F GamSCHËMËESaCBrf: Kk Openbare Hooping L ERA Goudsche Auto-Transport-Oiiderneiuing. BouwmaiiswoÉg, OPRUIMING ~J C. A. B. B^"-^ VilverliMM'i i»i <lil Blad. Anga-bonbons Siroopwafelen Zit- en Slaapkamer „MULDER en OOMS" I Óen „ORO, KINDEPZALF KANTOORBEDIENDE. A. BLOEMEN, Kattensingel 74, - Telefoon 539. J. HULLEMAN, Lange Tiendeweg 5, Telefoon 350. Hooi-en Weiland, DAMES-BLOUSES ;idl isl Vraagt ZAAL's Heerlijke KINDERCOURANT Mediiohc Brieven. Maagkanker. IV. Na tie inleiding van de vorige keeren en de algemeene bespreking, die w\j gevoerd hebben over de kanker wil ik thkns deae ziekte met u nagaan t. o. t, van een bepaald orgaan, n.l. de maag. Onze maag speelt n.l. een buitengemeen gewichtige rol by deze ziekte, zoo gewichtig, dat ten naaste by de helft van het totaal aantal voorkomende ge vallen van kanker op rekening moet worden geschreven van vorengenoemd orgaan. Vooral by den man is dit het geval. By da vrouw is het percentage waarschyplyk ieta minder en concurreeren de geslachtsorga nen zeer sterk met de maag. Reeds één der vorige keeren was ik in de gelegenheid u mede te doelen, dat kanker een aandoening veelal is van den meer gevorderden leeftyd en zoo is deze regel ook geldig voor kanker van de maag. Het gros van de gevallen komt voor na het vyftigste levensjaar on geveer. Buitengemeen t&lryk zijn nu de onderzoe kingen, die verricht zyn om de oorzaak van dit lyden speciaal t. o. z. van de maag op te sporen. Het i*g voor de hand, dat men allereerst de voeding aansprakeiyk stelde. „Grove dieetfouten herhaaldelijk begaan, zouden kanker van de maag in de hi werken", zoo luidde een tijdlang het parool. Ook het overmatig gebruik van alcohol heeft een tijdlang in een slechte rèuk ge staan. Hoewel dit laatste op zich ajelf na tuurlijk streng is af te keuren, rtioet ik toch mededeelen, dat de alcoholist(e) niet meer gevaar loopt voor maagkanker dan da geheelonthouder (onthoudster). In dit ver band wil ik hier tevens aan toevoegen, dat dit wel het geval is by kanker vfen den slokdarm. Een zeer groot gedeelte van d« ïyderessen en ïyders aan slokdanpkanker zO'n of waren misbruiksters of misbjruikors van alcohol. Vanwaar dit verschil, «oh heeft men zich afgevraagd. Men heeft gemeend dit als volgt te moeten verklaren. Dje alco hol, die in de maag komt, wordt doorgaans onmiddellijk vermengd met het voedfjel, dat nog aanwezig is, terwyi ook de spijsverte ringssappen, die in dit orgaan worden af gescheiden, het hunne er toe bydragen om de alcohol te verdunnen. Geheel anders is dit het geval by den slokdarm, waar de alcohol onverdund met den wond in aanra king komt. De voortdurende sterke prikke ling van de Epitheelcellen door dit vocht uitgeoefend, zou nu dé woekering v^n hen in de hand werken. De verklaring omtrent 't ontstaan van do Maagkanker is dus noch op de één, noch op de andere wyze duideiyk. Integendeel, het meerendeel der Ïyderessen en lydcrs heeft zeer soliede geleefd, is tot den huidigén dag steeds gezond geweest en heeft nooit last gehad van de maag. Zy konden steeds alles goed verdragen en wanneer andere huisge- nooten soms klaagden over het „zWare" eten, dan waren zy het, die nergens iets van wisten. Vrij plotseling keert echter het blaadje om en krygen zy last van de maag, moeten telkens braken. Men meent niet zel den wat koude gevat te hebben, daar men doorgaans niet wist een maag te bezitten, doch de verschynselen gaan niet over en blijven op één hoogte of worden erger. Te- geiykertyd wordt de patiënt wat bloedarm, vermagert sterk en voelt zich zeer moe, ter- wyi het gelaat een buitengemeen' typische kleur, n.l. een „vaalgele" gaat vertoonen. Het spreekt van zelf, dat niet iedereen met een vaalgele gelaatskleur kanker heeft en alleen een ervaren medicus met een z.g. „klinischen blik" zal in staat zyn uit het complex van verschynselen de maagkanker te herkennen. Men heeft langen tyd zeer vreemd gestaan tegenover deze merkwaar dige snelle uitputting en vermagering der niet te verklaren ïyderessen en Ïyders, die niet viel uit de geringe eetlust, natuurlijk De met deze ziekte altyd gepaard gaat. meest gangbare meening thans is, dat Istof- fen worden afgescheiden, die in onze blpeds- baan te land komen en oen zeer verdlerfe- ïyken invloed uitoefenen op de b oed- lichaampjea. Op deze wyze is dan ook het snelle krachtverval en de sterke bloedar moede zeer verklaarbaar. Venier drageij ook de soms heftige maagpijnen het hunne er toe by om één en ander te verhaasten,) Hoewel bovenstaande de algemeene gang van zaken is, toch komen er ongetwijfeld gevallen voor, waarin men in 't geheel niet klaagt over de maag, althans niet inden beginne, doch integendeel een goeden eet lust heeft. De moeheid en loomheid, het snel toenemend krachtverval voert dan dé(n) patiënt(e) naar den medicus. Niet zelden is in zulke gevallen het vernemen der zijekte zeer moeilyk, maar gelukkig bezitten wM in onze dagen tal van hulpmiddelen, die,ons ten dienste kunnen staan in dergelyk<| op het eerste gezicht dubieuse gevallen, zoódat binnen korten tyd alle twyfel buitengeslo ten kan worden, een feit van zeer groote beteekenis, zooals wij den volgenden keer zullen zien, daar alleen zeer vroegtydige hulp meestal nog redding kan brengen beheer yixer buitenlandsche betrekkingen worde in het algemeen zoo openbaar mo gelijk gevoerd. Afd. III behandelt de Buitenlfmlsche economische politiek en afd. IV de «innen- landsche economische politiek. Hierin wondt bepleit het streven naar: 1Intensieve cultuur. 2. Geleidelijke, doch spoedige terug keer tot zoo groot mogeiyike bedrijfsvril- heid met doorvoering van het principe, dat particulier initiatief en particulier bedrijf regel behoort te eyn. 3. Krachtige bevordering van de ont ginning der eigen bodemschatten. 4. Verbetering van het verkeerswegen te land. te water en in de lucht ter be vordering van de ontwikkeling onzer eco nomische krachten. In afd. V wordt aangedrongen op her ziening van verschillende wetboeken. Afd. VI bepleit Sociale Wetgeving. 1. Vereenvoudiging van de wettelijke arbeidsverzekering en uitbreiding daarvan tot alle arbeiders en tot kleine zelfstan digen in beroepen en bedrijven. 2. Gelyk loon voor gelijken arbeid voor werknemers van beiderlei geslacht. Bevordering eener juiste verhouding tusschen de bezoldiging van geestes- ert handenarbeid. Afd. VII. Onderwijs en Volksopvoeding spreekt de wenscheliikheid uit van bevor dering van de ontwikkeling van het onder wijs in de richting der opleiding tot meer dere geschiktheid voor het maatschappe lijk leven en de gezinstaak. In afd. X, Leger en Vloot, wordt o.a. ge zegd dat land- en zeemacht behooren te «yn ingericht overeenkomstig onzen volks aard. Afd. VIII. Volksgezondheid. Bevordering van de volksgezondheid in de eerste plaats door: a. snelle voorziening in den woningnood en wegneming van hindernissen van over heidswege, die de particuliere bouwnijver heid verhinderen zich krachtig te ont plooien; b. bestrijding van tuberculose en ge» slechtsziekten; c. verbetering van de «ieken- en kraam- vrouwenverpleging in het bijzonder ten platte lande. XI. Financiën van Rijkeen Gemeente houdt o.a. in: ll. Uitgaande van het beginsel, dat met de financieele draagkracht van den belas tingplichtige moet worden gerekend en voorop stellend, dat de belasting der on dernemingsgeest of de productiekracht van ons volk zoo min mogelyk mag belem meren, worde gestreefd naar een vereen voudigd belastingstelsel, rekening houdend met de grootte van het vermogen, de zui vere inkomsten, de verteringen en de grootte der gezinnen van de belasting- 'plichtigen. 2. In de successierechten worde de pro gressie verder doorgevoerd. 3. IDe gemeenten worden ontlast van al zulke kosten alB feitelijk ten behoeve van het geheele volk worden gemaakt, o.a. die voor de verpleging van behoeftige krank zinnigen, voor het L. O., de armenzorg en de politie. Afd. XII. Koloniale Politiek. L ,Ten *a™en de Koloniën gal den dezelfde beginselen als in het wèrk- program ten aanzien van Nederland wor den gehuldigd. Het beginsel van het zelfbeschikkings recht der volkeren wordt voor de bevol king van onze Koloniën als juist erkend ten einde tot de rypheid te geraken, die voor de toepassing van dit beginsel wordt vereischt, moeten de bevolkingen in de te genwoordige verhouding tot Nederland ge- leidelyk worden opgevoed tot een zelfstan dig staatkundig oordeel; evenredig aan de voortschrijding in die richting moet van de inheemsche krachten gebruikt gemaakt worden ter vervulling van betrekkingen in den publieken dienst tot in de hoogste en meest verantwoorde- lyke posten. 2. Aan de bevolking van onze Indiën moet passend lager-, middelbaar- en hoo- gcr onderwys 0p nijverheids-, handels-, andbouw- en scheepvaartgebied worden BINNENLAND. Het werkprogram van den Economisch en Bond. Men zendt ons toe het werkprogram van den Economischen Bond, dat werd vastge steld in een besloten vergadering van 10 dezer. Het is verdeeld in dertien hoofd stukken, waaraan we het volgende ontlee- nen: Afd. I behandelt de Staatsinrichting. Verklaard wordt: De voortzetting der de- mocratiseering# geschiedde alleen lahgs wettigen en ordelijken weg. Zakelijke re organisatie van de Departementen van Al gemeen BBestuur en andere organen van den openbaren dienst, zooveel mogelijk naar de beginselen van de moderne bedrljfs leiding. Afd. II. 'Buitenlandsche Politiek. Het 3. De enorme natuurlijke hulpbronnen op en in den bodem van deze Riiksdeelen aanwezig, 'behooren zoo krachtig mogelijk in het gemeenschappelijk belang tot ont ginning te worden gebracht, waarbij moet worden zong gedragen, dat de inheemsche bevolking in de eerste plaats voor hare geestelijke en economische ontwikkeling daarvan party trekt. Afd. XIV. Politie betoogt, dat in ver band met de steeds grooter wordende be teekenis der politie, niemand tot het waar nemen van eenige politiefunctie moet wor den toegelaten dan na een doelmatige op leiding te hebben genoten en blijk te heb ben gegeven te voldoen aan behoorlijke eischen door de de Regeering in het alge meen belang aan de vervulling dier func- etie te stellen. De Anti-Revolutie wet. Verschenen is de Memorie van Antwoord der Eerste Kamer op het Voorloopjg Ver slag op het wetsontwerp tot bestryding van revolutionnaire woelingen. Voorzieningen als de onderhavige moetën zoo mogelyk niet worden voorgesteld op tydstippen, waafln onmiddellijk dreigend gevaar voor omwenteling bestaat De stel ling is trouwens kwalyk verdedighaar, dat - men geen strafwetten mag vaststellen, a's men de gebeurtenissen, waartegen die wet ten zich richten, zich daadwerkelijk hebben voorgedaan. Dan zou een groot deel der be staande wetgeving ontydig zyn. De minister toont dan aan, dat het ont werp niet ontydig is, daar ons W. v. S. zeer groote leemten bevatte, en dat de indiening van een voorstel om die leemten weg te ne men een politieke fout zou Zyn, kan dan ook niet worden toegegeven. Het ontwerp zal geen enkele hervorming tegengaan, het wil alleen het streven naar hervorming binnen de banen des rechts be perken en voorkomen dat ons volk ter wille van de denkbeelden van zekere hervormers, in den chaos wordt gejaagd. Als tot dusver zal overigens ieder züne denkbeelden door de pers of anderszins mo gen verbreiden. De wet stelt alleen bepaald omschreven handelingen strafbaar, alles zal (jus niet ^afhangen van de subjectieve opvattingen en intiehten van de rechterlU- ke macht. De bestrijders van dit ontwerp beweren daarvan allerlei monstruositeiten, als aan randing van de vryheid van meeningsuiting en propaganda, doch vermijden zorgvuldig het bewys van de gegrondheid hunner be denking te leveren. -•De leden, die vreesden, dat men met dit ontwerp het beoogde doel wel eens kon voorbyRtreven, kunnen zich overtuigd hou den, dat de minister van het belang eener verstandige toepassing doordrongen is. De noodzakeiykheid der voorgestelde voorzieningen is duidelyk gebleken, ge wacht kan natuurlijk niet worden tot een omwenteling zich heeft voorgedaan. Nie mand zal ook ontkennen, dat het internatio naal streven naar omwenteling een fantasii is. Een internationale boycot valt inderdaad buiten het kader van dit wetsontwerp, het welk zich alleen bejierkt tot omwenteling. Grooter Amsterdam. Naar het „Hbld." verneemt, heeft dé di recteur der gemeentewerken te Amster dam, de heer A. W. Bos, een nieuw bouw plan ontwerpen voor hpt stadsgedeelte aan den overkant van h«t IJ; zulks in verband met de drooglegging van de Zuiderzee. Het plan is zeer grootsch opgevat en houdt rekening met het feit, dat in den loop oer jaren aan den anderen IJ-oever een stad zal moeten verryzen eenige ma len grooter dan het tegenwoordige bebouw de Amsterdam, de uitbreiding-Zuid alzoo niet inbegrepen. Daar dit plfin, waarvan de opzet door deskundigen zeer wordt ge roemd, de plannen der IJ-oeververbinding kruist, zullen al deze ontwerpen in onder ling verband door de daarby betrokken diensten worden bestudeerd en zal er van het aanvankelijk voornemen om de IJ- oeververbinding spoedig tot een onderwerp van openbare discussie te maken, vooreerst weinig komen. De loonen der werklieden. De Raad van Rotterdam heeft Donder dagavond, ondanks de krachtige bestryding door mr. van Aalten, den heer Richters en den burgemeester, het voorstel tot dekking van de kosten als gevolg van de terugwer kende kracht der verhooging aan de werk- liedenloonen tot 1 Januari 1919, groot 1.474 000 uit 12 millioen van de oorlogs winst-belasting met 22 tegen 15 stemmen aangenomen. Meerdere vreemdelingen. Volgens het in dè laatst verschenen (6e) aflevering van het Maandschrift van het Cntrad Bureau voor de Statistiek opgeno men overzicht betreffende het aantal in ons land vertoevende vreemdelingen bedroeg dit op 20 Juni j.l. 1Ó7.188 (85.732 mannen, 71 386 vrouwen). Hieronder zu'n de tijdelijk in Nederland vertoevende vreemde kinde ren slechts ten deele begrepen. Hoevelen van deze kinderen-fcierin niet begrepen zyn, was niet bekend. Sedert de vorige ppgave is het aantal dus gestegen Wfc 5845 (3056 mannen, 2289 vrouwen). Hat grootste aantal vormen de puitfcb-s, n.1 J9.321 (32.418 mannen, 26.908 vrouwfen) Wrvolgens komen de Bel gen met 52.00» (È4.64P mannen, 27)326 yrouwefr), daarntffde Franschen met 9851 (4429 mahheft, 5426 vrouwen) en ten slotte de Engelse Wén biet 4598 (2922 mannen 1676 vrouwen); GEMENGDE BERICHTEN. Een historische sigaar. Bij hot Deomwhe hereenlgingafeeet m do Dutp^eleramansen heeft een ma chine-directeur van de Deensche staa s- spoorwegen met name Floor, oen histo- rischo sigaar gerookt. Na den oorlog van 1863, die aan Denemaruen Noord- Sleeswijk kostte, schonk een Nooro- Skeswljksche Deen. Op oen bijeenkomst van Noordsleeswjjkers te Kopenhagen in 1865, die sjgaar aan ziin vriend Floor Sr., den vader van don boven genoemde, met de voorwaardq. dat ze niet mocht worden gerookt, voor Slees- wijk weer Deen^eh was. De oude Floor stierf, de zoon Vond do sigaar met op papjier er bij tie voorwaarde, on mi is de sigaar opgerookt. LAND- EN TUINBOUW. Amsterdamsche aan Weensche journalisten. Anjsterdamsehe Journalisten hebben een inzameling gehouden voor hun Weensche collega s, die f254 heeft op gebracht. Het geld is overgemaakt aan den penningmeester van den Ned. Jour nalistenkring. Duurder brood. In een gecombineerde vergadering van besturen van Vereenigingen van Broodbakkerspatroons te Amsterdaan is besloten aan de leden voor to stellen met ingang van Woensdag 22Juiie.k. den prijs van het witbrood met 3 cent per 800 gram te verhoogen. De werkloosheid in de Diamant industrie. Gisterenmiddag vergaderde de Am sterdamsche Juweliersvereeniging tot voortzetting der behan lel;ng van t ver zoek van het bestuur vani den A. N. I). B. om een half millioen beschik baar te stellen voor de werklooze dia mantbewerkers. Het voorstel van het bestuur "luid de: een uitvoerig schrijven te richten aan het heetuur van den A. N DB waarin wordt medegedee'd, dat afwij- zénd op het verzoek is bescli kt, tor- wijl ook de 3 pCt. vaeantie-toeslag met verder zal worden1 betaald. Over den inhoud van den hrlef werd geen debnf toegedaan. De vergadering ging accoord met het voorstel van het bestuur. Aardappel besproeiing. Sedert tal van jaren wordt met min of meer succes de besproeiing by aardappelen toegepast met juf. Bordeaux'sche of met Bourgondische pap tegen de bekende aard appelziekte. Fhytophtora infestsns. Welke zyn de er varingen daarmee? 't Is wel wat vreemd, dat men thans nog die vraag moet stellen, maar een feit is, dat de meeningen dien aangaande zeer uiteenloopen. 't Was daar om een goed idee van de Friesche My Landbouw, om over die zaak by haar leden een onderzoek in te stellen. Van een 11 afdeelingen kwam bericht in. Opgemerkt dient te worden, dat het onderzoek betrof tal van factoren, welke in deze een rol len. Allereerst: de tyd van sproeien, de hoe veelheid per keer gebruikte vloeistof en het aantal malen, dat de besproeiing wordt toe gepast. Maar dan nog: de invloed van het weer, van de grondsoorten, van de verschil lende variëteiten, de ouderdom van het ge was, de moeilijkheden, in verband met werkkrachten, de invloed op het aantal zieke knollen by het rooien, enz. Ook was van veel belang, in verband met de veranderde prijzen en arbeidsloonen, een nauwkeurige opgave der kostenberekening. Het verache nen rapport geeft een samenvatting van het 11-tal ingekomen berichten. Wy willen er het voornaamste uit meedeelen. Tyd van sproeien. Liever te vroeg dan te laat, wyl het middel voorbehoedend moet werken. By reeds aangetaste perceelen is zegt de een het resultaat minder, vol gens den ander zou de ziekte dan zelfs bevorderd worden. Een juist tijdstip is niet te noemen, omdat weer en soort hierin mee spreken. Toch wordt voor de eerste sproeimg een tyd, als het meest geschikt genoemd. Einde Juni, 21 Juni, voor eerste lingen e. d. wat vroeger, voor latere soorten desnoods 1 4 2 weken later. Vóór de bloemen in het gewas komen, zegt „Wit- morsum". „Oost dongeradal" vindt by d: frisch weer in Mei en Juni, het sproeien vóór „Juli overbodig". Hoeveelheid vloeistof. Hoeveel en hoe sterk De opgaven loopen vry sterk uiteen. Er wordt rekening gehouden met het aantal keeren, dat men sproeit, met de meerdere of mindere ontwikkeling van het loof, met het weer, enz. Baarderadeel noemt 10 K.G. poedor per Hectare en per keer, maar zegt niet hoeveel water, evenmin als Westdonge- radeel, die voor den len keer 9 K.G., voor den 2en keer tot 12 K.G. poeder per H.A. opgeeft. Kollamerland rekent op 12 K.G. 'er, en 480600 L. water per H.A. en keer. Witmarsum rekent op 5 K.G. poeder en 150—200 L. per pondemaat en per keer. Hoe sterker ontwikkeld gewas, b meer oplossing. Zyn by volgendo besproeiingen nog belangrijke resultaten len vorigen keer aanwezig, dan kan de oplossing meer verdund worden geno men. Hennaarderadeel geeft op: 140 L. wa ter per pontiemaat, waarin len keer 4 K.G., 2en keer 5 K.G., 3en keer 6 4 7 K.G. poeder wordt opgelost. Onder „sproeipoeder" wordt verstaan hft poeder voor Bourgondische pap, dus een mengsel van kopervitriool en soda. Vroeger werd meer gebruik gemaakt van Bordeaux' sche pap, bereid van kopervitriool en kalk. De bereiding hiervan was omslachtiger, maar het resultaat was beter, meende Wit marsum, en deze Afd. zou gaarne zien, dat door vergelijkende proeven werd uitge maakt of dit al of niet zoo is. Franeker komt tot een tegenovergestelde conclusie: tijdens den oorlog, toen er soda gebrek was er kalk werd gebruikt was het resul taat minder. In dezelfde afdeeling werd evenwel de opmerking gemaakt, dat het poeder vroeger beter was dan nu. Een on derzoek is derhalve wel gewenscht. Hoe vaak sproeien? 2 4 3 keer by koud, droog weer, oordeelt een; anders, zoo noo- dig, 5 4 6 keer. Men kan gaan tot 4 4 5 maal, ja soms tot 8 maal sproeien, schrijft een ander. Sommigen melden 2 4 3 of 2 tot 4 keer, een noemt 3 maal gewenscht, een ander 3 maal reeds maximaal. De weersge steldheid heeft hier 'n belangrijken invloed. Over den invloed van het weer wordt nog al uitgeweid. Is het weer droog en frisch, dus minder geschikt voor de verspreiding der ziekte, dan kan niet alleen de eerste be sproeiing langer achterwege blyven, doch. in veelvuldige en snelle herhaling minder noodzakelyk. Alle rapporten zijn het er over eens, dat by een warme,vochtige, regenach tige weersgesteldheid (nachten met zwaren dauw hierby meegerekend) veel spoediger het sproeien moet worden herhaald en lan ger voortgezet. Vooral het rapport uit „het Bildt" geeft een uitvoerig beeld van het „ziekte-gevaarlijk" weer. Het sproeien zelf moet geschieden by droog weer en niet te veel wind. Het loof moet absoluut droog zyn; heeft het gedauwd, dan mag men niet te vroeg beginnen. By felle zon en groote droogte sproeie men liever niet, vooral niet PP j»ng, geel gewas. Beter is het sproeien in den middag als de kracht van de zon af neemt. Verder is het by buiig weer noodig, dat men zekerheid heeft, dat de oplossing goed is opgedroogd voor er weer regen komt. Dewyl frisch weer de verspreiding tier ziekte niet in de hand werkt, is het be grijpelijk, dat de gewassen op perceelen, die omringd zyn door houtgewas, of luwte heb ben van gebouwen en boomgaarden, ge vaarlijker zyn voor de ziekte dan de geheel ADVKKTKNTlëN. Gemeubileerde GEVRAAGD, op goeden stand (met of zonder pension) door HEER, z. b. b. h. h. 3(3 >4 10 Brieven onder no. 3654, bureau GOUDSCHE COURANT, Markt 31. 3650 AANGEBODEN: 5 Gemeubileerde Zit- en Slaapkamer zonder voll. pension. Adres te bevragen. Bur. Goudsche Courant Markt 31. Door een paar afdeelingen wordt gewe zen op een schijnbaar ongunstigen invloed van het sproeien by een bepaalde weersge steldheid. Het komt voor, dat een onbe- sproeid gewas minder zieke knollen by het rooien levert dan een besproeid gewas. Als het laatste gewas n.l. by langer doorgroeien door de besproeiing, met regenachtig, warm weer te kampen heeft, en het eerste gewas daarentegen frisch, droog weer treft en daardoor vry van ziekte blijft en vroegtij dig afsterft. Gewoonlyk echter weegt dan nog de groote oogst voldoende op te gen het groote aantal zieke knollen. En wijl het gehoemde geval zich slechts onder be paalde weersomstandigheden kan voordoen, mag het geen reden zyn om het sproeien na te laten, omdat dan ook de normale kans op een grooter opbrengst en minder zieke knollen eveneens verdwenen is. (Slot volgt). Bij acte den 16 Juli 1920 verleden voor den Notaris J. P. MAHLSTEDE/ te Bergambacht, is tusschen de hee- ren KAREL PIETER PHILIPPUS MULDER, koopman teGouda, DIRK OOMS Junior, koopman aldaar, JA COB DEGEN A AR, koopman te Klun- dert en DIRK OOMS Senior, koffie huishouder te Bergambacht, overeengekomen dat met ingang van 16 Juli 1920 de heer MULDER voornoemd is getre den "uit de vennootschap onder de firma gevestigd te GOUDA, ten doel heb bende den handel in gedistilleerd, li keuren en aanverwante artikelen en hetgeen verder met gemeenschappe lijk overleg zal worden goedgevonden, tusschen genoemde heeren, aange gaan bij acte den 6 Februari 1920 voor genoemde notaris verleden; en dat te rekenen van gemelden da tum, de zaken der vennootschap onder dezelfde firma door de overige ven- nooten zullen worden gecontinueerd, echter zonder eenige verdere aanspra kelijkheid of verantwoordelijkheid hoe ook genaamd van den uitgetreden vennoot Mulder. 3658 45 J. P. MAHLSTEDE, Notaris. ten overstaan van Notaris R. W. H. PITLO, te Gouda, op DONDERDA GEN 22 JULI a.s., bij inzet, en 29 JULI d.a.v., bij afslag, telkens des v.m. te elf uur, in het hotel „De Zalm" aldaar, van le. Twee perceelen WEILAND, ge legen onder Gouda, tusschen de Kromme Gouwe-Nieuwe Vaart en Nieuwe Vaart-Winterdijk, groot resp. 43.41 A. en 59.31.A.le perceel ver huurd tot 1 Nov. 1921 aan den heer Spruyt en 2e perceel tot 1 Nov. aan den heer Burger, geschikt voor op slagplaats, fabrieken enz. Onder de gem. Reeuwijks 2e. Een Perceel WEILAND, groot 1.47 H.A. aan den Zwarteweg bij den Graaf Florisweg, verhuurd tot 1 No vember a.s. aan den heer Verkley, ge schikt voor bouwterrein 3e. In den polder Vrijenhoef, onge veer 27 H.A. WATER, DIJK, TEEL- LAND, enz. tusschen de Vogelenzang- sche Watering en de Twaalf Morgen. Polder Sluipwijk: 85^75 4e. in het blok Nieuwe Broek onge veer 29 H.A. WATER, TEELLAND, enz. tusschen de Vogelenzangsche Watering en de Achter-Watering. Perceelen 3 en 4 verhuurd tot 1 Ja nuari 1921 aan de heeren Schouten. 5e. Twee WONINGEN, gelegen in de Twaalf Morgen, G 66 en 67, met Land, Water enz., groot ingeveer 4.26 H.A., verhuurd tot 15 Maart 1921. 6e. In het blok Nieuwe Broek on geveer 10.85 H.A. TEELLAND en WATER enz. tusschen den Nieuwen Broekschendijk en de Achter-Wete ring, verhuurd tot 15 Maart 1921 aan den heer H. v. d. Dijk, en 7e. In den Polder Reeuwijk, blok 's Graanboek, ongeveer 9.37 H.A. TEELLAND, WATER enz., tusschen de Groote Ree Watering en Raven- bergsche Watering, verhuurd alsvo- ren aan den heer W. Brauns. Perceel 2, 3, 4, 6 en 7 in perceelen en massa. Aanvaarding en betaling 15 Sep tember 1920. Veilingboekjes zijn tijdig verkrijg baar bij genoemden Notaris. I 3me DEBESTE^ geneest roode ontstoken huid. Smetten, uitslag, schrijnen, zieere plekken. OOOZiN VAN JOt-ZOU. SU APO TH0A Ter verdere opleiding op kantoor BIEDT ZICH AAN net Jongmensch, 20 P. G., door den militairen dienst buiten betrekking, al eenigen tijd op kan toor werkzaam geweest, bekend met Boekhouden. Br. onder no. 3599 Bureau GOUDSCHE COURANT, Majkt 31. %.yl Q* moafyA 4* votdotn Qé&ruCA olocn £7?/7 vexrr Uu; jycAotsi. Voor het sluiten van contracten en het vervoeren van Goederen zoowel binnen als bulten de stad, wende men zich tot onderstaande adressen I 2500 80 Notaris R. GALLAS te Zevenhui zen (Z. H.), zal op DONDERDAGEN 29 JULI en 5 AUGUSTUS 1920, tel kens voorm. 11 uur (zomertijd), in het Koffiehuis „Het Schaakbord", te Gouda, a. d. Kleiweg, bij inzet, ver hooging en afdlag, openbaar verkoo- pen: DE GOED ONDERHOUDEN pi. gem. A 2, bestaande in Woonhuis en Stalling, met Schuren, Ikteahok, Hooiberg, Erf, Werf, Tuin£Boom- gaard. Watering, en diverse perceelen uitmuntend zeer gunstig by elkander, en grooten- deels aaneengelegen in Randenburg, gemeente Reeuwijk, aan den Dijk langs de Gouwe, tusschen Waddinx- veen en Boskoop, samen groot 18.89.45 Hectaren. Thans nog in huur bij den heer GIJSB. VAN DAM. In 11 perc., ondermassa's en gene rale massa. Vrij van huur te aanvaarden: de landerijen met Kerstmis 1920, en de woning en verdere opstallen c.a. op 1 Mei 1921. Betaling: 23 September 1920. Breeder omschreven bij notitiën met kaart, gratis verkrijgbaar bij den Notaris, die nadere inlichtingen verstrekt. 3638 52 van alla voorradig. aaa.T - boud.. aauoa. Koop|.. In Klndarpafc|as, «iurk|aa, Hoad|aa, ara. - OEEN ZICHTZENDINOEN. A CONTANT Verkoudheid, Heeschheid Gebruikt Ur A.MMNMAROT. ZmK MARKT 32 Telefoon 216. NADRUK VERBODEN). (Art. 15 AuUurswat.) AAN DE JEUGD Oh, wat genieten we nu het weer steeds mooi is de laatste dagen. We zien allen al aardig rood en bruin. Elsje heeft een paar aardig speelkameraad jes gevonden, in de kindertjes van een oude vriendin van my. Stel je voor als jong meis je was zij met haar moeder naar Indië ge gaan. We hadden elkaar in geen veertien jaar gezien, en nu opeens zien we elkaar hier we^r, en nu spelen onze kinderen met elkaar; dat vind ik toch zoo'n alleraardigst idee. Elsje heeft een „Marikaanschen" vlieger gekregen van Pappie. Ze bedoelt een Ame- rikaansch'e zie je. 't Is een heele groote, maar je moet haar parmantig zien staan, met de vlieger hoog in de lucht. Ze mag nog niet in 't natte zand, of poot je baden, maar als we hier 14 dagen zijn, dan mag het van den dokter, die tyd ia dus bijna om. Ze is erg lief geweest en heeft er niet om gezeurd. Ik ga nu eiken dag zwemmen. Heerlyk is dat. Vanmiddag waren er zulke Uooge golven dat je iederen keer naar 't strand toe geduwd werd, van zwemmen is dan geen sprake, dan spring je maar wat rond Volgende week als Pappi wdlr een dag komt, mag Elsje ook mee. Ze is er erg vol van, maar ik vrees, als 't gewichtige oogen- blik daar is dat ze wel heel bang zal zyn. Onze Dickie gedraagt zich nu weer voor beeldig. Ze is nu zoo zoet en lief, en wil maar steeds staan. Ik wil jullie nu nog even een ontboeze ming opschrijven van één van onze kran tenvrienden. 't Is een aardig in elkaar gezet gedicht, luister: Wat is het toch heerlyk te leven in een land Waar men kan toeven aan M; prettige strand, Te baden in de zee, Wie doet daar niet aan mee, Te plassen in het nat Dat 't water om de ooren spat. Wat zou ik niet geven Als ik dat kon beleven. Maar wat een verdriet, Dat kan in Gouda niet. Nu ga ik zwemmen In de inrichting klein, Dat kan des morgens ook verfrisschend zyn. G. P, Wel leuk hè? Nu moet ik nog even met jullie praten over een besluit dat de Directie van onze krant genomen heeft, n.l. om niet meer iedere week maar om de twee weken een prys toe te kennen onder de goede oplos sers van de raadsels. De Directie vond dat er te weinig kinde- i£ii meedoen om iedere week een prys te geven. v Jullie moet dus in 't vervolg twee weken achter elkaar, de raadsels goed hebben op gelost, om voor een prijs in aanmerking te kunnen komen. Ik geef dus iedere week ge woon de raadsels op, en de oplossingen met de goede oplossers, wie zyn naam twee we ken achter elkaar in de krant ziet, weet dat hij voor een prijs in aanmerking is geko men. Maar op één van die allen valt het lot. Goed begrepen? Tot volgende week, dpg kinders. CORRESPO NTIE. Kabouter. Nee "Wai" kmd wat een cadeaux heb jij gekregonl jammer toch dat je daarom geen tyd k«/n Winden om my te schrijvén. Aardig postpapier kreeg je en ik vind 't stempel erg deftig/Tertel me eens iets van 't tochtje naar Boskoop onuagskindje. Erg veèh graven doet Elsje nog niet. Ze loopt ma4r wat rond en speelt 't liefste met heel kleine kin dertjes. Wellicht als ze zich weer heelemaal sterk gevoelt, dat zé dan in 't zand „wer ken" gaat. Als Pappi in Augustus hier komt, zullen er wel heele vestingwerken ontstaan. Poppenmoedertje. Nee maar dat is maar heerlijk, dat jij ook iets kreeg op je zusjes verjaardag. Elsje is nu nog rood, maar zal wel gauw bruin worden. Heb je al vacantie? Tulpje. Wat akelig dat moeder weer ziek geworden is. Zou het niet komen, door dat zij in den winkel vaak op den tocht staat? Die aardige zakdoekjes, waarvan je vertelde, heb ik hier ook gezien met gebor duurde kiekjes van Schev. Gootje. Hoe is het met moeder's hoofdpijn? Wat zegt de nieuwe dokter van jou? Prettig dat Z. voor goed thuis blijft, nu zal ze jou nog wel eens gezelschap kun nen houden. Meiske ik vind het zoo prettig dat je je tegen my eens uitpraat, dat heb je wel noodig hè Maar toe m'n kindje, tob nu niet te veel, je doet er je zelf zooveel kwaad mee. Akelig dat Pa ook al niet goed is. Jullie krijgt ook zooveel te dragen. Ik weet al lang op welk postpapier je mij nu schrijven zult. Jij misschien nog niet hé? Dag meiske, hou je flink hoor! 't Al lerbeste met je en een extra groet van EJsje. Erica. Of ik Nijmegen ken? Nou of ik! Ik ben er heel vaak geweest in Berg en Dal, Ubbergen, Beek, de Duivelsberg en al die omstreken, 't Is er zoo mooi. Jammer dat je er tegenwoordig in de bosschen van B. en D. niet meer zoo vrij bent, nu de grens gesloten is. Naar gezicht was dat in den oorlog, overal dat prikkeldraad en die gevaarlijke electrische draden en die solda ten aan beide kanten. Nu zal 't een beetje vrediger zyn, maar vrij mag je er toch ge loof ik nog niet loopen. Vertel me maar precies alles van je tocht. Krekel. Nee maar wat een avontuur. Je hebt 't geval nog al aardig opgeknapt. Wat reven ze je thuis een gezelligen naam, echt leuk! Ja. ik las in de krant van Roze- kindje", 't spijt me heel erg dat ik er niet ben, ik had 't graag gezien. Er doet maar een klein troepje Gouwenaars mee hè Els je wordt wel flinker, maar ze heeft 's avonds nog vaak verhooging, vervelend is dat. M a r ie t je. Meisje, geef nje dan eerst jouw adres even, dan stuur ik. ja een brief kaart. Wat vervelend lijkt me dat 's nachts voor die afsluitboomen. Vertel me eens waar je heen gaat in de vacantie. Zou je in de maand Juli niet een dagje bij ons mogen Ïen? Vraag het eens aan Moeder, mis- en mag het wel, E]flfe zou het erg pret- vinden. Als je zoolang voor de treinen moet wachten, bedenk je maar weer eens /een aardig versje, en dan stuur je 't me maar gauw. Germaan. Nee maat jongen wat een kranige geschiedkundige beschrijving over die Moren. Ben jij zoo'n kraan In geschie- Idenis? Ik ben blij dat je weer naar school Waat. Je hebt dunkt me een goed hoofd en Ban is het altijd jammer als dat niet ge bruikt wordt. Veel genoegen op je tochten. Nelly. Oh kindje, het was zoo onheil spellend en toch zoo prachtig over zee toen de onweersbui kwam opzetten. De lucht was byna zwart en dan telkens een heel lange bliksemstraal er doorheen. Maar er zat zoo'n kracht achter de bui dat we er in Schev. haast niets van gehad hebben, ik heb dus wel goed gedacht dat jullie 't mees te er van krygen zouden. Dwerg. Kindje #il je in de eerste plaats je ouders geluk wenschen met *t her stel van je zusje! Zusje zal nog wel heel zwak zyn hè? Gezellig dat jullie in Aug. komt, je zit dan zeker op 't oude plaatsje van verleden jaar. Jy geniet dezen zomer de zee net als wij, volop van s hé? Roosje. Gelukkig dat 't nergens inge slagen was. 't Is wel vreeselyk weer ge weest. Jammer dat 't autotochtje niet door ging. Is je rapport mooi Du iff je. Ik had een anderen schuil naam voor je gekozen n.l. „Heidekindje", maar ik vind dezen ook heel geschikt. Ja, ik heb ongeveer 2Vt jaar in Zeist gewoond en later nog al eens in Bosch en "Duin ge logeerd. Het is er zoo mooi, en 't lijkt er zooveel op myn geliefd Gelderland. Moet je nu altyd paar school loopen of ga je met 't klepeltreintje? Je hebt gelijk in Sept. is 't in de heidestreken 't mooist. Meidoorn. En heb je pleizier gehad op jullie schooltocht? Vindt je Wassenaar niet prachtig? Zondag zyn wy daar met kennissen met de auto geweest, maar ik zag zelden zulke mooie villa's en vriendelijke, smaakvol aangelegde tuinen. Heb je die laan gezien waar alle hekken er langs dicht begroeid waren met rose trosroosjes? Ik heb er van genoten! Jantje. Heb je veel pleizier gehad, vent? Ja hier is het onweer overheen ge dreven, ik dacht wel dat jullie er 't meeste van krygen zouden. Middelpuntj ziek te d e1 pun worden, j Arme stakker om jammer dat je niet zooveel Ik dacht dat broer 't gedicht gemaakt had. 't Is heel aardig. Jammer, dat jij niet op de foto staat. Ja, ik heb 't gelezen in de krant, blijft de toe stand nu zooals het is en krijg jullie een voudig een nieuw hoofd? Indiaan. Leuk hoor, dat je over bent. Was 't rapport mooi? Wat prachtig dat er niemand is blyven zitten! Wanneer ga je naar 't kamp Ik verheug me al op je ver halen daarna. Als je daar bent heeft „me neer" zeker geen tijd voor de Kindercou rant hè7 Boos, dat ik je even plaag? Nee hjè? Dag jongen, prettige vacantie. RAADSELOPLOSSINGEN. Van de ouderen: Het eerste raadsel staat geheel verkeerd in de courant en geldt dus niet mee. Ik zal het weer opgeven in de hoop dat 't dan goed geplaatst wordt. II. Landkaart. III. Aardenhout. Van de jongeren: I. Lepel. II. Arend. III. Kwatta-soldaten. Goede oplossingen zonden: Van de ouderen: Ag. S., Gootje v. d. L., Wim M., Jac. P., Dick v. V., Marie v. S., Jans IJ. d. S. Van de jongeren: Nelly en Jantje v. d. I.., Rietje IJ d. S. Voor de volqende week. RAADSELS Inzrndingan tot Dinsdagmiddag 12 uur. Vo^r de ouderen: I. 1 t'mer. 11. Myn 4, 16, 3, 2, 13, 9 zyn wezens groot in tal. 12, 8, 15 een die zich niet makkelijk van gen laten zal. 6, 15, 12, 8, 5, 10 zoo mag een rad nooit gaan. Voor 3, 17, 14, 4, 3, 14 valt het moeilyk om te staan. Ministers houden vaak een 2, 5, 4, 3. Een woedende 6, 16, 16, 11, en 2 ik gansch niet gaarne zie. Zeg mij nu 't woord, 't is 17 letters lang, En 't baarde voor eenige jaren een op zien van belang. J) H Voor de jongeren: I. Waarom roept een koekoek nooit voor Mei? II. Wat heeft een boer die werkt op 't land, altijd aan zijn recljjMhand III. Welke boer werkrftiet op 't land? Familie Krulstaart. Meneer en Mevrouw Krulstaart twee mooie eendjes woonden in een aardig huisje. Van binnen zag het er keurig uit en vóór hun huisje was een groote vijver met helder water. Meneer en Mevrouw Krulstaart zwom men dikwijls in den vijver, doch op zekeren dag legde Mevrouw Krulstaart drie mooie eieren. Zij ging nu ijverig zitten broeden en Het haar eiertje geen minuutje in den steek. Vader Krulstaart zocht nu voedsel voor hun beidjes en gaf de lekkerste hapjes aan zijn Vroujrtje. Toen de tyd van broeden voorby was, kwamen er drie lieve, gele eendekuikentjcH te voorschyn. Wat waren Vader en Moedea Krulstaart toen bljj! Het eerste heette Spring-in-'t-veld, het tweede Geeltje en het derde Vlug-in-'t-Water. ZjJ hadden heel zachte veertjes, 't was eigeniyk nog meer dons. Dadelyk zwommen zU met Vader en Mtoeder in den Vyver rond. Het drietal groeide met den dag. Geeltje en Vlug-in-'t-Water waren altijd heel ge hoorzaam, maar Spring-in-'t-Veld was «en echte kwajongen. En ongezeggelyk als hy was! Vader en Moeder Krulstaart moesten hem soms wel driemaal iets verbieden, vóór hij het liet. Op zekeren dag, juist toén de heele fa milie Krulstaart midden op den weg in het zonnetje aan het wandelen was, kwam er een rijtuig aan. Vader en Moeder Krul- .4taart kwekten luid. Geeltje en Vlug-in-'t- Water gingen dan ook dadelijk naar den kant, maar de eigenwyze, ondeugende Spring-in-'t-Veld bleef staan, waar hy was. Op eens schreeuwde hy vreeselyk. Het rijtuig was over één van zyn teentjes ge gaan. Hy waggelde naar den kant waar de anderen ook waren. Moeder beknorde hem maar niet, hij was al genoeg gestndt: hy moest zy heele leven mank loopen. 1)E RIDDER. Moeder zat te naaien. Henri zat te lezen. Moeder deed haar best om klaar te komen; ze moest hard werken. Vader was ziek, zusje waa nog klein en Henri... Hoe Henri was zult ge strak» wel weten. Hy la» van ridders, dappere, moedige, ryke ridders. Zijn (ogen glinsterden: „Moeder ik wyid later ook ridder. Dan zal ik alles voor u doen. Dan zal ik rUkdommen veroveren." „Zoo jongen, wat deden zy dan?" hielpen de onderdrukten, zij versloe gen de roovers, zij redden de gevangenen, zy woonden in mooie kastcelen." „Dat is mooi, iedereen te holpen." „Ze dragen mooie harnassen „Och, Henri, ik heb myn schaar boven la ten liggen. Zou een ridder wel voor een schaar de trap op en af willen loopen?" „Maar moeder, een ridder ging er op uit met zyn zwaard boven op een groot vurig zwart paard en zij deden altijd groote din- gen." „O!" zei Moeder en ze knapte de draad met haar vingers. Maar de draad was sterk en moeders handen teer, zoodat er een dun streepje bloed te zien was op haar blanke vingers. „Later zal ik een kasteel voor U bouwen, moeder en dan zullen anderen voor u naaien en werken. U zult een gouden bed hebben om te slapen." „O! wat mooi", en moeder bracht haar bloedende vinger naar haar moe, pynlyk gezicht en naaide yverig door. „Ik zal nog meer voor u doen, moeder, ook al kost het mijn leven „Wacht even voor 't zoover is," zei moe der, rik moet eerst myn schaar halen En Henri liet moeder opstaan en naar bo ven gaan. Terwyi hy in zichzelf pochte over zyn da den, die hij„later" zou doen. Weten jullie nu hoe Henri was?

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1920 | | pagina 2