ft8e Jaargang. Donderdag 24 Juli KMO. No. 140(54 T I JïTxevL“WS- -^h.d.'vextezxtie'bla.d. vooi G-oxxcL@. exx O»o.etxe3icezi.. Bureau: MARKT 31, GOtJDA. ■MK 4A?| I Feuilleton. Hat recht der moeder, naar het Thütaah VERSCHIJNT DAGELIJKS BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. Administratie i Telaf. Inters. 83. Redactie i Telef. latera. 545. toe- en 82 rt. i ieren vurmfat I. <6 haakbord. Leden- (t«* nrraM.) R, Rotterdam. 2330 70 een wat jj wil INOIZaram MmDlHUMW: 1-4 regds ƒ1.66. rikt regd moor /Ui Op da voeiwiaa W Mtftfa èrowitoch. u geregeld tijdig tvangen van var- vormaJteiijkheden agenda te wr- ikkarij >N, - DOÜIM. 49 „Wa* WltocJï, ‘I ptember of eerder ipkanier, sn stand, rustige 3076, Bureau 10 •MIDDELEN lagd. J lideniers- en I gave hunner 1 im zijn. iKEN MIJ., I 3275 40 I HgLSlBt B0HL4U. '«Mèi door r. HteUM-r ROKtM. (IWrak nM.) Gewone advertratfto en twtoitt nMOedaaUacea Hf contract tot laar ftreto- Mardn »r|a. Greete Jatten «a raadaa werden tented aaar pkntenteate, Advartaatila kwanan werden tagraotea» deer teMebeHteeaat vaa adtoia Boete»- dateren, AdvertratidrartavK en erna Agante w<j, die Uw roem gekocht hebben met den pr^jg van oos bloed, wy Uw meeat beminde zonen, die U op onze schouders gedragen hebben op de hoogte, waar Gy nu triom feert, onze harten juichen niet mee voluit op dezen dag van Wyden trota. Ook wjj zyn fier op de weer bevochten vrijheid, fierder dan wie ook, want deze vrijheid te ons en Uw werk. Maar Vlaanderen, dat we lief hebben met al den hartetocbtelljkco gloed, dien GJj in Uw jong Vlaamsch leger wist hoog te schatten, Vlaanderen, dat zijn beete bloed gaf voor de vrijheid van het gemeenschap- pelyJce vaderland, Vlaanderen kent nog im mer de vrijheid niet, dat het bevocht voor anderen, dat het bevocht voor zijn verdruk kers. Uw grootheid, Sire, straalt nog niet in onbevlekten luteter, want geen grootheid wordt gebouwd dan op de hechte rota van het Recht” En verder: „Er broeit veel wrok in VVaarxk>ren. Sire, wü soldaten voelen geen dankbaar heid voor de behandeling, die we onder gingen vanwege Uwe Regeering. Uwe re geering heeft bewezen, dat ze onze opof feringen, ons lijden niet weet te waardeu ren lyk het hoort. Woorden, Sire, hebben we genoeg gekregen, maar velen onder ons staan zonder broodwinning en zonder geld. En onze broeders, ons gelijken in het lil den en in het doodsverachten, de opge- etechten die door den vijand als slaven werden opgedreven en allee trotseerden om het verkmtngtwerk van hunne broeders aan den Uzer niet te verhinderen, ‘lie worden bdhandeid Hjk uwe soldaten. Sire: veel woorden van lof, geen enkele daad van dankbaarheid. En om bemind West-Vlaanderen. Gij kent het, Sire, gü waart by ons „bochten de kupe", gy kent dat moedig, taai ras, gü weet met hoeveel offervaardigheid zij alles voor het land hebben prijsgegeven; en het loon voor zooveel moed, Sire? Mem richt tochtjes in om dezen die in veiligheid achter 't front hun zaakjes dre ven en zich rijk sjacherden, in de gelegen heid te stellen hun geprikkelde nieuwsgie righeid te voldoen. Ja, „nationale bede vaarten” heeft men ingericht, maar naar de eerste daadwerkelijke hulp zien de dom pelaars nog altijd uit. De regeering, Sire, heeft geen hart voor Vlaanderen; daarom broeit er wrok in Vlaanderen en zal de vreugde van dezen dag geen ongedeelde vreugde zjjn. We weten, Sire, da| G(j een hart hebt voor Vlaanderen en zijn volk, dat Gjj Uwe Vlaamsche soldaten lief hebt en daarom 'hebben we jiet geaarzeld ook op dezen dag onze stem tot U te verheffen. Sire, geloof dezen niet die ons schelden voor oproermakers. Nikita Allen kwamen aanloopen. Eerrt Anna AlaxmdrovuM, nr nM. hm, die ri<t M. dood oNe. Don«.(tai,«i Beken heé, gij moofritenaar I ,3eip. Help!” „Waarheen Beken hetNaar Siberië! Gij uitvaagsel Wat Naar den Amoer! Gij hebt hetfo vermoord Onzen lieve ling!” Vadertje Jernrik - ate je mij doodt - dap zal het je hrt kosten’’ „Dat weet Ik Dat weet ik ..Mijn God I Mijn <God Help H^P Nog is Vlaanderen loyaal. Maar, met den noodigen eerbied voor Uw persoon, durven wü er toch bijvoegen dat Vlaanderen smacht naar Recht. Komt er Ree!.’ in Vlaanderen, 4‘.tv, ge lijkheid in rechte en in feite, dan zal op bet verjaringsfeest ie naaste jare onze stem n et meer k n xeu alh een wanklank, mar opgaan in het aigetneene koor dat V en België lofringt. Recht alleen kan het bestaan van Belgi* bestendigen." Er wordt ook een geluid gehoord vaa anderen aard. De bladen schrijven over de duurte: „Wat men in 1914 voor 1 fr. hoe pen kon, en in Mei van dit jaar 3.30 fr. kostte, koet nu 3.67 fr. In Juni stegen de broodprijzen met 5 centiem» per K.G., ver- kenevlerach met 1 fr. per K.G., zeep met 1.16 fr. per K.G., de huishuren in doorsnee met 10 fr. per maand. De duurte neemt dus eerder toe dan af. De badplaatsen aan de Befeteche kust, die met spoed voor het seizoen waren ln- ger’cht, om na da oorlogsjaren weer tot bloei te geraken, zijn leeg. Er sjjn bijna geen gasten, ook uit België komen geen bezoekers, zoodat de badpteateen in een ernstigen toeetend verkeeren. De pers heeft nu «en onderzoek ingeateld, wat do oorzaak is van bet wegblijven der gasten uit de Belgische badplaatsen. De Belgen konden rich dit jaar de luxe niet veroorlo ven wegens de duurte en de hoerachontte werkeloosheid in het land. Do Franschen gaan niet meer naar België, maar reizen naar het Zuiden en naar Italië. De Engel- schen reisden nooit naar Belgische bad plaatsen, zoodat eigenlijk alleen do Duit- schers overblyven, die voor den oorlog het merendeel der gasten uitmaakten en nu door de Belgische politiek niet in België geduld worden. De toostend in België is waarlijk met rooskleurig. fiOlDSCHE COURANT. iu p«r VJTn boorgfac «aKbMt. »- ’W**1 «“‘'o»*'*! 14— AbXmtZ «wta ÓM**» MM«UM »u om Bunui MABKT11, »OVDi. b& on» rr*1. d* boekhajsdsi aa de pertkanterem ADVBBTKNTWPBIJ»: Uit Gouda aa «mstrsken (bahoorande tot dan baaergkring): 1—5 wate Ltó, aU» ragai zaatet M4. Va» buiten Gouda «i dra bszorgkrtegi 1-6 rsgete 1J4, aika regal maar ld*. Advartontifa vu paNteka vsrmskdtjk- totten 144 por regel* AjtoatrtrafAi te bat «teterdagmuntnar M toeslag op da» prik*- in de minderheid stelde, en dat wel in de hoop, dat de zelfde meerderheid als van Vrijdag, zich thans tegen den tijger zou keeren. Maar met 272 stemman tegen 181 werd de prioriteit aan deze piotde ontzegd en de motie van vertrouwen in de Regee- ring werd met 289 tegen 176 stemmen aan genomen. Het kabinet Clemenceau m dus zegevie rend uit den stryd gekomen en zjjn positie is nog sterker dan tevoren. Naast Brussel hebben Antwerpen, Gent, Mechelen, Leuven en Luik nationale fees ten gevierd. En President Poincaré heeft mede een bezoek aan Antwerpen en Me chelen gebracht. By het bezoek aan de kateedraal te Me chelen heeft kardinaal Mercier een spraak gehouden, waarin hij <Poincaré en marschalk Foch begroette to Frankrijk dank bracht, omdat het de Christelijke be schaving heeft doen zegevieren. Poincaré heeft in ztfn antwoord kardinaal Mercier geprezen voor zijn moedige hou ding tegenover den vijand, er bijvoegend, dat het flinke kalme woord van den kar dinaal overal de boodschapper van recht en waarheid gtwees- is. Poincaré deelde vervólgena aan kardinaal Mercier mede, dat de Fransche rogeering hem het oorlogskruis toegekend had, dat de president den geestelijke vervolgens op het purperen gewaad spelde. De kardinaal dankte bewogen. Te Antwerpen is President Poinearé in gezelschap van den Belgischen honing een schitterende ontvangst bereid: Op het stad huis heeft de burgemeester den President toegesproken en in zijn antwoord heeft Poincaré o. m. gezegd: Dudtschland wilde, dat Antwerpen in zjjn moorddadige handen een pistool werd, dat gericht was op de Britsche eilanden. Maar die droom ver zwond. President Poincaré zegde ver volgens den steun van Frankrijk toe btf de regeling van de vraagstukken, die de scheepvaart op de Schelde, de ontwikkeling van den handel, de instelling van geregc verbindingen tusschen Frankrijk en Ant werpen en de verbinding met den Rijn, in het bijzonder met Straatsburg, betreffen. Bjj al dat feestgedruisch wordt ook een ander geluid gehoord: de stem van Vlaan deren, die smacht om recht. „Ons Vader land” wendt zich als tolk van het Vlaam- sche front tot den koming: Sire, Geen grootheid wordt gebouwd dan op de hechte rots van het Recht: dat hebt Gij aan Uw land en aan de wereld geleerd. Het zal voor U vandaag een dag zyn van blijden trots: de stem vu Uw volk zal danken! opklinWto naar Uwen troon. Maar wy, Sire, die met U gestaan heb ben ter verdediging vu Uw en ons xbeht, radertje! Doe het niet; wMi rt it y” wij voofl onze kinder vi, „Vadertje’zeide hij, oogenbllk los. - mijn gedieele vermogen Maar jml ik vergaten, tot ik mor gen in alle vroegte mot de eerste rtra- lan. der zon, die om aller moedertje is, ber op het pleU van 8t. PnulusvtMine in St. Petersburg opgobaugen wordt. Ru schenken zij mij nteschteu do* geuto oisier de galg. Vaarwel, geliefde heer Dmitri AlaxSn- Ik hto uw begitteg nlot Toor kunnen reilen. God allern kan u be- schermen, de menscii vermag nlete. JtruAk, Uw onderdanig dienaar Ke» loopt naar het besneeuwde rum ra drukt het beete voorhoofd tegen de ruiten. Petra- Füttoi W een en al gmCéi en toewijding, maar hoe diep hl] ook voelt, hij weet toch niet beter te troosten dan andere mraachen. Hij legt de bind op di® schouder van zijn vriend en zegt Slechte .jaju brate Kar.” D««e zegt oogeMchijnlijk kalm „OnteMi m, - m aq mt wil je?” zegt SzAipann 3ztipanno- „ga maar zooaJri je gekomen bent, en hij steekt een *4?arot]e op. „Szliipann Szüpannowitsch,” zeg Jk, „go- nnhge heorl Vergeef mij, maar wij zijn gekomen om u te dooded.” ”**t»*' ze** fcj» bent zeker dron ken? Er uit!” „Nwo,- Mg ,4lt s, fe waMhtoU” NÜÖiB',\^tipAn0 ®»Mp*««>witech <*e «Welljk “i on, ug komen. ■“’ij'?«talvolI Vog! W kwnkzmnlgei w t NUcU^,.. „y werd groen van ergento. “w nieta bwwg rl* Ik nwr bolton. „1<mt taL TOW*k »Sfc „mmsmmi, zeg «breeuwt ge? •I helpt u ahto, AJ asudt gy De vredesvoorwaarden voor Duitsoh-Oostenrijk. Het kabinetoClemonoeau segeviert. Poincaré in België. Eon stom van Vlaanderen. - De mijn- werkersstaking in Engeland breidt zioh uit. In de Nationale Vergadering te Weimar. ONS OVERZICHT. Het vredesverdrag, dat Duitech-Oosten- rjjk is opgelegd, te moordend voor dat land. Het behoefdan ook waarlijk geen verwondering te wekken, dat de Staatskan selier Renner zteh heeft uitgelaten, dat hij niet tot onderteekeniDg bereid is. Nu is het zeer wel mogelyk, dat opmer kingen van Duitsch-Oostenrijksche zijde voor de geallieerden een aanleiding zal zjjn de eischen eenigerm&te te matigen, doch afgaande op wat ten aanzien van Duitech- tand is geschied, zal dat toch niet zoo heel veel beteekenen. Het ontwerp is verzacht, zoo heeft ^en‘ ner gezegd, maar het gevolg daarvan is slechts, dat de doodstraf op staanden voet vervangen is door een veroordeeling tot vrijwillige zelfmoord. Tal van harde eischen zjjn op termijnen gesteld, maar wat baat termijnbetaling aan schuldenaar en schuld- eischer, ate gene den eersten termijn n et kan te boven komen? De Fransche bladen hebben met prjjzenswaardige objectiviteit bedenking gemaakt tegen een regeling, die Duitsch Oostenrijk voor jaren tot een machtelooizen vazalstaat zal maken. Deze diagnose is helaas echter nog te gunstig, wan,t blijkens het ontwerp te het niet de vraag hoe of wij zullen leven, maar of wijj wel in 't leven zullen H yven. Als Duitsch- Oosteuryk hebben wij tweevijfde van ons valk verloren, maar ala economisch gebied ongeveer acht negende van om eigendom, Hongarye alleen heeft door zijn sociale ineenstorting aan Duitsch-Oostenryk vele miljarden gekost. De Duitach-Oostenrijksche vredesdelega- tie kan niets anders doen, dan nogmaals het bewijs overleggen, dat men beschikt over bedragen, die er niet zijn. Het zal wel niet veel helpen. In plaats van Renner zal een ander wel teekenen. Het heeft in de Fransche Kamer Dins dagmiddag hevig gestormd. Na den aan val van vorige week is nu opnieuw een po ging gedaan om het kabiaet-Clemenceau ten ival te brengen. Zooals gisteren reeds in een telegram werd gemeld, is dat niet gelukt. Aan Clemenceau’s tegenstanders heeft dat eenter niet gelegen, In een bijna voltallige zitting der Kamer heeft Fournier zijn motie verdedigd, waar in hü de economische politiek der regeering veroordeelde en die er op was berekend de regeering ten val te brengen. Nadat Founder gesproken had, traden de .laat mij Ikj geef je eriuogen - wijngehcele „Het fej niet ivan, zeg ik, ,g-j bebt alias geWolen, gij rooverÜj hebt het Dmitri AlexandrowUsch onts n i „Help. Help Waar hebt gij uw zwager naar too ge zonden Dmitri Alexandrowi'isch Onzen landheer, onzen «toen hera j Waarh'xm! De staking in de Engelsche inljndtetr»c- ten breidt rich langzaam maar gestadig uit Bonar Law deelde in het Lagerhui* dat in Lancashire, Nottinghamshire en Monmouthshire het aantal stakende mijn werkers tot 38.000 te aangegroeid. Ook in Derbyshire breid^ zich de staking uit. Ann twee schachten te daar het pompen ge staakt, zoodat de mijnen vol loopem. Er zijn nu reeds ze» mijnen overstroomd en zeven tien anderen zullen weldra vol water steun. De regeering heeft du matrozen aan het werk gezet om te trachten de mijnen vr|j van water te houden; er vertrokken er 360 van Devonport naar Yorkshire. De conferentie van de mijrrwerkersfede- fatie in Züid-Wales overwoog gteteren de Invoering van den zeven-, in plaata van den acht-urigen werkdag. Men besloot, dat het uurloon 14J procent moet stagen, zoo dat het loon zelf niet hooger wordt. De hier *te mgirooH aamnonsiaren - vWb. ren wij een ma». Hij wm overboord ge. vallen (<n werd pas den volgraideu dag In* den uaoiA toraboerd! H!j to*ht weer op - HoÜa- Elke hulp kreet eterft wog BWuMmenel woriM bei u toktelljk hoe het met je gesteld M - du krachten niet verlaunocn, voordat het schip bijdraaU - voordat zij era» boot Uitzetten - maar nle» aan boord diAh toarop de donker» kok» zet oi*>*toord gijn, we* voort. Niemand heeft u opge harkt Niemaiui mirt u 1 Reeto onttrek ken de votfende golftoppen het «top ton uw oog. Wet helpt rile kreeto Smart zoal,< hoop I Een rtrljd zonder zegepraal I - Nog enkele minuten en aw lot te - ondergegaan." Langzaam keert sijn vrie»l «to van het raam en rriki hem de hand. „Mijn Ixtoe Rer, weet je den morgra - toen je van Wllborg vertrok - daar qp de aehhepatrep, - Ke» - hrt regen tje - toen ,JCer dat was oen moigon „En sedert hoorde ik niets van Je!” „Je weet het nu, ik wam gevai^en - •'urm lm hofwijken vwm, beledtt, onder allerhande voorwend*!* - ehrtehjk' bru- tea* Ik beproeMe <Dd middel. D» «md- mandaut maakte er een smp van eu liet mij wegens poging tot vludxea en b* dreiging ter «kkxl veroordeelra en voerde de tomedto bijna door Ik werd RU to- teneu aan den gpuveraeur-faneraal over gegeven. te, dec te meer beroept hij zidi op God ra op de wet En hoo boter eeu metmoh is, hoe eerder hij geknecht en mtatan- deld wordt en bet te eau wonder, ato een schaap omtar deae kudde wolven niet verodheurd wordt. De wet te deebte om do dechteu te bcrichramra. De wet is bun ruggesteun, dCarin ritten Zij alt* in een hol en doen sij hun uiivaUen om ons te berooveu. Zij zeggen, dM bet voigei» de wef te, al» zij om ntohandeieu. Wat heeft Sztipaim tfztipannowitocff daan A Ure volgeaa de wet I Ministers Noulens, Clemente! en Loucheur dn het krijt om de door de regeering ge voerde politiek te verdedigen. Daarna kwam Clemenceau zelf aan het woord. Hy wees op de zware taak, die hem als minis ter-president en als voorzitter der Vredes conferentie op de schouders was gelegd. Hy zinspeelde op de aanstaande verkiezingen, waarin hy de oorzaak zag van de critiek op hem geoefend. Hij wees op al zy’n per soonlijken arbeid, ging niet te diep op de algemeene politiek in en plaatste verschei dene geestigheden, die rechte en links vroo- Ifk stemden. Hij verklaarde zich volkomen bereid heen te gaan, maar noemde de taak van zijn opvolger weinig benijdenswaard. Daarop beriep hy zich met kracht op zyn arbeid gedurende den oorlog en al hetgeen hy gedaan had om den vrede te verkrijgen. Aan het einde zijner rede sprak Clemen ceau over hetgeen allen bezig houdt, de verkiezingen. Wilde de oppositie de ver- Uiezónger vertragen, welk voornemen de Gauloda, de Figaro, de Echo de Paris en andere bladen haar toeschryven? In elk ge val wensdht Clemenceau de verkiezing zoo spoedig mogelyk en zeker vóór de verkie zing van een nieuwen president van de Re publiek, die In het einde van Januari 1920 moet plaata hebben. In verband met de Ka merverkiezing zal dus ook da demobilisa- Een voorstel om de motie, die de regee ring aanviel, den voorrang te verieenen, werd met een meerderheid van 51 stemmen verworpen. De afgevaardigde Franklin Couillou hield daarop een rede, waarin hy met kracht protesteerde tegen de rede van Clemenceau, die hy ails een niet waardig antwoord kenschetste en welke volgens hem het debat op geheel ander terrein had ge bracht. Hy zeide, dat de regeering aan Frank rijk een minimum vrede en een maximum anarchie had gegeven en verweet Clemen ceau, dat hij het land tegen het parlement (affichttie en de verkiezingen voorbereidde met den staat van beleg en de censuur. Link», en vooral de socialisten, juichten de rede herhaaldelyk geestdriftig toe. De Kamer ging daarna over tot de behandeling van de motie van orde, waarby vertrouwen in de regeering werd uitgesproken, tie verhaast worden. Toen had Clemenceau zyn spel ge wonnen. Wel had Ghamet nog een motie gereed, waarin teruggetomen werd op de stemming van Vrijdag, die minister Boret na den Czaar zijn” !k Mold hem vast en Ik* hom niet loö. Toen werd hij spraakzaaan, de trotache Bzliptunu Sztlpanftowntech. „Jarmkk,” zegt hij togen mij, ^*Brete Jermto Batjugohto, vadertje, wal Wil je? Ik heb je toch in| heft geheel geen kwaad gedaan!” „Mij ni«, maar gij hóbt de anderen uds- handrid.” „Jrannkk, vadertje! Doe het niet; waar om doe* go dit „Dat doen niet voor oor.” wie de Fransche liofineeeter ‘n. rok, de gouvernante en de kinderenen de min met de jongste op den. am- Zij grijpt dadelijk mijn baard en schreeuwt mo ver ra de jongen slaat mij met beide vuirten-A Uon weenen ra «fhreeuweni en de kanarievogel schettert, dat men er suf in hei boo'd van wordt. ,AjInderenF,j roep ik, .iwudl mij, toch do mfin van mijn lijf en areto den jon gen weg, dat Ik hem geen pijn doe 1” Sztip&nn. SzVparniowItech slaat om zloh het» adel een bezetene maar ik boud hem toch n»et bolde vuirien vast. De bi^l, die scherp greiepen i«, steekt achter in miju gordel „Mtecha", roep Ik, dui|je, geel mij dm» ttoherp grelepeu bijl een» uil den gontel?’ Zijn oogen puilden uil van angMt. Waarom nog aarzehaitlij zegt one toch niet wuarlieeu hij, Dmitri Alexan- drowitsch gebraobt had - „ProfDaar zat de bijl in zijn, sche del vast, als ]n een h^rêaobtigon wortel, en het roode bloed liep een wekd* nver rijn zijden chambre cioak. O och, oah, steunde hij, rolde om en legde rich neer om te sterven, net ris een geveiie atier. Lk veegde mij af en zeide tegen Anna Alexandrowna, uw zurter „Anna Ataxa*- drowna", zeide ik, „voed uw Kinderen goed op.” Zoo beeft rilre zich toegsdrageu. Zoo ne«in ik af^iheld van u, getfeftio heer Dnütri Alexandrowitscij. Liever «er ven, dan op deua wereld verder leven met mem*öhen zooate rij zijn ledar rteelt waar h*j ton Bon rtratow to mach 3271 34 EN >N, DE

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1919 | | pagina 1