Ier.
D
I
l
I
No. 14314
59e Jaargang.
Zaterdag 15 lei 1920.
VAN
SLAG
Eerste Blad.
-
I
Huidziektes
De tragedie van een leven
XTi.e-cfws e:rx -^.d."^-ert®xxtielolsucL voor Gro-cud©. exx Oxxxstxelsrexx.
TB|BRStellingen en schakeeringen.
VERSCHIJNT DAGELIJKS
'i
BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
14 regels f 2.015, elke regel meer 0.50
Redactie: Teief. Interc. 545.
Administratie: Teief. Interc. SR.
n en
i
BINNENLAND.
het
oos,
FEUILLETON
aar»
een
1)
Rotterdam.
2382 70
I Wordt vervolgd.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tUMchenkomst van «oliede Beekkaa
delaien. Advortenticbureaux en onze Agenten.
Dit nummer bestaat uit twee bladen
met inbegrip van de Kindercourant.
werd
dag.
lp;
of
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
Op de voorpagina 50 booger
I
i Neder-
•266< 40
oop
het
ten de bioscoj
ters en concei
i Amsterdam,
len hebben in
en toen
mynheer
ti. n.in. L*
vineut Goo«i«
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
par kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt
Franco pei post per kwartaal ƒ2.75, met Zondagsblad ƒ3.40.
Abonnementen worden dagelyks aangenomen aan ons Bureau: Markt 31. GOUDA,
onze agenten, den boekhandel en de postkantoren.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring)
1—5 regels 1.30. eiken regel meer 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgskring:
j5 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën van publieke vermakelijkheden
15 cent per regel. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20 bijslag op den prijs.
158,
292.
regeld tijdig
pen
nakelljkhedea,
>da te
door
Dr. ANDRé SCHILLINGS.
po-
loon.
60UDSCHE (DURANT.
- «BUBA.
by eeni|
varen, c
Zondag
noodzi
ver
verkrej
voor
Groi
urg en
tier Vei
igspunt
rp-Zon
elykhe-
ze
maatregel
met het
'’gelyk te
1920 het
tonneschyn vervelen
de regendagen. Het
Hi -
de wet
reeds
„penseelde”.
Eentonig huisden ze met elkaar,
weinig en lachtten zelden,
eigenlijk, als de dochter
andere «lagen. Hot is byna ver-
op Zondagmiddag door deze
indelen. Op de werkdagen is
□eer van dames -en
wandelen van raam
met het genoegen
'eëtaleerde sclloons.
„I van uitrustende
v- eu Boalag
teut» Amen
itebesturen tot bet beffen
belasting
rallen en
bevoegd-
op de
«lasting
Toch wetei
zijn en
ana die
t^pwono advertentiën en ingezonden mededeeliagen bjj contract tot aoe/ gered*
ceerdeu prys Groote letters en randen werden berekend naar plaatsruimte
Naast eem
ontwerp
heid der
van een eig«
naar het in
daarvóór in
held tot het
de v
steden bieden de gelegenheid tot uitg,,c
tochtjes naar buiten en wie zich zelf
ige moeite getroost, zal spoedig
dat hy zich een zeer genoegelyken
ag kun bezorgen zonder iemand te
'.aken voor zyn
Indien in die richtii
naar een oplossing, was het vraagst
de Zondagsrust zeer gemakkelyk.
HAGENAAR.
om
naken
venwit
Het
gcgevi
voudig uiyaen,
1920 zouden kui
noodwet no<
jaar, aan de
algaine
met name het on<
st Armwezen.
ressanten begrypen. dat het ont-
van een definitieve regeling in
eeiugcn tyd zai vorderen,
lyn echter naar hun overtui-
•n in die richting
Raad
ruik van het
de genezing,
pels van deze
ide vloeistof
doen de
esmiddel tegen
geeft onmid-
olalagen gene-
Zeere beenen.
anding, Insec
ten jeukenden
toriaais en alle
’“mengt! z
selen, dril
Dat wil al weer s
Natuurlijk, geei
we stellen het
smel van het gel
i verdonkerd wordt door wolkjes
lid of zorg die overdrijven. En
er dan helaas die levens,
ledaille op haar verkeerden kant
1 dooreen.
Bonte reclameplaten sierden de wanden,
1 waaraan bezems, stoffers, dweilen en vloer-
1 bengelden aan uitstaande ijzers, ter-
I *1)1 een kast met laden, die nauwelijks
1 ®**r leesbare opschriften droegen, achter
I toonbank wegdook. Een deur, met een
ding tusschen Kijk
sente.
van
Utrecht en Leidt
mg met het bestuur van de
van Nederlandsche Gemvn-
•icht tot de Tweede K«-
j financieels verhouding
Be-
Elk goed heeft zyn kwaad en elk kwaad
zijn goed. Dat weten we niet altijd en niet
iedereen weet het. Maar we worden het
langzamerhand gewaar. En eerst wanneer
we het gewaar geworden zijn, dan zien we
het leven in zyn volle werkelijkheid, maar
ook in zyn beteekenis, zyn doei en zyn
waarde.
De jeugd is eenzydig en ziet het leven
eenzydig. Wanneer we leven in den over
stelpenden rijkdom onzer verwachtingen als
in een weelderigen overvloed, dan lykt ons
dat leven nog enkel zonneschijn en vreugde,
eten we al wel, dat er leed en smart
donkere dalen. Maar dat alles lijkt,
keerzyde der medaille, die alleen
bovenkomt, wanneer het verkeerd rolt Wy
voor ons verwachten er niets van. We ver
trouwen, dat het met ons beter zal loopen
en denken niet verder. Dat in ieder leven
smart en vreugde gemengd zyn, zonneschijn
en donkerheid wisselen, dringt ternauwer
nood tot ons door. Dat wil al weer zeggen,
we weten het wel. Natuurlijk, geen leven
is rimpelloos. Maar we stellen het ons zoo
voor, dat de zonnehemel van het geluk nu
en dan eens verdonkerd
van droefheid
daarnaast zijn
waarin de med<J
gerold is en die ondergaan in smart en te
leurstelling. Maar daaraan denken we maar
liever niet te veel. Wij voor ons vertrou
wen, dat het uit zal vallen, zooals we mee
nen, dat het behoort uit te vallen, dat wil
zeggen, dat ons leven, als het leven in het
algemeen, zonnig zai zyn en bly en vol van
den overvloed dien we om en in ons zien.
Dat verandert langzamerhand, wanneer
de teleurstellingen komen. Wy allen hebben
onze zwarte tyden gekend, waarin de wan
hoop onze harten scheen te overmeesteren.
Maar het duurt heel lang voor we het
anders leeren zien, en begrijpen, dat het
leven niet is: vreugde en zonneschijn, die
door wat droefheid en donkerte vertroebeld
worden, met als keerzijde de mislukte, ge
broken levens, maar dat er in alle levens
de doorloopende schakeering is, in elk leven
iets van de mislukking en van de gebroken
heid, en dat de zonnehemel, die alleen even
verdonkerd wordt, maar nooit schynt weg
gevaagd door de tyden van diepe smart en
hopeloosheid, niet bestaat en nergens be
stest. En toch beginnen we pas, wanneer
We dat zien, iets van het leven te beseffen.
Want dat leven immers is niet alleen louter
vreugde voor die en smart voor den ander,
zjjn geluk, dat we verwachten, kan ook nooit
enkel uit vreugde en wolkelooze hemels be
staan.
Het duurt nog langer, voor we dit laatste
begrijpen en inzien, dat het leven alleen
schoon en ryk en ook alleen gelukkig kan
zijn door zyn tegenstellingen. Dat gebeurt,
wanneer we ons rekenschap gaan geven,
om gaan bezinnen over de beteekenis van
wat wij als geluk verlangden. Dan wordt
pryslyst beplakt, gaf toegang tot de woon
kamer.
Peter van ’t Land na vaders begrafenis
zyn zaak bekijkend, kon slechts met moeite
een glimlach onderdrukken.
’t Was hem of de trots van den ouden
man 't wonderlijk armoedige er van voor
hem had verborgen gehouden. Nu zag hy
pas goed in, dat de zaak niets was dan
een rommelig winkeltje zonder werkplaats
zelfs, waarvan de oude nooit had willen
hooren, omdat hy zijn woonkamer zóó be
schouwd had.
Toen Peter eens na 'n bezoek bij een
rijtuigschilder in de buurt, die hem 's Zon
dagsmorgens in de geheimen der kunst in
wijdde, op 'n werkplaats-atelier zinspeelde,
had vader hem met nadruk eens voor altijd
gezegd, dat hy knoeien mocht zooveel hij
wou, maar dan hier in de woonkam r.
Nadien hadden ze er nooit meer over
gesproken, 't Leek een stilzwijgende over
eenkomst tusschen hen tweëen, dat ze me
kaar met rust zouden laten, mits ze beiden
slechts werk hadden, want geen werk
maakte de ouden van 't Land korzelig en
bemoeiziek, vooral ten opzichte van Peters
kunst; die hy in gewone tyden evenmin
bewonderde als bespotte. Hij liet z’n langen
jongen begaan, als 't maar buiten den
werktijd viel.
De jongen, opgegroeid in de volkomen
wetenschap van vaders wil, handelde vol
gens stille afspraak; zyn neigingen bleven
binnen de grenzen van des ouden wensch.
's Avonds na zwaren arbeid in dagen van
zon en droogte zaten ze bij elkaar;
er niet gearbeid, byna den geheel en
De oude las en rookte zyn ronkende pjjp;
Peter zat stil voor zich uit te kijken u
het ons ook duidelijk, dat niet de wolken-
looze hemel alleen het geluk is en dat eigen
lijk die wolkenlooze hemel heelemaal geen
geluk is, maar dat de weerkaatsing van die
uiterlijkheden, van zonneschijn en donkerte,
in ons binnenste het geluk maakt, dat ons
geluk is de resonans, het geluid, dat uit ons
opstijgt als gevolg van wat we ervaren en
beleven. Zoodra ons dat duidelijk is. be
grijpen we ook, dat we beide, vreugde en
smart noodig hebben om gelukkig te wor
den niet alleen, maar ook om gelukkig te
zyn.
Lange dagen van zc
evenzeer als aanhoudend
zijn «Ie tegenstellingen, die ons waardeeren
doen en de schoonheid van het leven doen
uitstralen. Wanneer we dat begrepen heb
ben, dan zien we ook de naïeve dwaasheid
onzer jeugdige geluksverwachtingen. Maar
we moeten nog verder zien. Wanneer we de
tegenstellingen en haar waarde voor den
schyn van het leven en voor ons innerlijk
leven opmerken, wanneer we weten, dat
die tegenstellingen de schoonheid vormen
en zij alleen ons de schoonheid waardteren
doen, dan moeten we in die tegenstellingen
ook het betrekkelyke ontdekken. Want
geen tegenstellingen zyn volkomen. Hot is
niet alleen niet waar, dat het eene leven
enkel vreugde, het andere enkel droefheid
zou zijn, het is ook zoo, dat geen vreugde
enkel vreugde en geen droefheid enkel
droefheid is. Dat verzacht de felheid der
tegenstellingen en de hevigheid der over-
gangen. En dat geeft juist de ware betee
kenis aan het feit, dat er in ieder leven iets
is van mislukking en iets van gebrokenheid.
Het is een feit, dat we allen in eigen
leven hebben kunnen vaststellen. Er zyn
natuurlijk uitzonderingen, hoewel eehaarsdr.
Maar in het algemeen kunnen we zeggen,
dat vrijwel ieder leven mislukking kent en
dat zelfs in het geluk, in dat waarin men
welslaagde, tevens een kant van mislukking
is, al is die dan wellicht alleen in kiem aan
wezig. Wie zich werkelyk rekenschap wil
geven en nadenken juist over dat, waarin
hij slaagde of gelukkig was, zal moeten er-
kennne, dat hij toch niet geheel slaagde, of
niet zoo slaagde als hy gedacht had en dat
er ergens een plekje gebleven is, waar de
worm der teleurstelling zyn gelukkigste re
sultaat heeft aangevreten.
Dat hoeft geen oorzaak van pessimisme
te zijn. Het kan ook een troost wezen. Want
even goed als ieder goed zyn kwaad heeft,
heeft ook ieder kwaad zyn goed. Dat is de
conclusie, waartoe we ten slotte raken, dat
niets onverdeeld vreugde of smart, goed of
kwaad is, maar dat we in alles wat ons
overkomt de schakeeringen zien, die de felle
tegenstellingen opheft en die we noodig
hebben om op te groeien tot dat geluk, dat
ons tot volle, rijpe menschen maakt.
ieuwe genees-
dat het door-
i een vloeistof
kan werkelyk
igen. D. D. D.
ptisch prepa
en in de huid
2 1672 83
in de poriën
ons, doodt de
it en geneest
anken om in
uit, evenmin
raden, daar
'erstoppen en
verergeren.
itegen de
ware scht
ukende huid
begin onmid-
n van D. D.
tar D. D. D.
D. Brochure,
sch f0.75, en
ahoud 5 maal
voordeeliger)
alle apotlie-
r niet ver-
jh tot de al-
firma B.
Sneek.
ON COOPS,
OON, Markt.
gekomen; hy had haar wel willen naloopen
en weerhouden van hem weg te gaan.
Den volgenden dag ging hy aan z'n ge
wune werk, inaar een verlangen naar twaal
ven bleef hem bij, den geheelen ochtend.
Met instinctieve bezorgdheid omringde
Grietje hem, ze voelde, dat ze Peter iets
vergoeden moest. Drie maanden lang ver
richtte ze z'n huiselyke bezigheden en een
groote vertrouwelijkheid was tusschen hen
gekomen. Peter was spiaakzuuin geworden
en Griettje innig belangstellend in zyn lot.
Op 'n avond, toon ze samen by haar aan
huis waren, zinspeelde haar vader duide
lijker iog dun voorheen op wat hy allang
wenschelijk vond. Geen enkel bezwaai
brachten ze in, toen hy tenslotte voorstel-
de zon«ler omwegen, «lat ze zouden trouwen.
Voor Peter kwam 't wat onverwacht wel.
maar hy stemde toe en weinige maanden
later betrok Grietje het verfwinkeltje, in
haar schik dat ze Peters vrouw was, die
haar portret schilderen zou. waarnaar reed»
jaren haar innigste verlangens uitg:ngen.
Hoog zag ze tegen hem op, prees z’n schil
derwerk, dat hem reeds eens, toen ’n ryke
mynheer by hem geweest was om *t op
knappen van zyn tuinhek te bespreken, vijf
en tw ntig gulden in de la gebracht had,
waarvoor ie d’r mooie trouwjapon gekocht
had.
Sinds ze getrouwd waren wydde Peter
er zich meer aan, dan vroeger, ging voor
akkefietjes niet meer uit verven
voor den tweeden keer die rijke
een stuk gekucht had. nu voor vijftig gul
den, droomden ze beiden van een nieuw
leven.
De financieele verhoudi)
en Gemet,
De gemeentebesturen
Rotterdam,
samenwerkii
Vereeniging
ten, een adres gen
iner^betreffende de
tusschen het Rijk en de gemeenten,
toogd wordt, dat de voorgestel ie wijzi
ging van het wetsontwerp betreffende de
verruiming van het gemeentelijk belasting
gebied een beperking der bevoegdhe: I tot
belastingheffing beteekent, zov'.amg, dat
ei voor vele van de belangrijkste gemeen
ten een verlies van inkomsten uit voort
vloeien zou van tientallen percenten van
de totale gewone inkomsten.
't heengaan, heel kort en zonder ontroe
ring: „Nu trouw je maar, tot morgen”.
Op Peter maakte het geen indruk. In
den winkel' bleef hy een oogenblik pein
zend voor zich uitstaren, geraakte toen door
de rammelende deur in 't woonhuis, gooide
z’n hoed op 'n stoel en greep z’n bord, pen-
seelen en verf. Van 'n rol linnen, die achter
de kleerkast stond, sneed ie een vierkant,
waarvan ie zelf schrok, omdat het grooter
was, dan ie er ooit een geknipt had, drukte
't met punaises op 't bord en z’r. «mg ge
richt op 'n portretje van zijn vader, voor
hem aan den wand, zette hü werktuigelyk
zyn eerste penceelstreken op het doek.
Met ingehouden adem zat hy te werken.
Slechts langzaam kwam er wat inensche-
lyks in
Tegen
Peter I
net
werk
gen
sc hl
eerste pei
■’ehouden
langzaam kwam
i de kleurlynen. die hy neersti-eek.
twaalven kwam Grietje binnen,
knikte zwygend en werkte voort
als vroeger, 't Meisje deed haar
onverstoord, totdat ze gedwon-
aclvter zyn rug voorbij moest. Toen
ueeuwde ze plotseling vol styve ver
bazing:
„’t Is Vader!” Peter sprongen tranen >n
de oogen en 't meisje, ziende zyn ontroering
begon luid te snikken. Dat schreien maakte
beiden week van gemoed en spraakzaam
,,’t Was zoo'n goeie man", ze, Grietje.
„Hier zat-ie altyd te rooken”, wees Pe
ter mei hakelende stem en door zyn tranen
heen zag ie ’t meisje aan. wier oogen vol
medelijdende liefde waren
'daagde ze. hem by de
blijft nu zoo alleen.”
h<»rlw*Lr<in ^e, dat
•t komen
ging ze
in Peter
praatten
alleen de vader
eigenlijk, als de dochter van hun buur
vrouw kwam om eten te koken en te be
redderen. Dan kon vader van ’t Land nog
heel jeugdig doen en z'n rolletje doen van
verliefden vryer. 't Meisje luisterde echter
nauwelijks naar hem, telkens gingen baar
oogen naar Peter, die met een oud teeken-
bord voor zich op een stoel van een plankje
met verf de kleuren uitkoos, nu eens voor
een landschap met hel groene boomen en
schril afstekende wegen, dan weer voor
een menschenhoofd met diepliggende
oogen onder ver vooruitstekend voorhoofd
en gelig vel.
Heel snel was 't einde van den oude ge
komen. Twee dagen had ie stil in zijn bed
gelegen met open mond en stra^ken bl'k.
stamelend z'n verlangen.
Op Grietjes raad haalde Peter den dokter,
maar toen die 's avonds beslikt en bezweet
op z'n stoomfiets aantufte, stond Peter te
schreien, want hy vermoedde uit het ge
durig zwy'gen, dat in de slaapkamer
heerschte, dat vader gestorven was.
Met een paar buren bracht Peter hem
eenige dagen later naar z'n graf op 't nieu
we kerkhof rond de pas gebouwde kerk.
,,’t Is de eerste hier", troostte hem de
grafmaker, toen tranen kwamen by het
aarde-opwerpen. De buren brachten hem
tot aan de deur van de verfwinkel, gaven
hem de hand met de woorden, dat z’n vader
een goede brave stille man geweest was en
zonder eenigen omhaal voegden ze er bij
dat Peter nu maar trouwen moest; dan
kwam alles weer in orde.
Grietjes vader herhaalde 't nog eens voor
I.
Van zyn vader erfde hy op twintigjari-
Wn leeftijd een kleinen verfwinkel op een
onbeduidend dorp, ’t Was een typisch plat-
Wandszaakje van buiten en van binnen,
'n Laag gedaakt huisje met 'n kleurig
(lazen deur en ’n gewoon raam, waarvan
kleine ruitjes het gezicht nauwelijks
THj lieten op grove borstels, rommelig op
«ikaar gestapeld; potjes aangemaakte verf
wryfwas, een paar flesschen met blauw-
*1 en rood poeder, terwyl op de eenige
Plank, die mee de étalage vormde, eenige
oud-blauwe potten stonden. Tabak en snuif
’errieden met weidsch krullende letters
“W inhoud onder de verdoft koperen dek-
•®ls- De steemen vloer van ’t winkeltje, uit
*u»elend roode en grauwe plavuizen be
gaande, was hier en daar geheel uitgesle-
of brokkelig door de gebroken stee-
De toonbank lag vol allerlei dingen,
dlL00^ Voor traam xien waren> boven-
<Uen stonden er wat glazen bakjes met
•oeperjj, molbolletjes, alles kris kras
nge verbeteringen bevat het
n.l. het voorstel rnn de bevoegd-
r gemeentebesturen tot b,
“'■{en plaateelyke directe
inkomen te doen vervs
de plaats te geven de
t heffen van opcenten
Kljksinkomsten- en Vermogensbel.
tot een maximum van 100.
Uit een bygevoegdon staat blijkt, dat
het aantal opcenten, noodig om te komen
lot de benoodigde opbrengst der gemeen
te! y kt inkomstenbelasting over 192U’21
zou moeten bedragen voor; Anuteruam
~40, Rotterdam 230, ’s-Gravenhage
Utrecht 312, Haarlem 209, Leiden
Dordrecht 825, Arnhem 294 en Nymegen
200.
Adressanten verzoeken dan ook na
schriftelyk verkregen instemming tevens
optredende voor hun ainbtgonooten van
Den Haag, Groningen, Haarlem, Nyme-
gen, Tilburg en Dordrecht, benevens het
Ibestuur der Vereeniging van Nederland-
sche Gemeenten, met den meeaten aan
drang het wetsontwerp, zooals het daar
ligt, niet aan te nemen.
Het wordt noodzakelyk geacht, dat aan
i«e gemeentebesturen vryheid worde gela
ten eigen inkomstenbelasting te heffen en
nat wel xoodanig, dat zij by de regeling
oer progressie niet door de wet worden
aan banden gelegd, zooals reeds dóór de
Regeenng werd voorgeeteld.
De eenige juiste oplossing van het vraag
stuk is naar het stellig oordeel van adres
santen deze, dat rechtvaardigheid tegen
over de gemeenten worde betracht door
haar te ontiurffen van de kusten van ver
zorging van die takken van dieust, welke
in de eerste plaats het algemeen Rijksbe
lang dienen, met name het onderwijs, de
politie en het
De adn
werpen
deze richting
Owniddellyk zt
ging de stappen in die richting te doen,
welke in 't adres van den Raad van Am
sterdam zyn aangewezen, en wel:
le. Door in het aanhangige wetsont
werp tot regeling van het l(iger onderwijs
«le wyzigingen aan te brengen, door do di
rectie der Vereeniging van Nederlandsche
Gemeenten in haar adres _ir. 1. u.d. 24 No
vember 1919, aan de Kamer vooigedragen;
2o. door toekenning van een zoo noodig
als voorloopigen maatregel te f>xeeren
vergoeding voor de kosten van de werk
zaamheden der gemeentelijke politie ter
zake van de recherche, den vreem«!elingen-
lenst en de uitvoering van bijzondere
Rykawetten;
8o. door ontheffing van gemeenten van
«Ie kosten van vervoer en verpleg ng van
arme krankzinnigen.
Alleen echter als voorloopige i
zouden zjj van beteekenis zijn,
«loei om het den gemeenten mog<
i op de begrooting voor 1!
icht te bewaren.
adres besluit. Mochten ook de aan-
ren maateregvlen nog niet zóó een-
\oudig blyken, dat zy nog over het jaar
kunnen werken, dan zou een
loodzakelijk zijn, die voor één
.e gemeenten een buitengewone
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD,
cccccv.
Tot de eigenaardige verschillen tusschen
een groote stad en een kleinere en tot de
typische kenmerken van «le residentie in het
bijzonder behoort de plaats «lie de Zondag
in het leven der groote stadsbewoners, en
dan weer speciaal der Hagenaars, inneemt.
Nu de nieuwe voorstellen in zake de Zon
dagsrust de gemoederen in beweging bren-
ven om de Zondagsrust niet te treuren,
want Zondag is by lange na niet de beate
dag. Het zou dus heusch goen dood wond
zyn wanneer de publieke ennakelykheden
op Zondag gesloten werden. Zelfs de café'»!
Er blyl’t buiten dat alles nog genoeg te ge
nieten over en wanneer deze geforceerde
Zondagsrust er toe leidde dat men de stad
uit wandelde naai buiten waar ruimte is en
fiisschi- lucht dan zou de Zondagsrust naast
andere kwaliteiten ook die van een hygië
nisch belang kunnen laten gelden. En dat
ware dan niet het zwakste van de argumen
ten, dat vour de Zondagsrust werd aange
voeld.
Er werd veel drujete gemaakt tegen dit
ontwerp maai het is toch eindelijk niet de
moeite waard. De Vorm van de wet is on
gelukkig omdat het hier een belang voor
het geheelc land geldt en het dus niet aan
gaat «»m dit plaatselyk ter behartiging aan
de gemeenteraden over te laten. De bedoe
ling van de wet om den arbeid op Zondag
tot een minimum te beperken, kan niemand
afkeuren. Op Zondag wordt alleen ge
werkt in de „vennaak-bedrijven". De over
groots massa wil deze niet stilleggen om
dat dan de Zondag niet meer uitgaansdag
kan zijn. Om dat punt concentreert zich het
gansche vraagstuk van de Zondagsrust. Het
zou das heusch niet een vreesclyke gebeur
tenis zyn wanneer er naar gestreefd werd
om nog meer te bejxirken. De arbei hwet
helpt er reeds aan inede door te bepalen dat
gemis aan Zondagsrust flink vergoed moet
worden met vrijen tyd op werkdagen. In die
richting is reeds zeer veel te bereiken om
dat daardoor van zelf alles nagelaten zal
worden wat ryet onmisbaar is op Zondag,
terwijl wat er overbluft dunt wordt betaald.
Wjj zouden het juist voor de groepen der
bevolking voor wie de Zondagsrust de gele
genheid biedt voor herademing van het wer
ken, zeer gewenscht vinden, wanneer hun
vermaak minder aan de stad en meer aan
vrye natuur werd verbonden. Zoovele
tet uitgaans-
L „^lf daar
getroost, zal spoedig er-
een zeer ge
torgen, zonder
zyn „pleizier” te wei ken.
ining meer werd gezocht
«tuk van
gen, is het de moeite waard eens op hel ka
rakter van den Zondag te wyzen, gelyk dat
in den Haag uitkomt.
Natuurlijk wordt er op Zondag niet ge
werkt en de winkelt die den ganschcn dag
geopend zyn behooren slechts naast enkele
uitzonderingen de snoepwinkels. Die moe
ten het nu eenmaal voor een goe«l deel van
den Zondag hebben: de beurzen zyn pn-. ge
vuld, ledigheid doet verlapgen naar iets bi-
zonders en de snoeplust komt al gauw bo
ven. Behalve dat zijn het zooals te begrij
pen valt de café’s die op Zondag geopend
zyn. Nu is dit opvallend, dat het voorname
lijk de arbeidende klasse is die den Zondag
als uitgaansdag benut. Zelfs in de meer eei
ste rangs-café’s bevindt aich Zondagsavonds
een ander publiek dan bijvoorbeeld Vrij
dagsavonds het geval U. Dooi de andere
klassen van de maatschappij wordt de Zon
dag niet in de eerste plaats als uitgaans
dag gebruikt. Zondagsavonds gaat een
groot deel van den Haag Juist niet uit, om
dat die avond nu eenmaal te roezemo-'zerig
en te „burgerlijk’' is. Ook de Zondagmid
dag heeft een eigenaardig karakter, omdat
dan ook het .^litè-publick’’ niet op «le straat
verschijnt. Hot meest verschillen het tiiter-
lyk van de winkelstraten in het centrum op
Zondag en
rassend om
straten te wai
het duai een loom geflane<
heeren, die w inkelen en wt.
tot raain, zich streelend r
van kijken naai al het geë
De tearooms zyn propvol
dames en kinderen. Maar .Zondags is het
heel anders. Dan lykt het veel op een t<eor-
ganiseerden optocht van- afMtlaal stijf ge
armde paren, die meest zwygend voortloo-
pen, vaak zonder naar de winkels te ky-
ken. Ze loopen om te loopen en ze vinden
het schijnbaar behagelyk om dat in kudde
te doen. Wat daarin het aantrekkelijke is,
is niet duidelyk. Maar het psychologische
verschijnsel is er en het valt ook in S«heve-
ningen waar te nemen, waar het dorpsele-
ment onuitroeibaar is en vooral Zondags
aan den dag komt. De oude Scheveningsche-
weg en zyn verlengde, de Dorpsstraat ge
ven Zondags een typisch beeld van oen klein
dorp. De kleurige kleeding van de vrouwen
en meisjes geven een bont decor aan de
straten, waarby de leelyk zwarte-niannen-
pakken met de onnoozele petten byna be
lachelijk afsteken. Scheveningers hebben
over 't algemeen buitengewoon domme ge
zichten en 't gansachtige in hun loop ver
schilt alleen hierin dat ze graag op een lan
ge rij naast elkaar loopen, in plaats van
achter elkaar. Overigens is hun gang «lie
van een gans, waggelend en wiegelend op
de platte voeten, die sloffend vooruitgaan
en neergezet worden gelijk turftrappers dat
plegen te doen. Zoo drentelen zy vanaf de
kerk van het strand tot aan de kerkhoflaan
om daar de „bossies" in te kuieren.
Keeren wy even tot on.-> uitgang
voor dezen brief terug. Het ontwerf)
dagswei wenscht openbare vennakeli.
den te verbieden tenzij-de gemeenteraad
toelaat. De eenige openbare vermakelijk
heid die daarover het meest verstoord is, is
de voetbal-vermakclijkheid. Misschien slui-
>pen zich daarby aan. De thea-
jrten, die kunst brengen behoe-
zag
lljdei
„Arme Peter”, klai
hand grypend, „je l
„Vader heeft gezegd", herbegon
je maar eens dikwijls bij ons inoe!
praten” Zonder verdere woorden
heen, maar een wonder gevoel wa*
Bureau: MARKT31, GOUDA.