JENWEBK (en 30 odlg en billijk, in 330 No. 14367 Zaterdag 17 Juli 1920. rin im 59e Jaargang'. ort ons Trouwen!! -A-ó.-v-ertexLtïeTol©-cL voor G-ou.cLa. ezx ©xxxstxelcexx i geheele n. n gevoerd. GOUDA. Eerste Blad. ibrieke n Feuilleton. I LTïom'WS- en -^.oL’vex'texx'tï.s’blsLei Trnnr De Vrouwe van Darracourt door De Zondagsdwano van Ruys. K E H A L V E Z ON- EN F E E S T D A G E N. regel* 2.05. elke regel meer 0.50. Kedactie: Tel«f. Interc. 545. Bureau: MARKT Sl. GO CDA. Administratie: Telet. Interc. 42. van 34 TER” truatie. voor 4 60 HAGENAAR. met en dat 28 A. Orgelbespeling. 5-SQ.6O-7O. n alle soorten. nbecide zakken hl merk W.L. •edingswaarde. iden Medailles. elefoon 379. a Kwaliteit ukkarlj )N - GOWDA. Dit Bummer bestaat uit twee bladen met inbegrip van de Kindercourant. Het Het dal Wilke. ler Remonstrant Practische Idea INGEZONDEN MEDEDEELINGEN Op <ie oot'pugina 60 honger. den toe- de dan j’s Fabriek «kamermeubelen nkasten. Spiegele Eikenhouten Buf- bfauteuile, Zijden Leerameuble- :n, Wollen- en aesen, ena. enz. ES 111 20 R JONGELUI PLANNEN. i,n.b. deSchlekade lefoon 12800. dvormend iarmoede, e zwakte- fiotiisciie ainiAVT. TE1 ■ERj 47) Na een gon meer a Kwaliteit LEESCH OSSEN. 1.10 - 1.30 - 1.30 - 1.20 en W.L. deze «telt publiekelijk de geoorloofdheid en de noodzakelijkheid van zulke uitvoeringen vast, wil ze zelfs bevorderen met 20 mille overheidsgeld. En alweer is de „christelijke’' politiek een voorwerp van spot Welke staatsman sprak ook weer Ministers, geen Ministeriel gaan, zooals hij gezegd doen, geloofde Merle, die andere schen naar zichzelf beoordeelde, oogenblik. Hij moest gedwongen den om te gaan. Er moest een plan ge smeed worden, dat hem drong Darra- court te verlaten, uit het graafschap, uit Engeland; moest het zijn uit hel leven des te beter. Merle zat stil lot de schaduw onder de boomen groe ier en donkerder werd, toen stond hij op. en de rimpels op zijn gelaat glad strijkende, ging hij den heuvel af naar den Hof. Hij had een medeplichtige, wier verstajnd scherper en vlugger was dan het rfjne en hij moest haar dade lijk spreken. Het toeval was hem. dien dag ten minste, goed gezind, want toen hij wan delde in een laan, die van de gronden luistert, maar I Die trotsche en van Darracourt!" Zij leunde achterover en liet dien zelfden zachten. hoosaardiger lach hooren. Hel gelaat vati Merle werd boos en zijn stalen’ oogen werden gevaarlijk. Hel moge een goede grap zijn, en u veel vermaak geven, maar .Er moet een stokje voor gestoken worden", zeide zij. „Natuurlijk Maar is 'lat alles, wat n mij te vertellen held, Markies? Dat houdt niet veel be langrijks iii. Ik geloof, dat ik u even goed had kunnen vertellen, lW4M'< .Niets." Maar Lucille kwam juist thui8< en zij kwam mii op de trap te gen. terwijl zij zich naar haar kamer spoedde. Wij vrouwen, lézen gauw iets op elkanders gelaat. Markies; en hoe wel zij het hare goed in bedwang kan houden was het als een open boek voor mij. Bovendien had ik ze door den verrekijker samen op den heuvel gezien. Meesteres en man verloofde en zijn mesje. liever gezegd. Ach wij vrouwe» zijn ondoorgrondelijke we- (IJARLËS GARVICE. Geuuthoriseorde vertaling Aan 1 1’. WES8EL1NK—v. ROSSI M (Nadruk verboden, i Gewone advertentiên en ingezonden medcdeolingen bij contract tot zeer geredu- ceerden prijs. Groote letter» en randen «orden berekend naar plaatsruimte. Advertentiên kunnen worden ingezonden door tuMchenkomnt van «oliede Boekhan delaren, Ad\ei tentiebureaux en onze Agenten. opvoering der entrée-prjjzen zou loop zoodanig doen verminderen, dat ontvangsten eer zouden verminderen stjjgen, afgezien nog van het bezwaar, dat ook de minder gegoeden gaarne van een goede opera genieten. Maar de voorwaarden! De Minister deelde kort en krachtig mee, dat hij niet wachten kon, tot de Kamer hierover uitvoerig zou hebben gedebatteerd. Het ging om het „to be or not to be” voor de opera en Z. Ex. achtte terecht het voort bestaan der Nat. Opera een nationaal be lang en een kunstgenot, waarbij een aesthe- tische en edele zin wordt aangekweekt. Tot overmaat van ramp voor de Kuyper-fractie, die op haar achterste beenen stond tegen het voorstel van dr. de Visser, verklaarde de Minister, dat hem geen enkele opera bekend is, die aan den maatstaf van zede lijkheid niet zou beantwoorden. Zulk een verklaring moest wel uiterst onaangenaam zjjn voor de anti-revolutionnairen, die hun menschen steeds voorpreeken, dat de dra matische kunst „verkeerd” is en dat zij dus verre moeten blijven van de zondige oor den, waar men komedies en opera’s opvoert. Is het niet treffend, dat de woordvoerder der anti-revolutionnairen, de heer Schouten, die steeds op de bres staat, wanneer het gaat om de verhouding tusschen overheid en kunst en die scherpe oppositie voerde tegen den onderhavigen post, nooit een opera heeft gezien? Welk een éénzijdigheid, welk een bevooroordeeldheid tegen wat men niet beoordeelen kan. De anti-revolutionnaire woordvoerder wond er geen doekjes om: „Wij wenschen, dat de overheid zich zal onthouden van sub sidie attn de dramatische en muziek-drama- tische kunst.” Dat is duidelijke taal! En het laat duidelijk zien, hoe deze lieden, die tal van subsidies aan kunst en wetenschappen ieder jaar rustig goedkeuren, nog steeds iets minderwaardigs, zoo niet iets zondigs zien in het beste, wat het tooneel kan op leveren. Het zwaarst viel voor de Kuyper-fractie en wie met haar meegaan, te verteren, dat de Minister aan het subsidie geen speelver bod op Zondag had verbonden. Concerten door gesubsidieerde orkesten mogen op Zondag gegeven worden, tentoonstellingen kregen zelfs van een anti-revolutionnair Minister! Rykssubsidie, al zyn ze op Zondag geopend, maar een komedie- of opera-opvoering op Zondag mag niet geoor loofd zijn, wanneer het Rijk subsidieert! Dit nu is niet alleen onlogisch, het kan practisch niet, daar de Zondagavond de beste kas-avond is en dus onmisbaar voor ’n opera. Het dringen van de Kuyperianen te gen Zondagsvoorstellingen beteekent dus practisch een poging om dezen geheelen kunstvorm, waarvan zoo vele duizenden ge nieten, onmogelijk te maken geheel in de lijn van de voorgestelde Zondagswet, die VERS HUNT D A G E I, IJ K S ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal ƒ2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt, franco per post per kwartaal 2.75, met Zondagsblad 3.40. Abonnementen worden dageljjk* aangenomen aan ons Bureau: Markt 31. GOUDA. bij onze agenten, den boekhandel on de postkantoren. ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den hecorgkrmg) 1—5 régels ƒ1.30, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring 15 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiên van publieke vermakelijkheden 15 «ent per regel. Advertentiên in het Zaterdagnummer 20 bijslag op den prjjs. BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. DXIV. De nestor van de Haagsche journalisten, een man, die buiten zjjn vak ook zeer be kend en gezien was, is op bijna een en ze- ventigjarigen leeftyd ontslapen. Het was Martin van Raalte, die byna 56 jaar gele den als 15-jarige knaup zjjn intree deed op de perstribune der Tweede Kamer, waar hij tot Mei van het vorig jaar onafgebroken werkzaam bleef. Men denke zich het eens in wat het beteekent om 56 jaar lang de discussies in de Tweede en Eerste Kamer te hebben gevolgd. Menigeen die eens een middagje op de tribune heeft doorgebracht, heeft er al genoeg van. Het was in Septem ber 1914 dat van Raalte terloops vertelde, dat hy voor de vijftigste maal de troonre<le hoorde uitsproken; zjjn collega’s grepen deze merkwaardige gebeurtenis aan om hem een kleine hulde-betuiging te doen ten deel vallen. De oude journalistiek waarvan Van Raalte een der beide laatste vertegenwoor digers is, had iets aparts. Zjj dagteekent uit de glorie-jaren van het beroemde oude Dagblad van Zuid-Holland en ’s-Gravenha- ge, dat conservatief in merg en been door de evolutie der tijden ten grave is gebracht. Van het oude genre is niets meer over. De telegraaf, de telefoon en de vele andere middelen van versneld verkeer hebben het gemoedeljjke karakter van de oude journa listiek weggenomen. De deugdelijkheid en het wel-overwogene hebben ongetwijfeld schade geleden door de gehaastheid en de \aak overdreven zucht om by-te-zyn. Mis schien was de beteekenis van het woord dat de pers sprak, vroeger wel grooter dan thans: de Kameroverzichten in het oude Dagblad waren richtsnoer voor de politiek van den dag. Tegenwoordig beroemen de Kamerleden zich er op, dat zij deze over zichten bij voorkeur niet lezen. Het zal wel niet heelemaal waar zijn, maar het typeert toch wel. Martin van Raalte is in die oude school opgegroeid, heefteer zich in vooruitgebracht en is er ten slotte voor een goed deel bo- ven-uit-gegroeid tevens. Wat hjj kon en kende heeft hij zich zelf geleerd, hetgeen hem mogelijk was, omdat hjj van nature die Inzondere eigenschappen bezat, welke on misbaar zjjn voor den journalist. Hjj was snel van begrip, hij doorzag een discussie onmiddelljjk en wist aanstonds de kern daarvan te vatten en de zwakheden van het debat te onderkennen. Daarbjj had hjj de Overeenkomstig onze toezegging komen we nog eens terug op het merkwaardige debat, in den laten avond van .den len Juli in de Tweede Kamer gehouden. Het ging, men zal het zich wellicht her inneren, om het subsidié voor de Nationale Opera, maar het werd goeddeels een Zon- dags-debat. De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, dr. de Visser, had den memorie-post het vorige jaar door de Kamer op de begrooting goedgekeurd, thans omgezet in een werkel ijken post, groot ƒ20.000. De kwestie stond nu aldus: In principe had de Kamer (zij het met de kleinst mo gelijke meerderheid) zich vóór een subsidie uitgesproken. Het beginsel was dus uit gemaakt en de Minister had dus tot taak met een definitief voorstel tot steunverle ning aan de nationale opera-instelling te komen. Het bedrag stond nog niet vast en bovendien had de Kamer zich de gelegen heid gereserveerd om voorwaarden te stel len, aan subsidieering verbonden. Over het liedrag is niet gesproken. Blijkbaar vonden de tegenstanders hierin geen stof tot aan val en de heer Van Beresteyn, die als pre- sident-commisSaria van de Nationale Opera er alles van weet, zette uitéén, dat de aan gevraagde 20.000 nog zeer onvoldoende is. "Wij gaan hierop niet diep h»,- constateereh slechts, dat, wie de lijdensgeschiedenis van de Nederlandsche opera’s, die wij reeds versleten hebben, kent en wie het uitgebrei de verslag van de tegenwoordige Nationale Opera bestudeerd heeftjmoet erkennen, dat de heer Van Beresteyn njets te veel heeft gezegd. Het is zeer gemakkelijk, te beweren, dat wie van zulk kunstgenot houdt, ’t dan ook zelf betalen moet, doch wie zoo spreekt, ge lieve te bedenken, dat wat hij eischt een onmogelijkheid is: iedere kunst-instelling, welke met groote personeelen moet werken, met name goede orkesten en in nog sterker mate opera-ondernemingen, htebben belang rijke subsidiën van overheidswege noodig, zelfs naast grooten steun van vermogende kunstliefhebbers; de enorme uitgaven, aan een goede opera verbonden welke bij de tegenwoordige prijzen en salarissen niet ver van een millioen ’s jaars bljjven kunnen in de verste verte niet uit de en- tree’s van het publiek gekweten worden. De toegangsprijzen zijn reeds sterk verhoogd, de belasting op de publieke „vermakelijk heden”, welke de groote gemeenten heffen, bedraagt veelal reeds 20 rfcnog sterker tijd kalmeerde Merle eu be- zakelijk na te denken. Dp eerlijke o! oneerlijke wijze Harry Herne en Lucille moeten gescheiden worden en wel dadelijk. Dat Harry Herne uit eigen beweging zou weg had te zullen men geen wor- van den Hof naar de Hall leidde, zag hij ven vrouwenkleed htssclten de Doo rnen en herkende Marie Verner. Hij naderde haar, groette alsof hij voorbij wilde gaan, maar zeide zacht: „Als u alleen bent, kom dan aan. het einde der laan hij mij. Zij knikte en binnen weinige «ogen blikken kwam zij naar hem toe op de plaats waar hij haar wachtte. „Het was gelukkig, dat ik u tegen kwam". zeide hij snel. „Ik heb u iets UIOJRHM S>(fl.iainip(| 8|0l •uoÜÜoz O) lacht u?" vroeg hij wet een plotselin- gen blik van koud misnoegen. Marie Verner keek naar hom haalde de schouders op. „Het doel er niet toe; ga voort als t u blieft. Wat is er gebeurd?’’ „Er is geen tijd le verliezen!" zei hij op doffen, nadrukkelijk en toon. „Er is iets voorgevallen, dat het noodzake lijk maakt dat wij «ogenblikkelijk moe ten handelen." Zij zat met gevouwen handen, haar scherpe «ogen op den grond gevestigd. „Waarom?" vroeg zij. „Omda’" hij klemde de tanden opeen on mompelde iets dat op een vloek geleek „omdat die hond, dien zij bepaald in haar dienst wilde hou den, het gewaagd heeft „Haar het hof te maken!" vulde zij den zin voor hem aan. Hij maakte een ongeduldig gebaar met zijn hand „Ja! Ongelooflijk als het schijnt, is het waar. En nog ongelooflijker als vertellen. „Die schavuit zeide. dat hij weg wil de. maar dat was alleen om haar ver der te doen gaan. Ik ken den kerel. Hij zal haar vast en veilig inpalmtm. hij zal haar trouwtti en meester van Darracourt worden als er niet iets ge daan wordt en dat dadelijk." Marie Verner was een oogenNik g il, haar hoofd zonk peinzend, haar scher pe, listige oogen verborgen onder de dunne oogleden; toen sprak zij zacht jes: „Ik Imn niet zeker, dat hij niet meent wat hij zegt!’ Merle lachte scherp on minachtend, het had wel iets van den uitvul van een nljdigen hond. ...Ja", ging zij voort, met volle over tuiging, „hij meent het U houdt niet van Harry Herne en kunt onmogelijk onpartijdig zijn. Ik geloof, na alle» wat ik van hem hoor, dat hij juist de man er naar is om een dwaas te zijn en een voordeel van de hand te wijzen, als hij meent dat het eervol is dit te doen. Vreemd is het. om het tv zeggen Marlde», maar het- gevoel van eer is nie: beperkt tot de hoogere standen. Ik bon niet Itang voor hem, maar voor Lucille." Lucille miss Darracourt? zeide hij. „Dat is onmogelijk! Zij mag voor een oogenblik verblind zijn door door het knappe uiterlijk van ten ke rel en zijn helsehe stem, m lar >ils zij denkt over de positie het schan ieiijlH van de zi»ak (Wordt vervolgd). het kan. zij zij Marie Verner lachte opnieuw, een zacht <*n hoosaardig genot. „Ltielllc bemint hem evenzeer! klinkt ongelooflijk niet waar? meest trotsche meisje, dat ik ken. emi’man, niets meor dan haar l><‘- diende toestoiat haar zijn liefde le verklaren; en dat niet alleen naar hem hem zelfs aanmoedig i hooghartige Vrouwe w<*er gave van een vlotten, lenigen st(jl, die geen oogenblik achter bleef b(j het precien «eg gen. Daardoor wan z(jn uiteenietting dik wijls beter dan de redevoering, waarvan zjj het verslag was. Trouwens dat is een be kend feit, dat de verslagen in de dagbladen meestal een gunstiger beeld van redevoerin gen geven dan zij by het uitsproken te zien gaven. Het overtollige is weggelaten, het gebrekkige is hersteld, in korte goed-ge- bouwde zinnen wordt samengevat, wat dik wijls in een lang en telkens herhaald be toog, slecht gesteld en onbeholpen uitge sproken, werd gezegd. De verslagen van Van Raalte hadden een vermaardheid, juist om hun helderheid en hun juistheid. Tot het laatst van zyn leven, heeft hy diezelfde opgewektheid Iwhouden, welke zoo verwonderlijk mag hceten hy iemand, die altyd tusschen het weinig op wekkende politieke gekibbel zit. Onder zyn collega’s was hy om zyn onverstoorbaar op timisme bekend, zyn jeugdig, onbluschbaar vuur hield hen flink en krachtig. Vandaar ook, dat hij met zyn tjjd wist mee te gaan. Toch gaan menschen als hy in <le groote massa verloren. Dat is nu eenmaal het on geluk van bepaalde vakken, dat het enorme werk ervan niet zoo in het oog springt. Het pietluttigste Kamerlid heeft een naain in Nederland, is althans by name l>ekend en een man als van Raalte, die meer dan een halve eeuw belangrijk werk deed, is ternau wernood buiten het kleine groepje vrienden en kennissen bekend. Dit is het gevolg van de anonymiteit, die een kwaad is in de pers en waartegen de journalisten dan ook beaig zyn zich aan te gorden. Belangrijk nieuws valt er in deze zomer maanden niet te meiden. Een deel der menschheid is met vacantie, een ander deel wordt geëxamineerd en ondervindt de zege ning van ons onderwijsstelsel. De scholen rusten uit en de leeraren en onderwijzers hunkeren weer naar den eersten September, waarop zy hun taak weer kunnen opvatten. In de regeeringsbureaux hangt de loome zomersche stemming en op Scheveningen paradeeren de renteniers en hun dames. Zoo doet ieder wat en het meerendeel doet niets. We leven in de rustige rust en voor al nu de Kamer op reces is, ontbreekt alle emotie. In dien ouden tyd was het nog het Hof. dat eenige geur en fleur aan de resi dentie gaf, maar die tyd is heelemaal voor bij. Het is nu eer het Kurhuus en zijn con certen, (lie <le attractie vormen van de zo mermaanden. Gelyk het 's winters „ton” is om Mengelberg te genieten, is het ’s zomers „en vogue” om het Kurhaus te bezoeken al voel je voor muziek niets en al kyk je naar de badplaats niet om. Hoe de menschen er zin in hebben om ‘s avonds in <!en snik-heete zaal te gaan zit ten, is een raa<lsel. Maar ieder heeft zijn meug. (zy 't ook met het bekende achterdeurtje) alles en nog wat op don Zondag verbiedt. Nu deed zich het merkwaardige geval voor, dat de Minister van Onderwijs enz. rechtdraads inging tegen den opzet van de Zondagswet van zijn aollega en Premier, Ruys de Beerenbrouclc en daardoor een der zoogenaamde grondzuijan van „christelijke” politiek aan den volk, vertoonde nis een vermolmde peiler, die ,jjeen regeergebouw meer dragen kan. Wa» niet het ontwerp- Zondagswet van Ruya de eerste groote po- litiek-christelyke wet, zoo eene, waaraan de christen-kiezers konden voelen, dat zy wéér kregen voor hun op de Coalitiepartijen uit gebrachte stem? En nu komt een van de collega-minlsters, nog wel de predikant van het Kabinet (en waarlijk geen vrijzinnig predikant) zich openlijk, in de Kamer nog wel, tegen het beginsel van deze Zondags wet richten! Wij raden een ieder aan, te lezen wat de Minister hierover gezegd heeft. Het zijn vooral in deze tjjden, waarin de clericale partijen zich zoo weren, gulden woorden. Grif gaf minister de Visser toe, dat er ook onder de christenen een zeer verschil lende beschouwing is over de Zondagsrust en de heeren Duymaer-Schouten c.s. duwde hy met reden tegemoet, dat men het niet zoo moet voorstellen, alspf het christendom ons in bijzonderheden injicht over wat wij op Zondag hebben te doen en te laten, zoo- dat, wie daarop iets toelaat als de opera, als een niet voldoend Christen zou kunnen worden beschouwd. Kort en goed zette hjj uiteen, dat ook dr. Kuyper tot de conclusie kwam, dat men met het vraagstuk van de Zondagsrust in christelijke, zelfs in gere formeerde kringen, nog ’by lange na niet Iflaar is. Toen hierop de anti-revolutionnair Smeenk uit zjjn zetel opstoof en den Minis ter toebeet, dat het onder de zjjnen een al gemeen beginsel is, dat men niemand op Zondag de rust mag benemen, die men voor zichzelf begeert, repliceerde de Minister be daard en voor de anti-revolutionnairen on- aangenaam-raak, dat men dan ook nooit in een hotel, hetzij in binnen- of buitenland, moet gaan logeeren, omdat men dan op Zondag allerlei personeel voor zich aan het werk zet. De Minister ging er verder niet op in, hij wilde geen twistvuur stoken, doch hjj legde toch nog even vast, dat men dus niet te spoedig op den Minister een blaam moet werpen van onchristelijkheid, wanneer hjj niet bepaald verbiedt, dat op Zondag avond de Neder!Opera wordt gegeven als het Rijk subsidieert. Wat zal Ruys op dit alles antwoorden? Wat zal hij er op k u n n e n antwoorden Hjj wil principieel alle publieke kunst uitingen op den Zondag verbieden, bedreigt er zelfs zware straffen tegen. En nu komt zijn collega dr. de Visser die van de theologie nog iets meer weet dan de r.-ka- tholieke jurist Ruys de Beerenbrouck en xenh Wie had kunnen donken dat Lu cille Darracourt zoo laag zou zinken Zi.( keek met zegeviereiid(>n. spijti- geen blik naar hem. Hij werd ongeduldig en liep op en ii4'er; zij sloeg hein gade van onder d<‘ half gesloten oogleden, zich als een kat vcrmakeiul over zijn woede. Zij is jolig en heeft geen «iHlwvin- ding~. mompelde hij boos; ..en die - die hond ziel er knap uit. Hij redde haar het leven tPiumnste dal denkt zij’ geef u •gM'ii moeite om haar te verontschuldigen. Markies.’ zeide zij koeltjes „E«n hertogin kan haar stal knecht trouwen wij., vrouwen, zijn hu eenmaal zoo. Maar het ziet er voor uu plannen kadijk uit. dat is zaduir; het hoogtepunt is voor ons wat te vlug ge komen. niet waar?’ Hij smoorde pen vloek „Ja maar hot moet gekeerd worden. Ik zou hem liever hier voor miui voe len dooik'n. dan te zien, dat hij haar trouwde. „Ik geloof niet, dat er sprake was van moord in ons verhofwl. Markies!’’ zeide zij sarenstisch. Hij schrikte en keek achter zk'h „Wie sprak van moord? Er zijn an dere manieren «Vertol mij. wat er gebeurde, want natuurlijk was u er gelukkig dicht ge noeg l>i« om Z4« te hooren?" spotte zij. Hij keek grimmig en zonk naast haar op do hank on vertelde zooveel als hij over zich kon verkrijgen om haar te

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1920 | | pagina 1