ADVERTEERDERS!
van ons
en
ADVERTENTIËN voor alle Dag-, Week-
Maandbladen worden zonder eenige prijsver-
hooging geplaatst door tusschenkomst
Advertentiebureau.
Een afschrift is voldoende.
Het bespaart U kosten en tijd.
N.V. GOUDSCHE COURANT.
No. 14
Feuil
Een overt
Eer»
Het C
Kkdaatiei 1
voeWe het I
Dit nummer Im
en twi
was daar-
-• toe U
AB0NNEM1
per kwartaal j
Franco par po
Abonnement
bü onze agea
ADVERTED
1—5 regels 1
regels 140,
liVt cent per
Uit hel EageM
„femh.
J. P. Vllg
vang WM, dat het noodig wi
voor den titel Van directeur
kennen. Verder in de verordening is
er wel sprake van een directeur,
maar dan is bedoeld de directeur van
den Reinigingsdienst. Die laatste
woorden van de eerste zinsnede, n.l.
„met den titel van Directeur van
den Ontsmettingsdienst" kunnen ver
vallen.
De heer VAN DER REEM. d. V.
In artikel 2 staat:
„De Directeur ontvangt eene bezol
diging van 300.jaars."
Nu is mij gebleken, dat in andere
plaatsen ook de opzichter een vast sa
laris geniet. Dat is helaas door B. en
W. hierin niet opgenomen; er wordt
bepaald, dat de opzichter, evenals de
andere ontsmetters, geniet ƒ50.
per jaar benevens een zeker uurgeld.
Ik vind dat eenigszins stuitendhet
is niet een gewone werkman, doch
een opzichter, die de noodige werklie
den onder zich heeft. Ik zou daarom
in de verordening willen lezen: „De
opzichter ontvangt eene bezoldiging
van 100.’s jaars.
Het voorstel van den heer van der
Ree wordt voldoende ondersteund en
maakt mitsdien een onderwerp van
beraadslaging uit.
De beraadslaging wordt gesloten
en het voorstel van den heer van der
Ree zonder hoofdelüke stemming
aangenomen.
Het gewjjzigd artikel 2 wordt zon
der hoofdelüke stemming aangeno
men.
Artikel 3 wordt zonder beraadsla
ging en zonder hoofdelüke stemming
aangenomen.
Beraadslaging over artikel 4, lui
dende:
„De Directeur is verantwoordelük
voor den goeden gang van hetgeen
onder zü'ne leiding of zün toezicht
wordt verricht.
Hü zorgt, dat het voor don dienst
onder hem werkende personeel stel
selmatig geoefend wordt en steeds
zoo goed mogelük op de hoogte blüft
van zü'n taak.
Hü zorgt, dat ten spoedigste nadat
de Burgemeester de aangifte van de
in bovengenoemde Wet bedoelde be-
smettelü'ke ziektegevallen te züner
kennis heeft gebracht, de huizen en
vaartuigen, waar die ziektegevallen
voorkomen, van het bü de Wet voor
geschreven kenteeken worden voor
zien, neemt bü elk geval van meet
af, zoo noodig in overleg met den
Burgemeester, alle maatregelen, wel
ke strekken kunnen de verbreiding
van ziekte tegen te gaan en zorgt,
i zooveel mogelük onder* zün persoon-
i lijk toezicht, voor de grondige ver
nietiging van smetstof.
Aan aanvragen om ontsmettingen
i door besturen van naburige gemeen
ten, als bedoeld in bovenvermeld ko
ninklijk besluit, of om ontsmettingen
of reinigingen voor rekening van in
gezetenen dezer Gemeente, wordt
doer hem onverwü'ld voldaan.’’
De heer BROEKHUIZEN: M. d.
V. Ik zou gaarne een inlichting wil
len vragen, namelük bü wien in het
vervolg die aangifte van de besmette-
lü’ke ziektegevallen moet geschieden.
Moet dat op het stadhuis gebeuren of
kan het bü den directeur van den
Ontsmettingsdienst plaats hebben?
Volgens de wet krügt de burgemees
ter die aangifte en dan wordt er ken
nis van gegeven aan den directeur
van den Ontsmettingsdienst.
De VOORZITTER: Ingevolge de
wet moet de aangifte van een be-
smettelüke ziekte op het stadhuis
plaats hebben. Het is dunkt nuj ge-
wenscht ons aan de wet te houden
en de kennisgeving van uit het stad
huis aan den Ontsmettingsdienst te
doen geschieden.
De heer BROEKHUIZEN. M. d.
V. Ik zou aan de derde alinea de be
paling willen toevoegen, dat het ken
teeken, dat een besmettelüke ziekte
aanwezig is, niet mag worden verwü-
derd alvorens de directeur zich per
soonlijk heeft overtuigd, dat de ont
smetting van het perceel heeft plaats
gehad. Eigenlük is het overbodig,
want het staat er met andere woor
den duidelük in, maar de ervaring
heeft geleerd, dat het eigenlük niet
overbodig is in de verordening een
overbodig woord te zetten. Dit jaar is
het nog gebeurd, ofschoon de dienst
toch al zoo vele jaren werkt, dat de
menschen zelven het kenteeken heb
ben verwüderd, zonder dat het huis
was ontsmet. Het' lijkt mü dus niet
ondienstig er toch in te zetten, dat
het niet mag. Ik stel daarom voor
de derde alinea aan te vullen met deze
bepaling, dat het bü de wet voorge
schreven kenteeken niet mag worden
verwüderd alvorens de directeur zich
persoonlijk heeft overtuigd, dat de
ontsmetting heeft plaats gehad.
De VOORZITTER: Practisch be
zwaar bestaat er niet tegen, ofschoon
die bepaling in de practük niet tot
veel nut kan leiden, omdat de bewo
ner het kenteeken toch kan verwüde-
ren zooals het ook nu gebeurt. Wü
hebben hier te doen met een verorde-
penoneel worden toegekend, bedra
gen:
voor de hoofdonderwüzeressen
1100.—, met 4 verhoogingen van
60.—, telkens na twee jaren dienst
als zoodanig;
voor de onderwüzeresen 700.
met 4 verhoogingen van 50.tel
kens na twee dienstjaren als zoo
danig.”
Dit voorstel zoomede het aldus ge
wüzigd art. 12 worden achtereenvol
gens zonder beraadslaging en zonder
hoofdelüke stemming aangenomen.
No. XXXI. wordt zonder hoofde
lüke stemming aangenomen.
No. XXXII wordt zonder beraad
slaging en zonder hoofdelüke' stem
ming aangenomen.
No. XXXIII (Verordening regelen
de de bezoldiging van het Personeel
der Stads-Muziekschool te Gouda).
De artikelen 16 worden achter
eenvolgens zonder beraadslaging en
zonder hoofdelüke stemming aange
nomen.
De VOORZITTER Er is een voor
stel om de bezoldiging van den con-
cierge-bode der Muziekschool te stel
len op 800.die bü gebleken üver
en geschiktheid 6 maal, telkens na
1 jaar, met 50.verhoogd wordt,
tot een maximum van 1100.B.
en W. hadden voorgesteld de perio
dieke verhoogingen telkens na 2 jaar
toe te kennen.
Dit voorstel, zoomede het gewü-
zigd art. 7, en de nos. XXXIII
XXXVI worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging en zonder hoof
delüke stemming aangenomen.
Punt D. (Wüziging van een aantal
volgnrs. der begroeting van Inkom
sten en Uitgaven der gemeente voor
den dienst 1019) wordt zonder be
raadslaging en zonder hoofdelüke
stemming aangenomen.
De VOORZITTERHet voorstel in
zün geheel wordt zonder hoofdelüke
stemming aangenomen.
De VOORZITTER: Verder wordt
in verband met de bespreking over
den heer Spruyt, voorgesteld om hem
over het tüdvak 1 April30 Juni
1919 alsnog een toelage van 100.
te verleenen.
Dit voorstel wordt voldoende on
dersteund en maakt mistdien een on
derwerp van beraadslaging uit.
De heer KOLUNM. de V. Ik heb
dit voorstel ingediend om daarmede
van deze zaak af te zün.
Ik behoef er niet diep op in te
gaan. Als over deze 3 maanden aan
den heer Spruyt een toelage van
100verleend wordt, dan zou dat
berekend zün naar een salarisverhoo-
ging van 400— per jaar voor den
heer Spruyt.
De beraadslaging wordt gesloten
en het voorstel zonder hoofdelüke
stemming aangenomen.
Aan de orde:
Het voorstel tot onderbrenging van don
OntemUtlngsdlenU bij den zvMeentelIJken
RelnlglasedletieL (No. W|Z74).
Er wordt geen algemeene beraad
slaging gehouden.
Artikel 1 wordt zonder beraadsla
ging en zonder hoofdelüke stemming
aangenomen.
Beraadslaging over artikel 2, lui
dende:
„De Ontsmettingsdienst staat on
der leiding van den Directeur van den
Reinigingsdienst met den titel van
Directeur van den Ontsmettings-
dienst.
Voor de uitoefening van den dienst
wordt hü ter züde gestaan door voor
dit doel opgeleid en geoefend, tot den
Reinigingsdienst behoorend opzicht
hebbend en werkend personeel; de
met het direct toezicht belaste amb
tenaar volgens nadeie aanwüzing
van Burgemeester en Wethouders.
De Directeur ontvangt eene bezol
diging van ƒ300.’s jaars.
De vaste ontsmetters ontvtmgen
eene toelage van 1.per wéék, ter-
wül zü voor de uren gedurende wel
ke zü bü de ontsmettingen dienst
doen, onder stilstand van hunne wed
de of hun loon bij den Reinigings
dienst eene belooning zullen ontvan
gen, die 10 cent per uur hooger is,
dan hetgeen zü in denzelfden tüd in
hun gewonen dienst zouden hebben
genoten.
De hulpontsmetters en voerlieden
genieten, mede onder stilstand van
hun gewoon loon, indien en geduren
de den tüd, dat zij' arbeid voor den
Ontsmettingsdienst verrichten, 15
cent per uur boven hun loon als
werkman bü den Reinigingsdienst.”
De VOORZITTER: In artikel 2
staat een toevoeging, welke oorspron-
kelük in het ontwerp was gesteld, of
schoon het niet de bedoeling was die
op te nemen. De bedoeling van B. en
W. was om de eerste zinsnede van het
artikel te doen luiden:
„De Ontsmettingsdienst staat on
der leiding van den Directeur van
den Reinigingsdienst"
Het kwam ons voor, dat die betrek
king van hoofd van den Ontsmet
tingsdienst niet van zoodamgen om-
Het is loo nati
den tüd van hard
ning gaarne een
laten. Dat is sek
zaken, dat de o<
drukste tyd voo
een feesttyd is e
digt. Maar daarna
de beteekenis van
heid te vieren. Ej
symbolische gebrt
'vastzitten, gebrul!
van geslacht op g
bier en daar in
zandstreken, nog 1
Op Jacobidag (2
feest een aanvanf
landvolk zweet en
de helpende hand
binden de schoven
kar het kostbare
en zorgen en by
het zwaaien der i
oogstliederen als d
De wimpel, de st
Die hebben we 1
Zoete me!
Jan Dirks
Tees Tryn dat
Zou gaarne me m
En zooals dit lie
Holland, zoo is
Vlaanderen:
Het laatste voer
Dat in den boer
De luie boeren al
En nog komt w
handen te kort. Di
zegswijzen* AIb
boeren de hoefy ze
laten scherpen, z
iêzelt, de boer he
Jaapik."
Eindelijk bindt
Evenals in de lente,
demon door een mi
loofd menschenfigi
aldua ook de hooi
bruiken. Men beeld»
met bonten linten
veeal gebonden in
en deze draagt b
ning, welke geen strafverordening is
en waarbü geen andere verplichtingen 1
kunnen worden opgelegd dan die
voor het personeel, dat bü den ont-*
smettingsdienst werkzaam ia. Het
kan geen kwaad die bepaling op te ne
men pro memorie voor de menschen
die aan den Ontsmettingsdienst we/
ken, maar als een strafbepaling kan
zü niet worden opgevat.
De heer BROEKHUIZEN: M. d.
V. Het is alleen mü'n bedoeling er
extra de aandacht op te vestigen.
De VOORZITTER: Ik vertrouw,
dat er geen bezwaar bestaat bü den
Raad tegen de opneming van die
woorden.
De beraadslaging wordt gesloten -
en het voorstel van den heer Broek
huizen zonder hoofdelüke stemming
aangenomen.
Het gewijzigd art. 4 wordt zonder
hoofdelüke stemming aangenomen.
Artikel 5 wordt zonder beraadsla
ging en zonder hoofdelüke stemming
aangenomen.
Beraadslaging over artikel 6, lui
dende
„De Directeur- zorgt, dat te ont
smetten goederen niet anders ver
voerd worden dan met den daarvoor
bestemden, goedgesloten paurdenwa-
gen, dien hü na elk gebruik grondig
doet ontsmetten.
„Het terugbezorgen aan de woning
van ontsmette goederen doet hü ge
schieden met een anderen dergelüken
wagen, die niet voor besmet goed
mag gebezigd worden.
„Dé eerstbedoelde wagen wordt ge
borgen in het besmette deel, de on
besmette wagen in de onbesmette af-
deeling van de ontsmettingsinrich-
ting bü het Van Iterson-Ziekenhuis.”
De heer HOFFMAN: M. d. V. In
de eerste alinea wordt gesproken
van een „paardenwagen”, terwül ik
in de toekomst voor dat doel een auto
zie verschünen. Is het daarom niet
beter „paarden” vóór „wagen” weg
te laten of moeten wü naderhand het
betrokken artikel weer wüzigen
De VOORZITTER: Er bestaat
geen bezwaar om „paardenwagen" te
veranderen in „wagen”.
De beraadslaging wordt gesloten
en het gewüzigd art. 6 zonder hoof
delüke stemming aangenomen.
De artikelen 710 worden achter
eenvolgens zonder beraadslaging en
zonder hoofdelüke stemming aange
nomen.
De ontwerp-verordening in haar
geheel wordt zonder hoofdelüke stem
ming aangenomen.
41
»ijL lippen e» sla
tok wm hei gedaaj
helmie van atolllen
sweest wae, vu
l“d te vergelen, ka
genie vtoed over h
Mevrouw 8carleU,
•aakeek, nam de e
«Menlrukken, waai
“rmgeod gevoel vu
pMaellngen blos o,
”t* wan due nog
“gendond Dte bah;
év**» wan uMe v<
1« O, welk een 1
31) regeerde oog
'oor welks bffig de
verovwdngen h
“14 der wrake wa
Haar macht was «n
Me self geeetal hl
na anderhalf jaar
«eat, te owerwi
.,»«r Ma,” eed