1
Gebruik
Jaargang
Zaterdag 9 Maart 1918.
Mo. 13942.
BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
Bureau: MARKT 31. GOUDA.
Eerste Blad.
Feuilleton.
Dïï GÏÏLÏÏ AFGOD
dit Blad.
7
St
ELIER
dn
as
A.
ile plaatsen
■Qraveniiage.
45). -■
nSTisTX-^s-®3^^^d.vextezxtö^’bls^d."vRoor G-oaxcLsl ©zx Ozxxstxelcexx.
VERSCHIJNT DAGELIJKS
ansen,
HTZAKEN.
Ons ongsduld.
en
publiek, Termakeljjkhedwi 19
L
Redactie i Telef. Interc. 545.
Administratie i Telef. Interc. 82.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
LENDOORN.
35 en 70 et. I
jest I
jijpkatnrrhen, I
inden hoest-
ten van dagen
668 20
)A*siroop. 9
lacons f4.—.
MHARDT.
Zetet.
iDrogteten. Jj
uie awka vwr», „una
huwelijk doen bekorten,
>A.
Had,
(Wordl vervolgd.)
Advertentie» kansen widen ingwondan door tuaechanlrenirt van «oliede Boekhan
delaren, Advertentiebureau* en onze Agenten.
INGEZONDEN MEDEDEELENDEN: 1—4 regels ft», elke regel méér /MA
Op de voorpagina W honger.
Gewone advertentiën en ingeconden mededeellngea by contract tot «eer reeedooeer-
den-pr|js. Groote letters en renden worden gerekend naar plaatsruimte.
e meubel
en linoleum Is
n het gebruik
te asaodeercn nut Nap de la Mar. Men
nwl zeerwel ardeUeke echtpaar al» de
prestatie van dt® laatste kennen om te be-
hoe die opschudding kan oul-
ofddapat-
362 60
sn GOUDA,
oruren 104
921 30
®HT.
abonnementen
i aangenomen
iKR,
MTMST M
iw« Schouwburg,
‘re te.
de Réunte. Vw-
AulunfMbool
L«erar«s.
- u mum.
nieuwe leerlingen
12 50
N.
(iOUDSCHE COURANT.
jwe Schouwburg.
■stélliing Rottero
nk) theoretisch toe-
[dintessens van het
lts h. boekhoud®
TER BRUGGEN,
1016 11
BOUCHER, Den
t, wacht niet
i advies een I
H. RIDER HAGGARD
dear
Mevr. Storm van Leeuwen—Klerk de Beua-
(Nadruk verboden.)
ir ge in moei-
let
ABOÏtNXKfflNTSFKUS: per kwutui IJO, per Week 11 cent, met Zoadanblad
per kwartaal MS, par week IT «at, mta Waar de beaortln* per looper noduodt.
Franco per post per kwiutMl 1.90, met Sonda»sblad 155.
Abotmemeotea worden da<elüka aangekomen aan ou bureau: MARKT tl. GOUDA
blf onso agenten, den boeUrandel en do po tkantoron.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en o mtreken (baboortnid. tot denbeaorekrinaV
1—5 ngels fOM, elke regel meer ƒ0.15. Van buiten Gouda en den bewrrgkrin»- 1—5
regels ƒ0.96, elke ragel meer ƒ9.10. Adrcr astitn na --- -
eent per regel.
voorbereiding tot het werk nog te wijzigen
en dat daaraan de oJWtrinljdeiyke misluk
king te wjjten was. Mn, ook de uitvoe
ring Zelve meet rasttg te* kruidig plaats
hebben. Wij moeten altijd begrijpen, dat er
nietA is dat wij «elf VolWnen in de hand
hébben, maar dat er altijd Allerlei factoren
moeten meewerken, waarover wij geen zeg
gingschap hébben. De werking van die fac
toren kunnen we niet forceeren. Het helpt
niet, of we onzh appelen al in Juni willen
plukken en ons door bemesting of wat dan
oak inspannen dat te bereiken. Ze moeten
den tijd hebben te rijpen en wanneer we in
ons ongeduld ze plukken zoo dra het eerste
blosje ze kleurt, komerr we met ons onrijpe
fruit bedrogen uit.
Die eiséh van te laten groeien geldt van
alles; we kunnen het niet dwingen. En om
dat ons ongeduld dat niet begrijpt, bederven
we zooveel. Met onze b^geerige handen
grijpen we ruw naar de teere bloesems en
houden alleen de kleurige blaadje» in onze
handen. En dan beklagen we ons over de
teleurstellingen, die we aan ons zelven te
wijten hebben.
Maar het zijn niet alleen die teleurstellin
gen, het is ook de onrustige gejaagdheid,
de voortdurende jachtigheid die het leven
van ons onrustigen bederft Niet alleen dat
ons ongeduld ons vaak verhindert het ge-
wenschte te bereiken of tot stand te bren
gen, het beneemt ons ook de rust, die we
noodig hebben om van de schoonheid en het
geluk van ons leven te genieten. En het is
dan ook zéker terecht, dat een onzer dich
ters zegt:
„O heil hun, die om winst noch roem
hun leven
Verhaasten; eenmaal komt het
schooner uur.
Te juister tijd zijn alle winden luw,
Dan zal een aan hun leven schoonheid
geven.”
Dan moeten we ook leeren, leeren wat
we kunnen, van hetgeen de dichter verder
zegt:
„Zij weten altijd goed en altijd waar
Het oogenblik, als ’t komt, voor ’t vliedt,
te grypen.
Zij laten de appel rood en gouder rypen
En houden dan de hand, die ze opvangt,
klaar.”
K.
Jan
Jko-
van, dat er
r bestond met de bui
tenwereld in contact te komen. Hij deed
o dwaa»
ilaato te rei-
i? Ongeveer
het besef aam J eek ie u? «eggen wal voor
middelen deze hem geven moest in dn ver-
achilknde atadia van zijn «takte.
Hij herinnerde rich later niet veel meer
van dBzen elk®<Hg<® tijd. Hij had ioe-
nen van J eek Ie en wn irouwi, die hij
wist dat de Aidka zijn moM en die zich
over rijn sponde bogen. Hij verbeeldde
zich ook, dat hij none nwt Barbara "prak,
hoewel hij zeil» toén voelde, hoe bêvptv
telijk dot was, wamt hoe wee bet mogelijk
te spreken roet ieaaand, die zich op een
afstand van duizenden mijten bevond
indelijk was bij pM^llntf weer bij
kennis gtkonwn, hij ontwaakte a uit ren
naehtmiTrle en beiucrlcic dat hij nog In
(tezHfite kamer lag als vroeger. Hij voel
de zich nu geheH zonder pijn en trtech,
maar zóó zwak, dat b« heny werkelijk
moeite kootte zijn hand op te hett-n Hij
staarde om rich heen en was aeer ver-
banfld Jeeki*?’» witte bol augeÜg been en
w«er to «in roUen in de kusrona op Jut
andere bed.
..JeoHe," Mi hU, ..ba» je ook rife,
Jeukte?"
Bij het hoon® van die «torn sprong de
geroepene v ug uv.rtind „Wat majoor,
rijt u «mtwaa/a? Dank *ij alle god-n de
btanke en de swarto, ja en de go e ook.
went ik daoht vaett dat u zoudt taervt®
Neen, meen, majoor, ik beu niet ri k. ma ir
de Aaika beweert van w I Zij zegt u te
bed, ik ook in bed. U eet nW, 9 ook ntet
eten, u scheen beter te worden, dan stopt
zij raaj ook w «r vol to bijna mi. n
dat is sDoi omdat u hebt, dat u en
ik samen op eeu dag sterven nw ten."
ila s bij rich
t behulp v an
rut verklaar-
>M ‘nlrt wil-
hem bleven
Het is al «bh» lénte geweest dit jaar, heel
vroeg al. Het was een paar dagen maar
midden in den strengstenwintermaand, maar
een zoele wind woei om ons hoofd en het
leek of de aande na de dagen van bittere
koude al te geuren begon en zijn eerste
groene sprietjes wou uitloopen tot een len-
telust voor onze oogen. Toen is het weer
winter geworden, dat we rillend by de
kachel schoven en rittend ’s avonds onder
de dekens. Maar het is Weer lente geworden
op enkele zachte dagen en weer winter ook,
dat tie «looten èn plassen lagen toegevro
ren en de schaatsen werden opgezocht en
weer lente daarna. Maar het was nog te
vroeg. En wilde Maartsche buien hebben in
hun woesten vaart voor de zooveelste maal
onae verwachtingen weggevaagd, terwijl ze
een nieuwe winter van sneeuw en hagel om
ons uitstalden.
Dat is een ontmoedigend spel. Winter en
lente. We hebben er geen houvast meer aan
en wanneer we niet zeker wisten, dat de
lente komen moest, zouden we er aan gaan
wanhopen. Nu moeten we alleen ons onge-
duld wat inbinden en in gelaten afwachting
blijven uitaien, tot eindelijk op een dag de
lente voor goed haar intrede doet en de
aarde hot nieuwe feestkleed aantrekt, dat
ze haar leder jftar opnieaw uit groen en
bloétnen en zoele geuren samenweeft.
Zulk afwachten ia geen gemakkelijk
werk, dat ervaren we ieder jaar opnieuw.
We begeeren zoo vurig naar de verlossing
uit wintersche kou en somberheid, naar het
nieuwe geluk van het lenteleven. En met
iederen dag, die de lente op zidh wachten
laat, rekken we ongeduldiger den hals.
Blyft het zoelste weer wat erg lang uit,
dan warden vre er zelfs humeurig onder en
beginnen te schimpen op ons klimaat en op
ons koude kikkerland. Met onze eigen han
den zouden we de lente naar ons willen toe
trekken. Töt we ten slotte bijna beginnen
te wanhopen, of het voorjaar nog wel ooit
komen zal en onze baloorigheid ons soms
belet, de lente feestelijk in te halen, als ze
•werkelijk den drempel overschrijdt, waar
voor ze zoolang talmen bleef.
Gaat het ons in het leven niet eigenlijk
met alles zoo? We kunnen niet wachten.
Wat we begeeren, willen we ook dadelijk
in onze handen hebben. Als kinderen doen
We, die de handen wild uitstrekken naar
«rijpen
ataan.
Cor Buy» en Tilly Lus zijn eeu paar
tooneelapeterH van <ku eersten rang. Zij
hebben zich lu den Haag eeu uitstekende
reputatie verworven en behoorden tot hen,
diu allot® dtoor liUn «pel reed» een at
tractief vorirtden voor letter tooneelatuk
Nap de la Mar daarentegen hoeft een re
putatie van te behoort® tot het ran der
konuldtclingeu, die wel in staat zijn om je
een uurtje aangenaam bezig te houden
je te vermakt®, inear vaan wie niet ge
zegd kan worden dat zij vertegtmwoordi
gen» van de ,,kunét" zijn. Boveudiend be
zit Na de la Mar de rigeneehap van mop
pen te tappt®, die ve en niet behagen, om
dat zij te sterk, gepeperd zijn. M<® be-
lioeft slechte een avond in de zaal te ver
toeven, waar hij optreedt, om te begrijpen
waar zijn «ucoei gelegen i* De zolders
kraken van dB pret, dte er op do tribunes
genoten wordt
Voor veie® leek de associatie vanRuyd
met Nap de la Mar zoo ongeveer alsof
Mengelberg zich ging aasodeereu met
War nies, den bekenden exploitant van de
draaiorgels. Men moest een oogenblik van
den schrik bekomen toen het eerae be
richt over het monsterverbond door* de
pers ging. Kuys sprak het dadelijk tegen
op een wijze, die dé beste bevestiging was
Het wM zijn bedoeling zoogenaamd klein
tooneel te gaan geven.
Wat dat eigenlijk il* Het houdt zoo n
beetje het midden tusochen tooneel en ca
baret. Een klein tooneelriukje wordt ge
volgd door een monoloogje, en dit weer
door een leuk voordxRchtjv, aliesi te samen
wordt een avond van elck wat) wils,
sclverts en ernst, teuklgheld en gemaakte
deftigheid. In de boekenwereld kennen wij
den roman, de novelle en die schels. Neem
nu van alle drie wat, ct® soort bioeinie-
zing, dan krijgt ge een mengeel zooah
klein tooneel er tién is van tooneel, de-
ctanmrie en recitatie. Voor wie bet wat
lang (buurt om een heelen roman door te
woretcieq is een, bundei kleine schetecn
een uitkomst. Zoo zijn er ook menaohen,
die een gansoben avond zich niet kunnen
Inspannen voor één toonetMuk, maar die
graag een a/wtasehng willen. Voor dezul
ken is het kldn-tooneel een uitkomst.'
Overigens is dit nieuwe genre nog niet
bijzonder in trek De Hollanders zijn niet
luchtig en vluchtig genoeg voor dergelijk
ll<jht Franad» «ödoe. Zij ritten riu dcu
schouwburg ook altijd op hun stoel alsof
zij er aan vartgeptakb zijn e® jéj ritten
's avonds om elf uur nog precies in dé
zelfde houding, waarin zij om acht uur^
zich in hun fauteuil hebben genesteld. Ziji
wat hun lokt wn beginnen te huilen, als ze
het niet pakken kunnen. En in plaats van
geduldig af te wachten, bederven we met
ons ongeduld ons eigen leven en wanneer
we nog niet iets ergers dosn, ook by voor
baat het geluk, waarnaar we de handen
strekken en waarvan onze hoedanigheid ons
ternauwernood nog het genot laat, zoo we
het eindeiyk zyn machtig ■geworden.
Van de lert$eJweten we, dat ze komen zal,
komen moet. Toch kunnen we haar niet1
rustig den tyd laten om te komen. Hoeveel
te sterker moet dan dat ongeduld niet zyn,
terwyi we wachten op iets, waarvan we
die zekerfieid niet hebben? Maar boven
dien op het komen van de Jente kunnen we
geen invloed oefenen. Het helpt niet of we
al als ongeduldige kinderen de handen er
naar reiken. Met onze verwachtingen van
het leven staat het veelal anders. En dat
juist maakt ons ongeduld voor ons -zelven
en voor anderen zoo gevaarlek.
Wat goed is, gedyt langzaam. Maar ons
ongeduld ls»t het veelal den tyd niet voor
dat gedyen. We «trekken de handen uit om
het te grypen en wanneer we het vast héb
ben, bemerken we, dat we het zelf hebben
stuk gebroken, omdat het voor onze han
den nog niet geschikt was. Dat is het tragi
sche van onze ongeduldbeid, dat we met dat
bederven vaak ook ons gansche leven beder
ven. En niet alleen ons eigen leven, maar
dat van anderen nog daaibij. We laten niet
groeien wat groeien moet, maar onryp
plukken we de vrucht af, om dan eerst te
bemerken, dat we aan die onrijpe vrucht
heelemaal niets hebben. Daarom is voor de
meesten onzer een eerste eisch dat we het
wachten leeren.
Wie iets bereiken wil, heeft daarvoor te
werken, dat is van zelf sprekend. Hij moet
zijn plannen maken en die plannen uitwer
ken. Daarbij moet hij rekening houden met
de omstandigheden, met zich zelven en met
anderen. En hij moet kunnen toegrypen,
wanneer het juiste oogenblik daar is. Maar
bij dat alles moet hij met omzichtigheid te
werk gaan. En die omzichtigheid eischt ook
en vooral geduld. Dat geduld is van den
'beginne af aan noodig. Reeds het plannen
maken zelf eischt geduld. Want ook die
plannen moeten rypen, alvorens men ze in
een vasten vorm voor zich kan neerzetten
als bakens, waarlangs men zb'n handelin
gen leidt. Overhaaste plannen zyn de ze
kerste weg naar mislukking. Er is niemand
onder ons, die dat niet wel eens ervaren
heeft. Dan, wanneer hy al bezig was die
plannen ten uitvoer te leggen, bemerkte hy
dat hy het anders had moeten aanleggen,
maar dat het nu te laat was om de géheele
Jeekie’si m», ate boodschapper, kreeg een
inval.
,,De Ogula-gevangenen konden hen wel
den weg wijzen,’’ zelde hii, „ten minste
tot .aan de wouden toe, en daarna kunn'n
zij het zelf wel uitvloden. Kunnen die niet
gaan, Asika?"
,,A1B je dat wilt, goed,’’ antwoordde de
Aaikft onverschillig. „Zorg er dan voor,
dat vaj miorgen riten vóór zonsopgang
klaar zijn, allen behalve het opperhoóM
Fahni, die ris gijzelaar blijven, moet I
vertrouw die Ogula’s niet, zij hebben reeds
«•eer dan eens getracht om oorlog met
ons te maken," voegde zij er bij; daarna
vroeg zij aan dB priester of zij do dra
ger» binnen, wilden brengen, om> hunne
bevelen te ontvangen.
Daar kwamen zij, flinke mannen waren
het allen, ook het opperhoofd, onder wiens
bevelen zij stonden, wae krachtig gebouwd.
De Ogula's, die zij ook opgeroepen had
traden eveneens binnen.
„Ga roet deze kisten danirheen waar de
blanke heer u «eodt,” zeide zij op onver
schilligen toon ,4k wee* niet waar het
La, doch deze nuensoheneters zulten u een
gedeelte van den weg wijzen en ri» ge
levend terugkomt zonder uw doel bereikt
te hebben, zult gij op het daaropvolgende
fee*?t aan Bonsa geofferd worden en als
ge ontvlucht worden uwe vrouwen en kin
deren geofferd. Er zal u voor dB reis
voedsel verstrekt worden en ook goud,
om «teer te koopen, als het voedsel opis.
Fn w V«n<x®, weeet zoo goed hen te
zeggen wat zij doen moeten,
Daarop gaf Alan of liever Jeekte hen
de noodlgc instructie», die zmm> lang en
uitgebreid waren, dat dB Asika ni t lan
ger er naar wikte lateieren, inaar heen
ging en in het voorbijgaan tot den aan
voerder zeide
„Onthoud mi>w woord», man: Maag
veel kauw was er, dat bij ook maur e >n j
tiende gedeelte er van goédl en wel in En-
-geland zou krijgen, en hoeveel kan4 was
er dan nog, dat hij zelf zou kunnen vol
gen. om er van te protlteercn? Terwilte
van dit goud had hij zich in een afeohu-l
wettjk wespennest gewaagd en zioh e-n
iittwaa eilttkte bezorgd, terwijl hij vroe
ger of tater er nog het leven bij verlie-
zen zou ook, want bij wHde in ge«® ge
val de stïhoone Aaika huwen, en ala hij
weigerde zou zij hem ia haar hevige woe-
de dooden
tataren dag weer liet zij ben» bij zich
roepen en vertoonde hen» dam weer ten
nieuw karakter. Nu- wa» zij een vrouw,
die nederig. haa»r eigen onwetendheid be
kende en die gaarne leeren wilde- Hij
speelde dan de rol vam onderwijzer, ver
telde haar van bewhaaMt' volkeren, van
hunne wetten, «ede® en gmtedtateea
leerde haar lezen en schrijven Zij luis
terde mi teerde onderdanig genoeg, maar
Aten voelde rich toch ate iemand, die
kimstjee moet leeren aan een panter, wien
et® verdbovingttntódol tngegevm is, dit
inidkM w4te bij haar de hantotochi, dl<
zij voor Altin voNdB, en die werkelijk zeer
oprecht scheen Maar wanneer deze voor
bij wa<3, of ate hij baar bedankt had, wat
zou dan hun lot zijn?
Door angi4 en opdtrfting had hij wt r
geiteden, dan door ri rijn ontberingen op
rete. Zijn gezondheid liet hen» in d. n ste k
en hij voepfe zich ztek word®. Tot over-
nteM vwn ranjp, liep bij in (Men voditt-
gin tulp-, waar hij norit uit mocht ko
men, oen koorts op, dte in den herfst in
dit skvhte k hnoat zeer gevaarlijk wM.
Drie dttgen later was hij ijlende en een
weak lang was zijn leven in gevaar Hét
was een geluk voor hem, dat rijn mcdl.
cljnkist^c nog bewaard was gebleven. Voor
bij zijn bewustzijn verloor, nad hij nog
komen uiet in beweging en je weet niet
of *o rich aoimseenn of vervaten Kteln-
tooneel vindt® zo gewoouiijk wel aardig
maar kuust rit® m ar. ufet in. Alleen
maar vonuaak, on iue«r vragen ze er ook
niet van.
Nu schijnt het de bedoeMng van Ruya
t« rijn, oiu) het kituete Hement or tn> te
brougttk Hat vrit te be<w4jteteu, of dit
we] g lukken «al. Man blijft altijd tobban
u»et gesclukte stukken De Hottaudsche
schrijver» h4mm.ii het talent om dia te
erotterm en dB vertaalde paatK® meestal
niet in hot HoHandecho mUieu.
I r schijnen anders gotxte zake® mee
gemaakt te worden. Do veriirit®, die gaan
over M salaris van. hot echtpaar Ruys,
zijn bijna ongelofelijk Man. cn vrouw
te santen zullen een dubbel iikinteter-HAla-
ris krijgt®. Of men stelt rich zooveel voor
van het succes dat de heer en mevrouw
Ruyt> zullen hebben of roette nu zal or
aardig wat verdiend worden. Wij hadden
nfet kunnen denken dat er roet do unst
zooveel vlei te verdienen. De verhaten <mu-
th®t de sobrate "atari**® zijn er altijd
geweest en. hot uteuwe toonoetatuk van de
bekende actrice Rannuooi-lteckiuann heeft
nog eens verteld dat het allesbehalve ro
zengeur en maneschijn ia aan het tooneel.
Dat stuk getiteld „Monsieur do Directeur"
wil on» ook vortetien dut de» directeur van
een tooueHgczHsohap een soon sultan is,
die van zijn actrictw oen harem waakt.
Dat zal natuurlijk wel flink wat overdre
ven zijn en ai» de overdrijving er al la,
dan schiet er niet veel van over. Veie bra
ve utoedetH ttiltnu ndfsschien njrt angst
vervuld worden wanneer haar dochter be
lust raakt op het tooneel. Of echter de
meisjes van den tegenwoordige^ tijd zul
ke nuchtere kalvert® *ijn als het type,
dat deze actelriMooneetechrijteter ons wil
laten zl<®, betwijfelt® wij «eer. Het too
neel lieeft altijd een groote attractie ge-
vormd voor vete jongelui; er gaat ecu be
koring van uit, omdat wet geen ..vaa”
zoozeer alleen zijn mooien kant aan het
publiek laat zien al» de tooneeispeeikunta
t® omdat er gnx® vak 1» det zoo geheim
zinnig ziju andere kanten heeft bedekt ge
houden als deze kunst. Wat er verklikt
te van hetgeen achter de coulisen ptec^t
te gebeuren, it» even pikant als waar
schijnlijk. De vete eohtecheidingeu die er
in de toocMX'lkringen plaat» hebben, wek
ken liet vermoeden dat de huiselijke* trouw
er een ietsje slapper pleegt te zijn dan la
het riledaagsche leven en rij bieden alle
aanleiding voor het fanlasecren van prach
tige romantische verhaten; en menMhcn,
die briust zijn op huwolijkaintrlgues, von
den in de tooneelwcreld heel vod stof
voor hun gesprekken en kwaadspreke
rijen.
Wij hebben echter allo reden om het
66
„Hei zri, ging de Arika voort, „ons
den tijd voor ons huwelijk doen bekorten,
hoewel het naderhand niet van veel nut
meer zijn zal, daar we dan nooit meer
gttfchrièen zulle® zijn en gesproken woor-
<fen beier zijn (tan geschrevene. Maar,"
voegde zij er vroolijk bij, „ik kan dien
zwarten tamd va® je wagzenden»’’ en rij
keek wtar Jeekie, ,/taai kan hij aan ons
schrijven. Maar neen toch niet, want
er zou hem een ongeluk kunnen overko-
men en men vertelde mij, dat gij
gezegd hebt, dat ate hij sterft, gij ook
diood gaat. Hij mort hier dus ook maar
«lüjd blijven. Wat heb je te die ktetjes?’’
..filet goud, dat ge mij gegeven hebt,
Aalha.’’
„Het ia weinig genoeg,"’ zei ze sma-
taéd, ..wil je er niet weer van zenden, als
die stof waarde voor je heeft? Goed, een
anderen keer krijg je zooveel je hebben
wilt Doch dB dragers wachten, drie en
vijftig man zooals je me vroeg, en tien
plaatsvervangers, voor als er onderweg
eens een sterft Maar hoe rij den weg,
nteeten vinden, dat begrijp ik ntet,
daar nog nooit één van hen naar de kust
geweest is
'Atan,die niet veel vertrouwen had in
BKIEVEN UIT DE HOF8TAD.
COCCXIH
Het heeft eenige opschudding verwekt
in dB kringen die belang stel en in het
tooneel, dat hot echtpaar Ruy«—Lus het
Itefriadgezeléchap gaat verlaten om zich
of sterf, maar zeg niets vda uw land en
zijne gieheiroen.”
„Ik zal ha ontiuniden,j antwoordde
het hoofd, voor haar buigen'
Dien nacht liet Alan de O»
komen en sprak roet hen, nj
Jeekie, in hun eigen taal.H
dt® zij, dat zij hun bpperht
den verlaten, maar Liever bi
en mirt hen» sterven-
„Spreek niet zoo,” zeide'Fahni, ga,
mijne kinderen, opdat ik levten moge. Ga
e® verzamel den team, al dv duizenden
mannen onder hen die in staat rijn te
vechten, en laat hen Arikilahdt aanvallen
om mij te redden indien Ik nog l«ft
of om mij wrritm «te ik reéda dood ben.
Wat de dragers betreft, dort deze men-
schen geen kwaad, doch laai hen Haar
de kust gaan met de goedejren van den
blanken man-”
i indeiijk zeiden de ögula'h dat zij gaan
zouden en toen Alan de? vólgen len mor
gen ontwaakte, vertelde meal hero dat zij
en dB Aaikhlrager® reed» lang vertrokken
waren Verder dacht Atan ovw deze zaak
niet vM na, went hij verwiriteje eigen
lijk riüêt, ooit ine-r iet» van h® te hoo-
ÜOOFDBfTK XV. J
Alan wordt riek!
Na het vertrok der rnanaeh voelde Atan
diepe neerslachtigheid ov^r zich ko
men, want hij was er «eker vex,
nu geen hoop meer L—i
- ui.
zichzelf bittere verwijten dat h j zoo
geweren was on» naar deze i laata
zen om wat te krijgc®? Ongeveer
100.000 pond sterling in goijd En hoe-