iING. erslag Wmnmtr IJNIS iedingen No. 13456. Zaterdag 28 Juli 1917. 60e Jaargang BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. Telefoon luterc. 82. Telefoon Interc. 82. Eerste Blad. 31, GOUDA. Feuilleton. i dit Blad. idschappen aigen. Zijn Engelsche Vrouw. Courant XTievu-ws- ezx ^.d.-v-ertezxtxe'blsLd. voor G-ovid.a sn Oxxxstxeleezx. VERSCHIJNT DAGELIJKS ONZE RIJSTPOSITIE. Uitgevers A. BRINKMAN ZOON. 44 CREDIETEN Dit nummer bestaat uit twee bladen. ruim BINNENLAND. aan het Bureau. Edith, ECHT Edith... An- r VAN ru- (Wordt vacvolgd.) Keukengerei nderdeelen. iên kosten strekt* staling: voor elke regel iw en Woningtoe- >mnflssie Armen- hikkingen in boekte Nmw hei Dutteoh door RUDOLF 8TRATZ. Geautoriseerde Uitgave, bewerkt door Mevr J. P. WE88ELINK-VAN RO68UM. (Nadrak vertode».) 1 maer f 0.10. Bij drie achtereenvolgende plaatiinj buiten Gouda en den.bcaortkrinf: 1—5 rafel* I Sedert brachten de dagbladen bericht, dat minister Posthuma met het oog op de voorraden en de moeilijkheden bjj den aan voer ondervonden het rijstrantsoen met in gang van 1 Augustus tot 0,4 K.G. heeft ver laagd, wat onze boven ontwikkelde opvat ting bevestigt. m du» niet b.v. hen een Holl. Spoor-atation ff. La voedingswaarde, Medaille*. ra-ariscbuwen: re read» op, dal haar te kt heiligste met t ooit •uitsch- be- matij te hv i de en f 750.000. LAao. een b in waar- tus- apoorwo- Aiskaar- rukkerij OON -Gouds. .■koop; Wed. v. Gennep geen Duit- vrouw. Ik vooruitbetaling. iw opredit. „Ik steedh van do Ante bij het man vle ae- i. Hij vulde tkinen, - den steek hun rok nk< den iulruk van den Daarturetchen (.oriisui i: co nu w. j geregeld tijdig ontvangen van i, venMkeU|dM> in onze agenda ABONNEMENTSPRIJS pw kwartaal f 1.25, per «aak 10 cent. me« Zoadagablad per kwartaal f 1.75, per week 14 cent, overal waar de bezorging per looper geechiedc Franco per po* P«» kwartaal 1 1.50, met Zondageblad 1 2.— Abonnementen worden dagelijks aangenomea an ona bureao: MaSKT 31. Gouda, bij MM agenten, dan boekhandel en de postkantoren. ADVERTENTIEPRIJS i Uit Gouda en omstreken (beboerende tot den beaorgkring) 1 -5 regels f 035, elke regel meer f 0.10. Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden dne (agea twee berakend. Van buiten Gouda en den beaorgkring 1-5 regels f 0.80, elke regel meer f 0.15. Intusschen zou het niet ongewenscht zijn, indien de Regeering eens officiéél bekend maakte, hoe onze rotpositie nu eigenlijk Is. Een groot deel van het publiek leeft voort in volle gerustheid, dat er r(|st in overvloed is ,en kan zich voor die gerustheid beroe pen op de o.i. onjuiste uiting van minister Treub in zjjn „Oorlogstijd”, dat 200.000.000 K.G. rjjst voldoende is voor ons normale ge bruik gedurende „eenige jaren”. Die ge rustheid wordt bovendien nog gesteund door het maar steeds aanwijzen van rijst ter ver vanging van aardappelen en zulks niet tegenstaande minister Posthuma in zijn „Memorie van Toelichting" tot het 80 mil- lioen-ontwerp het normale rijstverbruik raamt op 130.000.000 K.G. onbewerkt (of 100.000.000 K.G. bewerkt,waarvan 70.000.000 K.G. „regeeringsrijst") zoodat we volgens zijne gegevens inderdaad thans bezig moe ten zijn de laatste restjes rijst te verorberen. Het is veel beter, dat men tijdig weet, waar men aan toe is, dan dat men in valsche gerustheid voortleeft. de duurtefactor het langst zijn invloed doen gelden, en dus zal het gemiddeld verbruik in de oorlogsjaren wel beneden het normale gedaald zijn en ons een jaar of tien terug hebben gezet. We verkrijgen dan voor ge middeld verbruik in de oorlogsjaren 71.000 ton over 1904, dus over de drie oorlogsjaren 213.000 ton. Op 1 Augustus 1914 bedroeg, volgens mi nister Treub, de rtfstvoorraad 200.000 ton, terwijl sedert dien datum tot 1 April is aan gevoerd 144.430 ton, of met de bovenbespro ken correctio van 20 pCt. 115.544 ton, wat een totaal geeft van 315.544 ton. Uitgevoerd zijn inmiddels 74.575 ton, zoodat voor con- sumtie beschikbaar bleef 240.969 ton. Tot 1 Augustus zullen 213.000 ton verbruikt z|jn, zoodat volgens onze raming op dien datum nog een reserve van ca. 24.000 ton over zou zijn. Mogelijk is ook na 1 April (de beschik bare statistische gegevens loopen tot dien datum) nog wat rijst ingevoerd, maar veel kan dat niet z(jn. Dat we thans over een grooter hoeveelheid dan 25.000 ton beschik ken zouden kunnen achten we dan ook on denkbaar; alle cijfers z(jn steeds zóó geko zen naar den kant van een klein verbruik, dat er eer aanleiding is om aan te nemen dat de reserve 10.000 ton is dan dat zij 80.000 h 85.000 ton zou bedragen. De toekomst voor onze rijstvoorziening ziet er bijgevolg bijzonder somber uit. Mi nister Posthuma heeft ter gelegenheid van de interpellatie-Van den Tempel medege deeld, dat toen de Middellandsche Zee werd afgesloten, en onze rijstschepen in het ka- snaal van Suez lagen, en sedert vier schepen zyn gecharterd om rijst te halen. Die sche pen kunnen échter in afzïénbaren tijd niet hier zijn aangenomen dan nog, dat ze nóg eens ryst brengen. Nieuwe aanvoer is derhalve de eerste maanden niet te verwach ten, zoodat we zullen moeten blijven interen van onze voorraden die, naar we boven be rekenden, zelfs in het gunstigste geval be neden de 25.000 ton blijven. Bij behoud van ons tegenwoordige rantsoen van 0,7 K.G. per hoofd en per 4 weken zouden we dan nog precies dit jaar uitkotnën. Echter moet het al lang te voren met onze distributie van goedkoope rijst spaak loopen; de vorenbedoelde hoeveelheid be staat immers behalve uit z.g. regeerings rijst uit Java- en Siamsoorten, die niet on der de distributie vallen. Verreweg het grootste deel van het publiek koopt goed- koope rijst ,en de voorraad daarvan zal wel. veel vroeger zijn uitgeput dan van de dure soorten. Het volk kan de dure rijst niet be kostigen, zoodat het noodig zal zijn óf ook de betere soorten spoedig in de distributie te betrekken óf het reeds van 1,7 op 0,7 K.G. verlaagde rantsoen nogmaals te verla gen. Wellicht moet beide geschieden en wel als de rijstvoorraad werkelijk lager is dan de gunstige raming, hierboven ver meld, aangeeft. W(j ontleenen aan de Economisch Statis tische berichten het volgende: By den aanvang van den oorlog was ten onzent aldus Mr. M. W. F. Treub in zijn „Oorlogstijd” een zoo groote voorraad rijst aanwezig, dat deze onder normale omstandigheden voor de behoeften der be volking gedurende eenige jaren voldoende geweest zou zijn. Die voorraad wordt dan nader opgegeven als 200.000.000 K.G. in het begin Augustus 1914 te hebben bedra gen; door den grooten uitvoer zou de voor raad drie weken later reeds tot 150.000.00 K.G. geslonken zijn. In verband hiermede werd den 3en Sept. d.a.v. de rijstuitvoer verboden, die sedert ook verboden is geble ven. Wie de woorden van den minister Treub letterlijk opneemt, zal meenen, dat er ook nu nog geen krimp aan rjjst zijn kan, om dat de reservevoorraad toch wel aardig op peil gebleven moet zijn door de ca. 140.000 ton, welke sedert 1 Sept. 1914 tot 1 April 1917 zijn ingevoerd. „Eenige jaren”, dat is toch allicht 4 a 5 jaar, wat een verbruik zou geven van 50 a 60.000 ton per jaar in de drie oorlogsjaren zouden we dan iets meer dan den op 1 Sept. 1914 aanwezigen voorraad verbruikt kunnen hebben, zoodat ons momenteel in allen gevalle minstens 100.000 ton reserve ter beschikking moest staan. Het feit, dat we vooral het laatste jaar royaal met onze rijst hebben omge gaan door de verstrekking tegen lage prij zen en door het geven van verhoogde rant soenen in tijden van aardappelgebrek zou dan hierbij verwaarloosd kunnen worden, omdat in de eerste twee oorlogsjaren de prijzen aanzienlijk hooger geweest zijn dan in normaal, wat uiteraard een verminderd gebruik tot gevolg gehad moet hebben. In hoeverre is echter de conclusie juist, dat we nog geen krimp aan rijst hebben of kunnen hebben? Gaat men, ten einde dit vast te stellen, de cijfers omtrent den in- en uitvoer na, dan staat men aanvankelijk ver steld en in plaats van de opvatting van mi nister Treub te deelen over het voldoende zijn van 200.000.000 K.G. rijet voor eenige jaren normaal verbruik, beschouwt men het als een wonder der wonderen, dat niet een een groot jaar geleden de laatste korrel rijst verbruikt is. De saldo-invoeren toch van 1906|1913 schommelen tusschen de 120 mil- lioen en 183 K.G. en beliepen gemiddeld bij na 150 millioen K.G. Met zulk een cijfer laat zich een verzekering van „200 millioen K.G. is voldoende voor eenige jaren” in het minst niet rijmen. En de gevolgtrekking, dat we al lang rijst te kort hadden moeten hebben, tellen goed vet- ^makkelijk in het konden verdragen, 1780 50 >OR NAMAAK. Den Haag. van Gouda. juist, toen, hij het vort rek binnen lij) nam plants en begon. door dien te spreke». Do scliorre skin van or Matheo antwoordde hen», de «tj-origineel zelf, ver- slecht in de kloeren ais stapel papieren onder koer- - _-„_a.Mijn punt den oorlog in te mg# <i heen. U denkt u in Pari ie te amuse- u allen I U weet in het De ladies w aa n.. Die t opwelling van piotselin- „U heeft heul nooit be- Imiiii altijd1 minachtend be. van af den eersten diag dat hij 'jij ons' in hui» heeft gezet! hij de arme Duiteche neef, en Ugaan- dank zij u, *ft vervreemd', dat anA-ren met girootm eerbied: went hamdeld, zei In giwai van ooric„ len wij in België honderdduiztmtli temden en naar An Rijn laten cheerret. den rug! „En 4 Edith Markt zoo zelden, <- gewone driftig „Bl ontvangt bovendien nog steun door de onu standigheid, dat het bestaan van een uit voerverbod niet verhinderd heeft, dat van 1 Sept. 1914 tot 1 April 1917 ruim 28.000 ton rijst het land verlaten heeft, waaronder ca. 16.000 ton in de periode, dat de heer Treub nog minister van Landbouw was. Steun voor de opvatting, dat onze rjjst- voorraad eigenlijk reeds lang opgebruikt had moeten zijn wordt ook geboden door de „Memorie van Toelichting” tot het 80- millioen-ontwerp, die het totale jaariyksche rystverbruik ten onzent raamt op .130.000.000 K.G., in welke hoeveelheid dan ook begre pen zou zjjn het gebruik voor induatriëele doeleinden (bierbrouwerijen en rijststjjfsel- fabrieken) alsmede bruin- en witmeel). Volgens genoemde Me morie is bedoelde raming afkomstig van de rijstpellers en wordt zij gesteund door de desbetreffende cijfers uit de Nederlansche statistiek van in-, uit- en doorvoer. Het valt kwalijk te ontkennen, dat er tus schen de verzekeringen van den tegenwoor- digen en den vroegeren minister van Finan ciën gemis aan overeenstemming is en de verwarring wordt nog grooter, wanneer weer een andere officieele bron, „de Jaarcijfers”, verzekeren, dat het gemid deld rjjstverbruik in Nederland in de jaren 19071911 per hoofd van der bevolking 11,87 K.G. bedroeg, wat bij een bevolkings cijfer van 6.500.000 zielen een totaal ver bruik per jaar zou geven van ruim 77.000.000 K.G. Al is het niet mogelijk, de afwijkende officieele gegevens zóó te interpreteeren, dat zij ten slotte toch met elkaar overeen- ning ten onrechte is v« stemmen zoo zot als de zaak er aan- 'uitgevoerde rijst gepelt vankelijk uitziet, is zij in werkelijkheid niet. De Jaarcijfers en minister Treub hebben blijkbaar het oog op gepelde rijst, minister Posthuma en de rijstpellers op ongepelde of onafgewerkte rijst, en de Nederlandsche statistiek ten slotte op beide. Men slaat de plank niet te ver mis, door aan te nemen, dat van de rijst, zooals zij wordt aangevoerd een 20 pCt. afvalt, eer zij geheel is afge werkt, en dan wordt al* dadelijk het door minister Posthuma genoemde cijfer van 130.000.000 K.G. tot 100.000.000 K.G. gere duceerd. Dit cijfer nu laat zich wel in over eenstemming met dat der in- en uitvoersta- tistiek brengen. De rtfst, die hier te lande aankomt, is soms nog in doppen, doch heeft meest eene eerste ontbolstering ondergaan; de uitgevoerde rijst is daarentegen voor het grootste deel in de pellerijen geheel afge werkt. De statistische gegevens zijn dus zonder meer niet met elkaar vergelijkbaar; het minst gaat men nog fout, door als in- voer-saldo aan te nemen het met 20 pCt. verlaagde invoercjjfer verminderd met het uitvoercijfer als zoodanig. Van het aldus verkregen cijfer weet men in allen gevalle, dat het een minimum-verbruik aangeeft: immers ook het uitvoercijfer had feitelijk De spoorweg-werkmanskasrten. i’o vrug)m van het KauwHd Kkweko- per betrdfendu de viirhooging v an dk-prij zen der werkmanakaartun nart mgjMivvan 1 Augustus zijn wohrijft hel „Utr. l>bl.” zeer waarsddjnAjk M gevoJg va» een mieverwtand. Wat toch te lai geval wij ijveriger zijn dan jijzelf, ril je dan misschien naar hem t versohrikkiiijke land?” ..Jf zei Kditg Merker eenvou dig. „Ik wil bij hem zijn, waar het ook moge zijn- Het te nrij hetze!ld». Als ik maar bij hem ben.. Dit laatate half Jaar was te yreeseiijkl” Dat liaclfclen do twee toeb niet ver wacht. Een geruime poos gaven zij door r handhekkig zwijgjen haar «Accuring cennen, gekrenkt als zij waren in de goederen van GrooFBrttannië. begon Je magere, grijze lady met een zeker percentage verlaagd moeten worden, omdat onder de uitgevoerde hoe veelheden zich öok nog ongedopte of alleen ontbolsterde, niet afgewerkte rijst bevond. Brengt men de correctie per 20 pCt. bij den invoer aan, dan verkrijgt men als ge middeld verbruik over de pAiode 1904(1912 74.443 ton per jaar, eene uitkomst, welke fraai klopt met die der „Jaarcijfers”; een gemiddeld bevolkingscijfer toch van 6.250.000 zielen met een gemiddeld verbruik van 11,87 K.G. per hoofd en per jaar geeft een gemiddeld jaarlüksch verbruik van 74.187 ton. Het jaar 1913 is b(j deze beschou wing buiten rekening geblet^en, omdat toen de wereldoogst en de aanvoegen overvloedig de rijstafval (dop-, waren; de dalende markt maakte de pellers huiverig om af te geven en door nu het zeer groote invoersaldo over 191$ie betrekken in de reeks der gemiddelden zou men het ver bruikscijfer flptteeren, doch' tevens de ver klaring missei^hoe het mogalijk is geweest, dat op 1 Augustus 1914 in ons land 200.000.000 K.G. rijst aanwezig was. Thans wordt het ook duidelijk, hoe minis ter Posthuma aan een cijfer van 130.000.000 K.G. netto is kunnen komen. Een gemiddeld verbruikscijfer van 74.443 ton (stel 75.000 ton) over 1904|1912 stemt, als men rekening houdt met het acres der bevolking overeen met een verbruik van 71.000 tot in 1904 en bijna 79.000 ton in 1912. Het cijfer over 1917 wordt dan ca. 86.000 ton. Het werkelijke verbruik moet echter hooger »ijn, omdat het verbruik per hoofd de laatste jaren regel- itig toeneemt, en omdat het uitvoercijfer hoog is aangenomen, daarbij de berZC? •ondgMteld, da\alle wasTOrn nu in Wk geval zeker te gaan, heeft de minister toAn blijkbaar het ronde cijfer van 100.000 to\ aangenomen. Door deze overeenstemming tusschen mi nister Posthuma, de statistiek van in- en uitvoer, en de Jaarcijfers hebben we althans een basis verkregen, ten einde vast te stel len, of er nog eenige rijstreserve van betee- kenis in ons land kan zijn. We zullen daarbij weer den veiligen -kant kiezen, en er reke ning mee houden, dat de prijsstijging van rijst in 1915 en 1916 en het toen overvloedig verkrijgbaar zijn van goedkoop bruin brood nadeelig op het rijstverbruik gewerkt moet hebben. In 1917 was er daarentegen een ver hoogde prikkel tot gebruik, daar het brood toen gerantsoeneerd was en in de aardap- pellooze periode verhoogde rijstrantsoenen werden verstrekt tegen prijzen, die weer aanmerkelijk lager waren dan de reeds, in gevolge de Distributiewet, sinds het najaar van 1916 belangrijk verlaagde prijzen. Ook einde 1914 bestond er een prikkel tot ver hoogd gebruik, doordien toen op tal van plaatsen rijst voor de brtodbereiding gebe- zicht werd. De tegenstrijdige factoren zou den vrijwel tegen elkaar opwegen, indien zij even lang gewerkt hadden; evenwel kon INGEZONDEN MEDEDKKLINGEN i i-4 ragato I.H. «Ua reg^ m» f «JE Op d« voorpagina dubbel Uriel. Gewone advafleari4a an rngnoadM madadenliagM cortrect loi aaar geraducMfPn pnj». Groote lettere en randen naar plaataraimte KLEINE ADVERTENTIAN aum|M ea H- f f< r -1, koop en verkoop, hnu» m vartenr, i-S regale t 0.25 eten rafri teeer «M M| vowtel- betahn^ Maxim» frootte 10 regale. BewijentMunen 5 cute. h<« Duitadie |eg«r te! Opze nirt. Zij dkmen Iimuon niet verbazen...” „Ooo...” „WIJ zootliti hhj zijn, «te wij weer goed en wel op onze schepen waren-!... De DultHotutw lachten over dit idee!” Groote God. Waarom- zegt u zulke dingen, mrw. MorkwF’ (JtixhU ik de vrouw van eer». Prui sisch oWritw bet», »»r». Shupstow’.M ,,Je bent lijdend, Edith, mort ziethed je aan! Je «laapt jdeolit. Je eet ndet... je wordt sU«dH Woeker... Je doet niets meer aan sport... Niets geeft je genoe gen... nlete dwingt je een glindaoli af.” „Is bet wonder, mother?” „Je moet aflriding zoeken. dere indrultken hebbeo... Wij zuilen pak- en een paar wdcen naar Parijs zag haar nvoerlkir zoo zij vroeger niet liodge- 47 Edith... ik moet je wt <tert eeaigwi tijd merk ik reed» op, je je gezond oordttei over Engelsche j sohen m dingen verleert.” „Ja, <iat is veranderd, ma»na.” „En ik geloof ook... hoe zeer ik ook aarzel bet uit te spreken... de oorzaken er van te kennen! Het te je man... Je bent van hem getscfliedden. Maar zijn geest leeft in je voort...” Edith hief het hoofd op. Haar moeder eindigde met de woorden: ,,Het lijkt bij na, alsof hij uit dte verte meer invloed op je heeft, dan vroeger, toen jelui sa men waart.” antwoordde Edith Merker zoo kalm, dat mms. Wilding en mrs. Mac. Cornidc haar ongeloovig aankeken. ,Ja!” herbaaldo zij na een poosje vast beraden. „Verbaast u diat zoo? Mij ook! Maar ik kan er niets aan doen,!... Ik begin de wereid met zijn oogien te bekij ken!... Da* gebeurt zoo gaandewg met iemand! „Men moet zich daar ernstig tegen ver- zeU«, Edteh!” De jonge vrouw glimlachte droevig. ..Aob. woede mother, hii te zooveel der- --- - be lli geval van oorlog aul- v mar- Daar vallm zij de Pruteen in It” danr rkor sprak den laateten tijd d«< allre» zich naar de on- Wr»n wendkten. Zij voegde- er Ig aan- toe nn-t spottend 'lachje ..HbCiairck heeft eens gezegd: „Daa zal hij o»m door een landweerman gewau- ge»i lattin nemion!" „O...” I <>n lailvcrlng van- afkeuring deed als het ware de ronde, l enig» dantes Sper de» de oog,open... andwn IvadAm dm mend open... weer anderen trokken stralfeiut ernstige. gtvJchten. Uoo... was ntet gt>“<l I ngt-tech g.^pioten. eerste oude dame zei dat ook t daarbij haar kopje neer... zij was wer kelijk «iwchrikt... Maar mrs. Merker haal de eigenzinnig de schouders op. „U heHt geen flauw vermoeden wat - - - hcenn ook U zoudt u Tot dusverre warm dn werknuamdcaar- tm slechte verkrijglsuxr voor reizen in Im4 bliwMii verkeer dim Spoorweg) Maat- seliappijm en niet b.v. voor reize<k tuwchen an lloli. Bpoar-atatioM m een Staat sspoorstationi. Nu wordt op 1 Aug. ingevoerd nieuw tarief voor weikmaurikaarte» nvhtetireekfidi hinnenlandsob verkeer, door werkaimnskaartm voor reizen achen station» der verschillende gen vtrkrljgbaar zuilen zijn, m hu zulim worden afgegevm voor reizen tussdum b.v. i’o» Holl. Spoorstation en wii Sta«tj«poor atatio»i, of een N. C. H- station i» een Holl. Spoorstation. Voor dit nieuwe tarief zijn aangwiMmn de prijzi» voor werkmaiwkaarh» die in Im-1 l>innmverki*er At Holl Sjxior teteaan en die ii-ts hoog<+ zijn dan in. het Irfnneuvnikeer At Staatsspoor bestaan. JDo tuestaiMl te dun ate volgt Op An 1 Augustus treedt gwii ver- hooging in van de prijze» dkr werkmaiwt- kawrten voor reizen in te-t binnenverkeer A'r Staatewjioorwi'gM». Evenmin te zulks he< geval met de ker dan ik. Nu. Vroeger niet. Nu blijft hij standvastig. I«J hij lumli. Ik zou bet nooit geloofd liebben. En ik...” „Je moet tegen jezeif zeggen, dht een Fngetectiei..” „Ik ben geen EngolsOhe en sche! Ik ben een vrouw. Zijn wil naar heni toe...” Het moest van haar liart. keken Edith Merker angstig vervolgde in. eeti gen hartstocht: grepen. U heeft i bandlid, viw. een voet bij ons in hute heeft f Steeds wa» hij A> arme Dulteche ne liet u hun dat voelen! Dal hmvifiat deweg verbitterde en u... en ook nïij,.. van hen» heeft ~:v. is uw schuld!” „Niemand! zei de otidO dame waardighiid. „Niemand heeft hem verhinderd als officier met jou in Di tand te blijven. Het was zijn eigen Sluit...’’ „Ja. Dat wtó zijn fout! Die boet hij nu daar ginds in Siberië. En Alt ziet u niet in! U helpt hem niet. Integendeel: U legt Item steenen in dm weg....” .Jfoet^a Edith? Wi toe in dat „Ik wil! zenuwzwakte de kwaal. Zij hardnekkige ver hel minerale staal, inomen worden.” szij toegediend in beide ghig. draad den ouden hw Weldra kwam wilderd en slecht in de klwwen ais al tijd, niet een sta-i>e>| papieren onder den arm in een taxi aangiwuisd'. Amlere han dels vrienden volgA-n. Auto na auto rewl voor. Het v«»rtrck boven vu IA, zich met ernstige, Huteti-renA» gentlemen, die van daag zelfs hun diner in den steek lie ten, dc club medra-, hun rok nk< aan trokken, alle» pnder ernst van liet oogvnlilik klonk stewfe schril de telefoon en bene den ik>or de voorname rust van Belgra via gilden A» couwuMmjongen»: Het laat ste nieuw»... Engdsohen en DuitaciM'rs tegenover elkaar in de Perzteehe Golf!” en dan een liektere kinderstcro, die de andere liengete ovenAinde, „oorlogs gevaar met DuitechlanA..” IntuSHühen zat i dilh Merker met haar moeder en zusters in de drawingroom. De theeketel eutede door te< stenwnenru- utoer der vde damt», die op bewi-k ge- komen waren. Tiwochim liaar stonden al de schoteHji-» en liordjes met sandhviche» en stukken koek, die zoetigheden m mar- mohiA-H vaii een volledige ngeterfiv five o’clok tea. Zij aten en dronken Zij bab belden met d» kopje* in de hand en ga ven elkaar voortdkireud gelijk. Het was het wniwige gesprek der uiflgaanA, we reld over Ai sport.... dingen, diedwjong ste dtachUT d<te huizes vroeger ook buV- teogenvoon tetangrijk IhuI gevonden. Vreeinid: nu hoorde zij slechte toe, ate ging 't haar niet aan. Ata was zij een gast uit Au vreemde. Daar luisterde zij. Fm oudere dame, em- bloedverwante van een lid km gaan!” Fditti Merker ernstig aan, ate kunrf. „Ziet u, mn.... dal te het!” zed zij. „De getheele wereld te In spanning, de kot sen- daden. Pa zit daar vol zorgen. ÏA.,» man. staat op hot J gaan. Dat gli.jdt langs1 er slechte over ren. Zoo bent - geheel niet hoe slecht het is aan nirtnand anders dan aan zichzelf te donken!... Ik heb het ook gedaan. Zoo was ik opge voed. Maar nn veraidert lamgzaanerhand veel in mij. Ik heb zooveel tijd erover na te denzen...” „Kind!... kind... beitenk ie toch... Kom tot je zelf... Je denkt Dulteoh! Je denkt ate ie man!” „Ja...” zri de longevrou- geloof ook dat ik dwt doe! meer! Ik ben reed» in veel dingen u allen vervreemd, motlier!” „Heb jo het gehoord, John: haar der» worden haar vremwl!” Mn». WWdfag lachte «bril, terwitl auto voor het «malle hoeren! GrosvenorpMn stil Weid. Haar kwam Ijaar niet te hulp. Het geheleao- sprek was lang» hem heengegaan. stapte uit en ging itadelijk met loome schreden naar zijn werkkamer. Daar la- aen tetecrammeii od de tafel. De telefoon be dil Ite

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1917 | | pagina 1