fs 59e Jaargang' Zaterdag 25 September 1920. No. 14427 eding. sIG MG MG Eerste Blad. lAT Financieel perspectief. Feuilleton. De Vrouwe van Darracourt XTxetx-ws- en. -Aiud.-veartexxtie'blsccL vooï G-o-o-cLeu exx Oxa-Bxxeicexx irenstraat. /AM >21 ISO Redactie: Telef. Interc. 545. Bureau: M ARKTI1, GOUD A, Bit summer ktstaxt sit twee Haden BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. n voor De toekomst hut 0 volharding is”. HAiGENAlAR. 100) (Wordt vervol*d.) 1—5 regels 1.55, 15 cent per regel. herstelt de met vreugde ieder verschiiusel dat deer CHAiRLES GAiRVÏCE. Geauthoriseerde vertaling van I. P. WESSELINK—v. ROSSUM. (Nadruk verboden.) fische eden 1 I. reekwoörd is r financiën en pro-, lie in hy be-» schynt zucht naar jwo.relend in. le na: dart. is met streepen. •uikt in de A- l dan staat er Administratie: Telaf. Intere. 82. uitgwoerd 20 der productie van 12 tot 19 Sept. r van schaamte, rde zijn les ge- r naar de vrouw meer aige- en. ;el maken over mester verteld digieii vitischer, wetiacht en wat men moet vergoed hebben. ludien c'‘. heeft, wordt oj toekomst van i vroeg zij. geholpen hebt.” pen en schrikt aak hoort. „waar heb ik O! ja, in het BINNENLAND. Uitvoer. Van de boter, bereid door producenten? dtie zich hebben verbonden tot het nako-l men van verplichtingen, zal mogen wo.’jden .rde? len dat de aar- was, dat hier iziger daar ge- irde afvallen. dat de aarde, 1 of zakte? arde staat een int. Die is zóó s aarde draagt, t ook nooit. an dat die oli- staat met alle iweldige reuze- ■n schildpad is lifant èn aarde t en groeit met emand vragen, stil en vredig igen eens wak- ns ging bewe- nog alt(jd waai): n ik zal u goede jks was er een jesleten. :1e jongen, nam d en ging met De vrouw keek 60UDSCHE COURANT. VERSCHIJNT DAGELIJKS BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. INGEZONDEN MEDEDIELINOEN: 1—4 regel» LH. «Ik» regel Op de voorpagiaa 50 booger. Gewone edvertentiün en ingezonden mededeniiBgen bü contract tot zeer geredu ceerde» prtya. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Adverteatiln kannen worden fagenond^n door toeeebenkomat van soliede Boekhan delaren, Advertentiebureau! en onae Afeisten. Dat er een ander financieel regeerbeleid zal dienen te komen, willen w|j niet totaal in het moeras belanden, hopen wy in een volgend artikel, aan de hand van de milli- oenennota, aan te toonen. „Doet er niets toe, meneer Head. Lk dank u zeer.” Sinclair, die een blik op Harry en den Markies sloeg, wilde weggaan en de an deren zouden, volgen, toen Lucide aan de deur kwam. Zy was in het zwart gekleed en droeg een dikken sl/uier; en voor een oogenblik scheen zy verstomd, niet weten de of zy vender zou gaan of terugfceeren. Op dit oogenblik herkende mynheer Head haar. .„O, Lady Meiie”, zeide hy. „U bent op het juiste oogenblik voor my gekomen. Ik heb een grooten misslag begaan; maar ik zal u zeer dankbaar zyn als u ray wilt hel pen aan te toonen, dat het begrijpelijk was. Wilt u zoo vriendelyk zyn even naar deze cheque te zien en my zeggen, dat het niet uw gewone onderteekening is?" Lucille sloeg haar sluier op en stond bleek en flets midden in de kamer. „Chèque 1” zeide zy zacht, alsof zij het mauwelyks begreep. „J<a”, sprak mijnheer Head vriendelyk maar er op aandringend. „Hier is ze.” Zy nam die en keek er naar. Er was een oogenbhjc ademiooze stilte, terwijl Harry naarWaar toe ging, tusschen de anderen en de deur. Lucille keek er een ogenblik naar, bracht toen de hand naar heti hoofd en gaf de chèque terug met een vtprnoeid, lusteloos gebaar. „Jk weet er niets van”, zeide zij. „UI... U weet ar nieto van?” stamelde mynheer Head. „U hebt die met onder- teehend?” -Neen”, zeide zy op denzelfden vermoei den toon. ,Jk heb die nooit tevoren ge zien!” drift. 1 „Wat? U denkt, dat ik een gevangeite ben?” „Ja, inderdaad”, zeide de detective, I „Kom dus .bedaard mede als een goede kerel. U hebt ons al genoeg last gegeven." Sinclair ging achteruit en rukte zyn arm vrij. „Wat! Moet ik voor zondebok dienen, ik!” riep htf uit ,Jk zeg je, ik vervalsch- te de chèque niet lk ben zoo onschuldig als die meneer!” Hy wees op mijnheer Head. Head keek hem aan. „Van wie heb je die chèque gekregen?” vroeg hy. „Wacht Denk er <Mti, dat alAes wat je zegt tegen je gebruikt aal worden „Ik geef er niet om. Er is niets waai voor ik bang behoef te zijn. Van wie ik’ die chèque heb gekregen? Wel Hy bleef pflotseling steken en keek naar Merle, wiens stalen oogen waarschuwend op hem gericht waren. Myhheer Head sloeg hem oplettend gade. „Van wie heb je die chèque gekregen?” vroeg hit. weder. „Van lord Merle”, zeide Sinclair geme- lyk. „Waarom moet ik het stil houden? Ailes moet uitkomen.” Mynheer Head keek naar Merle aller oogen waren op hem gericht. Met eea lich ten glimlach haalde hy de schouders o»p. „Dat is niet waar”, zeide h(j, ,4k heb de chèque nooit tevoren gezien!'* Sinclair snakte haast naar adem. ^Heb heb je die chèque nooit tevor en gezien!” stotterde hij. „Hebt u mij die niet gegeven?” 1 „Zeker niet”, zeide Merle, die bij zit K „Inderdaad, markies?” zeide tzy. ,Jk kan slechts zeggen, dat het niet haar ge wone handteekening is, het lijkt en het lijkt niet. lik heb eenige vroegere cheques meegebracht, om het verschil' te laten zien.” Merle schoof die op zyde. rJJnderteekeningen verschillen dikwijls, mijnheer Headi”, zeide hy met ongeduld. „U zult moeten toegeven, dat ik het hand schrift van mijn vrouw ken, als ik het zie.” Mijnheer Head boog. „Be maak mjjn ex cuses, mynheer. Dan blijft my niets meer to doen over dan dezen heer mijn veront schuldigingen aan te bieden!" JNeen! dat niet!” snauwde de ander. „Be neem geen verontschuldigingen aan. Ik zal zorgen dat u er voor gestraft wordt! Ik zal de baak een proces aandoen!” Mynheer Heed keek hem aan met kwa lijk verborgen minachting. „U moet doen wat u niet laten kunt, mynheer”, zeide hij. „Be zeg u goedendag. Nogmaals myn excuses, Loud Merle, dat ik u zooveel moeite gegeven heb.” hien uitglijden lies wat er op ietigd worden, jet wakker. ien. Maar 't is die oude men leden leefden. Conuetee-grifflM Tweede Kamer. De alphabetischo lijst van sollicitanten voor de betrekking van commiesgriffier der Tiweede Kamer luidt: 1. L. W. R. van Deventer, adin. ambt, late K (betert met de werioxaamheden vaa commiea-redacteur) Mi de vissaherii-inspec- tie, plaatsvervangend chef van de afdee- ling Verslag en Statistiek te ’s-Gr»ven- bege: 2. Mr. H. J. baron van Vooret tot Voorst, secretaris van de Permanente Com missie van Beroep voor het Staatsbedrijf der P. T. en T. te "s-Gravenhage: 8. Mr. J. L. L. Werv. stenograaf bij de Staten-Gene raai. zelf besloten was Sinclair in den steek te laten voor het oogenblik tenminste. JHebt u het niet gedaan!” jankte Ste' ctaur haast ik tie nu wat u van plan bent! Dit iz een valstrik! Zoo, goed, mijn heer! Luiater nu naar mü!” Hy draaide zich om naar mijnbeer Head. ,Jk zeg u, dat hy mü die chèque heeft gegeven en ik zal zoggen waarom!” „Ik denk, dat mijnheer Sinclair zich WaaifclükeUjk vergist”, zeide Merle op vas ten toon. „Het is een lastige vezjgüaiiw, maar ik denk, dat ik allea in orde hui ma ken. Wilt u hem een paar oogenblikkpn aan mü overlaten, ais ’t u blieft, Lucible, ga naar je kamer, drt is geen geschikt» plaste voor joul” LuciUe bewoog zieh naar de deur, mnar Harry ging naar haar toe en legde zacht jes de hand op haar arm. „Klfti je M(jven?” sprak hü zacht „Ben je sterft genoeg?” „Ik wil allee doen wat je wiM ea re*!” telde zy zwak. Lord Merle’s gelaat wend rood. „.^al ik ia myn eigen huis niet geboor- siwund worden?” zei hü op kilden, klin- ke «uier? toon. „Verlaat deze kamer, heeren, en laat mü met dezen man spreken.” j Harry ging naar de deur. „Ee. OKWWik”, zeide h(j. „Lady Merle ver tocht u te blüvenl" „.Brutale vtegei!” riep Merle uit „Dit M myn huis. Verlaat het of ik tover u aan het i terecht pwerr „N.vea”, spaak Harry rustig en met Mn veelbe teekenemten glinalach. „HM huis is van L. tdy Marfa HOOFDSTUK XXXV. Harry’s vingers zochten denMeutel van de deur en draaide dien zachtjes om. Hoe zacht dit ook geschiedde, hadden de ooren van Sinclair het geluid van het slot ge hoond en hy deed een stap naar Merle, het «eiaat wit van vrees en drift «.Wat betedkent dit?" vroeg hy. „Hoort u wat uw vrou w zegt dat zü die chèque nooit tevoren gezien heeft? Hebt u dat niet gezegd, mevrouw? dat het uwe handteekening niet is? Kyk er in 's he melsnaam nog eens naar.” Lucidde sloeg den blik weer op de chèque. „Het is myn handteekening niet”, zeide zy met dezelfde zachte, droevige stem. „Bent u er zeker van? Wees voorzich tig Lucille", zeide Merle, haar veelbetee- kenend aankykend. Zy keek hem in het gelaat. Jflc heb die niet geschreven”, zeide zü op dezelfde langzame wyze. ,J{et is niet mogelü'k, dat ik dat vergeten zou zjjn.” De detective ging zachtjes naar Sinclair en Legde de hand op zyn arm. „BJyf van my af!” riep dat heer. „Je blyft met je handen van mü af! Als het een valsche handteekening is en het is wel bewezen dat het zoo is, als zü het zegt, ben ik niet de schuldige. Je denkt toch niet, dat ik die heb gemaakt, wel?” „Dat zal nog moeten blüken!” zeide de detective rustig. „Waarom heb je ons hier heen gesleept, om mevrouw en meneer lastig te vallen op deze maaier? Waarom heb je ons al die moeite laten doen?” Sinclair vloog op hem aan, wit van ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt. Fraaco per post per kwartaal ƒ2.75, met Zondagsblad ƒ3.40. Abonnementen worden dagelyk* aangenomen aan ons Bureau: Markt 31, GOUDA, bjj oaze agenten, den boekhandel en de postkantoren. ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring) 1—5 regels 1.30, elke regel meer 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring: elke regel meer 0.30. Advertentiën van publieke vermakelykheden Advertentiën in het Za‘erdagnummer 20 büslag op den prü» DXXIV. Slechts uiterst langzaam toestand ^van vóór 1914 zich: constateeren we iedi. duidtt op het herstel der oude verstandhou ding der volken en we maken daarom ge wag van de eerste internationale teutooa- Btediinig welke hier in de residentie wordt gehouden. Het toeval wil dat deze eerste expositie juist het onderwerp raakt, dat het meest zal moeten meewerken om de oude relaties te herstellen. nJ. het ver keer. Officiéél heet de tentoonstelling „we- gen-tentoonstellliJig”, een naam die niet zoo heel geluUkig is aangezien een auto en een keukenwagen van de militairen niet aanstonds onder het begrip .zwegen” vallen. De expositie laat ons zien hoe de wegen er uit moeten zien, hoe ze gemaakt moeten worden en welk gebruik er dan van gemaakt kan worden. Ze omvat du» een overzicht over de velschillende har- dingsmethoden, diverse steensoorten, maar daarnaast een kijk op de ontwikkeling van den bouw van vrachtauto’s. Natuurlijk ko men er dan nog een aantal kleinere expo sities bij van artikelen die in min of verwijderd veriband staan tot het 'i/aieene ondegwerp. Voor den vakman biedt de tentoonstel ling misschien niet veel nieuws, maar voor den buitenstaander die nimmer in de ge legenheid is om eens op zjjn gemak al het nieuwe gade te slaan, is het een interes sante expositie. Gelylk wü in den aanvapg zeiden, is het een feit van gewicht dat hier de indus trieën uit de landen, die elkaar iaren lang op leven en dood bevochten, weer naast elkaar vertegenwoordigd zijn en dat de goede concurrentie we» mocelirk is ge worden. Het verkeer 'herstek zich en het is juist de taak van deze tentoonstelling om te doen zien hoe langs goede wegen en met góed materiaal een druk verkeer kan verkregen worden. Uit het vele dat er tentoongesteld is willen we alleen de aandacht vestigen op de inzending van het departement van Wa terstaat. Deze beetaat in verschillende gra fische voorstellingen, welke echter doen B!en tüt departement allesbehalve met zü<n tyd meegaat. Het bedrag dat door dit departement aan herstel en aanleg van wegen wordt besteed is twintig jaar lang gelyk gebleven al steeg het budget van den Nederlandschen Staat enorm. Juist in een land als het onze had men mogen ver wachten dat men steeds meer de beteeke- nu van goede wegen had ingezien. Neder land heeft slechts enkele centra en de ove rige bevolking is verstrooid; van bet hoog ste gewicht is een goede verbinding tiis- schen alle deelen des lands. Nog heden ten dage liggen ’s winters, bü sleurt weer, groote gedeelten van ons land zei soleert!, ayjdat de wegen totaal onbegaanbaar zün. Moge deze tentoonstelling er toe bijdra gen dat men in ons land meer dan ooit de beteetkenis van het~T>ezit van goede wegen za gaan inzien. De fiets en de automobiel zullen alle afstanden wegnemen mits zü vm jeugdige ZttideiWe vimcherik Mnu schrijft uit Marken aan Hbld.: Do Zuiderzwraad aehijnl van oor deel to tijt» dat de finaiuneele gevol gen voor tie vi«schor8 bij de droog making dor Zuiderzee het i>est kunnen worden ouder vangen, door jeugd en jongclingHHchaM gelegenheid te geven kootoiooH onderwijs te ontvangen of koBtelooze opleiding in een of ander vak aan te bieden. Althans het voorneinen bestaal in de zen ziu den, Minister van Waterstaat te adviseereik Daartoe zal in deze gemeente reeds Zaterdagavond gelegthiheiid IxHaan zich hij pene daartoe benoemde coin- ‘missie aart te melden. Dpgeigeyen zal moeten worden, of en hoeveel; inkoonstea liet gpzin derven moet door de opleiding van den jeug- waar men opleiding aan reiskosten een goed bereiden weg vinden, die altijd begaanbaar is. De kwestie van het gebouw der Ned. Handd-Maatechappy boudt de gemoede ren zeer bezag en zal ze nog veertieti di- gen lang bezig houden, nu de gemeente- raad met zün gewone flodderige wijze yan werken dit punt weer niet geheel beeft af gedaan. Het heeft er den schim van dat B. cn W. met hun afkeuring van de D>liu> nen der architecten geen steun zullen vin den by den Raad. En dat ia maar geluk kig. Het is merkwaardig hoeveel zonder lingen praat over dit geval wordt ten bes te gegeven. De twee geheel zelfstandige kwesties: de artistieke en de fónneete wonden dooréén gemengd. Het gaat in de eerste plaats om de vraag of het voortaan van de opvattingen eener willekeurige commissie zal afhangen hoe een nieuw ge bouw er uit ziet dan wel van den bouwr 3ieer en bet inzicht van zün architect. Eé* der Haagsche bladen dat door dik en du* B. en W. verdedigt en plotseling een ar* tl.btieke bevlieging heeft gekregen, maakt er een relletje tegen de architecten van. Wy kunnen Slechte hopen dat m <ut are* val de SchooubeidaKommissie ongeliik krürtt en dat daarmede een eind wondt ge* maakt aan de dwinglandü. Het is bee» goed dat getracht wordt knoeiwerk tegen te gaan, maar het instellen van een cen suur 5p de architecten is een ontoelaat bare handeling. Het seizoen op Schevemngen is afigelolb pen. Aanvankelijk was er over gedacht om dit jaar de baden tot 1 October open te la ten in plaats van 16 September, geluk de woonte was. maar de voortdurende slech te weersgesteldheid heeft het sluiten nood-», zaïkelük gemaakt. Liet de z<omer zich mooi aanzien, het slot is zeer slecht geweest. De maand Augustus, de vacwitie-maanid, moet al tyd den doorilag geven. Die door slag was ditmaal naar den slechten kant en men behoeft de balans niet af te wach ten om te kunnen begrijpen dat dp zomer voor Scheveningen ongunstig is geweest. Daar komt nog bü dat de haringvangst vrjjwel stil ligt en dus ziet het er voor deni winter niet best uit. Het bezoek aan de badplaats is zeer te-: gengevallen. Het ging in het begin v*n! den zomer heel goed, maar de toevloed difiö men daarna wachtte bleef uit. De* Hodlandens zélf zijn naar het buitenland gegaan; in Zwitserland moet het ontzag lijk druk geweest zün van de Hottanders. De valuta hebben dat natuurlük gemakke-i iük, en goedkoop gemaakt. Het was voor! de buitenlanders echter ónmogelijk om naar Holland te komen en dus was het hier stil in de badplaat». Moge de aJgemeene toestand spoedig, zoozeer veranderen dat het volgend jaar weer iets goed maakt van hetgeen dit jaar is bedorven. vooral zyn teleurstellend en zelfs onlogisch. De Ryksmiddelen vloeiden tot dusver boven verwachting toch zal versterking' der Ryksinkomsten niet kunnen uitblü’ven. Dit nu wyst reeds op te royaal beheer. Wy ko men er op terug by een beschouwing van de millioenennota, constateeren nu reeds in 't algemeen, dat de Staat, d.i. de Hegeering, daarin gesteund door de Staten-Generaal niet huishoudt, gelyk het een goed huisva der betaamt. Wat baat het, of de Regeö- ring de Koningin laat zeggen: „Overtuigd, dat de onderscheidene belastingen een zeer zwaren druk op Myn volk leggen, acht Ik de uiterste spaarzaamheid geboden”, wan neer de Regeering zelve spot met ieder begrip van spaarzaamheid? Zelfs wanneer men het woord „spaarzaamheid” niet in den eigenlüken zin neemt denk u een Over heid, die zou kunnen sparen! doch in den zin van zuinigheid, dan nog is het een ironie en in dit verband een schrynende iro nie, om van de uiterste spaarzaamheid te spreken op den dag, dat de Regeering een begroeting overlegt, waaruit ten duidelyk- ste blijkt, dat de Regeering zich niet meer afvraagt, of de middelen er zyn en om al lerlei nieuwe uitgaven te bestraden, doch dat men vele nieuwe tientallen millioenen aanvraagt, die er niet zyn en die, als zij'qr moeten komen, de zwaarste offers zullen*- vragen van de toch reeds zwaar belaste bur gerij. Wanneer de Regeering de Koningin de woorden in den mond legt „In het ver trouwen, dat ook de plaatselyke overheid zich doordrongen zal betoonen van dezen ei’sch”, (d.i. de uiterste spaarzaamheid), dan kan geen ingewyde een glimlach onderdruk ken. Als grapje a la de Vries kan dit er mee door, in een Troonrede past zulks niet. Het zyn de gemeenten, welke door het Ryk steeds zwaarder belast zyn, het zün dezelf de gemeenten vooral de groote re, doch volstrekt niet deze alleen die het slechte( voorbeeld van Het Ryk al te gretig hebben overgenomen; zy hebben de tering niet naar de nering kunnen zetten, vaak was dit niet wel mogelyk, vaak ook werd er by het voteeren van nieuwe uitgaven geheel niet aan gedacht. Kiezersvleiery, party-concur- rentie tusschen zwart en rood, de zwakheid om niet bij het opkomen van allerlei nieuwe „behoeften” n e e n te durven zeggen, zie daar de voornaamste redenen van den treu- rigen toestand van de geldmiddelen en het crediet van vele gemeenten en helaas past der Rijksregeering hier geen hoog woord, daar zy als ’t ware voorging in het uitge ven van steeds maar nieuwe millioenen, zonder er zich om te bekommeren, of de belastingschroef ieder jaar ongestraft kan worden aangezet en zonder zich ooit ernstig af te vragen, of de nieuwe uitgaven in zulke financieel-sombere dagen nu werkelyk zoo onvermydelyk waren en geen uitstel konden lyden. Daarom treft ons onaangenaam en moet het bitter stemmen, wanneer een luchthartig financier als minister de Vries dö Kroon zóó laat spreken, dat hü er zelf om zal moeten lachen. i ander financieel komen, is beland» :el, aan g Internationaal Ooiurreti van Handel»- en Kaatoorbediendm. 0^ 6 October a.s. zal te Amster dam een Internationaal Congres vnn Handels- en Knntoorhediendon-Orgaiu- Hatios aanvangen!, dat door h«'t Inter nationaal Verbond van Vakvercwugin- gen in overleg met den Alg. Ned. Bond van Handels- an Kaiutoorhedienden. wel- ko organisatie vóór den oonlog het se cretariaat van de Internationale flan- delfdiedimMienorganisatta voerde, is uit- geschreven. De deelneming aa*v dit con gres belooft een zeer goede te worden. Tot op heden hebben zich de volgen de organisaties bereid verklaard atge- vaardigdon naar hot Congrefi te zen den. Het oude spre Geef my goede politiek geven. Weina, wü aarzelen niet, den toestand van onze Staatsfinanciën niet goed te noe men en wy kunnen de politiek van de Re geering dan ook allerminst bewonderen. De Troonrede, ditmaal zoo kort en op m&- nig punt zoo vaag, laat natuurlyk de finanj- cieele kwestie, de nervus rerum, niet ongej- noemd, doch een bevredigend geluid hebben de heeren Ruys de Beerenbrouck c.s. en in het byzonder minister de Vries ons niet la ten hooren. De geldnood van het Ryk is natuurlyk tep deele ook een gevolg van de duurte. Zoo goed als voor den particulier is alles, waf de Overheid noodig heeft, peper-duur en bestrijding van de duurte is dan ook event zeer direct als indirect een Staatsbelang; Doet nu’ de regeering wat in haar macht is om de productie te bevorderen en de pry'4 zen, waar mogelyk, te drukken? Wy hebben veeleer den indruk, dat minister Aalbersa overeenkomstig de tegenwoordige taktiek der R. Katholieken, meer aan de concurree- rende roode arbeiderspartij dan aan de ductie denkt en de Min. v. Landbouw, di deze het weinige crediet, waarover hy schikte, reeds lang verspeeld heeft, s_. in een (overigens belangryke) vryheid, weinig geneigd om prysregelend in te grypen. Alhoewel de Troonrede de aan houdende duurte van de eerste levensbe hoeften, ook iruhare gevolgen, zorgwekl:end( noemt, vememap wy niets anders, dan del zinledige phrase: „Volle toewyding en groot beleid zullen alleen de oplossing kunnen brengen van de vraagstukken, welke zy (de duurte) ons voorlegt.” Men zal niet ver van de waarheid af zyn, wanneer men dezen zin aldus vertaalt, dat van deze Regeeringi noch de volle toewyding, noch het groote beleid te wachten is om deze vraagstukken op te lossen! Uit eeü financieel oogpunt geeft de pas sage over onze internationale betrekkingen, evenmin reden tot optimisme. De Regeering blyft bedacht op maatregelen tot sterking” van de weerkracht. Dat dit na zes oorlogs- en crisisjaren noodig wordt geacht, is bui tengemeen treurig en de verzekering, dat deze versterking gepaard zal gaan met ver mindering van den persoonlyken en geldely- ken druk van den militairen dienst, mag voor een coalitie-propagandist .aangenaam zyn om onder de goe-gemeente te colpor-1 teeren, wü weten reeds, dat deze versterking van de weermacht vele millioenen zal ver slinden, al zullen dan sommige posten daar voor niet op de Oorlogsbegrooting voorko men, doch op -Justitie (militaire politie e. d.), Binnenlandsche Zaken (burgerwachten en vrijwillige landstorm) en Onderwys (vooroefening der jeugd). De eigenlyke financieele paragrafen dit plan kana van alugeii >P iiitjieincnde wijze de ile jongeren ufldvr de viRKcher» verzorgd.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1920 | | pagina 1