V Ïo&bSMwv. ziekenhuis op een goede plaats komen te staan, dan moet hp iemand zpn met groote capaciteiten, die toch het vertrouwen van de huisartsen in de stad zal weten te winnen. M. de V.i Nu de heer Cleyndert is benoemd, meen ik, dat iemand be noemd is, die die capaciteiten niet be zit ot liever: nog met bezit, en wü* dus op het oogenblik een gevaarlijke proeüieuung, hebben genomen, ik heb met kracht gewaarschuwd tegen die gevaarlijke -proetneming en, als ik hier nu spreek, is mp dat zeer onaan genaam, omdat het over personen gaat, maar ik meen het toch m het gemeentebelang te moeten doen, om dat ik de verantwoordelpkheid voor deze benoeming van mp afwerp deze ongunstige alloop van de zaak komt voor rekening van degenen, die hun stem op den heer Cleyndert heb ben uitgebracht en omdat men moet weten waarvoor ik gewaar schuwd heb. l)e geheele opzet van de zaak is mijns inziens niet goed gegaan, wat betreft de voordracht, zoouis de re genten die hebben fedaan. jje heeren regenten hebben met eens de sollici- tanteu opgeroepen om met hen kennis te maken, iie heer Cleyndert is hier geweest alvorens er een tal was, wat ook geen gewoonte is. in de adverten ties wtrdt het er vaak bp gezet: met komen tenzp men worot opgeroepen. Maar zelfs toen door de heeren re genten een tal was opgemaakt, zijn de sollicitanten niet opgeroepen; al leen de heer Cleyndert was er reeds geweest, voordat er een tal was, m. a. w. de heer Cleyndert had reeds kennis gemaakt met de heeren regen ten en toen is het tal opgemaakt. Do beide andere heeren zp.t niet eens ge hoord en niet gezien; a:.n hen hebben heeren regenten zich niet gelegen la. ten üggen, daarbij alleen op rapporten afgaande. Ik protesteer tegen de hou ding van de heeren rogenten, want dat is geen serieuse behandeling van zaken, liet gaat niet a m een zoo be langrijke zaak, waarbij het gaat om den bloei of den ondergang van het ziekenhuis, op minder serieuse wpze t« behandelen. Ik zou weieens willen dMen in welk ziekenhuis het is ge beurd, dat de regenten niet eens ken nis hebben gemaakt met de sollici tanten. Met kracht protesteer ik er tegen en door de geheel- stad zal dat krachtige protest weerklinken: Ik wil loten hooren, dat de regenten niet eens kennis hebben gemaakt met dë sollicitanten en dat zij blijkbaar reeds zoo beïniluenceetd waren, dat zij No. 1 hebben gesteld, i- Ik zou mij er per slot van rekening bij neergelegd hebben, als no. 1 een hoogstaand man was, als ik uit het rapport had kunnen afleiden, dat het eeo'tnan was, die ver boven de ande ren uitblonk, zoodat die anderen niet in zijn schaduw kunnen staan. Het zou dan nog niet tactisch geweest zijn, maar het zou te verklaren zijn. f Maar in dit geval is het in het geheel niet te verklaren. Ik wijs er verder op, dat in het Tijdschrift van Geneeskunde een op roeping is geweest, waarin gevraagd werd een werkelijk specialist-inter nist. Daar hebben verschillende dok toren zich niet aan gewaagd. Die waren te eerlijk om te solifciteeren die zeidenik ben slechts huisarts en geen specialist-internist, al zou ik ambitie hebben om mij daartoe te be kwamen en directeur van het zieken huis te worden. Maar nu wordt benoemd de heer Cleyndert, die in het geheel geen spe cialist-internist is. Het gevolg is, dat wij met hem een gevaarlijke proefneming doen. Wij moeten afwachten wat net wordt. Ge lukt het, des te beter, maar anders gaat ons ziekenhuis er aan, zooals andere doktoren in de stad zeggen. Ik wil dit niet zeggen: dat weet ik nog niet; dat zal bewezen moeten, worden. Wie is de heer Cleyndert? Het sppt mij zeer, dat ik over een persoonlijke zaak moet spreken. Dat is mij buiten gewoon onaangenaam, speciaal om dat het een collega betreft; ik heb mij altijd op het standpunt geplaatst om in zoo'n geval'zoo mogelijk te zwijgen, maar mijn plicht als ge meenteraadslid staat te hoog dan dat ik niet over een collega zou mogen spreken. Men zegt, dat de heer Cleyndert iemand is, die uitstekend gestudeerd heeft, een degelijk mensch, een man die neiging heeft aan chirurgie te doen, maar de adviseur zegt van hem: jammer, dat hij zich niet aan de ihwendige geneeskunde en aanver wante vakken gewijd heeft. Er wordt dus benoemd een direc teur, die in het geheel geeu assistent is geweest bij de interne geneeskun de, ihat staan dat hij op dit gebied iets rifeer is dan een gewone arts. Hjj is alleen een jaar assistent geweest bij de chirurgie maar niet bi) de in terne geneeskunde. Is het niet kras, ■dat men zoo iemand, zonder eenige ervaring meer, als hoofd van het zie. kenhuis laat optreden? Is dat geen gevaarlijke proefneming? Dr. Wortman maakt ten aanzien van een der andere sollicitanten de aanmerking, dat hij geen psfsoneel onder zijne leiding heeft gehad. Het zelfde geldt ten aanzien van den heer Cleyndert. Deze heeft ook geen per soneel onder zijne leiding gehad, en daarvan wordt dan maar gezwegen. Men moet eenvoudig afwachten, wat hü is. Het is een sprong in het duis ter. Dan wordt er b.v. van den heer Hintzen gezegd, dat hij niet zoo'n erg plooibaar mensch was. Het is de vraag of de heef Cleyndert het is. Ik heb wet eens iets anders gehoord en op mü heeft hij ook niet den in druk gemaakt van een plooibaar mensch te zijn. Toen hij bij mij ge weest was moest ik zeggen: is dat- een collegiaal collega, waarmede wü moeten opschieten, die zich, terwijl hij niet eens een specialist is, al op het standpunt stelt alsof hij het wel is, die nauwelijks inlichtingen geeft? Is dat een plooibaar mensch en dat tegenover een collega? Maar dat is per slot van rekening bijzaak; of hij specialist is, is de zaak waarom het gaat. Daartegenover staat b.v. de heer Hintzen, die eenvoudig uitbundig ge prezen wordt. Zijn eenige fout is, dat hij gevraagd heeft dat zijn contract, dat dit jaar afliep, niet meer her nieuwd zou worden. Wat was het geval? In het rap port staat, dat hü minder plooibaar van karakter is en dat daardoor on- langenaamheden zouden kunnen ko men en speciaal, dat hp slecht met zijne collega's zou kunnen opschieten. Ik kan de verzekering geven ik heb dienaangaande officieele inlich tingen dat juist die collega's hem op zeer hoogen prijs stelden. Dat hij met de collega's van het zie kenhuis, omdat er ouderwetsche toe standen waren, niet altijd overweg kon, lag voor de hand. Toen de heer Hintzen te Heerlen kwam, trof hy den toestand aan, dat doktoren uit Heerlen op de kliniek ook een eigen zaal hadden. Tegen den toestand, welken wü hier in Gouda veroordeeld hebben, moest de heer Hintzen oproeien. Dat hij wel eens een paar van die collega's niet met zich mee had, omdat hij hen, althans volgens hun opinie, ednigszins in de uitoefening van hun praetijk zou belemmeren, kan men begrijpen, maar de collega's in de stad? zooals wij hier de verhouding zullen hebben tegenover den direc teur van het ziekenhuis, prijzen hem en dat is zoo ki-as, dat dertien heeren van de omliggende plaatsen, die niet in* het ziekenhuis practiseeren, toen hü gevraagd had zijn contract niet te vernieuwen, een request hebben gezonden aan de heeren regenten of hij mocht blijven, omdat hü zulk een kundig specialist was, dien zü in moeiehjke gevallen konden raadple gen. Dat bewpst wel, dat hü wel de- gelük met zijn collega's kon opschie ten en dat dus hetgeen in het rap port staat niet juist is. Dat is de eenige fout, welke de heer Hintzen zou hebben en ik zou zeggen; dat pleit juist voor hem. Waarom heeft de heer Hintzen ontslag gevraagd? Omdat hü niet tot een nieuw con tract kon komen met heeren regen ten. Hü moest namelgk alle patiën ten, ook de eerste en tweede klasse patiënten, gratis behandelen, een toe stand, die nergens meer bestaat, zoo dat hij van zjjn standpunt bij de ver nieuwing van het contract vroeg aan dien toestand een eind te maken en hem toe te staan, evenals in andere ziekenhuizen bestaat, een consulta tieve practük uit te oefenen. Daarin wilden heeren regenten niet treden en op dien grond is de ontslagaan vrage doorgegaan. Zooals ik zeide, zou dat Me eenige fout van den heer Hintzen zün, maar pleit dat m.i. juiat voor hem, omdat hü daardoor getoond heeft een man van karakter te wezen. Verder pleit alles voor den heer Hintzen. De lof, welke hem van slle kanten wordt toe gezwaaid, is buitengewoon groot. De leer Cleyndert is nooit assistent in de interne geneeskunst geweest er heeft nooit langen tijd een van de speciale vakken beoefend, terwül de heer Hinteen ruim drie jaren assis tent is geweest in het Wilhelmina- gasthuis, het grootste ziekenhuis in ons land en daar, zooal£ de heer Wortman zegt, een uitgebreide er varing heeft opgedaan. Hij is daar werkztam geweest op dn mannenaf- deel'ng, op de vrouwenafdeeling, een jaar lang ook op de ardeeling be smettelijke zieMÜn, welke een eigen bacteriologisch laboratorium had, waar hij zich speciaal op serologische reacties kon toeleggen, waarop de heer Wortman indertüd den nadruk heeft gelegd. Ook ie hij langen tijd op de kinderafdeeling werkzaam ge weest, zoodat hü ook speciaal met de kinderziekten bekend is. Aan den heer Hintzen zouden wü derhalve een man hebben gehad, die zich op elk terrein een groote mate van kundig heid en ervaring had eigen gemaakt terwü'i de heer Cleyndert zich die kundigheden nog niet heeft verwor ven en ze nog moet verwerven. De heer Wortman zegt: de oplei ding van den her Hintzen is gegaan in een richting als ten uwent bij zonder gewenscht is. De heer Hintzen is de eenige sollicitant, van wien de heer Wortman dat verklaard heeft. Verder is de heer Hintzen, toen hü onder dienst moest, te Delft geplaatst en daar kregen zün superieuren di rect zoo'n groot vertrouwen in hem, dat zü hem zelfstandig lieten optre den daar heeft hij zich met buiten gewonen üver van zü'n taak gekwe ten juist om z«n organiseerend ta lent. Te Delft is hem dan ook een uitbundige lof toegezwaaid. Daar heeft hü zich in elk opzicht aange naam weten te maken. De heer Wort man zegt zelf, dat de heer Hintzen een degelük, moedig man is, die door zijn optreden zoowel bij de lager als bp de hooger gegradueerden een goe den naam had. Zün vorige chef aan het Wilhelmi- na-gasthnis te Amsterdam roemt hem zoowel om zijne krachtige per- soonlpkheid als om züne ernstige le vensopvatting. Zoo'n sollicitant, met die uitmuntende eigenschappen van directeur, passeert men hier. Is het niet treurig, bezien van ons stand punt, bezien van het standpunt van mü als vakman, dat men dien col lega passeert? Vandaar dat ik nu niet heb kun nen zwijgen. Ik heb de heeren vóór dien tiid gewaarschuwd: Ik spreek nu een» na dien tijd, na de stemming. Ik had hoop, dat de stemming niet zoo zou uitvallen als geschied, is en daar om ben ik eerst verplicht na de stem ming te spreken. Ik zeg in het openbaar, dat ik de heeren ernstig en krachtig gewaar schuwd jieb niet den sollicitant te be noemen, die van de drie sollicitanten zeker de minst geschikte is. Het sppt m| dat te inoefen zeggen, maai' ik wil niet de verantwoordelpkheid daarvan dragen. Maar wat er later van komt, de inwoners van Gouda kunnen dan weten aan wie de schuld te geven is. Dr. Wortman zegt van den heer Cleyndert, dat het jammer is, dat hp niet meer aan de interne weten schap heeft gedaan en dien stelt men nu boven den heer Hintzen, die er juist wel aan gedaan heeft en van wien ik zou durven zeggen: wp had den geen beteren kunnen krpgen. Re genten hebben niet eens. met de ande re sollicitanten kennis willen maken. Weet U dat? vraagt de Voorzitter. Ik heb het persoonlük aan den heer Hintzen gevraagd. Den heer Kappen- burg heb ik het niet gevraagd, maar ik meende het gehoord te hebben en ook uit het feit, dat den heer Hint zen niet verzocht is om kennis te ko men maken, meende ik te mogen af leiden, dat het ook aan den heer Kap- penburg niet verzocht was. Ik zeide tot den heer Hintzenik vind het eigenaardig, dat de heer Cleyndert bü de heeren regenten ge weest is en hier geïntroduceerd was, terwü'i er nog heelemaal geen tal was, wat tegen de gewoonte is en dat hp gevraagd is bp de regenten te komen. De heer Hintzen zeide mp toen, dat hp alleen op advies van Dr. Wort man eenmaal bp den Burgemeester geweest was en verder wachtte hp als bescheiden mensch op een oproep van de heeren regenten om zich eens te kunnen presenteeren. Ik heb den heer Hintzen ook gevraagd, of hp dan geen bericht had gekregen, dat er hier Raadsvergadering zou zün, en het bleek, dat hü zelfs geen bericht daarvan had gehad. Hem is nergens kennis van gegeven, zoodat hp tuiten alles is geweest. Het ergste reken ik echter heeren regenten aan, dat zp hem niet eens gehoord hebben. Dat is geen houding waar het betreft een zoo serieuze zaak als de benoeming van een direc teur. Dat ik mü hierover warm maak, is te begrijpen, want ik heb mede den grooten stoot er aan" gegeven om de zaak op pooten te brengen en nu gaat men zoo'n stap doen. De dokto ren in de stad zeggen dan ook: wat moeten wü met een collega van het platteland, die, hy moge nog zoo knap zpn als huisarts, niet eens specialisti sche ervaring heeft opgedaan. Ik zal het hierbü laten. Het spijt mü, dat de heeren gestemd hebben zooals zp gedaan hebben. Ik had ge dacht, dat zü zich gehouden zouden hebben aan de afspraak om op nö. 2 of no. 8 te stemmen, maar bp de eer ste stemming is al direct gebleken, dat zü het niet deden. Een van de heeren is zoo fideel geweest het wel te doen. Dien breng ik in het publiek hulde voor zpne fideliteit. De heer QONKER: M. d. V. Al ben ik leek, zoo gevoel ik mp toch ge noopt een enkel Woord over deze zaak te zeggen. Ik doe het met een onaangenaam gevoel en het sppt mp werkelük, dat ik het doen moet. Ik moet beginnen met te spreken over een zaak, die mü nog onaange namer is dan de zaak op zich zelf van de heeren doktoren. Wü hebben straks in de besloten vergadering ik zeg met opzetbe sloten vergadering, en niet: gehei me vergadering de zaak van alle kanten bezien en wü zpn toen tot een compromis gekomen en de heeren liberalen aan den overkant hebben ons gezegd, met uitzondering van den heer van der Want: wp zullen niet op no. 1 stemmen STEMMhNNeenl De heer DONKERDe heeren kun nen er dan straks op antwoorden. Ik constateer nog eens wat ik straka heb gezegd en als de heefen daartegen te appelleeren hebben, kunnen zp dat straks, als ik uitge sproken ben, doen. De stemming is geheim, maar in de besloten verga dering is over deze zaak gesproken en toen heeft de heer van Epk ge zegd. ik stem blanco; ik durf de verantwoordelpkheid niet dragen. Ik breng oprecht hulde en dank aan den heer van Epk voor den moed, dien hp heeft gehad, om niet aan het libe rale bloc, dat zich niet aan de af spraak heeft gehouden. Dat sppt mü. Ik had in de besloten vergadering een geheel andere opinie dan ik nu heb, omdat de heeren zich niet van hun woord hebben gekweten, zooals zü nu hebben gedaan. Wat de zaak zelve betreft, kom ik als leek tot deze conclusie. Ook ik heb in en buiten de stad geluisterd en informaties' ingewonnen en dan is unaniem in Üe stad de uitspraak van de doktoren: als wp moeten heb ben een plattelands-geneesheer, hoe boog hij dan ook moge staan, als di recteur van een ziekenhuis, waar de boel gaat als hier ter stede, waaraan laten wü het maar in het open baar zeggen alles mankeert, als dat niet waar was, hadden wp niet reeds twee jaren veel stof over deze zaak laten opwaaien; wp zün allen overtuigd, dat reorganisatie noodig is dan achten wp dat verkeerd. Ter wü'i wp moesten kunnen verwachten, dat alle doktoren zouden medewer ken, weten wp nu absoluut zeker, dat zp dat niet zullen doen. Dat is ook niet in het belang van de zieken. Als ik een huisarts had, die mü naar het ziekenhuis zou sturen bp een dok ter Cleyndert, die op een doip zün praetpk uitoefent, dan M. d. V. De heeren schudden het hoofd wel, maar zp zün in de besloten vergadering gewaarschuwd, dat het komen zou, want het is niets nieuws, dat ik vertel. Als wp in aanmerking nemen, dat al de geneesheeren van Gouda ik leg daarop den nadruk zonder on derscheid, even hoog moeten worden geacht, althans in mpn oog, ais de heer Cleyndert, die dan geneesheer directeur van het ziekenhuis wordt, omdat deze niet is de internist, dien wp noodig hebben, en niet de man op de rechte plaats in het Genees kundig Weekblad heeft gestaan wel ke capaciteiten werden gevraagd, maar daarvan is afgeweken, want de heer Cleyndert bezit die capaciteiten niet dan kunnen wp constateeren, dat wp zeker een geneesheer uit de stad hadden kunnen krpgen, die meer gewild was dan een dokter van een dorp. In zpn rapport zegt Dr. Wort man zoo duidelü'k, dat hp niet weet of de heer Cleyndert No. 1 of No. 2 moet staan, maar in het rapport geen enkele uitdrukking voor als aanbeve ling van Dr. Cleyndert, wel een zin snede in de besloten vergadering is die ook te berde gebracht pas sende op Dr. Hintzen, namelük deze De wetenschappelpke cpieiding van den heer Hintzen is gegaan in een richting als ten Uwent in het bp- zonder gewenscht is. Dr. Wortman zegt dus met deze korte woorden, dat Dr. Hintzen de capaciteiten bezit om werkzaam te zün in de richting wel ke voor Gouda noodig is. Waar de heeren van de overzp'de, except de heer van EÜk, niet gestemd hebben op den heer Hintzen, maai op den heer Cleyndert, dragen zp de verantwoordelükheid voor de benoe ming van dien dorpsdokter. Men het onaangenaam vinden, dat ik zeg; ook voor mp ia het naam, maar ik kom op voor het lang van Gouda en voor dat van de zieken in de toekomst. Het oogeu- blikje, dat ik nog lid van den Raad ben, zal ik mpn stem verheffen tegen de onbillükheid en tegen de, naar mpn bescheiden meening, domheid, welke is begaan om dezen avond zoo te werken. Wanneer nu, ondanks die zinsnede in het rapport en niettegenstaande alles pleit voor den heer Hintzen, de heeren van den overkant toch Dr. Cleyndert gekozen hebben, dan dra gen die heeren ook de verantwoorde lpkheid. Ik weet wel, straks zullen wp Wel van do heeren te hooren krpgen, dat zp die verantwoordelpkheid gaarne zullen dragen, maar dan ben ik van de verantwoording af. Maar ik voorzie helaas, dat wp geene mede- - werking zullen hebben van de genees heeren in de stad, dat wü ons zieken huis zullen zien verdwpnen en dat het de Gemeente een massa geld zjl kosten en dat sppt mp. De heer HOFFMAN: M. d. V. Ik breng als jonger Raadslid-medicus dan Dr. Broekhuizen, hier in het openbaar, omdat ik thans daarvoor het oogenblik gekomen acht, een woord van hulde aan collega Broek huizen, die de reorganisatie van ons ziekenhuis reeds voor jaar en dag op zoo moedige, doortastende en ener gieke wpze heeft bepleit en onder nomen. Of het resultaat, heden bereikt, door de benoeming van den nieuwen geneesheer-directeur, van dieft aard is, dat wp die benoeming zullen kun nen beschouwen als de kroon op het werk van Dr. Broekhuizen, laat ik in liet «midden. De collega's Raadsleden weten thans hoe ik diarover denk. Ik heb in de besloten vergadering zoo even krachtig müne meening daarover ge zegd. Ook heb ik daar te kennen ge geven, dat ik liever zag, dat niet meer dergelijke besloten vergaderingen zouden gehouden worden. Maar thans herhalen wat ik in die bes/oten Vergadering gezegd heb, meen ik niet behoeven te doen. Ik laat de psycho logie van de genomen beslissing in het midden en laat aan de toekomst over wat daarvan worden zal. Eenige opmerkingen moet ik even wel nog maken. Ik weet, dat medici te Gouda niet naar deze betrekking gesolliciteerd hebben, alleen reeds daarom omdat zp' meenden, dat een eerste rangs arts benoemd zou worden. Indien dat heb ik ook in beslo ten vergadering gezegd en dat mag ik thans wel herhalen in Neder land gebruikeipk was wat in Enge land en Amerika gebruikeipk is; n.l. lat men groote woordenboeken kon koopen, waarin alphabetisch vermeld staan de geneesheeren van het land en waann vermeld worden korte bio logische aanteekenjngen omtrent ieder hunner en gegevens vermeld worden omtrent hunne schrifturen hunne werkzaamheid in zieken huizen en daarbuiten, in laboratoria, enz., waarin aangeteekend wordt aan welke universiteiten zp gestudeerd hebben, dan zou blijken, dat er Goud- sche artsen zpn, die in geen enkel op zicht behoeven te wpken voor den be noemde. Dit strekt ook den benoem de tot eer, maar er zün te Gouda art sen, die in geen enkel opzicht bp hem ten achter staan. Wanneer wü nu weten, dat eenige dier artsen niet mede gesolliciteerd hebben omdat zü dachten, dat alleen eerste rangs menschen zouden wor den voorgedragen voor een benoe ming, dan meen ik dat in het open baar uitgesproken moet worden, dat wp ons vergist hebben. De schuld van die vergissing ligt evenwel niet hier en zeker niet bü de beide medici-Raadsleden. M. d. V. U weet als Burgemeester te goed, dat het in tal van gemeenten gebruikelük is om b.v. bü het instel len van enquêtes in ziekenhuizen, bü benoemingen, bü het samensteller van een rapport, niet alleen gebruik; te maken wat zeer toe te juichen is en wat ik in dit geval ook zeer toe gejuicht heb van de medewerking van een communalen regeeringscom- missaris, zooals wp in Dr. Wortman hebben mogen vinden, maar ook dik- wpls van de medewerking van des kundige leden van den Raad, in een geval als dit van medici-Raadsleden. Zoo iets wordt ook gedaan te Am sterdam, Haarlem en Arnhem. Waarom nu hebben B. en W. geen vrüheid gevonden om Dr. Broekhui zen en mü als vertrouwensmannen aan Dr. Wortman toe te voegen? Dai zouden in een gesprek tusschen die drie deskundigen allerlei dingen zü» besproken, die niet in besloten ver gaderingen en obk niet bp monde van Dr. Broekhuizen zouden behoeven te worden gezegd. Ik hoop dan ook dit, wanneer in de toekomst weder de hulp van een communalen Regeeringscommissaris zal moeten ingeroepen /onto, het college van B. en W. of de toekom stige Raad vrijheid «ai vinden om de die te dier «ake als des kundig kunnen beschouwd worden, aan dien persoon toe te voegen; dan wordt een zaak meer alzpdig belicht. Tenslotte heb ik nog twee korte op merkingen. Ik blpf protesteeren op dit, ik zou bpna zeggen: plechtige oogenblik, dat de vrije artsenkeuze uit het ziekenhuis wordt geweerd. Dat zal een van de redenen zpn, waardoor het ziekenhuis gaat kwp- nen. In de tweede plaats zeg ik dat hier ook als homoeopatisch genees heer namens het gedeelte der burge rij, dat meer vertrouwen stelt, op welke wpze dah ook, in de behande ling van de speciale homoeopatische geneeswpze en thans verstoken zal zpn van de verzorging door eigen ge neesheer van die richting in het ziqi kenhuis. Het is geheel geweest een neerplakken van boven naar beneden en de bevolking is daarin niet ge kend. Ik weet wei, dat men niet te ver met hetgeen „democratie" wordt genoemd mag wegloopen, maar an- „v.^pds mag men ookiniet maar doen alsof er geen strsoming onder de burgerp was, welke recht van mede- spreken heeft, welker beurzen wel geschikt worden geacht om de belas ting te betalen voor het in stand hou den van het ziekenhuis. Ook als ho moeopatisch geneesheer sta ik hier met e< n protest. De heer IJSSELSTIJN: M. d. V. Ik schroom eenigszins om mp in dit debat te mengen, al ware het alleen leeds, omdat ik het afkeurenswaar dig vind en het niet kan noemen een goede manier van zaken doen, dat, wanneer bp een stemming een beslis sing is gevallen, daarop zoo breed wordt gereageerd. Men verandert aan dê~zaak niets. Er wordt wel ge zegd, dat de liberalen dit of dat heb ben gedaan, maar men zou het feite- Ipk kunnen noemen: het vechten te gen het lot, want het lot heeft in deze beslist. Ik hoop, dat wp in de toekomst van dergeipke debatten verschoond zullen blüven, wanneer het geldt na een benoeming. Een andere zaak, waarvoor ik het woord vraag en mp dus ook eenigszins in die richting schuldig maak, is het groote belang, dat ik vind, dat gele gen is in het bezit van het Van Iter- son-Ziekenhuis. Wp kunnen dat ziq- kenhuis beschouwen, belichten en een goed hart toedragen, zooals ieder zulks mocht goeddunken, maar af keurenswaardig vind ik het in de tac tiek van de doktoren om, al gaan zp niet met sympathie met den benoem de in zee, den benoemde op die ma nier te behandelen. Ik betreur dat voor de inrichting, want men treft daardoor de inrichting als zoodanig. Ik stel voorop, dat bp de sprekers die bedoeling niet heeft voorgezeten, maar het slechte gevolg voor die in richting kan nier uitblpven. Nu is wel door den heer Donker beweerd, dat in een besloten vergadering de libera len en bloc hadden verklaard met uitzondering van den heer van Epk, die daarvoor is bewierookt, maar die zich daarmede misschien niet lekker zal gevoelen en daaraan niet zooveel waarde zal hechten, want er zpn van den anderen kant wel andere dingen dan bewierooking over zpn hoofd ge gaan op No. 3 te zullen stemmen, maar als die afspraak had bestaan, zou dat ook zpn geschied. Wel is door Dr. Broekhuizen gevraagd aan den heer Knuttel om op no. 3 over to gaan, ofschoon het rapport van Dr. Wortman heeft uitgemaakt, dat No. 3 de minst geschikte was, althans de minst aanbevelenswaardige. De heer BROEKHUIZEN: Neen, dat staat er niet in! De heer IJSSELSTIJN: Ik vind het juist zoo jammer, de heeren hebben citaten uit dat rapport op geschreven. Wanneer wp inlichtin gen krijgen van Dr. Wortman en hü geeft dat als een Kabinetstuk, als een geheim document, dan vind ik het niet fair om daaruit te citeeren. En wanneer ik iets citeer uit derge- Ulkrapport, dan is het zeer gemak- kelük om te zeggen: het is niet waar. f°iU ,2,eer Saarne gezien hebben wü hebben er echter de vrpheid niet toe dat 1 et rapport betreffen- de de 8 aanbellenen was voorgele zen. Wanneer dat geschied was, dan hadden de heeren vernomen, dat de heer van Hintzen in één adem ge noemd is met den heer Cleyndert En dan zeg ik: wp hebben toch gehad en ik heb nog groot vertrou wen in Dr. Wortman. Deze heeft voor Gouda bet bewüs geleverd, dat hp is eea organisator op en top. Hp heeft het ziekenhuis gemaakt wat het moest zpn. Hü heeft het nog anders zelfs gemaakt dan de doktoren het wilden. Hp is er zelfs in geslaagd een medicus in den Raad te overtuigen dat toepaasing van het stelsel van de vrpe artsenkeuze voor deze inrich ting met vatbaar was. De heer BROEKHUIZEN: Hü heeft mp niet overtuigdik heb mp er bp nedergelegd. De heer IJSSELSTIJN: M. d. V. Dr. Hoffman heeft zich er niet bp nedergelegd. Die heeft principieel vastgehouden aan de vrpe artsen keuze. Dat doet ieder principieel man die legt zich niet neder bp dingen, welke hp verkeerd acht. Dr. Wortman is onze adviseur. Hp is een keer knap man, een erkend knap medicus ,die ziekenhuizen kent van a tot z, wiens adviezen zwaar moeten wegen bp alle leeken en wp zitten hier als leeken, uitgezonderd de twee doktoren. Wanneer wp te doen hebben met het rapport van een medicus, die de heeren nemen het mp niet kwaRjk, dat ik het zeg, het is niet kwaad bedoeld voor mp als wetenschappelijk man, vooral op dit gebied, hooger staat dan de medici, die wü in den Raad hebben, dan kan niemand mü ten kwade duiden, dat ik diens advies volg. En wanneer een van de heeren hier in den Raad, ook een van de doktoren hier, durft te be weren, dat Dr. Wortman den heer Cleyndert niet geschikt en geen goe de kracht voor het ziekenhuis vond, dan ben ik zeer benieuwd om dat te hooren. 1 De heer VAN DER WANT: M. d. V. Ik kan niet nalaten, nu helaas op deze wpze de zaak is geioopen, ook mün standpunt uiteen te zetten. Ik zal mü er wel voor wachten om hier in een openbare vergadering te gaan spreken over meerdere of min dere qualiteiten van de drie perso nen, die deel uitgemaakt hebben van de aanbeveling, nu wp eenmaal een keuze hebben moeten doen. Ik acht vooreerst de vergadering, die wp hier houden, daarvoor niet aangewezen, en verder geloof ik, dat het ook bui ten de gewoonte om is die men in dergelüke gevallen volgt. Vooral moet ik echter opkomen te gen de beschuldigingen, welke ge richt zün geworden tegen hen, die hun stem uitgebracht hebben op den heer Cleyndert. Zü hebben een dom me daad gedaan dit woord is hier gebruikt en zü hebben een per soon benoemd, die zal blüken voor zpn taak niet berekend te zpn. Welnu, tót de personen, die Dr. Cleyndert hebben gestemd, behoor ik, maar ik heb dat gedaan geheel vrij. Ik weet van een afspraaK en dergeipke geluk kig niets af. Maar ik heb in ieder go- val No. 1 van de voordracht gestemd en ik ben mü absoluut,niet bewust en geen van de heeren van de overzp- de hebben mü daarvan overtuigd als zou ik daarmede een domme daad hebben gedaan. Immers, wat is het geval Als lid van den Raad van Gou da had ik een keuze te doen bü de plaats gehad hebbende benoeming. Ik heb daarvoor een voordracht»thuis gekregen en ik heb de gelegeHjm'd gehad om met gebruikmaking van de verschillende bplagen, bü de voor dracht behoorende, een onderzoek in te stellen naar de sollicitanten en daarna te bepalen welke mpn hou ding in deze zou zpn. Dat heb ik ge daan en die taak heb ik «eer serieus opgevat. Ik heb een keuze gedaan uit de drie uitverkorenen, waaronder, zooals terecht door den heer IJssei- stpn is gezegd, Dr. Wortman zpn naam heeft durven zetten. Ik heb dat gedaan ik zeg het er nogmaals zeer uitdrukkelük bü na een zeer serieus onderzoek en nu zou ik niet weten in welk opzicht hier door eenig lid van den Raad, die meegaan de met de voordracht, zün stem heeft uitgebracht, een domme, onverant woordelijke daad zou moeten zpn ge daan. Ik betreur het, dat na een be noeming op een dergelüke wpze wordt opgetreden. Ik zie er voor mü meer in het geval ik zeg niet, dat het de bedoeling is, maar het ligt er als het ware <Jp en het publiek zal het denkendat de geneesheer, die benoemd is, totaal wordt afgebroken. Het kan natuurlijk niet anders of dat is ten nadeele van het ziekenhuis. M. d. V. Ik zal het hierbp laten. Ik heb mp zelf geen enkel verwüt te doen en van niemand van de over- züde verwacht ik een standje, maar ik hoop, dat, als de heer Cleyndert ondanks de onaangenaamheden, wel ke aan zpn benoeming verbonden zün, in Gouda komt, hü de kracht zal hebben om het ziekenhuis be hoorlek te leiden en door zpn .kunde ik hoop dat van harte voor het «»- ihuis en voor ae Gemeente dan tegenzin, die tegen hem mocht be staan en die bp deze gelegenheid ia aangewakkerd, te overwinnen. De heer DEKCKBENM. d. V. Ik wensch van deze plaats er mpn leed- Wezen over uit te spreken, dat de heer Cleyndert is benoemd tot ge neesheer-directeur van ona zieken huis. Bp al de besprekingen, welke wü tot heden hebben gehad over de reorganisatie van het ziekenhuis, is op den voorgrond gesteld, dat wü hier een directeur-geneesheer moe ten hebben, die het vertrouwen ge niet Nu is in de besloten zitting een en andermaal door verschillende hee ren verklaard, dat Dr. Cleyndert niet aan die vereischten voldoet en die vereischten meer gevonden worden in Dr. Hintzen. Daarom ben ik zoo vrü geweest op dat advies, hetwelk voor Gouda van het grootste belang is ge weest niet te stemmen op Dr. Cleyn dert, maar op Dr. Hintzen. Er komt nog iets bp. In verschil lende bladen heeft een oproeping ge staan voor sollicitanten en B. en W. hebben daarin gezet, flat de dokter, die benoemd zou worden, aan ver schillende eischen moest voldoen. Nu is mp hedenavond gebleken, dat de advertenties in de verschillende bla den niet gelpkluidend zpn geweest. Ik zou van U, M. d. V., willen vernemen welk motief het college van B. en W. et toe geleid heeft die advertenties niet gelpkluidend te doen zün. Ook zou ik gaarne een verklaring ontvan gen omtrent de vraag of niet onder het oog gezien is of Dr. Cleyndert aan do eischen, welke ia de adverten tie zpn gesteld, niet voldoet. Er is in de besloten vergadering over deze zaak meer gesproken en ook in deze vergadering zou ik het op prijs stel len dienaangaande van U nadere in lichtingen te ontvangen. Ik ben ervan overtuigd, dat wan neer de eerste advertentie, die in het Tüdschrift voor Geneeskunde ge staan heeft, ook in de verschillende andere bladen geplaatst was en er uit gelaten waren de eischen, die aan den te benoemen persoon gesteld werden, zeker een veel grooter getal solli citanten zou zpn opgekomen. Nu de heer Cleyndert zoo vrp ge weest is om, niettegenstaande hü aan die eischen met voldeed, toch te sol- liciteeren, zou ik gaarne vernemen of het college van B. en W. die eischen later heeft laten varen dan wel wat de oorzaak is geweest, dat de adver tenties in de verschillende bladen Verschillend waren. De heer VAN EIJK: Het zou mis schien eenigszins vreemd aandoen, wanneer ik ook niet even afweek van mpne gewoonte om na een stemming nog het woord te voeren over de be noeming. Ik ben het met den heer IJsselstüu eens, nat wp een verkeerden weg hier bewandelen, maar nu het zoo geioo pen is en ik van den heer IJsselstpn vernomen heb, dat hp het opvat als of ik door de overzpde bewierookt zou zün, wil ik toch ook mpn stem motiveeren, al is het dan achteraf. De heeren weten, waaroip ik het met deze stemming, zooals dat in de besloten vergadering verliep, niet eens was. Nadat wp er anderhalt Uur over gediscussieerd hadden, heb ik verklaard, dat ik mp voor mp zelf niet vrü gevoelde om op no. 1 van de aanbeveling te stemmen, aangezien hier twee doktoren daar zoo tegen ageerden. Ik kan mp er volstrekt niet mede vereenigen, dat die heeren den heer Cleyndert zoo hebben afgebroken en daarom heb ik ook niet blanco ge stemd, want ik ben voor mp zelf wei degelük overtuigu, dat de heer Cleyn dert, die door Dr. Wortman aanbe volen is, zal hebben de noodige ca paciteiten. Ik hoop ook, dat de hee ren het niet aldus zullen opvatten, alsof ik met hen medegegaan ben, gedeeltelük althans, omdat ik den heer Cleyndert minder geschikt acht. Ik ken hem persoonlek en het doet mp genoegen, dat hü gesolliciteerd beeft naar Gouda en het sppt mü, dat men hier zoo met minder waar deering over hem gesproken heeft, maar de heeren weten wat ik gepro beerd heb. Toen ik zag en dat is voor mü het vreemde van ae saak geweest dat er hier geen overeenstemming kon gevonden worden, heb ik gezegd het is een fout van de heeren, dat zü alleen spreken over nos. 1 en 2 van de aanbeveling; er is nog een derde sollicitant door Dr. Wortman voorgedragen. Waarom worden al leen no. 1 en no. 2 genoemd? Dat is eigenlijk de quintessens van de zaak. Daardoor ontstond het geschil, waarover men het niet eens kon wor den ep toen heb ik getracht een compromis te bereiken door te zeg gen: laten wü ook no. 8 in debat brengen. Toen ik het rapport laa, heb ik den indruk gekregen, dat volgens Dr. Wortman no. 8 de beate waa én dien had ik dan ook gaarne benoemd ga- zien. Wp allen stellen veel belang in het ziekenhuis; Dr. Broekhuizen heeft er zeer veel voor trachten te doen en ook ik heb trachten te doen wat ik kon in het belang van de reorganisatie de heeren weten wat ik daaromtrent vroeger gezegd heb en daarom sppt het mü zoo, nat door de heeren, nu de stemming is afgeloopen wü moeten aannemen, dat zü het gedaan hebben in het belang van het zieken huis zoo is gesproken als geschied is. Dat zal geen goed aan het zie kenhuis doen. Hoe de stemming is uitgevallen, of wü het met resultaat ervan al dan niet eens zpn, het is onze plicht als Raadsleden om voor het ziekenhuis te gaan werken, zoodat het wordt zoo- als wü het gaarne willen hebben. En dat kunnen wü wel gedaan krügen als wij opbouwend erover spreken, maar niet als wp afbreken. Diaram hoop ik, heeren doktoren,roat gp, al is de stemming niet in Uw geest uitgevallen, er toe zult medewerken om het ziekenhuis tot bloei te bren gen. Ik heb gemeend dit in het midden te moeten brengen, omdat ik niet gaarne den indruk wil gevestigd heb ben, dat, wanneer ik in desa openbare vergadering niets had gezegd, Dr. Cleyndert zou kunnen denken, dat ik minder achting voor hem had en niet zpn capaciteiten waardeerde. Maar ik heb dat gedaan om een compromis te bereiken, zoodat wp allen de ver antwoordelpkheid zouden kunnen dragen, want, zooals het nu gaat, dat de heeren de verantwoordelükheid van zich afwerpen, ia het-verkeerd. De heer HOFFMAN: M. d. V. Ik heb alleen nog even het woord ge vraagd, omdat de heet van Epk in den aanhef van zpn rede heeft ge sproken van „de beide heeren dokto ren" en het heeft doen voorkomen alsof ik den heet- Cleyndert had afge broken. Dat heb ik echter niet ge daan. Ik heb gezegd, dat ik het mü ne er van gezegd had, dat ik geen vrpheid vond ik meen, dat dat niet mag in de openbare vergadering daarop terug te komen en dat ik, nu de beslissing gevallen was, de psy chologie van het geval aan de erva ring zou overlaten. Ik heb in eerste instantie betoogd, dat in uouda artsen zpn, die in ken nis niet beneden den benoemde staan. Dat is geen afkeuren van den benoemde; dat heb ik er bp gezegd. Ik herhaal, dat, hier even knappe artsen zün, De heeren kunnen er an ders over denken, ik ben er van ovi tuigd en ik kan het beter beoordi dan de heeren. Ik heb evenwel afbreuk gedaan aan Dr. Cleyndei Er is echter iets anders. Ik haal, dat, wanneer aan een comi nale regeeringscommissaris in het vervolg de Raadsleden, me deskundig worden geacht, zullen worden toege voegd, dergelüke debatten tet een minimum zullen worden gereduceerd. Verder wil ik zeggen, dat het mü bevreemd heeft, dat Dr. Wortman ik spreek nu over hem als medicus in het begin alleen in de Nieuwe Rot terdamsdie Courant een advertentie heeft geplaatst voor de oproeping van directeur-geneesheer, alsof er geen andere bladen in de wereld beston den. DAaruit blp'kt, dat hü in één richting keek en wü zouden dwaas doen en onzen plicht verzaken, als wp als rechtsche afgevaardigden daarop niet wezen. En wanneer is ook in de hootdbladen van de andere partijen de advertentie geplaatst? Toen ik er U, M. d. V., op gewezen heb. Toen is dat geschied en heel spoedig, maar indien niemand er iets van gezegd had, zou het zoo zün gebleven. Zoo iets mogen wü als vertegenwoordi gers van het Goudsche volk niet dul den. Ala weer dergelijke -benoemin gen aan de orde komen, hoop ik, dat gü aan alle partüen recht zult doen en niet alles in handen zult geven van één man, die verantwoordelük is aan wien.gü in dit geval het opstellen der advertentie hebt overgelaten en wien gü carte bianche hebt gegeven om naar goeddunken te handelen, zoodat daaraan alleen zpn toe te schijven de verschillende reacties op die annon ces. Het is mün plicht daarop te wü- sen. Ik wil den heer van Eük de verze kering geven, dat, nu de beslissing is gevallen, ik als Raadslid mpn uiter ste best zal doen om van het zieken huis te maken wat er van te maken is, maar dan blijf ik in laatste instan tie zeggen, dat, ala het met het zie kenhuis niet goed zou gaan, dkt niet zon liggen aan dsae benoeming,' In het verkeerde beginsel van het I laten van de vrjje artsenkeuze, de rede van don heer Wortmsg welke autoriteit hü ook moge fejn, hü heeft tagenatenders en Ik laat mü niet door mannen van geaag in dan hoek duwen; tk ben zelf SI jaar en heb meer gaaien in mün leven heb ben meerden specialisten, die ik te Leiden op een rongree heb gesproken ft die niet minder waard lijn dan r. Wortman, mij gevraagd: waarom kan to Gouda niet een stakenhuis ge- deen met vrije artsenkeuze? In een groote stad kunnen natuurlijk niet 80 artsen tegelük in één ziekenhuis practiseeren, maar hier ter stede loo- pen de tien artsen, die ar zijn, elkan der niet in den-weg en sou het zieken huis, als de geueeahMpdireeteur te vens internist was voir da menschen, die hem verkozen, kunnen floreeren. Maar wil het ziekenhuis floreeren, dan moet de vrü« artsenkeuze be staan. nat wordt ook geeisekt in het programma van de Roomech Katho lieke Staatspartij, waarvan ik de eer heb vertegenwoordiger te zün. Ik hoop, dat het ziekenhuis tot bloei zal komen, en ik zal daartoe mijn best doen ik hoop mü self in dat op zicht te overwinnen méar ik sal uitkpken met mün beide oogen. De heer JONGENBURGER: M. d. V.I In de besloten vergsdering, die zoo even gehouden is, heb ik er met kracht op aangedrongen om dergelij ke dingen, .ala nu plaats hebben, niet in de openbare vergadering te bren gen, vopral in verbend met het min der aangename, dat eraan verbanden is en dat in dergelüke zaak niet te pas komt. Het heeft echter niet kunnen weerhouden, dat gesproken is in den feest ala heeft plaats gehad. En nu iet eenmaal soever gekomen is, wensch ook ik nog iets in het midden te brengen. Ik beaam volkomen, hetgeen door verschillende heeren gezegd is; dat hier voorop moet staan het belang van het ziekenhuis en de reorganisa tie, waarvoor wü geplaatst worden. Nu heb ik opgevangen een woord van den heer IJsselatijn: er is nn toll niets meer aan te doen. Dit overdenkende, meen ik nog een wenk aan B. en W. te moeten geven, om die zaak nog eens ernstig te over wegen. Ik, als leek, kan niet beoordelen, hetgeen door de medici hier nsar vo ren is gebracht. Indian echter waar Is, wat de heeren doktoren hier be weerd hebben, n.l. dat de keuze van den heer Cleyndert niet de gewensch- te keuze is van de doktoren in de atad en in de omliggende plaatsen, dan ben ik ervan overtuigd, dat de heer Cleyndert wel zoo hoog staat, dat hü zal zeggendergelüke inrichting mag ik er niet aan wagen. Ik zou het op prijs stellen, indien B. en W., rekening houdende met de verstrekte gegevens en het gesproke ne, met de doktoren hier ter plaatse zouden willen spreken, een onderzoek instellen en de geheele zaak op hun gemak met den heer Cleyndert be spreken. Het belang van het ziekenhuis gaat vóór alles, en nu zouden wü, nadat wü zoovele jaren met ona zie kenhuis door getobt hebben, moeten beginnen met en directeur, die niet de sympathie heeft van één dokter in de stad. Ik kan het niet beoordeeien; ik heb het alleen opgevangen van de doktoren, ook uit de omliggende plaatsen, waarvan ik er twee ge sproken heb. Die zeggenals men te Gouda niet een dokter met meer ca paciteiten heeft dan deze bezit, dan moet men tot dergelüke keuze niet overgaan. Verder is gesproken over het Ka binetsstuk van dr. Wortman: dit mocht niet in het geding komen. Dat stuk heb ik soo bekeken, dat het alleen verband houdt met de bij liggende adviezen van professoren als anderszins, maar overigena zie ik niet wel in, waarom het stok niet door het publiek sou geleien mogen worden. De geloof, dat dr. Wortman er ook wel geen beswaar tegen sal hebben. Het meeat heeft mü getroffen in dit Kabinetstuk het is ook in de besloten vergadering toegelicht dat men door het geheele stuk heen leest, dat de heer Hintaen do moest aangewezen man voor onze stad is. Wel is de slotsom van dr. Wortman dat hü geen keus kan maken tus schen no. 1 en no. 2, maar als men het rapport leest en daarom sou ik er prijs op stellen, dat anderen, meer deskundigen het zouden kun nen lezen dan moet men eruit opmaken, dat de heer Hintzen eigen lijk do man is. Waar het soo staat, zou het mü zeer aangenaam io staat, zou het mü

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1919 | | pagina 4