iING.
erslag
Wmnmtr
IJNIS
iedingen
No. 13456.
Zaterdag 28 Juli 1917.
60e Jaargang
BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
Telefoon luterc. 82.
Telefoon Interc. 82.
Eerste Blad.
31, GOUDA.
Feuilleton.
i dit Blad.
idschappen
aigen.
Zijn Engelsche Vrouw.
Courant
XTievu-ws- ezx ^.d.-v-ertezxtxe'blsLd. voor G-ovid.a sn Oxxxstxeleezx.
VERSCHIJNT DAGELIJKS
ONZE RIJSTPOSITIE.
Uitgevers A. BRINKMAN ZOON.
44
CREDIETEN
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
ruim
BINNENLAND.
aan het Bureau.
Edith,
ECHT
Edith... An-
r VAN
ru-
(Wordt vacvolgd.)
Keukengerei
nderdeelen.
iên kosten strekt*
staling:
voor elke regel
iw en Woningtoe-
>mnflssie Armen-
hikkingen
in boekte
Nmw hei Dutteoh door RUDOLF 8TRATZ.
Geautoriseerde Uitgave, bewerkt door
Mevr J. P. WE88ELINK-VAN RO68UM.
(Nadrak vertode».)
1 maer f 0.10. Bij drie achtereenvolgende plaatiinj
buiten Gouda en den.bcaortkrinf: 1—5 rafel* I
Sedert brachten de dagbladen bericht,
dat minister Posthuma met het oog op de
voorraden en de moeilijkheden bjj den aan
voer ondervonden het rijstrantsoen met in
gang van 1 Augustus tot 0,4 K.G. heeft ver
laagd, wat onze boven ontwikkelde opvat
ting bevestigt.
m du» niet b.v.
hen een Holl. Spoor-atation
ff. La
voedingswaarde,
Medaille*.
ra-ariscbuwen: re
read» op, dal
haar
te kt
heiligste
met
t ooit
•uitsch-
be-
matij
te hv
i de
en f 750.000.
LAao.
een
b in
waar-
tus-
apoorwo-
Aiskaar-
rukkerij
OON -Gouds.
.■koop; Wed.
v. Gennep
geen Duit-
vrouw. Ik
vooruitbetaling.
iw opredit. „Ik
steedh
van
do
Ante bij het
man
vle ae-
i. Hij
vulde
tkinen,
- den steek
hun rok nk<
den iulruk van den
Daarturetchen
(.oriisui i: co nu w.
j geregeld tijdig
ontvangen van
i, venMkeU|dM>
in onze agenda
ABONNEMENTSPRIJS pw kwartaal f 1.25, per «aak 10 cent. me« Zoadagablad per
kwartaal f 1.75, per week 14 cent, overal waar de bezorging per looper geechiedc Franco
per po* P«» kwartaal 1 1.50, met Zondageblad 1 2.—
Abonnementen worden dagelijks aangenomea an ona bureao: MaSKT 31. Gouda, bij
MM agenten, dan boekhandel en de postkantoren.
ADVERTENTIEPRIJS i Uit Gouda en omstreken (beboerende tot den beaorgkring)
1 -5 regels f 035, elke regel meer f 0.10. Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden
dne (agea twee berakend. Van buiten Gouda en den beaorgkring 1-5 regels f 0.80, elke
regel meer f 0.15.
Intusschen zou het niet ongewenscht zijn,
indien de Regeering eens officiéél bekend
maakte, hoe onze rotpositie nu eigenlijk Is.
Een groot deel van het publiek leeft voort
in volle gerustheid, dat er r(|st in overvloed
is ,en kan zich voor die gerustheid beroe
pen op de o.i. onjuiste uiting van minister
Treub in zjjn „Oorlogstijd”, dat 200.000.000
K.G. rjjst voldoende is voor ons normale ge
bruik gedurende „eenige jaren”. Die ge
rustheid wordt bovendien nog gesteund door
het maar steeds aanwijzen van rijst ter ver
vanging van aardappelen en zulks niet
tegenstaande minister Posthuma in zijn
„Memorie van Toelichting" tot het 80 mil-
lioen-ontwerp het normale rijstverbruik
raamt op 130.000.000 K.G. onbewerkt (of
100.000.000 K.G. bewerkt,waarvan 70.000.000
K.G. „regeeringsrijst") zoodat we volgens
zijne gegevens inderdaad thans bezig moe
ten zijn de laatste restjes rijst te
verorberen. Het is veel beter, dat men tijdig
weet, waar men aan toe is, dan dat men in
valsche gerustheid voortleeft.
de duurtefactor het langst zijn invloed doen
gelden, en dus zal het gemiddeld verbruik
in de oorlogsjaren wel beneden het normale
gedaald zijn en ons een jaar of tien terug
hebben gezet. We verkrijgen dan voor ge
middeld verbruik in de oorlogsjaren 71.000
ton over 1904, dus over de drie oorlogsjaren
213.000 ton.
Op 1 Augustus 1914 bedroeg, volgens mi
nister Treub, de rtfstvoorraad 200.000 ton,
terwijl sedert dien datum tot 1 April is aan
gevoerd 144.430 ton, of met de bovenbespro
ken correctio van 20 pCt. 115.544 ton, wat
een totaal geeft van 315.544 ton. Uitgevoerd
zijn inmiddels 74.575 ton, zoodat voor con-
sumtie beschikbaar bleef 240.969 ton. Tot 1
Augustus zullen 213.000 ton verbruikt z|jn,
zoodat volgens onze raming op dien datum
nog een reserve van ca. 24.000 ton over zou
zijn. Mogelijk is ook na 1 April (de beschik
bare statistische gegevens loopen tot dien
datum) nog wat rijst ingevoerd, maar veel
kan dat niet z(jn. Dat we thans over een
grooter hoeveelheid dan 25.000 ton beschik
ken zouden kunnen achten we dan ook on
denkbaar; alle cijfers z(jn steeds zóó geko
zen naar den kant van een klein verbruik,
dat er eer aanleiding is om aan te nemen
dat de reserve 10.000 ton is dan dat zij
80.000 h 85.000 ton zou bedragen.
De toekomst voor onze rijstvoorziening
ziet er bijgevolg bijzonder somber uit. Mi
nister Posthuma heeft ter gelegenheid van
de interpellatie-Van den Tempel medege
deeld, dat toen de Middellandsche Zee werd
afgesloten, en onze rijstschepen in het ka-
snaal van Suez lagen, en sedert vier schepen
zyn gecharterd om rijst te halen. Die sche
pen kunnen échter in afzïénbaren tijd niet
hier zijn aangenomen dan nog, dat ze
nóg eens ryst brengen. Nieuwe aanvoer is
derhalve de eerste maanden niet te verwach
ten, zoodat we zullen moeten blijven interen
van onze voorraden die, naar we boven be
rekenden, zelfs in het gunstigste geval be
neden de 25.000 ton blijven. Bij behoud van
ons tegenwoordige rantsoen van 0,7 K.G.
per hoofd en per 4 weken zouden we dan
nog precies dit jaar uitkotnën.
Echter moet het al lang te voren met
onze distributie van goedkoope rijst spaak
loopen; de vorenbedoelde hoeveelheid be
staat immers behalve uit z.g. regeerings
rijst uit Java- en Siamsoorten, die niet on
der de distributie vallen. Verreweg het
grootste deel van het publiek koopt goed-
koope rijst ,en de voorraad daarvan zal wel.
veel vroeger zijn uitgeput dan van de dure
soorten. Het volk kan de dure rijst niet be
kostigen, zoodat het noodig zal zijn óf ook
de betere soorten spoedig in de distributie
te betrekken óf het reeds van 1,7 op 0,7
K.G. verlaagde rantsoen nogmaals te verla
gen. Wellicht moet beide geschieden
en wel als de rijstvoorraad werkelijk lager
is dan de gunstige raming, hierboven ver
meld, aangeeft.
W(j ontleenen aan de Economisch Statis
tische berichten het volgende:
By den aanvang van den oorlog was ten
onzent aldus Mr. M. W. F. Treub in zijn
„Oorlogstijd” een zoo groote voorraad
rijst aanwezig, dat deze onder normale
omstandigheden voor de behoeften der be
volking gedurende eenige jaren voldoende
geweest zou zijn. Die voorraad wordt dan
nader opgegeven als 200.000.000 K.G. in
het begin Augustus 1914 te hebben bedra
gen; door den grooten uitvoer zou de voor
raad drie weken later reeds tot 150.000.00
K.G. geslonken zijn. In verband hiermede
werd den 3en Sept. d.a.v. de rijstuitvoer
verboden, die sedert ook verboden is geble
ven.
Wie de woorden van den minister Treub
letterlijk opneemt, zal meenen, dat er ook
nu nog geen krimp aan rjjst zijn kan, om
dat de reservevoorraad toch wel aardig op
peil gebleven moet zijn door de ca. 140.000
ton, welke sedert 1 Sept. 1914 tot 1 April
1917 zijn ingevoerd. „Eenige jaren”, dat is
toch allicht 4 a 5 jaar, wat een verbruik
zou geven van 50 a 60.000 ton per jaar
in de drie oorlogsjaren zouden we dan iets
meer dan den op 1 Sept. 1914 aanwezigen
voorraad verbruikt kunnen hebben, zoodat
ons momenteel in allen gevalle minstens
100.000 ton reserve ter beschikking moest
staan. Het feit, dat we vooral het laatste
jaar royaal met onze rijst hebben omge
gaan door de verstrekking tegen lage prij
zen en door het geven van verhoogde rant
soenen in tijden van aardappelgebrek zou
dan hierbij verwaarloosd kunnen worden,
omdat in de eerste twee oorlogsjaren de
prijzen aanzienlijk hooger geweest zijn dan
in normaal, wat uiteraard een verminderd
gebruik tot gevolg gehad moet hebben.
In hoeverre is echter de conclusie juist,
dat we nog geen krimp aan rijst hebben of
kunnen hebben? Gaat men, ten einde dit
vast te stellen, de cijfers omtrent den in- en
uitvoer na, dan staat men aanvankelijk ver
steld en in plaats van de opvatting van mi
nister Treub te deelen over het voldoende
zijn van 200.000.000 K.G. rijet voor eenige
jaren normaal verbruik, beschouwt men het
als een wonder der wonderen, dat niet een
een groot jaar geleden de laatste korrel rijst
verbruikt is. De saldo-invoeren toch van
1906|1913 schommelen tusschen de 120 mil-
lioen en 183 K.G. en beliepen gemiddeld bij
na 150 millioen K.G. Met zulk een cijfer laat
zich een verzekering van „200 millioen K.G.
is voldoende voor eenige jaren” in het minst
niet rijmen. En de gevolgtrekking, dat we al
lang rijst te kort hadden moeten hebben,
tellen goed vet-
^makkelijk in het
konden verdragen,
1780 50
>OR NAMAAK.
Den Haag.
van Gouda.
juist, toen, hij het vort rek binnen
lij) nam plants en begon. door dien
te spreke». Do scliorre skin van
or Matheo antwoordde hen»,
de «tj-origineel zelf, ver-
slecht in de kloeren ais
stapel papieren onder
koer-
- _-„_a.Mijn
punt den oorlog in te
mg# <i heen. U denkt
u in Pari ie te amuse-
u allen I U weet in het
De ladies
w aa n.. Die
t opwelling van piotselin-
„U heeft heul nooit be-
Imiiii altijd1 minachtend be.
van af den eersten diag dat hij
'jij ons' in hui» heeft gezet!
hij de arme Duiteche neef, en
Ugaan-
dank zij u,
*ft vervreemd', dat
anA-ren met girootm eerbied: went
hamdeld, zei In giwai van ooric„
len wij in België honderdduiztmtli
temden en naar An Rijn laten
cheerret.
den rug!
„En 4
Edith Markt
zoo zelden, <-
gewone
driftig
„Bl
ontvangt bovendien nog steun door de onu
standigheid, dat het bestaan van een uit
voerverbod niet verhinderd heeft, dat van
1 Sept. 1914 tot 1 April 1917 ruim 28.000
ton rijst het land verlaten heeft, waaronder
ca. 16.000 ton in de periode, dat de heer
Treub nog minister van Landbouw was.
Steun voor de opvatting, dat onze rjjst-
voorraad eigenlijk reeds lang opgebruikt
had moeten zijn wordt ook geboden door de
„Memorie van Toelichting” tot het 80-
millioen-ontwerp, die het totale jaariyksche
rystverbruik ten onzent raamt op .130.000.000
K.G., in welke hoeveelheid dan ook begre
pen zou zjjn het gebruik voor induatriëele
doeleinden (bierbrouwerijen en rijststjjfsel-
fabrieken) alsmede
bruin- en witmeel). Volgens genoemde Me
morie is bedoelde raming afkomstig van de
rijstpellers en wordt zij gesteund door de
desbetreffende cijfers uit de Nederlansche
statistiek van in-, uit- en doorvoer.
Het valt kwalijk te ontkennen, dat er tus
schen de verzekeringen van den tegenwoor-
digen en den vroegeren minister van Finan
ciën gemis aan overeenstemming is en de
verwarring wordt nog grooter, wanneer
weer een andere officieele bron,
„de Jaarcijfers”, verzekeren, dat het gemid
deld rjjstverbruik in Nederland in de jaren
19071911 per hoofd van der bevolking
11,87 K.G. bedroeg, wat bij een bevolkings
cijfer van 6.500.000 zielen een totaal ver
bruik per jaar zou geven van ruim
77.000.000 K.G.
Al is het niet mogelijk, de afwijkende
officieele gegevens zóó te interpreteeren,
dat zij ten slotte toch met elkaar overeen- ning ten onrechte is v«
stemmen zoo zot als de zaak er aan- 'uitgevoerde rijst gepelt
vankelijk uitziet, is zij in werkelijkheid niet.
De Jaarcijfers en minister Treub hebben
blijkbaar het oog op gepelde rijst, minister
Posthuma en de rijstpellers op ongepelde
of onafgewerkte rijst, en de Nederlandsche
statistiek ten slotte op beide. Men slaat de
plank niet te ver mis, door aan te nemen,
dat van de rijst, zooals zij wordt aangevoerd
een 20 pCt. afvalt, eer zij geheel is afge
werkt, en dan wordt al* dadelijk het door
minister Posthuma genoemde cijfer van
130.000.000 K.G. tot 100.000.000 K.G. gere
duceerd. Dit cijfer nu laat zich wel in over
eenstemming met dat der in- en uitvoersta-
tistiek brengen. De rtfst, die hier te lande
aankomt, is soms nog in doppen, doch heeft
meest eene eerste ontbolstering ondergaan;
de uitgevoerde rijst is daarentegen voor het
grootste deel in de pellerijen geheel afge
werkt. De statistische gegevens zijn dus
zonder meer niet met elkaar vergelijkbaar;
het minst gaat men nog fout, door als in-
voer-saldo aan te nemen het met 20 pCt.
verlaagde invoercjjfer verminderd met het
uitvoercijfer als zoodanig. Van het aldus
verkregen cijfer weet men in allen gevalle,
dat het een minimum-verbruik aangeeft:
immers ook het uitvoercijfer had feitelijk
De spoorweg-werkmanskasrten.
i’o vrug)m van het KauwHd Kkweko-
per betrdfendu de viirhooging v an dk-prij
zen der werkmanakaartun nart mgjMivvan
1 Augustus zijn wohrijft hel „Utr. l>bl.”
zeer waarsddjnAjk M gevoJg va» een
mieverwtand.
Wat toch te lai geval
wij ijveriger zijn dan jijzelf,
ril je dan misschien naar hem
t versohrikkiiijke land?”
..Jf zei Kditg Merker eenvou
dig. „Ik wil bij hem zijn, waar het ook
moge zijn- Het te nrij hetze!ld». Als ik
maar bij hem ben.. Dit laatate half Jaar
was te yreeseiijkl”
Dat liaclfclen do twee toeb niet ver
wacht. Een geruime poos gaven zij door
r handhekkig zwijgjen haar «Accuring
cennen, gekrenkt als zij waren in de
goederen van GrooFBrttannië.
begon Je magere, grijze lady
met een zeker percentage verlaagd moeten
worden, omdat onder de uitgevoerde hoe
veelheden zich öok nog ongedopte of alleen
ontbolsterde, niet afgewerkte rijst bevond.
Brengt men de correctie per 20 pCt. bij
den invoer aan, dan verkrijgt men als ge
middeld verbruik over de pAiode 1904(1912
74.443 ton per jaar, eene uitkomst, welke
fraai klopt met die der „Jaarcijfers”; een
gemiddeld bevolkingscijfer toch van
6.250.000 zielen met een gemiddeld verbruik
van 11,87 K.G. per hoofd en per jaar geeft
een gemiddeld jaarlüksch verbruik van
74.187 ton. Het jaar 1913 is b(j deze beschou
wing buiten rekening geblet^en, omdat toen
de wereldoogst en de aanvoegen overvloedig
de rijstafval (dop-, waren; de dalende markt maakte de pellers
huiverig om af te geven en door nu het zeer
groote invoersaldo over 191$ie betrekken in
de reeks der gemiddelden zou men het ver
bruikscijfer flptteeren, doch' tevens de ver
klaring missei^hoe het mogalijk is geweest,
dat op 1 Augustus 1914 in ons land
200.000.000 K.G. rijst aanwezig was.
Thans wordt het ook duidelijk, hoe minis
ter Posthuma aan een cijfer van 130.000.000
K.G. netto is kunnen komen. Een gemiddeld
verbruikscijfer van 74.443 ton (stel 75.000
ton) over 1904|1912 stemt, als men rekening
houdt met het acres der bevolking overeen
met een verbruik van 71.000 tot in 1904 en
bijna 79.000 ton in 1912. Het cijfer over 1917
wordt dan ca. 86.000 ton. Het werkelijke
verbruik moet echter hooger »ijn, omdat het
verbruik per hoofd de laatste jaren regel-
itig toeneemt, en omdat het uitvoercijfer
hoog is aangenomen, daarbij de berZC?
•ondgMteld, da\alle
wasTOrn nu in Wk
geval zeker te gaan, heeft de minister toAn
blijkbaar het ronde cijfer van 100.000 to\
aangenomen.
Door deze overeenstemming tusschen mi
nister Posthuma, de statistiek van in- en
uitvoer, en de Jaarcijfers hebben we althans
een basis verkregen, ten einde vast te stel
len, of er nog eenige rijstreserve van betee-
kenis in ons land kan zijn. We zullen daarbij
weer den veiligen -kant kiezen, en er reke
ning mee houden, dat de prijsstijging van
rijst in 1915 en 1916 en het toen overvloedig
verkrijgbaar zijn van goedkoop bruin brood
nadeelig op het rijstverbruik gewerkt moet
hebben. In 1917 was er daarentegen een ver
hoogde prikkel tot gebruik, daar het brood
toen gerantsoeneerd was en in de aardap-
pellooze periode verhoogde rijstrantsoenen
werden verstrekt tegen prijzen, die weer
aanmerkelijk lager waren dan de reeds, in
gevolge de Distributiewet, sinds het najaar
van 1916 belangrijk verlaagde prijzen. Ook
einde 1914 bestond er een prikkel tot ver
hoogd gebruik, doordien toen op tal van
plaatsen rijst voor de brtodbereiding gebe-
zicht werd. De tegenstrijdige factoren zou
den vrijwel tegen elkaar opwegen, indien
zij even lang gewerkt hadden; evenwel kon
INGEZONDEN MEDEDKKLINGEN i i-4 ragato I.H. «Ua reg^ m» f «JE
Op d« voorpagina dubbel Uriel.
Gewone advafleari4a an rngnoadM madadenliagM cortrect loi aaar geraducMfPn
pnj». Groote lettere en randen naar plaataraimte
KLEINE ADVERTENTIAN aum|M ea H- f f< r -1,
koop en verkoop, hnu» m vartenr, i-S regale t 0.25 eten rafri teeer «M M| vowtel-
betahn^ Maxim» frootte 10 regale. BewijentMunen 5 cute.
h<« Duitadie |eg«r te! Opze
nirt. Zij dkmen Iimuon niet
verbazen...”
„Ooo...”
„WIJ zootliti hhj zijn, «te wij weer
goed en wel op onze schepen waren-!...
De DultHotutw lachten over dit idee!”
Groote God. Waarom- zegt u zulke
dingen, mrw. MorkwF’
(JtixhU ik de vrouw van eer». Prui
sisch oWritw bet», »»r». Shupstow’.M
,,Je bent lijdend, Edith, mort ziethed
je aan! Je «laapt jdeolit. Je eet ndet...
je wordt sU«dH Woeker... Je doet niets
meer aan sport... Niets geeft je genoe
gen... nlete dwingt je een glindaoli af.”
„Is bet wonder, mother?”
„Je moet aflriding zoeken.
dere indrultken hebbeo... Wij zuilen pak-
en een paar wdcen naar Parijs
zag haar nvoerlkir zoo
zij vroeger niet liodge-
47
Edith... ik moet je wt
<tert eeaigwi tijd merk ik reed» op,
je je gezond oordttei over Engelsche j
sohen m dingen verleert.”
„Ja, <iat is veranderd, ma»na.”
„En ik geloof ook... hoe zeer ik ook
aarzel bet uit te spreken... de oorzaken
er van te kennen! Het te je man... Je
bent van hem getscfliedden. Maar zijn geest
leeft in je voort...”
Edith hief het hoofd op. Haar moeder
eindigde met de woorden: ,,Het lijkt bij
na, alsof hij uit dte verte meer invloed
op je heeft, dan vroeger, toen jelui sa
men waart.”
antwoordde Edith Merker zoo
kalm, dat mms. Wilding en mrs. Mac.
Cornidc haar ongeloovig aankeken.
,Ja!” herbaaldo zij na een poosje vast
beraden. „Verbaast u diat zoo? Mij ook!
Maar ik kan er niets aan doen,!... Ik
begin de wereid met zijn oogien te bekij
ken!... Da* gebeurt zoo gaandewg met
iemand!
„Men moet zich daar ernstig tegen ver-
zeU«, Edteh!”
De jonge vrouw glimlachte droevig.
..Aob. woede mother, hii te zooveel der-
--- - be
lli geval van oorlog aul-
v
mar-
Daar vallm zij de Pruteen in
It”
danr
rkor sprak den laateten tijd
d«< allre» zich naar de on-
Wr»n wendkten. Zij voegde- er
Ig aan- toe nn-t spottend 'lachje
..HbCiairck heeft eens gezegd: „Daa
zal hij o»m door een landweerman gewau-
ge»i lattin nemion!"
„O...”
I <>n lailvcrlng van- afkeuring deed als
het ware de ronde, l enig» dantes Sper
de» de oog,open... andwn IvadAm dm
mend open... weer anderen trokken
stralfeiut ernstige. gtvJchten. Uoo...
was ntet gt>“<l I ngt-tech g.^pioten.
eerste oude dame zei dat ook t
daarbij haar kopje neer... zij was wer
kelijk «iwchrikt... Maar mrs. Merker haal
de eigenzinnig de schouders op.
„U heHt geen flauw vermoeden wat
- - - hcenn ook
U zoudt u
Tot dusverre warm dn werknuamdcaar-
tm slechte verkrijglsuxr voor reizen in
Im4 bliwMii verkeer dim Spoorweg) Maat-
seliappijm en niet b.v. voor reize<k
tuwchen an lloli. Bpoar-atatioM m een
Staat sspoorstationi.
Nu wordt op 1 Aug. ingevoerd
nieuw tarief voor weikmaurikaarte»
nvhtetireekfidi hinnenlandsob verkeer,
door werkaimnskaartm voor reizen
achen station» der verschillende
gen vtrkrljgbaar zuilen zijn, m
hu zulim worden afgegevm voor reizen
tussdum b.v. i’o» Holl. Spoorstation en
wii Sta«tj«poor atatio»i, of een N. C. H-
station i» een Holl. Spoorstation.
Voor dit nieuwe tarief zijn aangwiMmn
de prijzi» voor werkmaiwkaarh» die in
Im-1 l>innmverki*er At Holl Sjxior teteaan
en die ii-ts hoog<+ zijn dan in. het
Irfnneuvnikeer At Staatsspoor bestaan.
JDo tuestaiMl te dun ate volgt
Op An 1 Augustus treedt gwii ver-
hooging in van de prijze» dkr werkmaiwt-
kawrten voor reizen in te-t binnenverkeer
A'r Staatewjioorwi'gM».
Evenmin te zulks he< geval met de
ker dan ik. Nu. Vroeger niet. Nu blijft
hij standvastig. I«J hij lumli. Ik zou bet
nooit geloofd liebben. En ik...”
„Je moet tegen jezeif zeggen,
dht een Fngetectiei..”
„Ik ben geen EngolsOhe en
sche! Ik ben een vrouw. Zijn
wil naar heni toe...”
Het moest van haar liart.
keken Edith Merker angstig
vervolgde in. eeti
gen hartstocht:
grepen. U heeft i
bandlid, viw.
een voet bij ons in hute heeft f
Steeds wa» hij A> arme Dulteche ne
liet u hun dat voelen! Dal hmvifiat
deweg verbitterde en u... en
ook nïij,.. van hen» heeft ~:v.
is uw schuld!”
„Niemand! zei de otidO dame
waardighiid. „Niemand heeft hem
verhinderd als officier met jou in Di
tand te blijven. Het was zijn eigen
Sluit...’’
„Ja. Dat wtó zijn fout! Die boet hij
nu daar ginds in Siberië. En Alt ziet u
niet in! U helpt hem niet. Integendeel:
U legt Item steenen in dm weg....”
.Jfoet^a
Edith? Wi
toe in dat
„Ik wil!
zenuwzwakte
de kwaal. Zij
hardnekkige ver
hel minerale staal,
inomen worden.”
szij toegediend in
beide
ghig.
draad
den ouden hw
Weldra kwam
wilderd en slecht in de klwwen ais al
tijd, niet een sta-i>e>| papieren onder den
arm in een taxi aangiwuisd'. Amlere han
dels vrienden volgA-n. Auto na auto rewl
voor. Het v«»rtrck boven vu IA, zich met
ernstige, Huteti-renA» gentlemen, die van
daag zelfs hun diner in den steek lie
ten, dc club medra-, hun rok nk< aan
trokken, alle» pnder
ernst van liet oogvnlilik
klonk stewfe schril de telefoon en bene
den ik>or de voorname rust van Belgra
via gilden A» couwuMmjongen»: Het laat
ste nieuw»... Engdsohen en DuitaciM'rs
tegenover elkaar in de Perzteehe Golf!”
en dan een liektere kinderstcro, die
de andere liengete ovenAinde, „oorlogs
gevaar met DuitechlanA..”
IntuSHühen zat i dilh Merker met haar
moeder en zusters in de drawingroom.
De theeketel eutede door te< stenwnenru-
utoer der vde damt», die op bewi-k ge-
komen waren. Tiwochim liaar stonden al
de schoteHji-» en liordjes met sandhviche»
en stukken koek, die zoetigheden m mar-
mohiA-H vaii een volledige ngeterfiv five
o’clok tea. Zij aten en dronken Zij bab
belden met d» kopje* in de hand en ga
ven elkaar voortdkireud gelijk. Het was
het wniwige gesprek der uiflgaanA, we
reld over Ai sport.... dingen, diedwjong
ste dtachUT d<te huizes vroeger ook buV-
teogenvoon tetangrijk IhuI gevonden.
Vreeinid: nu hoorde zij slechte toe, ate
ging 't haar niet aan. Ata was zij een
gast uit Au vreemde. Daar luisterde zij.
Fm oudere dame, em- bloedverwante van
een lid
km
gaan!”
Fditti Merker
ernstig aan, ate
kunrf.
„Ziet u, mn.... dal te het!” zed zij. „De
getheele wereld te In spanning, de kot
sen- daden. Pa zit daar vol zorgen. ÏA.,»
man. staat op hot J
gaan. Dat gli.jdt langs1
er slechte over
ren. Zoo bent -
geheel niet hoe slecht het is aan nirtnand
anders dan aan zichzelf te donken!... Ik
heb het ook gedaan. Zoo was ik opge
voed. Maar nn veraidert lamgzaanerhand
veel in mij. Ik heb zooveel tijd erover
na te denzen...”
„Kind!... kind... beitenk ie toch... Kom
tot je zelf... Je denkt Dulteoh! Je denkt
ate ie man!”
„Ja...” zri de longevrou-
geloof ook dat ik dwt doe!
meer! Ik ben reed» in veel dingen
u allen vervreemd, motlier!”
„Heb jo het gehoord, John: haar
der» worden haar vremwl!”
Mn». WWdfag lachte «bril, terwitl
auto voor het «malle hoeren!
GrosvenorpMn stil Weid. Haar
kwam Ijaar niet te hulp. Het geheleao-
sprek was lang» hem heengegaan.
stapte uit en ging itadelijk met loome
schreden naar zijn werkkamer. Daar la-
aen tetecrammeii od de tafel. De telefoon
be
dil
Ite