1 Gebruik Jaargang Zaterdag 9 Maart 1918. Mo. 13942. BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. Bureau: MARKT 31. GOUDA. Eerste Blad. Feuilleton. Dïï GÏÏLÏÏ AFGOD dit Blad. 7 St ELIER dn as A. ile plaatsen ■Qraveniiage. 45). -■ nSTisTX-^s-®3^^^d.vextezxtö^’bls^d."vRoor G-oaxcLsl ©zx Ozxxstxelcexx. VERSCHIJNT DAGELIJKS ansen, HTZAKEN. Ons ongsduld. en publiek, Termakeljjkhedwi 19 L Redactie i Telef. Interc. 545. Administratie i Telef. Interc. 82. Dit nummer bestaat uit twee bladen. LENDOORN. 35 en 70 et. I jest I jijpkatnrrhen, I inden hoest- ten van dagen 668 20 )A*siroop. 9 lacons f4.—. MHARDT. Zetet. iDrogteten. Jj uie awka vwr», „una huwelijk doen bekorten, >A. Had, (Wordl vervolgd.) Advertentie» kansen widen ingwondan door tuaechanlrenirt van «oliede Boekhan delaren, Advertentiebureau* en onze Agenten. INGEZONDEN MEDEDEELENDEN: 1—4 regels ft», elke regel méér /MA Op de voorpagina W honger. Gewone advertentiën en ingeconden mededeellngea by contract tot «eer reeedooeer- den-pr|js. Groote letters en renden worden gerekend naar plaatsruimte. e meubel en linoleum Is n het gebruik te asaodeercn nut Nap de la Mar. Men nwl zeerwel ardeUeke echtpaar al» de prestatie van dt® laatste kennen om te be- hoe die opschudding kan oul- ofddapat- 362 60 sn GOUDA, oruren 104 921 30 ®HT. abonnementen i aangenomen iKR, MTMST M iw« Schouwburg, ‘re te. de Réunte. Vw- AulunfMbool L«erar«s. - u mum. nieuwe leerlingen 12 50 N. (iOUDSCHE COURANT. jwe Schouwburg. ■stélliing Rottero nk) theoretisch toe- [dintessens van het lts h. boekhoud® TER BRUGGEN, 1016 11 BOUCHER, Den t, wacht niet i advies een I H. RIDER HAGGARD dear Mevr. Storm van Leeuwen—Klerk de Beua- (Nadruk verboden.) ir ge in moei- let ABOÏtNXKfflNTSFKUS: per kwutui IJO, per Week 11 cent, met Zoadanblad per kwartaal MS, par week IT «at, mta Waar de beaortln* per looper noduodt. Franco per post per kwiutMl 1.90, met Sonda»sblad 155. Abotmemeotea worden da<elüka aangekomen aan ou bureau: MARKT tl. GOUDA blf onso agenten, den boeUrandel en do po tkantoron. ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en o mtreken (baboortnid. tot denbeaorekrinaV 1—5 ngels fOM, elke regel meer ƒ0.15. Van buiten Gouda en den bewrrgkrin»- 1—5 regels ƒ0.96, elke ragel meer ƒ9.10. Adrcr astitn na --- - eent per regel. voorbereiding tot het werk nog te wijzigen en dat daaraan de oJWtrinljdeiyke misluk king te wjjten was. Mn, ook de uitvoe ring Zelve meet rasttg te* kruidig plaats hebben. Wij moeten altijd begrijpen, dat er nietA is dat wij «elf VolWnen in de hand hébben, maar dat er altijd Allerlei factoren moeten meewerken, waarover wij geen zeg gingschap hébben. De werking van die fac toren kunnen we niet forceeren. Het helpt niet, of we onzh appelen al in Juni willen plukken en ons door bemesting of wat dan oak inspannen dat te bereiken. Ze moeten den tijd hebben te rijpen en wanneer we in ons ongeduld ze plukken zoo dra het eerste blosje ze kleurt, komerr we met ons onrijpe fruit bedrogen uit. Die eiséh van te laten groeien geldt van alles; we kunnen het niet dwingen. En om dat ons ongeduld dat niet begrijpt, bederven we zooveel. Met onze b^geerige handen grijpen we ruw naar de teere bloesems en houden alleen de kleurige blaadje» in onze handen. En dan beklagen we ons over de teleurstellingen, die we aan ons zelven te wijten hebben. Maar het zijn niet alleen die teleurstellin gen, het is ook de onrustige gejaagdheid, de voortdurende jachtigheid die het leven van ons onrustigen bederft Niet alleen dat ons ongeduld ons vaak verhindert het ge- wenschte te bereiken of tot stand te bren gen, het beneemt ons ook de rust, die we noodig hebben om van de schoonheid en het geluk van ons leven te genieten. En het is dan ook zéker terecht, dat een onzer dich ters zegt: „O heil hun, die om winst noch roem hun leven Verhaasten; eenmaal komt het schooner uur. Te juister tijd zijn alle winden luw, Dan zal een aan hun leven schoonheid geven.” Dan moeten we ook leeren, leeren wat we kunnen, van hetgeen de dichter verder zegt: „Zij weten altijd goed en altijd waar Het oogenblik, als ’t komt, voor ’t vliedt, te grypen. Zij laten de appel rood en gouder rypen En houden dan de hand, die ze opvangt, klaar.” K. Jan Jko- van, dat er r bestond met de bui tenwereld in contact te komen. Hij deed o dwaa» ilaato te rei- i? Ongeveer het besef aam J eek ie u? «eggen wal voor middelen deze hem geven moest in dn ver- achilknde atadia van zijn «takte. Hij herinnerde rich later niet veel meer van dBzen elk®<Hg<® tijd. Hij had ioe- nen van J eek Ie en wn irouwi, die hij wist dat de Aidka zijn moM en die zich over rijn sponde bogen. Hij verbeeldde zich ook, dat hij none nwt Barbara "prak, hoewel hij zeil» toén voelde, hoe bêvptv telijk dot was, wamt hoe wee bet mogelijk te spreken roet ieaaand, die zich op een afstand van duizenden mijten bevond indelijk was bij pM^llntf weer bij kennis gtkonwn, hij ontwaakte a uit ren naehtmiTrle en beiucrlcic dat hij nog In (tezHfite kamer lag als vroeger. Hij voel de zich nu geheH zonder pijn en trtech, maar zóó zwak, dat b« heny werkelijk moeite kootte zijn hand op te hett-n Hij staarde om rich heen en was aeer ver- banfld Jeeki*?’» witte bol augeÜg been en w«er to «in roUen in de kusrona op Jut andere bed. ..JeoHe," Mi hU, ..ba» je ook rife, Jeukte?" Bij het hoon® van die «torn sprong de geroepene v ug uv.rtind „Wat majoor, rijt u «mtwaa/a? Dank *ij alle god-n de btanke en de swarto, ja en de go e ook. went ik daoht vaett dat u zoudt taervt® Neen, meen, majoor, ik beu niet ri k. ma ir de Aaika beweert van w I Zij zegt u te bed, ik ook in bed. U eet nW, 9 ook ntet eten, u scheen beter te worden, dan stopt zij raaj ook w «r vol to bijna mi. n dat is sDoi omdat u hebt, dat u en ik samen op eeu dag sterven nw ten." ila s bij rich t behulp v an rut verklaar- >M ‘nlrt wil- hem bleven Het is al «bh» lénte geweest dit jaar, heel vroeg al. Het was een paar dagen maar midden in den strengstenwintermaand, maar een zoele wind woei om ons hoofd en het leek of de aande na de dagen van bittere koude al te geuren begon en zijn eerste groene sprietjes wou uitloopen tot een len- telust voor onze oogen. Toen is het weer winter geworden, dat we rillend by de kachel schoven en rittend ’s avonds onder de dekens. Maar het is Weer lente geworden op enkele zachte dagen en weer winter ook, dat tie «looten èn plassen lagen toegevro ren en de schaatsen werden opgezocht en weer lente daarna. Maar het was nog te vroeg. En wilde Maartsche buien hebben in hun woesten vaart voor de zooveelste maal onae verwachtingen weggevaagd, terwijl ze een nieuwe winter van sneeuw en hagel om ons uitstalden. Dat is een ontmoedigend spel. Winter en lente. We hebben er geen houvast meer aan en wanneer we niet zeker wisten, dat de lente komen moest, zouden we er aan gaan wanhopen. Nu moeten we alleen ons onge- duld wat inbinden en in gelaten afwachting blijven uitaien, tot eindelijk op een dag de lente voor goed haar intrede doet en de aarde hot nieuwe feestkleed aantrekt, dat ze haar leder jftar opnieaw uit groen en bloétnen en zoele geuren samenweeft. Zulk afwachten ia geen gemakkelijk werk, dat ervaren we ieder jaar opnieuw. We begeeren zoo vurig naar de verlossing uit wintersche kou en somberheid, naar het nieuwe geluk van het lenteleven. En met iederen dag, die de lente op zidh wachten laat, rekken we ongeduldiger den hals. Blyft het zoelste weer wat erg lang uit, dan warden vre er zelfs humeurig onder en beginnen te schimpen op ons klimaat en op ons koude kikkerland. Met onze eigen han den zouden we de lente naar ons willen toe trekken. Töt we ten slotte bijna beginnen te wanhopen, of het voorjaar nog wel ooit komen zal en onze baloorigheid ons soms belet, de lente feestelijk in te halen, als ze •werkelijk den drempel overschrijdt, waar voor ze zoolang talmen bleef. Gaat het ons in het leven niet eigenlijk met alles zoo? We kunnen niet wachten. Wat we begeeren, willen we ook dadelijk in onze handen hebben. Als kinderen doen We, die de handen wild uitstrekken naar «rijpen ataan. Cor Buy» en Tilly Lus zijn eeu paar tooneelapeterH van <ku eersten rang. Zij hebben zich lu den Haag eeu uitstekende reputatie verworven en behoorden tot hen, diu allot® dtoor liUn «pel reed» een at tractief vorirtden voor letter tooneelatuk Nap de la Mar daarentegen hoeft een re putatie van te behoort® tot het ran der konuldtclingeu, die wel in staat zijn om je een uurtje aangenaam bezig te houden je te vermakt®, inear vaan wie niet ge zegd kan worden dat zij vertegtmwoordi gen» van de ,,kunét" zijn. Boveudiend be zit Na de la Mar de rigeneehap van mop pen te tappt®, die ve en niet behagen, om dat zij te sterk, gepeperd zijn. M<® be- lioeft slechte een avond in de zaal te ver toeven, waar hij optreedt, om te begrijpen waar zijn «ucoei gelegen i* De zolders kraken van dB pret, dte er op do tribunes genoten wordt Voor veie® leek de associatie vanRuyd met Nap de la Mar zoo ongeveer alsof Mengelberg zich ging aasodeereu met War nies, den bekenden exploitant van de draaiorgels. Men moest een oogenblik van den schrik bekomen toen het eerae be richt over het monsterverbond door* de pers ging. Kuys sprak het dadelijk tegen op een wijze, die dé beste bevestiging was Het wM zijn bedoeling zoogenaamd klein tooneel te gaan geven. Wat dat eigenlijk il* Het houdt zoo n beetje het midden tusochen tooneel en ca baret. Een klein tooneelriukje wordt ge volgd door een monoloogje, en dit weer door een leuk voordxRchtjv, aliesi te samen wordt een avond van elck wat) wils, sclverts en ernst, teuklgheld en gemaakte deftigheid. In de boekenwereld kennen wij den roman, de novelle en die schels. Neem nu van alle drie wat, ct® soort bioeinie- zing, dan krijgt ge een mengeel zooah klein tooneel er tién is van tooneel, de- ctanmrie en recitatie. Voor wie bet wat lang (buurt om een heelen roman door te woretcieq is een, bundei kleine schetecn een uitkomst. Zoo zijn er ook menaohen, die een gansoben avond zich niet kunnen Inspannen voor één toonetMuk, maar die graag een a/wtasehng willen. Voor dezul ken is het kldn-tooneel een uitkomst.' Overigens is dit nieuwe genre nog niet bijzonder in trek De Hollanders zijn niet luchtig en vluchtig genoeg voor dergelijk ll<jht Franad» «ödoe. Zij ritten riu dcu schouwburg ook altijd op hun stoel alsof zij er aan vartgeptakb zijn e® jéj ritten 's avonds om elf uur nog precies in dé zelfde houding, waarin zij om acht uur^ zich in hun fauteuil hebben genesteld. Ziji wat hun lokt wn beginnen te huilen, als ze het niet pakken kunnen. En in plaats van geduldig af te wachten, bederven we met ons ongeduld ons eigen leven en wanneer we nog niet iets ergers dosn, ook by voor baat het geluk, waarnaar we de handen strekken en waarvan onze hoedanigheid ons ternauwernood nog het genot laat, zoo we het eindeiyk zyn machtig ■geworden. Van de lert$eJweten we, dat ze komen zal, komen moet. Toch kunnen we haar niet1 rustig den tyd laten om te komen. Hoeveel te sterker moet dan dat ongeduld niet zyn, terwyi we wachten op iets, waarvan we die zekerfieid niet hebben? Maar boven dien op het komen van de Jente kunnen we geen invloed oefenen. Het helpt niet of we al als ongeduldige kinderen de handen er naar reiken. Met onze verwachtingen van het leven staat het veelal anders. En dat juist maakt ons ongeduld voor ons -zelven en voor anderen zoo gevaarlek. Wat goed is, gedyt langzaam. Maar ons ongeduld ls»t het veelal den tyd niet voor dat gedyen. We «trekken de handen uit om het te grypen en wanneer we het vast héb ben, bemerken we, dat we het zelf hebben stuk gebroken, omdat het voor onze han den nog niet geschikt was. Dat is het tragi sche van onze ongeduldbeid, dat we met dat bederven vaak ook ons gansche leven beder ven. En niet alleen ons eigen leven, maar dat van anderen nog daaibij. We laten niet groeien wat groeien moet, maar onryp plukken we de vrucht af, om dan eerst te bemerken, dat we aan die onrijpe vrucht heelemaal niets hebben. Daarom is voor de meesten onzer een eerste eisch dat we het wachten leeren. Wie iets bereiken wil, heeft daarvoor te werken, dat is van zelf sprekend. Hij moet zijn plannen maken en die plannen uitwer ken. Daarbij moet hij rekening houden met de omstandigheden, met zich zelven en met anderen. En hij moet kunnen toegrypen, wanneer het juiste oogenblik daar is. Maar bij dat alles moet hij met omzichtigheid te werk gaan. En die omzichtigheid eischt ook en vooral geduld. Dat geduld is van den 'beginne af aan noodig. Reeds het plannen maken zelf eischt geduld. Want ook die plannen moeten rypen, alvorens men ze in een vasten vorm voor zich kan neerzetten als bakens, waarlangs men zb'n handelin gen leidt. Overhaaste plannen zyn de ze kerste weg naar mislukking. Er is niemand onder ons, die dat niet wel eens ervaren heeft. Dan, wanneer hy al bezig was die plannen ten uitvoer te leggen, bemerkte hy dat hy het anders had moeten aanleggen, maar dat het nu te laat was om de géheele Jeekie’si m», ate boodschapper, kreeg een inval. ,,De Ogula-gevangenen konden hen wel den weg wijzen,’’ zelde hii, „ten minste tot .aan de wouden toe, en daarna kunn'n zij het zelf wel uitvloden. Kunnen die niet gaan, Asika?" ,,A1B je dat wilt, goed,’’ antwoordde de Aaikft onverschillig. „Zorg er dan voor, dat vaj miorgen riten vóór zonsopgang klaar zijn, allen behalve het opperhoóM Fahni, die ris gijzelaar blijven, moet I vertrouw die Ogula’s niet, zij hebben reeds «•eer dan eens getracht om oorlog met ons te maken," voegde zij er bij; daarna vroeg zij aan dB priester of zij do dra ger» binnen, wilden brengen, om> hunne bevelen te ontvangen. Daar kwamen zij, flinke mannen waren het allen, ook het opperhoofd, onder wiens bevelen zij stonden, wae krachtig gebouwd. De Ogula's, die zij ook opgeroepen had traden eveneens binnen. „Ga roet deze kisten danirheen waar de blanke heer u «eodt,” zeide zij op onver schilligen toon ,4k wee* niet waar het La, doch deze nuensoheneters zulten u een gedeelte van den weg wijzen en ri» ge levend terugkomt zonder uw doel bereikt te hebben, zult gij op het daaropvolgende fee*?t aan Bonsa geofferd worden en als ge ontvlucht worden uwe vrouwen en kin deren geofferd. Er zal u voor dB reis voedsel verstrekt worden en ook goud, om «teer te koopen, als het voedsel opis. Fn w V«n<x®, weeet zoo goed hen te zeggen wat zij doen moeten, Daarop gaf Alan of liever Jeekte hen de noodlgc instructie», die zmm> lang en uitgebreid waren, dat dB Asika ni t lan ger er naar wikte lateieren, inaar heen ging en in het voorbijgaan tot den aan voerder zeide „Onthoud mi>w woord», man: Maag veel kauw was er, dat bij ook maur e >n j tiende gedeelte er van goédl en wel in En- -geland zou krijgen, en hoeveel kan4 was er dan nog, dat hij zelf zou kunnen vol gen. om er van te protlteercn? Terwilte van dit goud had hij zich in een afeohu-l wettjk wespennest gewaagd en zioh e-n iittwaa eilttkte bezorgd, terwijl hij vroe ger of tater er nog het leven bij verlie- zen zou ook, want bij wHde in ge«® ge val de stïhoone Aaika huwen, en ala hij weigerde zou zij hem ia haar hevige woe- de dooden tataren dag weer liet zij ben» bij zich roepen en vertoonde hen» dam weer ten nieuw karakter. Nu- wa» zij een vrouw, die nederig. haa»r eigen onwetendheid be kende en die gaarne leeren wilde- Hij speelde dan de rol vam onderwijzer, ver telde haar van bewhaaMt' volkeren, van hunne wetten, «ede® en gmtedtateea leerde haar lezen en schrijven Zij luis terde mi teerde onderdanig genoeg, maar Aten voelde rich toch ate iemand, die kimstjee moet leeren aan een panter, wien et® verdbovingttntódol tngegevm is, dit inidkM w4te bij haar de hantotochi, dl< zij voor Altin voNdB, en die werkelijk zeer oprecht scheen Maar wanneer deze voor bij wa<3, of ate hij baar bedankt had, wat zou dan hun lot zijn? Door angi4 en opdtrfting had hij wt r geiteden, dan door ri rijn ontberingen op rete. Zijn gezondheid liet hen» in d. n ste k en hij voepfe zich ztek word®. Tot over- nteM vwn ranjp, liep bij in (Men voditt- gin tulp-, waar hij norit uit mocht ko men, oen koorts op, dte in den herfst in dit skvhte k hnoat zeer gevaarlijk wM. Drie dttgen later was hij ijlende en een weak lang was zijn leven in gevaar Hét was een geluk voor hem, dat rijn mcdl. cljnkist^c nog bewaard was gebleven. Voor bij zijn bewustzijn verloor, nad hij nog komen uiet in beweging en je weet niet of *o rich aoimseenn of vervaten Kteln- tooneel vindt® zo gewoouiijk wel aardig maar kuust rit® m ar. ufet in. Alleen maar vonuaak, on iue«r vragen ze er ook niet van. Nu schijnt het de bedoeMng van Ruya t« rijn, oiu) het kituete Hement or tn> te brougttk Hat vrit te be<w4jteteu, of dit we] g lukken «al. Man blijft altijd tobban u»et gesclukte stukken De Hottaudsche schrijver» h4mm.ii het talent om dia te erotterm en dB vertaalde paatK® meestal niet in hot HoHandecho mUieu. I r schijnen anders gotxte zake® mee gemaakt te worden. Do veriirit®, die gaan over M salaris van. hot echtpaar Ruys, zijn bijna ongelofelijk Man. cn vrouw te santen zullen een dubbel iikinteter-HAla- ris krijgt®. Of men stelt rich zooveel voor van het succes dat de heer en mevrouw Ruyt> zullen hebben of roette nu zal or aardig wat verdiend worden. Wij hadden nfet kunnen denken dat er roet do unst zooveel vlei te verdienen. De verhaten <mu- th®t de sobrate "atari**® zijn er altijd geweest en. hot uteuwe toonoetatuk van de bekende actrice Rannuooi-lteckiuann heeft nog eens verteld dat het allesbehalve ro zengeur en maneschijn ia aan het tooneel. Dat stuk getiteld „Monsieur do Directeur" wil on» ook vortetien dut de» directeur van een tooueHgczHsohap een soon sultan is, die van zijn actrictw oen harem waakt. Dat zal natuurlijk wel flink wat overdre ven zijn en ai» de overdrijving er al la, dan schiet er niet veel van over. Veie bra ve utoedetH ttiltnu ndfsschien njrt angst vervuld worden wanneer haar dochter be lust raakt op het tooneel. Of echter de meisjes van den tegenwoordige^ tijd zul ke nuchtere kalvert® *ijn als het type, dat deze actelriMooneetechrijteter ons wil laten zl<®, betwijfelt® wij «eer. Het too neel lieeft altijd een groote attractie ge- vormd voor vete jongelui; er gaat ecu be koring van uit, omdat wet geen ..vaa” zoozeer alleen zijn mooien kant aan het publiek laat zien al» de tooneeispeeikunta t® omdat er gnx® vak 1» det zoo geheim zinnig ziju andere kanten heeft bedekt ge houden als deze kunst. Wat er verklikt te van hetgeen achter de coulisen ptec^t te gebeuren, it» even pikant als waar schijnlijk. De vete eohtecheidingeu die er in de toocMX'lkringen plaat» hebben, wek ken liet vermoeden dat de huiselijke* trouw er een ietsje slapper pleegt te zijn dan la het riledaagsche leven en rij bieden alle aanleiding voor het fanlasecren van prach tige romantische verhaten; en menMhcn, die briust zijn op huwolijkaintrlgues, von den in de tooneelwcreld heel vod stof voor hun gesprekken en kwaadspreke rijen. Wij hebben echter allo reden om het 66 „Hei zri, ging de Arika voort, „ons den tijd voor ons huwelijk doen bekorten, hoewel het naderhand niet van veel nut meer zijn zal, daar we dan nooit meer gttfchrièen zulle® zijn en gesproken woor- <fen beier zijn (tan geschrevene. Maar," voegde zij er vroolijk bij, „ik kan dien zwarten tamd va® je wagzenden»’’ en rij keek wtar Jeekie, ,/taai kan hij aan ons schrijven. Maar neen toch niet, want er zou hem een ongeluk kunnen overko- men en men vertelde mij, dat gij gezegd hebt, dat ate hij sterft, gij ook diood gaat. Hij mort hier dus ook maar «lüjd blijven. Wat heb je te die ktetjes?’’ ..filet goud, dat ge mij gegeven hebt, Aalha.’’ „Het ia weinig genoeg,"’ zei ze sma- taéd, ..wil je er niet weer van zenden, als die stof waarde voor je heeft? Goed, een anderen keer krijg je zooveel je hebben wilt Doch dB dragers wachten, drie en vijftig man zooals je me vroeg, en tien plaatsvervangers, voor als er onderweg eens een sterft Maar hoe rij den weg, nteeten vinden, dat begrijp ik ntet, daar nog nooit één van hen naar de kust geweest is 'Atan,die niet veel vertrouwen had in BKIEVEN UIT DE HOF8TAD. COCCXIH Het heeft eenige opschudding verwekt in dB kringen die belang stel en in het tooneel, dat hot echtpaar Ruy«—Lus het Itefriadgezeléchap gaat verlaten om zich of sterf, maar zeg niets vda uw land en zijne gieheiroen.” „Ik zal ha ontiuniden,j antwoordde het hoofd, voor haar buigen' Dien nacht liet Alan de O» komen en sprak roet hen, nj Jeekie, in hun eigen taal.H dt® zij, dat zij hun bpperht den verlaten, maar Liever bi en mirt hen» sterven- „Spreek niet zoo,” zeide'Fahni, ga, mijne kinderen, opdat ik levten moge. Ga e® verzamel den team, al dv duizenden mannen onder hen die in staat rijn te vechten, en laat hen Arikilahdt aanvallen om mij te redden indien Ik nog l«ft of om mij wrritm «te ik reéda dood ben. Wat de dragers betreft, dort deze men- schen geen kwaad, doch laai hen Haar de kust gaan met de goedejren van den blanken man-” i indeiijk zeiden de ögula'h dat zij gaan zouden en toen Alan de? vólgen len mor gen ontwaakte, vertelde meal hero dat zij en dB Aaikhlrager® reed» lang vertrokken waren Verder dacht Atan ovw deze zaak niet vM na, went hij verwiriteje eigen lijk riüêt, ooit ine-r iet» van h® te hoo- ÜOOFDBfTK XV. J Alan wordt riek! Na het vertrok der rnanaeh voelde Atan diepe neerslachtigheid ov^r zich ko men, want hij was er «eker vex, nu geen hoop meer L—i - ui. zichzelf bittere verwijten dat h j zoo geweren was on» naar deze i laata zen om wat te krijgc®? Ongeveer 100.000 pond sterling in goijd En hoe-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1918 | | pagina 1