A. Brinkman! Zoon
WAARDEPAPIEREN
AANDEELEN
OBLIGATIEN
MARKT 31 Tal. 92
king getreden salarisverhooging zal
worden afgetrokken;
dat deze toeslag wekelijks aai wor
den uitbetaald;
dat sb Uwen Raad deriialve drin
gend versoeken een duurtetoeelag
soowel voor hen selven ala voor hun
ne kinderen te willen vaststellen op
de wijze *1* aan het hoofd van dill
adres is aangegeven.
't Welk doende,
DE JONG^ Voorzitter
J. v. d. HOEVEN, Secr.-Penn.
Gouda, 27 Februari 1918
Aau
den Raad der gemeente Gouda.
Geven met verechuldigden eerbied
te kennen de ondergeteekende Sluis-
knechten en Brugwachters dezer Ge
meente.
Dat zij het voorstel van B. en W.
van 21 Februari 1918 hebben gele
zen, out alle ambtenaren, beambten
en werklieden in dienst dezer Ge
meente eenduurtebijslag te willen toe
kennen voor kinderen beneden de 14
jaren enz., dat zij dit ten zeerste toe
juichen,
dooh dat zy Uw Edelachtbaren
Raad verzoeken het daarheen te lei
den, dat bovendien aan alle een duur-
tebijelag van 2.50 te willen toeken
nen zonder aftrek van hunne ver
hooging 1918.
Redenen waaroiu zjj zich vrijmoe
dig tot Uwen Raad wenden met het
beleefd, dooh dringend verzoek, hun
bovenstaand verzoek in te trilligeu.
't Welk doende, enz.,
Uw dw. dnr.
P. ABBEMA
en 14 anderen.
Gouda, den 27en Februari 1918.
Gouda, den 26 Februari 1918.
GöVen met verechuldigden eerbied
te kennen, ondergetekenden, allen
ambtenaren, werklieden en bedien
den in dienst der gemeente Gouda,
dat hunne financieele positie niet
bestand is tegen de buitengewone
hooge uitgaven voor alle noodzake
lijke levensbenoodigdheden, welke de
tijdsomstandigheden thans eischen,
waardoor bij allen eene achteruit
gang is ontstaan, die voor vele hun»
ner tot een noodtoestand is gewor
den;
dat hoewel zjj dankbaar erkennen,
dat Uw Raad voor velen hunner eene
salarisverbetering heeft tot stand ge
bracht, deze gebleken is voor de te
genwoordige omstandigheden nog
geenszins voldoende te zijn;
dat naar hunne meening eene sala
risverbetering niet moet berusten op
de duurte der tijden, maar hare oor
zaak moet vinden in eene betere
waardeering van het te verrichten
werk en derhalve van blyvenden
aard dient te zijn, terwijl als gevolg
van de tijdsomstandigheden eene tij
delijke salarisverhooging of bijslag
op het salaris zal noodig zijn, zoo
lang de prijzen der eerste levensbe
hoeften op abnormaal peil staan, en
dat ook de Provincie en vele ge
meenten deze opvatting blijken te
deelen waar bij dezen, naast eene ver
hooging van jaarwedden, ook een bij
slag wordt toegekend, terwijl ook het
Rijk voor 1918 een bijslag verleenen-
de, tevens eene algeheele salarisher
ziening voor al zijne ambtenaren
voorbereidt
dat aan de nooden van iedere cate
gorie het beste zal worden tegemoet
gekomen door een percentsgewijze
bijslag op de wedde of het loon, zoo
als ook in andere gemeenten is ge
schied.
Rodenen waarom zy Uwer Verga
dering eerbiedig verzoeken het daar
heen te willen leiden, dat hun met
ingang van 1 Januari 1918 een bij
slag op hunne wedde of hun loon
worde verleend van 7 voor de on-
gehuwden met een minimum van
60.en een maximum van 120.
en van 10 voor de gehuwden met
een minimum van /lQO.en een
maximum van 2Q0.en tevens
aan de daarvoor in aanmerking ko
menden een toeslag van f 25.wor
de verleend voor één inwonend kind
beneden den leeftijd van 14 jaren,
van 35voor twee en van f 50.
voor drie en meer kinderen beneden
dezen leeftijd.
Hetwelk doende enz.,
R. MOERKERK,
en 159 anderen.
Aan den Raad der gemeente Gouda.
De VOORZITTER: Ik stel voor
om deze adreseen ter visie te leggen.
De heer VAN DER REE: M. d. V.
Zou het niet mogelijk zyn, dat over
deze adressen praeadvies werd uitge
bracht f
De VOORZITTER: Er is een
voorstel van B. en W. inzake den
duurtebjjslag aanhangig en daarby
kunnen die adressen feitelijk behan
deld worden.
De heer VAN DER REE: M. d. V.
U stelt voor die adressen ter visie te
leggen, maar ik sou gaarne sien, dat
B. en W., als het mogelijk was, er
praeadvies over uitbrachten.
Do VOORZITTER: Dat is «enigs
zins bezwaarlijk. Er is reeds een
voorstel vin B. en W. en daaraan
moei bet College zich uit den aard
der zaak op dit oogenblik houden,
want gij zult begrijpen, dat zij, die
een duurtobyslag vragen, een honge
ren duurtebyslag vragen dan B. erf
W. voorstellen te geven. Al die adres
sen komen echter by het voorstel van
B. en W. aau de oitle en zullen dan
een onderwerp van discussie kunnen
uitmaken; B. on W. zullen dan daar
omtrent ook wel hun meening zeg
gen.
De U»raadsl aging wordt geslo
ten en net voorstel van den voorzit
ter zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
12. Een adres van het Algemeen
Pensioen-Comité te Amsterdam, hou
dende verzoek tot toekenning van een
bijslag op het pensioen ter grootte
van 25 van den pensioensgrond
slag, aan het gepensionneerde ge
meente-personeel met Memorie van
Toelichting (no. 254).
Dit adres luidt:
Utrecht, 20 Februari 1918.
Aan den Gemeenteraad.
GoVen niet verechuldigden eerbied
te kennen, G. J. A. Wesselingh en A.
J. W. Nny, respeetievelyè Voorzitter
en Secretaris van het Algemeen Pen
sioen-Comité, (vertegenwoordigende
circa 26000 leden), ten deze domicilie
kiezende ten kantore. Drift 10 te
Utrecht,
dat zij de aandacht van Uw Colle
go er op vestigen, dat den nood der
tijden, voor het gepeqsionneerde per
soneel, zoowel als hun weduwen en
weezen en op wachtgeld gestelden,
zéé is, dat de nieesten in kommer
volle omstandigheden verkeeren,
dat het naar de meening van adres
santen een daad van sociale recht
vaardigheid genoemd kan worden,
wanneer Uw Ooilege genoemde per
sonen ter hulp wilde kornen,
Redenen waarom zy verzoeken:
aan het gepensionneerde gemeente-
personeel, weduwen en weezen, en op
wachtgeld gesteldcn, een bijslag op
het pensioen te willen verleenen.
groot 25 van den pensioensgrond
slag, waarnaar het pensioen vastge
steld is geworden, met een algemeen
minimum van 150.
dat zij Uw College verder verwij
zen naar de hierbij gevoegde Toelich
ting, waarin dit verzoek nader wordt
gemotiveerd en omschreven.
't Welk doende,
G. J. A. WESSELINGH, Voorz.
A.-J. W. NUY, Secretaris.
De VOORZITTER: Ik stel voor
dit stuk in handen van B. en W. te
stellen om praeadvies, terwijl het in-
tus8chen ter visie kan worden ge
legd.
Aldus besloten.
13. Een adres van G. Bot, alhier
houdende verzoek om eervol ontslag
als onderwijzer der School voor
Voortgezet openbaar lager onderwijs
alhier (uo. 278).
Dit adres luidt:
Aan den EdelAchtbaren Raad
der Gemeente Gouda.
Edel Achtbare Heeren.
Hiermede heeft ondergeteekende,
G. Bot, onderwijzer, de eer U te be
richten, dat hij de benoeming aan de
Openibare School no. 3 gaarne aan
neemt.
Tevens verzoekt hij U beleefd, hem
als onderwijzer aan de school voor
Voortgezet Lager Onderwijs, eervol
ontslag te willen verleenen op een
door U vast te stellen datum.
Hoogachtend heeft hij de eer te
zijn:
van U EdelAchtib. Heeren,
de dw. dr.,.
G. BOT.
19-2-'18.
Adres: Bleekerssingel 20, Gouda.
De VOORZITTER: Ik stel voor dit
ontslag eervol te verleenen met in
gang van den datum, waarop de op
volger van den heer Bot eventueel in
dienst zal treden.
Aldus besloten.
14. Een dankbetuiging van K.
Binnendijk alhier voor zijn benoe
ming tot Marktmeester van de Var
kenmarkt (no. 93).
Dit schrijven luidt:
Aan den Raad der gemeente Gouda.
Onder beleefde dankzegging voor
het in hem gestelde vertrouwen
neemt ondergeteekende zijne benoe
ming als marktmeester van de Var
kenmarkt te Gouda in danik aan en
hoopt UEdelachtbaren's verwachting
verwachting omtrent hem niet te be
schamen.
Uw dw. dnr.,
K. BINNENDIJK.
Gouda, 28 Februari 1918.
De VOORZITTER: Ik »tel voor dit
stuk voor kennisgeving aan te ne
men.
Aldus besloten.
16. Een schrijven van A. Hooger-
dijk alhier, némen» vier te dezer
stede gevestigde bouwvak-organisa
ties, houdende verzoek gemeentelij
ken woningbouw te willen bevorde
ren (no. 179).
Dit schrijven luidt:
GoukIs, den 25 Februari 1918.
Aan de Gemeenteraad van Gouda.
WelEdele Heeren,
De ondergeteekendeu bouwvak-
organipaties hier ter stede. Verzoe
ken hiermede beleefd doch dringend,
dat U College zich zal uitspreken om
te geraken tot Gemeentelijke woning
bouw. En oan dit zooveel mogelijk te
bevorderen, gezien de groote woning
nood hier ter stede. En om ook zoo
veel mogelyk de werkeloosheid tegen
te gaau, daar er eeu groot te kort is
aan goede woningen voor arbeiders.
Daar er haast niet gebouwd wordt
van particuliere zijde in deze crisis
tijd.
Namens de samenwerkende
organisaties,
De Alg. Ned. Timmerl. Bond.
Centrale Bond van Bouwvak
arbeiders.
R.-K. Bond v. Bouwvakarbeiders.
Alg. Ned. Sohilderebond.
A. HOOGERDIJK.
Secretaris.
Vierde Kade 117, Gouda.
De VOORZITTER: Ik stel voor
dit schrijven voor kennisgeving aan
te nemen
Aldus besloten.
16. Een adres vau de afdeeling
Gouda van den Neder landschen
Bönd van Werklieden in openbare
diensten en bedrijven, houdende ver
zoek den gemeente-werklieden eene
verhooging van /2.50 per week op
het wekelyksch inkomen toe te ken
nen en die verhooging wekelijks te
doen uitbetalen (no. 254).»
Dit adres luidt:
Gouda, 27 Februari 1918.
Aan
den Raad der gemeente
Gouda.
Edelachtbare Heeren,
Geven met verechuldigden eerbied
te kennen, ondergeteekenden, M. de
Jong en A. van Rijswijk, respectieve
lijk voorzitter en secretaris van den
Nederlandschen Bond van Werklie
den in Openbare Diensten en Bedrij
ven, afdeeling Gouda, goedgekeurd
hij Kon. B«fel. van 12 Januari 1915,
No. 29, donncilie houdende, ten huize
van den tweeden onderteekenaar, A.
van Rijswijk, Snoystraat 127, Gouda;
dat zy Uwen Raad beleefd maar
dringend verzoeken, wel zoo goed te
willen zyn, om te besluiten, boven
het wekelyksch inkomen dat thans
den werklieden wordt uitgekeerd,
een verhooging van het inkomen van
2.50 per weck toe te kennen, en dit
wekelijks te doen uitbetalen.
Voor een nadere motiveering van
dit verzoek zijn zij zoo vrij te ver
wijzen naar bijgaande memorie van
toelichting.
't Welk doende enz.,
M. DE JONG, Voorzitter.
ARIE VAN RIJSWIJK, Secret.
De VOORZITTER: Ik stel voor
dit adres ter visie te leggen voor de
Raadsleden.
Aldus besloten.
17. Een adres van het Bestuur der
Go udsche W i n kei iere- V ereenigi ng
houdende verzoek de door Burge
meester en Wethouders voorgestelde
verhooging der electriciteitsprijzen
niet in te voeren voor de verlichting
van winkels en magazijnen (no. 152).
Dit adres luidt:
Gouda, 28 Februari 1918.
Aan
den Raad der gemeente
Gouda.
Geeft met verechuldigden eerbied
te kennen het bestuur der Goudsche
Winkeliersvereniging, goedgekeurd
by Kon. Besluit van 28 Maart 1907,
dat bij Uw Raad voorstellen zyn
ingekomen tot aanmerkelijke verhoo
ging der electriciteitsprijzen,
dat het Uw College met aandrang
verzoekt die verhooging niet in te
voeren voor de verlichting van win
kels en magazijnen, daar de steeds
stijgende exploitatiekosten voor de
winkeliers hierdoor weer zeer veel
zouden worden verhoogd,
dat vele winkeliers juist in don
laatsten tijd door de gasrantsoenee-
ring verplicht zyn geworden hun
gasverlichting door electriciteit te
vervangen,
dat het de vryheid neemt U be
scheidenlek onder de aandacht te
brengen, dat de groote bloei
der Lichtfabrieken voor een aan
merkelijk deel is te danken aan
den winkelstand, wat toch aan de ge
meenschap is ten goede gekomen,
redenen waarom ons bestuur het in
deze benarde tijden ulleezins billijk
acht, dat niet nog zwaardere lasten
op de schouders der neringdoenden
worden gelegd.
't Welk doende enz.,
Namens het Bestuur,
C. C. KROM, Voorzitter.
J. E. C. KAMPHUIZEN. Secret!
De VOORZITTER: Dit adres Win
nen wy nader aan de orde stellen bij
de behandeling van het voorstel tot
het doen eener afschrijving op de
overwaarde der Gemeente-Gasfa
briek en tot verhooging der Gas- en
Electriciteitsprijzen
Aldus besloten.
18. Een praeadvies van Burge
meester en Wefchoódore op het adres
van den Goudsohen Bestuurderebond
alhier, houdende verzoek tot verlee
ning van een gemeentelijken bijslag
op den maximumprijs voor melk, te
gebruiken' door zuigelingen, zieken
on zwakken (no. 201208).
Dit praeadvies luidt:
Gouda, 1 Maart 1918.
In Uwe vergadering van 15 Febru
ari j.l. werd, ter Jine van praeadvies,
in onze handen gesteld eeu adres d.d.
2 Februari 1918 van den Goudsohen
Beetuurdereboud, gericht aan Uw
College en houdende verzoek van ge
meentewege een bijslag te willen ver
leenen op den maximumprijs van
melk, te gebruiken door zuigelingen,
zieken en zwakken. Te dien aanzien
hebben wij de eer U thans het navol
gende te berichten:
Uit het door oiib ingestelde onder
zoek is gebleken, dat vorenvsrmelde
oategoriëu een totaal van ten minste
1250 personen omvatten, te weten 600
zuigelingen, 250 zieken en 400 zwak
ken. Werd nu een eventueele bijslag
van b.v. 5 cents per Liter toegekend
aan de gezinnen, vallende onder
meergenoemde oategoriën, wier aan
slag in de plaatselijke directe belas
ting naar het inkomen f 1500.of
daar beneden bedraagt of die in het
geheel niet zijn aangeslagen, zoo
zouden ongeveer 1000 personen voor
bijslag in aanmerking dienen te ko
men. Bij een zeker niet te hooge
schatting van een gebruik per per
soon van 1 Liter per dag, zou derhal-
va, controle- en administratiekosten
en uitgaven, verbonden aan over te
leggen medische adviezen, buiten be
schouwing latende, met eene regeling
als hiervoren uiteengezet een uit
gaaf van ten minste 50per dag
gemoeid zijn of pl.m. f 18000.per
jaar.
Tot heden ie het Rijk niet bereid
gevonden ook maar voor een gedeelte
by te dragen in zoodanigen gemeen
telijken byslag, terwijl deze, blijkens
het hierboven medegedeelde, nog
maar een zeer klein geideelte der in
gezetenen zou ten goede komen en
voorla met een byslag van minder
dan 5 cents por Liter zeker weinig
zou worden bereikt.
Afgezien daarvan gaat de Gemeen
te bovendien, ten gevolge van de le-
vensmiddelendietributie, reeds onder
zulke zware finantieele lasten gebukt
en de kans is ongetwijfeld groot,
dat die eerlang nog inzeer belangrijke
inate zullen vermeerderen dat wij
een uitgaaf als bovenvermeld ter be
reiking van het beoogde doel tot ons
groot leedwezen moeten ontraden.
Eenërzijds voelen wij diep de noo
den der minder bemiddelden in deze
dagen, doch wy moeten anderzijds ter
dege rekening houden met den stand
der Gemeente-finantiën, die voortdu
rend op een uiterst zwaren proef
worden gesteld.
Wij meenen deriialve U te moeten
adviseeren afwijzend op het adres te
beschikken, althans zoolang het Rijk
der Gemeente te dezen niet finantieel
te hulp komt.
Aan den Raad der gemeente Gouda.
De VOORZITTER: Dit praeadvies
zal worden gedrukt en bij de Raads
leden worden rondgezonden.
Aan de orde:
Het voorstel v»n Burgemeester en Wet
houders (tot het doen eener afschrijving op
de overwaarde (der Gemeente-Gasfabriek en
tot verhooging "der Gas- en Electriciteits-
p r(j sen. (No. 14|152).
De algemeene beraadslaging wordt
geopend.
De heer VAN DER WANT: M. d.
V. Wanneer er een onderwerp is, dat
gedurende de laatste jaren herhaal
delijk onder onze aandacht is ge
bracht, dan is het zeer zeker wel de
voortdurende verhooging van de
prijzen van gas en electriciteit en de
quaestie van de bezuiniging.
Immers, in 1915, tweemaal in 1916
en tweemaal in 1917 hebben wy der
gelijk voorstel te behandelen gehad
en korten tyd daarna moeten wy op
nieuw een beslissing in deze nemen,
en tegelijkertijd wordt daarbij in
uitzicht gesteld, dat biunen zeer af-
zienbaren tyd de zaak opnieuw aan
de orde zal komen.
Waar dat al herhaaldelijk gebeurd
11
is, daar acht ik het wel de moeite
waard oan dit onderwerp eens nader
te beschouwen, en ook de verschillen
de cijfers wat betreft de prijsen na
te gaau.
Dan deuk ik natuurlijk in de eerste
plaats aan de oorzaak van die voort
durende verhooging, welke gemakke
lijk genoeg te vinden is in den steeds
stijgenden kostprijs van de steenko
len. Hoewel die oorzaak zeer gemak
kelijk ia te vinden, mogen wjj daarby
toch niet uit het oog verliezen, dat
als het ware die hooge prys vau de
steenkolen kunstmatig wordt opge
voerd en dat wii gerust kunnen zeg
gen, dat die onder protectoraat van
de verschil lende regeeringen in stand
gehouden wordt. Of dat nu uitslui
tend een gevolg is van de houding
van buitenlandsche regeeringen dan
wel dat daartoe ook de Nederland-
sohe regeering medewerkt* dat de
prijs van de steenkolen zoo verhoogd
wordt, doet er niet toe. Hot is in elk
geval zeker, dat diezelfde regeering,
welke er overal bij particulieren op
aandringt, dat gozorg^ worde voor
een zoo billijk mogelijke regeling der
beschikbare goederon, de artikelen,
welke zy als het ware monopolisee-
ren kan, gebruikt om ze zoo duur
mogelyk aan den man te brengen.
Nu zien wij, naast den hoogeren
kolenprys met als gevolg daarvan
een voortdurende stijging van de
prijzen der uit de steenkolen ge
maakte producten, ook alom, dat velé
artikelen zoodanig in prijs zyn ge
stegen, dat de regeeriugen zich daar
mede hebben moeten bemoeien en die
piiizen hebben onderworpen aan ver
schillende regelingen. De'regeling
die ïa Nederland is getroffen eq nu
niet aoi>$rg wordt toegejuicht, maar
wij gaan nu eenmaal in die richting
ie het distributie-systeem met zyn
maximumprijzen en den byslag die
aan de producenten op die prijzen
worden gegeven in een of anderen
vorm, opdat in elk geval de Verbrui
kers die artikelen zoo goedkoop mo
gelijk kunnen koopen. De zeer hooge
bedragen, welke daarvoor noydig
zijn, moeten natuurlijk alle komen
uit de schatkist van Ryk en gerojpèn-
Het is een systeem, dat men f^er-
werpelyk moge vindei* zooals ik 'zei-
de, wij zyn eenmaal op dien wettj en
het zal gedurende de oorlogsperiode
wel niet mogelijk blijken om een lan
der, beter systeem uit te vinden, jflet
is in elk geval tot nog toe toegepast.
Ik heb deze dingen willen dpen
voorafgaan om daarmede aan te too-
nen, dat, wanneer wy misschien iets
dergelijks krijgen ik zeg nog njet,
dat liet zal gebenren op het gebied
van de gas- en electriciteitsprijzen.
het dan zeker toelaatbaar kan wor
den geacht vooral omdat het be
treft twee artikelen, die door byna
eiken ingezetene worden gebruikt en
die gerekend kunnen worden tot de
allernoodzakelijkste behoeften in in
dustrie en huisgezin. Bovendien mó
gen wij daarbij niet uit het oog ver
liezen, dat in vroegere jaren de win
sten, welke de Lichtfabrieken in zoo
ruime mate hebben afgeworpen, al
tijd gevloeid zijn in de schatkist van
de gemeente en daardoor natuurlijk
ten bate zyn gekomen aan de belas
tingbetalende burgerij en percentsge
wijs vooral aan degenen, die tot de
meer gegoeden kunnen worden gere
kend. Nu is er uit dat oogpunt wel
iets voor te zeggen, dat een verlies,
al is het dan misschien ook niet ge
heel, dooh gedeeltelijk, door de ge
meentekas wordt gedragen.
Ik zeg dit te meer, omdat behalve
over het systeem- om de prijzen te
regelen, ook nog gesproken wordt
over het stellen van een welstands-
grens. Het stellen van een welstands-
grens acht ik in elk geval geen gun
stige oplossing, omdat het vele on
rechtvaardigheden met zich brengt,
maar de gedachte zit daarby tocli
voor, dat degene, die 't het beet kun
nen betalen, ook het meest bijdragen.
Hetzelfde wordt bereikt, als het te
kort uit de gemeentekas wordt bijge
past. Nu moge men zeggen, dat de
belastingdruk daardoor aanmerkelijk
wordt verzwaard dat is ook het
geval maar daarnaast moet men
niet vergeten, dat een verhooging
van de gas- en electriciteitsprijzen
per slot van rekening toch ook door
dezelfde personen moet worden op
gebracht, alleen met dit verschil, dat
de bedragen, die op ieder persoon
drukken, evenredig zijn, niet aan zijn
vermogen, maar aan zyn verbruik.
Dat kan, wat de gezinnen betreft,
voor ieder ongeveer gelyk worden
geacht.
En als ik dan kom tot het voorstel
van B. en W., dan zijn daarin drie
punten, welke mijn bijzondere aan
dacht hebben getrokkenin de eerste
plaats de bezuiniging, in de tweede
plaats de prijzen en in de derde
plaat» wat wy al» gemeente hebben
te bevorderen.
Wat het eewte, de beauiuiging, be
treft, moet ik zoggen, dat ik wel
«enigszins vreeand heb opgekenen
van het praeadvies, dat B. en W. heb
ben uitgebracht. Wü hebben name
lijk overal tot taak, ieder voor ziel»
en de overheid in het bijzonder, te
aorgeu, dat de goederen, welke wy
hebben ,niet alleen zoo productief
mogelijk worden gemaakt, maar ook
op een zoo zuinig mogelijke wijzê
worden verbruikt. Wy hebben dat
ook gedaan onder den dwang van
h H>ger hand. Wy hebben bij eenige
v. ui de voorlaatste beschouwingen
k innen hooren hoe wy als het ware
hven onder den druk van de Ryks-
kolendistributie in den Haag, die
voorschreef, dat de in October aan
genomen regeling zoo moest en zou
zyn, dat dat systeem van bezuiniging
niet anders kon wezen,dat de R. K. D.
de handen vun ons zou hftrekkeu, als
wjj dat systeem niet volgden. En nu
bevreemdt i het my, dat, terwijl wij
daartoe zyn gedwongen, terwijl het
voorgesteld is alsof wij geen anderen
weg mochten bewaudeleu, de ge
meente in dit systeem van bezuini
ging verandering gaat brengen.
Ilrizou daarom aau B. en W. eens
willen vragen of dat gesohied is met
toestemming van de R. K. D., of uit
weikin hoofde dat andere is gedaan
en of het Vjbldoende kan wordfn ge-
uiotiveerdMvaut de motieven, die
doorB. euj w. wordeq genoemd, kun»
ueu ïny nuft bevredigen. Immers, al
is het ipógMyk, dat de verschillende
verbruiker» van gas en ïelectriciteit
Uuu verbruik zuilen bepfrken twqtli
hoogere prijzen, er stai
naast,> dat'j&U, die 't In
lykst kunnéq beialen, oi
zullen verbruiken. Oi zi
nïet zullen 'doen, wil ikj
buiten laten, maar in fi
wordt de gelegenheid getr
personen, (jte over geld riesohlkken,
zich jmeer kunnen vereahjiifen dan
degehen, die dat geld ni|f bezitten,
en dat is juist gebleken «jen van de
verdérfelykste dingen te zijn o0 elk
gebied van de distributie, en, juisj,
van de punten, welty by elke
distributie ^oo nauwkeurig mogelyk
onder de oogeu gezien moeten wor
den, om te zorgen dat ieder Nederlan
der precies zijn eigen portie en niet
meer kan gebruiken.
Uit dit oogpunt zal ik dan ook met
liet voorstel van B. en W. tot ophef
fing van de rantsoeneering onmoge
lijk kunnen medegean.
Er is nog iets andere, n.l. dat door
de voortdurende styging van de prij
zen het verlies by grooter verbruik
dat vloeit er direct uit voort -
toch grooter is. Misschien j dit niet
zoo direct het geval by electriciteit,
maar het is zeker zoo bij gas.
Ik geloof daarenboven dat het,
wanneer wij eenig overschot hebben,
dan wel zaak is het zoo zuinig mo
gelijk te bewaren, en dat or wel eens
een tyd kan komen, dat wij blijde zyn
dat wij dat nog hebben.
Wanneer ik kom tot de prijzen,
dan moet ik zeggen dat hetgeen dien
aangaande wordt voorgesteld my
nog-meer heeft gefrappeerd dan wat
ik heb aangeroerd omtrent de bezui
niging.
Ik kan natuurlijk niet en ik wil
ook niet te veel van het geduld der
heeren vergen alle cijfers wat be
treft industriegas, lichtgas enz., in
den breede bespreken, doch ik
wensch ïny er toe te bepalen een van
de hoofdcjjfers, dat betreffende het
lichtgas, in het kort te behandelen.
De prijs van het lichtgas was in
1914 en 1915 8 cent per M3. en de
prijs van de electriciteit 20 cent per
K.W.U. Op 12 Mei 1916 is aangeno
men een voorstel van B. en W. om
den prijs van het gas te brengen op
10 cent en den prijs van de electrici
teit op 24 cent; dftt beteekende voor
beide artikelen een verhooging van
nagenoeg 25
Bij de vorige wijziging van de prij
zen van gas en electriciteit in Oc
tober 1917 bleef de prijs van het
lichtgas 10 cent per M3.; de prijs
werd alleen bij een meerder verbruik
hooger gesteld, maar dat is meer ts
beschouwen als een boete; dus ae
grondprijs van het lichtgas bleef 10
cent. Daarentegen werd de prijs van
de electriciteit van 24 cent gebracht
op 30 cent; dus toen werd de prys 50
hooger dan de prijs in 1915 was,
en 25 hooger dan hij vóór October
1917 was. Dus de prijs van de elec
triciteit kwam toen, vergeleken by
het gas, in aanmerkelijk ongunstiger
conditie te staan, hoewel men als
leek zou zeggeu, dat juist de gasprijs
onder de hooge kolenprijzen zou heb
ben te lijden.
De nu aanhangige vooretellen ma
ken de zaak nog veel erger. Immers,
de gemiddelde prijs voor lichtgas zou
nu worden 16 cent.jdat i» 85 meer
dan in 1915 en 50 meer dan ua de
eerste vorhoogiug Van 12 Mei 1916.
Den prys vau de electriciteit wil men
daarentegen brengen op 50 oeut per
K.W.U., zegge 1Ö0( moer dan de
prys in 1915. Dat is byna het dub
bele van de verhoo^iug vau den gas-
prifc
Ik moet dan ook eerlijk verklaren
dat, waar de kolenprijzen, hoewel na
tuurlijk van zeer groote importatie,
toch niet zoo grooteu invloed kunnen
hebben wat betreft de electriciteit als
wat betreft het gas, Jtet mij gefrap
peerd heeft, dat de pjb» van de elec
triciteit in dergelijk»! sneller tempo
moet worden opgev(W||d dan de prys
'van het gas. ij|
Wy moeten ook ifltlEanmerking ne
men, dat de heerejóü contractanten
door de kolenclaimuliv op den prys
van de electrioiteiuuljzeker bedrag
moeten bypaqsen, ayuaar golang de
kolenprys stygt. Mjanneer wy nu
zien, dat dat verledeBiJaar, zoo ik mij
niet vergis, geweestfiilongeveer 6 ot.
per K.W.U., dan ik my af,
boe het komt, dptmmr de verbrui
kers. die geen coutM«| bobben, bij
vroeger een vé!r»c)iI$%ioet worden
betaald van 30 cent nlr K.W.U. Dat
zyn eyfer», die, zelf^wunneer de pro
ductiekosten van djtijiaar byna zou
den verdubbelen, o®|>ÏJ met elkander
zyn te rijmen. Boveldten komt in dit
voorstel, wat de prijj|e(j betreft, vopr,
aauzie^yjan qe gasvër*
VaU do indus-
|/j gelijkstelling
I dat geen be-
yun! den élóin,
0ie gronil-
waaxoin
iciteit An-
s b.v. we»
Rniet ifi
i eeu con»
Iq tegejji
flit tö gebrul»
^nt Ipe voor
dingen op
jan con-
i^ooride Oen-
het oni
iafdpeling de
andere af-
dat men ten
bruikers op het gel
trie zooveel mogelij
wil, teneinde te zoi
oorrechting ontsi
ven den ander,
lachte lerg mooi|
t men. daarnet
hamielenjjen i<
- zijn gering
[t is om met de Céi
af te sluiten,'i
pityzenielectricj
terarijl df bontri
ke prijzig krij^ti'
zeg dit jtjqet om i
isyslfem j|An afsll
.ten ikvacht^a)
noodig inu
j—r r'eit, dat ijide
verpruikere wel en In
deeling de verbruikers niet] worden
gelijkgesteld en zooveql mogettyk van
elkander worden verwijderd. I
Dan kom ik tot iets; dat hieraan
direct aansluit, n.l. mijn derde punt:
wat wij zooveel mogelijk moeten be
vorderen! Het antwoord op die
vraag kan, dunkt mij, nog al een
voudig zijn. Wij hebben niet andera
kunnen hooren en lezen uit andere
richtingen, ook van deskundigen, dat
wij al het mogelijke moeten doen om
het verbruik vfcn electriciteit aan te
moedigen. Wij moeten dat doen uit
tweeërlei oogpunt. In de eerste plaats
uit het oogpunt van bezuiniging van
brandstoffen en in de tweede plaats,
omdat die uitbreiding van de Cen
trale op den duur de prijzen zoo laag
mogelyk kan maken. En wat zien wij
nu in het praeadvies van B. en W.ï
Daar wordt electriciteit meer be
schouwd als, laat ik maar zeggeu:
een soort luxe-artikel, dat alleen de
meergegooden verbruiken. Ook die
stelling is mijns inzicus niet houd
baar. Ik geloof, dat er tal van perso
nen zijn, die niet bepaald gerekend
kunnen worden te behooren tot hen
die het royaal kunnen betalen, en die
ook electriciteit gebruiken. Ook als
dat niet het geval was, zouden wij
toch zooveel mogelyk moeten zorgen,
dat ieder, die in plaats van gas elec
triciteit wilde gaan aanleggen, dat
op de meest gunstige en voordeelige
voorwaarden kon doen. In andere be
langrijke gemeenten zien wij, dat alle
mogelijke moeite wordt gedaan om
het den mensahen gemakkelijk te ma
ken electrisch licht in huis te nemen.
En wat zullen wij by aanneming van
dit voorstel doen! Dan doen wij pre
cies liet omgekeerde; dan zullen wij
de menschen haast dwingen om van
gebruik van electriciteit tot gebruik
van gas over te gaan. Daarover moet
men niet gering denken, want die
prijzen zijn werkelijk buitengewoon
hoog.
Wanneer ik dan ook hiermede ein
dig, dan moet ik zeggen, dat mijn in
druk over die vooretellen van B. en
W. een zoodanige is, dat zij, zooals
zij daar liggen, voor my onaanneme
lijk zijn. Het is niet direct mijn bedoe
ling te zeggen, dat ik elke medewer
king in die richting zou willen wei
geren, maar in elk geval na de be
schouwingen, welke ik er over heb
gehouden, zult U begrijpen, dat ik
omtrent die vooretellen van B. en W.
een zeer slechten indruk "'heb gekre
gen, die er mij van zal weerhouden
daaraan myn stem te geven. Ik zou
haast aan B. en W. willen vragen of
het niet wensohelyker was dit vraag
stuk nogmaals op hun gemak onder
het oog te zien. Nu moge men zeg
gen, dut de tijd dringt en dat een na
dere overweging veel tijd koet, ter
wijl de zaak vlug moet worden be
handeld dat hebben wij bh de be
handeling van vooratellen dikwijl»
gehoord maar er staat tegenovsr,
dat wy over een maand of anderhal
ve maand weer moeten beginnen, zoo
dat ik dat bezwaar niet al» zoo ern
stig beschouw.
Er is nog een punt in de voorstel
len van B. en W., n.l. de afschrijving
Van 30.000.— op de overwaarde,
van do Gemeente-Gasfabriek. Dit is
pet eenige punt, waarmede ik mij kan
yereenigen.
Ik zal zoo vrh ZÜ& #>n tegen de
vooretellen van B. en W.qte stemmen,
piet do bedoeling dat by nieuwe voor
stellen inet mijne bezwaren rekening
zal worden gehouden, dat eventueel
eeh regeling zal worden getroffen
volgons welke eon te lijden verlies,
wanneer andere'de prijzen te hoog
moeten worden opgevoerd, door de
getneente zal gedragen worden, en
dat er voir gezorgd worde, dat het
systeem van bezuiniging opnieuw in
de verordening worde vastgelegd.
De heer .JONGENBURGER: M. d.
V. Ik kan ua het betoog vjan den heer
van der Want betrekkelijk kort zyn.
I Ik voorzie uit dat betoog een breed
voerige discussie, an, my kunnende
'kansluiten bij het sfot "van bet betoog
'»an den heer van'der" Want, zou' ik
willen votjjretellen om dit punt voor
lieden vaéMe agenda af te voeren.
Ik doe pit voorstel hoofdzakelijk
ml met hetgeen gezegd is
W., door de Commissie
1 ènf^oor den directeur
triekenj die allen erop i^e-
lebbkn, dqt zeer waar-
vrij zeker wy met April
eentaUM» discussie zuilen
itaaÉ Wy zullén nu een
ook in ve
door B
yaq by
jtii
ïjWdrzelfaie
staan, j iU
Wat ftfeijwei
stand vanMiu,
dijtjeussio krijgen en ik
April, wnnear de
\hfn de Rijks Kofen-
tit; wy wpder voor
weder
e zullen komen te'
ld j belet pnjtf den toe-
jië toeft, /ttiipt zoo on
gunstig isjjnogi 1 maand te laten"
voortduren^ f
Er komt by, dat B. en |W. ons in]
de stukken verwijzen nisar de reke-1
ningen der Lichtfabrieken. Zij zeg
gen, dat de exploitatie der Lichtfa
brieken over 1Ö17 een tekort van
30.000.1 heeft opgeleverd, maar
het is mi) niet mogelyk geweest die
rekeningen te eontroleerwn, want die
zijn niet by de stukken overgelegd
geworden.
Het is my op dit oogeiïblik niet
duidelijk, in hoever dat tekort ver
oorzaakt is door de exploitatie van
de gasfabriek, dan wel door de eleo-
triaohe centrale, en ik acht het van
groot belang voor de Raadsleden, dat
zy een vergelijking kunnen inaken
en nagaan, welke tekorten beide in
richtingen hebben opgeleverd.
In verband daarmede en ook in
verband met het heuglijk feit, dat B.
en W. eindelijk ook medegaan met
het idee, zoo dikwijls ook reeds in den
Raad geopperd, dat vait de in vroe
gere jaren gemaakte overtollige
winst nu gebruik kan worden ge
maakt om een tekort te dekken, n.l.
het tekort van 1917, kan ik niet in
zien, dat het voor B. en W. bezwaar
kan opleveren om, nu er een tekort
is, dat nog een maand voort te laten
duren.
Er wordt op gezinspeeld, dat Ge
deputeerde Staten voor 1918 niet
meer zullen toestaan, dat een even
tueel tekort gedekt wordt op de wijze
als nu voorgesteld wordt ten aanzien
van het tekort over 1917, maar zeker
heid hebben wy nog niet. B. en W.
denken er wel een klein beetje pes
simistisch over.
Zij deelen mede, dat na afschrij
ving van het tekort over 19l7 ad
30.000.— de overwaarde van de
gasfabriek nog zal bedragen een dik
ke 2 ton. Iedere koopman zal zeggen,
dat wij er dus nog niet »oo slecht
voorstaan. Er wordt nu gesproken
van een tekort van f 30.000.in het
afgeloopen jaar, maar ik vermoed
dat in de rekening over dat jaar ook
zal voorkomen een afschrijving van
40.000.—.
Ik vind dus op grond van een en
ander het niet zoo groot bezwaar om
deze zaak nog een maand uit te stel
len, en ik doe dus het voorstel dit
punt van de agenda af te voeren.
De VOORZITTER: Ik stel er prijs
op om namens B. en W. een en ander
in het midden te brengen en voorna
melijk om mede te deelen, dat zy, in
tegenstelling met de meening van
den heer Jongenburger, deze zaak
zeer spoedeiscliend achten.
Wil de Raad besluiten het voorstel
van B. en W. aan te houden en de
zaak nog een maand te laten loopen
gelijk rif op het oogenblik loopt, dan
1» de verantwoordelUkhekl daarvoor
nat uur lijk hu den Raad; maar B. en
W. maken beswaar oen den toestand
te laten zooals hU op het oogenblik
is, zonder althans pogingen aange
wend te hebben ow er verbetering in
aan te brengen.
Want al moge de rekening van de
Lichtfabrieken over het jaar 1917
sluiten niet een nadeelig saldo
vau ongeveer 30.000.—over 1918
ziet de toestand er ganach andera en
veel ongunstiger uit. Ik wil or alleen
op wijzen ten opzichte van de gasfa
briek, dat waar by de begroeting
voor die fabriek de prijs der gaskolen
was berekend op 27 per ton, die
prijs is geworden 55.por ton.
I)e kostprijs van het gas is berekend
op 15 cent volgens do volgende becij
fering: de productiekosten hebben
bedragen 240.700 tegen een afgele
verde hoeveelheid van 1.605.000 M3.
gas. Dientengevolge geven de Licht
fabrieken aan ieder ingezetene voor
elke kub. nieter gas, dien hij ver
bruikt, 5 cent oadeau, wat dus alleen
voor do gasfabriek komt op een ver
lies van ongeveer 6500 per maand
of 80.000.— per jaar, waarbij nog
komt het nadeelig saldo op het elec-
triciteitsbedryf.
B. en W. hebben, hoe ongaarne
ook, na de beslissing, welke ten vori
ge» jare in October is gevallen, deze
zaak weer ter sprake gebracht; zy
hebben zich nret verantwoord geacht
oïn het te laten doorloopen zonder
met nieuwe voorstellen te komen by
den Raad. Meent jdc Raad alles te
kunnen laten doijrgaan, natuurlijk,
de verantwoordelijkheid daarvoor is
by den Raad^ maar de Commissie
voor dó Lichtfabrieken en IJ,-en W.
hebben lieüzeer (betreurd, dat het
door de verkohillflnde berekeningen,
welke moeiten wphden gemaakt, niet
is mogen gelukkeg met deze voor
stellen zoo vroeg |te komen, dat zij
reeds voor de mdpnd Februari toe
passing konden vinjden, wdnt hoe lan
ger de lage prijzen, loopen, hoe moei
lijker het zal zyn net tekort voor de
gasfabriek, dat steeds grooter wordt,
te vinden. M
Er is gesproken, ook door den heer
Jongenburger, over de mogelijkheid,
dat dat tekort eventueel zou worden
gedekt ook uit de overwaarde, welke
op de balans van de gasfabriek
voorkomt. Die illusie moet ik eigen
lijk geheel ontnemen. Ik beb my per
soonlijk op de provinciale griffie
vergewist omtrent de bij het Ooilege
van Ged. Staten daaromtrent be
staande meening en ik ben te weten
gekomen, dat men, hoewel zeer on
gaarne, nog toestemming zal verlee
nen om eventueel die f 30.000.het
tekort over het dienstjaar 1917, op de
overwaarde te doen afschrijven, een
voudig uit overweging, dat het te
kort er nu eenmaal is, dat dit op de
een of andere wyze moet worden ge
dekt en dat het niet aangaat daar
voor een leening te sluiten.
Mot betrekking tot het tekort 1918
werd, zooals ook in de stukken is me
degedeeld, uitdrukkelijk gezegd: dat
tekort bestaat oogenblikkelijk nog
niet, liet bedrijf behoort zyn eigen
kosten goed te maken en men be
hoort er dus thans in te voorzien.
Ik kan U ook nog mededeelen, dat,
wat betreft de overwaarde, die feite-
lyk niet in geld aanwezig is, maar in
de gebouwen zit, Ged, Staten bij de
vaststelling van de rekening hebben
te kenneu gegeven, dat die overwaar
de bij de bezittingen van de Lichtfa
brieken moet gevoegd worden en niet
een afzonderlijken post op de begroo
ting van de Lichtfabrieken mag uit
maken. Men wil niet, dat kapitaal
uan het bedrijf wordt onttrokken en
daarop zou de afschrijving tenslotte
neerkomen.
Er is over de beste wijze van in
richting van het tarief in de Commis
sie zeer hitvoerig gesproken. De mee
ning is ook voorgestaan, dat het aan
beveling zou verdienen om het tarief
zoo in te richten, dat den zwaarst be
lasten gezinnen, wat kinderen be
treft, ook het meest zou tegemoet
gekomen worden in den prijs van het
te gebruiken gas; maar wy zijn niet
in zoo korten tijd tot een becijfering
kunnen komen die afdoende was om
dienaangaaftde vooretellen aan het
College van B. en W. te doen.
Wij hebben echter gemeend, dat
het tarief zooals het hier door B. en
W. wordt voorgesteld, het meest
practische is om te komen tot $en
dekking van het tekort: degeen, die
het minst gebruikt, die het zuinigst
is, betaalt het minst, betaalt iets min
der dan den kostprys. Dit leek ons de
aangewezen weg en het doet mij
daarom leed, dat de heer van der
Want zich met dit systeem van B. en
W. zoo geheel en al niet kan vereeni-
gen.
Het is juist de bedoeling geweest
In fraai* uHvoarlng
- levert - -
Drukkarl)
om hen, die zioh de weelde willen ver
oorloven om meer gas te verbruiken,
dan ook te laten betalen boven den
kostprys. Maar hetgeen door de ver
bruikers gemiddeld betaald wordt, zal
natuurlyk moeten zyn de kostprijs
van bet gas. Er bestaat geen enkele
aanleiding om, waar het gas aan de
gemeente 16 cent per M3. kost, het
aan de verbruikers tegen 10 cent per
M3. te gaan leveren. Dat is oen toe
stand,* die onmogelijk kan voort
duren.
Wat nu betreft de prijzen van de
electriciteit, d<>ot de Commissie is
gezegd, dat de eleotriciteitsverbruj-
kera bijkans zonder uitsondering be
hooren tot de klasse der meergegoo
den, en met het oog daarop is geen
verschil in bet tarief gemaakt. Het
ware misschien juister geweest om te
dat er onder de minder ge
goeden geen electriciteit wordt ge
bruikt, eu juist den minder gegoeden
willen wy tegemoetkomen, en daar
om kwam het ons wat betreft de elec
triciteit minder noodzakelijk voor
om verschil iu het tarief te maken.
De toestand wat de electriciteit be
treft is aldus, dat de centrale moet
opbrengenbuiten de kolenclausule,
die blijft buiten aanmerking, die laat
ik geheel rusten f 123.000.—, en
nu ig door de Commissie de bereke
ning aldus opgemaakt, dat de con
tracten, bulten de kojenclausule, bij
den prijs van 4.5 cent,, opbrengen
36.000.—, de liohtstrooln bij een
prijs van 50 cent 70000.-1-, de kleine
kraoht tegen 20 oent 15000.van
Haastrecht 2000.
Nu is er zeer veel over de zaak
te spreken. Wy kunnen er zeer uit
voerige discussies over hondenmaar
per slot van rekening komt het
hierop neer, dat er een weg gevon
den moet worden, evenals men ook
elders getraoht heeft om een regeling
te treffen waardoor wy ontkomen
aan die groote tekorten, waarmede
de gemeentekas niet belast kan wor
den. Weet men een beteren weg om
die tekorten te dekken, wü zullen die
gaarne vernemen en in overweging
nemen; maar vooralsnog heb ik dien
niet mogen vernemen.
Nu zal deze regeling vermoedelijk
slechts 1 maand kunnen duren, om
dat daarna ons nieuwe voorschriften
van de Rijks Kolendistributie zullen
bereiken. Met het oog daarop zou ik
dan ook uitdrukkelijk willen zeggen
heeren, neemt dan met het voorstel
zooals het door B. en W. gedaan
wordt, althans voor een maand een
proef om aan de groote bezwaren te
gemoet te komen, waaraan wy an
dera feitelijk zouden blootstaan.
Mag ik den heer Jongenburger
vragen, of hy zyn voorstel tot uitstel
handhaaft!
De heer JONGENBURGER: Ja,
M. d. V.
Het voorstel van den heer Jongen
burger wordt voldoende ondersteund
en maakt mitsdien een onderwerp
van beraadslaging uit.
De VOORZITTER: Wordt over
het voorstel van den heer Jongenbur
ger nog nader het woord verlangd?
De heer VAN GALEN: M. d, V.
Is het de bedoeling van den heer jon
genburger, dat deze zaak wordt uit
gesteld tot ua April of tot de vol
gende week?
De heer JONGENBURGER: Ik
meen zeer duidelijk te zijn geweest.
Het is mijn bedoeling deze zaak uit
te stellen totdat de nieuwe Rijksrege
ling er is.
De heer VAN DER WANT: M. d.
V. Mag ik een vraag stellen! Er
staat in de toelichting van B. en W.
wel, dat die Rijksregeling reeds in
April zal komen, maar zeker is dat
niet, zoodat het de vraag is of, wan-
ueer wy het voorstel van den heer
Jongenburger aannemen, de bestaan
de toestand nog slechts een maand
zal worden verlengd. Immers, de R.
K, D. kan wel eerst over drie maan-