/EN.
Zaterdag 6
ie!
VERSCHIJNT DAGELIJKS
BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
Telefoon Interc. 82.
Uitgevers A. BRINKMAN ZOON.
Telefoon Interc. 82.
Eerste Blad.
lek!
infl,
Feuilleton.
Miss Barrie’s Huwelijk
door
plaatsen
ivenhage.
V
eerares.
1 AVONDCURSUS,
ivwe leerlingen
XT5.e-CL-x7rs- ©zx -A.d.-v©xt©zxtï©1©l©.d. voor <3-0 vLds» ©xl Oasa-strelcexL.
Ons aller plicht.
De handel met het buitenland In
da eerste helft van 1917.
5(ie Jaargang.
tober W17.
No. 13513.
USSON.
«Mr f 0.15.
Dit nummer beetaat nit twee bladen.
Serie film
jur.
2402 150
Zondag)
i 5 ct.
dien
dienst
NDOORN.
een
uit van blauwe «erge.
vrouw
d
men
icordla”, Too
XI.
vervolgd.)
(Wordt
om trnmn; Maut 31. Gouda, bij
boeiend,
ereelen.
de vrouw
sm. Haar
wil -
Gouda.
diio niet beier weten, voor een gewone
auto wordt aangeden.
/- en Woningy
niib*4i<‘ Annen-
jregeld tijdig
igen van ver-
nakelykheden,
genda te ver-
C. N. en A. M. WILLIAMSON.
(Nadruk verboden.)
en
go-
ge-
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN i
Op de voorpagina dubbel lariat
Gewone •dvertentiia ea mgeaoodm HMMlodeeliafea bij cwMnM UM «eer gereducaerdas
prijs. Groots leners en randen naar plaatsruimte.
KLEINE ADVERTENTïftN aanvragsa es asabiediafsa.' betreflepda «fcastperaosoel
koop en eerkoop, huur ea verbaar, 1—5 regela f 0.25 elke regel staar 3 coat Hj vooruit-
betaling. Maxima* grootte 10 rugsit Bew^anamatars 5 coat.
maar ik heb van mor-
Somerled, Allo» dien Rld -
feeën en kabouter© gepraat, en
hij ie er in ernst ot
hem een grooicn dl
OllDSCHE COURANT
ook in dien zin leeren, dat wy tot eendrach-
tiger samenwerking bereid blaken, dan ons
maatschappelijk leven in normale tijden te
zien geeft. Het aangewezen zyn op eigen
kracht moet ons leeren, onze krachten, onze
moreele krachten ook, tot het uiterste in te
spannen, en óveral zooveel mogelyk ten
dienste te stellen van het algemeen belang.
Dat eischt niet alleen arbeid en zorg, maar
ook onthouding.
Ligt het aan onze onbewustheid van de
grootte van het naderend gevaar, aan ons
gering nationaal en gemeenschapsgevoel,
of aan de kracht van ons egoïsme Het is
zeker dat tot nu toe ons doen en laten over
het algemeen nog weinig blijk geeft van
den ernstigen wil tot inspanning en tot die
samenwerking die de tijd van ons eischt.
Wy vragen van de regeeing voorziening in
alle nooden, en onze regeering is werkelijk
niet gierig met maatregelen, bestemd om
den nood zooveel mogelyk te voorkomen en
zyn gevolgen gelykelyk door allen te doen
dragen. Maar die maatregelen beteekenen
maar weinig, wanneer hun werking niet ge
steund wordt door ons aller medewerking.
Alleen door politiek toezicht en straffen
tegen den onwil der bevolking in kan hun
goede uitwerking nooit verzekerd zyn. Maar
bovendien bestrijken deze maatregelen al
leen het gebied der uitersten. Alleen wat in
flagranten strijd is met het oogenblikkelyk
algemeen belang, kan verboden en gestraft
worden. Hoogstens het negatieve, het na
laten van wat het algemeen belang schaadt,
kan trouwens langs dezen weg verkregen
worden. Voor bereiking van het positieve,
de medewerking in de aangeduide richting,
is de vrjje wil van het volk noodig. En van
dien vrijen wil blijkt over het algemeen nog
maar bedroevend weinig. Waar de wettelijke
maatregelen maar een gaatje vergeten heb
ben, tracht men door te kruipen. Zoo noodig
schroomt men ook de overtreding dier maat
regelen niet. En met eigen aandrift doet
men, waar de vrijheid gelaten is, bitter wei
nig. Wij weten allemaal, dat de m$ergegoe-
den zonder ophouden voortgaan Kun kasten,
kisten, zolders en kelders vol te proppen
met allerhande levensmiddelen en andere
levensbenodigdheden. Dat maakt dat zy
daarmede de prijzen opdryven en een duurte
en schaarschte veroorzaken, waarvan de ge
volgen ook voor hun eigen rekening, maar
vooral toch ten laste komen van hen, die de
gevolgen juist niet dragen kunnen. De een
brengt er den ander toe, aldus voorzorgs
maatregelen te nemen. Klandestien en tegen
woekerprijzen, worden nog allerlei waren
verkocht, die niet meer in den vryen handel
zyn, en de’bezittenden, inplaats van daar-
rcgdc f 1.05. elke regel meer f 0.25.
De troonrede, waarmede onlangs de
nieuwe zitting onzer Staten-Generaal ge
opend is, heeft in sobere woorden wel, maar
toch nadrukkelyk genoeg om door ieder
verstaan te worden, het Nederlandsche volk
gewezen op den nood dezer tijden, en den
grooteren nood, dien we ongetwijfeld in den
naderenden winter zullen leeren kennen.
Ook zonder die officieele herinnering zou
den we ons van het bestaan, van dien nood
toestand voor ons volk als voor gansch de-
wereld bewust geWeest zyn. De vreeselyke
oorlog, die maar niet eindigen wil, en inte
gendeel steeds verder om zich tracht heen
te grjjpen, brengt de menschheid der uit
putting nabij. Milliarden worden wegge
worpen en de menschelyke energie, die zou
kunnen herstellen, blijft by’na uitsluitend in
dienst der vernietiging. De productie van
wat de wereld noodig heeft, is tot een mi
nimum ingekrompen, en voor dat voortge
brachte minimum deelen, voor zoover het de
oorlogvoerenden betreft, waartoe nu bijna
alle voortbrengende volken behooren, alleen
de medestrydenden mee. Zoo zyn de enkele
neutralen, waartoe ook wij ons gelukkig
nog kunnen rekenen, geheel op eigen kracht
aangewezen. Maar dat niet alleen. De we-
reldtoestand maakt, dat ook wy een deel
dier krachten moeten gebruiken om het
algemeen gevaar, zoo dat komen mocht, af
te weren en bovendien, dat wy die krachten
niet kunnen gebruiken en niet kunnen ont
plooien, zooals we dat in normale tijden
kunnen. Handel en bedrijf, die internatio
naal geworden zyn, zjjn door het stilliggen
van het internationaal verkeer geheel tot
stilstand gebracht. Onze industrie wordt
grootendeels stopgezet door gebrek aan
grondstoffen en vooral van kolen. Zelfs de
ongestoorde regelmaat van ons inlandsch
verkeer is verbroken. En naast deze stoor
nis van het bedrijfsleven, bedreigt ons een
gebrek aan die voedingsmiddelen, die we
zelf niet voortbrengen en aan brandstoffen
voor den naderenden winter. Werkelijk,
onze toekomst is niet rooskleurig. Maar het
is niet voldoende, dat we ons daarvan ten
volle bewust geraken, we moeten evenzeer
leeren inzien, dat deze nood, die bestaat, en
de ergere, die dreigt, ons allen een duren
plicht oplegt.
Nood leert bidden. Hy moet ons dat nu
koste van de» goede en. goedwillende amb
tenaren. Dit drietal lamnxiingen men
vergevo on© dit minder parlementaire
woord verzwaren den dienst hunner
collega’s, vergrooten de totaalrkosten van
den dienst en staan daardoor verbetering
daarvan ernstig in den weg. Dat wordt
nu geregeld vergeten en toch ligt daar
in het zwaartepunt van de gansche kwes
tie. Eenigenniate zijn de ambtenaren daar
van zelf ook de schuldigen. Zij hebben
altijd geroepen om een «oliede reehtepoei-
tie. Welnu, die is zoo soiled e als gewa
pend beten, een onratandiglieidl die vooral
aan de minder goede elementen ten gun
ste komt. Zoodra de ambtenaren dat eens
inzien, zulten zij alle reden vinden om
meer dan tevreden te zijp, met de bestaan
de rechtspositie! die tien maal beter is
dan bij 'particulieren, waar de lankmoe
digheid tegenover, de slechtere veel klei
ner, maar de waardeering van de betere
veel grooter is.
Dejae drie gevallen ter leering' en ten
Voorbeeld aan allen die leeren willen...
HAGENAAR.
waren'.
„Indfien gij het tooverland vindt, moet
dat zijn, terwijl dé maan de bloeiende hei
de beschijnt," zeide ik tot hpm. „Maar
ik zal niet veel tijd! hebben om u te hel
pen er naar te zoeken, omdat gij mij
over vijf dagen bij moeder zult achter
laten en uw weg alleen voortzetten Gij
moet zoeken naar den sleutel van dien
regenboog. waar gij ook gnat; omdat die
overal kan ziju, en het licht der maan
op de beide kon u hem doen vinden in
het gras, of ondier eene bloem, of zelfs
midden op den weg voor uwe oogen."
Hij zag mij op een vreemde, peinzende
wijze aan, cn ik kon mijne oogen niet
van hem afwenden, ofschoon ik dat
wmschte, want bet was, alsof hij in het
mijne
Ie, waar-
neerlaten
n vinden,
hebt ge
il ik kan
knden Maar
den' zou ik
doen, nu ik
keer heb.”
i t ik onder
niet anders
zonder illu-
rldders, wól-
verloesen, zijn altijd' jong en
ah de deur tot romantiek; en dat is ook
zoo, omdat het die deur naar Schotland
iB. Ik ben bang, dat het een droom is,
dat ik ze eindelijk zal overgaan., ouil de
wonderen aan de andere zijde te zien en
en de beminnelijke dame té ontmoeten,
dio voor mij dB Koningin der Romantiek
ia, mijne moeder. Ik heb mijzelf her-
ha&ldelijk geknepen, en inplant» van wak
ker te worden in mijne oudé kamer te
Hillard House, vond ik mij telkens met
wijd geopende oogen in die kamer van den
predikant, met vete boeken en een tabaks
lucht, en op den schoorsteenmantel me-
Uit de handelsstatistiek over het eorste
halfjaar 1917 blijkt hoezeer onze buiten-
landsche handel tot geringe afmetingen is
teruggebracht. Voor verscheiden artikelen
is verbod van uitvoer uitgevaardigd, zoodat
b.v. van de 185 artikelen, waarvan gegevens
voor den uitvoer worden verstrekt, slechts
den. Andere artïl<ele^~woSST m "ateerïs
mindere hoeveelheid ingevoerd, zelfs onze
eerste levensbehoeften komen niet voldoen
de binnen en te verwonderen is dan ook
niet, dat de Nederlandsche handel in de
eerste helft van dit jaar geen voolyk beeld
vertoont
Van verschillende zijden is er op gewezen,
dat de uitvoer van levensmiddelen uit Ne
derland naar Duitschland veel aanzienlyker
was dan die naar Engeland; het blijkt dat
dit alleen in het eerste halfjaar van 1917
niet het geval is geweest De invoer
uit Engeland bedroeg in het eerste
kwartaal 1917 een waarde van ƒ86.884.348
en in het 2e kwartaal van 27.969.357, zoo
dat Engeland in het eerste halfjaar van
1917 naar ons land uitvoerde voor een
waarde van ƒ64.853.705. De invoer in het
2e kwartaal was dus slechts van dien in
het eerste kwartaal; de oorzaak daarvan
ligt deels aan de duikbootoorlog en deels
aan het feit, dat by’na de geheele industrie
oorlogsindustie is geworden.
Uit de statistiek blykt dat Neder
land meer aan Engeland lever-
d e dan het vandaar ontving; in het eersto
kwartaal 1917 voor 52.459.106 en in het
2e kwartaal voor ƒ45.593.016, in beide
ABONNEMENTSPRIJS i per kwartaal f 1.25, par week 10 cent, met Zondagsblad per
kwartaal f 1.75, per week 14 cent, overal waar de benorging per looper geachipdt. Franco
per port per kwartaal 1 1.50, met Zondagablad I 2.—.
Abonnementen worden degelijk* aaagenomea an
ease agenten, den boekhandel en de poetkantoren.
ADVERTENTIEPRIJS i Uit Gooda en oaaatreken (beboerende tot den bexorgkring)
1 -r5 regels f 0.55, elke regel meer f 0.10. Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden
dne tegen twen berekend. Van bnitn Gnda ca dn.bnorgkriag1-3 regels f OJQ. elke
van aangifte te doen, profiteeren daarvan.
De in beslagname van allerlei voedings
middelen, ook van graan, stuit telkens op
werkdadige of lijdelijke tegenwerking.
Hét zijn waarlijk niet bepaalde groepen,
die hierin misdoen, maar alle klassen der
bevolking toonen, de goede niet'te na ge
sproken, dit gebrek. En dat is niet den weg
om er te komen, nu land en volk in nood
geraken. Opoffering ten bate van het alge
meen, onthouding, samenwerking is thans
ons aller plicht.
Alleen bij volbrenging van dien plicht
kunnen we ons in dezen tyd handhaven.
Doen we dat, dan zal nog uit het kwade
wat goeds kunnen voortkomen en ons
volkskarakter en onze volkskracht zullen
er hun winst mee doen.
Ik weet nfet, hoe Ik bet durtóe tegen
zulk een manr
gen niet meneer
der, over LvC>.
bruidbkrana onder
glazen stolp
Meneer Soïnerled) was naar een hotel
gegaan, maar hij bleef bij ons soupee-
ren, en mevrouw JamicB haalde haar
mooiste ffoedl voor den dag. Het was
heel wat prettiger dan bet souper gis
teravond be Moorhill Farm, ofschoon me
vrouw Weet ook lekkere dingen
Ik ben blij, dat ik Moore nooit w«
zien! Maar ik zou meneer Norman
no weer ontmoeten Ik zou hem „Ij
kwcliouwen als mijn, broeder. Ma»
weet niet, wat ik omtrent mijn gevoel
voor meneer Somerled zal zeggen, ik
denk aan hem als aan een ridder, die bet
hulpeloozc meisje uit een betooverd! woud
verlost Nadat -hij haar van dien eenBn
draak Grootma heeft bevrijd
voert hij haar weg met een geheel an
der soort dfroak; een goedgedre«*'erden,
gevleugelden draak, welke dloor menschen
op ingegaan- Ik zou
dienst bewijzen, zeide
hij, zno ik hem terug kon leiden naar'
het tooverland, omdat hij den weg daar-
lieen placht te kennen', maar hem reeds
lang was vergeten. Hij had alle hoop
opgegeven Iwn weer te vinden en l»ad
tot nu toe gevreesd, dat alle feeën dood
ben, hij kocht mij dus een rnooien om
bij het roomkleurige laken te dragen. Hij
stekte mij voor ze onderweg to bewaren
in dio „doos voor wlelhanden” een
groot, bruin ding boven op de auto.
„Is het niet juist, alsof g» eenvrien-
delijken oom hebt, lieve?” vroeg mevrouw
Jaime©. Maar ik had niet het gevoel, dat
ik iemand ate meneer Somerled o o i t als
een vriendletijken oouï kon beschouwen,
en dat zeide ik, voordat ik er aan dacht,
of dat ook lomp sou kunnen klinken
Gelukkig sclieen hij niet beleedigd te
zijn.
Ik schrijf dfit boven in de zitkamer van
dien predikant, in mevrouw James’ huls.
Het is aivondl, en wij zullen morgenoch
tend zeer vroeg) vertrekken, omdat ik toe
vallig zeódö dót ik nooit in Carlisle Cast
te of in de Kathedraal was geweest.
Grootma houdt niet van kathedralen, of
zij historisch zijn of niet. Meneer Somer-
led1 zeddle, dat we beiden konden bezoe
ken, en dón „do grens oversteken.” 0,
die grens! Hoe heb ik ze altijd beschouwd
uhi vtuu ivMiuwu eRM-get na1 mijne vree
slijke ervaring had; ik niet gedacht dat
blauwe serge zoo mooi kon zijn en
een mantel en een rok van roomkleurig
laken; en eene avondjapon van wit chif
fon, zoo oemde die juffrouw het, naar
ik meen'. Werkelijk met korte mouwen bo
ven do ellebogen en een lagen hal©, waar
uit mijne sleutelbeenderen zouden zijn te
voorschijn gekomen, als ik nog zoo ma
ger was geweest als vroeger. Een nieuw
tijdperk scheen voor mij aan te breken
met zulk eene japon. Het was1 meneer
Somerled die ze uitaocht en er op aan
drong, dat ik ze moest nemen, ofschoon
zo, zoo eenvoudtig ze er uitzag, vreese-
lijk duur was. Mevrouw JamesMaiacht, dat
ze te duur voor mij zou zijn, daar ik
nog zoo veel dingen moest koopen voor
mijne vijftig pond', inaar meneer Somer-
led maakte een eindé' aan hare tegenwer
pingen op die besliste manier, die hij
zelfs in kleinigheden heeft. Hij zeide, dat
het voor hem als schilder voordéelig zou
zijn mij in die japon te schilderen, en
dat ik voor hem, moest poseeren. Hij zou
dat portret noemen: „Het Melejq. in de
Witte Japon”, eh daar hij het te Lon
den en New York zou tentoonstellen en
er veel geld voor zou krijgen, moest ik
hem natuurlijk toestaan dé japon te be
talen. Mevrouw Jameö Scheen in het on
zekere omtrent de betamelijkheid! hiervan,
maar hij fronste zijne zwarte wenkbrou-
wen en dat deed haar dadelijk lieslissen,
dat hij gelijk had. Toen zij eenmaal toe-
gestemd liadl, dat ik de japon op die
voorwaarden zou krijgen, kon zij niet
aoo&l I hij zeide tegen een hoed heb-
innnenste van mijne ziel JaS,
oogen als vensters gebruikt
voor ik da gordijnen niet ko
„Gij zoudt den SteuM kuJ
indten gij dit niet reeds
daan,” zeide hij. „In elk g<
hem zonder uwe hulp niet y
dat doet er niet toe. Miasciit
niet weten, wat er mee te
oud ben en gBene illusies m
Toen antwoordde ik, omde,
de betoovwing zi>ier oogen
Won: „Gij ®ljt niet oud en
sies. Gij zijl een Rtódter en
ke mei jeö
dapper.”
salaris behouden. Nadat deze heuglijke
gebeurtenis had plaats gehad, bied de
jeugdige mama rustig thuis, eenige maan
den lang. Eindelijk, begon het de directie
toch te verdrieten. Zij informeerde eene
of het Hare Majesteit de gehuwde amb
tenares ook neg behagen kon in den
dienst terug te komen Hare Majesteit
antwoordde op deze smeekbede niet de
nwxtedteeling dat... zij iuaar ontslag uit dien
dienst nam. Precies negen maanden lang
had zij het salaris nog in de wacht ge
sleept m nu werd vadertje Staat vrién
delijk bedankt en kou hij opboepelen.
Het derde geval is van recente® datum
Men kent het instituut van dB uitgestel-
de tetegramnuen. Wie naar Indiö wil sei
nen, kan tegen verminderd tarief teie-
gramnien verzenden die pas dan verzon
den worden als dB groote stroom van
leLegrammien voorbij is Aangewen het
oversednen toch langzaam gaat, makende
paar uur wachten niet veel uit. De cen
suur in het buitenland houdt de tele
grammen vaak op en is soms zoo vrien
delijk, ze heedemaal niet door te zenden.
Seinen naar Indiö is dus zeer onzeker.
Van deze onzekerheid! beeft een amb
tenaar gebruik gemaakt om zich te ver
rijken. Hij hield het ontvangen geld ach
ter en verdioaikortnitiaaide die telegram
men.
Werd er eens geïnformeerd naar de
mogelijkheid of ze hun bestemming wel
hadden bereikt! och dan geloofden demen-
sclien graag het naargeestige verbaal om
trent die booze oeueuur.
Natuurlijk moest dto falsaris tegen de
lomp twpfeti. rn xuwtis
toen iemand na eenige degen een afsdirift
kwam vragen van het door hem aan
geboden telegram. Het telegram was zoek,
het bleek niet op de toestellen te zijn
aangekomen en niet te zijn ingeschreven
Toevallig vied te bewijzen wie het had
aangenomen. Het was een jongmeesch,
dat al een zonderlingen levensloop heeft
gehad. De justitie heeft zich met het ge
val bemoeid: liet jonge menech werd in
hechtenis gienomen maar weer even gauw
losgelaten omdat... er in die gevangenis
geen pdaate meer was.
Natuurlijk gaat dte Staat voort het sa
laris rustig en onverkort uit te betalen
tot tijd en wijle de justitie eens uitspraak
lieeft gedaan En dat is natuurlijk in die
eerste maanden niet het geval. Inmiddels
leeft het verdachte jonge mensèh alsvroo-
lijke Fraud, dank zij de overgroote wel
willendheid van zijn patroon, den altijd
lankmoedlgen Staat.
Deze drie gevallen illustreeren nu eenö
heel duidelijk de positie van die ambtena
ren en de verkeerde toestanden, die er
in den atantsdienet bestaan. Nu hebben
wij tegen de lankmoedigheid) niet zooveel'
bezwaar, indien zij niet gesolüedde ten
BRIEVEN UIT DE HOFffTAD.
CCOXCI,
Al eenS vaker heb ik iu mijn brieven
gevallen besproken uit dc handelwijze van
den Staat tegenover zijn ambtenaren e-n
omgekeerd van de ambtenaren in hun
dienst bij den Staat. Vooral bij de poste
rijen en telegrafie bestaan de meest zon
derlinge toestanden, die wei nimmer zul
len verbeteren zoolang dB leiding van de
zen enorme® tak van dienst blijft berus
ten bij beunhazen, die vennufd in
militairen dienst hier een onderkomen 1
vinden.
'Geregeld komen ons gévallen ter oore, 1
vandaag te traoteeren.
Het eerste betreft het geval van een
van hen, dio in het begin van dit jaar
betrokken waren bij de verduistering van
telegrammen. Men zal zich dit opzienka-
rende geval wel herinneren. Een van deze,
een jonge man, is voorwaardielijk veroor
deeld tot een jaar hechtenis. De zaak gaat
nog in hooger beroep, maar bet jonge i
menech loopt ai dien tijd rond te wande
len, genietend van bet volde salaris* dat
de Staat wel zoo! vriendelijk is hem ge
regeld uit te betalen. Dezer dagen is hij
nu in militairen dienst gegaan. Het is
niet ónmogelijk, dat er twee dingen zul
len gebeuren: ten eerste, dat hij defini
tief slechts voorwaaidtetijk wordt veroor- 1
deeld en tan tweede dat hij na afloop
van zijn militairen diensttijd weer kalmp
jes bij die telegraaf terug komt.
Het tweede geval werpt een eigenaar
dig licht op dé verhouding van de ge
huwde ambtenares en liaar dienstopvat-
ting. In het begin van dit jaar kreeg
■een zoodanige lijnitrekster verlof omdat
jaij in blijde verwachting verkeerde. Op
staatskosten vensdieen de jeugdl-aanbtanaar
ter wereldimmérs zijn mama bleef haar
32
Het iri vele jaren geleden, dat zij te
Londen W geweest. Ik denk, dat zij er
niet op liaar huwelijksreisje was geweest
en later niet weer: en behalve dat uit
stapje zijn Exeter en Carlisle hare groot
ste sterirn geweest, maar tegenover den
beroemden schilder prees zij Carlisle zeer
en zeddta, dat wij natuurlijk geené Lon-
drnscho winkels konden verwachten. Ik
traditie zijn blik <p te vangen, omdlat
ik zeker ben, dót hij alle grappige din
gen opmerkt; doch het zou vreeselijk zij»
het lieve mensdi uit te lachen
in hare pogingen om een vrouw van do
wereld te zijn.
Per «dot van rekening kozen meneer
Somerled en ik alles, zelfs de automan-
tel eu. hoed van mevrouw James, want
zij was te verlegen om te beslisden
zou maar verkeerde dingen hebben
nomen. 'Mijne japonnen werden, klaar
kocht, omdlat wij den volgenden morgén
naar Schotland zoudtan vertrekken, en het
was grappig om te zien, hoe moeilijk het
was om meneer Somerled te bevredigen.
Men zou hebben gedacht, dat hij werke
lijk belang steldé in mijne kleeren; maar
dat was natuurlijk alleen maar zijne kun-
etonaarenatuur. Wij zochten eew japon