ant,
APKAMER
reau
SR
>P
land,
nenplaats en
itrisch licht,
echt.
M>. 13787
Zaterdag 31 Augustus 1918.
Ö7e Jaargang.
9»
HEER,
HAASTRECHT.
Eerste Blad.
82
Z>Ti.e‘CL"ws- ®xx -^-d-‘vex,texx'tïe"bleud. v.oor GroixcLa. en. Ozxxs'tx® Jcexu
VERSCHIJNT DAGELIJKS BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
Feuilleton»
IONE MARCH.
Geestdrift
Bureau: MARKT 31, GOUDA.
VTIEN
ndiche
iieken,
Adminiatratie i Telef. Intaro. 82.
RedactieTelef. Intero. 545.
strekt.
A.
Markt 31.
30
fee van beroep deed kennen,
DA.
niet aan, jongeman,
(Wordt vsrvrigd.)
Gewon, odoortaetile
don ÖT*M i«un
lii maedooksa* Ml Mateaat M aaar aoMkMMr.
raaSae wirjie nrrtMi aaar r1-i1n iM.Tr
I pension,
i stand.
Korean Goudsche
hun werk-
betang van
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
r« emeoU ifldie
ktvangm T«a W-
vsrmskatfJMmdsn,
MMWbti ver.
ok
de
w Bouw- en Wo-
MdBoooudMto Ar-
nkM
BB - MUBA.
412 58
BN.
h., in het bezit
zoekt
portf eesten-
a de Kamer van
uwbedri j ven In Arti
B. R. CLOCKETT.
vertaald door
I P. WË88EL INK-VAN ROeSUM.
(Nadruk verheden.)
m ad verten tiën
C COURANT en
3HE COURANT
;ht aangenomen
AdmteatHa kaaaaa wette te~te tee teteteete iu aslMa Betten*
«blaren. Advsrtsntisbursaux ee ease Ageete
GOUDSCHE COURANT.
Naar het Scboteah
INGEZONDEN MBDBDKBUNGBNi 1-4 rsgris LM, sites rsgri M> KM
O* de veei*eciaa S0 tosogaa.
Fédori's Deplli-
teur, vernietigt
onmiddeliyk ’t
overtollige haar
m, enz., onaoha-
le teerste huid,
jl 11.60. 2414 12
ABONNEMENTSPRIJSi per kwartaal LM, per week U coat, met Zondagsblad
ut kwartaal LIS, per week IT ete were waar de bszorging per looper geschiedt
Franco per port per kwartaal LH, nat Zondagsblad L55.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aaa ons boreaal MARKT 11» GOUDA,
- M ones agenten, den boekhandel en de po tkantoren.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda on o ontreken (behoorende tot den beaorgkring):
1—regels /LM, elke regel meer /LIK /an buiten Gouda en te beaorgkringi 1—1
togota/LMk oiko me» Advmente van puhltea
cent per regel.
„Sla hem geen ongeluk, Tom. Zorg er
voor, dat je zelf niet in moeilijkheden
komt!” riep Jane Allen. „Hij te het niet
waard.”
De belde meisjes met den vriendelijkèn
porder van de maichinriabriek, die zwij
gend en wat verlegen naast haar liep,
alsof hij haar voetstappen telde, gingen
den hoek om en waren in een oogenblik
uit het gezicht. Toen onderging de hou
ding van Tom Adnlr een plotselinge ver
andering. Oogetischijnlijk was hij onge
veer
der. Ja
wachthuis zijn gegaan.
„Nu, hoe heb je het mat de metojee
gemaakt, Peter?” vroeg hij.
,.G, zoo, zoo,” antwoordde deze Hij
scheen het zich nu te herinneren, grin
nikte en ad-. „Wij Hebben heel gezellig
gepraat.”
Gepraat, Peter? Ik wist niet te je
kon praten. Waar ter wereld heb jeover
gesproken?”
peter scheen ernstig na te denken Toen
zei hij: „Och, ik weet niet of Ik seif
zelf veel sprak, maar ik heb met allebei
de ooien geluisterd.”
Daarna floot hij welluidend en borstel
de met veel vertoon de bol van zijn ron
den hoed ai, om zich het air te geven
ah voelde hij zich bullengewoon opzijn
geronk
Zeg eene Tom, la zij niet mooi?” en
Pckr wenkte zijn vriend brieekentevol
toe
„Wie van de twee?” zei Tom onnoocel,
zonder «enige uitdrukking op rijn gericht.
Peter keek hem minachtend au ongaloo-
vig aan.
„Wie van de twee; - hij waagt mij
wie Houd me niet voor den gek, jij zou
niet weten wie er het beat ritdrt ’k
denk toch niet’, dat Je wilt zeggen dat
„Houd je stil, Peter, zei Tom Adair
eewkteps ate je riet wW, te je nene
wordt platgeslagen!”
j grain inn beginselen ook Vu^gt meu
oaorbij hot op zisuzcli prij zeaswaardig po
gen om anderen op te beuren en tot een
betere levenstaak te brengen, dan ligt
de gevolgtrekking voor de hanï, dat een
partij, welke deze «a der gelijk^ onderwer
pen met steeds grootere activiteit naar
voren wtet le brengen, rich niet alleen
van een groeten aan hung verzekerd kon
achten, maar Van geeaturift tevens.
Het „proletariërs van rile landen yer-
eeiugt u is een leuze, van welke, af-
geseneiden van de ptucttoche uitvoerbaar
heid, groote suggestieve kracht uitgaat en
daardoor kon geoeuren, dat zelfs in deze
tijden een socialistische vergadering vaak
met de Internationale'geopend of ge
sloten werd. Geeatdrht vraagt niet altijd
naar het hoe en waard®.
Ook bij de sociari-dömocratie niet steeds
een geestdrift, welke op den duur weet
tê bouten. Hetgeen niet behoeft te ver
wonderen. Zeker, men kan veel gevoelen
voor zekere beginselen, maar wilde sym
pathie blijvend zijn, dan moeten die be
ginselen ook tot resultaten in huupen geest
leiden. Waar dit niet geschiedt, hetzij
door onmacht als bij de rechterzijde, het
zij door onwil als bij de sociaal-democra-
tie, daar Is ontmoediging en ontstemming
het gevolg cn geen geestdrift is daarte
gen ten slotte bestand. Of zou men niet
mebnen, dat de weigering om in 1913 de
portefeuilles te aanvaarden, do S. D. A.
P. een blijvende „deuk major” gegeven
heeft? De nieuwe aanwinst van 1918 te
nog geen bewijs, dat wie,An 1913 heen
ging, thans weder teruggekomen is. De
moeilijkheid voor die partij wordt nog te
grooter, waar bleek dat het wél aanvaar
den van deoverheidstaak, zij het don ook
de gemeentelijke, evenmin tot bepaalde be
vrediging leidde. Denkt aan Amsterdam.
Voel beloven kan geestdrift verwekken
voor een oogenblik, voor blijvende sym
pathie is meer noodig.
Bij onze geestverwanten, zoo zeiden
we, is de geestdrift zelflen djuldelijk waar
neembaar. Wanneer bijv, onze grondbe
ginselen worden aangetast, wanneer voor
datgene wat wij nuttig en noodig ach
ten, niet in de eerste plaats voor ons-
zelven maar vooral voor het geheele volk
gevaar dreigt, dan loopen wij te wapen
en we doen dat ook met geestdrift. Maar
meer dan In geestdriftig afwenden wat
ons bedreigt, berust onze kracht in het
voortwerken aan de taak, door hen die
ons hierin vóórgangen, begonnen. Kunnen
idealen voor de toekomst geestdrift ver
wekken, het tot-stand-brengen van verbe
teringen in het heden geeft op den duur
een meer blijvende bevrediging.
Wij blijven voorstander van scheiding
tusschen godsdienst en politiek, op zioh-
den Zijn kin ging een paar duim om
laag en zijn ellebogen vormden een wat
scherpen hoek, toen zij tegen zijn zijden
drukten Maar zijn handen bleven losjes
in de zakken van zijn werkkiel. Hij liep
kalm dichter op den bluffer toe. Hij keek
den weg, die langs de fabriek lag, scherp
af.
Geen politieagent was te zien. Alleen
een straathond, de ribben uitstekende als
de hoepels van een oud vat en zijn
etaart tusschen de pooten knellende, als
of die door een veer op zijn plaat»
werd gehouden, sloop langs den anderen
kant van den weg. In een opzicht had
Jane Allen den tegenstander verkeerd
beoordeeld: een lummel scheen hij niet.
Hij leek goed gevoed, wzs lang en eenigs
-zins opgeblazen onder de oogen. Zijn
armen hield hij in de juiste houding en
zijn handen gebald. De banden van Tom
waren nog in zijn zakken. Toen gebeur
de er iets.
„Klap! Klap!”
Er kwamen een paar doffe, vernietigen
de geluiden, heel bijzonder en onbeschrij
felijk, maar onvergetelijk voor wie ze
van heel dichtbij hoorde en voor geen
verkeerde uitlegging vatbaar: de schok
van knokels op naakt vleesch, De han
den van Tom waren nu, voor het eerst
sinds hij zijn pet voor lone en, Jane
Allen ^had afgenomen, uit zijn zakken.
Ze waren zoo snel gekomen, dat zijn te
genstander ze zelfs nog niet had zien
bewegen, toen de hooge hoed den eenen
kant opvloog en de roos in zijn knoops
gat een anderen. Hij zelf zat in het
midden terwijl Toto Ater boven hem
Mond en hem verzoebt op te Maan em
Geestdrift is slechts zelden bij' onze
geestverwanten waar te nemen. Nu moe
ten wij onmiddellijk, len einde riet mis
verstaan te worden, er op wijzen, dat
geestdrift ook aanwezig kan zijn zonder
dat zulks uiteirlijk waar te nemen is en
dat de luidruchtigste geestdrift nog niet
altijd de ware te. Men kan' een zaak
warm zijn leedgedaan, voor een beginsel
alles gevoelen, zonder dat zulks zich naar
buiten behoeft te manifesteeren. Wij zou
den dan ook niet gaarne zeggen, dat er
onder onze geestverwanten geen geest
drift bestaat.
Het werk bij de verkiezingen, ook hrt
stille en het eenvoudige we±K, dtu Wcx-
nig ongemerkt en nog minder gewaardeerd
wordt, waarvan adders dan van liefde
voor het beginsel is het de uiting? Wij
kennen ze, in verscliUlende plaatsen des
lands mannen en vrouwen, die het beste
wat zij te nessen hebben,
kracht en hun tijd, in het
onze beginselen geten. Wanneer wij vaak
zagen ouderen, die zich met ongewonen
arbeid inspannend bezighielden en jonge
ren, die voor de propaganda eigen ge
noegens lieten staan, dan mogen we ze
ker van geestdrift spreken, misschien zelfs
wel van hooger gehalte dan die, welke
zich in gemakkelijke luidruchtigheid uit.
Bij onze tegenstanders valt veel uiter
lijke geestdrift waar te nemen. Natuur
lijk beoordeelen wij niet of en in hoe
verre daarbij innerlijken grond aanwezig
is, dat te niet onze taak. Wij zijo in-
tusschen gaarne bereid aan te nmen, dat
zulks bij velen het geval zal zijn- Dat
is zeker niet te verwonderen, bij die par
tijen jh veel wat geestdrift kan verwek
ken.
Een oproep om zich te scharen onder
de Banier des Kruises, om' te ptrijden
den strijd voor den Christus en tegen de
Revolutie - deze en dergelijke opwek
kingen vinden weerklank in de harten.
Wanneer men. het werkelijk meent met zijn
godsdienst en het leven hier op aarde
vóór alles beschouwt als een voorberei
ding tot het leven hiernamaals en wan
neer men daarbij voor zichzelf van oor
deel is di'e overtuiging ode op het gebied
der staatkunde in woorden naar voren te
moeten brengen, dan kan men met geest
drift den strijd voeren voor de antl-revo-
lutlonadreiofrie christ.-historische begiheelen.
Zelfs, gelijk inzonderheid bij deze ver
kiezingen gebleken is, ook over en weer
tegen die partijen. Zij, onder de wijzin
gen jaar jonger don zijn tegenstan-
Ja erkelijk, ondanks roet en olie
had zijn geheele verschijning iets bui
tengewoon jongensachtig».
„Wei,” zei hij, den heer met den hoo-
gen hoed naderend, die stand hield met
een hoonend zelfvertrouwen, dat den bluf
fer van beroep deed kennen, „u wilde
deze dames niet met rust loten, toen zij
het vroegen.’*
„Het gpat u r* t
ik het wilde of niet,” antwoordde
andere, oen verdedigende houding aanne
mende. „Maar in elk gerval zal ik u af
loeren u te mengen in zaken, die mij
aangaan. Het zal u in de toekomst be
ter voorkomen u tot de smederij te be
palen en u niet met heeren te bemoeien.”
„O, maak u niet al te druk Ik zaJ
zoo dadelijk wel met u afrekeneo, als de
dames uit het gehoor zijn!” zei Tom
Adair kalm.
„O - damee,” zei de andere hoönend;
„die fa» het gemuite oortuum was een
dame niet waar? En uw vriendin, de klei
ne modiste, was er ook een, niet waar?
Dames - h»! hal”
Tom Ater antirooite nirt meiwoor-
uigeu, <ue zich bwijUeuu Mui te i en weten,
zij uegjnjpen iets van die geestucüt, maar
nunne beginselen verzenen zich tegen
het naar toren schuiven van den go<te-
tiienst op ander terrein, al moge dit dan
óok zoo goede wiuite met zich brengen.
loeh te het vaak met een zekere ja-
ioerscbheidi, wanneer men daar de poli
tieke Christenen ziet optrekken met een
vaandel, waarachter men riciizelfs mede
zou willen scharen, wure het niet dat
juist de hoogïieid van dat vaandel het
openlijk opheiien daarvan to dier plaatse
moest verbieden, gezwegen nog van wat
daar in naam van heilige beginselen voor
onheiligs vaak te aanschouwen werd ge
geven.
Maar nogmaals, het vertoonen van die
banier moe-geestdrift wekken, vooral on-
dfJi de eenvoudagen, die niet weten te
onderscheiden tusschen het onzelfzuchtige,
dat den godsdienst eigen is en het brute
egoïsme, dat somtijds in de politiek ge
vonden wordt intusschen bleken de re
sultaten van het samengaan van gods
dienst en politiek zeer verkoelend op de
aanvankelijke geestxirlft te werken en
keerden zich de meeaten af van een staat
kundige richting, waarbij godsdienst veel
al niet meer <üun een uiterlijk#, op geest
drift gerichte schijn vermocht te wezen.
Bij de sociaaldemocraten vaakniet min
der enthousiasme. Hier evenwél niet al
tijd het geestelijke, zij het dan ook slechte
in naam, voorop. Het inaterialteine spreekt
hier een duchtig woord mee. En alweer,
wij kunnen het ona zoo volkomen begrij
pen Wanneer men het beroerd en ellen
dig heeft, wanneer men behoort tot de
allerlaagste klassen der samenleving, en
wanneer men dan rondom zich ziet niet
alleen welvarendheid, maar ook overvloed
en weelde, dan is men toegankelijk voor
hen, die verbetering, afdoende verbetering
beloven, die spreken van vrijheid en ge
lijkheid, van het wegvallen van de ellen
de en de weelde, welke beide voor zoo-
velen een bron van steeds voortdurende
ergernis zijn. Wij kunnen het ons voor
stellen, dat men de woorden niet aan
stonds gaat toetsen aan de daden, de
voorspiegeling aan de werkelijkheid, maar
dat men zich aansiuit, zich voegt bij die
anderen, om deel te nemen aan den strijd
voor een beter, een inenschwaardig be
staan. En dat mem dit doet met geest
drift.
Ook in de kringen van beter gesitueer
den zal dit kunnen. Zij, die weliswaar
voor zichzelf een redelijk bestaan heb-
ben, zullen altijd open oor hebbeiT voor
den wenwh en den eisch naar beter, en
wellicht was de eisch van loonsverhoo-
ging van meer propagandistische kracht
voor de soclaal-democratie dan welk pro
BBIEVEN UIT DE HUmAD.
COCOXXiX IX.
Wat te toch dat eigenaardige plaats olij
ke ohauviDiisme waaraan zelfs in dezen
tijd nog zoovele» lijden Ate ik geen Am-
sierteuaner was, dan* zou ik fr tri toten
mer willen wezen, zoo uitte zich onlangs
nog eens iemand, die geboren en getogen
in onze hoofdstud, zioh wat lekker ver
lustigde aan het Scheveniugsche strand.
Iedere stad heeft haar bijzondere aan
trekkelijkheden óf - om eens in Bolian-
diaansche stijl te spreken, haar aantrek
kelijke bijzonderheden. Maar zijn die nu
van zooveel gewield dat men daarom al
leen aan die eenc stad gehecht behoeft te
zijn. Van Deijssel heeft ook eons iets
van dlon aard beweerd; gelijk hij meer
hield van zijn eigen kamer dan van
zlju overigè huis, meer hield van zijn
hute dan van rile andere tytizen, van zijn
stad meer dan van ander? steden, zoo
hield hij ook meer van Holland dan van
alle andere landen. Nu te dit laatste ee-
nigermate begrijpelijk omdat de scheiding
en het verschil tusschen ons land en
andere landen zeer groot is.
Maar is er verder riet een groote fac
tor bdhouduucht en gemakzucht in dat
lokale chauvinisme? In den gloeien ouwen
tijd, toen men van elkaar veel minder af
wipt dan nu én het verkeer zooveel ge
ringer was, was er inderdaad veel ver
schil tussclien de steden En in een be-
he^^^^eens wat te kunnen geven
Maar het was even natuurlijk als juist
gezien van den jongen man, dat hij dit
verzoek rondweg afsloeg. In plaate van
er gevolg aan te geven Hef hij zijn hand
ter verdediging boven zijii hoofd en be
gon nog al laf om de politie te roepen.
Tom Adalr deed een paar schreden te-
trug en bekeek het opgezwollen gezicht
- den eenen kant was dit reeds zoo
sterk dat hei linker oog al bijna geslo
ten was, terwijl een dunne straal bloed
en een dikke lip Tom aanwees, waar hij
ijp linker had laten neeckomen.
„Help! Moord! Politie!gilde de blaf
fer, maar met wai onvast geluid.
Tom haalde een fluit uit zijn zak
„Best,” zei hij vroolijk, „indien te
het te, wat ge verlangt, dan kan ik u
in vijf minuten helpen. Wij hebben een
beambte op het terrein en daar ik mees
terknecht op het erf ben, kan ik u aan
hem overgeven voor hel verstoren van de
orde Ider. Maak geen verontoohuMigin-
gen - het kost me niet de minste moeite,
het gaat even gemakkelijk ate het In
slaan van een spijker!”
De schavuit stond nu wel vlug op, en
zonder een woord te utten liep hij den
weg af naar de rivier, terwijl hij een
zakdoek voor zijn gezicht hield. Tom Ater
keek hem na Zijn Slieren beefden van
verlangen den kerel nog een afeetieids-
sefeop te geven Maar inplaats daarvan
haalde hij zijn odhoudera op en mompel
de: „Het te zoo als Jane zegt, hij te
het nfet waard! Heidaar! Daar te Peter
weer terug.”
Peter krikte zonder een woord te zeg
gen en zou aoo weer noor zijn oohild-
80)
„Peter,” zei Tom Adair, „wil je fleze
dames tot den hoek van Elyjstreet bren
gt n Daarna kunnen zij het wel alleen
vinden. Ik zaJ op je poort passen, tot
dat je terugkomt. De nachtploeg komt nog
in geen nu»; dan ben je al terug en ik
zal lang voor dien tijd allee wat ik te
zeggen heb aan dezen heer hebben mee
gedeeld.”
De Bewonderaar van Beroep koesterde
nu ongetwijfeld den wensch, dat hij niet
was gekomen, maar riterlijk bleef hij
volkomen kalm en hij ontkende nadruk-
kolijk eenige bedoeling gehad te hebben
de dames te Moedigen. Hij had geen an
dere bedoeling gehad, dan alleen haar
iM-gs een gevaarlijk deel van de stad te
helpen.
Tom Adair, die tusschen lone en den
jongenman stond, had nog altijd de han
den in de zakken.
..Ja,” riemde hij toe, „dk deel van de
een beetje gemorMjk - voor
ploerten als u. Ga nu, Peter. Goeden
*”»d dames. Neen u nfet mijnheer; ik
ti eetnt nog wat te
pauiUü Snul nuopte zioii wol ectM een
groepje van oouswiüeuacu op, <Ue ieU
bijzouders wikten.
Wat ons rat uoze bespiegeling bracht
Diverse, groote mannen uit oiue vncter-
laudsche gesuntodeui-i piolteereu met hun
ziAkveel-hoDderteen geboortedag. Men grijpt
di g&tgeriMHd aan om ben een* U oe
bioemetües te zetten en eone luide tover-
kondigen hoe groot zij wei zijn. Up het
oogenblik te Breoerode het feestraritoa
van den dag Zijn deugden en talenten
worden opgevijzeid en rij d>e in allo
leerboeken op het derde plan pleegt ge
plaatst te worden wordt nu in Mn adem
genoemd met Vondel, Hooit, Rembrandt
en Frans Hate. Breeroo was eep grap
pige dichter, die helaas veel neiging var»
toonde om in het bas-komieke te verval
len Heijermoiw heeft hem verleden jaar
„groot” gemaakt door Zijn „Bpaaneche
Brabander op te voeren. 4
Natuurlijk te hij niet zoo "groot ate hij
nu we' gemaakt wordt, maar wij namen
aan, dat hij tot de grootoren mag ge
rekend worden. Die Breeroo dan - en
nu zijn wij aan ons uitgangspunt -
scheen er bijzonder op gecharmeerd te
zijl* dat hij Amsterdammer wao. Op het
titelblad van zijn „Groot Liedboeck”
plaatst hij onder zijn naam zijn kwali
teit van „Amateldammer” Wij glimlachen
om deze toevoeging en rien aanstonds
voor ons tri v^n curieuee gevallen, waar
in deze toevoeging «en belachelijke sou
zijn in onzen tijd.
Er toch.... toch zijn er velen, die dat
eigenaardige chauvinteme bog predewzM
bezitten als voorheen en die in staat
zouden zijn om hun woonplaats ate een
eeretitel op hun visitekaartje te laten
drukken.
Komt in het buitenland Ulo eigenaardi
ge gezindheid ook voor? Wij moeten hel
wel aannomen. De Engelacbe militairen,
die bier ingekwartierd zijn, hebben bun
woonplaats vaak In glimmende letten op
hun ja». Zij stellen er een eer in en
het lijkt of zoo’n riaata dan bij uitstek
de zetel van den heldenmoed la.
Het is vroeger waarschijnlijk ook wel
ZÓÓ geweest dat Ifagenaaraijn voor e«n
Hagenaar een eeretitd was. Niet dal op
dit oogenblik het tegenovergestelde sou
zijn, maar er te soo weinig wat speci
fiek Haagsch kan heeten - behalve dan
oen paar ondeugden - dat het woord
Hagenaar geen speciale onderscheiding
meer is. Reputaties van steden sijn ge
woonlijk niet ontleend aan de schoonste
gebeurtenissen uit die gemeenten en ook
!n vroeger tijd was sulks het gaval. Ook
daarvan zouden vele voorbeelden te noe
men zijn.
Toch beteekent Ilagenaar-sljn lets an-
zelf misêcliien een negatief begrip, maar
weina positieve waarde vooral bij het
gaan in andere riohting sterk naar vo
ren treedt; wij houden vast, ons ton
deze het woord conservatief niet schamen
de, aan den Vrijhandel en do Openbare
Sohool, overtuigd van de groote diensten,
welke daardoor aau den vooruitgang be
wezen worden; wij gaan voort met te
werken aan de sociale wetgeving, omdat
beu ezien is dat nodi rechts noch rood
hier een scheppende taak kunnen ver
gillen als door Goeman Borgartus en de
zijnen op zoo krachtige wijze is ge
schied; wij blijven het oog gericht hou
den op de nieuwe vraagstukken van den
dag, welke vooral in dezen tijd in zoo
talrijke mate naar voren treden.
Wij gaan voort met onzen ophouwen.-
den arbeid. De wetenschap, dat de be
ginselen van vrijheid en vooruitgang nooit
zullen hebben afgedaan, maar steeds het
moeizame werk van het ophouwen zullen
hebben te verrichten, de overtuiging, dat
onze staatkunde vruchten voor heel het
volk weet at te werpen, de bemoediging,
welke er in gelegen is, dat oiw werken
nooit tevergeefsch zal zijn, die zullen ons
de ware geestdrift brengen.