ADVERTEERDERS! voor van ons N.V. GOUDSCHE COURANT. ADVERTENTIÊN voor alle Dag-, Week- en Maandbladen worden zonder eenige prijsver- hooging geplaatst door tusschenkomst Advertentiebureau. Een afschrift is voldoende. Het bespaart U kosten en tijd. Wij verstrekken alle gewenschte inlichtingen. IMo. 140 XTie-vi Duitse Wia zal teek varsohaidsne België. Mi testeerende partij vsrkla. Feuilli Het recht d( imr het vai 'k en i. De Duitache regeerii den toestand te beheei de soldaten toegesproli kunnen en mogen trotj land’s toekomst niet t wij hier wederzijds beL geering, en gij voor uze dat wij ons vaderland n bn laten, maar zullen “ABONNEMENT! per kwartaal /.3JS( Franco per poet p< Abonnementen bö onze agenten, d ADVERTENTIE! 1—6 rogeb 1.05, i 1—5 rt<eU 1.18, beden 12H coat pa Redactie i Tele 81) En hij laat haar tachte druk vani zijn tot hij haar lief hoe voren: dat U zooals 1 rtt weldaad, die h’ij 1 «en-... Maar wat dan Do doodzieke man, d te> zonder Iemand laat! wijze geheel mot het zich voorbereid hectft ton dood, staat nu v ■term van het beatk&n tol hij heeft, vreeeelij Nu weet hij, dat i neet rekken, om haar Hij weet het - hij >bh het leven vart te b. Rij helt hMr hoofd H* ta hem, alsof hij Moe zou hij haar re CMatlne kijkt hem zijn Fetdevollen Op de treurige oogex e> Mik* k*> t» i Aan de orde: HetV voorstel tot oninbaarverklaring van aanslagen op kohieren der plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1918. (No, 55(733). De VOOlftlTTER: Wij lijn thans gekomen aan een punt, waarbij ik de deuren zou willen lated* sluiten. Maar alvorens daartoe over te gaan, zou ik het woord willen geven aan den heer Muylwijk, die daarom ge vraagd heeft. De heer MUYLWIJK: M. de V.l Gaarne zou ik aan U, als Hoofd van de politie en als Eere-Voorzitter van het feest, dat Maandag j.l. op den Tweeden Pinksterdag heeft plaats HELENE I vertaald P. WES6ELIN (N Wie zal dezen ama Duitschland teekenen? Men heeft er nog s kunnen vinden. De ni buitenlandsche zaken berger ook niet en de a aanmerking komen eve moeilijk zijn iemand ih waardigheidsetschen de bereid ia; ten slotte i aan moeten gedooven» Parijs ongeduldig. Het is te begrijpen, derimg, welke Duitschli vele vaderlanders leed dan het bes,t te doen of van dit aaidsche ja verdwijnen. Zoo hebben vom Hinx Gröner hun functies burg spreekt in een 1 aan dé troepen de onv baarheid uit, die hij ge officieren, onderofficier Hjj vermaant hen eensj kea ▼oor het welzijn v derland. Generaal Grötu slag als chef van den diend, maar zich bereid tie te blijven waameme het Oosten geregeld ia Ook de Duitsche geza Wedel, heeft wegens de het vredesverdrag zijn Uit Straatsburg wor aantal Duitschers in zelfmoord heeft geplee. van het bericht, dat de worden. Van alle kanti men binnenkomen, wel van gevallen van zelfm< Neen, dan vat Schei op. Hij is naar Zwitser lijke zaken tegen te gaan. Ik heb van de geruchten betreffen de het sportfeest gehoord. Ik ben op zettelijk des avonds tydens het afste ken van het vuurwerk naar het feestterrein gegaan om mij van den toestand te overtuigen. Ik ben niet overal op het terrein geweest, omdat door het gewoel op sorpmige punten mij dit niet gewenscht Voorkwam. Ik heb in donkere hoekjes wel eens paartjes gezien, die elkander zeer vriendschappelijk gezind schenen te zdn, maar ik heb niets waargenomen, dat naar onzedelijkheid zweemde. Nu evenwel het gerucht loopt, dat er on zedelijke dingen zouden zijn gebeurd, zal ik daarnaar een zeer serieus on derzoek doen instellen, teneinde dit bij eene volgende gelegenheid naar vermogen tegen te gaan. De heer DERCKSEN: M. d. V. De heer Muylwijk heeft deze zaak ter sprake gebracht*. Ik was van plan ook hierover te spreken. U zegt, dat U geruchten ter oore zijn gekomen. Het spijt mij, dat U deze zaak niet reeds ter hand hebt genomen en on derzocht, te meer waar U als Hoofd van de politie kon verwachten, dat deze zaak in de vergadering ter sprake zou worden gebracht. Mij is ter oore gekomen, dat het gemakke lijk zal zijn achter de waarheid te komen. Mij is medegedeeld, dat U gisteren een brief is bezorgd, door twee/inwoners van Gouda ondertee- kend, waarin gewezen wordt op de schandelijke dingen, die bij het sport feest hebben plaats gehad. Het spijt mij, dat gij deze zaak niet reeds hebt onderzocht; dan had hierover klaar heid kunnen worden verschaft. De heer MUYLWIJK: M. d. V. U vraagt naar feiten. Het komt mij voor verbazend moeilijk te zijn in het publiek feiten te noemen. Ik zou ze U kunnen noemen, maar ik wil het meisje, dat bij het zwemfeest onteerd is geworden, sparen en haar naam hier niet noemen. Feiten moet U daarom niet van mij verwachten, vooral niet waar het hier een publiek geheim betreft. Het gerucht betref fende het gebeurde bij het zwemfeest gaat door de heele stad, terwijl de namen van degenen, die er bjj betrok ken zijn, worden genoemd op de openbare straat. Wanneer men zoo schaamteloos optreedt, verdienen de zulken, dat hun namen hier worden genoemd. Ik zal het evenwel niet doen. Ik hoop echter, dat U een grondig on derzoek zult instellen, opdat voor het vervolg aan dergelijke schandelijke daden paal en perk zal worden ge steld. De VOORZITTER: Wanneer ik gevraagd heb mij feiten te noemen, dan heb ik niet bedoeld, dat U dat doen zou in de openbare vergadering. Mijn kamer ten stadhuize staat ten ^Jlen tijde voor U open. Ik zou het op prijs stellen, wanneer U mij daar de feiten zou willen mededeelen. De mededeeling, waarover de heer *1 nog Laat ik hem dat eens mogen zeg gen. Toen wij het hadden over den acht- urlgen arbeidsdag, zei deze geachte spreker zoo railleerend: 2 uur; en thans hooren wij weer: nu zijn die huismoeders lekker gemaakt en die hebben in de verwachting geleefd, dat zij zooveel guldens meer zouden krijgen, laten wij nu de zaak niet meer uitstellen. Qnt maakt zoo’n eigenaardigen in druk, M. d. V. De heer Jongenburger zegt daar, dat ik bedekt een verwijt aan B. en W. zou hebben gericht. Ik kan mij dat niet begrepen. Wanneer de heer Jongenburger dacht, dat dergelijke verwijten door mij bedekt worden ge richt, moet hu wel weten, dat ik dat nooit doe. Wanneer ik het noodig vind tot iemand een verwijt te rich ten, d .n doe .k dat niet liedekt, maar zeg Ik dat ronduit. En die gemoedelijkheid van hem alsof w.e vrouwen daarop zouden heb ben gerekend, brengt mij absoluut niet van mjjn beginsel, dat ik liever zou zien, dat tot stand kwam eene herziening voor de geheele g rep van personen in d enst van de gemeente. Wanneer hierbij gezegd wordt, dat de zaak van de loonsherziening zoo uiterst urgent is, dam weet ik dat heel goed, maar dan zou men het met dit voorstel in handen niet zoo voor stellen, alsof de zaak verloren is, wanneer dit voorstel niet hedenmid dag wordt behandeld. Daarbij komt nog, dat ik geen voorstel heb inge diend. Ik heb slechts de meening van den Raad gevraagd ten einde të zien of er meerdere waren, die er ook zoo over dachten. Ik ben gewoon om vooj* ik de plank uitsteek te zien hoe breed de sloot en hoe lang de plank is. x De VOORZITTER: Nu door den heer Kolijn geen voorstel is gedaan om dit punt van de agenda af te voeren, daar stel ik voor met de be handeling van dit punt voort te gaan. Slechts een enkel woord tot besluit der algemeene beschouwingen. De woorden van den heer Kolijn zouden wellicht de meening hebben kunnen vestigen, dat B. en W. min-, der belangstelling gevoelen voor de belangen van de ambtenaren en be ambten. Dit is volstrekt niet het ge val. Wanneer wij .ambtenaren en werklieden hadden willen brengen in een zelfde voorstel, dan had dat voor stel zeker op hqt oogenblik nog niet kunnen zijn ingediend bij den Raad. De vertraging, die hiervan het gevolg zou zijn, achten B. en W. in het na deel van de werklieden, terwijl de ambtenaren er niet door zouden zijn gebaat. De algemeene beraadslaging wordt gesloten. Punt A wordt zonder beraadsla ging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. beraadslaging over punt B (groe- pen-indeeling). De heer KOLIJN: M. d. V. Ik heb gehad op het Sportterrein, willen vragen, of U niets bekend is van de geruchten, die gaan omtrent den af loop van dat feest? Volgens'die geruchten moet het daar niet minder dan ergerlijk zijn toegegaan. Het was er kort gezegd een groot bordeel. De meest onzede lijke handelingen moeten daar in het publiek zijn gepleegd en dat zelfs in het bijzijn van kinderen van 10 jaar. Fateoenlijke ouders moeten zonder onrust hunne kinderen kun nen zenden naar een publiek‘feest en wanneer een feestcommissie niet bij machte is om te zorgen, dat ver regaande onzedelijkheid wordt ge weerd, is het ide roeping van de po litie om hardhandig tegen die ontuch tige lieden op te treden en dat zon der aanzien des persoons. Want, M. d. V., ook bü het zwem feest, dat het vorige jaar is gehou den, is het schunnig toegegaan, zoo zelfs, dat daar door de z.g. élite van de burgerij een meisje is onteerd ge worden. Het komt mij dap ook voor, M. d. V., dat u als Hoofd van de politie be voegd is om maatregelen te nemen, om de politie op dergelijke feesten meer werkdadig te doen optreden en dan zonder aanzien des persoons. M. d. V.Vergeet U niet, Uw naam als Hoofd van de Politie en als Eere- Voorzitter was wel terdege gemoeid 'met dezen schandelijken afloop! De VOORZITTER: Ik ben gaarne bereid om hetgeen de heer Muylwijk hier in het midden heeft gebracht, te beantwoorden. Ik zou daarop dan gillen zeggen, dat ik het op hoogen prtfs zou stellen, straks de vraag gedaan of de tuin man en de tuinman-machinist wel behooren tot groep IV en of deze niet beter kunnen worden gerangschikt onder groep V. Volgens de indertijd aangenomen dienstregeling behooren zij een klas hooger te worden ge plaatst. Het geval <reft mij in het bijzonder, omdat de tuinman-machi nist als machinist niet betaald wordt. Ik zou daarom gaarne zien, dat U eens een onderzoek naar deze kwestie wildet instellen, opdat deze man wordt gebracht in de groep, waarin hij thuis behoort. De VOORZITTER: Ik wil aan het verzoek van den heer Kolijn gaarne voldoen. Op het oogenblik kan ik hem de gewenschte inlichtingen niet ge ven. Ik moet daarover den Gemeente- Bouwmeester hooren. Ik wil evenwel dit zeggen, dat bij de indeeling over leg heeft plaats gehad met de hoof den der verschillende takken van dienst en met de verschillende Com missies. Alles is zeer minutieus ge- wikt en gewbgen. De rangschikking heeft heel wat ’moeilijkheden opgeleverd. Ten slotte i is evenwel eene regeling verkregen, i waarmede iedereen accoord ging. Op het oogenblik kan ik dus niet aanne- iipen, dat de rangschikking van den tuinman-machinist niet goed zou zijn geweest. Ik zal deze zaak in ieder I geval onderzoeken. De beraadslaging wordt gesloten |en punt B zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Het voorstel in zijn geheel wordt zonder hoofdelijke stemming aange- nomen. Aan de orde: Het voorstel tot het verleenen van eene I gemeentelijke subsidie aan de Commissie f Itot verbetering van het verkeerswezen in Z. W. Utrecht, Krimpenerwaard en Alblas- serwaard. (No. 531385). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aange nomen. Aan de orde: He>t voorstel nopens de subsidie-aanvraag van de Goudsche Sport-Vereeniging. (No. 57|699). Wordt zonder beraadslaging Izonder hoofdelijke stemming aange komen. Aan de orde: Het voorstel tot het verleenen van een verhoogd subsidie aan het plaatselük Steun, •comité in verband met de uitkeeringen aan jgedemobiliseerden. (No. 61|425). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aange komen. Aan de orde: Het voorstel tot verhuring van gerioleer. den grond achter de Lange Dwarsstraat. (No. 58|6T9). Wordt zonder beraadslaging en jzonder hoofdelijke stemming aange nomen. Aan de orde De voorstellen tot' verhuur van gerioleer- den grond achter de Kleiwegstraat. (No. 59 629, 60162.3'». Worden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aange nomen. te kort in mjjn bezit, dan det ik nu reeds het resultaat van het onderzoek zou kunnen mededeelen. Men kan er evenwel van overtuigd zijn, en ik geloof niet, dat er iemand aan twijfelt, dat daden, die niet be hooren plaats te vinden, niet door mij worden goedgekeurd en dat ik alle mogelijke maatregelen zal nemen om zulke dingen voor het vervolg te gen te gaan. De heer IJSSELSTIJN: M. d. V. Ik wil nog dit in het midden brengen. Het betreft hier een zaak, die geba seerd is op geruchten. Wahneer men interpellaties houdt in een Raad, moet men daarvoor kunnen aanvoeren bewijzen. Mocht het zijn, dat men daardoor personen schaadt, men schaadt ook die perso nen, wanneer men de namen achter, wege laat. Men hoort het fluisteren tot schreeuwens toe in de straat, wordt algemeen beweerd. Maar het is van zeer recenten da tum, dat mij door een geacht burger werd medegedeeld in het bijzijn van een Uwer medeleden, n.l. den heer Vingerling, dat in verband juist met die gepleegde onzedelijke handelin gen, op het Sportterrein moesten zyn opgemaakt 8 9 processen-verbaal. Ik zei hier, dat het mij werd mede gedeeld door een achtenswaardig per soon. Ik vroeg hem, of hjj het zelf had waargenomen, of dat het offici eel bekend was. Maar hij had dat ook wedpi van een geloofwaardig burger, wiens naam mij ook op die vergade ring, waar dat gesprek plaats .had, werd genoemd. Ik zou in ieder geval U, M. d. V., die als Hoofd van de politie inzage krijgt van het officieele politieregis ter, willen vragen, of het inderdaad waar is, dat er 8 processen-verbaal zijn opgemaakt omtrent onzedehike handelingen, die moeten hebben plaats (jehad op het sportfeest, dat onlangs is gehouden. De VOORZITTER: Daarvan ia mij niets bekend. Ik kan hiermede deze zaak als afgehandeld beschou wen. Aan de orde: Het voorstel tot onlnbuurverkluing vu aansloten op kohieren der plaatselijke <11. reete belasting naar het inkomen voor den dienst 191S (R. No. 55). Het 4e aanvullingskohier (navorderings. kohier) der plaataelyk directe belasting naar het inkomen, dienst 1918. Het cerate aanvulUnzskohier van school, gelden op do Burgermtalen. dienst 19181 191 a Het kohier der plaatselijke directe be lasting naar het inkomen van don dienst 1919. De openbare vergadering gaat over in eene mét gesloten deuren. Na heropening wordt bovenge noemd voorstel aangenomen en wor den de drie kohieren overeenkomstig het in besloten zitting verhandelde vastgesteld. 1 Niets meer aan de orde zijnde wordt de vergadering door den Voor- zitter gesloten. out ik net, op noogen prijs zou stenen, dat, wanneer er iets gebeurt, dat niet door den beugel kan, ik zou mogen .vernemen „feiten". Ik hoor hier slechts van geruchten. De heer Muylwijk zinspeelt hier op iets, dat het vorig jaar in de zweminrichting bjj het sportfeest zou hebben plaats gehad. Het is op het oogenblik het eerst, dat ik er vau hoor. Wanneer dergelijke feiten be kend zijn bjj anderen, dan zou het mij een groot genoegen doen, wan neer ik daarmede als Hoofd van de politie onmiddelljjk in kennis werd gesteld. Dat zou ik in hooge mate waardeeren. Want de heeren zullen er zeker niet aan twijfelen, dat het --- ook mjj zeer ter harte gaat om derge- Dercksen heeft gesproken, is

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1919 | | pagina 5