«ZOUT riJMS iwd adres I oede.^j leur, zwakte. J '■n-tabletten. 3 koker* f 2.85. I laten. Te Gouda itr. 29 j Schoon- i; Boskoop Wed. I. I Waddinxveen A. >oht J. v. Gennep. J SCH. Mo. 13427. Dinsdag 26 Juni 1917. 56e Jaargang. VERSCHIJNT DAGELIJKS BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN ZOON. Telefoon Interc. 82. issen. Feuilleton. 9 reedschappen ktuigen. >s Co Zijn Engelsche Vrouw. n Conversatie. spondentie. ZbTxeuLTxrs- eaa. -^.d.-v-ertexxtie’blsLcl voor G-oxLd.su ezx Oana.stre3s:ezx. 55 it van Thee gazfjn van 'AAY ZONEN, CHEM. ILJETTEN I.8L n van KLOSIANT tarot Het eating en ibroei, De Russische vredesformule. - Ve nizelos minister-president. - Om Lens. - Wijde perspectieven. - Een trooet. ■en 37, dpm. sen, prima mate* aan alle men- C. BUL, I. brbebaart u, Markt 5. IJN VAN Keukengerei onderdeden. nu weer telegrafisch kort ea bondig ontslag gevraagd. ibouw Bouw- derstands-Commis- 1448 20 UEFJES ▼rij ras z«g«| Naar het Dultsch door RUDOLF STRATZ. Geautoriseerde Uitgave, herwerkt door Mevr. J. P. WE8ÖI.LINK—VAN RO88UM. (Nadruk verboden.) 'bij ben en en stoffeeren 2N is bQ 5SING, I. -1- Gouda. LAFEBER, iltaoh M. O. (a.) GOUDA. da DRUKKERIJ nkman a zoon. RECHT liet door gordijnen ‘en, bed- rukker# □ON Gouda f. TIESEMA, 14. 1538 10 GIHIISIHE «MJÜA1VT. 1W1 14 in de keel, vaat- de borat. Necm bonbona. j ifdoend middel. I 0 en60ct. Bij Apoth. I Verder verkrijgbaar I dit^blat^ bij adver- I iandelareni daverden de juichkreten over de golven. Het kan verkeeren. Konstantin, de ex-koning, heeft aan den Griekschen gezant in Zwitserland verteld, dat het afscheid van zijn volk zeer treffend geweest is. Men stelde hem een verblijf in Denemarken, Engeland of Zwitserland voor, naar keuze. Hij heeft toen Zwitser land gekozen en is er zeer dankbaar voor, dat het land hem gastvrijheid verleent Het is nog niet zeker, hoe lang de Koning in Zwitserland zal verblijven. Hij is nü pas te benijden, deze van zijn groote vacantie genietende, op non-activi- teit gestelde Grieksche koning. Onder telegrammen heeft men gisteren nog kunnen lezen dat Venizelos Griekech. minister-president geworden is. Dat was te verwachten, na het ingrijpen der Entente. Feitelijk zal Jonnart, de Fransche generaal, de lakens wel uitdeden... Deze is ook eens even met den oud-minister-president, Zal* mis, naar den koning gestapt. Bijzonderhe den over de audiëntie zijn wel niet bekend, maar Jonnart’s bezoek was noodig om den jongen koning den waren staat van zaken uiteen te zetten en de invloeden die op hem worden uitgeoefend te "keer te gaan, zoo wordt in een telegram gezegd, waaruit men mag concludeeren dat de Entente over Alexander niet tevreden was en hem ver teld heeft hoe hjj zich moest gedragen om niet in ongenade te vallen. De lezers zullen zich misschien nog her inneren hoe, eenigen tjjd geleden, de Grie ken Venizelos’ beeld steenigden, uit elkan der sloegen en begroeven, hoe de geestelijk heid zijn naam vervloekte? Dat is nu opeens veranderd. Op 23 Juni hield de gemengde commissie bestaande uit Venizelistische en Zaïmi- tische ministers hare eerste bijeenkomst te Athene. Daar werden inleidende besprekin gen voor de meer belangrijke vergadering op Zondag gehouden. De gebeurtenis van den dag was de groot- sche ontvangst, aan Venizelos bereid door zijn getrouwen, die zich bij duizenden op de kade van Piraeus verdrongen, en als het ware den torpedojager enterden, die om streeks 6 uur in den avond den politieken leider terugbracht. In tallooze bootjes sta ken de menschen van wal, klauterden tegen den torpedojager op, bleven even aan dek om Venizelos toe te juichen en maakten dan weder plaats voor anderen. Mannen, vrouwen en kinderen, officieren en priesters sprongen aan boord en storm den op hem toe, zoodat hij zich ternauwer nood op het dek van den torpedojager kon bewegen. De officieren moesten met hun ellebogen wat ruimte voor hem en voor zichzelven maken om althans behoorlijk te kunnen salueeren. Winkeliers en arbeiders bogen voor hem en kusten hem de hand. Ja, zelfs poogden sommigen zijn voeten te kussen, wat Venizelos met een glimlach be lette. Een groep van twintig officieren van het Atheensche leger bood Venizoles haar dien sten aan, welk bewijs van eensgezindheid hem diep roerde. Vrouwen drukten hem bloemen in de hand, en priesters, op wier borst zijn beeltenis prijkte, zegenden hem. Hun tegenwoordigheid werd luide toege juicht, als een antwoord op de banvloek- ceremonie op Kerstmis 1.1. Gedurende den geheelen avond bleef ’t zeer druk op de kaden en telkens opnieuw INGEZONDEN MKDKDKKL1NGKN i Op de voorpagina dubbel lariat Gewone advencouJa «a ingnoadm madedaeliagaai Mj e—trri tot «oor gar*dmaarèaa prijs. Grooea leder* en randen tutu plaetaraimre. KLUNS ADVERTENTtftN aeneragee ea eeabioAagea.* betraap4* 8 IR I, hoop ea eerkoop, buur ea verbaar, 1—S regale f 0.25 elke regel e*eer J ceel M| «aaraii- beuliag. Mamaiuai fuM» 10 regeK BewijeauaiMr» S caM. We zouden haast vergeten dat er nog oorlog is. Nieuws is er weinig. Een Engelsch cor respondent vertelt: In het verstreken etmaal hebben onze troepen beoosten het bosch van Riaumont vooruitgang gemaakt en zoo wat een vier den mijl van de eerste linie der Duitschera bezet. Dit beteekent een rechtstreeksche frontale vooruitgang naar Cité de Moulin, dat feitelijk de zuidwestelijke rand van Lens is. Het ligt in den driehoek, gevormd door de vereeniging der hoofdlijnen van Béthune en Atrecht. Blijkbaar werd er heel weinig gevochten. De Duitschers gingen terug voordat onze mannen, die beide schan sen en schuilholen ontruimd hadden gevon den, hen hadden bereikt. Zonder twijfel stelt de druk, dien wij onverdroten op de ver dedigingswerken van Lens uitoefenen, den vijand op een harde proef. Misschien schuilt daarin wel da verklaring van het feit, waar om wij niet hebben geprobeerd, den val van die plaats gewapenderhand te bewerken. Terwijl de taktische waarde van Lens nauwelijks een zoo kostbare operatie als een stormloop met sterke strijdkrachten sou wettigen, moeten de Duitschers thans een groote troepenmacht in en voor de stad samengetrokken houden, ten einde voor overrompeling gevrijwaard te zijn. Daar wij de hoog gelegen punten bezet houden en dus de stad met ons geschut beheerschen, is de positie van den vijand niet zeer be haaglijk. Intusschen trekken wij onze linie steeds nauwer om de stad. Het Engelsche voorjaarsoffensief is nu afgeloopen, zooals blijkt uit een artikel in de Times, waarin men leest: De geallieerden zijn het offensief van dit voorjaar met hooggespannen verwachtin gen begonnen, waarover daarna gebeurte nissen een schaduw hebben geworpen, die aan hun controle ontsnapten. (De Russische revolutie.) Als men evenwel de balans opmaakt, zal men zien, dat er in het laatste jaar veel is volbracht en dat in veel opzich ten de vooruitzichten nog goed zijn. Het Britsche voorjaarsoffensief mag met de schitterende overwinning van Messines al? afgesloten worden beschouwd. Toegegeven moet worden dat de terugtocht van de Duit- 1 -5 rvgeb l 0.55, elke regel deze tegen twee berekend. Ven regel meer f 0.15. ABONNEMENTSPRIJS i per kwartaal f 1.25, per week 10 cent, met Zondagsblad per kwartaal f 1.75, per week 14 cent, overal waar de beaorging per looper geschiedt. Franco per po*t per kwartaal t 1.50, met Zondagsblad I 2.—. Abonnementen worden dagelijk* aangenomen een ona bureau Markt 31, Gouda, bij MM agenten, den boekhandel ea de postkantoren. ADVERTENTIEPRIJS i Uit Gouda ea omstreken (beboerende tot den bezorgkring)' moer f 0.10. Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden buiten Gouda en den bezorgkring: 1—5 regels 0.80. elke geregeld tijdig ontvangen van I,, vermakelijkhe- in onze agenda ■fgeleverd in verzegelde i een half en één Ned. 'en Nomrner en Prijs, Wet gedeponeerd Merk, ing van Uwe geierde ONS OVERZICHT. De leus: „geen inlijving en geen scha deloosstelling" vindt geen onverdeelde in stemming, naar men weet. Zij is een uitvin ding van Rusland, doch feitelijk geen an der der Entente-mogendheden kan dat eerste product van de Russische vrijheid erg mooi vinden. Frankrijk kan er zich alleen mee vereenigen als het den Elzas terugkrijgt en nu komt Japan ook een woordje meespre ken. Want het Japansche blad Asahi schrijft in een beschouwing over de Russi sche vredesformule: Japan heeft aan den oorlog deelgenomen om Duitschland uit het Verre Oosten te verdrijven. De teruggave van zijn koloniën zou het Duitschland mo gelijk maken, dén vrede in het Verre Oosten opnieuw te bedreigen. Indien derhalve de Russische formule mocht worden aangeno men, zou Japan tijdig maatregelen moeten nemen om de toepassing ervan in het Verte Oosten te verhinderen. Wat dus zooveel zeggen wil als: Al vin den jullie het goed, daarom behoeven wij daar niet aan mee te doen; we zullen dan zelf de zaak opknappen. Wat Japan eigenlijk wil weet niemand. Alleen blijkt hieruit temeer dat het voor deel uit den oorlog wil slaan, 't Is nu al leen de kwestie maar: hoe ver gaan de Ja pansche wenschen. Wilson heeft daarom een missie naar Tokio gezonden welke met de regeering van Japan ven overeenkomst over het oor logsdoel zal pogen te treffen. Dat verhindert echter den Raad van Ar beiders en Soldaten niet vast te houden aan de formule, ze te herhalen. Nog kersversch zijn de berichten uit Petrograd, welke mel ding maken van een resolutie, door het bij na voortdurend vergaderend congres van af gevaardigden der raden van arbeiders en soldaten uit geheel Rusland met 543 tegen 126 stemmen aangenomen: Het congres, overwegende, dat bij de hui dige toestanden de vereeniging der geheele macht in handen der bourgeoisie een doode- Ijjke slag voor de zaak der revolutie geweest ware en dat anderzijds de overdracht der geheele macht aan de raden van arbeiders en soldaten de revolutionaire krachten aan merkelijk zou hebben verzwakt keurt de vorming der coalitieregeering goed; het congres erkent de verklaringen der socialistische ministers over de algemeene politiek der regeering als bevredigend en keurt ze goed; het congres doet een beroep op de voor- loopige regeering, om haar politiek pogram krachtig ten uitvoer te leggen, met name naar een algemeene vrede zon gebiedsuitbreiding en schors/ ofschoon hjj een rechtstreeks gevolg was van de slagen van het vorige jaar, on getwijfeld de geallieerden heeft gedwon gen, hun plannen voor den voorjaarsveld- tocht te veranderen. Desniettemin heeft het het wezenlijke karakter van het voorjaars offensief niet veranderd. Vóór Joffre als opperbevelhebber aftrad, had hjj een plan voor een gecombineerd Fransch-Britsch of fensief gemaakt. De terugtocht van de Duit schers liet twee Engelsche en een Fransch leger zonder tegenstander in vaste stellin gen. Echter achtervolgden de geallieerden den vijand veel sneller dan hjj bad berekend en de Duitschers waren ook niet op de hoog te van den staat van voorbereiding van ons offensief ten Oosten van Atrecht. De ge allieerden waren langzamerhand tot het be sef gekomen, dat zij, onder andere redenen, wegens de verlamming van de Russische le gers, geen hoop konden koesteren voor een onmiddellijke beslissende overwinning. Daarom was hun doel, om ten volle gebruik te maken van een beperkt en redelijk offen sief. In dat opzicht nu zijn zij buiten ver wachting geslaagd, en er is nog een periode van vier maanden gunstig weer te ver wachten. Ondanks de hevigheid van de Duitsche tegenaanvallen in den slag b(j Atrecht, mislukten zonder uitzondering. Bij den slag bij Meesen hebben wij een voor beeld van een volledige nederlaag der Duit schers, ofschoon zij den aanval zagen aan komen. De bewering, dat zij geen plan hadden den heuvelrug van Meesen te behouden, wordt tegengesproken door gevonden be velen. De slag van Meessen is een bewijs van de superioriteit van de Engelsche troepen boven de Duitsche in hardnekkige gevech ten van man tegen man. Deze slag is een mijlpaal in den oorlog, daar het de voorbe reiding van een heel jaar heeft bekroond. Langzamerhand zijn alle gunstige punten, die de Duitschers aan het eind van hun opmarsch van 1914 tusschen Yperen en Reims in handen van de geallieerden geko men, nadat zij langen tijd de geallieerden hebben beheerscht, zijn nu de rollen omge draaid. Wij hebben alle reden te hopen, dat de pauze van de laatste dagen slechts tijde lijk is, het voorjaars-offensief van de geal lieerden is maar oen begin van uitvoering van hun plannen en als Hindenburg van plan was met zijn reserves ergens oen offensief te beginnen, dan heeft hü dat plan op zyn minst moeten uitstellen. Misschien zou dit artikel van de Times ons eenigszins troosteloos maken wat den duur van den oorlog betreft I^aten wij dan lezen wat Lloyd George heeft gezegd in een rede, welke hij hield in de kerk van Wales te*Londen. Hij zei, dat de huidige oorlog het groot ste onheil is sinds den zondvloed, maar dat er na den zondvloed een gewichtige belofte schadeloosstelling te stre ven, op den grondslag van het recht der volken om zelf over hun politieke toekomst te beslissen, voorts de financieele en econo mische moeilijkheden te bestrijden, krach tig tegen alle pogingen om een tegen-revo- lutie op touw te zetten, op te treden, zoo spoedig mogelijk wetsontwerpen over de verdeeling van het land en de verzekering van werklieden in te dienen, de eischen van den werkenden stand te vervullen, de plaat selijke besturen te hervormen en zelfbe stuur in te voeren in steden en gemeenten waar het nog niet bestaat; het congres verlangt dat de constitueeren- de vergadering zoo spoedig mogelijk bjjeen- kome; het congres verlangt de vorming van één orgaan der geheele georganiseerde Russi sche demokratie, waarin ook de boerenstand vertegenwoordigd is en waaraan de socia listische ministers verantwoordelijk zijn voor de geheele buiten- en binnenlandsche politiek. Verder heeft het congres zich uitgespro ken voor de ontbinding van Doema en Rijksraad en de schrapping van de voor deze lichamen uitgetrokken kredieten. Over den oorlog wordt in deze resolutie niet eens gerept. Wat niet te verwonderen is. Immers te Petrograd is de staat van beleg afgekondigd, en naar de Rjetsj mee deelt wordt de stad door eene financieele crisis bedreigd. Alleen indien de banken onverwijld eene leening toestaan, kan worden voorkomen, dat de stad hare beta lingen zal moeten staken. Tot dusver zijn de banken echter weigerachtig gebleven, aangezien zij het met de communistische politiek, die in Petrograd de overhand heeft, niet eens zijn. Onder deze omstandigheden is het geen wonder dat het congres zich alleen met den binnenlandschen toestand bezig hield, niet tegenstaande minister Kerensky, na gewe zen te hebben op het gevaar voor een in val,’die Rusland bedreigt, omdat, wanneer de vijand er niet in slagen kan de geallieer den aan het westelijk front te verslaan, hij zich met alle kracht op Rusland werpen zal, zei dat het de taak van het Congres was, hare meening uit te spreken over de nood zakelijkheid om het leger in uitstekende conditie te brengen voor den dag van het offensief. Het congres heeft dat evenwel niet ge daan. En volkomen logisch lijkt het ons dat de verantwoordelijke mannen in leger en vloot voor hun baantje bedanken. Admiraal Koltsjak, opperbevelhebber van de Russische vloot in de Zwarte Zee, heeft 48 „Voor dien duivel... Ik doe toch mijn dienst!... Sedert vijf maanden... sedert ik uit Egypte terug ben, boet ik hier mijn zonden! Blijf een» staan, Olsrinski! Je hand op je hart... Ben ik een slecht sol daat of niet?” „Neen! len zeer goede!” „Is dial in den laatsten tijd minder ge worden? Heel eerlijk, Olszinêki!” „In den dienst op zichzelf niet. Da» heb ak dén. kapitein oniangs ook gezegd Hij heeft met mij over je gesprok en l»r 086 „Maar, Olsrinski, ais Je weet, dat er zekere onteteuihiin® bestaat, dan is het je kameraadschappelijke plicht..." „Nu goed1’” zei de luitenant. „Als je het dan weten wilt... misschien heeft Grempe wel heel graag dat je het hoort. Hij ie oen goede Duitecher. Hij ergert zich over al het buiten landscho bij je!” „Ah»!" „Hij heeft mij in dat gesprek gezegd: „Stel u een» een Engelsoh officier voor, die binnen zijn vier muren alleen Duilsch «preekt, met Duitechers omgaat, Ihiiischo bladen leest, zich in Duiteeh civiel kleedt,” daarmede Ixxlioelt hij je rok... „zoudt u denken, dat do Engelschen daar veel plei- zier' in zouden hebben?... Als die zijn plicht doet, dan doet bij het toch ook werktuigelijk en niet van harte!” „Dat gaat heel goed samen! Alleen voor iemand als Grempe i« dat een beet je onbegrijpelijk!... Nu naar Ik hoop, staat hij alleen in deze opvatting!” „Zoo denken wij .allen, Merker!” zei luitenant Von Glszinskl met ongewonen ernst. „Wij allen!” De ander verschrikte. Hij fronste het voorhoofd. „Hoe zoo „Nu ja... je hebt het nu eenmaal wil len hoeren: wij vindien allen, dat het wat te veel ervor den schreef gaat met je Fngel che manier van doen! Daar kun nen wij niet in meagaan!... ik bedoel niet finandtóel1.injegenriteei... de dubbel t-jes gunt ieder je van harte. Maar de geheele inrichting in je huis is niet Duitsch Daarom hebben er zich zoovelen, wien dat niet aanstondl, teruggetrokken! Men krijgt in dén laateten tijd den indru’c, dat je nog maar voor de helft officier en kat „En je vader is werkelijk niet meege komen?” „Neen, pa ia in Ixmden gebleven. Mo ther schrijft, dat hij ternauwernood meer uit die City komt, zoo druk heeft hij hetDe Duitschers geven hem, ginds in Zuld-Amerika zooveel te dben. Arme Pa...! Maar de anderen!... Ik verheug er mij zoo op, Hellie... H«t Is de eerste keer, dat ma en de broers en zusters bij ons komen!... Zij zijn toch bij hun plan gebleven om ons het eerste jaar niet te storen...” „Kun je ze werkelijk allen logeoren?” Zij rekende nog eens muknkeml op haar vinger» na. „Een... twee... drie... vier... vijf!... en twee dienstboden! O!... het ii een moeilijk werk, Hellie! Maar het gaat! Ik ben er al. Ik heb da helft van de ka mers veranderd. Ah... daar zijn de kran sen!" Er moesteen guirismsle aan de deur worden aangebracht. De menschen werk ten met hamer en spijkers,. Hel echtpMr g<ng naar boven naar hun kamers, en terwijl Ilehnut zich waschte en kleedde, zat zijn vrouw op een laag bankje er bij, met de handen ons» dk» knieën gevou wen en Ijabbekfe vergenoegd' door: „Zij willen acht dagen blijven! Voor eiken dag heb ik een plan! Morgenavond! ge ven wii ons groot diner! Overmorgen rij den wij met hen naar Heidelberg. Za terdagavond is ’t hij ons in den. tuin Itaiiaaimohe nacht. Zondagmiddag groote dames-koffiepartij; en de heervn komen later; wij improviseeren oen koud sou per m daarna dansen... ach... heb wordt zoo prettigt...” Hij moest larhen en sloot haar mond met een kuA Zij keek naar hem op met haar jeugtHg-blijde^ blauwe oogen. „Wat trek je voor een gericht, Hellie?” „God... (Mo eeuwige ergernis in den dienst!” zei hij ontstemd. „Die Granpe! Die dienstklopper!... Den geboden dag raast hij op lenuuid. Men voelt zioh daar onder venaiffen! „O... en zijn vrouw heeft onlangs ge zegd, dat door mij een verkeerde geest In het regiment gekomen! Mevrouw Gustavus heeft hel mij verteld!” Hohikit knoopte zenuwachtig zijn huis jasje toe. „Ik vind hei zoo onbiHlik,” zul hij. „Juist tegen mij! Ik heb het todh niet noodig mij eiken morgen voor de man.- sulmppen ie laten plagen ate een onnoo- zele jongen! Ik zou toch «ik oogunblik mijn ontslag kunnen nemen en we zou den ons hier of daar kunnen vestigen... of zoo iete! Ik dien tpch alleen uitlief de voor de zaak... voor (km düeaust! Dat moesten zij oen beetje in aanmerking ne men „O... dat doen zij zeker niet!... Inte- gensleel! Z1j vinden dat het j« te goed gaal!... I n kapitein Grempo zegt V!t zideelf maar op het exercitieveld ik de eerste man „Ach... laat do duivel hem haten!” Haar man schooi booo in den uitgetme- <ten verlakten sdiven „Juist vandaag komt mij <le nieuwe twist zoo ongelegen! Ik kan d«n kerel nu geen verlof vra gen!... Wij zouden vanavond toch naar F rankfort gaan voor het groote. teeot bij de WihWngM.” „Ja. Dat zullen wij ook!” zei mevrouw I <Bth op visten toon. Dtt liezoek in hrt niilhoenhuk liet zij zich niet ontgaan. (Wordt vervolgd.) Hij heeft met mij over je gespin „Zoo?”... In dén dienst niei?... goed!... Dat is toch de hoofdzaak!' „Zeker!" „Maar het komt er zoo aarzelend bij je uit!... I r is nog wat... dus buiten den dienst... Spreek maar gerust, Olsziiwkj... ik bezweer het je, ik neem je niets kwa lijk!”... De beidé jonge officieren gingen er- dor door het in middagstilte gehulde BA- densche stadje. De jongste schudde hot hoofd. „Neen... Merker, waarom zal ik mijn mond voorbij pralen. Het gaat mij niets aan!... Je kunt buiten dienst doen wat je wilt...” meraadl bent, beste Merker Helmut Merker liep zwijgend met groo te passen verder. Zijn makker vervolg de: „daardoor is er zoo’n otetumlng ont staan... in liet gdheel niet vijandig tegen je... geloof dal niet! Integendeel! Wij mo gen je graag lijden! Heé spijt ons allen, dat wij je al zoo lialf en half hebben verlorcfu.. ik ben nooit in I ngeland ge weest, ik weet niet of de menschen daar werkelijk zooveel op ona voor hebben... maar oiW heeft de lieve God1 nu een maal als de Duitschers geschapen! Dus zijn wij het! Dat te ons standpunt, boete Merker!” Eerste luitenant Merker streek met de hand over zijn, voorhoofd. Zij waren al dicht bij zijn witglanzende vilta, de mooi ste in dé stad. „Ja... ja!" zei hij peinzend. „Jelui vatten dat allee verkeerd op! Dat te het! Nu... ik dank je oprecht, dat je het mij eens gezegd hebt, Olszlnski! Vaarwel!" Hij drukte hem de hand en ging zijn hute binnen Reed» in de vestibule hoor de hij dto heldere stem zijner vrouw. Zij liep bedrijvig trap op, trap af, gevolgd door een staf gedienstige geesten. Zij be raadslaagde in het Engelsch met Har riet, dé kamenier, en N'ewman, den but ler, en Robinson, den chauffeur, de mannen en den tuinman de o recht Irangen, kasten opzij zetten, bed den opslaan, en had het zoo druk, dat zij haar man slechte in ’t voorbijgaan toeknikte. Haar mooie gezichtje was zon nig van blijde opwinding. „Zij hebben zoo juist nog een» uit Keulen geschreven, Hellie!” zei zij. „Het blijft er bij. Zij komen morgenmiddag al len hier... Ma en Dickie en zijn vrouw en Bill en Jane...”

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1917 | | pagina 1