JENWEBK
(en 30
odlg en billijk,
in 330
No. 14367
Zaterdag 17 Juli 1920.
rin
im
59e Jaargang'.
ort ons
Trouwen!!
-A-ó.-v-ertexLtïeTol©-cL voor G-ou.cLa. ezx ©xxxstxelcexx
i geheele
n.
n gevoerd.
GOUDA.
Eerste Blad.
ibrieke n
Feuilleton.
I
LTïom'WS- en -^.oL’vex'texx'tï.s’blsLei Trnnr
De Vrouwe van Darracourt
door
De Zondagsdwano van Ruys.
K E H A L V E Z ON- EN F E E S T D A G E N.
regel* 2.05. elke regel meer 0.50.
Kedactie: Tel«f. Interc. 545.
Bureau: MARKT Sl. GO CDA.
Administratie: Telet. Interc. 42.
van
34
TER”
truatie.
voor
4 60
HAGENAAR.
met
en
dat
28
A.
Orgelbespeling.
5-SQ.6O-7O.
n alle soorten.
nbecide zakken
hl merk W.L.
•edingswaarde.
iden Medailles.
elefoon 379.
a Kwaliteit
ukkarlj
)N - GOWDA.
Dit Bummer bestaat uit twee bladen
met inbegrip van de Kindercourant.
Het
Het
dal
Wilke.
ler Remonstrant
Practische Idea
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
Op <ie oot'pugina 60 honger.
den toe-
de
dan
j’s
Fabriek
«kamermeubelen
nkasten. Spiegele
Eikenhouten Buf-
bfauteuile, Zijden
Leerameuble-
:n, Wollen- en
aesen, ena. enz.
ES 111 20
R JONGELUI
PLANNEN.
i,n.b. deSchlekade
lefoon 12800.
dvormend
iarmoede,
e zwakte-
fiotiisciie ainiAVT.
TE1
■ERj
47)
Na een
gon meer
a Kwaliteit
LEESCH
OSSEN.
1.10
- 1.30
- 1.30
- 1.20
en W.L.
deze «telt publiekelijk de geoorloofdheid en
de noodzakelijkheid van zulke uitvoeringen
vast, wil ze zelfs bevorderen met 20 mille
overheidsgeld.
En alweer is de „christelijke’' politiek
een voorwerp van spot
Welke staatsman sprak ook weer
Ministers, geen Ministeriel
gaan, zooals hij gezegd
doen, geloofde Merle, die andere
schen naar zichzelf beoordeelde,
oogenblik. Hij moest gedwongen
den om te gaan. Er moest een plan ge
smeed worden, dat hem drong Darra-
court te verlaten, uit het graafschap,
uit Engeland; moest het zijn uit hel
leven des te beter. Merle zat stil
lot de schaduw onder de boomen groe
ier en donkerder werd, toen stond hij
op. en de rimpels op zijn gelaat glad
strijkende, ging hij den heuvel af naar
den Hof. Hij had een medeplichtige,
wier verstajnd scherper en vlugger was
dan het rfjne en hij moest haar dade
lijk spreken.
Het toeval was hem. dien dag ten
minste, goed gezind, want toen hij wan
delde in een laan, die van de gronden
luistert, maar I
Die trotsche en
van Darracourt!"
Zij leunde achterover en liet
dien zelfden zachten. hoosaardiger lach
hooren.
Hel gelaat vati Merle werd boos en
zijn stalen’ oogen werden gevaarlijk.
Hel moge een goede grap zijn, en
u veel vermaak geven, maar
.Er moet een stokje voor gestoken
worden", zeide zij. „Natuurlijk Maar
is 'lat alles, wat n mij te vertellen
held, Markies? Dat houdt niet veel be
langrijks iii. Ik geloof, dat ik u
even goed had kunnen vertellen,
lW4M'<
.Niets." Maar Lucille kwam juist
thui8< en zij kwam mii op de trap te
gen. terwijl zij zich naar haar kamer
spoedde. Wij vrouwen, lézen gauw iets
op elkanders gelaat. Markies; en hoe
wel zij het hare goed in bedwang kan
houden was het als een open boek
voor mij. Bovendien had ik ze door
den verrekijker samen op den heuvel
gezien. Meesteres en man verloofde
en zijn mesje. liever gezegd. Ach wij
vrouwe» zijn ondoorgrondelijke we-
(IJARLËS GARVICE.
Geuuthoriseorde vertaling Aan
1 1’. WES8EL1NK—v. ROSSI M
(Nadruk verboden, i
Gewone advertentiên en ingezonden medcdeolingen bij contract tot zeer geredu-
ceerden prijs. Groote letter» en randen «orden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiên kunnen worden ingezonden door tuMchenkomnt van «oliede Boekhan
delaren, Ad\ei tentiebureaux en onze Agenten.
opvoering der entrée-prjjzen zou
loop zoodanig doen verminderen, dat
ontvangsten eer zouden verminderen
stjjgen, afgezien nog van het bezwaar, dat
ook de minder gegoeden gaarne van een
goede opera genieten.
Maar de voorwaarden!
De Minister deelde kort en krachtig mee,
dat hij niet wachten kon, tot de Kamer
hierover uitvoerig zou hebben gedebatteerd.
Het ging om het „to be or not to be” voor
de opera en Z. Ex. achtte terecht het voort
bestaan der Nat. Opera een nationaal be
lang en een kunstgenot, waarbij een aesthe-
tische en edele zin wordt aangekweekt. Tot
overmaat van ramp voor de Kuyper-fractie,
die op haar achterste beenen stond tegen
het voorstel van dr. de Visser, verklaarde
de Minister, dat hem geen enkele opera
bekend is, die aan den maatstaf van zede
lijkheid niet zou beantwoorden. Zulk een
verklaring moest wel uiterst onaangenaam
zjjn voor de anti-revolutionnairen, die hun
menschen steeds voorpreeken, dat de dra
matische kunst „verkeerd” is en dat zij dus
verre moeten blijven van de zondige oor
den, waar men komedies en opera’s opvoert.
Is het niet treffend, dat de woordvoerder
der anti-revolutionnairen, de heer Schouten,
die steeds op de bres staat, wanneer het
gaat om de verhouding tusschen overheid en
kunst en die scherpe oppositie voerde tegen
den onderhavigen post, nooit een opera
heeft gezien? Welk een éénzijdigheid, welk
een bevooroordeeldheid tegen wat men niet
beoordeelen kan.
De anti-revolutionnaire woordvoerder
wond er geen doekjes om: „Wij wenschen,
dat de overheid zich zal onthouden van sub
sidie attn de dramatische en muziek-drama-
tische kunst.” Dat is duidelijke taal! En het
laat duidelijk zien, hoe deze lieden, die tal
van subsidies aan kunst en wetenschappen
ieder jaar rustig goedkeuren, nog steeds
iets minderwaardigs, zoo niet iets zondigs
zien in het beste, wat het tooneel kan op
leveren.
Het zwaarst viel voor de Kuyper-fractie
en wie met haar meegaan, te verteren, dat
de Minister aan het subsidie geen speelver
bod op Zondag had verbonden. Concerten
door gesubsidieerde orkesten mogen op
Zondag gegeven worden, tentoonstellingen
kregen zelfs van een anti-revolutionnair
Minister! Rykssubsidie, al zyn ze op
Zondag geopend, maar een komedie- of
opera-opvoering op Zondag mag niet geoor
loofd zijn, wanneer het Rijk subsidieert!
Dit nu is niet alleen onlogisch, het kan
practisch niet, daar de Zondagavond de
beste kas-avond is en dus onmisbaar voor ’n
opera. Het dringen van de Kuyperianen te
gen Zondagsvoorstellingen beteekent dus
practisch een poging om dezen geheelen
kunstvorm, waarvan zoo vele duizenden ge
nieten, onmogelijk te maken geheel in de
lijn van de voorgestelde Zondagswet, die
VERS HUNT D A G E I, IJ K S
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal ƒ2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt,
franco per post per kwartaal 2.75, met Zondagsblad 3.40.
Abonnementen worden dageljjk* aangenomen aan ons Bureau: Markt 31. GOUDA.
bij onze agenten, den boekhandel on de postkantoren.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den hecorgkrmg)
1—5 régels ƒ1.30, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring
15 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiên van publieke vermakelijkheden
15 «ent per regel. Advertentiên in het Zaterdagnummer 20 bijslag op den prjjs.
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
DXIV.
De nestor van de Haagsche journalisten,
een man, die buiten zjjn vak ook zeer be
kend en gezien was, is op bijna een en ze-
ventigjarigen leeftyd ontslapen. Het was
Martin van Raalte, die byna 56 jaar gele
den als 15-jarige knaup zjjn intree deed op
de perstribune der Tweede Kamer, waar hij
tot Mei van het vorig jaar onafgebroken
werkzaam bleef. Men denke zich het eens
in wat het beteekent om 56 jaar lang de
discussies in de Tweede en Eerste Kamer
te hebben gevolgd. Menigeen die eens een
middagje op de tribune heeft doorgebracht,
heeft er al genoeg van. Het was in Septem
ber 1914 dat van Raalte terloops vertelde,
dat hy voor de vijftigste maal de troonre<le
hoorde uitsproken; zjjn collega’s grepen
deze merkwaardige gebeurtenis aan om
hem een kleine hulde-betuiging te doen ten
deel vallen.
De oude journalistiek waarvan Van
Raalte een der beide laatste vertegenwoor
digers is, had iets aparts. Zjj dagteekent uit
de glorie-jaren van het beroemde oude
Dagblad van Zuid-Holland en ’s-Gravenha-
ge, dat conservatief in merg en been door
de evolutie der tijden ten grave is gebracht.
Van het oude genre is niets meer over. De
telegraaf, de telefoon en de vele andere
middelen van versneld verkeer hebben het
gemoedeljjke karakter van de oude journa
listiek weggenomen. De deugdelijkheid en
het wel-overwogene hebben ongetwijfeld
schade geleden door de gehaastheid en de
\aak overdreven zucht om by-te-zyn. Mis
schien was de beteekenis van het woord dat
de pers sprak, vroeger wel grooter dan
thans: de Kameroverzichten in het oude
Dagblad waren richtsnoer voor de politiek
van den dag. Tegenwoordig beroemen de
Kamerleden zich er op, dat zij deze over
zichten bij voorkeur niet lezen. Het zal wel
niet heelemaal waar zijn, maar het typeert
toch wel.
Martin van Raalte is in die oude school
opgegroeid, heefteer zich in vooruitgebracht
en is er ten slotte voor een goed deel bo-
ven-uit-gegroeid tevens. Wat hjj kon en
kende heeft hij zich zelf geleerd, hetgeen
hem mogelijk was, omdat hjj van nature die
Inzondere eigenschappen bezat, welke on
misbaar zjjn voor den journalist. Hjj was
snel van begrip, hij doorzag een discussie
onmiddelljjk en wist aanstonds de kern
daarvan te vatten en de zwakheden van het
debat te onderkennen. Daarbjj had hjj de
Overeenkomstig onze toezegging komen
we nog eens terug op het merkwaardige
debat, in den laten avond van .den len Juli
in de Tweede Kamer gehouden.
Het ging, men zal het zich wellicht her
inneren, om het subsidié voor de Nationale
Opera, maar het werd goeddeels een Zon-
dags-debat. De Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, dr. de Visser,
had den memorie-post het vorige jaar door
de Kamer op de begrooting goedgekeurd,
thans omgezet in een werkel ijken post,
groot ƒ20.000.
De kwestie stond nu aldus: In principe
had de Kamer (zij het met de kleinst mo
gelijke meerderheid) zich vóór een subsidie
uitgesproken. Het beginsel was dus uit
gemaakt en de Minister had dus tot taak
met een definitief voorstel tot steunverle
ning aan de nationale opera-instelling te
komen. Het bedrag stond nog niet vast en
bovendien had de Kamer zich de gelegen
heid gereserveerd om voorwaarden te stel
len, aan subsidieering verbonden. Over het
liedrag is niet gesproken. Blijkbaar vonden
de tegenstanders hierin geen stof tot aan
val en de heer Van Beresteyn, die als pre-
sident-commisSaria van de Nationale Opera
er alles van weet, zette uitéén, dat de aan
gevraagde 20.000 nog zeer onvoldoende is.
"Wij gaan hierop niet diep h»,- constateereh
slechts, dat, wie de lijdensgeschiedenis van
de Nederlandsche opera’s, die wij reeds
versleten hebben, kent en wie het uitgebrei
de verslag van de tegenwoordige Nationale
Opera bestudeerd heeftjmoet erkennen, dat
de heer Van Beresteyn njets te veel heeft
gezegd.
Het is zeer gemakkelijk, te beweren, dat
wie van zulk kunstgenot houdt, ’t dan ook
zelf betalen moet, doch wie zoo spreekt, ge
lieve te bedenken, dat wat hij eischt een
onmogelijkheid is: iedere kunst-instelling,
welke met groote personeelen moet werken,
met name goede orkesten en in nog sterker
mate opera-ondernemingen, htebben belang
rijke subsidiën van overheidswege noodig,
zelfs naast grooten steun van vermogende
kunstliefhebbers; de enorme uitgaven, aan
een goede opera verbonden welke bij de
tegenwoordige prijzen en salarissen niet
ver van een millioen ’s jaars bljjven
kunnen in de verste verte niet uit de en-
tree’s van het publiek gekweten worden. De
toegangsprijzen zijn reeds sterk verhoogd,
de belasting op de publieke „vermakelijk
heden”, welke de groote gemeenten heffen,
bedraagt veelal reeds 20 rfcnog sterker
tijd kalmeerde Merle eu be-
zakelijk na te denken. Dp
eerlijke o! oneerlijke wijze Harry
Herne en Lucille moeten gescheiden
worden en wel dadelijk. Dat Harry
Herne uit eigen beweging zou weg
had te zullen
men
geen
wor-
van den Hof naar de Hall leidde, zag
hij ven vrouwenkleed htssclten de Doo
rnen en herkende Marie Verner. Hij
naderde haar, groette alsof hij voorbij
wilde gaan, maar zeide zacht:
„Als u alleen bent, kom dan aan. het
einde der laan hij mij.
Zij knikte en binnen weinige «ogen
blikken kwam zij naar hem toe op de
plaats waar hij haar wachtte.
„Het was gelukkig, dat ik u tegen
kwam". zeide hij snel. „Ik heb u iets
UIOJRHM S>(fl.iainip(| 8|0l •uoÜÜoz O)
lacht u?" vroeg hij wet een plotselin-
gen blik van koud misnoegen.
Marie Verner keek naar hom
haalde de schouders op.
„Het doel er niet toe; ga voort als
t u blieft. Wat is er gebeurd?’’
„Er is geen tijd le verliezen!" zei
hij op doffen, nadrukkelijk en toon. „Er
is iets voorgevallen, dat het noodzake
lijk maakt dat wij «ogenblikkelijk moe
ten handelen."
Zij zat met gevouwen handen, haar
scherpe «ogen op den grond gevestigd.
„Waarom?" vroeg zij.
„Omda’" hij klemde de tanden
opeen on mompelde iets dat op een
vloek geleek „omdat die hond, dien
zij bepaald in haar dienst wilde hou
den, het gewaagd heeft
„Haar het hof te maken!" vulde zij
den zin voor hem aan.
Hij maakte een ongeduldig gebaar
met zijn hand
„Ja! Ongelooflijk als het schijnt, is
het waar. En nog ongelooflijker als
vertellen.
„Die schavuit zeide. dat hij weg wil
de. maar dat was alleen om haar ver
der te doen gaan. Ik ken den kerel.
Hij zal haar vast en veilig inpalmtm.
hij zal haar trouwtti en meester van
Darracourt worden als er niet iets ge
daan wordt en dat dadelijk."
Marie Verner was een oogenNik g il,
haar hoofd zonk peinzend, haar scher
pe, listige oogen verborgen onder de
dunne oogleden; toen sprak zij zacht
jes: „Ik Imn niet zeker, dat hij niet
meent wat hij zegt!’
Merle lachte scherp on minachtend,
het had wel iets van den uitvul van
een nljdigen hond.
...Ja", ging zij voort, met volle over
tuiging, „hij meent het U houdt niet
van Harry Herne en kunt onmogelijk
onpartijdig zijn. Ik geloof, na alle» wat
ik van hem hoor, dat hij juist de man
er naar is om een dwaas te zijn en
een voordeel van de hand te wijzen,
als hij meent dat het eervol is dit te
doen. Vreemd is het. om het tv zeggen
Marlde», maar het- gevoel van eer is
nie: beperkt tot de hoogere standen. Ik
bon niet Itang voor hem, maar voor
Lucille."
Lucille miss Darracourt? zeide
hij. „Dat is onmogelijk! Zij mag voor
een oogenblik verblind zijn door
door het knappe uiterlijk van ten ke
rel en zijn helsehe stem, m lar >ils zij
denkt over de positie het schan ieiijlH
van de zi»ak
(Wordt vervolgd).
het kan. zij zij
Marie Verner lachte opnieuw,
een zacht <*n hoosaardig genot.
„Ltielllc bemint hem evenzeer!
klinkt ongelooflijk niet waar?
meest trotsche meisje, dat ik ken.
emi’man, niets meor dan haar l><‘-
diende toestoiat haar zijn liefde le
verklaren; en dat niet alleen naar hem
hem zelfs aanmoedig
i hooghartige Vrouwe
w<*er
gave van een vlotten, lenigen st(jl, die geen
oogenblik achter bleef b(j het precien «eg
gen. Daardoor wan z(jn uiteenietting dik
wijls beter dan de redevoering, waarvan zjj
het verslag was. Trouwens dat is een be
kend feit, dat de verslagen in de dagbladen
meestal een gunstiger beeld van redevoerin
gen geven dan zij by het uitsproken te zien
gaven. Het overtollige is weggelaten, het
gebrekkige is hersteld, in korte goed-ge-
bouwde zinnen wordt samengevat, wat dik
wijls in een lang en telkens herhaald be
toog, slecht gesteld en onbeholpen uitge
sproken, werd gezegd.
De verslagen van Van Raalte hadden een
vermaardheid, juist om hun helderheid en
hun juistheid. Tot het laatst van zyn leven,
heeft hy diezelfde opgewektheid Iwhouden,
welke zoo verwonderlijk mag hceten hy
iemand, die altyd tusschen het weinig op
wekkende politieke gekibbel zit. Onder zyn
collega’s was hy om zyn onverstoorbaar op
timisme bekend, zyn jeugdig, onbluschbaar
vuur hield hen flink en krachtig. Vandaar
ook, dat hij met zyn tjjd wist mee te gaan.
Toch gaan menschen als hy in <le groote
massa verloren. Dat is nu eenmaal het on
geluk van bepaalde vakken, dat het enorme
werk ervan niet zoo in het oog springt. Het
pietluttigste Kamerlid heeft een naain in
Nederland, is althans by name l>ekend en
een man als van Raalte, die meer dan een
halve eeuw belangrijk werk deed, is ternau
wernood buiten het kleine groepje vrienden
en kennissen bekend. Dit is het gevolg van
de anonymiteit, die een kwaad is in de pers
en waartegen de journalisten dan ook beaig
zyn zich aan te gorden.
Belangrijk nieuws valt er in deze zomer
maanden niet te meiden. Een deel der
menschheid is met vacantie, een ander deel
wordt geëxamineerd en ondervindt de zege
ning van ons onderwijsstelsel. De scholen
rusten uit en de leeraren en onderwijzers
hunkeren weer naar den eersten September,
waarop zy hun taak weer kunnen opvatten.
In de regeeringsbureaux hangt de loome
zomersche stemming en op Scheveningen
paradeeren de renteniers en hun dames.
Zoo doet ieder wat en het meerendeel doet
niets. We leven in de rustige rust en voor
al nu de Kamer op reces is, ontbreekt alle
emotie. In dien ouden tyd was het nog het
Hof. dat eenige geur en fleur aan de resi
dentie gaf, maar die tyd is heelemaal voor
bij. Het is nu eer het Kurhuus en zijn con
certen, (lie <le attractie vormen van de zo
mermaanden. Gelyk het 's winters „ton” is
om Mengelberg te genieten, is het ’s zomers
„en vogue” om het Kurhaus te bezoeken al
voel je voor muziek niets en al kyk je naar
de badplaats niet om.
Hoe de menschen er zin in hebben om
‘s avonds in <!en snik-heete zaal te gaan zit
ten, is een raa<lsel. Maar ieder heeft zijn
meug.
(zy 't ook met het bekende achterdeurtje)
alles en nog wat op don Zondag verbiedt.
Nu deed zich het merkwaardige geval
voor, dat de Minister van Onderwijs enz.
rechtdraads inging tegen den opzet van de
Zondagswet van zijn aollega en Premier,
Ruys de Beerenbrouclc en daardoor een der
zoogenaamde grondzuijan van „christelijke”
politiek aan den volk, vertoonde nis een
vermolmde peiler, die ,jjeen regeergebouw
meer dragen kan. Wa» niet het ontwerp-
Zondagswet van Ruya de eerste groote po-
litiek-christelyke wet, zoo eene, waaraan de
christen-kiezers konden voelen, dat zy wéér
kregen voor hun op de Coalitiepartijen uit
gebrachte stem? En nu komt een van de
collega-minlsters, nog wel de predikant van
het Kabinet (en waarlijk geen vrijzinnig
predikant) zich openlijk, in de Kamer nog
wel, tegen het beginsel van deze Zondags
wet richten!
Wij raden een ieder aan, te lezen wat de
Minister hierover gezegd heeft. Het zijn
vooral in deze tjjden, waarin de clericale
partijen zich zoo weren, gulden woorden.
Grif gaf minister de Visser toe, dat er
ook onder de christenen een zeer verschil
lende beschouwing is over de Zondagsrust
en de heeren Duymaer-Schouten c.s. duwde
hy met reden tegemoet, dat men het niet
zoo moet voorstellen, alspf het christendom
ons in bijzonderheden injicht over wat wij
op Zondag hebben te doen en te laten, zoo-
dat, wie daarop iets toelaat als de opera,
als een niet voldoend Christen zou kunnen
worden beschouwd. Kort en goed zette hjj
uiteen, dat ook dr. Kuyper tot de conclusie
kwam, dat men met het vraagstuk van de
Zondagsrust in christelijke, zelfs in gere
formeerde kringen, nog ’by lange na niet
Iflaar is. Toen hierop de anti-revolutionnair
Smeenk uit zjjn zetel opstoof en den Minis
ter toebeet, dat het onder de zjjnen een al
gemeen beginsel is, dat men niemand op
Zondag de rust mag benemen, die men voor
zichzelf begeert, repliceerde de Minister be
daard en voor de anti-revolutionnairen on-
aangenaam-raak, dat men dan ook nooit in
een hotel, hetzij in binnen- of buitenland,
moet gaan logeeren, omdat men dan op
Zondag allerlei personeel voor zich aan het
werk zet. De Minister ging er verder niet
op in, hij wilde geen twistvuur stoken, doch
hjj legde toch nog even vast, dat men dus
niet te spoedig op den Minister een blaam
moet werpen van onchristelijkheid, wanneer
hjj niet bepaald verbiedt, dat op Zondag
avond de Neder!Opera wordt gegeven als
het Rijk subsidieert.
Wat zal Ruys op dit alles antwoorden?
Wat zal hij er op k u n n e n antwoorden
Hjj wil principieel alle publieke kunst
uitingen op den Zondag verbieden, bedreigt
er zelfs zware straffen tegen. En nu komt
zijn collega dr. de Visser die van de
theologie nog iets meer weet dan de r.-ka-
tholieke jurist Ruys de Beerenbrouck en
xenh Wie had kunnen donken dat Lu
cille Darracourt zoo laag zou zinken
Zi.( keek met zegeviereiid(>n. spijti-
geen blik naar hem.
Hij werd ongeduldig en liep op en
ii4'er; zij sloeg hein gade van onder d<‘
half gesloten oogleden, zich als een kat
vcrmakeiul over zijn woede.
Zij is jolig en heeft geen «iHlwvin-
ding~. mompelde hij boos; ..en die -
die hond ziel er knap uit. Hij redde
haar het leven tPiumnste dal denkt
zij’
geef u •gM'ii moeite om haar te
verontschuldigen. Markies.’ zeide zij
koeltjes „E«n hertogin kan haar stal
knecht trouwen wij., vrouwen, zijn
hu eenmaal zoo. Maar het ziet er voor
uu plannen kadijk uit. dat is zaduir; het
hoogtepunt is voor ons wat te vlug ge
komen. niet waar?’
Hij smoorde pen vloek
„Ja maar hot moet gekeerd worden.
Ik zou hem liever hier voor miui voe
len dooik'n. dan te zien, dat hij haar
trouwde.
„Ik geloof niet, dat er sprake was
van moord in ons verhofwl. Markies!’’
zeide zij sarenstisch.
Hij schrikte en keek achter zk'h
„Wie sprak van moord? Er zijn an
dere manieren
«Vertol mij. wat er gebeurde, want
natuurlijk was u er gelukkig dicht ge
noeg l>i« om Z4« te hooren?" spotte zij.
Hij keek grimmig en zonk naast haar
op do hank on vertelde zooveel als hij
over zich kon verkrijgen om haar te