F
GamSCHËMËESaCBrf:
Kk
Openbare Hooping
L
ERA
Goudsche Auto-Transport-Oiiderneiuing.
BouwmaiiswoÉg,
OPRUIMING
~J
C. A. B. B^"-^
VilverliMM'i i»i <lil Blad.
Anga-bonbons
Siroopwafelen
Zit- en Slaapkamer
„MULDER en OOMS"
I Óen
„ORO,
KINDEPZALF
KANTOORBEDIENDE.
A. BLOEMEN, Kattensingel 74, - Telefoon 539.
J. HULLEMAN, Lange Tiendeweg 5, Telefoon 350.
Hooi-en Weiland,
DAMES-BLOUSES
;idl
isl
Vraagt ZAAL's
Heerlijke
KINDERCOURANT
Mediiohc Brieven.
Maagkanker.
IV.
Na tie inleiding van de vorige keeren en
de algemeene bespreking, die w\j gevoerd
hebben over de kanker wil ik thkns deae
ziekte met u nagaan t. o. t, van een bepaald
orgaan, n.l. de maag. Onze maag speelt n.l.
een buitengemeen gewichtige rol by deze
ziekte, zoo gewichtig, dat ten naaste by de
helft van het totaal aantal voorkomende ge
vallen van kanker op rekening moet worden
geschreven van vorengenoemd orgaan.
Vooral by den man is dit het geval. By da
vrouw is het percentage waarschyplyk ieta
minder en concurreeren de geslachtsorga
nen zeer sterk met de maag. Reeds één der
vorige keeren was ik in de gelegenheid u
mede te doelen, dat kanker een aandoening
veelal is van den meer gevorderden leeftyd
en zoo is deze regel ook geldig voor kanker
van de maag. Het gros van de gevallen
komt voor na het vyftigste levensjaar on
geveer.
Buitengemeen t&lryk zijn nu de onderzoe
kingen, die verricht zyn om de oorzaak van
dit lyden speciaal t. o. z. van de maag op
te sporen. Het i*g voor de hand, dat men
allereerst de voeding aansprakeiyk stelde.
„Grove dieetfouten herhaaldelijk begaan,
zouden kanker van de maag in de hi
werken", zoo luidde een tijdlang het parool.
Ook het overmatig gebruik van alcohol
heeft een tijdlang in een slechte rèuk ge
staan. Hoewel dit laatste op zich ajelf na
tuurlijk streng is af te keuren, rtioet ik
toch mededeelen, dat de alcoholist(e) niet
meer gevaar loopt voor maagkanker dan da
geheelonthouder (onthoudster). In dit ver
band wil ik hier tevens aan toevoegen, dat
dit wel het geval is by kanker vfen den
slokdarm. Een zeer groot gedeelte van d«
ïyderessen en ïyders aan slokdanpkanker
zO'n of waren misbruiksters of misbjruikors
van alcohol. Vanwaar dit verschil, «oh heeft
men zich afgevraagd. Men heeft gemeend
dit als volgt te moeten verklaren. Dje alco
hol, die in de maag komt, wordt doorgaans
onmiddellijk vermengd met het voedfjel, dat
nog aanwezig is, terwyi ook de spijsverte
ringssappen, die in dit orgaan worden af
gescheiden, het hunne er toe bydragen om
de alcohol te verdunnen. Geheel anders is
dit het geval by den slokdarm, waar de
alcohol onverdund met den wond in aanra
king komt. De voortdurende sterke prikke
ling van de Epitheelcellen door dit vocht
uitgeoefend, zou nu dé woekering v^n hen
in de hand werken.
De verklaring omtrent 't ontstaan van do
Maagkanker is dus noch op de één, noch op
de andere wyze duideiyk. Integendeel, het
meerendeel der Ïyderessen en lydcrs heeft
zeer soliede geleefd, is tot den huidigén dag
steeds gezond geweest en heeft nooit last
gehad van de maag. Zy konden steeds alles
goed verdragen en wanneer andere huisge-
nooten soms klaagden over het „zWare"
eten, dan waren zy het, die nergens iets van
wisten. Vrij plotseling keert echter het
blaadje om en krygen zy last van de maag,
moeten telkens braken. Men meent niet zel
den wat koude gevat te hebben, daar men
doorgaans niet wist een maag te bezitten,
doch de verschynselen gaan niet over en
blijven op één hoogte of worden erger. Te-
geiykertyd wordt de patiënt wat bloedarm,
vermagert sterk en voelt zich zeer moe, ter-
wyi het gelaat een buitengemeen' typische
kleur, n.l. een „vaalgele" gaat vertoonen.
Het spreekt van zelf, dat niet iedereen met
een vaalgele gelaatskleur kanker heeft en
alleen een ervaren medicus met een z.g.
„klinischen blik" zal in staat zyn uit het
complex van verschynselen de maagkanker
te herkennen. Men heeft langen tyd zeer
vreemd gestaan tegenover deze merkwaar
dige snelle uitputting en vermagering der
niet te verklaren
ïyderessen en Ïyders, die niet
viel uit de geringe eetlust,
natuurlijk
De
met deze ziekte altyd gepaard gaat.
meest gangbare meening thans is, dat Istof-
fen worden afgescheiden, die in onze blpeds-
baan te land komen en oen zeer verdlerfe-
ïyken invloed uitoefenen op de b oed-
lichaampjea. Op deze wyze is dan ook het
snelle krachtverval en de sterke bloedar
moede zeer verklaarbaar. Venier drageij ook
de soms heftige maagpijnen het hunne er
toe by om één en ander te verhaasten,)
Hoewel bovenstaande de algemeene gang
van zaken is, toch komen er ongetwijfeld
gevallen voor, waarin men in 't geheel niet
klaagt over de maag, althans niet inden
beginne, doch integendeel een goeden eet
lust heeft. De moeheid en loomheid, het snel
toenemend krachtverval voert dan dé(n)
patiënt(e) naar den medicus. Niet zelden
is in zulke gevallen het vernemen der zijekte
zeer moeilyk, maar gelukkig bezitten wM in
onze dagen tal van hulpmiddelen, die,ons
ten dienste kunnen staan in dergelyk<| op
het eerste gezicht dubieuse gevallen, zoódat
binnen korten tyd alle twyfel buitengeslo
ten kan worden, een feit van zeer groote
beteekenis, zooals wij den volgenden keer
zullen zien, daar alleen zeer vroegtydige
hulp meestal nog redding kan brengen
beheer yixer buitenlandsche betrekkingen
worde in het algemeen zoo openbaar mo
gelijk gevoerd.
Afd. III behandelt de Buitenlfmlsche
economische politiek en afd. IV de «innen-
landsche economische politiek.
Hierin wondt bepleit het streven naar:
1Intensieve cultuur.
2. Geleidelijke, doch spoedige terug
keer tot zoo groot mogeiyike bedrijfsvril-
heid met doorvoering van het principe, dat
particulier initiatief en particulier bedrijf
regel behoort te eyn.
3. Krachtige bevordering van de ont
ginning der eigen bodemschatten.
4. Verbetering van het verkeerswegen
te land. te water en in de lucht ter be
vordering van de ontwikkeling onzer eco
nomische krachten.
In afd. V wordt aangedrongen op her
ziening van verschillende wetboeken.
Afd. VI bepleit Sociale Wetgeving.
1. Vereenvoudiging van de wettelijke
arbeidsverzekering en uitbreiding daarvan
tot alle arbeiders en tot kleine zelfstan
digen in beroepen en bedrijven.
2. Gelyk loon voor gelijken arbeid voor
werknemers van beiderlei geslacht.
Bevordering eener juiste verhouding
tusschen de bezoldiging van geestes- ert
handenarbeid.
Afd. VII. Onderwijs en Volksopvoeding
spreekt de wenscheliikheid uit van bevor
dering van de ontwikkeling van het onder
wijs in de richting der opleiding tot meer
dere geschiktheid voor het maatschappe
lijk leven en de gezinstaak.
In afd. X, Leger en Vloot, wordt o.a. ge
zegd dat land- en zeemacht behooren te
«yn ingericht overeenkomstig onzen volks
aard.
Afd. VIII. Volksgezondheid.
Bevordering van de volksgezondheid in
de eerste plaats door:
a. snelle voorziening in den woningnood
en wegneming van hindernissen van over
heidswege, die de particuliere bouwnijver
heid verhinderen zich krachtig te ont
plooien;
b. bestrijding van tuberculose en ge»
slechtsziekten;
c. verbetering van de «ieken- en kraam-
vrouwenverpleging in het bijzonder ten
platte lande.
XI. Financiën van Rijkeen Gemeente
houdt o.a. in:
ll. Uitgaande van het beginsel, dat met
de financieele draagkracht van den belas
tingplichtige moet worden gerekend en
voorop stellend, dat de belasting der on
dernemingsgeest of de productiekracht
van ons volk zoo min mogelyk mag belem
meren, worde gestreefd naar een vereen
voudigd belastingstelsel, rekening houdend
met de grootte van het vermogen, de zui
vere inkomsten, de verteringen en de
grootte der gezinnen van de belasting-
'plichtigen.
2. In de successierechten worde de pro
gressie verder doorgevoerd.
3. IDe gemeenten worden ontlast van al
zulke kosten alB feitelijk ten behoeve van
het geheele volk worden gemaakt, o.a. die
voor de verpleging van behoeftige krank
zinnigen, voor het L. O., de armenzorg en
de politie.
Afd. XII. Koloniale Politiek.
L ,Ten *a™en de Koloniën gal
den dezelfde beginselen als in het wèrk-
program ten aanzien van Nederland wor
den gehuldigd.
Het beginsel van het zelfbeschikkings
recht der volkeren wordt voor de bevol
king van onze Koloniën als juist erkend
ten einde tot de rypheid te geraken, die
voor de toepassing van dit beginsel wordt
vereischt, moeten de bevolkingen in de te
genwoordige verhouding tot Nederland ge-
leidelyk worden opgevoed tot een zelfstan
dig staatkundig oordeel;
evenredig aan de voortschrijding in die
richting moet van de inheemsche krachten
gebruikt gemaakt worden ter vervulling
van betrekkingen in den publieken dienst
tot in de hoogste en meest verantwoorde-
lyke posten.
2. Aan de bevolking van onze Indiën
moet passend lager-, middelbaar- en hoo-
gcr onderwys 0p nijverheids-, handels-,
andbouw- en scheepvaartgebied worden
BINNENLAND.
Het werkprogram van den Economisch en
Bond.
Men zendt ons toe het werkprogram van
den Economischen Bond, dat werd vastge
steld in een besloten vergadering van 10
dezer. Het is verdeeld in dertien hoofd
stukken, waaraan we het volgende ontlee-
nen:
Afd. I behandelt de Staatsinrichting.
Verklaard wordt: De voortzetting der de-
mocratiseering# geschiedde alleen lahgs
wettigen en ordelijken weg. Zakelijke re
organisatie van de Departementen van Al
gemeen BBestuur en andere organen van
den openbaren dienst, zooveel mogelijk
naar de beginselen van de moderne bedrljfs
leiding.
Afd. II. 'Buitenlandsche Politiek. Het
3. De enorme natuurlijke hulpbronnen
op en in den bodem van deze Riiksdeelen
aanwezig, 'behooren zoo krachtig mogelijk
in het gemeenschappelijk belang tot ont
ginning te worden gebracht, waarbij moet
worden zong gedragen, dat de inheemsche
bevolking in de eerste plaats voor hare
geestelijke en economische ontwikkeling
daarvan party trekt.
Afd. XIV. Politie betoogt, dat in ver
band met de steeds grooter wordende be
teekenis der politie, niemand tot het waar
nemen van eenige politiefunctie moet wor
den toegelaten dan na een doelmatige op
leiding te hebben genoten en blijk te heb
ben gegeven te voldoen aan behoorlijke
eischen door de de Regeering in het alge
meen belang aan de vervulling dier func-
etie te stellen.
De Anti-Revolutie wet.
Verschenen is de Memorie van Antwoord
der Eerste Kamer op het Voorloopjg Ver
slag op het wetsontwerp tot bestryding van
revolutionnaire woelingen.
Voorzieningen als de onderhavige moetën
zoo mogelyk niet worden voorgesteld op
tydstippen, waafln onmiddellijk dreigend
gevaar voor omwenteling bestaat De stel
ling is trouwens kwalyk verdedighaar, dat -
men geen strafwetten mag vaststellen, a's
men de gebeurtenissen, waartegen die wet
ten zich richten, zich daadwerkelijk hebben
voorgedaan. Dan zou een groot deel der be
staande wetgeving ontydig zyn.
De minister toont dan aan, dat het ont
werp niet ontydig is, daar ons W. v. S. zeer
groote leemten bevatte, en dat de indiening
van een voorstel om die leemten weg te ne
men een politieke fout zou Zyn, kan dan
ook niet worden toegegeven.
Het ontwerp zal geen enkele hervorming
tegengaan, het wil alleen het streven naar
hervorming binnen de banen des rechts be
perken en voorkomen dat ons volk ter wille
van de denkbeelden van zekere hervormers,
in den chaos wordt gejaagd.
Als tot dusver zal overigens ieder züne
denkbeelden door de pers of anderszins mo
gen verbreiden. De wet stelt alleen bepaald
omschreven handelingen strafbaar, alles
zal (jus niet ^afhangen van de subjectieve
opvattingen en intiehten van de rechterlU-
ke macht.
De bestrijders van dit ontwerp beweren
daarvan allerlei monstruositeiten, als aan
randing van de vryheid van meeningsuiting
en propaganda, doch vermijden zorgvuldig
het bewys van de gegrondheid hunner be
denking te leveren.
-•De leden, die vreesden, dat men met dit
ontwerp het beoogde doel wel eens kon
voorbyRtreven, kunnen zich overtuigd hou
den, dat de minister van het belang eener
verstandige toepassing doordrongen is.
De noodzakeiykheid der voorgestelde
voorzieningen is duidelyk gebleken, ge
wacht kan natuurlijk niet worden tot een
omwenteling zich heeft voorgedaan. Nie
mand zal ook ontkennen, dat het internatio
naal streven naar omwenteling een fantasii
is.
Een internationale boycot valt inderdaad
buiten het kader van dit wetsontwerp, het
welk zich alleen bejierkt tot omwenteling.
Grooter Amsterdam.
Naar het „Hbld." verneemt, heeft dé di
recteur der gemeentewerken te Amster
dam, de heer A. W. Bos, een nieuw bouw
plan ontwerpen voor hpt stadsgedeelte aan
den overkant van h«t IJ; zulks in verband
met de drooglegging van de Zuiderzee.
Het plan is zeer grootsch opgevat en
houdt rekening met het feit, dat in den
loop oer jaren aan den anderen IJ-oever
een stad zal moeten verryzen eenige ma
len grooter dan het tegenwoordige bebouw
de Amsterdam, de uitbreiding-Zuid alzoo
niet inbegrepen. Daar dit plfin, waarvan de
opzet door deskundigen zeer wordt ge
roemd, de plannen der IJ-oeververbinding
kruist, zullen al deze ontwerpen in onder
ling verband door de daarby betrokken
diensten worden bestudeerd en zal er van
het aanvankelijk voornemen om de IJ-
oeververbinding spoedig tot een onderwerp
van openbare discussie te maken, vooreerst
weinig komen.
De loonen der werklieden.
De Raad van Rotterdam heeft Donder
dagavond, ondanks de krachtige bestryding
door mr. van Aalten, den heer Richters en
den burgemeester, het voorstel tot dekking
van de kosten als gevolg van de terugwer
kende kracht der verhooging aan de werk-
liedenloonen tot 1 Januari 1919, groot
1.474 000 uit 12 millioen van de oorlogs
winst-belasting met 22 tegen 15 stemmen
aangenomen.
Meerdere vreemdelingen.
Volgens het in dè laatst verschenen (6e)
aflevering van het Maandschrift van het
Cntrad Bureau voor de Statistiek opgeno
men overzicht betreffende het aantal in ons
land vertoevende vreemdelingen bedroeg
dit op 20 Juni j.l. 1Ó7.188 (85.732 mannen,
71 386 vrouwen). Hieronder zu'n de tijdelijk
in Nederland vertoevende vreemde kinde
ren slechts ten deele begrepen. Hoevelen
van deze kinderen-fcierin niet begrepen zyn,
was niet bekend.
Sedert de vorige ppgave is het aantal dus
gestegen Wfc 5845 (3056 mannen, 2289
vrouwen). Hat grootste aantal vormen de
puitfcb-s, n.1 J9.321 (32.418 mannen,
26.908 vrouwfen) Wrvolgens komen de Bel
gen met 52.00» (È4.64P mannen, 27)326
yrouwefr), daarntffde Franschen met 9851
(4429 mahheft, 5426 vrouwen) en ten slotte
de Engelse Wén biet 4598 (2922 mannen
1676 vrouwen);
GEMENGDE BERICHTEN.
Een historische sigaar.
Bij hot Deomwhe hereenlgingafeeet
m do Dutp^eleramansen heeft een ma
chine-directeur van de Deensche staa s-
spoorwegen met name Floor, oen histo-
rischo sigaar gerookt. Na den oorlog
van 1863, die aan Denemaruen Noord-
Sleeswijk kostte, schonk een Nooro-
Skeswljksche Deen. Op oen bijeenkomst
van Noordsleeswjjkers te Kopenhagen
in 1865, die sjgaar aan ziin vriend
Floor Sr., den vader van don boven
genoemde, met de voorwaardq. dat ze
niet mocht worden gerookt, voor Slees-
wijk weer Deen^eh was. De oude
Floor stierf, de zoon Vond do sigaar
met op papjier er bij tie voorwaarde,
on mi is de sigaar opgerookt.
LAND- EN TUINBOUW.
Amsterdamsche aan Weensche journalisten.
Anjsterdamsehe Journalisten hebben
een inzameling gehouden voor hun
Weensche collega s, die f254 heeft op
gebracht. Het geld is overgemaakt aan
den penningmeester van den Ned. Jour
nalistenkring.
Duurder brood.
In een gecombineerde vergadering
van besturen van Vereenigingen van
Broodbakkerspatroons te Amsterdaan is
besloten aan de leden voor to stellen
met ingang van Woensdag 22Juiie.k.
den prijs van het witbrood met 3 cent
per 800 gram te verhoogen.
De werkloosheid in de Diamant industrie.
Gisterenmiddag vergaderde de Am
sterdamsche Juweliersvereeniging tot
voortzetting der behan lel;ng van t ver
zoek van het bestuur vani den A. N.
I). B. om een half millioen beschik
baar te stellen voor de werklooze dia
mantbewerkers.
Het voorstel van het bestuur "luid
de: een uitvoerig schrijven te richten
aan het heetuur van den A. N DB
waarin wordt medegedee'd, dat afwij-
zénd op het verzoek is bescli kt, tor-
wijl ook de 3 pCt. vaeantie-toeslag
met verder zal worden1 betaald.
Over den inhoud van den hrlef werd
geen debnf toegedaan.
De vergadering ging accoord met het
voorstel van het bestuur.
Aardappel besproeiing.
Sedert tal van jaren wordt met min of
meer succes de besproeiing by aardappelen
toegepast met juf. Bordeaux'sche of met
Bourgondische pap tegen de bekende aard
appelziekte.
Fhytophtora infestsns. Welke zyn de er
varingen daarmee? 't Is wel wat vreemd,
dat men thans nog die vraag moet stellen,
maar een feit is, dat de meeningen dien
aangaande zeer uiteenloopen. 't Was daar
om een goed idee van de Friesche My
Landbouw, om over die zaak by haar leden
een onderzoek in te stellen. Van een 11
afdeelingen kwam bericht in. Opgemerkt
dient te worden, dat het onderzoek betrof
tal van factoren, welke in deze een rol
len. Allereerst: de tyd van sproeien, de hoe
veelheid per keer gebruikte vloeistof en het
aantal malen, dat de besproeiing wordt toe
gepast. Maar dan nog: de invloed van het
weer, van de grondsoorten, van de verschil
lende variëteiten, de ouderdom van het ge
was, de moeilijkheden, in verband met
werkkrachten, de invloed op het aantal zieke
knollen by het rooien, enz. Ook was van
veel belang, in verband met de veranderde
prijzen en arbeidsloonen, een nauwkeurige
opgave der kostenberekening. Het verache
nen rapport geeft een samenvatting van
het 11-tal ingekomen berichten. Wy willen
er het voornaamste uit meedeelen.
Tyd van sproeien. Liever te vroeg dan te
laat, wyl het middel voorbehoedend moet
werken. By reeds aangetaste perceelen is
zegt de een het resultaat minder, vol
gens den ander zou de ziekte dan zelfs
bevorderd worden. Een juist tijdstip is niet
te noemen, omdat weer en soort hierin mee
spreken. Toch wordt voor de eerste
sproeimg een tyd, als het meest geschikt
genoemd. Einde Juni, 21 Juni, voor eerste
lingen e. d. wat vroeger, voor latere soorten
desnoods 1 4 2 weken later. Vóór de
bloemen in het gewas komen, zegt „Wit-
morsum". „Oost dongeradal" vindt by d:
frisch weer in Mei en Juni, het sproeien
vóór „Juli overbodig".
Hoeveelheid vloeistof. Hoeveel en hoe
sterk De opgaven loopen vry sterk uiteen.
Er wordt rekening gehouden met het aantal
keeren, dat men sproeit, met de meerdere
of mindere ontwikkeling van het loof, met
het weer, enz. Baarderadeel noemt 10 K.G.
poedor per Hectare en per keer, maar zegt
niet hoeveel water, evenmin als Westdonge-
radeel, die voor den len keer 9 K.G., voor
den 2en keer tot 12 K.G. poeder per H.A.
opgeeft. Kollamerland rekent op 12 K.G.
'er, en 480600 L. water per H.A. en
keer. Witmarsum rekent op 5 K.G.
poeder en 150—200 L. per pondemaat en
per keer. Hoe sterker ontwikkeld gewas,
b meer oplossing. Zyn by volgendo
besproeiingen nog belangrijke resultaten
len vorigen keer aanwezig, dan kan
de oplossing meer verdund worden geno
men. Hennaarderadeel geeft op: 140 L. wa
ter per pontiemaat, waarin len keer 4 K.G.,
2en keer 5 K.G., 3en keer 6 4 7 K.G. poeder
wordt opgelost.
Onder „sproeipoeder" wordt verstaan hft
poeder voor Bourgondische pap, dus een
mengsel van kopervitriool en soda. Vroeger
werd meer gebruik gemaakt van Bordeaux'
sche pap, bereid van kopervitriool en kalk.
De bereiding hiervan was omslachtiger,
maar het resultaat was beter, meende Wit
marsum, en deze Afd. zou gaarne zien, dat
door vergelijkende proeven werd uitge
maakt of dit al of niet zoo is. Franeker
komt tot een tegenovergestelde conclusie:
tijdens den oorlog, toen er soda gebrek was
er kalk werd gebruikt was het resul
taat minder. In dezelfde afdeeling werd
evenwel de opmerking gemaakt, dat het
poeder vroeger beter was dan nu. Een on
derzoek is derhalve wel gewenscht.
Hoe vaak sproeien? 2 4 3 keer by koud,
droog weer, oordeelt een; anders, zoo noo-
dig, 5 4 6 keer. Men kan gaan tot 4 4 5
maal, ja soms tot 8 maal sproeien, schrijft
een ander. Sommigen melden 2 4 3 of 2 tot
4 keer, een noemt 3 maal gewenscht, een
ander 3 maal reeds maximaal. De weersge
steldheid heeft hier 'n belangrijken invloed.
Over den invloed van het weer wordt nog
al uitgeweid. Is het weer droog en frisch,
dus minder geschikt voor de verspreiding
der ziekte, dan kan niet alleen de eerste be
sproeiing langer achterwege blyven, doch.
in veelvuldige en snelle herhaling minder
noodzakelyk. Alle rapporten zijn het er over
eens, dat by een warme,vochtige, regenach
tige weersgesteldheid (nachten met zwaren
dauw hierby meegerekend) veel spoediger
het sproeien moet worden herhaald en lan
ger voortgezet. Vooral het rapport uit „het
Bildt" geeft een uitvoerig beeld van het
„ziekte-gevaarlijk" weer. Het sproeien zelf
moet geschieden by droog weer en niet te
veel wind. Het loof moet absoluut droog
zyn; heeft het gedauwd, dan mag men niet
te vroeg beginnen. By felle zon en groote
droogte sproeie men liever niet, vooral niet
PP j»ng, geel gewas. Beter is het sproeien
in den middag als de kracht van de zon af
neemt. Verder is het by buiig weer noodig,
dat men zekerheid heeft, dat de oplossing
goed is opgedroogd voor er weer regen
komt. Dewyl frisch weer de verspreiding
tier ziekte niet in de hand werkt, is het be
grijpelijk, dat de gewassen op perceelen, die
omringd zyn door houtgewas, of luwte heb
ben van gebouwen en boomgaarden, ge
vaarlijker zyn voor de ziekte dan de geheel
ADVKKTKNTlëN.
Gemeubileerde
GEVRAAGD, op goeden stand (met
of zonder pension) door HEER, z. b.
b. h. h. 3(3 >4 10
Brieven onder no. 3654, bureau
GOUDSCHE COURANT, Markt 31.
3650 AANGEBODEN: 5
Gemeubileerde Zit- en Slaapkamer
zonder voll. pension. Adres te bevragen.
Bur. Goudsche Courant Markt 31.
Door een paar afdeelingen wordt gewe
zen op een schijnbaar ongunstigen invloed
van het sproeien by een bepaalde weersge
steldheid. Het komt voor, dat een onbe-
sproeid gewas minder zieke knollen by het
rooien levert dan een besproeid gewas. Als
het laatste gewas n.l. by langer doorgroeien
door de besproeiing, met regenachtig, warm
weer te kampen heeft, en het eerste gewas
daarentegen frisch, droog weer treft en
daardoor vry van ziekte blijft en vroegtij
dig afsterft. Gewoonlyk echter weegt dan
nog de groote oogst voldoende op te
gen het groote aantal zieke knollen. En wijl
het gehoemde geval zich slechts onder be
paalde weersomstandigheden kan voordoen,
mag het geen reden zyn om het sproeien
na te laten, omdat dan ook de normale kans
op een grooter opbrengst en minder zieke
knollen eveneens verdwenen is.
(Slot volgt).
Bij acte den 16 Juli 1920 verleden
voor den Notaris J. P. MAHLSTEDE/
te Bergambacht, is tusschen de hee-
ren KAREL PIETER PHILIPPUS
MULDER, koopman teGouda, DIRK
OOMS Junior, koopman aldaar, JA
COB DEGEN A AR, koopman te Klun-
dert en DIRK OOMS Senior, koffie
huishouder te Bergambacht,
overeengekomen
dat met ingang van 16 Juli 1920 de
heer MULDER voornoemd is getre
den "uit de vennootschap onder de
firma
gevestigd te GOUDA, ten doel heb
bende den handel in gedistilleerd, li
keuren en aanverwante artikelen en
hetgeen verder met gemeenschappe
lijk overleg zal worden goedgevonden,
tusschen genoemde heeren, aange
gaan bij acte den 6 Februari 1920
voor genoemde notaris verleden;
en dat te rekenen van gemelden da
tum, de zaken der vennootschap onder
dezelfde firma door de overige ven-
nooten zullen worden gecontinueerd,
echter zonder eenige verdere aanspra
kelijkheid of verantwoordelijkheid
hoe ook genaamd van den uitgetreden
vennoot Mulder.
3658 45
J. P. MAHLSTEDE,
Notaris.
ten overstaan van Notaris R. W. H.
PITLO, te Gouda, op DONDERDA
GEN 22 JULI a.s., bij inzet, en 29
JULI d.a.v., bij afslag, telkens des
v.m. te elf uur, in het hotel „De Zalm"
aldaar, van
le. Twee perceelen WEILAND, ge
legen onder Gouda, tusschen de
Kromme Gouwe-Nieuwe Vaart en
Nieuwe Vaart-Winterdijk, groot resp.
43.41 A. en 59.31.A.le perceel ver
huurd tot 1 Nov. 1921 aan den heer
Spruyt en 2e perceel tot 1 Nov. aan
den heer Burger, geschikt voor op
slagplaats, fabrieken enz.
Onder de gem. Reeuwijks
2e. Een Perceel WEILAND, groot
1.47 H.A. aan den Zwarteweg bij den
Graaf Florisweg, verhuurd tot 1 No
vember a.s. aan den heer Verkley, ge
schikt voor bouwterrein
3e. In den polder Vrijenhoef, onge
veer 27 H.A. WATER, DIJK, TEEL-
LAND, enz. tusschen de Vogelenzang-
sche Watering en de Twaalf Morgen.
Polder Sluipwijk: 85^75
4e. in het blok Nieuwe Broek onge
veer 29 H.A. WATER, TEELLAND,
enz. tusschen de Vogelenzangsche
Watering en de Achter-Watering.
Perceelen 3 en 4 verhuurd tot 1 Ja
nuari 1921 aan de heeren Schouten.
5e. Twee WONINGEN, gelegen in
de Twaalf Morgen, G 66 en 67, met
Land, Water enz., groot ingeveer 4.26
H.A., verhuurd tot 15 Maart 1921.
6e. In het blok Nieuwe Broek on
geveer 10.85 H.A. TEELLAND en
WATER enz. tusschen den Nieuwen
Broekschendijk en de Achter-Wete
ring, verhuurd tot 15 Maart 1921 aan
den heer H. v. d. Dijk,
en 7e. In den Polder Reeuwijk, blok
's Graanboek, ongeveer 9.37 H.A.
TEELLAND, WATER enz., tusschen
de Groote Ree Watering en Raven-
bergsche Watering, verhuurd alsvo-
ren aan den heer W. Brauns.
Perceel 2, 3, 4, 6 en 7 in perceelen
en massa.
Aanvaarding en betaling 15 Sep
tember 1920.
Veilingboekjes zijn tijdig verkrijg
baar bij genoemden Notaris.
I 3me
DEBESTE^
geneest roode ontstoken huid.
Smetten, uitslag, schrijnen,
zieere plekken.
OOOZiN VAN JOt-ZOU. SU APO TH0A
Ter verdere opleiding op kantoor BIEDT ZICH AAN
net Jongmensch, 20
P. G., door den militairen dienst buiten betrekking, al eenigen tijd op kan
toor werkzaam geweest, bekend met Boekhouden.
Br. onder no. 3599 Bureau GOUDSCHE COURANT, Majkt 31.
%.yl Q* moafyA 4* votdotn
Qé&ruCA olocn £7?/7 vexrr Uu; jycAotsi.
Voor het sluiten van contracten en het vervoeren van
Goederen zoowel binnen als bulten de stad, wende men
zich tot onderstaande adressen I 2500 80
Notaris R. GALLAS te Zevenhui
zen (Z. H.), zal op DONDERDAGEN
29 JULI en 5 AUGUSTUS 1920, tel
kens voorm. 11 uur (zomertijd), in
het Koffiehuis „Het Schaakbord", te
Gouda, a. d. Kleiweg, bij inzet, ver
hooging en afdlag, openbaar verkoo-
pen:
DE GOED ONDERHOUDEN
pi. gem. A 2, bestaande in Woonhuis
en Stalling, met Schuren, Ikteahok,
Hooiberg, Erf, Werf, Tuin£Boom-
gaard. Watering, en diverse perceelen
uitmuntend
zeer gunstig by elkander, en grooten-
deels aaneengelegen in Randenburg,
gemeente Reeuwijk, aan den Dijk
langs de Gouwe, tusschen Waddinx-
veen en Boskoop, samen groot
18.89.45 Hectaren.
Thans nog in huur bij den heer
GIJSB. VAN DAM.
In 11 perc., ondermassa's en gene
rale massa.
Vrij van huur te aanvaarden: de
landerijen met Kerstmis 1920, en de
woning en verdere opstallen c.a. op 1
Mei 1921.
Betaling: 23 September 1920.
Breeder omschreven bij notitiën
met kaart, gratis verkrijgbaar bij
den Notaris, die nadere inlichtingen
verstrekt. 3638 52
van alla voorradig.
aaa.T - boud..
aauoa.
Koop|.. In Klndarpafc|as,
«iurk|aa, Hoad|aa, ara. -
OEEN ZICHTZENDINOEN. A CONTANT
Verkoudheid, Heeschheid
Gebruikt
Ur A.MMNMAROT. ZmK
MARKT 32
Telefoon 216.
NADRUK VERBODEN).
(Art. 15 AuUurswat.)
AAN DE JEUGD
Oh, wat genieten we nu het weer steeds
mooi is de laatste dagen.
We zien allen al aardig rood en bruin.
Elsje heeft een paar aardig speelkameraad
jes gevonden, in de kindertjes van een oude
vriendin van my. Stel je voor als jong meis
je was zij met haar moeder naar Indië ge
gaan. We hadden elkaar in geen veertien
jaar gezien, en nu opeens zien we elkaar
hier we^r, en nu spelen onze kinderen met
elkaar; dat vind ik toch zoo'n alleraardigst
idee.
Elsje heeft een „Marikaanschen" vlieger
gekregen van Pappie. Ze bedoelt een Ame-
rikaansch'e zie je. 't Is een heele groote,
maar je moet haar parmantig zien staan,
met de vlieger hoog in de lucht.
Ze mag nog niet in 't natte zand, of poot
je baden, maar als we hier 14 dagen zijn,
dan mag het van den dokter, die tyd ia
dus bijna om. Ze is erg lief geweest en
heeft er niet om gezeurd.
Ik ga nu eiken dag zwemmen. Heerlyk
is dat. Vanmiddag waren er zulke Uooge
golven dat je iederen keer naar 't strand
toe geduwd werd, van zwemmen is dan
geen sprake, dan spring je maar wat rond
Volgende week als Pappi wdlr een dag
komt, mag Elsje ook mee. Ze is er erg vol
van, maar ik vrees, als 't gewichtige oogen-
blik daar is dat ze wel heel bang zal zyn.
Onze Dickie gedraagt zich nu weer voor
beeldig. Ze is nu zoo zoet en lief, en wil
maar steeds staan.
Ik wil jullie nu nog even een ontboeze
ming opschrijven van één van onze kran
tenvrienden. 't Is een aardig in elkaar gezet
gedicht, luister:
Wat is het toch heerlyk te leven in een land
Waar men kan toeven aan M; prettige
strand,
Te baden in de zee,
Wie doet daar niet aan mee,
Te plassen in het nat
Dat 't water om de ooren spat.
Wat zou ik niet geven
Als ik dat kon beleven.
Maar wat een verdriet,
Dat kan in Gouda niet.
Nu ga ik zwemmen
In de inrichting klein,
Dat kan des morgens ook verfrisschend
zyn.
G. P,
Wel leuk hè?
Nu moet ik nog even met jullie praten
over een besluit dat de Directie van onze
krant genomen heeft, n.l. om niet meer
iedere week maar om de twee weken een
prys toe te kennen onder de goede oplos
sers van de raadsels.
De Directie vond dat er te weinig kinde-
i£ii meedoen om iedere week een prys te
geven. v
Jullie moet dus in 't vervolg twee weken
achter elkaar, de raadsels goed hebben op
gelost, om voor een prijs in aanmerking te
kunnen komen. Ik geef dus iedere week ge
woon de raadsels op, en de oplossingen met
de goede oplossers, wie zyn naam twee we
ken achter elkaar in de krant ziet, weet dat
hij voor een prijs in aanmerking is geko
men. Maar op één van die allen valt het
lot. Goed begrepen?
Tot volgende week, dpg kinders.
CORRESPO NTIE.
Kabouter. Nee "Wai" kmd wat een
cadeaux heb jij gekregonl jammer toch dat
je daarom geen tyd k«/n Winden om my te
schrijvén. Aardig postpapier kreeg je en ik
vind 't stempel erg deftig/Tertel me eens
iets van 't tochtje naar Boskoop
onuagskindje. Erg veèh graven
doet Elsje nog niet. Ze loopt ma4r wat
rond en speelt 't liefste met heel kleine kin
dertjes. Wellicht als ze zich weer heelemaal
sterk gevoelt, dat zé dan in 't zand „wer
ken" gaat. Als Pappi in Augustus hier
komt, zullen er wel heele vestingwerken
ontstaan.
Poppenmoedertje. Nee maar dat
is maar heerlijk, dat jij ook iets kreeg op
je zusjes verjaardag. Elsje is nu nog rood,
maar zal wel gauw bruin worden. Heb je
al vacantie?
Tulpje. Wat akelig dat moeder weer
ziek geworden is. Zou het niet komen, door
dat zij in den winkel vaak op den tocht
staat? Die aardige zakdoekjes, waarvan je
vertelde, heb ik hier ook gezien met gebor
duurde kiekjes van Schev.
Gootje. Hoe is het met moeder's
hoofdpijn? Wat zegt de nieuwe dokter van
jou? Prettig dat Z. voor goed thuis blijft,
nu zal ze jou nog wel eens gezelschap kun
nen houden. Meiske ik vind het zoo prettig
dat je je tegen my eens uitpraat, dat heb
je wel noodig hè Maar toe m'n kindje, tob
nu niet te veel, je doet er je zelf zooveel
kwaad mee. Akelig dat Pa ook al niet goed
is. Jullie krijgt ook zooveel te dragen. Ik
weet al lang op welk postpapier je mij
nu schrijven zult. Jij misschien nog niet
hé? Dag meiske, hou je flink hoor! 't Al
lerbeste met je en een extra groet van
EJsje.
Erica. Of ik Nijmegen ken? Nou of
ik! Ik ben er heel vaak geweest in Berg en
Dal, Ubbergen, Beek, de Duivelsberg en al
die omstreken, 't Is er zoo mooi. Jammer
dat je er tegenwoordig in de bosschen van
B. en D. niet meer zoo vrij bent, nu de
grens gesloten is. Naar gezicht was dat in
den oorlog, overal dat prikkeldraad en die
gevaarlijke electrische draden en die solda
ten aan beide kanten. Nu zal 't een beetje
vrediger zyn, maar vrij mag je er toch ge
loof ik nog niet loopen. Vertel me maar
precies alles van je tocht.
Krekel. Nee maar wat een avontuur.
Je hebt 't geval nog al aardig opgeknapt.
Wat reven ze je thuis een gezelligen naam,
echt leuk! Ja. ik las in de krant van Roze-
kindje", 't spijt me heel erg dat ik er niet
ben, ik had 't graag gezien. Er doet maar
een klein troepje Gouwenaars mee hè Els
je wordt wel flinker, maar ze heeft
's avonds nog vaak verhooging, vervelend is
dat.
M a r ie t je. Meisje, geef nje dan eerst
jouw adres even, dan stuur ik. ja een brief
kaart. Wat vervelend lijkt me dat 's nachts
voor die afsluitboomen. Vertel me eens
waar je heen gaat in de vacantie. Zou je in
de maand Juli niet een dagje bij ons mogen
Ïen? Vraag het eens aan Moeder, mis-
en mag het wel, E]flfe zou het erg pret-
vinden. Als je zoolang voor de treinen
moet wachten, bedenk je maar weer eens
/een aardig versje, en dan stuur je 't me
maar gauw.
Germaan. Nee maat jongen wat een
kranige geschiedkundige beschrijving over
die Moren. Ben jij zoo'n kraan In geschie-
Idenis? Ik ben blij dat je weer naar school
Waat. Je hebt dunkt me een goed hoofd en
Ban is het altijd jammer als dat niet ge
bruikt wordt. Veel genoegen op je tochten.
Nelly. Oh kindje, het was zoo onheil
spellend en toch zoo prachtig over zee toen
de onweersbui kwam opzetten. De lucht
was byna zwart en dan telkens een heel
lange bliksemstraal er doorheen. Maar er
zat zoo'n kracht achter de bui dat we er in
Schev. haast niets van gehad hebben, ik
heb dus wel goed gedacht dat jullie 't mees
te er van krygen zouden.
Dwerg. Kindje #il je in de eerste
plaats je ouders geluk wenschen met *t her
stel van je zusje! Zusje zal nog wel heel
zwak zyn hè? Gezellig dat jullie in Aug.
komt, je zit dan zeker op 't oude plaatsje
van verleden jaar. Jy geniet dezen zomer
de zee
net als wij, volop van
s hé?
Roosje. Gelukkig dat 't nergens inge
slagen was. 't Is wel vreeselyk weer ge
weest. Jammer dat 't autotochtje niet door
ging. Is je rapport mooi
Du iff je. Ik had een anderen schuil
naam voor je gekozen n.l. „Heidekindje",
maar ik vind dezen ook heel geschikt. Ja,
ik heb ongeveer 2Vt jaar in Zeist gewoond
en later nog al eens in Bosch en "Duin ge
logeerd. Het is er zoo mooi, en 't lijkt er
zooveel op myn geliefd Gelderland. Moet
je nu altyd paar school loopen of ga je met
't klepeltreintje? Je hebt gelijk in Sept. is
't in de heidestreken 't mooist.
Meidoorn. En heb je pleizier gehad
op jullie schooltocht? Vindt je Wassenaar
niet prachtig? Zondag zyn wy daar met
kennissen met de auto geweest, maar ik zag
zelden zulke mooie villa's en vriendelijke,
smaakvol aangelegde tuinen. Heb je die
laan gezien waar alle hekken er langs dicht
begroeid waren met rose trosroosjes? Ik
heb er van genoten!
Jantje. Heb je veel pleizier gehad,
vent? Ja hier is het onweer overheen ge
dreven, ik dacht wel dat jullie er 't meeste
van krygen zouden.
Middelpuntj
ziek te
d e1 pun
worden, j
Arme stakker om
jammer dat je niet zooveel
Ik dacht dat broer 't
gedicht gemaakt had. 't Is heel aardig.
Jammer, dat jij niet op de foto staat. Ja,
ik heb 't gelezen in de krant, blijft de toe
stand nu zooals het is en krijg jullie een
voudig een nieuw hoofd?
Indiaan. Leuk hoor, dat je over bent.
Was 't rapport mooi? Wat prachtig dat er
niemand is blyven zitten! Wanneer ga je
naar 't kamp Ik verheug me al op je ver
halen daarna. Als je daar bent heeft „me
neer" zeker geen tijd voor de Kindercou
rant hè7 Boos, dat ik je even plaag? Nee
hjè? Dag jongen, prettige vacantie.
RAADSELOPLOSSINGEN.
Van de ouderen:
Het eerste raadsel staat geheel verkeerd
in de courant en geldt dus niet mee. Ik zal
het weer opgeven in de hoop dat 't dan
goed geplaatst wordt.
II. Landkaart.
III. Aardenhout.
Van de jongeren:
I. Lepel.
II. Arend.
III. Kwatta-soldaten.
Goede oplossingen zonden:
Van de ouderen: Ag. S., Gootje v. d. L.,
Wim M., Jac. P., Dick v. V., Marie v. S.,
Jans IJ. d. S.
Van de jongeren: Nelly en Jantje v. d. I..,
Rietje IJ d. S.
Voor de volqende week.
RAADSELS
Inzrndingan tot Dinsdagmiddag 12 uur.
Vo^r de ouderen:
I.
1 t'mer.
11. Myn 4, 16, 3, 2, 13, 9 zyn wezens
groot in tal.
12, 8, 15 een die zich niet makkelijk van
gen laten zal.
6, 15, 12, 8, 5, 10 zoo mag een rad nooit
gaan.
Voor 3, 17, 14, 4, 3, 14 valt het moeilyk
om te staan.
Ministers houden vaak een 2, 5, 4, 3.
Een woedende 6, 16, 16, 11, en 2 ik
gansch niet gaarne zie.
Zeg mij nu 't woord, 't is 17 letters lang,
En 't baarde voor eenige jaren een op
zien van belang.
J)
H
Voor de jongeren:
I. Waarom roept een koekoek nooit voor
Mei?
II. Wat heeft een boer die werkt op 't
land, altijd aan zijn recljjMhand
III. Welke boer werkrftiet op 't land?
Familie Krulstaart.
Meneer en Mevrouw Krulstaart twee
mooie eendjes woonden in een aardig
huisje. Van binnen zag het er keurig uit en
vóór hun huisje was een groote vijver met
helder water.
Meneer en Mevrouw Krulstaart zwom
men dikwijls in den vijver, doch op zekeren
dag legde Mevrouw Krulstaart drie mooie
eieren. Zij ging nu ijverig zitten broeden en
Het haar eiertje geen minuutje in den steek.
Vader Krulstaart zocht nu voedsel voor
hun beidjes en gaf de lekkerste hapjes aan
zijn Vroujrtje.
Toen de tyd van broeden voorby was,
kwamen er drie lieve, gele eendekuikentjcH
te voorschyn. Wat waren Vader en Moedea
Krulstaart toen bljj! Het eerste heette
Spring-in-'t-veld, het tweede Geeltje en het
derde Vlug-in-'t-Water. ZjJ hadden heel
zachte veertjes, 't was eigeniyk nog meer
dons. Dadelyk zwommen zU met Vader en
Mtoeder in den Vyver rond.
Het drietal groeide met den dag. Geeltje
en Vlug-in-'t-Water waren altijd heel ge
hoorzaam, maar Spring-in-'t-Veld was «en
echte kwajongen. En ongezeggelyk als hy
was! Vader en Moeder Krulstaart moesten
hem soms wel driemaal iets verbieden, vóór
hij het liet.
Op zekeren dag, juist toén de heele fa
milie Krulstaart midden op den weg in het
zonnetje aan het wandelen was, kwam er
een rijtuig aan. Vader en Moeder Krul-
.4taart kwekten luid. Geeltje en Vlug-in-'t-
Water gingen dan ook dadelijk naar den
kant, maar de eigenwyze, ondeugende
Spring-in-'t-Veld bleef staan, waar hy was.
Op eens schreeuwde hy vreeselyk. Het
rijtuig was over één van zyn teentjes ge
gaan. Hy waggelde naar den kant waar
de anderen ook waren. Moeder beknorde
hem maar niet, hij was al genoeg gestndt:
hy moest zy heele leven mank loopen.
1)E RIDDER.
Moeder zat te naaien. Henri zat te lezen.
Moeder deed haar best om klaar te komen;
ze moest hard werken. Vader was ziek,
zusje waa nog klein en Henri... Hoe Henri
was zult ge strak» wel weten. Hy la» van
ridders, dappere, moedige, ryke ridders.
Zijn (ogen glinsterden: „Moeder ik wyid
later ook ridder. Dan zal ik alles voor u
doen. Dan zal ik rUkdommen veroveren."
„Zoo jongen, wat deden zy dan?"
hielpen de onderdrukten, zij versloe
gen de roovers, zij redden de gevangenen,
zy woonden in mooie kastcelen."
„Dat is mooi, iedereen te holpen."
„Ze dragen mooie harnassen
„Och, Henri, ik heb myn schaar boven la
ten liggen. Zou een ridder wel voor een
schaar de trap op en af willen loopen?"
„Maar moeder, een ridder ging er op uit
met zyn zwaard boven op een groot vurig
zwart paard en zij deden altijd groote din-
gen."
„O!" zei Moeder en ze knapte de draad
met haar vingers. Maar de draad was sterk
en moeders handen teer, zoodat er een dun
streepje bloed te zien was op haar blanke
vingers.
„Later zal ik een kasteel voor U bouwen,
moeder en dan zullen anderen voor u naaien
en werken. U zult een gouden bed hebben
om te slapen."
„O! wat mooi", en moeder bracht haar
bloedende vinger naar haar moe, pynlyk
gezicht en naaide yverig door.
„Ik zal nog meer voor u doen, moeder,
ook al kost het mijn leven
„Wacht even voor 't zoover is," zei moe
der, rik moet eerst myn schaar halen
En Henri liet moeder opstaan en naar bo
ven gaan.
Terwyi hy in zichzelf pochte over zyn da
den, die hij„later" zou doen.
Weten jullie nu hoe Henri was?