A. Brinkman! Zoon WAARDEPAPIEREN AANDEELEN OBLIGATIEN MARKT 31 Tal. 92 king getreden salarisverhooging zal worden afgetrokken; dat deze toeslag wekelijks aai wor den uitbetaald; dat sb Uwen Raad deriialve drin gend versoeken een duurtetoeelag soowel voor hen selven ala voor hun ne kinderen te willen vaststellen op de wijze *1* aan het hoofd van dill adres is aangegeven. 't Welk doende, DE JONG^ Voorzitter J. v. d. HOEVEN, Secr.-Penn. Gouda, 27 Februari 1918 Aau den Raad der gemeente Gouda. Geven met verechuldigden eerbied te kennen de ondergeteekende Sluis- knechten en Brugwachters dezer Ge meente. Dat zij het voorstel van B. en W. van 21 Februari 1918 hebben gele zen, out alle ambtenaren, beambten en werklieden in dienst dezer Ge meente eenduurtebijslag te willen toe kennen voor kinderen beneden de 14 jaren enz., dat zij dit ten zeerste toe juichen, dooh dat zy Uw Edelachtbaren Raad verzoeken het daarheen te lei den, dat bovendien aan alle een duur- tebijelag van 2.50 te willen toeken nen zonder aftrek van hunne ver hooging 1918. Redenen waaroiu zjj zich vrijmoe dig tot Uwen Raad wenden met het beleefd, dooh dringend verzoek, hun bovenstaand verzoek in te trilligeu. 't Welk doende, enz., Uw dw. dnr. P. ABBEMA en 14 anderen. Gouda, den 27en Februari 1918. Gouda, den 26 Februari 1918. GöVen met verechuldigden eerbied te kennen, ondergetekenden, allen ambtenaren, werklieden en bedien den in dienst der gemeente Gouda, dat hunne financieele positie niet bestand is tegen de buitengewone hooge uitgaven voor alle noodzake lijke levensbenoodigdheden, welke de tijdsomstandigheden thans eischen, waardoor bij allen eene achteruit gang is ontstaan, die voor vele hun» ner tot een noodtoestand is gewor den; dat hoewel zjj dankbaar erkennen, dat Uw Raad voor velen hunner eene salarisverbetering heeft tot stand ge bracht, deze gebleken is voor de te genwoordige omstandigheden nog geenszins voldoende te zijn; dat naar hunne meening eene sala risverbetering niet moet berusten op de duurte der tijden, maar hare oor zaak moet vinden in eene betere waardeering van het te verrichten werk en derhalve van blyvenden aard dient te zijn, terwijl als gevolg van de tijdsomstandigheden eene tij delijke salarisverhooging of bijslag op het salaris zal noodig zijn, zoo lang de prijzen der eerste levensbe hoeften op abnormaal peil staan, en dat ook de Provincie en vele ge meenten deze opvatting blijken te deelen waar bij dezen, naast eene ver hooging van jaarwedden, ook een bij slag wordt toegekend, terwijl ook het Rijk voor 1918 een bijslag verleenen- de, tevens eene algeheele salarisher ziening voor al zijne ambtenaren voorbereidt dat aan de nooden van iedere cate gorie het beste zal worden tegemoet gekomen door een percentsgewijze bijslag op de wedde of het loon, zoo als ook in andere gemeenten is ge schied. Rodenen waarom zy Uwer Verga dering eerbiedig verzoeken het daar heen te willen leiden, dat hun met ingang van 1 Januari 1918 een bij slag op hunne wedde of hun loon worde verleend van 7 voor de on- gehuwden met een minimum van 60.en een maximum van 120. en van 10 voor de gehuwden met een minimum van /lQO.en een maximum van 2Q0.en tevens aan de daarvoor in aanmerking ko menden een toeslag van f 25.wor de verleend voor één inwonend kind beneden den leeftijd van 14 jaren, van 35voor twee en van f 50. voor drie en meer kinderen beneden dezen leeftijd. Hetwelk doende enz., R. MOERKERK, en 159 anderen. Aan den Raad der gemeente Gouda. De VOORZITTER: Ik stel voor om deze adreseen ter visie te leggen. De heer VAN DER REE: M. d. V. Zou het niet mogelijk zyn, dat over deze adressen praeadvies werd uitge bracht f De VOORZITTER: Er is een voorstel van B. en W. inzake den duurtebjjslag aanhangig en daarby kunnen die adressen feitelijk behan deld worden. De heer VAN DER REE: M. d. V. U stelt voor die adressen ter visie te leggen, maar ik sou gaarne sien, dat B. en W., als het mogelijk was, er praeadvies over uitbrachten. Do VOORZITTER: Dat is «enigs zins bezwaarlijk. Er is reeds een voorstel vin B. en W. en daaraan moei bet College zich uit den aard der zaak op dit oogenblik houden, want gij zult begrijpen, dat zij, die een duurtobyslag vragen, een honge ren duurtebyslag vragen dan B. erf W. voorstellen te geven. Al die adres sen komen echter by het voorstel van B. en W. aau de oitle en zullen dan een onderwerp van discussie kunnen uitmaken; B. on W. zullen dan daar omtrent ook wel hun meening zeg gen. De U»raadsl aging wordt geslo ten en net voorstel van den voorzit ter zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 12. Een adres van het Algemeen Pensioen-Comité te Amsterdam, hou dende verzoek tot toekenning van een bijslag op het pensioen ter grootte van 25 van den pensioensgrond slag, aan het gepensionneerde ge meente-personeel met Memorie van Toelichting (no. 254). Dit adres luidt: Utrecht, 20 Februari 1918. Aan den Gemeenteraad. GoVen niet verechuldigden eerbied te kennen, G. J. A. Wesselingh en A. J. W. Nny, respeetievelyè Voorzitter en Secretaris van het Algemeen Pen sioen-Comité, (vertegenwoordigende circa 26000 leden), ten deze domicilie kiezende ten kantore. Drift 10 te Utrecht, dat zij de aandacht van Uw Colle go er op vestigen, dat den nood der tijden, voor het gepeqsionneerde per soneel, zoowel als hun weduwen en weezen en op wachtgeld gestelden, zéé is, dat de nieesten in kommer volle omstandigheden verkeeren, dat het naar de meening van adres santen een daad van sociale recht vaardigheid genoemd kan worden, wanneer Uw Ooilege genoemde per sonen ter hulp wilde kornen, Redenen waarom zy verzoeken: aan het gepensionneerde gemeente- personeel, weduwen en weezen, en op wachtgeld gesteldcn, een bijslag op het pensioen te willen verleenen. groot 25 van den pensioensgrond slag, waarnaar het pensioen vastge steld is geworden, met een algemeen minimum van 150. dat zij Uw College verder verwij zen naar de hierbij gevoegde Toelich ting, waarin dit verzoek nader wordt gemotiveerd en omschreven. 't Welk doende, G. J. A. WESSELINGH, Voorz. A.-J. W. NUY, Secretaris. De VOORZITTER: Ik stel voor dit stuk in handen van B. en W. te stellen om praeadvies, terwijl het in- tus8chen ter visie kan worden ge legd. Aldus besloten. 13. Een adres van G. Bot, alhier houdende verzoek om eervol ontslag als onderwijzer der School voor Voortgezet openbaar lager onderwijs alhier (uo. 278). Dit adres luidt: Aan den EdelAchtbaren Raad der Gemeente Gouda. Edel Achtbare Heeren. Hiermede heeft ondergeteekende, G. Bot, onderwijzer, de eer U te be richten, dat hij de benoeming aan de Openibare School no. 3 gaarne aan neemt. Tevens verzoekt hij U beleefd, hem als onderwijzer aan de school voor Voortgezet Lager Onderwijs, eervol ontslag te willen verleenen op een door U vast te stellen datum. Hoogachtend heeft hij de eer te zijn: van U EdelAchtib. Heeren, de dw. dr.,. G. BOT. 19-2-'18. Adres: Bleekerssingel 20, Gouda. De VOORZITTER: Ik stel voor dit ontslag eervol te verleenen met in gang van den datum, waarop de op volger van den heer Bot eventueel in dienst zal treden. Aldus besloten. 14. Een dankbetuiging van K. Binnendijk alhier voor zijn benoe ming tot Marktmeester van de Var kenmarkt (no. 93). Dit schrijven luidt: Aan den Raad der gemeente Gouda. Onder beleefde dankzegging voor het in hem gestelde vertrouwen neemt ondergeteekende zijne benoe ming als marktmeester van de Var kenmarkt te Gouda in danik aan en hoopt UEdelachtbaren's verwachting verwachting omtrent hem niet te be schamen. Uw dw. dnr., K. BINNENDIJK. Gouda, 28 Februari 1918. De VOORZITTER: Ik »tel voor dit stuk voor kennisgeving aan te ne men. Aldus besloten. 16. Een schrijven van A. Hooger- dijk alhier, némen» vier te dezer stede gevestigde bouwvak-organisa ties, houdende verzoek gemeentelij ken woningbouw te willen bevorde ren (no. 179). Dit schrijven luidt: GoukIs, den 25 Februari 1918. Aan de Gemeenteraad van Gouda. WelEdele Heeren, De ondergeteekendeu bouwvak- organipaties hier ter stede. Verzoe ken hiermede beleefd doch dringend, dat U College zich zal uitspreken om te geraken tot Gemeentelijke woning bouw. En oan dit zooveel mogelijk te bevorderen, gezien de groote woning nood hier ter stede. En om ook zoo veel mogelyk de werkeloosheid tegen te gaau, daar er eeu groot te kort is aan goede woningen voor arbeiders. Daar er haast niet gebouwd wordt van particuliere zijde in deze crisis tijd. Namens de samenwerkende organisaties, De Alg. Ned. Timmerl. Bond. Centrale Bond van Bouwvak arbeiders. R.-K. Bond v. Bouwvakarbeiders. Alg. Ned. Sohilderebond. A. HOOGERDIJK. Secretaris. Vierde Kade 117, Gouda. De VOORZITTER: Ik stel voor dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen Aldus besloten. 16. Een adres vau de afdeeling Gouda van den Neder landschen Bönd van Werklieden in openbare diensten en bedrijven, houdende ver zoek den gemeente-werklieden eene verhooging van /2.50 per week op het wekelyksch inkomen toe te ken nen en die verhooging wekelijks te doen uitbetalen (no. 254).» Dit adres luidt: Gouda, 27 Februari 1918. Aan den Raad der gemeente Gouda. Edelachtbare Heeren, Geven met verechuldigden eerbied te kennen, ondergeteekenden, M. de Jong en A. van Rijswijk, respectieve lijk voorzitter en secretaris van den Nederlandschen Bond van Werklie den in Openbare Diensten en Bedrij ven, afdeeling Gouda, goedgekeurd hij Kon. B«fel. van 12 Januari 1915, No. 29, donncilie houdende, ten huize van den tweeden onderteekenaar, A. van Rijswijk, Snoystraat 127, Gouda; dat zy Uwen Raad beleefd maar dringend verzoeken, wel zoo goed te willen zyn, om te besluiten, boven het wekelyksch inkomen dat thans den werklieden wordt uitgekeerd, een verhooging van het inkomen van 2.50 per weck toe te kennen, en dit wekelijks te doen uitbetalen. Voor een nadere motiveering van dit verzoek zijn zij zoo vrij te ver wijzen naar bijgaande memorie van toelichting. 't Welk doende enz., M. DE JONG, Voorzitter. ARIE VAN RIJSWIJK, Secret. De VOORZITTER: Ik stel voor dit adres ter visie te leggen voor de Raadsleden. Aldus besloten. 17. Een adres van het Bestuur der Go udsche W i n kei iere- V ereenigi ng houdende verzoek de door Burge meester en Wethouders voorgestelde verhooging der electriciteitsprijzen niet in te voeren voor de verlichting van winkels en magazijnen (no. 152). Dit adres luidt: Gouda, 28 Februari 1918. Aan den Raad der gemeente Gouda. Geeft met verechuldigden eerbied te kennen het bestuur der Goudsche Winkeliersvereniging, goedgekeurd by Kon. Besluit van 28 Maart 1907, dat bij Uw Raad voorstellen zyn ingekomen tot aanmerkelijke verhoo ging der electriciteitsprijzen, dat het Uw College met aandrang verzoekt die verhooging niet in te voeren voor de verlichting van win kels en magazijnen, daar de steeds stijgende exploitatiekosten voor de winkeliers hierdoor weer zeer veel zouden worden verhoogd, dat vele winkeliers juist in don laatsten tijd door de gasrantsoenee- ring verplicht zyn geworden hun gasverlichting door electriciteit te vervangen, dat het de vryheid neemt U be scheidenlek onder de aandacht te brengen, dat de groote bloei der Lichtfabrieken voor een aan merkelijk deel is te danken aan den winkelstand, wat toch aan de ge meenschap is ten goede gekomen, redenen waarom ons bestuur het in deze benarde tijden ulleezins billijk acht, dat niet nog zwaardere lasten op de schouders der neringdoenden worden gelegd. 't Welk doende enz., Namens het Bestuur, C. C. KROM, Voorzitter. J. E. C. KAMPHUIZEN. Secret! De VOORZITTER: Dit adres Win nen wy nader aan de orde stellen bij de behandeling van het voorstel tot het doen eener afschrijving op de overwaarde der Gemeente-Gasfa briek en tot verhooging der Gas- en Electriciteitsprijzen Aldus besloten. 18. Een praeadvies van Burge meester en Wefchoódore op het adres van den Goudsohen Bestuurderebond alhier, houdende verzoek tot verlee ning van een gemeentelijken bijslag op den maximumprijs voor melk, te gebruiken' door zuigelingen, zieken on zwakken (no. 201208). Dit praeadvies luidt: Gouda, 1 Maart 1918. In Uwe vergadering van 15 Febru ari j.l. werd, ter Jine van praeadvies, in onze handen gesteld eeu adres d.d. 2 Februari 1918 van den Goudsohen Beetuurdereboud, gericht aan Uw College en houdende verzoek van ge meentewege een bijslag te willen ver leenen op den maximumprijs van melk, te gebruiken door zuigelingen, zieken en zwakken. Te dien aanzien hebben wij de eer U thans het navol gende te berichten: Uit het door oiib ingestelde onder zoek is gebleken, dat vorenvsrmelde oategoriëu een totaal van ten minste 1250 personen omvatten, te weten 600 zuigelingen, 250 zieken en 400 zwak ken. Werd nu een eventueele bijslag van b.v. 5 cents per Liter toegekend aan de gezinnen, vallende onder meergenoemde oategoriën, wier aan slag in de plaatselijke directe belas ting naar het inkomen f 1500.of daar beneden bedraagt of die in het geheel niet zijn aangeslagen, zoo zouden ongeveer 1000 personen voor bijslag in aanmerking dienen te ko men. Bij een zeker niet te hooge schatting van een gebruik per per soon van 1 Liter per dag, zou derhal- va, controle- en administratiekosten en uitgaven, verbonden aan over te leggen medische adviezen, buiten be schouwing latende, met eene regeling als hiervoren uiteengezet een uit gaaf van ten minste 50per dag gemoeid zijn of pl.m. f 18000.per jaar. Tot heden ie het Rijk niet bereid gevonden ook maar voor een gedeelte by te dragen in zoodanigen gemeen telijken byslag, terwijl deze, blijkens het hierboven medegedeelde, nog maar een zeer klein geideelte der in gezetenen zou ten goede komen en voorla met een byslag van minder dan 5 cents por Liter zeker weinig zou worden bereikt. Afgezien daarvan gaat de Gemeen te bovendien, ten gevolge van de le- vensmiddelendietributie, reeds onder zulke zware finantieele lasten gebukt en de kans is ongetwijfeld groot, dat die eerlang nog inzeer belangrijke inate zullen vermeerderen dat wij een uitgaaf als bovenvermeld ter be reiking van het beoogde doel tot ons groot leedwezen moeten ontraden. Eenërzijds voelen wij diep de noo den der minder bemiddelden in deze dagen, doch wy moeten anderzijds ter dege rekening houden met den stand der Gemeente-finantiën, die voortdu rend op een uiterst zwaren proef worden gesteld. Wij meenen deriialve U te moeten adviseeren afwijzend op het adres te beschikken, althans zoolang het Rijk der Gemeente te dezen niet finantieel te hulp komt. Aan den Raad der gemeente Gouda. De VOORZITTER: Dit praeadvies zal worden gedrukt en bij de Raads leden worden rondgezonden. Aan de orde: Het voorstel v»n Burgemeester en Wet houders (tot het doen eener afschrijving op de overwaarde (der Gemeente-Gasfabriek en tot verhooging "der Gas- en Electriciteits- p r(j sen. (No. 14|152). De algemeene beraadslaging wordt geopend. De heer VAN DER WANT: M. d. V. Wanneer er een onderwerp is, dat gedurende de laatste jaren herhaal delijk onder onze aandacht is ge bracht, dan is het zeer zeker wel de voortdurende verhooging van de prijzen van gas en electriciteit en de quaestie van de bezuiniging. Immers, in 1915, tweemaal in 1916 en tweemaal in 1917 hebben wy der gelijk voorstel te behandelen gehad en korten tyd daarna moeten wy op nieuw een beslissing in deze nemen, en tegelijkertijd wordt daarbij in uitzicht gesteld, dat biunen zeer af- zienbaren tyd de zaak opnieuw aan de orde zal komen. Waar dat al herhaaldelijk gebeurd 11 is, daar acht ik het wel de moeite waard oan dit onderwerp eens nader te beschouwen, en ook de verschillen de cijfers wat betreft de prijsen na te gaau. Dan deuk ik natuurlijk in de eerste plaats aan de oorzaak van die voort durende verhooging, welke gemakke lijk genoeg te vinden is in den steeds stijgenden kostprijs van de steenko len. Hoewel die oorzaak zeer gemak kelijk ia te vinden, mogen wjj daarby toch niet uit het oog verliezen, dat als het ware die hooge prys vau de steenkolen kunstmatig wordt opge voerd en dat wii gerust kunnen zeg gen, dat die onder protectoraat van de verschil lende regeeringen in stand gehouden wordt. Of dat nu uitslui tend een gevolg is van de houding van buitenlandsche regeeringen dan wel dat daartoe ook de Nederland- sohe regeering medewerkt* dat de prijs van de steenkolen zoo verhoogd wordt, doet er niet toe. Hot is in elk geval zeker, dat diezelfde regeering, welke er overal bij particulieren op aandringt, dat gozorg^ worde voor een zoo billijk mogelijke regeling der beschikbare goederon, de artikelen, welke zy als het ware monopolisee- ren kan, gebruikt om ze zoo duur mogelyk aan den man te brengen. Nu zien wij, naast den hoogeren kolenprys met als gevolg daarvan een voortdurende stijging van de prijzen der uit de steenkolen ge maakte producten, ook alom, dat velé artikelen zoodanig in prijs zyn ge stegen, dat de regeeriugen zich daar mede hebben moeten bemoeien en die piiizen hebben onderworpen aan ver schillende regelingen. De'regeling die ïa Nederland is getroffen eq nu niet aoi>$rg wordt toegejuicht, maar wij gaan nu eenmaal in die richting ie het distributie-systeem met zyn maximumprijzen en den byslag die aan de producenten op die prijzen worden gegeven in een of anderen vorm, opdat in elk geval de Verbrui kers die artikelen zoo goedkoop mo gelijk kunnen koopen. De zeer hooge bedragen, welke daarvoor noydig zijn, moeten natuurlijk alle komen uit de schatkist van Ryk en gerojpèn- Het is een systeem, dat men f^er- werpelyk moge vindei* zooals ik 'zei- de, wij zyn eenmaal op dien wettj en het zal gedurende de oorlogsperiode wel niet mogelijk blijken om een lan der, beter systeem uit te vinden, jflet is in elk geval tot nog toe toegepast. Ik heb deze dingen willen dpen voorafgaan om daarmede aan te too- nen, dat, wanneer wy misschien iets dergelijks krijgen ik zeg nog njet, dat liet zal gebenren op het gebied van de gas- en electriciteitsprijzen. het dan zeker toelaatbaar kan wor den geacht vooral omdat het be treft twee artikelen, die door byna eiken ingezetene worden gebruikt en die gerekend kunnen worden tot de allernoodzakelijkste behoeften in in dustrie en huisgezin. Bovendien mó gen wij daarbij niet uit het oog ver liezen, dat in vroegere jaren de win sten, welke de Lichtfabrieken in zoo ruime mate hebben afgeworpen, al tijd gevloeid zijn in de schatkist van de gemeente en daardoor natuurlijk ten bate zyn gekomen aan de belas tingbetalende burgerij en percentsge wijs vooral aan degenen, die tot de meer gegoeden kunnen worden gere kend. Nu is er uit dat oogpunt wel iets voor te zeggen, dat een verlies, al is het dan misschien ook niet ge heel, dooh gedeeltelijk, door de ge meentekas wordt gedragen. Ik zeg dit te meer, omdat behalve over het systeem- om de prijzen te regelen, ook nog gesproken wordt over het stellen van een welstands- grens. Het stellen van een welstands- grens acht ik in elk geval geen gun stige oplossing, omdat het vele on rechtvaardigheden met zich brengt, maar de gedachte zit daarby tocli voor, dat degene, die 't het beet kun nen betalen, ook het meest bijdragen. Hetzelfde wordt bereikt, als het te kort uit de gemeentekas wordt bijge past. Nu moge men zeggen, dat de belastingdruk daardoor aanmerkelijk wordt verzwaard dat is ook het geval maar daarnaast moet men niet vergeten, dat een verhooging van de gas- en electriciteitsprijzen per slot van rekening toch ook door dezelfde personen moet worden op gebracht, alleen met dit verschil, dat de bedragen, die op ieder persoon drukken, evenredig zijn, niet aan zijn vermogen, maar aan zyn verbruik. Dat kan, wat de gezinnen betreft, voor ieder ongeveer gelyk worden geacht. En als ik dan kom tot het voorstel van B. en W., dan zijn daarin drie punten, welke mijn bijzondere aan dacht hebben getrokkenin de eerste plaats de bezuiniging, in de tweede plaats de prijzen en in de derde plaat» wat wy al» gemeente hebben te bevorderen. Wat het eewte, de beauiuiging, be treft, moet ik zoggen, dat ik wel «enigszins vreeand heb opgekenen van het praeadvies, dat B. en W. heb ben uitgebracht. Wü hebben name lijk overal tot taak, ieder voor ziel» en de overheid in het bijzonder, te aorgeu, dat de goederen, welke wy hebben ,niet alleen zoo productief mogelijk worden gemaakt, maar ook op een zoo zuinig mogelijke wijzê worden verbruikt. Wy hebben dat ook gedaan onder den dwang van h H>ger hand. Wy hebben bij eenige v. ui de voorlaatste beschouwingen k innen hooren hoe wy als het ware hven onder den druk van de Ryks- kolendistributie in den Haag, die voorschreef, dat de in October aan genomen regeling zoo moest en zou zyn, dat dat systeem van bezuiniging niet anders kon wezen,dat de R. K. D. de handen vun ons zou hftrekkeu, als wjj dat systeem niet volgden. En nu bevreemdt i het my, dat, terwijl wij daartoe zyn gedwongen, terwijl het voorgesteld is alsof wij geen anderen weg mochten bewaudeleu, de ge meente in dit systeem van bezuini ging verandering gaat brengen. Ilrizou daarom aau B. en W. eens willen vragen of dat gesohied is met toestemming van de R. K. D., of uit weikin hoofde dat andere is gedaan en of het Vjbldoende kan wordfn ge- uiotiveerdMvaut de motieven, die doorB. euj w. wordeq genoemd, kun» ueu ïny nuft bevredigen. Immers, al is het ipógMyk, dat de verschillende verbruiker» van gas en ïelectriciteit Uuu verbruik zuilen bepfrken twqtli hoogere prijzen, er stai naast,> dat'j&U, die 't In lykst kunnéq beialen, oi zullen verbruiken. Oi zi nïet zullen 'doen, wil ikj buiten laten, maar in fi wordt de gelegenheid getr personen, (jte over geld riesohlkken, zich jmeer kunnen vereahjiifen dan degehen, die dat geld ni|f bezitten, en dat is juist gebleken «jen van de verdérfelykste dingen te zijn o0 elk gebied van de distributie, en, juisj, van de punten, welty by elke distributie ^oo nauwkeurig mogelyk onder de oogeu gezien moeten wor den, om te zorgen dat ieder Nederlan der precies zijn eigen portie en niet meer kan gebruiken. Uit dit oogpunt zal ik dan ook met liet voorstel van B. en W. tot ophef fing van de rantsoeneering onmoge lijk kunnen medegean. Er is nog iets andere, n.l. dat door de voortdurende styging van de prij zen het verlies by grooter verbruik dat vloeit er direct uit voort - toch grooter is. Misschien j dit niet zoo direct het geval by electriciteit, maar het is zeker zoo bij gas. Ik geloof daarenboven dat het, wanneer wij eenig overschot hebben, dan wel zaak is het zoo zuinig mo gelijk te bewaren, en dat or wel eens een tyd kan komen, dat wij blijde zyn dat wij dat nog hebben. Wanneer ik kom tot de prijzen, dan moet ik zeggen dat hetgeen dien aangaande wordt voorgesteld my nog-meer heeft gefrappeerd dan wat ik heb aangeroerd omtrent de bezui niging. Ik kan natuurlijk niet en ik wil ook niet te veel van het geduld der heeren vergen alle cijfers wat be treft industriegas, lichtgas enz., in den breede bespreken, doch ik wensch ïny er toe te bepalen een van de hoofdcjjfers, dat betreffende het lichtgas, in het kort te behandelen. De prijs van het lichtgas was in 1914 en 1915 8 cent per M3. en de prijs van de electriciteit 20 cent per K.W.U. Op 12 Mei 1916 is aangeno men een voorstel van B. en W. om den prijs van het gas te brengen op 10 cent en den prijs van de electrici teit op 24 cent; dftt beteekende voor beide artikelen een verhooging van nagenoeg 25 Bij de vorige wijziging van de prij zen van gas en electriciteit in Oc tober 1917 bleef de prijs van het lichtgas 10 cent per M3.; de prijs werd alleen bij een meerder verbruik hooger gesteld, maar dat is meer ts beschouwen als een boete; dus ae grondprijs van het lichtgas bleef 10 cent. Daarentegen werd de prijs van de electriciteit van 24 cent gebracht op 30 cent; dus toen werd de prys 50 hooger dan de prijs in 1915 was, en 25 hooger dan hij vóór October 1917 was. Dus de prijs van de elec triciteit kwam toen, vergeleken by het gas, in aanmerkelijk ongunstiger conditie te staan, hoewel men als leek zou zeggeu, dat juist de gasprijs onder de hooge kolenprijzen zou heb ben te lijden. De nu aanhangige vooretellen ma ken de zaak nog veel erger. Immers, de gemiddelde prijs voor lichtgas zou nu worden 16 cent.jdat i» 85 meer dan in 1915 en 50 meer dan ua de eerste vorhoogiug Van 12 Mei 1916. Den prys vau de electriciteit wil men daarentegen brengen op 50 oeut per K.W.U., zegge 1Ö0( moer dan de prys in 1915. Dat is byna het dub bele van de verhoo^iug vau den gas- prifc Ik moet dan ook eerlijk verklaren dat, waar de kolenprijzen, hoewel na tuurlijk van zeer groote importatie, toch niet zoo grooteu invloed kunnen hebben wat betreft de electriciteit als wat betreft het gas, Jtet mij gefrap peerd heeft, dat de pjb» van de elec triciteit in dergelijk»! sneller tempo moet worden opgev(W||d dan de prys 'van het gas. ij| Wy moeten ook ifltlEanmerking ne men, dat de heerejóü contractanten door de kolenclaimuliv op den prys van de electrioiteiuuljzeker bedrag moeten bypaqsen, ayuaar golang de kolenprys stygt. Mjanneer wy nu zien, dat dat verledeBiJaar, zoo ik mij niet vergis, geweestfiilongeveer 6 ot. per K.W.U., dan ik my af, boe het komt, dptmmr de verbrui kers. die geen coutM«| bobben, bij vroeger een vé!r»c)iI$%ioet worden betaald van 30 cent nlr K.W.U. Dat zyn eyfer», die, zelf^wunneer de pro ductiekosten van djtijiaar byna zou den verdubbelen, o®|>ÏJ met elkander zyn te rijmen. Boveldten komt in dit voorstel, wat de prijj|e(j betreft, vopr, aauzie^yjan qe gasvër* VaU do indus- |/j gelijkstelling I dat geen be- yun! den élóin, 0ie gronil- waaxoin iciteit An- s b.v. we» Rniet ifi i eeu con» Iq tegejji flit tö gebrul» ^nt Ipe voor dingen op jan con- i^ooride Oen- het oni iafdpeling de andere af- dat men ten bruikers op het gel trie zooveel mogelij wil, teneinde te zoi oorrechting ontsi ven den ander, lachte lerg mooi| t men. daarnet hamielenjjen i< - zijn gering [t is om met de Céi af te sluiten,'i pityzenielectricj terarijl df bontri ke prijzig krij^ti' zeg dit jtjqet om i isyslfem j|An afsll .ten ikvacht^a) noodig inu j—r r'eit, dat ijide verpruikere wel en In deeling de verbruikers niet] worden gelijkgesteld en zooveql mogettyk van elkander worden verwijderd. I Dan kom ik tot iets; dat hieraan direct aansluit, n.l. mijn derde punt: wat wij zooveel mogelijk moeten be vorderen! Het antwoord op die vraag kan, dunkt mij, nog al een voudig zijn. Wij hebben niet andera kunnen hooren en lezen uit andere richtingen, ook van deskundigen, dat wij al het mogelijke moeten doen om het verbruik vfcn electriciteit aan te moedigen. Wij moeten dat doen uit tweeërlei oogpunt. In de eerste plaats uit het oogpunt van bezuiniging van brandstoffen en in de tweede plaats, omdat die uitbreiding van de Cen trale op den duur de prijzen zoo laag mogelyk kan maken. En wat zien wij nu in het praeadvies van B. en W.ï Daar wordt electriciteit meer be schouwd als, laat ik maar zeggeu: een soort luxe-artikel, dat alleen de meergegooden verbruiken. Ook die stelling is mijns inzicus niet houd baar. Ik geloof, dat er tal van perso nen zijn, die niet bepaald gerekend kunnen worden te behooren tot hen die het royaal kunnen betalen, en die ook electriciteit gebruiken. Ook als dat niet het geval was, zouden wij toch zooveel mogelyk moeten zorgen, dat ieder, die in plaats van gas elec triciteit wilde gaan aanleggen, dat op de meest gunstige en voordeelige voorwaarden kon doen. In andere be langrijke gemeenten zien wij, dat alle mogelijke moeite wordt gedaan om het den mensahen gemakkelijk te ma ken electrisch licht in huis te nemen. En wat zullen wij by aanneming van dit voorstel doen! Dan doen wij pre cies liet omgekeerde; dan zullen wij de menschen haast dwingen om van gebruik van electriciteit tot gebruik van gas over te gaan. Daarover moet men niet gering denken, want die prijzen zijn werkelijk buitengewoon hoog. Wanneer ik dan ook hiermede ein dig, dan moet ik zeggen, dat mijn in druk over die vooretellen van B. en W. een zoodanige is, dat zij, zooals zij daar liggen, voor my onaanneme lijk zijn. Het is niet direct mijn bedoe ling te zeggen, dat ik elke medewer king in die richting zou willen wei geren, maar in elk geval na de be schouwingen, welke ik er over heb gehouden, zult U begrijpen, dat ik omtrent die vooretellen van B. en W. een zeer slechten indruk "'heb gekre gen, die er mij van zal weerhouden daaraan myn stem te geven. Ik zou haast aan B. en W. willen vragen of het niet wensohelyker was dit vraag stuk nogmaals op hun gemak onder het oog te zien. Nu moge men zeg gen, dut de tijd dringt en dat een na dere overweging veel tijd koet, ter wijl de zaak vlug moet worden be handeld dat hebben wij bh de be handeling van vooratellen dikwijl» gehoord maar er staat tegenovsr, dat wy over een maand of anderhal ve maand weer moeten beginnen, zoo dat ik dat bezwaar niet al» zoo ern stig beschouw. Er is nog een punt in de voorstel len van B. en W., n.l. de afschrijving Van 30.000.— op de overwaarde, van do Gemeente-Gasfabriek. Dit is pet eenige punt, waarmede ik mij kan yereenigen. Ik zal zoo vrh ZÜ& #>n tegen de vooretellen van B. en W.qte stemmen, piet do bedoeling dat by nieuwe voor stellen inet mijne bezwaren rekening zal worden gehouden, dat eventueel eeh regeling zal worden getroffen volgons welke eon te lijden verlies, wanneer andere'de prijzen te hoog moeten worden opgevoerd, door de getneente zal gedragen worden, en dat er voir gezorgd worde, dat het systeem van bezuiniging opnieuw in de verordening worde vastgelegd. De heer .JONGENBURGER: M. d. V. Ik kan ua het betoog vjan den heer van der Want betrekkelijk kort zyn. I Ik voorzie uit dat betoog een breed voerige discussie, an, my kunnende 'kansluiten bij het sfot "van bet betoog '»an den heer van'der" Want, zou' ik willen votjjretellen om dit punt voor lieden vaéMe agenda af te voeren. Ik doe pit voorstel hoofdzakelijk ml met hetgeen gezegd is W., door de Commissie 1 ènf^oor den directeur triekenj die allen erop i^e- lebbkn, dqt zeer waar- vrij zeker wy met April eentaUM» discussie zuilen itaaÉ Wy zullén nu een ook in ve door B yaq by jtii ïjWdrzelfaie staan, j iU Wat ftfeijwei stand vanMiu, dijtjeussio krijgen en ik April, wnnear de \hfn de Rijks Kofen- tit; wy wpder voor weder e zullen komen te' ld j belet pnjtf den toe- jië toeft, /ttiipt zoo on gunstig isjjnogi 1 maand te laten" voortduren^ f Er komt by, dat B. en |W. ons in] de stukken verwijzen nisar de reke-1 ningen der Lichtfabrieken. Zij zeg gen, dat de exploitatie der Lichtfa brieken over 1Ö17 een tekort van 30.000.1 heeft opgeleverd, maar het is mi) niet mogelyk geweest die rekeningen te eontroleerwn, want die zijn niet by de stukken overgelegd geworden. Het is my op dit oogeiïblik niet duidelijk, in hoever dat tekort ver oorzaakt is door de exploitatie van de gasfabriek, dan wel door de eleo- triaohe centrale, en ik acht het van groot belang voor de Raadsleden, dat zy een vergelijking kunnen inaken en nagaan, welke tekorten beide in richtingen hebben opgeleverd. In verband daarmede en ook in verband met het heuglijk feit, dat B. en W. eindelijk ook medegaan met het idee, zoo dikwijls ook reeds in den Raad geopperd, dat vait de in vroe gere jaren gemaakte overtollige winst nu gebruik kan worden ge maakt om een tekort te dekken, n.l. het tekort van 1917, kan ik niet in zien, dat het voor B. en W. bezwaar kan opleveren om, nu er een tekort is, dat nog een maand voort te laten duren. Er wordt op gezinspeeld, dat Ge deputeerde Staten voor 1918 niet meer zullen toestaan, dat een even tueel tekort gedekt wordt op de wijze als nu voorgesteld wordt ten aanzien van het tekort over 1917, maar zeker heid hebben wy nog niet. B. en W. denken er wel een klein beetje pes simistisch over. Zij deelen mede, dat na afschrij ving van het tekort over 19l7 ad 30.000.— de overwaarde van de gasfabriek nog zal bedragen een dik ke 2 ton. Iedere koopman zal zeggen, dat wij er dus nog niet »oo slecht voorstaan. Er wordt nu gesproken van een tekort van f 30.000.in het afgeloopen jaar, maar ik vermoed dat in de rekening over dat jaar ook zal voorkomen een afschrijving van 40.000.—. Ik vind dus op grond van een en ander het niet zoo groot bezwaar om deze zaak nog een maand uit te stel len, en ik doe dus het voorstel dit punt van de agenda af te voeren. De VOORZITTER: Ik stel er prijs op om namens B. en W. een en ander in het midden te brengen en voorna melijk om mede te deelen, dat zy, in tegenstelling met de meening van den heer Jongenburger, deze zaak zeer spoedeiscliend achten. Wil de Raad besluiten het voorstel van B. en W. aan te houden en de zaak nog een maand te laten loopen gelijk rif op het oogenblik loopt, dan 1» de verantwoordelUkhekl daarvoor nat uur lijk hu den Raad; maar B. en W. maken beswaar oen den toestand te laten zooals hU op het oogenblik is, zonder althans pogingen aange wend te hebben ow er verbetering in aan te brengen. Want al moge de rekening van de Lichtfabrieken over het jaar 1917 sluiten niet een nadeelig saldo vau ongeveer 30.000.—over 1918 ziet de toestand er ganach andera en veel ongunstiger uit. Ik wil or alleen op wijzen ten opzichte van de gasfa briek, dat waar by de begroeting voor die fabriek de prijs der gaskolen was berekend op 27 per ton, die prijs is geworden 55.por ton. I)e kostprijs van het gas is berekend op 15 cent volgens do volgende becij fering: de productiekosten hebben bedragen 240.700 tegen een afgele verde hoeveelheid van 1.605.000 M3. gas. Dientengevolge geven de Licht fabrieken aan ieder ingezetene voor elke kub. nieter gas, dien hij ver bruikt, 5 cent oadeau, wat dus alleen voor do gasfabriek komt op een ver lies van ongeveer 6500 per maand of 80.000.— per jaar, waarbij nog komt het nadeelig saldo op het elec- triciteitsbedryf. B. en W. hebben, hoe ongaarne ook, na de beslissing, welke ten vori ge» jare in October is gevallen, deze zaak weer ter sprake gebracht; zy hebben zich nret verantwoord geacht oïn het te laten doorloopen zonder met nieuwe voorstellen te komen by den Raad. Meent jdc Raad alles te kunnen laten doijrgaan, natuurlijk, de verantwoordelijkheid daarvoor is by den Raad^ maar de Commissie voor dó Lichtfabrieken en IJ,-en W. hebben lieüzeer (betreurd, dat het door de verkohillflnde berekeningen, welke moeiten wphden gemaakt, niet is mogen gelukkeg met deze voor stellen zoo vroeg |te komen, dat zij reeds voor de mdpnd Februari toe passing konden vinjden, wdnt hoe lan ger de lage prijzen, loopen, hoe moei lijker het zal zyn net tekort voor de gasfabriek, dat steeds grooter wordt, te vinden. M Er is gesproken, ook door den heer Jongenburger, over de mogelijkheid, dat dat tekort eventueel zou worden gedekt ook uit de overwaarde, welke op de balans van de gasfabriek voorkomt. Die illusie moet ik eigen lijk geheel ontnemen. Ik beb my per soonlijk op de provinciale griffie vergewist omtrent de bij het Ooilege van Ged. Staten daaromtrent be staande meening en ik ben te weten gekomen, dat men, hoewel zeer on gaarne, nog toestemming zal verlee nen om eventueel die f 30.000.het tekort over het dienstjaar 1917, op de overwaarde te doen afschrijven, een voudig uit overweging, dat het te kort er nu eenmaal is, dat dit op de een of andere wyze moet worden ge dekt en dat het niet aangaat daar voor een leening te sluiten. Mot betrekking tot het tekort 1918 werd, zooals ook in de stukken is me degedeeld, uitdrukkelijk gezegd: dat tekort bestaat oogenblikkelijk nog niet, liet bedrijf behoort zyn eigen kosten goed te maken en men be hoort er dus thans in te voorzien. Ik kan U ook nog mededeelen, dat, wat betreft de overwaarde, die feite- lyk niet in geld aanwezig is, maar in de gebouwen zit, Ged, Staten bij de vaststelling van de rekening hebben te kenneu gegeven, dat die overwaar de bij de bezittingen van de Lichtfa brieken moet gevoegd worden en niet een afzonderlijken post op de begroo ting van de Lichtfabrieken mag uit maken. Men wil niet, dat kapitaal uan het bedrijf wordt onttrokken en daarop zou de afschrijving tenslotte neerkomen. Er is over de beste wijze van in richting van het tarief in de Commis sie zeer hitvoerig gesproken. De mee ning is ook voorgestaan, dat het aan beveling zou verdienen om het tarief zoo in te richten, dat den zwaarst be lasten gezinnen, wat kinderen be treft, ook het meest zou tegemoet gekomen worden in den prijs van het te gebruiken gas; maar wy zijn niet in zoo korten tijd tot een becijfering kunnen komen die afdoende was om dienaangaaftde vooretellen aan het College van B. en W. te doen. Wij hebben echter gemeend, dat het tarief zooals het hier door B. en W. wordt voorgesteld, het meest practische is om te komen tot $en dekking van het tekort: degeen, die het minst gebruikt, die het zuinigst is, betaalt het minst, betaalt iets min der dan den kostprys. Dit leek ons de aangewezen weg en het doet mij daarom leed, dat de heer van der Want zich met dit systeem van B. en W. zoo geheel en al niet kan vereeni- gen. Het is juist de bedoeling geweest In fraai* uHvoarlng - levert - - Drukkarl) om hen, die zioh de weelde willen ver oorloven om meer gas te verbruiken, dan ook te laten betalen boven den kostprys. Maar hetgeen door de ver bruikers gemiddeld betaald wordt, zal natuurlyk moeten zyn de kostprijs van bet gas. Er bestaat geen enkele aanleiding om, waar het gas aan de gemeente 16 cent per M3. kost, het aan de verbruikers tegen 10 cent per M3. te gaan leveren. Dat is oen toe stand,* die onmogelijk kan voort duren. Wat nu betreft de prijzen van de electriciteit, d<>ot de Commissie is gezegd, dat de eleotriciteitsverbruj- kera bijkans zonder uitsondering be hooren tot de klasse der meergegoo den, en met het oog daarop is geen verschil in bet tarief gemaakt. Het ware misschien juister geweest om te dat er onder de minder ge goeden geen electriciteit wordt ge bruikt, eu juist den minder gegoeden willen wy tegemoetkomen, en daar om kwam het ons wat betreft de elec triciteit minder noodzakelijk voor om verschil iu het tarief te maken. De toestand wat de electriciteit be treft is aldus, dat de centrale moet opbrengenbuiten de kolenclausule, die blijft buiten aanmerking, die laat ik geheel rusten f 123.000.—, en nu ig door de Commissie de bereke ning aldus opgemaakt, dat de con tracten, bulten de kojenclausule, bij den prijs van 4.5 cent,, opbrengen 36.000.—, de liohtstrooln bij een prijs van 50 cent 70000.-1-, de kleine kraoht tegen 20 oent 15000.van Haastrecht 2000. Nu is er zeer veel over de zaak te spreken. Wy kunnen er zeer uit voerige discussies over hondenmaar per slot van rekening komt het hierop neer, dat er een weg gevon den moet worden, evenals men ook elders getraoht heeft om een regeling te treffen waardoor wy ontkomen aan die groote tekorten, waarmede de gemeentekas niet belast kan wor den. Weet men een beteren weg om die tekorten te dekken, wü zullen die gaarne vernemen en in overweging nemen; maar vooralsnog heb ik dien niet mogen vernemen. Nu zal deze regeling vermoedelijk slechts 1 maand kunnen duren, om dat daarna ons nieuwe voorschriften van de Rijks Kolendistributie zullen bereiken. Met het oog daarop zou ik dan ook uitdrukkelijk willen zeggen heeren, neemt dan met het voorstel zooals het door B. en W. gedaan wordt, althans voor een maand een proef om aan de groote bezwaren te gemoet te komen, waaraan wy an dera feitelijk zouden blootstaan. Mag ik den heer Jongenburger vragen, of hy zyn voorstel tot uitstel handhaaft! De heer JONGENBURGER: Ja, M. d. V. Het voorstel van den heer Jongen burger wordt voldoende ondersteund en maakt mitsdien een onderwerp van beraadslaging uit. De VOORZITTER: Wordt over het voorstel van den heer Jongenbur ger nog nader het woord verlangd? De heer VAN GALEN: M. d, V. Is het de bedoeling van den heer jon genburger, dat deze zaak wordt uit gesteld tot ua April of tot de vol gende week? De heer JONGENBURGER: Ik meen zeer duidelijk te zijn geweest. Het is mijn bedoeling deze zaak uit te stellen totdat de nieuwe Rijksrege ling er is. De heer VAN DER WANT: M. d. V. Mag ik een vraag stellen! Er staat in de toelichting van B. en W. wel, dat die Rijksregeling reeds in April zal komen, maar zeker is dat niet, zoodat het de vraag is of, wan- ueer wy het voorstel van den heer Jongenburger aannemen, de bestaan de toestand nog slechts een maand zal worden verlengd. Immers, de R. K, D. kan wel eerst over drie maan-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1918 | | pagina 4