JNIS
11 tot
au
l,
r,
56e Jaargang.
No. 13537.
Zaterdag 3 November 1617.
Telefoon Interc. 82.
Uitgevers A. BRINKMAN ZOON.
Telefoon Interc. 82.
Eerste Blad.
ïn,
n.
F
Feuilleton.
schappen
Miss Barrie’s Huwelijk
door
e plaatsen
Iravenhage.
Uievt-ws. en -A.d.’v-ertezxtie'blsi.ci voor Q-o-o-d-a. ezx Ozncxstxelcexx.
Ons geschil met Engeland.
I
j
BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
VERSCHIJNT DAGELIJKS
regeb LOS. «JU nt>l mwr f <U5L
ÊN
che
;en,
ii-
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
skt.
ENDOORN.
BINNENLAND.
291 94
CHT
"en.
XVI
Het
mwburg.
ook
(Wordt vorvol^d.)
AN
ukeng'erei
erdeelen.
vervelend en
dreigde ik,
lenen
Heide
gië
naar
het merkwaard^
do aiinibtenaren t
Dat hield
totdat ik
En riji
oo« bureau: Markt 31. Gouda, bij
iu<*r
dat h
laatste
C. N. en A. M. WILLIAMSON.
(Nadruk verboden.
De
beter
zoo kra]
Dei»
ineento-
i een
alle
eregeld tijdig
ngen van ver-
makelijkheden,
genda te ver-
5). -
.eerares.
io iVOIDCURSOS.
nieuwe leerlingen
liHIMIIl COURANT
Gotuto.
do*
be-
stellig niet
dien het
rantsoen
«de kwaïn. Men
wijzen
:ijn en
Door
:erkend
en en
irorden.
gij be-
w- en Woning-
unasrfe Armen-
gesteld wer-
dat bij
irgeri), le-
INGKZONDRN MEDEDEKUNGKN i
Op de voorpagina dubbel tarief.
Gewon* adverteottéa ea ingeaoadoM mededeeliege» M| c*MMr*ti Mi «eer gereducecrdeai
pri|» Groot* letter» en randen naar piaataruitnle.
KLEINS ADVERTRNTïftN aanvrage» ea neabuMagea. betradepda
koop ea verkoop, huur ea rekwr, 1—5 regeia f 0.25 elke regel aaeer 8 re* bij vaarata-
betaling. Maximum grootte 10 regale. Bewijeaummen 5 coat.
neentebegroo-
in beslag ge-
de belastii
zou
zijn
zijn
alide'
„Zult gi
dan op,
verdient.'
zich te
waarvan
de
wax
de
15%
>|M>loO8
rater t«
nog
hield hij een ebbenhouten, met zilver
ingelegd doosje, dat hij mij toereikte.
Maar toen ik het aannam, was het
kistje gesloten, en hij had geen sleu
tel. „Alleen de sleutel van den regen
boog kan dit kistje openen,” zeide
hij. En toen ontwaakte ik met een
gevoel alsof de droom belangrijk was
en ik moest uitvinden waarom.
het hoofd van dit blaadje
verstand had' van
en omgekeerd vanuit België metalen
Duitschland. In verband met den oor
logstoestand heeft onze regeering zich door
middel van een onderzoek ter plaatse ervan
vergewist, dat dit doorgevoerde materiaal
niet voor militaire werken werd gebruikt
Niettemin eischt Engeland, dat wij dien
doorvoer zullen verbieden, op zyn enkele
bewering, dat het doorgevoerde materiaal
voor militaire doeleinden bestemd is. Op het
verzoek onzer regeering, de gegrondheid
dier bewering te bewijzen of althans floor
de overlegging van bewijsmateriaal aanne
melijk te maken, antwoordt het feiteljjk al
leen, dat die bewijzen niet te leveren zyn,
maar dat de hoeveelheid van het doorge
voerde het waarschijnlijk maakt. En nu wy
ons daar niet bij neerleggen, straft het ons,
naar de uitdrukking van den Engelschen ge
zant in Den Haag, voor onze zonde der on
gehoorzaamheid met het niet meer doorla
ten van onze handels- en financieele tele
grammen, hoewel het daartoe krachtens de
Internationale Telegraafconventie verplicht
is, een verplichting, dien hy den 3den Aug.
1914 weliswaar geschorst heeft, maar als
gunst heeft laten voortbestaan.
Engeland wil dus, dat wjj, ondank® de
resultaten van ons eigen onderzoek, ons bij
zyn beweren zullen neerleggen en ons on-
voorwaardelyk aan zyn gebod zullen onder
werpen. Arbitrage over de vraag, of onze
verdragen ons tot het doorlaten van de
doorgevoerde materialen verplichten, acht
het onnoodig.
Tegen dezen eisch moeten wij ons, dat is
duidelijk, beslist blijven verzetten. Onder
werping zou niet alleen een schending van
onze verdragsplichten bsteekenen en ons
met een ernstig conflict met Duitschland
bedreigen, het zou ons ook onvermijdelijk
den weg opdringen, die Griekenland ge
dwongen is geweest te gaan en die het tot
een gehoorzame vasal der Entente gemaakt
heeft. Koevele onzer rechten wij ook heb
ben moeten prijsgeven tot opzettelijke on
vriendschappelijke daden, tegenover een der
oorlogvoerenden, in strijd nog wel met vast
gestelde verplichtingen, kunnen we ons niet
laten dwingen. Dat heeft onze regeering
juist begrepen. En het heeft daarbij onge
twijfeld den steun van het geheele Neder-
landsche volk. K.
impel
(edlchl over de
-.den, do koffie
en het runt»
door den rntfur konden zien mis
schien wel tot „Maxwelton Braes”
misschien nog verder, zoekende naar
mevrouw West, waar ze ook mocht
zijn.
Ik weet niet, hoe men zich zou ge
voelen, als zulk een man met zulk
eene stem iemand in de oogen zag
en een minnelied zong. Ik ben bang,
dat het een zonderling gevoel zou
zijn. Maar Sir S. staarde slechts naar
den muur, tot hij een geheel ander
lied begon de klacht van een Hoog
lander, die nooit weer zijn eiland,
noch de beminde zijner jeugd zal
terugzien. Het was een hartverscheu
rend lied en ofschoon zijne stem zoo
zacht was, dat hij het haast leek te
fluisteren, was er eene vreemde, trillen
de kracht in, zooals in de maar even
met den strijkstok aangeraakte snaren
eener viool. Sir S. bracht zijne aan
dacht van den muur op mjj over,
toen hij deze droevige, oude ballade
zong, en ik moest hem wel blijven
aanzien, omdat zijne oogen, zoowel
als zijne stem het bevalen. Zeker
dacht hij alleen aan het lied, en in ’k
geheel niet aan mijtoch bleef die
blik mij vervolgen en deed mij den
geheelen nacht van hem droomen. Ik
zag hem naast mij staan in het vreem
de, bleeke schemerlicht van de Abdij
van het Zoete Hart. En in zyne hand
vertrek te houden. Vele mannen, die
zoo fortuinlgk en gevleid en rijk
waren als hij, zeide zij, zouden weel
derig in hun smaak zijn geworden,
en lui. Zij zouden een hekel hebben
aan om zes uur ópstaan en in kleine
hotels vertoeven en hunne chauffeurs
helpen, als iets niet in orde was met
de machine. Zij zouden zulk een af
keer hebben van koffers pakken en
overal zelf voor zorgen, dat zij on
mogelijk van reizen zouden kunnen
genieten zonder een knechtmaar
hier was deze man, gewoon aan elke
weelde, en in staat ze te verkrijgen,
die zich allerlei moeite op den hals
haalde en even opgewekt ongemakken
verdroeg als een „kantoorklerkje, dat
met zijne zuster en tante een dag
vacantie viert."
Ik was het met haar eens, en ik
denk wel, dat kantoorklerken een in
teressant menschensoort zijnmaar ik
ben blij, dat Sir S. er geen is. En het
is veel aardiger zijne prinses te zijn
dan zijne zuster. Mevrouw James mag
zijne tante zijn, als zij dat wil. Ik zou
het niet willen zyn voor al zyne
millioenen.
Hij vroeg haar weer, of zij nu
voorin wilde zitten, maar zij -bedankte
beleefd en toen, met zijne r^ige jas
en opgeslagen kraag, noodicf-*
mij uit die plaats in te nemeL
56
„De prinses beveeltzeide ik, niet
denkende, dat hij op mijne onbe
schaamdheid zou ingaan, maar dat
deed hij wel, hij ging terstond naar
de piano. Voor mevrouw James had
ze akelig gelisceld en gestameld, maar
hem gehoorzaamde ze, alsof de toetsen
betooverd waren. Hij speelde een
voorspel, en zong toen Annie Laurie”
met eene zachte, liefelijke stem, zoo
zacht, dat men het buiten de kamer
i nauwelijks had kunnen hooren. Het
scheen alsof er werkelyk eene Annie
Laurie” in zyn leven moest zijn ge
weest. Zeker kon een man niet zoo
zingen en zoo kijken onder het zing
en, tenzij hij het gelaat opriep van
de een of andere vrouw, die hij be
minde. Ik was benieuwd, of hij aan
mevrouw acht, die zoo mooi
is en waarop de beschryving van
.Annie Laurie” wel een beetje past.
Zijne oogen staarden onder het zingen
ver weg, door den muur o ja, ik
geloof zeker, dat zij op dat oogenblik
unie” Muziek-
Gouda.
gauw
spoedig op den
krabben, i
nog niet
wel streel
Den volgenden morgen, toen ik Sir
8. zag, voelde ik mij verlegen en
ietwat beschaamd, alsof er iets was
gebeurd. Maar natuurlijk was er niets
gebeurd, in ’t geheel niets,
ik mijzelf zoplang voor,
weer op mijn gemak was. En zijne
wijze van doen deed mij begrijpen,
hoe dwaas ik was, want hij scheen
zich er op toe te leggen het stijve
gezicht te zetten, waarvan ik niet
hield. Het was, alsof hij zich hulde
- Qaar
was,
van de middelen, door de andere partij ge
bezigd, de neutralen en hun rechten zyn van
beide partyen de dupe geworden.
De intrede van Amerika in den oorlog
heeft dezen toestand aanmerkelijk verer
gerd. President Wilson, die zich de bescher
mer en verdediger van het recht der kleine
naties noemt, schijnt van meening, dat deze
rol, die hij zich zelf toebedeelt, hem tevens
de voogdy over die naties opdraagt. In
deze kwaliteit van voogd heeft hij beslist,
dat eigenlijk iedere nog neutrale staat, zoo
hy al niet de wapenen tegen de centralen
opneemt, toch verplicht is mede te werken
tot de overwinning der Entente. En daar
van uitgaande, neemt hij beslissingen, dien
elk recht van een souvereinen staat in het
aangezicht slaan. Dat hij, ten einde te voor
komen, dat iets naar Duitschland en zyn
bondgenooten doorsypelt, ons eiken toevoer
van levensmiddelen en grondstoffen wei.
gert, is ten minste nog zyn formeel recht,
hoe onvriendschappelijk een dergelijke daad
ook is. Evenzoo staat het met zyn weige
ring van bunkerkolen, waardoor onze sche
pen Amerika niet verlaten kunnen. Maar
erger wordt het wanneer hij, als zyn plan
heet, onze schepen en de daarin geborgen
voorraden in beslag gaat nemen, om in het
gebrek der Entente te voorzien. Dat is een
meedoogenlooze aanranding van ons recht,
waarvan alleen onze onmacht hem de straf
feloosheid waarborgt.
De andere Entente-Staten schijnen echter
zyn voorbeeld zoo navoligenswaardig te vin
den, dat van hun kant eenzelfde behande
ling ons bedreigt en dat ook zij zich gereed
houden ons omtrent wat we doen en niet
doen mogen eenvoudig de wet te gaan voor
schrijven. Wy gelooven gaarne, dat het
noch Amerika noch Engeland noch een der
anderen erom te doen is ons in den stryd
te betrekken. Eveneens nemen we aan, dat
hun daden niet uit onvriendschappelijke ge
voelens tegenover ons voortspruiten en al
leen ten doel hebben de centrale rijken te
beter te treffen. Maar het feit is toch, dat
zy niet alleen ons doen en laten controlee-
ren en ons onze vrijheid van beweging ont
nemen, zooals Duitschland dat evenzeer
doet, maar dat zij ons ook uit onze neutra-
len-positie willen wegdringen en ons pres
sen tot daden, die onvriendschappelijk en
onwelwillend, ja min óf meer vijandig te
genover de centralen zyn. En tegen een
dergelijke pressie moeten we ons om der
wille van onze eigene veiligheid, maar ook
om der wille van onze onafhankelijkheid be
slist verzetten.
Ons oogenblikkelyk geschil met Engeland
is van dit hun pogen het duidelijkst bewy’s.
De Rynvaartakte van 1868 en het Ver
drag van 1839, beide steunende op de Wee
ner Slotakte van 1815, verplichten ons de
doorvoer door ons land vanuit Duitschland
door te laten van al die materialen, die niet
voor militaire doeleinden bestemd zyn. Op
die verdragen steunende, voert Duitech-
land zand en grint door ons land naar Bel.
heel diep in mijn binnen»te, een
klein oproerig duiveltje, fluisterde mij
toe dat ik moest beproeven hem dien
kraag te doen neerslaan en de ruige
jas uittrekken. Het was zoo jammer,
dat hij nu zulk een styf gezicht zette,
terwy‘1 wy door het hoerlykste land
gingen, dat wy ooit hadden gezien.
Ik wilde, dat hij en ik en het land-
sohap, dat alles romantisch was, en
dat zeide ik hem eindelijk ook. „Maar
als ik nu besloten ben mij niet meer
aan romantiek te wagen vroeg hij.
„Als gij besloten zijt, vervelend en
onaangenaam te zyn,u dreigde ik,
„zal ik u den sleutel van den regen
boog* niet geven, wanneer ik dien
vind. Ik zal hem aan iemand anders
overhandigen.**
*7"u gn dat doen zeide hij. „Pas
dat die iemand anders het
Dat verveelde mij. Omdat ik uitzie
naar den sleutel van den regenboog
voor bem, en niet voor iemand an-
„Nu ken ik nog niemand anders,
ik hem zou willen geven,
genoodzaakt zijn zich te bemoeien mei
aangelegenheden^ waarvan zij minimaal
vermand hebben. Allerlei kromme
gen maken zij den en
waarmede zij alle op-
afwijzen, ia even groot
Typisch is htl wat
Haag uithaalt.
ABONNEMENTSPRIJS i per kwartaal f 1.2S, per weck 10 cent, met Zondagsblad per
kwartaal f 1.75, per weck 14 cent, overal waar de bexoeging per looper geschiedt. Franco
per post per kwartaal f 160. mei Zondagsblad 12.—.
Abonnementen worden da golijk» aangenomen aan
mm agenten, den boekhandel en de postkantoren.
ADVERTENTIEPRIJS! Uk Gouda en omar re ken (behoorendc tol den bexorgkring)
1—5 regels f 065, elke regel meer f 0.10. Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden
deM tegen twee berekend- Vee buiten Gouda en den besorgkring: 1—5 regels f 0.80, elke
regel meer f 0.15.
in eene dikke, ruige jas, die
tabak rook en oud en versleten
en den kraag had opgezet.
Wij vertrokken vroeg, lang voor
acht uur, en mevrouw James merkte,
onder het kleeden op de deur
tusschen onze kamers stond open
dat het prijzenswaardiger was van Sir
S. dan van ons, van zulk een vroeg
ten
pereverslagm. In de vele
de raadsvergaderingen hob-
zagen wij het peil voort-
-"0 gemeenten kt dat
in dit opzicht gaat
heusch niet achteraan
gemeenten een» uit het
voel pralerij, de zoifover-
w aan wisheid van die
politici I
ders.
wien ik hem
merkte ik op.
„Ja,** zeide hy, „daar zit hem de
knoop. Gy kent zoo weinigen. Maar
het zal anders zyn, als er een dozijn
rt^ige jas ridders naar de gunat der prinses
ligde hij I dingen.*1
meh» Jets I
«en
A'dam bijeet
slagen in i>»
gen er
dragen,
hoofd U
der
wordt.
Men wae het er algemeen over eens,
dat hut niet-weten, het niet-begrijpen van
het waarom voor tal van maatregelen aan
oen berustend aanvaardt® van wat nood
zakelijk geacht wordt door de autoriteiten
in den weg staat.
De bedoeling der vrouwen was, dat er
in dezen tijd, nu mondjesmaat het wacht
woord is voor héél de burgerschap, meer
dan ooit streng dient te worden gewaakt
voor verkwisting van welken aard ook
en dnt het in het leger nog heel wat zui
niger zou kunnen toegaan dan thans het
geval Is, indien de meer huishoudelijke
aangelegenheden van keuken en linnenkast
Under contrAlo van vrouwen
dv® De vergaderden meenden,
een rantóoeneerlng, waarbij bui„
ger en viool dezelfde reoirten kunnen doen
gelden, de militairen er stellig niet op
achteruit zouden gaan, indien het voor
dim soldaat uitgetrokken rantsoen hèm
d«n ook Inderdaad ten goo'
was van meening, dat èn burgers én mi-
itairen gebaat zouden zijn, indien een
vrouwen-oomilé. lieHohikkonde over offi
cieel*» gegevens van wat er in het land
aanwezig en to wachten is, de macht
kreeg met raad on dntui bijstand to ver-
leencn in d» zoo wijd vertakte distribu-
tie-aangelegenheden.
Daar er met «rooien spoed gewerkt
sp ron
de hoogharllghtdd
en aanmerkingen
als hun onkundd.
men nu in
1 >aar heeft het gen
bestuur het in het hoofd gehaald om
oi'Uu-courant uit to geven, waarin i
mediHk'elingen worden geplaatst, die i
band houden niet de distributie. Twee nun»
uiers zijn reeAt verschenen en de lectuur
is inderdaad ïwt interessant. In den be
kenden bureaucratische^ kreupeWtijl wor
den allerlei veriiaaltjes gedicht over
kaar. oi. en de schemerlicht
en de thee, do broodkaarten
vlecöch.
W are aan
iemand geplaatst, die
bet ndigeeren van een courant, dan ware
er iets goeds van te mnkon geweest. Maar
nu is er een juffrouwtje ven de schrijf
machine mee belast, die toevallig in de
gang liep toen de wethouder zijn besluit
genomen had om journalist te worden.
Het krantje wordt eon» per week in alle
brievenbussen gestopt voor zoovor z<‘ dan
niet ergens anders teroaht komen.
gemeeuto had haar arme penningen
kunnen gebruiken, vooral nu zij er
krap begint voor te ziUon.
Of dm laaitstv nu wel het
ten de geleerden dat zijn
Vrouwelijke medewerking verlangd.
Op initiatief van do Vrije Vrouwen
Vereenigdng kwamen Dinsdag 80 October
tal van vrouwen, ook uit andere plaat-
van ons land, in American Hotel te
een, om met Hkaar te beraad-
hoever de vrouwen uit alle krin-
het hare toe zouden kunnen bij-
de komende moeilijke tijden liet
te bieden op een wijze, dat de taak
overheid niet noodvloos bemoeilijkt
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
OCGXf'V.
Wie nog de illusie mocht hebben, dat
<*’n wereld geregeerd' door ambtenaren oen
ideaal-iiNiatsehappij zou kunneil zijn, zal
(och door de buitengewone tijduometandig-
heden, waarin wij thans leven, wel ont
nuchterd zijn of althans zint getemperd
in zijn verwachtingen- Dit eone toch is
wol gebleken, dat een regeling, die maar
oenigerniate aan de wensolien van allen
voldoet, niet te maken is, zelf» niet voor
het eenvoudigste ontwerp. I n daarbij is
'ig, dat de eigenwijsheid van
toeneemt naarmate zij meer
Jaarlijks schijnen de raftdHleden hut noo-
dig te achten om allo klachten die hen in
den loop van het jaar hebben bereikt op
een hoop te vegen en als oen «ouvenir
aan het dagelijksch bestuur aan te biedien.
1 ige..aardig is daarbij, dat de belangrijke
punten altijd worden overgeolagen. hen
der vroede vaderen heeft onlangs rijn neus
voorbij gepraat en o. a. de pers bêschul-
ddgd, dat zij meer oaiulacht schenkt aan
de personen van de raadnieden dan aan
de belangen die behartigd worden. Alsof
de personen zich niet veei meer op dxTi
voorgrond stellen dan de zaken, waarom
hel gaat. 'Me» vergeet, dat het de raads
leden zelf zijn, die het slechte voorbeeld
hebben gegeven.
Zoo als do raadsleden zijn, zijn
slotte ook do
jaren, dat wij
ben bijgewoond,
durend dalen. In alle
nu het geval. Maar i
Den Haag 1
Wie helpt alle
moeras van de i
schatting en de w
kleine tweede-handspolitici I
HAOENAAR.
Al langer dan drie jaar ervaren we, hoe
moeilyk onze neutrale positie is tusschen
de oorlogvoerende partijen in den grooten
wereldoorlog. En het is begrijpelijk, dat die
positie steeds moeilyker en gevaarlyker
wordt, naarmate de Btryd een hardnekkiger
en beslissender karakter aanneemt en de
beide partijen wederzijds geen middel meer
ongebruikt laten, dat in hun oog dienstig
kan zyn tot het knevelen en vernietigen van
den tegenstander. Daaraan danken we de
groote moeilijkheden in verband met onzle
levensmiddelenvoorziening en daaraan dan
ken we nu ook het jongste geschil met En
geland, dat ons economisch leven met
enorme schade bedreigt.
Het lijkt zoo eenvoudig. Van den aanvang
af hebben we beslist, dat we in het geschil
van den wereldoorlog geen partij namen,
dat dus onze verhouding tot de beide par
tijen dezelfde bleef als vóór den oorlog en
wy noch ter linker-, noch ter rechterzijde
van dezen weg der neutraliteit zouden af
wijken. En aan deze beslissing hebben we
ons de Engelsche minister Carson heeft
het onlangs nog getuigd angstvallig en
met de grootste nauwkeurigheid gehouden.
Noch de Entente-Staten, noch Duitschland
en zyn bondgenooten zjjn door ons op eeni-
gerlei wijze bevoordeeld. In den zin der
striktste rechtvaardigheid hebben we onze
verplichtingen tegenover de eene als tegen
over de andere partij nagekomen. En men
zou zoo zeggen, dat dit ons, kleine belem
meringen in onze bewegingsvrijheid die uit
den oorlogstoestand zelven 'voortspruiten
daargelaten, voor elk geschil, voor elke
moeilijkheid moest vrijwaren.
Maar dit zou alleen het geval geweest
zyn, wanneer van de zijde der oorlogvoe
renden, onze recliten, die de rechten van
alle neutralen zyn, even nauwgezet waren
ontzien als wy dat de hunne hebben ge
daan. Hieraan heeft echter gedurende dezen
oorlog zooveel ontbroken, dat we ons daar
over nauwelijks meer beklagen. De oorlog
voerenden hebben in dezen strijd eenvoudig
alles gedaan wat hun belang scheen, zonder
zich metterdaad iets om anderer rechten te
bekommeren. Met het enkel beroep op Éet
belang hunner oorlogvoering hebben ze
iedere daad, die de rechten der neutralen
schendt, meenen te kunnen rechtvaardigen.
En gedurende den loop van den oorlog zyn
ze op dien weg stefeds verder gegaan. De
onmacht om elkaar te verslaan heeft hen
steeds weer naar andere middelen doen
grypen, welke middelen veelal niet alleen
de rechten maar ook de levensbelangen der
neutralen gevoelig troffen. De wy’ze, waar
op de eene party dit deed moge verschillen
goval Is, wo-
in dit geval
de raadsleden niet precies. Fr zijn er
geweest die bij de behandeling der begroe
ting hebben betoogd dat Dun Haag dood
arm is, anderen waron wat meer opti
mistisch gestemd en meenden, dat het web
los zou loopen. Nu voor die laatste op-,
vatting gevoelen wij ook wel wat. Al die'
pisdmdstische bespiegelingen komen in derf
praktijk meestal niet uit. Natuurlijk, Den
Haag zit niet dik in zijn dutten en als
de oorlog niet gauw uit is, zal men ook,
hier spoedig op den bodem van die schat
kist krablx-n, maar voorshandte is dit
vaar nog niet groot. Opmerkelijk is
men wel streeft naar versterking van
Inkomsten, doch niet wil weten van I
perking van do uitgaven. Herhaaldlelijk
hebben wij vroeger aangegeven hoeajMnet
griiM'integeld is gesmeten. Had mvb dit
nagelaten, dan zouden de beJastingeu heel
wat lager zijn geweest en zou hw-lhans
veel gemakkelijker geweest zijn dezi^ietx
te verhoog en. Nu moot men zijn touvluehv
nemen tot do meest onsympathieke belas
ting u. 1. de verhooging vwi diu op
openbare vermakelijkheden. Vroeger
deze iMdostlng reeds een tiende van
bruto opbrengst, thans wordt ze op
gebracht. Terwijl juist de kunst hoj
werk heeft ouv het hoofd boven wn
houden, wordt ze door B. en W.
eens flink gedtukt.
I n dat in den Haag, de licht stad van
Nedsrland, het centrum van kunst en
kunst liefhebberij. Dal komt' er van als
m,,n terst dwaze fouten hoeft begaan bij
de belasting.
liet woardelooze, nuttelooze, zoutelooze,
he llooze geiboom over de gem
ling heeft weer veie dagen ii
nomen 't Mos niet maggen!