V
Ïo&bSMwv.
ziekenhuis op een goede plaats komen
te staan, dan moet hp iemand zpn
met groote capaciteiten, die toch het
vertrouwen van de huisartsen in de
stad zal weten te winnen.
M. de V.i Nu de heer Cleyndert is
benoemd, meen ik, dat iemand be
noemd is, die die capaciteiten niet be
zit ot liever: nog met bezit, en wü*
dus op het oogenblik een gevaarlijke
proeüieuung, hebben genomen, ik heb
met kracht gewaarschuwd tegen die
gevaarlijke -proetneming en, als ik
hier nu spreek, is mp dat zeer onaan
genaam, omdat het over personen
gaat, maar ik meen het toch m het
gemeentebelang te moeten doen, om
dat ik de verantwoordelpkheid voor
deze benoeming van mp afwerp
deze ongunstige alloop van de zaak
komt voor rekening van degenen, die
hun stem op den heer Cleyndert heb
ben uitgebracht en omdat men
moet weten waarvoor ik gewaar
schuwd heb.
l)e geheele opzet van de zaak is
mijns inziens niet goed gegaan, wat
betreft de voordracht, zoouis de re
genten die hebben fedaan. jje heeren
regenten hebben met eens de sollici-
tanteu opgeroepen om met hen kennis
te maken, iie heer Cleyndert is hier
geweest alvorens er een tal was, wat
ook geen gewoonte is. in de adverten
ties wtrdt het er vaak bp gezet: met
komen tenzp men worot opgeroepen.
Maar zelfs toen door de heeren re
genten een tal was opgemaakt, zijn
de sollicitanten niet opgeroepen; al
leen de heer Cleyndert was er reeds
geweest, voordat er een tal was, m.
a. w. de heer Cleyndert had reeds
kennis gemaakt met de heeren regen
ten en toen is het tal opgemaakt. Do
beide andere heeren zp.t niet eens ge
hoord en niet gezien; a:.n hen hebben
heeren regenten zich niet gelegen la.
ten üggen, daarbij alleen op rapporten
afgaande. Ik protesteer tegen de hou
ding van de heeren rogenten, want
dat is geen serieuse behandeling van
zaken, liet gaat niet a m een zoo be
langrijke zaak, waarbij het gaat om
den bloei of den ondergang van het
ziekenhuis, op minder serieuse wpze
t« behandelen. Ik zou weieens willen
dMen in welk ziekenhuis het is ge
beurd, dat de regenten niet eens ken
nis hebben gemaakt met de sollici
tanten. Met kracht protesteer ik er
tegen en door de geheel- stad zal dat
krachtige protest weerklinken: Ik wil
loten hooren, dat de regenten niet
eens kennis hebben gemaakt met dë
sollicitanten en dat zij blijkbaar reeds
zoo beïniluenceetd waren, dat zij No.
1 hebben gesteld, i-
Ik zou mij er per slot van rekening
bij neergelegd hebben, als no. 1 een
hoogstaand man was, als ik uit het
rapport had kunnen afleiden, dat het
eeo'tnan was, die ver boven de ande
ren uitblonk, zoodat die anderen niet
in zijn schaduw kunnen staan. Het
zou dan nog niet tactisch geweest
zijn, maar het zou te verklaren zijn.
f Maar in dit geval is het in het geheel
niet te verklaren.
Ik wijs er verder op, dat in het
Tijdschrift van Geneeskunde een op
roeping is geweest, waarin gevraagd
werd een werkelijk specialist-inter
nist. Daar hebben verschillende dok
toren zich niet aan gewaagd. Die
waren te eerlijk om te solifciteeren
die zeidenik ben slechts huisarts en
geen specialist-internist, al zou ik
ambitie hebben om mij daartoe te be
kwamen en directeur van het zieken
huis te worden.
Maar nu wordt benoemd de heer
Cleyndert, die in het geheel geen spe
cialist-internist is.
Het gevolg is, dat wij met hem een
gevaarlijke proefneming doen. Wij
moeten afwachten wat net wordt. Ge
lukt het, des te beter, maar anders
gaat ons ziekenhuis er aan, zooals
andere doktoren in de stad zeggen.
Ik wil dit niet zeggen: dat weet ik
nog niet; dat zal bewezen moeten,
worden.
Wie is de heer Cleyndert? Het sppt
mij zeer, dat ik over een persoonlijke
zaak moet spreken. Dat is mij buiten
gewoon onaangenaam, speciaal om
dat het een collega betreft; ik heb
mij altijd op het standpunt geplaatst
om in zoo'n geval'zoo mogelijk te
zwijgen, maar mijn plicht als ge
meenteraadslid staat te hoog dan dat
ik niet over een collega zou mogen
spreken.
Men zegt, dat de heer Cleyndert
iemand is, die uitstekend gestudeerd
heeft, een degelijk mensch, een man
die neiging heeft aan chirurgie te
doen, maar de adviseur zegt van
hem: jammer, dat hij zich niet aan
de ihwendige geneeskunde en aanver
wante vakken gewijd heeft.
Er wordt dus benoemd een direc
teur, die in het geheel geeu assistent
is geweest bij de interne geneeskun
de, ihat staan dat hij op dit gebied
iets rifeer is dan een gewone arts. Hjj
is alleen een jaar assistent geweest
bij de chirurgie maar niet bi) de in
terne geneeskunde. Is het niet kras,
■dat men zoo iemand, zonder eenige
ervaring meer, als hoofd van het zie.
kenhuis laat optreden? Is dat geen
gevaarlijke proefneming?
Dr. Wortman maakt ten aanzien
van een der andere sollicitanten de
aanmerking, dat hij geen psfsoneel
onder zijne leiding heeft gehad. Het
zelfde geldt ten aanzien van den heer
Cleyndert. Deze heeft ook geen per
soneel onder zijne leiding gehad, en
daarvan wordt dan maar gezwegen.
Men moet eenvoudig afwachten, wat
hü is. Het is een sprong in het duis
ter.
Dan wordt er b.v. van den heer
Hintzen gezegd, dat hij niet zoo'n erg
plooibaar mensch was. Het is de
vraag of de heef Cleyndert het is.
Ik heb wet eens iets anders gehoord
en op mü heeft hij ook niet den in
druk gemaakt van een plooibaar
mensch te zijn. Toen hij bij mij ge
weest was moest ik zeggen: is dat-
een collegiaal collega, waarmede wü
moeten opschieten, die zich, terwijl
hij niet eens een specialist is, al op
het standpunt stelt alsof hij het wel
is, die nauwelijks inlichtingen geeft?
Is dat een plooibaar mensch en dat
tegenover een collega?
Maar dat is per slot van rekening
bijzaak; of hij specialist is, is de zaak
waarom het gaat.
Daartegenover staat b.v. de heer
Hintzen, die eenvoudig uitbundig ge
prezen wordt. Zijn eenige fout is, dat
hij gevraagd heeft dat zijn contract,
dat dit jaar afliep, niet meer her
nieuwd zou worden.
Wat was het geval? In het rap
port staat, dat hü minder plooibaar
van karakter is en dat daardoor on-
langenaamheden zouden kunnen ko
men en speciaal, dat hp slecht met
zijne collega's zou kunnen opschieten.
Ik kan de verzekering geven ik
heb dienaangaande officieele inlich
tingen dat juist die collega's hem
op zeer hoogen prijs stelden.
Dat hij met de collega's van het zie
kenhuis, omdat er ouderwetsche toe
standen waren, niet altijd overweg
kon, lag voor de hand. Toen de heer
Hintzen te Heerlen kwam, trof hy
den toestand aan, dat doktoren uit
Heerlen op de kliniek ook een eigen
zaal hadden.
Tegen den toestand, welken wü
hier in Gouda veroordeeld hebben,
moest de heer Hintzen oproeien. Dat
hij wel eens een paar van die collega's
niet met zich mee had, omdat hij
hen, althans volgens hun opinie,
ednigszins in de uitoefening van hun
praetijk zou belemmeren, kan men
begrijpen, maar de collega's in de
stad? zooals wij hier de verhouding
zullen hebben tegenover den direc
teur van het ziekenhuis, prijzen hem
en dat is zoo ki-as, dat dertien heeren
van de omliggende plaatsen, die niet
in* het ziekenhuis practiseeren, toen
hü gevraagd had zijn contract niet
te vernieuwen, een request hebben
gezonden aan de heeren regenten of
hij mocht blijven, omdat hü zulk een
kundig specialist was, dien zü in
moeiehjke gevallen konden raadple
gen. Dat bewpst wel, dat hü wel de-
gelük met zijn collega's kon opschie
ten en dat dus hetgeen in het rap
port staat niet juist is. Dat is de
eenige fout, welke de heer Hintzen
zou hebben en ik zou zeggen; dat
pleit juist voor hem. Waarom heeft
de heer Hintzen ontslag gevraagd?
Omdat hü niet tot een nieuw con
tract kon komen met heeren regen
ten. Hü moest namelgk alle patiën
ten, ook de eerste en tweede klasse
patiënten, gratis behandelen, een toe
stand, die nergens meer bestaat, zoo
dat hij van zjjn standpunt bij de ver
nieuwing van het contract vroeg aan
dien toestand een eind te maken en
hem toe te staan, evenals in andere
ziekenhuizen bestaat, een consulta
tieve practük uit te oefenen. Daarin
wilden heeren regenten niet treden
en op dien grond is de ontslagaan
vrage doorgegaan.
Zooals ik zeide, zou dat Me eenige
fout van den heer Hintzen zün, maar
pleit dat m.i. juiat voor hem, omdat
hü daardoor getoond heeft een man
van karakter te wezen. Verder pleit
alles voor den heer Hintzen. De lof,
welke hem van slle kanten wordt toe
gezwaaid, is buitengewoon groot. De
leer Cleyndert is nooit assistent in
de interne geneeskunst geweest er
heeft nooit langen tijd een van de
speciale vakken beoefend, terwül de
heer Hinteen ruim drie jaren assis
tent is geweest in het Wilhelmina-
gasthuis, het grootste ziekenhuis in
ons land en daar, zooal£ de heer
Wortman zegt, een uitgebreide er
varing heeft opgedaan. Hij is daar
werkztam geweest op dn mannenaf-
deel'ng, op de vrouwenafdeeling, een
jaar lang ook op de ardeeling be
smettelijke zieMÜn, welke een eigen
bacteriologisch laboratorium had,
waar hij zich speciaal op serologische
reacties kon toeleggen, waarop de
heer Wortman indertüd den nadruk
heeft gelegd. Ook ie hij langen tijd op
de kinderafdeeling werkzaam ge
weest, zoodat hü ook speciaal met de
kinderziekten bekend is. Aan den
heer Hintzen zouden wü derhalve een
man hebben gehad, die zich op elk
terrein een groote mate van kundig
heid en ervaring had eigen gemaakt
terwü'i de heer Cleyndert zich die
kundigheden nog niet heeft verwor
ven en ze nog moet verwerven.
De heer Wortman zegt: de oplei
ding van den her Hintzen is gegaan
in een richting als ten uwent bij
zonder gewenscht is. De heer Hintzen
is de eenige sollicitant, van wien de
heer Wortman dat verklaard heeft.
Verder is de heer Hintzen, toen hü
onder dienst moest, te Delft geplaatst
en daar kregen zün superieuren di
rect zoo'n groot vertrouwen in hem,
dat zü hem zelfstandig lieten optre
den daar heeft hij zich met buiten
gewonen üver van zü'n taak gekwe
ten juist om z«n organiseerend ta
lent. Te Delft is hem dan ook een
uitbundige lof toegezwaaid. Daar
heeft hü zich in elk opzicht aange
naam weten te maken. De heer Wort
man zegt zelf, dat de heer Hintzen
een degelük, moedig man is, die door
zijn optreden zoowel bij de lager als
bp de hooger gegradueerden een goe
den naam had.
Zün vorige chef aan het Wilhelmi-
na-gasthnis te Amsterdam roemt
hem zoowel om zijne krachtige per-
soonlpkheid als om züne ernstige le
vensopvatting. Zoo'n sollicitant, met
die uitmuntende eigenschappen van
directeur, passeert men hier. Is het
niet treurig, bezien van ons stand
punt, bezien van het standpunt van
mü als vakman, dat men dien col
lega passeert?
Vandaar dat ik nu niet heb kun
nen zwijgen. Ik heb de heeren vóór
dien tiid gewaarschuwd: Ik spreek nu
een» na dien tijd, na de stemming. Ik
had hoop, dat de stemming niet zoo
zou uitvallen als geschied, is en daar
om ben ik eerst verplicht na de stem
ming te spreken.
Ik zeg in het openbaar, dat ik de
heeren ernstig en krachtig gewaar
schuwd jieb niet den sollicitant te be
noemen, die van de drie sollicitanten
zeker de minst geschikte is. Het sppt
m| dat te inoefen zeggen, maai' ik
wil niet de verantwoordelpkheid
daarvan dragen. Maar wat er later
van komt, de inwoners van Gouda
kunnen dan weten aan wie de schuld
te geven is.
Dr. Wortman zegt van den heer
Cleyndert, dat het jammer is, dat hp
niet meer aan de interne weten
schap heeft gedaan en dien stelt men
nu boven den heer Hintzen, die er
juist wel aan gedaan heeft en van
wien ik zou durven zeggen: wp had
den geen beteren kunnen krpgen. Re
genten hebben niet eens. met de ande
re sollicitanten kennis willen maken.
Weet U dat? vraagt de Voorzitter.
Ik heb het persoonlük aan den heer
Hintzen gevraagd. Den heer Kappen-
burg heb ik het niet gevraagd, maar
ik meende het gehoord te hebben en
ook uit het feit, dat den heer Hint
zen niet verzocht is om kennis te ko
men maken, meende ik te mogen af
leiden, dat het ook aan den heer Kap-
penburg niet verzocht was.
Ik zeide tot den heer Hintzenik
vind het eigenaardig, dat de heer
Cleyndert bü de heeren regenten ge
weest is en hier geïntroduceerd was,
terwü'i er nog heelemaal geen tal was,
wat tegen de gewoonte is en dat hp
gevraagd is bp de regenten te komen.
De heer Hintzen zeide mp toen, dat
hp alleen op advies van Dr. Wort
man eenmaal bp den Burgemeester
geweest was en verder wachtte hp als
bescheiden mensch op een oproep van
de heeren regenten om zich eens te
kunnen presenteeren. Ik heb den heer
Hintzen ook gevraagd, of hp dan
geen bericht had gekregen, dat er
hier Raadsvergadering zou zün, en
het bleek, dat hü zelfs geen bericht
daarvan had gehad. Hem is nergens
kennis van gegeven, zoodat hp tuiten
alles is geweest.
Het ergste reken ik echter heeren
regenten aan, dat zp hem niet eens
gehoord hebben. Dat is geen houding
waar het betreft een zoo serieuze
zaak als de benoeming van een direc
teur.
Dat ik mü hierover warm maak, is
te begrijpen, want ik heb mede den
grooten stoot er aan" gegeven om de
zaak op pooten te brengen en nu
gaat men zoo'n stap doen. De dokto
ren in de stad zeggen dan ook: wat
moeten wü met een collega van het
platteland, die, hy moge nog zoo knap
zpn als huisarts, niet eens specialisti
sche ervaring heeft opgedaan.
Ik zal het hierbü laten. Het spijt
mü, dat de heeren gestemd hebben
zooals zp gedaan hebben. Ik had ge
dacht, dat zü zich gehouden zouden
hebben aan de afspraak om op nö. 2
of no. 8 te stemmen, maar bp de eer
ste stemming is al direct gebleken,
dat zü het niet deden. Een van de
heeren is zoo fideel geweest het wel
te doen. Dien breng ik in het publiek
hulde voor zpne fideliteit.
De heer QONKER: M. d. V. Al ben
ik leek, zoo gevoel ik mp toch ge
noopt een enkel Woord over deze zaak
te zeggen.
Ik doe het met een onaangenaam
gevoel en het sppt mp werkelük, dat
ik het doen moet.
Ik moet beginnen met te spreken
over een zaak, die mü nog onaange
namer is dan de zaak op zich zelf van
de heeren doktoren.
Wü hebben straks in de besloten
vergadering ik zeg met opzetbe
sloten vergadering, en niet: gehei
me vergadering de zaak van alle
kanten bezien en wü zpn toen tot een
compromis gekomen en de heeren
liberalen aan den overkant hebben
ons gezegd, met uitzondering van den
heer van der Want: wp zullen niet op
no. 1 stemmen
STEMMhNNeenl
De heer DONKERDe heeren kun
nen er dan straks op antwoorden.
Ik constateer nog eens wat ik
straka heb gezegd en als de heefen
daartegen te appelleeren hebben,
kunnen zp dat straks, als ik uitge
sproken ben, doen. De stemming is
geheim, maar in de besloten verga
dering is over deze zaak gesproken
en toen heeft de heer van Epk ge
zegd. ik stem blanco; ik durf de
verantwoordelpkheid niet dragen. Ik
breng oprecht hulde en dank aan den
heer van Epk voor den moed, dien
hp heeft gehad, om niet aan het libe
rale bloc, dat zich niet aan de af
spraak heeft gehouden. Dat sppt mü.
Ik had in de besloten vergadering een
geheel andere opinie dan ik nu heb,
omdat de heeren zich niet van hun
woord hebben gekweten, zooals zü
nu hebben gedaan.
Wat de zaak zelve betreft, kom ik
als leek tot deze conclusie. Ook ik
heb in en buiten de stad geluisterd en
informaties' ingewonnen en dan is
unaniem in Üe stad de uitspraak van
de doktoren: als wp moeten heb
ben een plattelands-geneesheer, hoe
boog hij dan ook moge staan, als di
recteur van een ziekenhuis, waar de
boel gaat als hier ter stede, waaraan
laten wü het maar in het open
baar zeggen alles mankeert, als
dat niet waar was, hadden wp niet
reeds twee jaren veel stof over deze
zaak laten opwaaien; wp zün allen
overtuigd, dat reorganisatie noodig is
dan achten wp dat verkeerd. Ter
wü'i wp moesten kunnen verwachten,
dat alle doktoren zouden medewer
ken, weten wp nu absoluut zeker, dat
zp dat niet zullen doen. Dat is ook
niet in het belang van de zieken. Als
ik een huisarts had, die mü naar het
ziekenhuis zou sturen bp een dok
ter Cleyndert, die op een doip zün
praetpk uitoefent, dan
M. d. V. De heeren schudden het
hoofd wel, maar zp zün in de besloten
vergadering gewaarschuwd, dat het
komen zou, want het is niets nieuws,
dat ik vertel.
Als wp in aanmerking nemen, dat
al de geneesheeren van Gouda ik
leg daarop den nadruk zonder on
derscheid, even hoog moeten worden
geacht, althans in mpn oog, ais de
heer Cleyndert, die dan geneesheer
directeur van het ziekenhuis wordt,
omdat deze niet is de internist, dien
wp noodig hebben, en niet de man
op de rechte plaats in het Genees
kundig Weekblad heeft gestaan wel
ke capaciteiten werden gevraagd,
maar daarvan is afgeweken, want de
heer Cleyndert bezit die capaciteiten
niet dan kunnen wp constateeren,
dat wp zeker een geneesheer uit de
stad hadden kunnen krpgen, die meer
gewild was dan een dokter van een
dorp. In zpn rapport zegt Dr. Wort
man zoo duidelü'k, dat hp niet weet
of de heer Cleyndert No. 1 of No. 2
moet staan, maar in het rapport geen
enkele uitdrukking voor als aanbeve
ling van Dr. Cleyndert, wel een zin
snede in de besloten vergadering
is die ook te berde gebracht pas
sende op Dr. Hintzen, namelük deze
De wetenschappelpke cpieiding van
den heer Hintzen is gegaan in een
richting als ten Uwent in het bp-
zonder gewenscht is. Dr. Wortman
zegt dus met deze korte woorden, dat
Dr. Hintzen de capaciteiten bezit om
werkzaam te zün in de richting wel
ke voor Gouda noodig is.
Waar de heeren van de overzp'de,
except de heer van EÜk, niet gestemd
hebben op den heer Hintzen, maai
op den heer Cleyndert, dragen zp de
verantwoordelükheid voor de benoe
ming van dien dorpsdokter. Men
het onaangenaam vinden, dat ik
zeg; ook voor mp ia het
naam, maar ik kom op voor het
lang van Gouda en voor dat van de
zieken in de toekomst. Het oogeu-
blikje, dat ik nog lid van den Raad
ben, zal ik mpn stem verheffen tegen
de onbillükheid en tegen de, naar
mpn bescheiden meening, domheid,
welke is begaan om dezen avond zoo
te werken.
Wanneer nu, ondanks die zinsnede
in het rapport en niettegenstaande
alles pleit voor den heer Hintzen, de
heeren van den overkant toch Dr.
Cleyndert gekozen hebben, dan dra
gen die heeren ook de verantwoorde
lpkheid.
Ik weet wel, straks zullen wp Wel
van do heeren te hooren krpgen, dat
zp die verantwoordelpkheid gaarne
zullen dragen, maar dan ben ik van
de verantwoording af. Maar ik
voorzie helaas, dat wp geene mede- -
werking zullen hebben van de genees
heeren in de stad, dat wü ons zieken
huis zullen zien verdwpnen en dat
het de Gemeente een massa geld zjl
kosten en dat sppt mp.
De heer HOFFMAN: M. d. V. Ik
breng als jonger Raadslid-medicus
dan Dr. Broekhuizen, hier in het
openbaar, omdat ik thans daarvoor
het oogenblik gekomen acht, een
woord van hulde aan collega Broek
huizen, die de reorganisatie van ons
ziekenhuis reeds voor jaar en dag op
zoo moedige, doortastende en ener
gieke wpze heeft bepleit en onder
nomen.
Of het resultaat, heden bereikt,
door de benoeming van den nieuwen
geneesheer-directeur, van dieft aard
is, dat wp die benoeming zullen kun
nen beschouwen als de kroon op het
werk van Dr. Broekhuizen, laat ik in
liet «midden.
De collega's Raadsleden weten
thans hoe ik diarover denk. Ik heb
in de besloten vergadering zoo even
krachtig müne meening daarover ge
zegd. Ook heb ik daar te kennen ge
geven, dat ik liever zag, dat niet meer
dergelijke besloten vergaderingen
zouden gehouden worden. Maar
thans herhalen wat ik in die bes/oten
Vergadering gezegd heb, meen ik niet
behoeven te doen. Ik laat de psycho
logie van de genomen beslissing in
het midden en laat aan de toekomst
over wat daarvan worden zal.
Eenige opmerkingen moet ik even
wel nog maken.
Ik weet, dat medici te Gouda niet
naar deze betrekking gesolliciteerd
hebben, alleen reeds daarom omdat
zp' meenden, dat een eerste rangs
arts benoemd zou worden.
Indien dat heb ik ook in beslo
ten vergadering gezegd en dat mag
ik thans wel herhalen in Neder
land gebruikeipk was wat in Enge
land en Amerika gebruikeipk is; n.l.
lat men groote woordenboeken kon
koopen, waarin alphabetisch vermeld
staan de geneesheeren van het land
en waann vermeld worden korte bio
logische aanteekenjngen omtrent
ieder hunner en gegevens vermeld
worden omtrent hunne schrifturen
hunne werkzaamheid in zieken
huizen en daarbuiten, in laboratoria,
enz., waarin aangeteekend wordt aan
welke universiteiten zp gestudeerd
hebben, dan zou blijken, dat er Goud-
sche artsen zpn, die in geen enkel op
zicht behoeven te wpken voor den be
noemde. Dit strekt ook den benoem
de tot eer, maar er zün te Gouda art
sen, die in geen enkel opzicht bp
hem ten achter staan.
Wanneer wü nu weten, dat eenige
dier artsen niet mede gesolliciteerd
hebben omdat zü dachten, dat alleen
eerste rangs menschen zouden wor
den voorgedragen voor een benoe
ming, dan meen ik dat in het open
baar uitgesproken moet worden, dat
wp ons vergist hebben.
De schuld van die vergissing ligt
evenwel niet hier en zeker niet bü
de beide medici-Raadsleden.
M. d. V. U weet als Burgemeester
te goed, dat het in tal van gemeenten
gebruikelük is om b.v. bü het instel
len van enquêtes in ziekenhuizen, bü
benoemingen, bü het samensteller
van een rapport, niet alleen gebruik;
te maken wat zeer toe te juichen
is en wat ik in dit geval ook zeer toe
gejuicht heb van de medewerking
van een communalen regeeringscom-
missaris, zooals wp in Dr. Wortman
hebben mogen vinden, maar ook dik-
wpls van de medewerking van des
kundige leden van den Raad, in een
geval als dit van medici-Raadsleden.
Zoo iets wordt ook gedaan te Am
sterdam, Haarlem en Arnhem.
Waarom nu hebben B. en W. geen
vrüheid gevonden om Dr. Broekhui
zen en mü als vertrouwensmannen
aan Dr. Wortman toe te voegen? Dai
zouden in een gesprek tusschen die
drie deskundigen allerlei dingen zü»
besproken, die niet in besloten ver
gaderingen en obk niet bp monde van
Dr. Broekhuizen zouden behoeven te
worden gezegd.
Ik hoop dan ook dit, wanneer in
de toekomst weder de hulp van een
communalen Regeeringscommissaris
zal moeten ingeroepen /onto, het
college van B. en W. of de toekom
stige Raad vrijheid «ai vinden om de
die te dier «ake als des
kundig kunnen beschouwd worden,
aan dien persoon toe te voegen; dan
wordt een zaak meer alzpdig belicht.
Tenslotte heb ik nog twee korte op
merkingen. Ik blpf protesteeren op
dit, ik zou bpna zeggen: plechtige
oogenblik, dat de vrije artsenkeuze
uit het ziekenhuis wordt geweerd.
Dat zal een van de redenen zpn,
waardoor het ziekenhuis gaat kwp-
nen. In de tweede plaats zeg ik dat
hier ook als homoeopatisch genees
heer namens het gedeelte der burge
rij, dat meer vertrouwen stelt, op
welke wpze dah ook, in de behande
ling van de speciale homoeopatische
geneeswpze en thans verstoken zal
zpn van de verzorging door eigen ge
neesheer van die richting in het ziqi
kenhuis. Het is geheel geweest een
neerplakken van boven naar beneden
en de bevolking is daarin niet ge
kend. Ik weet wei, dat men niet te
ver met hetgeen „democratie" wordt
genoemd mag wegloopen, maar an-
„v.^pds mag men ookiniet maar doen
alsof er geen strsoming onder de
burgerp was, welke recht van mede-
spreken heeft, welker beurzen wel
geschikt worden geacht om de belas
ting te betalen voor het in stand hou
den van het ziekenhuis. Ook als ho
moeopatisch geneesheer sta ik hier
met e< n protest.
De heer IJSSELSTIJN: M. d. V.
Ik schroom eenigszins om mp in dit
debat te mengen, al ware het alleen
leeds, omdat ik het afkeurenswaar
dig vind en het niet kan noemen een
goede manier van zaken doen, dat,
wanneer bp een stemming een beslis
sing is gevallen, daarop zoo breed
wordt gereageerd. Men verandert
aan dê~zaak niets. Er wordt wel ge
zegd, dat de liberalen dit of dat heb
ben gedaan, maar men zou het feite-
Ipk kunnen noemen: het vechten te
gen het lot, want het lot heeft in
deze beslist. Ik hoop, dat wp in de
toekomst van dergeipke debatten
verschoond zullen blüven, wanneer
het geldt na een benoeming.
Een andere zaak, waarvoor ik het
woord vraag en mp dus ook eenigszins
in die richting schuldig maak, is het
groote belang, dat ik vind, dat gele
gen is in het bezit van het Van Iter-
son-Ziekenhuis. Wp kunnen dat ziq-
kenhuis beschouwen, belichten en een
goed hart toedragen, zooals ieder
zulks mocht goeddunken, maar af
keurenswaardig vind ik het in de tac
tiek van de doktoren om, al gaan zp
niet met sympathie met den benoem
de in zee, den benoemde op die ma
nier te behandelen. Ik betreur dat
voor de inrichting, want men treft
daardoor de inrichting als zoodanig.
Ik stel voorop, dat bp de sprekers
die bedoeling niet heeft voorgezeten,
maar het slechte gevolg voor die in
richting kan nier uitblpven. Nu is wel
door den heer Donker beweerd, dat
in een besloten vergadering de libera
len en bloc hadden verklaard met
uitzondering van den heer van Epk,
die daarvoor is bewierookt, maar die
zich daarmede misschien niet lekker
zal gevoelen en daaraan niet zooveel
waarde zal hechten, want er zpn van
den anderen kant wel andere dingen
dan bewierooking over zpn hoofd ge
gaan op No. 3 te zullen stemmen,
maar als die afspraak had bestaan,
zou dat ook zpn geschied. Wel is door
Dr. Broekhuizen gevraagd aan den
heer Knuttel om op no. 3 over to
gaan, ofschoon het rapport van Dr.
Wortman heeft uitgemaakt, dat No.
3 de minst geschikte was, althans de
minst aanbevelenswaardige.
De heer BROEKHUIZEN: Neen,
dat staat er niet in!
De heer IJSSELSTIJN: Ik vind
het juist zoo jammer, de heeren
hebben citaten uit dat rapport op
geschreven. Wanneer wp inlichtin
gen krijgen van Dr. Wortman en hü
geeft dat als een Kabinetstuk, als
een geheim document, dan vind ik
het niet fair om daaruit te citeeren.
En wanneer ik iets citeer uit derge-
Ulkrapport, dan is het zeer gemak-
kelük om te zeggen: het is niet
waar.
f°iU ,2,eer Saarne gezien hebben
wü hebben er echter de vrpheid
niet toe dat 1 et rapport betreffen-
de de 8 aanbellenen was voorgele
zen. Wanneer dat geschied was, dan
hadden de heeren vernomen, dat de
heer van Hintzen in één adem ge
noemd is met den heer Cleyndert
En dan zeg ik: wp hebben toch
gehad en ik heb nog groot vertrou
wen in Dr. Wortman. Deze heeft voor
Gouda bet bewüs geleverd, dat hp is
eea organisator op en top. Hp heeft
het ziekenhuis gemaakt wat het
moest zpn. Hü heeft het nog anders
zelfs gemaakt dan de doktoren het
wilden. Hp is er zelfs in geslaagd een
medicus in den Raad te overtuigen
dat toepaasing van het stelsel van de
vrpe artsenkeuze voor deze inrich
ting met vatbaar was.
De heer BROEKHUIZEN: Hü
heeft mp niet overtuigdik heb mp
er bp nedergelegd.
De heer IJSSELSTIJN: M. d. V.
Dr. Hoffman heeft zich er niet bp
nedergelegd. Die heeft principieel
vastgehouden aan de vrpe artsen
keuze. Dat doet ieder principieel man
die legt zich niet neder bp dingen,
welke hp verkeerd acht.
Dr. Wortman is onze adviseur. Hp
is een keer knap man, een erkend
knap medicus ,die ziekenhuizen kent
van a tot z, wiens adviezen zwaar
moeten wegen bp alle leeken en wp
zitten hier als leeken, uitgezonderd
de twee doktoren. Wanneer wp te
doen hebben met het rapport van een
medicus, die de heeren nemen het
mp niet kwaRjk, dat ik het zeg, het
is niet kwaad bedoeld voor mp als
wetenschappelijk man, vooral op dit
gebied, hooger staat dan de medici,
die wü in den Raad hebben, dan kan
niemand mü ten kwade duiden, dat
ik diens advies volg. En wanneer een
van de heeren hier in den Raad, ook
een van de doktoren hier, durft te be
weren, dat Dr. Wortman den heer
Cleyndert niet geschikt en geen goe
de kracht voor het ziekenhuis vond,
dan ben ik zeer benieuwd om dat te
hooren.
1 De heer VAN DER WANT: M. d.
V. Ik kan niet nalaten, nu helaas op
deze wpze de zaak is geioopen, ook
mün standpunt uiteen te zetten.
Ik zal mü er wel voor wachten om
hier in een openbare vergadering te
gaan spreken over meerdere of min
dere qualiteiten van de drie perso
nen, die deel uitgemaakt hebben van
de aanbeveling, nu wp eenmaal een
keuze hebben moeten doen. Ik acht
vooreerst de vergadering, die wp hier
houden, daarvoor niet aangewezen,
en verder geloof ik, dat het ook bui
ten de gewoonte om is die men in
dergelüke gevallen volgt.
Vooral moet ik echter opkomen te
gen de beschuldigingen, welke ge
richt zün geworden tegen hen, die
hun stem uitgebracht hebben op den
heer Cleyndert. Zü hebben een dom
me daad gedaan dit woord is hier
gebruikt en zü hebben een per
soon benoemd, die zal blüken voor
zpn taak niet berekend te zpn. Welnu,
tót de personen, die Dr. Cleyndert
hebben gestemd, behoor ik, maar ik
heb dat gedaan geheel vrij. Ik weet
van een afspraaK en dergeipke geluk
kig niets af. Maar ik heb in ieder go-
val No. 1 van de voordracht gestemd
en ik ben mü absoluut,niet bewust
en geen van de heeren van de overzp-
de hebben mü daarvan overtuigd
als zou ik daarmede een domme daad
hebben gedaan. Immers, wat is het
geval Als lid van den Raad van Gou
da had ik een keuze te doen bü de
plaats gehad hebbende benoeming. Ik
heb daarvoor een voordracht»thuis
gekregen en ik heb de gelegeHjm'd
gehad om met gebruikmaking van de
verschillende bplagen, bü de voor
dracht behoorende, een onderzoek in
te stellen naar de sollicitanten en
daarna te bepalen welke mpn hou
ding in deze zou zpn. Dat heb ik ge
daan en die taak heb ik «eer serieus
opgevat. Ik heb een keuze gedaan uit
de drie uitverkorenen, waaronder,
zooals terecht door den heer IJssei-
stpn is gezegd, Dr. Wortman zpn
naam heeft durven zetten. Ik heb dat
gedaan ik zeg het er nogmaals
zeer uitdrukkelük bü na een zeer
serieus onderzoek en nu zou ik niet
weten in welk opzicht hier door
eenig lid van den Raad, die meegaan
de met de voordracht, zün stem heeft
uitgebracht, een domme, onverant
woordelijke daad zou moeten zpn ge
daan. Ik betreur het, dat na een be
noeming op een dergelüke wpze
wordt opgetreden. Ik zie er voor mü
meer in het geval ik zeg niet, dat
het de bedoeling is, maar het ligt er
als het ware <Jp en het publiek zal
het denkendat de geneesheer, die
benoemd is, totaal wordt afgebroken.
Het kan natuurlijk niet anders of dat
is ten nadeele van het ziekenhuis.
M. d. V. Ik zal het hierbp laten. Ik
heb mp zelf geen enkel verwüt te
doen en van niemand van de over-
züde verwacht ik een standje, maar
ik hoop, dat, als de heer Cleyndert
ondanks de onaangenaamheden, wel
ke aan zpn benoeming verbonden
zün, in Gouda komt, hü de kracht
zal hebben om het ziekenhuis be
hoorlek te leiden en door zpn .kunde
ik hoop dat van harte voor het «»-
ihuis en voor ae Gemeente dan
tegenzin, die tegen hem mocht be
staan en die bp deze gelegenheid ia
aangewakkerd, te overwinnen.
De heer DEKCKBENM. d. V. Ik
wensch van deze plaats er mpn leed-
Wezen over uit te spreken, dat de
heer Cleyndert is benoemd tot ge
neesheer-directeur van ona zieken
huis. Bp al de besprekingen, welke
wü tot heden hebben gehad over de
reorganisatie van het ziekenhuis, is
op den voorgrond gesteld, dat wü
hier een directeur-geneesheer moe
ten hebben, die het vertrouwen ge
niet Nu is in de besloten zitting een
en andermaal door verschillende hee
ren verklaard, dat Dr. Cleyndert niet
aan die vereischten voldoet en die
vereischten meer gevonden worden in
Dr. Hintzen. Daarom ben ik zoo vrü
geweest op dat advies, hetwelk voor
Gouda van het grootste belang is ge
weest niet te stemmen op Dr. Cleyn
dert, maar op Dr. Hintzen.
Er komt nog iets bp. In verschil
lende bladen heeft een oproeping ge
staan voor sollicitanten en B. en W.
hebben daarin gezet, flat de dokter,
die benoemd zou worden, aan ver
schillende eischen moest voldoen. Nu
is mp hedenavond gebleken, dat de
advertenties in de verschillende bla
den niet gelpkluidend zpn geweest. Ik
zou van U, M. d. V., willen vernemen
welk motief het college van B. en W.
et toe geleid heeft die advertenties
niet gelpkluidend te doen zün. Ook
zou ik gaarne een verklaring ontvan
gen omtrent de vraag of niet onder
het oog gezien is of Dr. Cleyndert
aan do eischen, welke ia de adverten
tie zpn gesteld, niet voldoet. Er is in
de besloten vergadering over deze
zaak meer gesproken en ook in deze
vergadering zou ik het op prijs stel
len dienaangaande van U nadere in
lichtingen te ontvangen.
Ik ben ervan overtuigd, dat wan
neer de eerste advertentie, die in het
Tüdschrift voor Geneeskunde ge
staan heeft, ook in de verschillende
andere bladen geplaatst was en er uit
gelaten waren de eischen, die aan den
te benoemen persoon gesteld werden,
zeker een veel grooter getal solli
citanten zou zpn opgekomen.
Nu de heer Cleyndert zoo vrp ge
weest is om, niettegenstaande hü aan
die eischen met voldeed, toch te sol-
liciteeren, zou ik gaarne vernemen of
het college van B. en W. die eischen
later heeft laten varen dan wel wat
de oorzaak is geweest, dat de adver
tenties in de verschillende bladen
Verschillend waren.
De heer VAN EIJK: Het zou mis
schien eenigszins vreemd aandoen,
wanneer ik ook niet even afweek van
mpne gewoonte om na een stemming
nog het woord te voeren over de be
noeming.
Ik ben het met den heer IJsselstüu
eens, nat wp een verkeerden weg hier
bewandelen, maar nu het zoo geioo
pen is en ik van den heer IJsselstpn
vernomen heb, dat hp het opvat als
of ik door de overzpde bewierookt
zou zün, wil ik toch ook mpn stem
motiveeren, al is het dan achteraf.
De heeren weten, waaroip ik het
met deze stemming, zooals dat in de
besloten vergadering verliep, niet
eens was. Nadat wp er anderhalt
Uur over gediscussieerd hadden,
heb ik verklaard, dat ik mp voor
mp zelf niet vrü gevoelde om op no.
1 van de aanbeveling te stemmen,
aangezien hier twee doktoren daar
zoo tegen ageerden.
Ik kan mp er volstrekt niet mede
vereenigen, dat die heeren den heer
Cleyndert zoo hebben afgebroken en
daarom heb ik ook niet blanco ge
stemd, want ik ben voor mp zelf wei
degelük overtuigu, dat de heer Cleyn
dert, die door Dr. Wortman aanbe
volen is, zal hebben de noodige ca
paciteiten. Ik hoop ook, dat de hee
ren het niet aldus zullen opvatten,
alsof ik met hen medegegaan ben,
gedeeltelük althans, omdat ik den
heer Cleyndert minder geschikt acht.
Ik ken hem persoonlek en het doet
mp genoegen, dat hü gesolliciteerd
beeft naar Gouda en het sppt mü,
dat men hier zoo met minder waar
deering over hem gesproken heeft,
maar de heeren weten wat ik gepro
beerd heb.
Toen ik zag en dat is voor mü
het vreemde van ae saak geweest
dat er hier geen overeenstemming
kon gevonden worden, heb ik gezegd
het is een fout van de heeren, dat
zü alleen spreken over nos. 1 en 2
van de aanbeveling; er is nog een
derde sollicitant door Dr. Wortman
voorgedragen. Waarom worden al
leen no. 1 en no. 2 genoemd? Dat
is eigenlijk de quintessens van de
zaak. Daardoor ontstond het geschil,
waarover men het niet eens kon wor
den ep toen heb ik getracht een
compromis te bereiken door te zeg
gen: laten wü ook no. 8 in debat
brengen.
Toen ik het rapport laa, heb ik den
indruk gekregen, dat volgens Dr.
Wortman no. 8 de beate waa én dien
had ik dan ook gaarne benoemd ga-
zien.
Wp allen stellen veel belang in het
ziekenhuis; Dr. Broekhuizen heeft er
zeer veel voor trachten te doen en ook
ik heb trachten te doen wat ik kon in
het belang van de reorganisatie de
heeren weten wat ik daaromtrent
vroeger gezegd heb en daarom
sppt het mü zoo, nat door de heeren,
nu de stemming is afgeloopen wü
moeten aannemen, dat zü het gedaan
hebben in het belang van het zieken
huis zoo is gesproken als geschied
is. Dat zal geen goed aan het zie
kenhuis doen.
Hoe de stemming is uitgevallen, of
wü het met resultaat ervan al dan
niet eens zpn, het is onze plicht als
Raadsleden om voor het ziekenhuis te
gaan werken, zoodat het wordt zoo-
als wü het gaarne willen hebben. En
dat kunnen wü wel gedaan krügen
als wij opbouwend erover spreken,
maar niet als wp afbreken. Diaram
hoop ik, heeren doktoren,roat gp,
al is de stemming niet in Uw geest
uitgevallen, er toe zult medewerken
om het ziekenhuis tot bloei te bren
gen.
Ik heb gemeend dit in het midden
te moeten brengen, omdat ik niet
gaarne den indruk wil gevestigd heb
ben, dat, wanneer ik in desa openbare
vergadering niets had gezegd, Dr.
Cleyndert zou kunnen denken, dat ik
minder achting voor hem had en niet
zpn capaciteiten waardeerde. Maar
ik heb dat gedaan om een compromis
te bereiken, zoodat wp allen de ver
antwoordelpkheid zouden kunnen
dragen, want, zooals het nu gaat, dat
de heeren de verantwoordelükheid
van zich afwerpen, ia het-verkeerd.
De heer HOFFMAN: M. d. V. Ik
heb alleen nog even het woord ge
vraagd, omdat de heet van Epk in
den aanhef van zpn rede heeft ge
sproken van „de beide heeren dokto
ren" en het heeft doen voorkomen
alsof ik den heet- Cleyndert had afge
broken. Dat heb ik echter niet ge
daan. Ik heb gezegd, dat ik het mü
ne er van gezegd had, dat ik geen
vrpheid vond ik meen, dat dat niet
mag in de openbare vergadering
daarop terug te komen en dat ik, nu
de beslissing gevallen was, de psy
chologie van het geval aan de erva
ring zou overlaten.
Ik heb in eerste instantie betoogd,
dat in uouda artsen zpn, die in ken
nis niet beneden den benoemde
staan. Dat is geen afkeuren van den
benoemde; dat heb ik er bp gezegd.
Ik herhaal, dat, hier even knappe
artsen zün, De heeren kunnen er an
ders over denken, ik ben er van ovi
tuigd en ik kan het beter beoordi
dan de heeren. Ik heb evenwel
afbreuk gedaan aan Dr. Cleyndei
Er is echter iets anders. Ik
haal, dat, wanneer aan een comi
nale regeeringscommissaris in het
vervolg de Raadsleden, me deskundig
worden geacht, zullen worden toege
voegd, dergelüke debatten tet een
minimum zullen worden gereduceerd.
Verder wil ik zeggen, dat het mü
bevreemd heeft, dat Dr. Wortman
ik spreek nu over hem als medicus
in het begin alleen in de Nieuwe Rot
terdamsdie Courant een advertentie
heeft geplaatst voor de oproeping van
directeur-geneesheer, alsof er geen
andere bladen in de wereld beston
den. DAaruit blp'kt, dat hü in één
richting keek en wü zouden dwaas
doen en onzen plicht verzaken, als wp
als rechtsche afgevaardigden daarop
niet wezen. En wanneer is ook in de
hootdbladen van de andere partijen
de advertentie geplaatst? Toen ik er
U, M. d. V., op gewezen heb. Toen
is dat geschied en heel spoedig, maar
indien niemand er iets van gezegd
had, zou het zoo zün gebleven. Zoo
iets mogen wü als vertegenwoordi
gers van het Goudsche volk niet dul
den. Ala weer dergelijke -benoemin
gen aan de orde komen, hoop ik, dat
gü aan alle partüen recht zult doen
en niet alles in handen zult geven van
één man, die verantwoordelük is aan
wien.gü in dit geval het opstellen der
advertentie hebt overgelaten en wien
gü carte bianche hebt gegeven om
naar goeddunken te handelen, zoodat
daaraan alleen zpn toe te schijven de
verschillende reacties op die annon
ces. Het is mün plicht daarop te wü-
sen.
Ik wil den heer van Eük de verze
kering geven, dat, nu de beslissing
is gevallen, ik als Raadslid mpn uiter
ste best zal doen om van het zieken
huis te maken wat er van te maken
is, maar dan blijf ik in laatste instan
tie zeggen, dat, ala het met het zie
kenhuis niet goed zou gaan, dkt niet
zon liggen aan dsae benoeming,'
In het verkeerde beginsel van het I
laten van de vrjje artsenkeuze,
de rede van don heer Wortmsg
welke autoriteit hü ook moge fejn, hü
heeft tagenatenders en Ik laat mü
niet door mannen van geaag in dan
hoek duwen; tk ben zelf SI jaar en
heb meer gaaien in mün leven heb
ben meerden specialisten, die ik te
Leiden op een rongree heb gesproken
ft die niet minder waard lijn dan
r. Wortman, mij gevraagd: waarom
kan to Gouda niet een stakenhuis ge-
deen met vrije artsenkeuze? In een
groote stad kunnen natuurlijk niet 80
artsen tegelük in één ziekenhuis
practiseeren, maar hier ter stede loo-
pen de tien artsen, die ar zijn, elkan
der niet in den-weg en sou het zieken
huis, als de geueeahMpdireeteur te
vens internist was voir da menschen,
die hem verkozen, kunnen floreeren.
Maar wil het ziekenhuis floreeren,
dan moet de vrü« artsenkeuze be
staan. nat wordt ook geeisekt in het
programma van de Roomech Katho
lieke Staatspartij, waarvan ik de eer
heb vertegenwoordiger te zün. Ik
hoop, dat het ziekenhuis tot bloei zal
komen, en ik zal daartoe mijn best
doen ik hoop mü self in dat op
zicht te overwinnen méar ik sal
uitkpken met mün beide oogen.
De heer JONGENBURGER: M. d.
V.I In de besloten vergsdering, die
zoo even gehouden is, heb ik er met
kracht op aangedrongen om dergelij
ke dingen, .ala nu plaats hebben, niet
in de openbare vergadering te bren
gen, vopral in verbend met het min
der aangename, dat eraan verbanden
is en dat in dergelüke zaak niet te
pas komt.
Het heeft echter niet kunnen
weerhouden, dat gesproken is in den
feest ala heeft plaats gehad. En nu
iet eenmaal soever gekomen is,
wensch ook ik nog iets in het midden
te brengen.
Ik beaam volkomen, hetgeen door
verschillende heeren gezegd is; dat
hier voorop moet staan het belang
van het ziekenhuis en de reorganisa
tie, waarvoor wü geplaatst worden.
Nu heb ik opgevangen een woord
van den heer IJsselatijn: er is nn
toll niets meer aan te doen. Dit
overdenkende, meen ik nog een
wenk aan B. en W. te moeten geven,
om die zaak nog eens ernstig te over
wegen.
Ik, als leek, kan niet beoordelen,
hetgeen door de medici hier nsar vo
ren is gebracht. Indian echter waar
Is, wat de heeren doktoren hier be
weerd hebben, n.l. dat de keuze van
den heer Cleyndert niet de gewensch-
te keuze is van de doktoren in de atad
en in de omliggende plaatsen, dan
ben ik ervan overtuigd, dat de heer
Cleyndert wel zoo hoog staat, dat hü
zal zeggendergelüke inrichting mag
ik er niet aan wagen.
Ik zou het op prijs stellen, indien
B. en W., rekening houdende met de
verstrekte gegevens en het gesproke
ne, met de doktoren hier ter plaatse
zouden willen spreken, een onderzoek
instellen en de geheele zaak op hun
gemak met den heer Cleyndert be
spreken.
Het belang van het ziekenhuis
gaat vóór alles, en nu zouden wü,
nadat wü zoovele jaren met ona zie
kenhuis door getobt hebben, moeten
beginnen met en directeur, die niet
de sympathie heeft van één dokter in
de stad. Ik kan het niet beoordeeien;
ik heb het alleen opgevangen van de
doktoren, ook uit de omliggende
plaatsen, waarvan ik er twee ge
sproken heb. Die zeggenals men te
Gouda niet een dokter met meer ca
paciteiten heeft dan deze bezit, dan
moet men tot dergelüke keuze niet
overgaan.
Verder is gesproken over het Ka
binetsstuk van dr. Wortman: dit
mocht niet in het geding komen.
Dat stuk heb ik soo bekeken, dat
het alleen verband houdt met de bij
liggende adviezen van professoren
als anderszins, maar overigena zie ik
niet wel in, waarom het stok niet
door het publiek sou geleien mogen
worden. De geloof, dat dr. Wortman
er ook wel geen beswaar tegen sal
hebben.
Het meeat heeft mü getroffen in
dit Kabinetstuk het is ook in de
besloten vergadering toegelicht
dat men door het geheele stuk heen
leest, dat de heer Hintaen do moest
aangewezen man voor onze stad is.
Wel is de slotsom van dr. Wortman
dat hü geen keus kan maken tus
schen no. 1 en no. 2, maar als men
het rapport leest en daarom sou
ik er prijs op stellen, dat anderen,
meer deskundigen het zouden kun
nen lezen dan moet men eruit
opmaken, dat de heer Hintzen eigen
lijk do man is.
Waar het soo staat, zou het mü
zeer aangenaam
io staat, zou het mü