L
•H
artlora
ÉfaHI
ioo:
DUIN.
IJK.
\o. 13746
Zaterdag 13 Juli 1V1S.
37e Jaargang.
Bureau: MARKT 31, GOUDA.
Eerste Blad.
igen
dit Blad.
Feuilleton.
I, StoMk.
latfa
nk
De Gletschervrouw.
iMr hot Dutata
van
kW
J.1M.
«10,
'aJ2,/o
Nieuws- exx -A.d.-v-extexx.txe'bla.d.'v-oox G-o-cud-eu en OxxxstreQs:©»..
VERSCHIJNT DAGELIJKS BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
i
nde plutsea
n Laeraras.
Ht id IfBIKIKU.
iliuMfe
STAD EN LAND.
Redactie i Telef. Interc. 545.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
1598 12
K.
van
J.
XXX.
zou
(Wordt vervoifi.)
in
AdvertaotMa koaara wanten iagasoiMtea door hmehrakncMt om Mtteda Bas**»
debm, Advertataieburraux «a mum Aziaten.
abonnementen
aangenomen
Wat
in
RICHAR* VN»
nat autariMUfe brvarid door
WMNBMK-VAI RNBUM.
(■aM VMhlilO.)
Voor joogoloi
20a
tegen
GOUDSCHE COURANT
2364 38
46).
leb nieuwe leerlingen
xlendoorn.
"■Tli.
tkerij
I'-Jaoi
Het is nu tijd dat de stadsmenschen naar
buiten komen. Ieder jaar is dat dezelfde
groote trek, die al grooter schynt te worden
en in omvang te winnen. Als je buiten
woont op een plekje, dat de stadsmenschen
bizonder in den smaak schijnt te vallen, zie
je dat men een zeker innerlijk verzet aan,
dat je je zelf vaak nauwelijks bekennen
wilt Je weet, dat je er niets aan verande
ren kunt, dat het toch eigenlijk ook wel
goed is, wanneer de menschen, die altijd
tusschen de steenen zitten opgesloten, naar
buiten gaan in het vrije, frissche gezonde
van het buitenleven, wanneer ze toonen
daarin pleizier te hebben, maar toch hin
dert het je. Want je dorp, je streek, je eigen
huis metjt’n omgeving worden anders, ru
moeriger. De stadsmenschen, die naar bui
ten gaan, brengen daar buiten iets mee
van hun stadssfeer. Dat dogn ze niet alleen
door hun talrijkheid, doordat' ze meer men
schen en dus meer drukte en bewegelijk
heid brengen op het land, maar vooral om
dat ze anders zijn, drukker, bewegel ijker,
luidruchtiger dan de buitenmenschen, omdat
ze door hun doen, hun gebaren, de luidruch
tigheid van hun stemmen, door duizenderlei
kleinigheden vallen buiten d^n^töon van het
landschap. Wanneer een enreTstadsmensch
buiten is, merk je dat niet zoo erg. ’t Is
dan, of het landschap zelf hem intimideert,
hem althans binnen de grenzen van de sfeer
van het landschap houdt. Maar zoodra
stadsmenschen, als vluchten vogels, op het
land neerstrijken, hoor je ook dadelijk het
luide gekwetter, dat de stilte verbreekt. Ik
bedoel dat In overdrachtelyken zin en heb
niet de lawaaierigheid op het oog, welke
menschen, die voor een dagje uit zijn, zoo
wel stads- als buitenmenschen, gewoonlijk
kenmerkt. Neen, ook de meer rustige stede
lingen, die voor weken of maanden in groo
ter getale in een dorp of een streek zijn,
geven daaraan een ander chacet, een ander
karakter, dat in toon niet met het land
schap overeenstemt
Dat is zeer natuurlijk. De sfeer van de
stads is een andere dan die van het land en
de aard van stads- en plattelandsbewoners
is verschillend. Het leven in de steden is
drukker, bewegelyker, afwisselender. Als
in een vermoeiende kaleidoscoop trekken er
de levensgebeurtenissen in snelle opeenvol
ging en steeds wisselende verscheidenheid
lledste adres
elen,
i. Buffetten,
luche, Veeren-
Satljndekene,
Schilderijen.
lapelooaheidt
oanen door
2385 22
tabletten.
i<heid b$
ptreden en
i. Genezet|
•kere f 1.70.
itm van de#
IARDT, .6
SeleL l
Drogi.f
aan de menschen voorbij. De beweging van
het leven is er heviger, voller en grootscher
ook van uitgestrektheid. Maar het eene ver
dringt er het andere. En het is voor den
mensch, die daaraan deelneemt, niet moge
lijk dat leven in «ijn vollen omvang werke
lijk intens mee te leven. Hij moet het groo-
tendeels langs zich voorbij laten gaan, het
aanzien als een vertooning. De bewegelijk
heid vjtn het leven om hem heen, de eischen
die het aan -hem stelt, niet het minst ook de
veel feller strijd om het bestaan, de strak
ker ingespannenheid van het arbeids- en
bedrijfsleven maken hem bovendien zelf be
wegelijker, onrustiger. In de stad concen
treert zich veel meer dan op het land het
eocomisch wereldleven en het wereldver
keer. Alle aderen van dat leven schijnen er
uit te winden, waardoor de polsslag van het
leven, ook van het geestelijk leven er veelal
sterker is. Dit maakt den stedeling vanzelf
actiever, energieker vaak in zijn dagelijksch
dadenleven, maar nerveuser ook, onrustiger
en veelal oppervlakkiger.
Want al moge ook dan het geestelijk leven
zich in de stad sterker concentreeren, dit
komt alleen omdat daar meer geestelijke
krachten op één punt samenkomen en er
verschillende openbaringen van dat leven
als kunst, wetenschap enz. meer direct tot
uiting komen, Maar dit blijft geheel be
perkt tot bepaalde kringen en heeft op het
geheele stadsleven slechts geringen invloed.
De sfeer vap dat leven wordt er dan ookf
nj.et door gekenmerkte» de stedelfrig tehet
algemeen ervaart er slechts heel oppervlak
kig de uitwerking van. Die ondergaat
hoofdzakelijk, zoo niet uitsluitend, den in
vloed dier factoren, die het beeld van het
stadsleven in zijn uitwendige vormen bepa
len. Dus het fellere en meer gejaagde, zoo
wel van het zakelijke als van het vermaaks-
leven, het meer afwisselende en onrustige,
het meer hartstochtelijke ook. Daardoor is
de stadsmensch in ’tegenstelling met den
buitenmensch veelal veelzijdiger, vlugger en
soepeler van geest ook, maar de laatste
wint het gewoonlijk in diepte van geestelijk
leven, in grooter innigheid van zijn gewaar
wordingen. Zijn leven, dat van den buiten
mensch, en de sfeer van het land om hem
heen leidt eerder tot zelfinkeer, tot beschou
wing en overdenking en maakt hem veelal,
zij het dan onbewust, gevoeliger, althans
dieper gevoelig, voor de aanraking van die
stille, rustige schoonheid, die den gejaagden
stadsmensch voorbij gaat. Deze invloed van
zijn leven en van het land, die zijn aard en
karakter bepaalt, maakt ook, dat hij minder
behoefte heeft aan felle prikkels, aan uiter-
Ijjken glans en rumoerigheid en het lande-
ABONNBMKNTSPBUS: per kwartaal 1A8, per week 12 cent, met ZoaéagsMad
per kwartaal 2.15, per week 17 cent, overa waar de bezorging per looper geschiedt
Franco per post per kwartaal ƒ1.90, met fondagwblad /2JW.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan om bureau: MARKT II, GOUDA.
bQ onze agenten, don boekhandel sa de po taantoron.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en ooctraken (behoorende tot den bezorgkring)
1—5 regels ƒ0.80, elke regel meer ƒ0.15. ^an buiten Gouda en den beoorgkringt 1—5
regate ƒ0.95, etao regel meer ƒ8.18. Advar entten van publieke vonaakeltfkkadM 10
cent per regéti
76
Vaker en steeds vaker straalden te
Sankt Moritz de schoonheid van haar
bleek gelaat en de zon van haar vlam-
menden haartooi over rechtvaardigen en
onr< chtvaardlgen. Daar zij ziöh zelf niet
kon amuseeren - zij had het nooit kun
nen doen beproefde zij zich te ver
strooien.
Dit elegante bestaan was zoo kleurloos,
zoo leeg, zoo onbeduidend! Het leek haar
nog meer volkomen niets te sijn dan des
tijds, toen zij was een ongelukkige vrouw
met verlangen naar geluk in haar ziel,
met wrigen honger naar geluk....
Gravin Oberndorff werd in geheel Sankt
Moritz gaandeweg mode. Aan haar te
worden voorgesteld, behoorde voor de
elegant^, wereld, die dit fashionable Al
peneden bevolkte, tot hel leven in Sankt
Moritz In gravin Oberndorff zag de
cosmopolitieclie demi-monde aan den oever
van het liefelijke bergmeer eene mede
dingster, die deze dames zelfs in haar
toiletten overtrof.... Zoo hopeloos was
gravin Oberndorff gedurende een kort
itar veranderd, en dat In de reine lucht
geen nevel is
Zoo kwam het, dat Maira op heldere
dagen de, zich boven legio rotsen steil
verheffende jlleksennaald” beklom. Cour-
tien merkte haar lange afwezigheid nau
welijks op - zoo heerlijk kon de man
werken. Maar hij kon het slechts In het
bewustzijn: „Malr* is Wj mij. Mijn goede
genius, mijn beschermgeestI” En de an
ders zoo zwijgende sprak tot zijn gezel
lin over wat hij gevoelde: „Mijn «lekte
heeft mij niet gered, maar gij. Gij «ijt
mijn genezing, mijn gezondheid. Weet ge
nog, hoe ik tot u zelde: „Van u gaat
een kracht uit als van moeder aarde”?
Indien gij mij heden verliet, zou ik mor
gen weer een zieke man zijn. Ik heb te
veel geleden, door mij «elf; en nog al-
tijd kan ik mij zelf te weinig vertrou
wen Daarom Iwb Ik u noodig, ah eene
arme weduwe voor haar kinderen het
brood. Het moet due een» worden gezegd,
want gij móet weten, wat gij voor mij
rijt geworden.”
Wat zij voor hem was geworden.... Als
of zij het niet wist! Vriendin on zuster
was zij voor hem vanoudsher geweest;
uftikker en wachteres was zij voor hem
geworden Beide zoo lang zij leefde, ala
- de andere niet terugkeerde. Die behoef
de slechts terug te keeren, er slechts te
zijn en dan was er voor Slvo Courtlen
weer geen Malr* h Mar* en Slvo Cour
tin was weer een zieke, een doodzieke
man En dan voor geheel zijn leven....
van Maloga, in de edele schoonheid
den Engadin.
Vreemd was ook, dat zij niet meer lach
te. Haar gezicht was weer zoo geheel
zonder lach, als hot in 'Rome was ge
weest, toen zij Slvo Courtlen leerde ken
nen.... Weet gij het nog, Slvo Couxtien?
Geen kinderlijke lach geen slrenen-
lach meer op dit schoone vrouwengelaat,
dat geleek op dnt van de gletschervrouw
op de beroemde schilderij vanBivoCour-
tien. Deze gletschervrouw van den Monte
della Disgrazia was het eenüge portret
van gravin Oberndorff, dat de kunstenaar
had voltooid
Gewone advertantten an Ingezonden mededeettngen bjj contract tot near geoedMMr-
<ten prijs. Graota letters en randen worden wakend naar plasten Waits
haar verwachtend, dezelfde woorden ge
sproken, die zij nu in haar verbeelding
hem in den mond legde.
Zij droeg hetzelfde kleed van toen,
kleedde zich ’savonds in hetzelfde witte,
zachte, slepende gewaad. Laat in den
avond zou hij komen! Hij zou haar te
rugvinden, zooals hij haar had verlaten.
Verlaten.... Toen zij zonder liefde de
echtgenoot werd vaa graaf Oberndorffhad
zij zich minder veranderd gevoeld dan
nu. Dat moest uit haar riel worden ge
nomen of....
Of als hij niet kwam, dan moest zij..,.
Zij behoefde slechts bij hem binnen te
treden, hem slechts aan te zien, slechts
toe te lachen.En als hij dan haar stem
weer hoorde: ..Daar ben ik! Ik kon niet
anders! Ik moest komen! En.... daar ben
ik...."
In tegenwoordigheid der andere wilde
zij het hem zeggen, en deze Maira sou
naast haar wegzinken als een schaduw;
deze Maira zou dood voor hem zijn, «oo-
dra zij weer voor hem zou leven.
Ook te Grap da Chüern werd over
Courtlen’s leven en zijn levenswerk door
een getrouwe wacht gehouden. Door mid
del van den knaap Servaa zond de blin
de aan Maira een bmxWhap omhoog „De
slechte vrouw te In de Tornohut. Van
de Heksennaald overziet Wen den weg tot
aan de Adelaarswanden en verder. Al
leen de heldere dagen zijn te vreezee
en deze slechte, als er ook ’s middag»
INGEZONDEN MEDE BERLINGEN: 1-1 ratals /LM, «Ito ragai raasr /8J8.
Op da voorpagina 50 boogan.
lijke, de eenvoud en de rust van het land
waardeert.
In dat laatste kan de stadeling, wanneer
hij buiten is, over ’t algemeen, niet voldoen
de behagen vinden. Hij wilt de drukke, be
wegelijke en mondaine sfaer van de stad.
En vandaar dan ook, dat Overal waar veel
stadsmenschen in de zomermaanden neer-
strjjkne, zy vanzelf trachten iets van die
sfeer om zich heen te scheppen. Dat haalt
allerlei meer of minder mondaine vermake
lijkheden naar het land, dan wisselen al
naar gelang van het gehalte en den stand
der stadsmenschen, die er van het buiten
zyn genieten kunnen, maar die alle uit den
toon van het landschap vallen en er mis
plaatst zfjn.
Zeker, er zjjn oqk stadsmenschen, die de
rust van het land en de landelijkheid zoe
ken, maar dat is de minderheid. Dit blijkt
reeds hieruit, dat de groote massa trekt'
naar die streken en die plaatsen, waar in
allerlei vermakelijkheden als anderzins iets
van de sfeer van het stadsleven te vinden is
en dat overal, waarheen de trek zich richt,
getuige de badplaatsen en andere ontspan-
ningsstreken allerlei amusemente inrichtin
gen als uit den grond oprijzen. Voor wie
werkelijk het land liefheeft en zyn eenvoud
en rust, voor hen, die de stille, innige
schoonheid ervan te genieten weet, zyn
daarom die druk bezochte streken niet de
meest aanbevelenswaardige oorden om zijn
zomervacantie door te brengen.
Maar-4 8 het dan ooE '^ict^»atuurlijk dat
wie buiten woont, onwillekeurig een inner
lijk verzet voelt, wanneer hij de groote
vlucht naderen ziet die gaat neerstryken op
zyn land en er voor de rust en stilte de
rumoerigheid en de sfeer van het stadsleven
komt brengen, die voor enkele weken het
karakter van zyn omgeving gaat verande
ren, een disharmonie schept om hem heen
De stad komt het land overweldigen en in
bezit nemen. De twee zoo verscheiden le
venssferen kunnen in elkaar vloeien. Ze
blyven ook hierbuiten op het land tegenover
elkander als tiwee afzonderlijke werelden.
En de landbouwer, die weet, dat de vlucht
voorbijtrekt, onderwerpt zich blijmoedig
in het bewustzijn, dat toch voor zooveel
stadsmenschen dit verblijf buiten heilzaam
werkt, al kan hy dan daarbij vaak de ge
dachte niet onderdrukken, dat het toch mis
schien wel anders kon en dat de stedeling
toch wellicht nog zoo veel meer genieten
kon, wanneer hy zich geheel zou willen en
kunnen overgeven aan de atmosfeer der
stille landelijkheid.
werd gespeeld. Wat zou hel einde zijn?
Om dit einde te beloven, bleef ook ‘hij
wachten, ook hij
Beiden wisten het: zijn vriendin was
bij hem. Hij had haar tot zich geroepen
en zij was op zijn roep gegaan.
nu Zou de vriendin daarboven
de ontzaglijke eenzaamheid - zijn vrien
din blijven# Zou In dezen geweldigen
tempel der natuur de menschelijke na
tuur van beiden rust hebben? De God
heid der eeuwige schepping in haar schep
sels het eeuwige uitschakelen? Zouden
man en vrouw, ginds boven de wolken,
boven de aarde, jnan en vrouw worden?
De twee onder de toppen moesten het
zich voortdurend vragen en elke gedach
te eraan veroorzaakte hun smart.
Zij wisten het van elkaar, en bleven
toch zwijgen.
De gravin woonde weer in de Alpen
hut op den Tornogletscher. Alles wilde
zij precies zoo ingericht hebben, als het
den vorigen zomer was geweest, alsof
zij daardoor weg kon too ver en dat -
niets meer zoo was. Als hij hoorde en
hij moest het höoren - dat zij hem weer
de helft van den weg tegemoet kwam,
zou hij zeker do andere helft afleggen,
ondanks zijn hoedster, zijn wachteres.
Haar Dante-voorlezer bad gedurende eeni-
gen lijd zijn afscheid gekregen; want zij
moest alleen zijn, als de terugkeerende
plotseling bij haar binnentrad: „Daar ben
ikl Ik kon niet anders! Ik moest ko
men! En... daar ben Ik....”
Vreemd! Verledeoi zomer had hij
zijn gletscberhuis op haar gewacht
AdministratieTelef. Interc. 82.
dan een geest van oververmoeidheid.
Van de vermakelijkheden van het
badseizoen naar den uitslag der Kamer
verkiezingen is maar een stapjtf. Ook
voor den Haag is deze uitslag in vele
opzichten een verrassinggeweeat.Thana
is het het oude gezeur over de
samenstelling van een kabinet. Al
sedert 1905 is dit telkens dezelfde ne
telige kwestie. Geen der partijen be
schikt over een groote meerderheid en
dus moet de samenstelling gezocht wor
den door middel van accoordjes, dia
spoedig blijken niet van de soliedste
soort te zyn. Het laat zich aanzien
dat deze toestand den eersten tgd nog
wel in ons land zal big ven bestaan en
het ware te wenschen dat men zich
daarvan meer rekenschap gaf dan thans
het geval is.
Wij zullen ons hier ter plaatse niet
wegen aan staatkundige bespiegelingen
maar wij kunnen niet nalaten op te
merken dat men bij de samenstelling
van een kabinet hier altijd te veel let
op het kleine kringetje beroepspolitici
en dat men aan hen, die daartoe niet
behooren nimmer eens een kans geeft
om hun krachten te wjjden aan het
besturen van hot land, Ook nu weer
is dit het geval. Meer zullen vry
daarvan op dit oogenblik en op deze
plaats niet zeggen.
Het algemeen stembureau dat in den
Haag zetelde heeft een zware taak
gehad. Het heeft er zich op bekwame
wijze van gekweten.
Over het algemeen kan men tevre
den zgn over het resultaat van het
stelsel der evenredige vertegenwoordi
ging. Groote gebreken bleek het in
de practische toepassing niet te be
zitten. Niet minder dan 83 stembu-
reaux waren er in de residentie inge
richt. Het zonderling geval deed zich
voor dat over het algemeen zeer
vroeg werd gestemd. In één der ba
teaux waren om twaalf uur reeds
80 °/0 van de kiezers wezen stemmen.
Was het dus 's morgens een onafge
broken en inspannenden arbeid voor
het bureau, ’s middags was het een
zeer gemakkelijk werkje. Deze gang
van zaken was zeer gelukkig aange
zien het bureau zgn krachten kon
sparen tot na vijf uur toen het lastige
tel-werk aan de orde kwam.
Het werk dat aan deze verkiezingen
vast zit, is niet te onderschatten.
Misschien zegt dit ééne bedrag iets:
de tot aal-kosten van die verkiezing
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
C000XXXI.
Het heeft tot nog toe maar niet wil
len zomeren. En dat is voor onze
residentie en voor Scheveningen een
leelyk ding. Weliswaar zitten de hotels
en pensions tjokvol, maar dut is niet
voldoende. Wanneer het weer niet
uitlokt, is de ware stemming er niet
en die moet er zyn om het bad-seizoen
goed te doen slagen. Aan de inter-
nationaliteit heeft de oorlog op onze
badplaats nog geen einde gemaakt.
Misschien zelfs is het er intarnationaler
dan ooit te voren. Als je tusschen de
badgasten wandelt, hoor je een enkelen
keer wel eens Hollandsch praten. Het
valt op dat er zooveel Duitsch wordt
gesproken, hetgeen er op zou kunnen
duiden dat er nog steeds een groote
trek bestaat om eens even in Scheve
ningen uit te blazen. De vreemdelingen
erkennen eensdeels wel dat wij tot de
gelukkige stervelingen behooren omdat
de zware last van den oorlog niet op
ons drukt maar anderdeels geven zij
toe dat wij het hier ook niet best heb
ben. De stemming die hier heerscht,
kikkert hen echter wel op en waar-
schijnlijk komen zij juist hierheen om
wat opgekikkerd te worden. Bijzondere
kleur heeft het strandleven dit jaar
door de aanwezigheid van zoovele
Engelsche militairen, waarvan de offi
cieren zich aan de zee zeer behagelyk
schijnen te gevoelen. Geen feest, geen
voorstelling of het Engelsche uniform
domineert. Zaterdag j.l. was er Kur-
haus-bal en een kijkje in de vestiaire
was reeds grappig. Het leek eer de
bergplaats vsn militaire petten dan een
vestiaire voor een Hollandsch bal. Die
officieren schijnen zich hier „kip-lekker”
te gevoelen en reeds hebben enkele
hart en hand verpand aan een Haag
sche schoone. De „rage” voor deze
nieuwigheid is nu nog niet geheel uit
al is ze aan het luwen. Het begint
meer ernst „te worden en de gebroken
harten zullen spoedig in getale te vin
den zijn.
Men vermaakt zich overigens best
aan de zee en veel zorg over de tyds
omstandigheden is niet direct het voor
naamste kenmerk van de badplaats.
Wij zouden geneigd zyn om dat een
gelukkig verschynsel te noemen. Het
bewyst dat de veerkracht nog niet is
verlamd en dit is in deze tyden een
zeer belangryk voordeel, aangezien niets
meer zou leiden tot algemeene malaise
40
Met Dlonisio Fidora las zij Manzooi en
Dante De buitengewone schoonheid van
den jongeling merkte zij nauwelijks op,
zijn Griekeche bevalligheid scheen baar
weekelijk toe. Zij vergeleek hem met
Courtlen; maar deze scheen haar, als zij
hem in haar verbeelding zag, naast den.
dalbewoner, een held. En zij zag hem
telkens en telkens! Maar iets geheimzin
nigs trok haar steeds weer naar de
schitterende gestalte van den dorpsonder
wijzer, die onder haar edelmoedige be
scherming tot operazanger opgeleid
worden. Het was een verbond, dat bel
den met elkaar sloten, zonder ooit de na
men te noemen, die er aan ten grondslag
lagen: Sivo Courtlen - Maira 4 Mara.
Met het Instinct van den minnende, be
greep de onderwijzer alles, wat in deze
geschikte vrouwenziel plaats vond -met
den tact van den bewooer van het Zui
den, uitte hij niets. Ook hij had het ge
voel, alsof de laatste acte van een dram*