog e<w»aan! u wMt gaan lieeren?... Ik ga een eind wt u mede!Ik zou graag met u spre ken over mijn zaken, in New York! De drie heeren* namen afscheid John Wilding) was alleen,. Weer sloot hij een ougenbHk de oogen. Hrt was, alsof hij oltep, ondanks hrt geraas der voertui gen, Imt gesdireeuw der couranten ver- „Mercuriua”. Gisteren is te Rotterdam de jaarverga dering geliouden van den N'tiderlaadterhm Bond van Handeé»- en Kantoorbedienden „Mercurina”. Deze werd Wouii-adligmond voorafge gaan door een milariwMM'tlng, waarbi j als sprekers optrad) u de heeren mr. J. Lim burg, lid van de Twiwdo Kamer, en R. Winkel, bondwvooreitter, terwijl ten stofte een motie werd aangenomen, waarin noodzakelijkheid werd' uttgcwproken van e€«i aigcnieme wdarisherriening. geba seerd op de gewijzigde verhoudingrm <*n ten dringendste wn beroep werd g'-dann op allo werkgevers. Donderdagmorgen werd de vergadering door den iKXidwvooraiUer, den heer K. Winkel, geopend mtt een rote, waarin, hij <h* 10 jaar grtwten tot stand gvkomon fusie herdadit <n den daarop gevolgden bloei. Hrt getal van 24 aMi'clingm werd tol 30 opgevoerdf »«n het fond««M»ezit van f17.600 tot f 44.180. Hrt jaarverslag van den Hocrdarte wart roedfei in druk v orselu-nen, waaruit bleek dat hrt ledental weder gestegen was en hrt aantal werktooz.en ver raspend laag, is, ofschoon velen den druk der tijden on dervinden. Hrt aantal kdkiv liedroeg op 1 Januari 1917 3531 tegen 3231 in het vorig jaar. van rtil- trommekfo mrt de vln- Op zijn stille, fijne kooper», hrt getoeter der automoUetlen buiten Daarna vermande hij zich, streek over zijn voorhoofd en, riep door de voor hem staand» telefoon, naar dri beneden verdieping: „Mijnheer Zillke?” „Ja Sir!" „Is mijnheer Hinrichsen er?" „Hij is juist naar mijnheer Schuster gegaan!" „Ik verwek hem bij mij te komen!" Hrt geheels gwprek werd in hrt Duitach .gevoerd. De firma John Wilding liad bij na alleen jonge Duiitsche kooplieden in dienst, die naar Londen kwamen, omi l’n- gelsoh te leeren en de hoog» school van den handel te volgen. Zij warm goetE koopeiy Zij waren vlijtiger. Zij warm handiger. Zij leerden te veel Veel te veel flater bemerkte men hrt buiten aan alle htoeken en einden der wereld. Dat was de keerzijde van de medaille. Maar wat kon een enkeling in den wedkamp der City daartegen dioen? „Goeden morgen, mijnheer Wilding!" Dietrich Htortehsra, <le procureur stond aan de deur. Een breedgeschouderde on wrikbaar kalme Hamburger, met een vast beraden, sluw gelaat, waarop een beleefd lachje zetelde. ^.Goeden morgei.. Ga zitten... En nu Gij hebt toch zeker gehoord, daag weer met Guzman en beurd ie... Zoo gaat hrt niet mort er gedurende een meetrt hertrouwden man heenzenden! dat zijt gij. Zijt gij bereid?” „Als wat zal ik er heengaan, menheer Wilding1?” vroeg Dietrich Hinrielusen, zon der eeoig teeken van verrassing te ge ven „Nu... ate vertegenwoordiger der fir ma Wat liet salaris betreft, maak u daar- 8

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1917 | | pagina 1