/EN. Zaterdag 6 ie! VERSCHIJNT DAGELIJKS BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN ZOON. Telefoon Interc. 82. Eerste Blad. lek! infl, Feuilleton. Miss Barrie’s Huwelijk door plaatsen ivenhage. V eerares. 1 AVONDCURSUS, ivwe leerlingen XT5.e-CL-x7rs- ©zx -A.d.-v©xt©zxtï©1©l©.d. voor <3-0 vLds» ©xl Oasa-strelcexL. Ons aller plicht. De handel met het buitenland In da eerste helft van 1917. 5(ie Jaargang. tober W17. No. 13513. USSON. «Mr f 0.15. Dit nummer beetaat nit twee bladen. Serie film jur. 2402 150 Zondag) i 5 ct. dien dienst NDOORN. een uit van blauwe «erge. vrouw d men icordla”, Too XI. vervolgd.) (Wordt om trnmn; Maut 31. Gouda, bij boeiend, ereelen. de vrouw sm. Haar wil - Gouda. diio niet beier weten, voor een gewone auto wordt aangeden. /- en Woningy niib*4i<‘ Annen- jregeld tijdig igen van ver- nakelykheden, genda te ver- C. N. en A. M. WILLIAMSON. (Nadruk verboden.) en go- ge- INGEZONDEN MEDEDEELINGEN i Op de voorpagina dubbel lariat Gewone •dvertentiia ea mgeaoodm HMMlodeeliafea bij cwMnM UM «eer gereducaerdas prijs. Groots leners en randen naar plaatsruimte. KLEINE ADVERTENTïftN aanvragsa es asabiediafsa.' betreflepda «fcastperaosoel koop en eerkoop, huur ea verbaar, 1—5 regela f 0.25 elke regel staar 3 coat Hj vooruit- betaling. Maxima* grootte 10 rugsit Bew^anamatars 5 coat. maar ik heb van mor- Somerled, Allo» dien Rld - feeën en kabouter© gepraat, en hij ie er in ernst ot hem een grooicn dl OllDSCHE COURANT ook in dien zin leeren, dat wy tot eendrach- tiger samenwerking bereid blaken, dan ons maatschappelijk leven in normale tijden te zien geeft. Het aangewezen zyn op eigen kracht moet ons leeren, onze krachten, onze moreele krachten ook, tot het uiterste in te spannen, en óveral zooveel mogelyk ten dienste te stellen van het algemeen belang. Dat eischt niet alleen arbeid en zorg, maar ook onthouding. Ligt het aan onze onbewustheid van de grootte van het naderend gevaar, aan ons gering nationaal en gemeenschapsgevoel, of aan de kracht van ons egoïsme Het is zeker dat tot nu toe ons doen en laten over het algemeen nog weinig blijk geeft van den ernstigen wil tot inspanning en tot die samenwerking die de tijd van ons eischt. Wy vragen van de regeeing voorziening in alle nooden, en onze regeering is werkelijk niet gierig met maatregelen, bestemd om den nood zooveel mogelyk te voorkomen en zyn gevolgen gelykelyk door allen te doen dragen. Maar die maatregelen beteekenen maar weinig, wanneer hun werking niet ge steund wordt door ons aller medewerking. Alleen door politiek toezicht en straffen tegen den onwil der bevolking in kan hun goede uitwerking nooit verzekerd zyn. Maar bovendien bestrijken deze maatregelen al leen het gebied der uitersten. Alleen wat in flagranten strijd is met het oogenblikkelyk algemeen belang, kan verboden en gestraft worden. Hoogstens het negatieve, het na laten van wat het algemeen belang schaadt, kan trouwens langs dezen weg verkregen worden. Voor bereiking van het positieve, de medewerking in de aangeduide richting, is de vrjje wil van het volk noodig. En van dien vrijen wil blijkt over het algemeen nog maar bedroevend weinig. Waar de wettelijke maatregelen maar een gaatje vergeten heb ben, tracht men door te kruipen. Zoo noodig schroomt men ook de overtreding dier maat regelen niet. En met eigen aandrift doet men, waar de vrijheid gelaten is, bitter wei nig. Wij weten allemaal, dat de m$ergegoe- den zonder ophouden voortgaan Kun kasten, kisten, zolders en kelders vol te proppen met allerhande levensmiddelen en andere levensbenodigdheden. Dat maakt dat zy daarmede de prijzen opdryven en een duurte en schaarschte veroorzaken, waarvan de ge volgen ook voor hun eigen rekening, maar vooral toch ten laste komen van hen, die de gevolgen juist niet dragen kunnen. De een brengt er den ander toe, aldus voorzorgs maatregelen te nemen. Klandestien en tegen woekerprijzen, worden nog allerlei waren verkocht, die niet meer in den vryen handel zyn, en de’bezittenden, inplaats van daar- rcgdc f 1.05. elke regel meer f 0.25. De troonrede, waarmede onlangs de nieuwe zitting onzer Staten-Generaal ge opend is, heeft in sobere woorden wel, maar toch nadrukkelyk genoeg om door ieder verstaan te worden, het Nederlandsche volk gewezen op den nood dezer tijden, en den grooteren nood, dien we ongetwijfeld in den naderenden winter zullen leeren kennen. Ook zonder die officieele herinnering zou den we ons van het bestaan, van dien nood toestand voor ons volk als voor gansch de- wereld bewust geWeest zyn. De vreeselyke oorlog, die maar niet eindigen wil, en inte gendeel steeds verder om zich tracht heen te grjjpen, brengt de menschheid der uit putting nabij. Milliarden worden wegge worpen en de menschelyke energie, die zou kunnen herstellen, blijft by’na uitsluitend in dienst der vernietiging. De productie van wat de wereld noodig heeft, is tot een mi nimum ingekrompen, en voor dat voortge brachte minimum deelen, voor zoover het de oorlogvoerenden betreft, waartoe nu bijna alle voortbrengende volken behooren, alleen de medestrydenden mee. Zoo zyn de enkele neutralen, waartoe ook wij ons gelukkig nog kunnen rekenen, geheel op eigen kracht aangewezen. Maar dat niet alleen. De we- reldtoestand maakt, dat ook wy een deel dier krachten moeten gebruiken om het algemeen gevaar, zoo dat komen mocht, af te weren en bovendien, dat wy die krachten niet kunnen gebruiken en niet kunnen ont plooien, zooals we dat in normale tijden kunnen. Handel en bedrijf, die internatio naal geworden zyn, zjjn door het stilliggen van het internationaal verkeer geheel tot stilstand gebracht. Onze industrie wordt grootendeels stopgezet door gebrek aan grondstoffen en vooral van kolen. Zelfs de ongestoorde regelmaat van ons inlandsch verkeer is verbroken. En naast deze stoor nis van het bedrijfsleven, bedreigt ons een gebrek aan die voedingsmiddelen, die we zelf niet voortbrengen en aan brandstoffen voor den naderenden winter. Werkelijk, onze toekomst is niet rooskleurig. Maar het is niet voldoende, dat we ons daarvan ten volle bewust geraken, we moeten evenzeer leeren inzien, dat deze nood, die bestaat, en de ergere, die dreigt, ons allen een duren plicht oplegt. Nood leert bidden. Hy moet ons dat nu koste van de» goede en. goedwillende amb tenaren. Dit drietal lamnxiingen men vergevo on© dit minder parlementaire woord verzwaren den dienst hunner collega’s, vergrooten de totaalrkosten van den dienst en staan daardoor verbetering daarvan ernstig in den weg. Dat wordt nu geregeld vergeten en toch ligt daar in het zwaartepunt van de gansche kwes tie. Eenigenniate zijn de ambtenaren daar van zelf ook de schuldigen. Zij hebben altijd geroepen om een «oliede reehtepoei- tie. Welnu, die is zoo soiled e als gewa pend beten, een onratandiglieidl die vooral aan de minder goede elementen ten gun ste komt. Zoodra de ambtenaren dat eens inzien, zulten zij alle reden vinden om meer dan tevreden te zijp, met de bestaan de rechtspositie! die tien maal beter is dan bij 'particulieren, waar de lankmoe digheid tegenover, de slechtere veel klei ner, maar de waardeering van de betere veel grooter is. Dejae drie gevallen ter leering' en ten Voorbeeld aan allen die leeren willen... HAGENAAR. waren'. „Indfien gij het tooverland vindt, moet dat zijn, terwijl dé maan de bloeiende hei de beschijnt," zeide ik tot hpm. „Maar ik zal niet veel tijd! hebben om u te hel pen er naar te zoeken, omdat gij mij over vijf dagen bij moeder zult achter laten en uw weg alleen voortzetten Gij moet zoeken naar den sleutel van dien regenboog. waar gij ook gnat; omdat die overal kan ziju, en het licht der maan op de beide kon u hem doen vinden in het gras, of ondier eene bloem, of zelfs midden op den weg voor uwe oogen." Hij zag mij op een vreemde, peinzende wijze aan, cn ik kon mijne oogen niet van hem afwenden, ofschoon ik dat wmschte, want bet was, alsof hij in het mijne Ie, waar- neerlaten n vinden, hebt ge il ik kan knden Maar den' zou ik doen, nu ik keer heb.” i t ik onder niet anders zonder illu- rldders, wól- verloesen, zijn altijd' jong en ah de deur tot romantiek; en dat is ook zoo, omdat het die deur naar Schotland iB. Ik ben bang, dat het een droom is, dat ik ze eindelijk zal overgaan., ouil de wonderen aan de andere zijde te zien en en de beminnelijke dame té ontmoeten, dio voor mij dB Koningin der Romantiek ia, mijne moeder. Ik heb mijzelf her- ha&ldelijk geknepen, en inplant» van wak ker te worden in mijne oudé kamer te Hillard House, vond ik mij telkens met wijd geopende oogen in die kamer van den predikant, met vete boeken en een tabaks lucht, en op den schoorsteenmantel me- Uit de handelsstatistiek over het eorste halfjaar 1917 blijkt hoezeer onze buiten- landsche handel tot geringe afmetingen is teruggebracht. Voor verscheiden artikelen is verbod van uitvoer uitgevaardigd, zoodat b.v. van de 185 artikelen, waarvan gegevens voor den uitvoer worden verstrekt, slechts den. Andere artïl<ele^~woSST m "ateerïs mindere hoeveelheid ingevoerd, zelfs onze eerste levensbehoeften komen niet voldoen de binnen en te verwonderen is dan ook niet, dat de Nederlandsche handel in de eerste helft van dit jaar geen voolyk beeld vertoont Van verschillende zijden is er op gewezen, dat de uitvoer van levensmiddelen uit Ne derland naar Duitschland veel aanzienlyker was dan die naar Engeland; het blijkt dat dit alleen in het eerste halfjaar van 1917 niet het geval is geweest De invoer uit Engeland bedroeg in het eerste kwartaal 1917 een waarde van ƒ86.884.348 en in het 2e kwartaal van 27.969.357, zoo dat Engeland in het eerste halfjaar van 1917 naar ons land uitvoerde voor een waarde van ƒ64.853.705. De invoer in het 2e kwartaal was dus slechts van dien in het eerste kwartaal; de oorzaak daarvan ligt deels aan de duikbootoorlog en deels aan het feit, dat by’na de geheele industrie oorlogsindustie is geworden. Uit de statistiek blykt dat Neder land meer aan Engeland lever- d e dan het vandaar ontving; in het eersto kwartaal 1917 voor 52.459.106 en in het 2e kwartaal voor ƒ45.593.016, in beide ABONNEMENTSPRIJS i per kwartaal f 1.25, par week 10 cent, met Zondagsblad per kwartaal f 1.75, per week 14 cent, overal waar de benorging per looper geachipdt. Franco per port per kwartaal 1 1.50, met Zondagablad I 2.—. Abonnementen worden degelijk* aaagenomea an ease agenten, den boekhandel en de poetkantoren. ADVERTENTIEPRIJS i Uit Gooda en oaaatreken (beboerende tot den bexorgkring) 1 -r5 regels f 0.55, elke regel meer f 0.10. Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden dne tegen twen berekend. Van bnitn Gnda ca dn.bnorgkriag1-3 regels f OJQ. elke van aangifte te doen, profiteeren daarvan. De in beslagname van allerlei voedings middelen, ook van graan, stuit telkens op werkdadige of lijdelijke tegenwerking. Hét zijn waarlijk niet bepaalde groepen, die hierin misdoen, maar alle klassen der bevolking toonen, de goede niet'te na ge sproken, dit gebrek. En dat is niet den weg om er te komen, nu land en volk in nood geraken. Opoffering ten bate van het alge meen, onthouding, samenwerking is thans ons aller plicht. Alleen bij volbrenging van dien plicht kunnen we ons in dezen tyd handhaven. Doen we dat, dan zal nog uit het kwade wat goeds kunnen voortkomen en ons volkskarakter en onze volkskracht zullen er hun winst mee doen. Ik weet nfet, hoe Ik bet durtóe tegen zulk een manr gen niet meneer der, over LvC>. bruidbkrana onder glazen stolp Meneer Soïnerled) was naar een hotel gegaan, maar hij bleef bij ons soupee- ren, en mevrouw JamicB haalde haar mooiste ffoedl voor den dag. Het was heel wat prettiger dan bet souper gis teravond be Moorhill Farm, ofschoon me vrouw Weet ook lekkere dingen Ik ben blij, dat ik Moore nooit w« zien! Maar ik zou meneer Norman no weer ontmoeten Ik zou hem „Ij kwcliouwen als mijn, broeder. Ma» weet niet, wat ik omtrent mijn gevoel voor meneer Somerled zal zeggen, ik denk aan hem als aan een ridder, die bet hulpeloozc meisje uit een betooverd! woud verlost Nadat -hij haar van dien eenBn draak Grootma heeft bevrijd voert hij haar weg met een geheel an der soort dfroak; een goedgedre«*'erden, gevleugelden draak, welke dloor menschen op ingegaan- Ik zou dienst bewijzen, zeide hij, zno ik hem terug kon leiden naar' het tooverland, omdat hij den weg daar- lieen placht te kennen', maar hem reeds lang was vergeten. Hij had alle hoop opgegeven Iwn weer te vinden en l»ad tot nu toe gevreesd, dat alle feeën dood ben, hij kocht mij dus een rnooien om bij het roomkleurige laken te dragen. Hij stekte mij voor ze onderweg to bewaren in dio „doos voor wlelhanden” een groot, bruin ding boven op de auto. „Is het niet juist, alsof g» eenvrien- delijken oom hebt, lieve?” vroeg mevrouw Jaime©. Maar ik had niet het gevoel, dat ik iemand ate meneer Somerled o o i t als een vriendletijken oouï kon beschouwen, en dat zeide ik, voordat ik er aan dacht, of dat ook lomp sou kunnen klinken Gelukkig sclieen hij niet beleedigd te zijn. Ik schrijf dfit boven in de zitkamer van dien predikant, in mevrouw James’ huls. Het is aivondl, en wij zullen morgenoch tend zeer vroeg) vertrekken, omdat ik toe vallig zeódö dót ik nooit in Carlisle Cast te of in de Kathedraal was geweest. Grootma houdt niet van kathedralen, of zij historisch zijn of niet. Meneer Somer- led1 zeddle, dat we beiden konden bezoe ken, en dón „do grens oversteken.” 0, die grens! Hoe heb ik ze altijd beschouwd uhi vtuu ivMiuwu eRM-get na1 mijne vree slijke ervaring had; ik niet gedacht dat blauwe serge zoo mooi kon zijn en een mantel en een rok van roomkleurig laken; en eene avondjapon van wit chif fon, zoo oemde die juffrouw het, naar ik meen'. Werkelijk met korte mouwen bo ven do ellebogen en een lagen hal©, waar uit mijne sleutelbeenderen zouden zijn te voorschijn gekomen, als ik nog zoo ma ger was geweest als vroeger. Een nieuw tijdperk scheen voor mij aan te breken met zulk eene japon. Het was1 meneer Somerled die ze uitaocht en er op aan drong, dat ik ze moest nemen, ofschoon zo, zoo eenvoudtig ze er uitzag, vreese- lijk duur was. Mevrouw JamesMaiacht, dat ze te duur voor mij zou zijn, daar ik nog zoo veel dingen moest koopen voor mijne vijftig pond', inaar meneer Somer- led maakte een eindé' aan hare tegenwer pingen op die besliste manier, die hij zelfs in kleinigheden heeft. Hij zeide, dat het voor hem als schilder voordéelig zou zijn mij in die japon te schilderen, en dat ik voor hem, moest poseeren. Hij zou dat portret noemen: „Het Melejq. in de Witte Japon”, eh daar hij het te Lon den en New York zou tentoonstellen en er veel geld voor zou krijgen, moest ik hem natuurlijk toestaan dé japon te be talen. Mevrouw Jameö Scheen in het on zekere omtrent de betamelijkheid! hiervan, maar hij fronste zijne zwarte wenkbrou- wen en dat deed haar dadelijk lieslissen, dat hij gelijk had. Toen zij eenmaal toe- gestemd liadl, dat ik de japon op die voorwaarden zou krijgen, kon zij niet aoo&l I hij zeide tegen een hoed heb- innnenste van mijne ziel JaS, oogen als vensters gebruikt voor ik da gordijnen niet ko „Gij zoudt den SteuM kuJ indten gij dit niet reeds daan,” zeide hij. „In elk g< hem zonder uwe hulp niet y dat doet er niet toe. Miasciit niet weten, wat er mee te oud ben en gBene illusies m Toen antwoordde ik, omde, de betoovwing zi>ier oogen Won: „Gij ®ljt niet oud en sies. Gij zijl een Rtódter en ke mei jeö dapper.” salaris behouden. Nadat deze heuglijke gebeurtenis had plaats gehad, bied de jeugdige mama rustig thuis, eenige maan den lang. Eindelijk, begon het de directie toch te verdrieten. Zij informeerde eene of het Hare Majesteit de gehuwde amb tenares ook neg behagen kon in den dienst terug te komen Hare Majesteit antwoordde op deze smeekbede niet de nwxtedteeling dat... zij iuaar ontslag uit dien dienst nam. Precies negen maanden lang had zij het salaris nog in de wacht ge sleept m nu werd vadertje Staat vrién delijk bedankt en kou hij opboepelen. Het derde geval is van recente® datum Men kent het instituut van dB uitgestel- de tetegramnuen. Wie naar Indiö wil sei nen, kan tegen verminderd tarief teie- gramnien verzenden die pas dan verzon den worden als dB groote stroom van leLegrammien voorbij is Aangewen het oversednen toch langzaam gaat, makende paar uur wachten niet veel uit. De cen suur in het buitenland houdt de tele grammen vaak op en is soms zoo vrien delijk, ze heedemaal niet door te zenden. Seinen naar Indiö is dus zeer onzeker. Van deze onzekerheid! beeft een amb tenaar gebruik gemaakt om zich te ver rijken. Hij hield het ontvangen geld ach ter en verdioaikortnitiaaide die telegram men. Werd er eens geïnformeerd naar de mogelijkheid of ze hun bestemming wel hadden bereikt! och dan geloofden demen- sclien graag het naargeestige verbaal om trent die booze oeueuur. Natuurlijk moest dto falsaris tegen de lomp twpfeti. rn xuwtis toen iemand na eenige degen een afsdirift kwam vragen van het door hem aan geboden telegram. Het telegram was zoek, het bleek niet op de toestellen te zijn aangekomen en niet te zijn ingeschreven Toevallig vied te bewijzen wie het had aangenomen. Het was een jongmeesch, dat al een zonderlingen levensloop heeft gehad. De justitie heeft zich met het ge val bemoeid: liet jonge menech werd in hechtenis gienomen maar weer even gauw losgelaten omdat... er in die gevangenis geen pdaate meer was. Natuurlijk gaat dte Staat voort het sa laris rustig en onverkort uit te betalen tot tijd en wijle de justitie eens uitspraak lieeft gedaan En dat is natuurlijk in die eerste maanden niet het geval. Inmiddels leeft het verdachte jonge mensèh alsvroo- lijke Fraud, dank zij de overgroote wel willendheid van zijn patroon, den altijd lankmoedlgen Staat. Deze drie gevallen illustreeren nu eenö heel duidelijk de positie van die ambtena ren en de verkeerde toestanden, die er in den atantsdienet bestaan. Nu hebben wij tegen de lankmoedigheid) niet zooveel' bezwaar, indien zij niet gesolüedde ten BRIEVEN UIT DE HOFffTAD. CCOXCI, Al eenS vaker heb ik iu mijn brieven gevallen besproken uit dc handelwijze van den Staat tegenover zijn ambtenaren e-n omgekeerd van de ambtenaren in hun dienst bij den Staat. Vooral bij de poste rijen en telegrafie bestaan de meest zon derlinge toestanden, die wei nimmer zul len verbeteren zoolang dB leiding van de zen enorme® tak van dienst blijft berus ten bij beunhazen, die vennufd in militairen dienst hier een onderkomen 1 vinden. 'Geregeld komen ons gévallen ter oore, 1 vandaag te traoteeren. Het eerste betreft het geval van een van hen, dio in het begin van dit jaar betrokken waren bij de verduistering van telegrammen. Men zal zich dit opzienka- rende geval wel herinneren. Een van deze, een jonge man, is voorwaardielijk veroor deeld tot een jaar hechtenis. De zaak gaat nog in hooger beroep, maar bet jonge i menech loopt ai dien tijd rond te wande len, genietend van bet volde salaris* dat de Staat wel zoo! vriendelijk is hem ge regeld uit te betalen. Dezer dagen is hij nu in militairen dienst gegaan. Het is niet ónmogelijk, dat er twee dingen zul len gebeuren: ten eerste, dat hij defini tief slechts voorwaaidtetijk wordt veroor- 1 deeld en tan tweede dat hij na afloop van zijn militairen diensttijd weer kalmp jes bij die telegraaf terug komt. Het tweede geval werpt een eigenaar dig licht op dé verhouding van de ge huwde ambtenares en liaar dienstopvat- ting. In het begin van dit jaar kreeg ■een zoodanige lijnitrekster verlof omdat jaij in blijde verwachting verkeerde. Op staatskosten vensdieen de jeugdl-aanbtanaar ter wereldimmérs zijn mama bleef haar 32 Het iri vele jaren geleden, dat zij te Londen W geweest. Ik denk, dat zij er niet op liaar huwelijksreisje was geweest en later niet weer: en behalve dat uit stapje zijn Exeter en Carlisle hare groot ste sterirn geweest, maar tegenover den beroemden schilder prees zij Carlisle zeer en zeddta, dat wij natuurlijk geené Lon- drnscho winkels konden verwachten. Ik traditie zijn blik <p te vangen, omdlat ik zeker ben, dót hij alle grappige din gen opmerkt; doch het zou vreeselijk zij» het lieve mensdi uit te lachen in hare pogingen om een vrouw van do wereld te zijn. Per «dot van rekening kozen meneer Somerled en ik alles, zelfs de automan- tel eu. hoed van mevrouw James, want zij was te verlegen om te beslisden zou maar verkeerde dingen hebben nomen. 'Mijne japonnen werden, klaar kocht, omdlat wij den volgenden morgén naar Schotland zoudtan vertrekken, en het was grappig om te zien, hoe moeilijk het was om meneer Somerled te bevredigen. Men zou hebben gedacht, dat hij werke lijk belang steldé in mijne kleeren; maar dat was natuurlijk alleen maar zijne kun- etonaarenatuur. Wij zochten eew japon

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1917 | | pagina 1