Blad. nin-lilom >erf L_ DUIN. DE OORLOG. 13075. i Haar Gouda. Feuilleton. i oker XTie,vx"Ws- eax taötad.Trextexxtie’bleid. voox Q-otxlqLsl en. Óxxxstxelcexi.. VERSCHIJNT DAGELIJKS BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. tzagen 1S”11 den t, De Gletschervrouw. Bureau: MARKT 31, GOUDA. Vrijdag 19 April 1918. 57e Jaargang. AdministratieTelef. Inters. 82. Redactie Telef. Interc. 545. Flacon. Zeeland, Oreryael 124 beken HECHT. het aanbid, aou ik geen God hebben. Ik zal IOA. „rmakelbkbadM, u. aawda ts 4 i elichen uden vd, voer het venaree. abonnementen en aangenomen Gewone advertentiën an ingebonden mededeelingen by contract tot zeer gereduceer- den prtfi. Groote letter» en randen worden >erekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tuMcbankoenst van «oliede Boekhan delaren, Advertentiebureau» en onze Agenten. arend se- aan kaar :eMc van >ad Baar slechte onderwijzeres door k'nderen omringd EER, QS.TIUAT M tong het it gebruik tabletten; mgenaam tegeltfker- »udbeden (en daar- Tukkarf na. - Mk. wurmen gelijkt; het la de tot tja “Crcid van den laauten dag, van don taaie. 8 u. Ledng voor dar Vtmü- en Beweging. (j geregeld «dig mtvangen van ver- ‘SÜ Hut <oko" k «o. S& nooit ■itea- Volgens een telegram uit Abö heeft de Roode Garde thans ook Salo, Nystad, Rühi- maeki en Lathis verloren. De Duitsche troe pen hebben zich met Mannerheim's leger vereenigd, zoodot nu geheel Zuid-Weeteiyic Finland bevrijd is. In Vlaanderen en aan het gevechtsfront aan de Leie is de toestand onveranderd. Ten Noord-Westen van Moreuil mislukten krachtige aanvallen der Franschen. Aldus het laatste Duitsche legerbericht dat er op neek. Een proef pze waar (iOlDSCHE COIRAVT. hebbesj i vandaag, roglat of <0" van als voor- veraehll. II oeistot la klieren da Haar- ralleo. idat men ft men ten wryft e richting Opmerkelijk is thans een»’ Reuterbericht uit Jxmden dat ntn«4. «an eon wij ziging in het Enigelsche kabinet, waar Lord Derby plotseling als Minister von Oorlog moet zijn af getreden om als gezant naar Parijs te gaan, terwijl Lord Milner zijn plaats als Minister van Oorlog kwam innemen. Een ministerwisseling even onver wacht als opvallend. Lord Afred Milner had reeds sedert 1913 zitting in het oorlogskabinet, echter zon der portefeuille. Sedert het begin van den oorlog presi deerde hy een der vele in Engeland inge stelde commissies, die wèl de bevoegdheid hadden advies te geven, doch niet tot het treffen van maatregelen. Hij ook was een der genen, die in 1914 reeds met een lang- durigen oorlog rekening hielden. In het Hoogerhuis heeft hij zich herhaal delijk een fel tegenstander der liberalen be toond. Dat hem op dit oogenblik dan ook de posit van minister van Oorlog wordt toevertrouwd, duidt nu niet bepaald op een meegaande regeert ngs poli tick. Het kon wel eens hard tegen hard gaan. Lord Milner is thans 64 jaar, hy is n.l. in 1854 te Bonn, in Duiteehland ge boren, Na in Duitschland en vervolgens ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaaf 1.59, per week 12 cent, met Zondagsblad per kwartaal 2.15, per week 17 cent, overa waar de bezorging per looper geschiedt. Franco per post per kwartaal 1.90, met Zondagsblad 245. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons bureau: MARKT 31, GOUDA, b|j onze agenten, den boekhandel en de po tkantoren. ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en o istreken (behoorende tot den bezorgkring) 1—5 regels ƒ0.80, elke regel meer ƒ0.15, Van buiten Gouda en den bezorgkring: 1—5’ regels 0.95, elke regel meer 0.18. Advw entiën van publieke vermakelijkheden 10 cent per regel. in Engeland te hebben gestudeerd, wijdde htf zich aan de journalistiek en werd mede werker aan de „Pall Mall Gazette". Na vier jaar aan de „Pali Mali" ge werkt te hebben, begon hy zich aan de poli tiek te wijden, stelde zich candidaat voor Harrow, maar leed een leeljjk échec. In 1887 werd hij particulier secretaris van den kanselier van de schatkist Goschen, om in 1889 door dezen tot onderstaats secretaris van Financiën in Egypte be noemd te wonden, welke functie hij 4 jaar bekleedde. Na dan nog 5 jaren in Enge land werkzaam te z|jn geweest, droeg Chamberlain hem het ambt van gouverneur van Kaap de Goede Hoop en van high-com- missioner van Zuid-Afrika op. Zijn positie werd hier ten laatste evenwel zeer moeilijk en 2 April 1905 keerde hij naar Engeland terug, opgevolgd door lord Salbom. 2669 33 schijnt te duiden, dat ook in de operatiën in dit gevechtsvak een pauze gaat intreden. De oorlogscorrespondent van de „Köln. Ztg." bevestigt dezen indruk als hy schryft: ,jJnze aanval gaat voort, ofschoon ook hier, evenals by het groote Zuidelijke offensief het tijdstip is aangebroken, waarop de onstuimig doorgezette opmarsch langza mer wordt, en zijn natuurlijke pauze noo- dig heeft, om de treinon-afdeelingen voor waarts te brengen over de lange en moeilij ke wegen, die in het gebied der Leie dub bel moeilijk zijn." Over de hevige tallooze offers vergende gevechten der laatste dagen wordt van Fransche zijde gemeld, hoe de Duitscherz gisteren na hevige artillerie-voorbereiding opnieuw een krachtige poging over een front van 20 kilometer in de richting van Yperen ondernemen, welke door krachtige verdediging en tegenaanvallen geen resul taat kon opleveren. Wederzijds wordt ech ter den nadruk gelegd op de geweldige ver liezen. De helft van de Duitsche divisies, die aan het Westelijk front beschikbaar zijn is, naar men gelooft, reeds in den strijd ge bracht, die toch pas 28 dagen duurt, zonder dat de Engelsche troepen gescheiden zijn, of een beslissing gevallen ie. „Men kan zich afvragen of het resultaat wel tegen de krachtsinspanning opweegt en of de Duit- schere het wel kunnen uithouden tot de ont- knooping welke zy verwachten," zoo be sluit dit overzicht. Naar het Dultsch van RICHARD VOÖZ met autorisatie bewerkt door J. P. WESSEL INK-VAN ROS8UM. (Nadruk verboden.) een om mij haten, vreezen zij mij; want zij zijn zwakker dan ik." „Gij zljt sterkI” „En waardoor ben ik da.?” Waardoor....” „Gij zijt de «enige mensch, die moest weten." „Omdat ik u ken.” „Omdat gij hetzelfde zljt.'* „Hetzelfde als gij Ik ben een eenzaam mensch.” „Dan zou Ik een zijn. Ik moet zijn.” „Ook uw kracht bestaat in de diepe eenzaamheid mwer ziel. Die houdt ge voor u zelf. Aan de kinderen geeft ge slechte een klein deel van uw wezemf' Alsof zij zich ernstig moest verzetten, aan 94vo Courtien gelijk te zijn, riep het mefeje „Het moet mijn beste deel zijn, hetgeen Ik aan de kinderen geefl" Door de in verroeste scharnieren han gende houten deur treden de twee het kerkhof binnen, dezen doodentuln der Al penwildernis. Zij stonden op dezelfde plaats, waar, op de bekroonde schilderij van den Engadlner schilde», het graf van hun den God toonen!” Ook dezen keer uitte de onderwijzeres van Maloja het veelzeggende, kleine woord eenvoudig en alsof het vanzelf sprak, daar bij ook ditmaal even plechtig als een credo. Courtien ging voort, uit het diepst zijner ziel te spreken. De hartstochte lijkheid zijner gevoelens beefde in zijn stem, vlamde In zijn blik. „Uit de diepte ben ik opgestegen over sneeuwvelden en gletechers tot de toppen. Zoo eenzaam en trotach bouwde niemand zich ooit een woning. Er is op aarde geen koninklijke^ woning - de adelaars als mijn buren, als gezellen de winden, de wolken en de sterren. Wat ik daarbo ven beleef, geeft ik weer. Ik schilder wat ik zie, zooah ik het zie. Zij mteken- het pasgehuwde g«estcnpaar zich opende: van de bruid zonder krans en van don bruidegom met de doodelijke wonde op hot voorhoofd Malra Mara en Sivo Courtion. Het lag mot de hoofden naarde kerk en liet ineer van Maloja, met de voeten naar het zonnige, verrukkelijke zuiden gekeerd: naar het in zachte schoon heid prijkende Bergell. Meegesleept door de macht van het oogenblik, waagde Maira te vragen naar het nieuwe, groote geheimzinnige werk van Courtien, waaraan hij reeds twee zo mers in zijn Alpenwoning schilderde - hoog boven den Maloja, op een rotseiland oen zoogenaamde Isola, te midden der gletscherzee, die mei verstijfde golfslagen de toppen van den Monte della Disgrazin omspoelt. „Mijn nieuwe werk? Het te mijn le venswerk. Gij zult het zien.” „Ik mag tot u komen?” „Op den dag, als ik u roep.. Gij al leen moqgt tot mij komen! Van alte men- sahen slecht gij! De eenzame tet den eenzame.” Een rilling ging door haar heen. Er zou een dag komen, waarop hij haar zou roepen; zij de eenige, die bij hem zou mogen blijven; altijd, altijd, tot aan het doodsuur! Zij de eenige, de eenzame bij den eenzame.,.. Maar zelfs haar «tem dwong zij tot kalmte, toen zij vroeg „Wanneer zal uw schilderij gereed zijn?” „Gereed? Misschien over een jaar, mis schien over vijf, zes jaar. Mis achten nooit! „Uw levenswerk nooit gereed? Dan blijft uw leven zelf onvoltooid.” Nu klonk er angst uit de rustig, vrou- wes;em. Nadenkend en langzaam gal nen mijwant zij zien -met hun oogen en hun geest, welke een geest der diepte is. Op mijn schilderij laat ik de bergen van den Engadin zich verheffen; ik laat de luchten van den Engadin rondom de toppen blauw worden, de zon van den Engadin schitteren. Zij zijn niet in staat, het na te doen, en omdat zij het niet kunnen, ben ik voor hen een, die storm brengt, revolutionnair, een oproermaker. Daar- haten zij mij. Maar evenzeer als zij INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regel» ƒ145, elk* regel moor ƒ949. Op de voorpagina 50 hoogen 10 Dat was een troostelooze en tegelijk heerlijke plaats: troosteloos door haar verwaarloozing, haar verlatenheid - heer lijk door haar eenzaamheid1 en plechtig heid Het was een groene plek, door een brokkelenden muur omheind, geheel be groeid met jeneverst-ruiken en Alpenrozen, met «enige vermolmde, zwarte kruisen en wegzinkende grafsteenen, te midden van de glinsterende pracht van sneeuwtoppen en gletechers. Beiden hadden op deze plaats dezelfde gedachte. Ze betrof die twee schilderijen J«n Sivo Courtien: „Bet doodenvolk van Maloja". Het eerste beeld, in kinderlijk “pol, op de hardbevroren sneeuwvlakte ge- «Jhetei, het eerste bewuste werk van den jongen kunstenaar, de openbaring van een h^^toehteWk bewonderd, h&rtetoch- telijk afgekeurd en ten slotte met den prijs bekroond. De ziel van het meisje X b,-i deze herinnering aan het verleden T 8ti^en troks kunnen trillen dooreen •«I, groot geluk: „Gij hebt hem op dm og getracht! En die weg voert tot do tot den top!” Zij had echter nooit Een beschouwing over dp lersohe kwestie. - Een wijziging in het Engelsphe Kabinet; lord Milner minister van oorlog. - Burian aan het woord. - Aan hot Westelijk fron|. De strijd in Finland. ONS OVSHUCHT. ke houding tegenover het gevaar en ver schenen in openlbare vergaderingen op de zelfde tribunes. De conscriptie zou de ler- sche katholieken vermoedelyk daartegen vereenigd vinden en Quebec heeft getoond, hoe moeilyk het is om dienstplicht door te zetten, wanneer het heele volk daar niets van wil weten (behalve de liberalen, die het recht van het lersche volk om een natie te zjjn erkennen, maar er erg mee inzaten om de schade, die naar ze voorzagen daarmee aan Engeland’s moreele positie zou \vorden toegepast). Het is mogelük, dat berichten uit Ierland de regeering deden aarzelen in haar wille keurige handelwyae, doch klaarblijkelijk was zy zelf van meet af aan ten opzichte van de dienstplicht-politiek verdeeld. De eerste aanwijzing, die het publiek daarvan kreeg, was toen, kort na Lloyd George’s eerste rede, Duke, de staats-secretaris voor Ierland, een conservatief, doch die heeft geleerd het Home Rule-standpunt te waar- deeren, zeilde, dat hij persoonlyk verheugd zou zyn om een parlement te Dublin te aanschouwen, nog vóór dat één enkele re- cruut door den dienstplicht was opgeroe pen. Het was in deze richting, dat een com promis werd gedacht Lloyd George heeft niet duldeiyik verklaard, dat de dienstpiicnt zal wonden uitgesteld, totdat Home Rule is ingevoerd, doch de meening in het Parle ment is, dat dit het resultaat van zyn laat ste uiteenzetting ia. Nadpt George heeft toegegeven, dat de dienstplicht niet aan het rapport der lersche conventie kan beant woorden, wordt het ónmogelijk voor hem geacht om dezen uit te voeren, indien Home Rule niet eerst tot stand komt. In Ulster, waar de oude oppositie tegen Home Rule geenszins is opgegeven, be staat groote onrust over de ontwikkeling der gebeurtenissen. De onbuigzame Engel sche conservatieven, de Morning Post, on der de nieuwsbladen, Carson, Lord Salis bury, generaal Page Croft, onder de poli tici, varen uit tegen het immoreele ver band dat de regeering tusschen de beide maatregelen heeft gelegd, welke zy als ge heel onafhankelijk van elkaar beschouwen. Doch er is een gewichtig element in de conservatieve party, die de Home Rule- schikking als een inleiding bot den dienst plicht bepleit. De oppositie in den boezem der regee ring tegen de oorspronkelijke politiek is Bij de aanvaarding van zyn ambt heeft de nieuwe Oostenrtfksdhe minister van bui- tenlandsche zaken, Burian, een toe spraak tot de ambtenaren van zijn departe ment gehouden, waarin hy o.a. verklaarde, dat zijn politiek hetzelfde doel zal hebben als die van Czernin, nJ. om trouw aan het bondgenootschap met Düitschland den oor log voort te zetten zoolang de houding der Entente sulks noodzakelyk maakt. „Daar bij", zoo zeide hij, „zullen wy echter niet den weg uit hetoog verliezen, dien Czemin afleg de by zijn vredeswerk. Vast aaneengesloten met onpe bondgenooten zullen wij dezen oorlog tot een gelukkig einde brengen." In een telegram aan den Duitechen Rijks- kanselier, waarin Burian zijn benoeming meedeelde, verzoekt hij van dezen hetzelfde vertrouwen te mogen genieten als zjjn voor- ganger en verklaart, dat hy de handhaving van het verbond met Duitschland z(jn voor- naamsten plicht acht. Ten slotte spreekt hij de hoop uit, dat een rechtvaardige en eervolle vrede binnen niet te ver verwjjder- 1 de toekomst tot stand moge komen. Naar aanleiding van het keizerlijk af- scheidsschryven aan Czernin, zegt het 1 „Fremdenblatt” o.a. het volgende: „De volkeren van Oostenryk-Hongarije weten nu, dat de wisseling van personen geen wisseling van stelsel beteekent. Het is begrijpelijk, dat h$t aftreden van den uit- 1 nemenden staatsman In wijde kringen ten zeerste wondt betreurd, doch ’s keizers schrijven is een waarborg, dat de koers, dien Czemin insloeg, niet zal worden ge wijzigd. Dit document verjaagt alle be zorgdheid, die door de minister-wisseling was te voorschijn geroepen en verijdelt alle pogingen een wig tusschen ons en Duitsch land te drijven.” GEMENGD OORLOGSNIEUWS. Steeds meer slachtoffers. Naar verluidt neemt Canada krachtige maatregelen tot aanvulling der geallieerde strijdkrachten. De bepalingen betreffende vrijstelling worden herzien en gedeeltelijk ongeldig verklaard. Besprekingen hebben plaats, ten dioel hebbende dienstplicht op te leggen aan in Canada verblijf houden de vreemdelingen. Een oorlogsmuseum. De Britsohe regeering is voornemens een groot en indrukwekkend' museum te bouwen voor het onderbrengen van de na tionale verzameling van oorlogsrelieken. Het museum zal een der merkwaardigste gebouwen van Europa worden. Do bealtesiDg berust bij het oorlogfikabi- net, maar reeds zijn belangrijke stappen ondernomen. Een Belglsah wapenfeit. In een overzicht van de krijgsbedrijven op het door de Britten bezette front In Waar in dit stadium de lersche kwestie zoo van belang is, willen w(j daarover, ter nadere verduidelijking, nog een en ander ontleenen aan een particulier telegram uit Londen aan de N. R. Ct. Er blijkt daaruit, dat de toestand eenigszins verbitterd is, sinds de redevoering van den eersten minister, Dinsdag 1.1., waarin hy er zooals wy deden uitkomen den nadruk op legde dat de dienstplicht niet alléén kan worden ingevoerd, doch van een Home Ru- le-regeering vergezeld moet gaan, en te kennen gaf dat de regeering haar gereed- zynde Home Rule-voorstellen als oorlogs maatregelen zal beschouwen en aftreden zal indien zy niet worden aanvaard. Dit toch beduidt inderdaad een aanzienlijke wij ziging in de houding van den eersten minis ter sedert zyn redevoering van de afgeloó- pen week, waarin hy den dienstplicht voor Ierland aankondigde. De toon van den pre mier kon tóen de Ieren kwetsen; hy legde den nadruk op de afwezigheid yan verband tusschen het Home Rule-wetsontwerp, dat hij tegelykertyd indiende en den dienst plicht. Elk moest naar zyn verdiensten wor- Ih-A den beoordeeld. Dit werd door de nationa- r* listen en verscheiden liberalen zóó opgevat dat, nadat de dienstplicht zou zyn aange nomen, de conservatieve elementen in het Huis en de regeering het Home Rule-ont- werp zouden zien te doen stranden. In Ierland werd ieder in tegenstelling met de Home Rule-belofte door de kwestie van dienstplicht in beslag genomen en uit alle verslagen kan blyken, dat de toestand dreigend is. De conscriptie is een lastig ding om in elke gemeente toe te passen, die de oude traditie van vrijwillige dienstne ming huldigt. Indien ze in 1916 in Engeland zonder wanordelijkheden werd ingesteld, kwam dit doordat de openbare meening in haar geheel innig van de noodzakelykheid van eén krachtige oorlogvoering overtuigd was, terwyl de leiding van de hachelyke on derneming in de handen van een zoo by uitstek behoedzaam en geduldig staatsman als Asquith berustte. In Ierland daarente gen is het nationaal gevoel en dat is sterk en zelfs overprikkeld voor het oogenblik tegen Engeland gericht en onver schillig tegenover den oorlog. Verzet tegen den dienstplicht kon dan ook niet uitblyven. Sinn Feiners en nationa listen legden opeens hun geschillen by, overlegden omtrent een gemeenschappely- gestyfd en omvatte weldra alle liberalen en arbeidersleiders in het ministerie. Deze stonden erop, dat Home Rule als oorlogs maatregel zou worden doorgezet en als noodzakelyk gevolg van conscriptie voor Ierland. Daaruit sproot voort, dat George van positie veranderde. De eerste-minister is in zulke gevallen opmerkelijk verander- lyk. De vraag is nu: zal de openbare meening in Ierland of liever: zal het gematigde deel daarvan, want de Sinn Feiners zullen niet zoo makkelyk gepaaid Worden be reid zyn om Home Rule te aanvaarden en daaiwoor met dienstplicht betalen Dit zal vermoedelyk grootelyks afhangen van de soort van Home Rule die de regeering zal voorstellen. Indien de nationalisten geen kans zien om het regeertngsontwerp over Home Rule te steunen zal de regeering haar lot niet daaraan verbinden. De bedreiging met ont slag is alleen tegen het Heerenhuis gericht, waar de conservatieven het ont werp natuurlyk zouden kunnen verwerpen. Ingeval de nationalisten uit Ierland te- rugkeeren zy zyn gisteren allen uit Lon den vertrokken daar het Lagerhuis met het ontwerp op het manschapamateriaal klaar is met het vaste besluit om de Home Rule-<iienstplicht afspraak te verwerpen, zal intusschen alles weer op losse schroe ven staan. De kwestie der legervereterking moet dan ook wel kritiek zyn dat de regeering zich al deze te voorziene moeilykheden op den hals heeft gehaald. Courtien ten antwoord „Het zal voltooid worden." .„Omdat gij het voltooien wilt.. Hebt gij uw echildarij reedh eeu mum» gege ven „Alpentragedie. „Het klinkt grootech." „Het is grootach IV Zy verzocht hem, haar het onderwerp te beschrijven. En hij vertelde, op het kerkhof van Maloja, op dezelfde plaats, waar zijn geweldige fantasie voor hen beiden, die in het leven elkaar niet zou den toebehooren, het gemeenschappelijk graf had bereid. Tot haar «prekende, sprak hij eigenlijk slechte tot zteh zelf „Een reusachtig doekt Michel Angelo zou er pleizier In gehad hebben en het als een willen wand hebben beschouwd. De tragedie der Alpen van den Engadin, Maloja-treurspel: de wereld daar o«nhoog, waar geen menachengeelacht woont. Het is een wereld, waar het menschengeelacht, als het met moeite omhoog kruipt, op wurmen geBjkt; het te de tot ija gewor- den wereld - ondergang des heelals. ,.Het is een nacht met volle maan, de storm brutea Hij drijft een onweer voor zich uit, scheurt nevelen uit de kloven, jjiagt ze naar de toppen, langs denman. aan zichzelf gedacht, zij zou nooil aan zichzelf denken. Dat zij zijn ernstige help ster was geweest, die zijn eerste kunste naarsschreden had geleld, viel ook Sivo Courtien niet in, die nooit aan anderen, slechts aan zichzelf dacht, of beter ge zegd altijd slechts aan zijn kunst, want die was hij zelf. Maar de anders zoo gesloten man werd door zijn gedachten bewogen, over zich zelf te spreken, tot het meisje, wier mond geen woord van liefde kon zeggen „Zij willen mij niet Ik ben hun te zonderling, te afgetrokken. Ik beu een eenzame. Iemand, die niets met hen ge- mee heeft, niets gemeen met de kudde. Zij haten mij en zouden mij het liefst uit de wereld helpen. Ik ben voor hen een stormvogel een revolutionnair, een oproermaker. Omdat Ik hun afgoden niet I Wo dt vervolgd/, 4-.—- - "«B—

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1918 | | pagina 1