er
slim
thkne
Zaterdag I®
No. 13048.
t 1018.
»UIN.
ines,
«chines zijn
raat, dat zich
ve eeuw voor
i industrieel
idhaafd heeft.
iweg 5
XTie-vu-w-s- ean. «A.d.-vextexutie'blsud. •vooac G-o^xd.®, ezx Sxxxstxelcezx.
ar
Eerste Blad.
Feuiltetön.
DE GELE AFGOD
H. KtDEB HAGGARD
[ACHINES
mze winkels
chappjj.
VERSCHIJNT DAGELIJKS BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
Bureau MARKT 31, GOUDA.
GOEDDOEN.
--«4
dezer 7 worden door het bestuur, de vijf'
andere door de groepen of afdeeimgeu
aangewezen. Dp voorzitter van het coiui'
tó wordt, bij voorkeur uil zijn midden,1
benoemd door het bestuur van den N. A.
U. R.
in
Redactie: Telef. Interc. 545.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
•BINNENLAND.
Jles, wanneer
61
(Wordt’ vervolgd.)
TT“T.
.iouta Ver. voor
■•ring Prol. Can-
INGKZDNDK* MKDKDEELINGEN: 1—regels flM, riks rogri maar
Op de voorpagina 60 bnogar.
Gewone advertcntita au ingeaonden modadoelingen bfi contract tot aaer rmdnrur
dan prijs. Groots lettors en renden worden jerokeod naar plaataraixnte.
onoordria Openb.
jute Hail. Mij
van t
Mevr. Storm van Leeuwen—Klerk de Reus
door
(Nadruk verboden.)
1598 12
om.
aakbord. Leden-
he Maatschappij
re Schouwburg.
xiielijk Ork«*
Gill DSIHE COURANT.
AdnrtmtUn kunnen wanton InaMwnrlw door tuudtonkaart na ooiM* ■nkhan-
detaon, Advertratloburmaut mi au. A<entoa.
Er is wel altijd, voor zoover althans de
menschheid zich herinneren kan, dat wil
zeggen, zoover de historie terugreikt in het
menschel ijk verleden, verschil tusschen de
menschen geweest ook in uiterlijk bezit.
Aan dezen oudsten historischen tijd is
waarschijnlijk een periode van communisme
voorafgegaan, waarvan de sporen nog hier
en daar merkbaar zijn, maar de geschiede
nis toont ons in alle geval een ‘ontwikkeling
van het privaatbezit, die in onzen kapita-
listischen tijd wel haar hoogtepunt schijnt
bereikt te hebben. Het verschil, dat er was,
is tot zoo buitensporige proporties uitge
groeid, dat we er van te duizelen staan.
Naast den veelvoudigen milliardair, die nog
slechts met kapitalen rekent, staat de arme
verworpeling, die van honger sterft of te
sterven dreigt. En deze tegenstelling doet
ons het enorme onderscheid en de uiterlijke
gesteldheid der menschen te meer opmer
ken. WV zien, hoe niet alleen de welstand
van een deel der menschheid enorm veel
grooter, maar ook de ellende van velen veel
dieper geworden is dan ze in vroegere peri
oden van ons beschavingsleven was. De weg
om in dezen misstand, want als misstand
•wordt h(j toch door hijna iedereen erkend,
verandering te brengen, wordt op velerlei
w(jzen gezocht. En het is zeker ons aller
plicht daaraan onze aandacht te geven.
Maar naast deze plicht hebben we nog
een anderen. Op welke wijze en hoe ijve
rig we ook trachten mee te werken aan het
opheffen van deze striemende tegenstelling
tusschen het aartsrijkè en het ellendig-ar-
me, hoe we ons ook een maatschappij den
ken, waarin deze tegenstelling èf zou ver
dwijnen of tenminste minder fel zou zijn,
we dienen er ons rekenschap van te geven,
dat het oogenblikkelijk lijden, dat deze
tegenstelling tengevolge heeft, met de toe
komstige opheffing ervan niet wordt weg
genomen en dat er thans overal menschen
om ons heen zijn, voelende, denkende men
schen als wij zelve», menschen, die ademen
en leven als wij, die een hart, een ziel heb
ben als wij, en die lijden onder de gevol
gen van dezen maatschappelijken misstand,
diep, heftig, lijden in armoede en ellende
of lijden, omdat, als Ruskin het eens zoo
uitdrukte, de lamp,van hun ziel dreigt uit
te gaan. We trachten er wel eens omheen
te praten, wanneer we, het goed hebbend,
die zij verzocht omi direct naar heid, dat hij heeft durven liegen, want hij
gaan> en hens uit Bonsastad te 1
Zij verzocht hen om eveneens
<*nige Ogulaslaven te. bevrijden en hen te
bladen ntet provide die zij voor l.M„
perhoofd konden meedrageu. Verder moee-
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal 1.50, per week 12 cent, met Zondagsblad
per kwartaal ƒ2.15, per week 17 cent, ovwa waar de bezorging per looper geschiedt
Franco per post per kwartaal 1.90, met Zondagsblad 2.55.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons bureau: MARKT >1, GOUDA,
bij onze agenten, den boekhandel en de po tkantoren.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en o istreken (behoorende tot den bezorgkring)
1—5 regels 0.80, elke regel meer ƒ0.11. /an buiten Gouda en den bezorgkring: 1—5;
regels ƒ0.95, elke regel meer ƒ0.18. Adver entilin van publieke vermakelijkheden '10
cent per regel.
AdminiltratieTelef. Inters. 83.
Tot loden van (Ut gemeenschappelijk co
mité hebben du afdeelingen van Vrede
door Recht benoandi de heereu J B. Ament
to 's-Gravenhage; jhr, mr. dr. E van
Bensteyn te ’s Gravenliage; A. J. Bol-
tlientua Brouwer te Arnhem; B. Holtrop te
'a-Gra vantage en G J. Oudeouans te
’a-Gravenhag»! het hoofdbestuur heeft tot
leden aaugeww.en mr J. Vitmteuga, voor-
ritler van dit bestuur, en mevrouw J. C.
van Poelgeest—Brand to Leiderdorp.
De groepen van den N A, O. R. heb-
ban tot loden benoemd mevrouw C. A de'
Jong van Beek en Donk—Kluyver te
'b-Gravenhagc; mejuffrouw M. G*. Kramer»
te Rotterdam»; en de heeren C. van den
Berg te Rotterdam; J Douwee te Amster
dam en ta T. F Tammee te Uretorp; het
beduur van den N. A. O. R. heeft to.
leden aangewezen do heeren A.1M C G
KnoltnOrus te Utrecht en P, A. Rutgers
te .Nijmegen. Als secretaresse van bet co
mité treedt op mevrouw de Jong van Beek
en Donk; ais ad'juncl-secretaresae mejuf
frouw L. M&ronier beiden te '*Graven-
tage
De oomtarissfo heeft reed» enkele malen
vergaderd en verscliillende zaken opprac-
tibck terrein behandeld. Besloten is daar
bij, dat getracht zal worden op 1 Augus
tus, den da urn van het uitbreken van
den oorlog la 1»4, «m krtteteigwpropa-
ganda te voeren door geheel het land,
w’aartoe recta do medewerking van groe
pen en afdeehingen is ingeroepen.
De a.-r. candidatenljjaten.
Gelijk men weet, zullen door die Anti-
Revolutionalire partij een drietal condida-
tenlijsttm wonden ingediend voor de a
verktopingen. Daartoe is' ons land/verdeeld
irt drie groepen Groep I omvat de pro
vincies Groningen, Friesland1, Drente eu
Overljaei groep II Rotterdam’, Den Haag,
Amsterdam, Haarlem en Den Helder, ter
wijl groep III bestaat uit het overige ge
deelte van Zuid-Hodland', Zeeland, Utrecht,
Gelderland, Noord-Brabant en Limburg
Do samenstelling der definitieve lijsten
in deze drie groepen kan eerlang worden
tegemoe; gezien
Op de vergadering van groep II, wel
ker voorzitter prof. P. A. Diepenhorst iel,
werden een twintigtal candidates op de lijst
geplaatst. Daar men niet tot overeenstem
ming kon koimn omtrent de rangorde,
welke de candkla'.en, zouden hebben, werd
prof. Diepenhorst gemachtigd op de a.s.
Zaterdag te 's-Gravontage te houden ver
gadering van groep III met deze groep
ons eigen geweten willen paaien, maar
diep in ons hart weten we het toch wel,
dat een groot deel der menschheid lijdt on
der de armoede, waartoe het zijn heele le
ven lang gedoemd is. Dat lijden, in zjjn
alleruitersten vorm, is het onmiddelljjk en
volslagen gebrek aan voedsel, aan kleeding
en onderdak, maar het niet minder schrij
nende lijden is het steeds verkeeren aan
den rand van dat gebrek met zijn gevolgen,
van absolute ondervoeding en benauwde
behuizing, en het is ook, al telt men dit
vaak minder, de uitputtende zorg, die de
levens van zoovelen neerdrukt, by het ge
mis van alle geriefelijkheden, die het leven
veraangenamen, het is door dezen altijd du
renden druk het uitgaan van de lamp der
ziel. En al dit lijden kunnen we niet on
verschillig voorbijgaan. We hebben den
plicht het te verzachten, waar en zooveel
we kunnen, te helpen en goed te doen.
Toch, wanneer we het alleen als plicht
voelen, zullen we het nooit goed doen. In
ons moet de behoefte schrijnen om te hel-
pen. Dan alleen zullen we zoo kunnen hel-
pén, dat werkelijk het lijden verzacht
wordt. Want de arme, hij, die lijdt onder
den nmterieelen druk van het leven, heeft
gewoonlyk nog iets anders noodig dan geld
en brood. En dat andere kunnen we hem
alleen geven, wanneer we werkelijk de be
hoefte gevoelen om goed te doen en te hel
pen, wanneer we dus met zfin lot begaan
zijn en met hem voelen, wanneer we even
goed als de arme zelf een druk voelen van
zijn lijden, en, om met een bijbelsch woord
te sproken, daardoor door innerlijke ontfer
ming bewogen worden. Want dan alleen
geven we niet alleen ons geld, maar ook
iets van ons hart. En dat is het, wat al wat
HJdt, evenzeer misschien meer nog noodig
heeft, dan uitkomst uit den lichamelyken
nood. Goeddoende moeten we niet alleen
trachten op te heffen uit de materieele el
lende, maar ook uit die moreele en geeste
lijke misère, die de levenskracht zelf kapot
dreigt te slaan, die de lamp der ziel doet
uitgaan. Door liefde moeten we nieuw ver
trouwen geven en nieuw geloof, moeten we
in de verkleumde harten weer nieuwe
warmte doen schijnen. We moeten olie aan
dragen voor de lamp der ziel, die dreigt
uit te gaa>n, en, als het niet anders kan, zelf
die lamp weer vullen. Dat is moeilijker
nog en opofferender dan het geven van
geld of goed, zoodat we dieper moeten tas
ten dan in onzen zak, maai* het is ook veel
loonender. En toch zijn er maar zoo heel
weinig menschen, die op deze wjjze helpen,
zelfs onder degenen, die goeddoen en onder
de bekende filantropen. Vooral onder deze
Gemeenschappelijk comité voor den binnen-
landschen vredesarbeid.
De NederlandBehe Anti-Oorlogi Raad cn
de Algemeene NedCrlandBche Bond Vredê
door Recht Itebbcfn beeloten, over te gaan
tot de vorming' van een gemeenschappelijk
comité, dat geheel zelfstandig en slechts
onder finantieel toezicht van het bestuur
van den N. A. O Rleiding zad hebben
te geven aan den binnenlandschen arbeid.
Aanvankelijk was de bedoeling, dit co
mité sle.'hts uit vijf leden, aangewezen
door de beide besturen, te doen bestaan,
doch een wensch van de vergadering van
groepen en afdeelingen van beide lichamen
leidklf er toe, dat uitbreiding aan dit co
mité werd gegeven. Het bestaat than» uit
vijftien leden, van wie er 7 door ieder der
bdido organisaties zijn aangewezen. Twee
Dat bracht hen» op een idee waarom
z^>u hij zioheNt niet van kant nmken
Het zou gemnkkelijk genoeg zijn, want hij
had nog steeds zijn revolver en eenige pa
tronen Dit was althans oneindig veel
beter, dam een leven tegemoet te gaan als
dit hetwelk hem wachtte en de speelpop
te worden van een priesteres en van een
fetifJeh-aanbiddendcn e^am.
Maar indien hij zioh doodde, wat zou
er dan met Barbara gebeuren en die ar
me Jeekie, die dan zeker ook gedood zou
worden Het was dus niet goed, dat te
doen en zoolang er leven is, is er hoop
Alan, die de kamer op en neer liep,
stond stil en keek naar Jeekie Deze zat
op den grond met zijn rug tegen het stee
nen altaar, terwijl hij volgens negerge»-
woonto nadenkend' aan zijn dikke onder
lip trok, die tan weer van zelf terug
sloeg.
„Jeekie, de tijd is om,” zeidc hij, „wkt
moét ik dota.”4
,Doen mrijoor? herhaalde hij met ge
maakte vroolijkhf'id. „Of dat te hcei een
voudig. Jeekie heeft allee in orde ge
maakt U trouwt met de Asika en na een
tijdje, als u hier de baas zijt, en gènoeg
van haar hrbt, geeft u haar de bon» Het
la een zeer tetereesante ondernenriiig; nog
nooit te voren heeft een blankte man zoo’n
kans gehad. Astka 1» nog zoo kwaad niet
onxïat zij nu op u verfiefd iszij I» net
ate dat m-teje in het lied*, als zij goed Is,
te zij heel. Iwel goed. Fr is in teder ge
val niet» anders! aan te doen. Trouw met
Aslka of tferf, hetgeen beteekeet majoor,
dat Jeekie ook sterft en,” voegde hij er
bij zijn witten bol treurig achuddend, „hij
ten zij de grenswachters bevelen om Fahnl
en zijn menschen een kano te bezorgen
en hen ongehinderd’ het land' te doen ver
laten «a
Nd dit ged^wt te hebben, begon zij met
Aten ersehilteftde onderwerpen te
redwiecren, inaar hij kon zijn gedachten
ntef bij haat- houden en antwoordrte wei
nig. Het scheen werkelijk of zij hem zoo
laifg' mogletfjk bij rich wï'dc houden, als
of een voorgevoel haftr zeide, dat zij hem
verliepen meest.
MndHijk kwa»W tot Alan’s onuitspreke
lijke verlfcMing het oogenblik, dat zij
schelden moesten Zij moest een geheime
plet/hiigMd bijwonetr, die diende tot voor
bereiding of reiniging; (teze plechtigheid
werd genoemd AlJJwnihg-van'-jhetA7crle
den.” Zij wilde hem steedS' nog niet) la1-
tetrt gtten, hoewel zij reed^drte keer ge
roepen waa
,,Men roept u, Aflïka,” zeidd Alan.
ja, nj^ri1 roept mij,” herhaalde zij,
teAvijl1 zij na opsprong. „Verlaat mij dus
Verhoon, tot wij mbrgen elkaar weeiront-
mtoetrir; om nimmer weer te scheiden. O!
waaron» ie mijn hart zoo bedrukt? Dié
zwarte hond van jo la» de visioenen, die
ik opriep, doch niet zalf zien mocht en
hét wttten. mooie visioenen. Zij lieten zien,
dat de vrouw die jouw liefhad!, dood is;
zij vertoonden onS getrouwd en andere
heerlijke dingen. HM, is een onmogelijk-
wist dat a's hij dat deed, ik hem. levend)
|zou villen en hem aan de gieren overle-
I veren. Waarom lel mijn hart zoo be-
hun op- II zwakrd? Zou je me ontvluchten willen,
1 Vernoou? Neen, zóó wreed ben je niet.
Je zoudt hei trouwens niet kunnen behal
ve door den dood' En zelfs dan mensch,
weet, dat je mij zelfs dan niet ontvluchten
kunt, want tot na den deöd zal ik je
volgen cat beslag op je leggen. Mijn ziel
heeft eeuwen naar de jouwe gesmacht, en
wie zou zoo sterk zijn om haar uit mijn
greep to bevrijden
Zij keek hem een oogenblik aan, barstte
toen ploteoling in oen tranenvloed) uit,
greep zijn hand, wierp zich voor hun op
de knieën en kuste zij» tanden hartetooh-
tdijk.
„Ga nu,” zeide zij, „gA mi en. dat mijn
liefde met je ga. door leven en dood, en
door ai de droomen daarna o! dat mijn
liefde roet j« ga, Vernoon p
Hij ging; zij b eef achter, schreiend op
haar knieéb.
GcdXiread» die donkere uren die nu
volgden, verkeerde Alan in een gemoeds
toestand, die bijzonder dicht aan krank-
dinnlgiieldl grensde. Wat kon hij doen
Ontvluchten was) totaal onmogelijk. Weken
achtereen hadtkn Jeekie en hij ai tever
geefs aHerlei pannen verzonnen Zelfs1 al
gejukte het hen om' uit het Gouden Huls
te ontsnappen, lioe mochten zij dan ho
pen om ongemerkt door de drukke, boch
tige straten der stad te komen, want vol
geus Afrikaansche gewoonte, liepen daar
den ganschen nadit menschen rond, en
iedereen zou den blanken man herkennen,
of hij genteAerd was of niet Bovendien
i waren er behalve de «tad nog de rivier en
de bewaakte wallen of poorten en daarna
het open veld, waar zij ingehaald en ge
pakt zouden worden. Neen te trachten om
te ontvluchten was zelfmoord. Zelfmoord’
laats ten is het goeddoen niet anders dan
een zakelijkheid, het vervullejj van een
plicht, waar het hart kou<tj$ blyft. Er
zijn er, die voor hun filantrtjische bemoei
ingen zelfs een flink gewd>rieerden secre
taris er op na houden en jaarlijks sommen
uitkeeren aan menschen v«n;wie ze niets
anders weten dan hun uiterfijken nood of
aan stichtingen en inrichtingen. Maar hun
goeddoen heeft nog niet de waarde van een
simpelen gulden, den arme in de hand ge
drukt, terwtfl men hem aankjjkt met oogen,
die moeilik vochtig blijven kunnen, niet de
‘waarde van een oud pak, dpt men moeizaam
zelf gereinigd heeft en dat meit^elf onder
den arm neemt, om het weg teklbrengen,
omdat men gisteren zag, dat die armoedige
kerel vrijwel zonder broek in zjjn huisje
zat. Het is werkelijk niet alleeh teat men
geeft, maar vooral hoe men geeft, dat aan
het goeddoen zijn waarde en beteekenis
geeft. En dat hoe, wordt van binnen uit
bepaald. Men moet zélf geroeid worden
door het zien van het lijden en door inner
lijke ontferming met den lijdende bewogen.
Dan allen kan men goeddoen. JW-ant dan
is het niet een nummer, waaraan men het
een of ander als automatisch toebedeelt,
maar dan is het een menscheiAroeder, die
men de helpende hand toesftekt. Zulk
goeddoen verdraagt maar moefiijk een bu
reau voor filantropische zaken» Men moet
liever zelf heengaan langs hegfren en ste
gen en de hand reiken, waar men in een
blaak galaat riet en in ooftn, die het
schreien verleerden. Dat is wat de meeaten
nog moeten leeren. Want het kan alleen
wanneer men niet slechts van zijn bezit,
maar ook en vooral wat van zfin eigen per
soon geeft. K.
De zomertijdregeUng.
Bij hor «Jit'elfngHonderzoek verklaarde
men rich vrij ftlgemeep ingenouten met dit
wetsontwerp, al wan» er ook letan, die
merntan, dte voor de landefijke bevolking
de zoawertijd bezwaren medebrengt. Deze
laatste leden meendfen center, tat Over die
bezwaren moet worden heengestapt.
Vela 'eden waren van meening, dat het
tijdstip te gekomen, om de invoering van
den zomertijd niet langer <te ten inaM-
regel, geixulen door de bijzondere omatan-
dighedten in verband met den oorlog, te
tasebouwen, maar bij de wet te tapideu,
dat Meeta de» zomer» een zomertijd zal
gelden.
feHl vmri,, In du verb«nd.
bf de Rfgéirrlng kfip
houdt daar nibt van, Fr zijn een of twee
dingen, waar ik het nog maar sleed» niet
over een» tab kunnen, worden met mij
zelL Ate Christen duf/ ik Mm-‘ niet te bid
den uit angst voor’ de Bofwa’s on de Bon
na'» zullen mij nog eens grijpen omdat Ik
Christen ben, zpo za| de arme Jeekie rich
nog een «$«uk vafoen tu*»chen deze twee
gqdédteniden. De apo^elen gooien hem uit
deq hemel en Bonea gooier» hesp uit de
het en waar utpet Jeekie tan heen gaap?”
„Ik weet 'het werkelijk niet,” antwoord
de Alan lachend, niettegenstaande rijn
kommer, „maar ik denk, dat de Boom/s
nóg wel ergens een hoekje voor je zuljep
kunnen vinden. Kijk eens Jeekie, opde
schavuit, het me voor jou, wandje
bent een goed vriend voor me gowreat ea
wij houden veel van elkander. Maar be
grijp ifit goed, ik troi^fV die vrouw niet,
ate ik het maar oenlgsrin» verhinderen
kan Het te tegen mijn prlnc'pe». Ik zal
do's- tot morgen wachten en tan vandezo
plaat» wegfoopèn. Ate de wadtten mij te-
genhoudm zal Ik op hm scMeten, zoo
lang dk nog patronen heb. Daarna zal Ik
verder gaan, tenzij zij mij dooden.”
„O! maai* zij doodm u niét, majoor
nooft; zij gooU» e«n deken over uw
hoofd en brengén u aan dé Afdka terug
HM te Jeekie, die zij dooden zullen, hem
léventt villen, o! en dan de rest.
„IW hoop van niefc Jeekie, owtrizlj
denken, dat wij dense ftteii tag sterven,
zullen.”
Wat zou hij das' vragen Meer goud?
Hij haatte zeHs den nwani van dat iw-
tasl, wamt dof had) hem hierheen gevoerd
Hij herinnerde zich Fahnl, het opperhoofd
der kannlbeteii, dd« evenata hijzelf, al» ge
vangene verkwijnde en iederen dag den
dood verwachtte. Dienselfden worgen, nog
liad hij hem gesmeekt, hem zijn vrijheid
te doen verkrijgen.
„Ik dank u Aslka,’’* zedlta hij4 „Ate
U,We waar zijn, zoó geef dan
l'tthni zijn, vrijheid’ terug en laat hem
naar zijn eigen land terugkopten, want
ah hij hier blijft zal hij sterven.”
„Werkelijk Vernoon, dlat te niet veel,”
antwoordde, zij lachend, „hoewel hij, als hij
eemnaai weer bij zijn volk terug te, ons
waarschijnlijk wei den oorlog zal verkla-
rtn. Doch ik zal hem laten gaan Daar
op klapte zij in de handen en riep eenige
priesters, --
Falinl te
gdeidfti.
besprekingen te hoqdéa’ «n de drfinWeve
volgorde va»t te stellen.
Van welingelichte sijta deelde men aan
de Tel. wede, dat de h^er Colij^ die in
groep H een. der eerste nummers op da
lijst was, zal worden overgebraeht op die
van groep IU, om zoodoende een op
schuiving in II te verkrijgen.
De oplossing zou dan zoo gevonden
worden, tal op de lij» van IB sta eer
ste dnie namen komen die van de heeren
Itk-ubung, Beumer en Rmeenk, op die van
II de uasnen der heeren Heemskerk, Rut
gers en Colijn (tenrij derf naar III over
gaat), op die van 1 do namen der heeren
Aon der Voort van Zijp, di> Soheurtr
en Duonitaer van Twist.
Dot <te heer van der Vobrt van Zijp
op een der lijsten nummer Mn komt te
staan, zou zijn oorzaak vinden in deom-
Mandgheid, dat de huidige voorzitter der
A.-B. Kamerfractie geen lager num
mer kon worden aangewezen, en dat de
beer Colijn daarvoor zelfe een plaats
moest dalen
Dat de heer C. Smeenk een betrekke
lijk goede plaate op een der lijsten heeft
gekregen, heeft zijn gegronde oorzaken en
geeft -den arbeider» eenige voldoening. Nu
echter daarmee teven» te uitgeraakt, dat
giH-n der andere A -R. arbeiderscandida-
t«» kans zal hebben in de Kamer te ko
men, zal het nog een punFvan overwer
ging utanaken, om ter vergadering van
het Centrale Convent ate uiterste middel
pogingen aan te wenden, een der andere
namen van vertegenwoordigers der Chris-
taüjk» vnkbewegftig eert zoodmrfgT "pfiiHs
te rien toegewezen, tat naast den h«er
Smeenk ook een andere geestverwant kaas
op ren zettf krijgt.
In arltaderskrlngen riet men in de be-
trekkriijk gunstige plaat» op de lijst van
den redacteur van Patrimonium een
succes, ate gevolg van den voortdurenden
aandrang van artaideiwzljde op d» leiders
in de A.-R. partij
au
vaa
«ar
t:
ot
in
r-
ea
nt