fs
59e Jaargang'
Zaterdag 25 September 1920.
No. 14427
eding.
sIG
MG
MG
Eerste Blad.
lAT
Financieel perspectief.
Feuilleton.
De Vrouwe van Darracourt
XTxetx-ws- en. -Aiud.-veartexxtie'blsccL vooï G-o-o-cLeu exx Oxa-Bxxeicexx
irenstraat.
/AM
>21 ISO
Redactie: Telef. Interc. 545.
Bureau: M ARKTI1, GOUD A,
Bit summer ktstaxt sit twee Haden
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
n voor
De toekomst
hut
0
volharding is”.
HAiGENAlAR.
100)
(Wordt vervol*d.)
1—5 regels 1.55,
15 cent per regel.
herstelt de
met vreugde
ieder verschiiusel dat
deer
CHAiRLES GAiRVÏCE.
Geauthoriseerde vertaling van
I. P. WESSELINK—v. ROSSUM.
(Nadruk verboden.)
fische
eden 1
I.
reekwoörd is r
financiën en
pro-,
lie in
hy be-»
schynt
zucht naar
jwo.relend in.
le
na:
dart.
is
met streepen.
•uikt in de A-
l dan staat er
Administratie: Telaf. Intere. 82.
uitgwoerd 20 der productie van 12 tot
19 Sept.
r van schaamte,
rde zijn les ge-
r naar de vrouw
meer
aige-
en.
;el maken over
mester verteld
digieii vitischer,
wetiacht en wat men
moet vergoed hebben.
ludien c'‘.
heeft, wordt oj
toekomst van i
vroeg zij.
geholpen hebt.”
pen en schrikt
aak hoort.
„waar heb ik
O! ja, in het
BINNENLAND.
Uitvoer.
Van de boter, bereid door producenten?
dtie zich hebben verbonden tot het nako-l
men van verplichtingen, zal mogen wo.’jden
.rde?
len dat de aar-
was, dat hier
iziger daar ge-
irde afvallen.
dat de aarde,
1 of zakte?
arde staat een
int. Die is zóó
s aarde draagt,
t ook nooit.
an dat die oli-
staat met alle
iweldige reuze-
■n schildpad is
lifant èn aarde
t en groeit met
emand vragen,
stil en vredig
igen eens wak-
ns ging bewe-
nog alt(jd waai):
n ik zal u goede
jks was er een
jesleten.
:1e jongen, nam
d en ging met
De vrouw keek
60UDSCHE COURANT.
VERSCHIJNT DAGELIJKS BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
INGEZONDEN MEDEDIELINOEN: 1—4 regel» LH. «Ik» regel
Op de voorpagiaa 50 booger.
Gewone edvertentiün en ingezonden mededeniiBgen bü contract tot zeer geredu
ceerde» prtya. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Adverteatiln kannen worden fagenond^n door toeeebenkomat van soliede Boekhan
delaren, Advertentiebureau! en onae Afeisten.
Dat er een ander financieel regeerbeleid
zal dienen te komen, willen w|j niet totaal
in het moeras belanden, hopen wy in een
volgend artikel, aan de hand van de milli-
oenennota, aan te toonen.
„Doet er niets toe, meneer Head. Lk
dank u zeer.”
Sinclair, die een blik op Harry en den
Markies sloeg, wilde weggaan en de an
deren zouden, volgen, toen Lucide aan de
deur kwam. Zy was in het zwart gekleed
en droeg een dikken sl/uier; en voor een
oogenblik scheen zy verstomd, niet weten
de of zy vender zou gaan of terugfceeren.
Op dit oogenblik herkende mynheer Head
haar.
.„O, Lady Meiie”, zeide hy. „U bent op
het juiste oogenblik voor my gekomen. Ik
heb een grooten misslag begaan; maar ik
zal u zeer dankbaar zyn als u ray wilt hel
pen aan te toonen, dat het begrijpelijk
was. Wilt u zoo vriendelyk zyn even naar
deze cheque te zien en my zeggen, dat het
niet uw gewone onderteekening is?"
Lucille sloeg haar sluier op en stond
bleek en flets midden in de kamer.
„Chèque 1” zeide zy zacht, alsof zij het
mauwelyks begreep.
„J<a”, sprak mijnheer Head vriendelyk
maar er op aandringend. „Hier is ze.”
Zy nam die en keek er naar. Er was
een oogenbhjc ademiooze stilte, terwijl
Harry naarWaar toe ging, tusschen de
anderen en de deur. Lucille keek er een
ogenblik naar, bracht toen de hand naar
heti hoofd en gaf de chèque terug met een
vtprnoeid, lusteloos gebaar.
„Jk weet er niets van”, zeide zij.
„UI... U weet ar nieto van?” stamelde
mynheer Head. „U hebt die met onder-
teehend?”
-Neen”, zeide zy op denzelfden vermoei
den toon. ,Jk heb die nooit tevoren ge
zien!”
drift. 1
„Wat? U denkt, dat ik een gevangeite
ben?”
„Ja, inderdaad”, zeide de detective, I
„Kom dus .bedaard mede als een goede
kerel. U hebt ons al genoeg last gegeven."
Sinclair ging achteruit en rukte zyn arm
vrij.
„Wat! Moet ik voor zondebok dienen,
ik!” riep htf uit ,Jk zeg je, ik vervalsch-
te de chèque niet lk ben zoo onschuldig
als die meneer!” Hy wees op mijnheer
Head.
Head keek hem aan.
„Van wie heb je die chèque gekregen?”
vroeg hy. „Wacht Denk er <Mti, dat alAes
wat je zegt tegen je gebruikt aal worden
„Ik geef er niet om. Er is niets waai
voor ik bang behoef te zijn. Van wie ik’
die chèque heb gekregen? Wel
Hy bleef pflotseling steken en keek naar
Merle, wiens stalen oogen waarschuwend
op hem gericht waren.
Myhheer Head sloeg hem oplettend gade.
„Van wie heb je die chèque gekregen?”
vroeg hit. weder.
„Van lord Merle”, zeide Sinclair geme-
lyk. „Waarom moet ik het stil houden?
Ailes moet uitkomen.”
Mynheer Head keek naar Merle aller
oogen waren op hem gericht. Met eea lich
ten glimlach haalde hy de schouders o»p.
„Dat is niet waar”, zeide h(j, ,4k heb de
chèque nooit tevoren gezien!'*
Sinclair snakte haast naar adem.
^Heb heb je die chèque nooit tevor en
gezien!” stotterde hij. „Hebt u mij die niet
gegeven?” 1
„Zeker niet”, zeide Merle, die bij zit K
„Inderdaad, markies?” zeide tzy. ,Jk
kan slechts zeggen, dat het niet haar ge
wone handteekening is, het lijkt en het
lijkt niet. lik heb eenige vroegere cheques
meegebracht, om het verschil' te laten
zien.”
Merle schoof die op zyde.
rJJnderteekeningen verschillen dikwijls,
mijnheer Headi”, zeide hy met ongeduld.
„U zult moeten toegeven, dat ik het hand
schrift van mijn vrouw ken, als ik het zie.”
Mijnheer Head boog. „Be maak mjjn ex
cuses, mynheer. Dan blijft my niets meer
to doen over dan dezen heer mijn veront
schuldigingen aan te bieden!"
JNeen! dat niet!” snauwde de ander.
„Be neem geen verontschuldigingen aan. Ik
zal zorgen dat u er voor gestraft wordt!
Ik zal de baak een proces aandoen!”
Mynheer Heed keek hem aan met kwa
lijk verborgen minachting.
„U moet doen wat u niet laten kunt,
mynheer”, zeide hij. „Be zeg u goedendag.
Nogmaals myn excuses, Loud Merle, dat
ik u zooveel moeite gegeven heb.”
hien uitglijden
lies wat er op
ietigd worden,
jet wakker.
ien. Maar 't is
die oude men
leden leefden.
Conuetee-grifflM Tweede Kamer.
De alphabetischo lijst van sollicitanten
voor de betrekking van commiesgriffier
der Tiweede Kamer luidt:
1. L. W. R. van Deventer, adin. ambt,
late K (betert met de werioxaamheden vaa
commiea-redacteur) Mi de vissaherii-inspec-
tie, plaatsvervangend chef van de afdee-
ling Verslag en Statistiek te ’s-Gr»ven-
bege:
2. Mr. H. J. baron van Vooret tot
Voorst, secretaris van de Permanente Com
missie van Beroep voor het Staatsbedrijf
der P. T. en T. te "s-Gravenhage:
8. Mr. J. L. L. Werv. stenograaf bij
de Staten-Gene raai.
zelf besloten was Sinclair in den steek te
laten voor het oogenblik tenminste.
JHebt u het niet gedaan!” jankte Ste'
ctaur haast ik tie nu wat u van plan
bent! Dit iz een valstrik! Zoo, goed, mijn
heer! Luiater nu naar mü!” Hy draaide
zich om naar mijnbeer Head. ,Jk zeg u,
dat hy mü die chèque heeft gegeven en ik
zal zoggen waarom!”
„Ik denk, dat mijnheer Sinclair zich
WaaifclükeUjk vergist”, zeide Merle op vas
ten toon. „Het is een lastige vezjgüaiiw,
maar ik denk, dat ik allea in orde hui ma
ken. Wilt u hem een paar oogenblikkpn
aan mü overlaten, ais ’t u blieft, Lucible,
ga naar je kamer, drt is geen geschikt»
plaste voor joul”
LuciUe bewoog zieh naar de deur, mnar
Harry ging naar haar toe en legde zacht
jes de hand op haar arm.
„Klfti je M(jven?” sprak hü zacht „Ben
je sterft genoeg?”
„Ik wil allee doen wat je wiM ea re*!”
telde zy zwak.
Lord Merle’s gelaat wend rood.
„.^al ik ia myn eigen huis niet geboor-
siwund worden?” zei hü op kilden, klin-
ke «uier? toon. „Verlaat deze kamer, heeren,
en laat mü met dezen man spreken.”
j Harry ging naar de deur.
„Ee. OKWWik”, zeide h(j. „Lady Merle
ver tocht u te blüvenl"
„.Brutale vtegei!” riep Merle uit „Dit M
myn huis. Verlaat het of ik tover u aan
het i terecht pwerr
„N.vea”, spaak Harry rustig en met Mn
veelbe teekenemten glinalach. „HM huis is
van L. tdy Marfa
HOOFDSTUK XXXV.
Harry’s vingers zochten denMeutel van
de deur en draaide dien zachtjes om. Hoe
zacht dit ook geschiedde, hadden de ooren
van Sinclair het geluid van het slot ge
hoond en hy deed een stap naar Merle, het
«eiaat wit van vrees en drift
«.Wat betedkent dit?" vroeg hy. „Hoort
u wat uw vrou w zegt dat zü die chèque
nooit tevoren gezien heeft? Hebt u dat
niet gezegd, mevrouw? dat het uwe
handteekening niet is? Kyk er in 's he
melsnaam nog eens naar.”
Lucidde sloeg den blik weer op de chèque.
„Het is myn handteekening niet”, zeide
zy met dezelfde zachte, droevige stem.
„Bent u er zeker van? Wees voorzich
tig Lucille", zeide Merle, haar veelbetee-
kenend aankykend.
Zy keek hem in het gelaat.
Jflc heb die niet geschreven”, zeide zü
op dezelfde langzame wyze. ,J{et is niet
mogelü'k, dat ik dat vergeten zou zjjn.”
De detective ging zachtjes naar Sinclair
en Legde de hand op zyn arm.
„BJyf van my af!” riep dat heer. „Je
blyft met je handen van mü af! Als het
een valsche handteekening is en het is
wel bewezen dat het zoo is, als zü het
zegt, ben ik niet de schuldige. Je denkt
toch niet, dat ik die heb gemaakt, wel?”
„Dat zal nog moeten blüken!” zeide de
detective rustig. „Waarom heb je ons hier
heen gesleept, om mevrouw en meneer
lastig te vallen op deze maaier? Waarom
heb je ons al die moeite laten doen?”
Sinclair vloog op hem aan, wit van
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt.
Fraaco per post per kwartaal ƒ2.75, met Zondagsblad ƒ3.40.
Abonnementen worden dagelyk* aangenomen aan ons Bureau: Markt 31, GOUDA,
bjj oaze agenten, den boekhandel en de postkantoren.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring)
1—5 regels 1.30, elke regel meer 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring:
elke regel meer 0.30. Advertentiën van publieke vermakelykheden
Advertentiën in het Za‘erdagnummer 20 büslag op den prü»
DXXIV.
Slechts uiterst langzaam
toestand ^van vóór 1914 zich:
constateeren we iedi.
duidtt op het herstel der oude verstandhou
ding der volken en we maken daarom ge
wag van de eerste internationale teutooa-
Btediinig welke hier in de residentie wordt
gehouden. Het toeval wil dat deze eerste
expositie juist het onderwerp raakt, dat
het meest zal moeten meewerken om de
oude relaties te herstellen. nJ. het ver
keer. Officiéél heet de tentoonstelling „we-
gen-tentoonstellliJig”, een naam die niet
zoo heel geluUkig is aangezien een auto
en een keukenwagen van de militairen
niet aanstonds onder het begrip .zwegen”
vallen. De expositie laat ons zien hoe de
wegen er uit moeten zien, hoe ze gemaakt
moeten worden en welk gebruik er dan
van gemaakt kan worden. Ze omvat du»
een overzicht over de velschillende har-
dingsmethoden, diverse steensoorten, maar
daarnaast een kijk op de ontwikkeling van
den bouw van vrachtauto’s. Natuurlijk ko
men er dan nog een aantal kleinere expo
sities bij van artikelen die in min of
verwijderd veriband staan tot het
'i/aieene ondegwerp.
Voor den vakman biedt de tentoonstel
ling misschien niet veel nieuws, maar voor
den buitenstaander die nimmer in de ge
legenheid is om eens op zjjn gemak al het
nieuwe gade te slaan, is het een interes
sante expositie.
Gelylk wü in den aanvapg zeiden, is het
een feit van gewicht dat hier de indus
trieën uit de landen, die elkaar iaren lang
op leven en dood bevochten, weer naast
elkaar vertegenwoordigd zijn en dat de
goede concurrentie we» mocelirk is ge
worden. Het verkeer 'herstek zich en het
is juist de taak van deze tentoonstelling
om te doen zien hoe langs goede wegen
en met góed materiaal een druk verkeer
kan verkregen worden.
Uit het vele dat er tentoongesteld is
willen we alleen de aandacht vestigen op
de inzending van het departement van Wa
terstaat. Deze beetaat in verschillende gra
fische voorstellingen, welke echter doen
B!en tüt departement allesbehalve met
zü<n tyd meegaat. Het bedrag dat door dit
departement aan herstel en aanleg van
wegen wordt besteed is twintig jaar lang
gelyk gebleven al steeg het budget van
den Nederlandschen Staat enorm. Juist in
een land als het onze had men mogen ver
wachten dat men steeds meer de beteeke-
nu van goede wegen had ingezien. Neder
land heeft slechts enkele centra en de ove
rige bevolking is verstrooid; van bet hoog
ste gewicht is een goede verbinding tiis-
schen alle deelen des lands. Nog heden
ten dage liggen ’s winters, bü sleurt weer,
groote gedeelten van ons land zei soleert!,
ayjdat de wegen totaal onbegaanbaar zün.
Moge deze tentoonstelling er toe bijdra
gen dat men in ons land meer dan ooit de
beteetkenis van het~T>ezit van goede wegen
za gaan inzien. De fiets en de automobiel
zullen alle afstanden wegnemen mits zü
vm jeugdige ZttideiWe
vimcherik
Mnu schrijft uit Marken aan
Hbld.:
Do Zuiderzwraad aehijnl van oor
deel to tijt» dat de finaiuneele gevol
gen voor tie vi«schor8 bij de droog
making dor Zuiderzee het i>est kunnen
worden ouder vangen, door jeugd en
jongclingHHchaM gelegenheid te geven
kootoiooH onderwijs te ontvangen of
koBtelooze opleiding in een of ander
vak aan te bieden.
Althans het voorneinen bestaal in de
zen ziu den, Minister van Waterstaat
te adviseereik
Daartoe zal in deze gemeente reeds
Zaterdagavond gelegthiheiid IxHaan
zich hij pene daartoe benoemde coin-
‘missie aart te melden.
Dpgeigeyen zal moeten worden, of en
hoeveel; inkoonstea liet gpzin derven
moet door de opleiding van den jeug-
waar men opleiding
aan reiskosten
een goed bereiden weg vinden, die altijd
begaanbaar is.
De kwestie van het gebouw der Ned.
Handd-Maatechappy boudt de gemoede
ren zeer bezag en zal ze nog veertieti di-
gen lang bezig houden, nu de gemeente-
raad met zün gewone flodderige wijze yan
werken dit punt weer niet geheel beeft af
gedaan. Het heeft er den schim van dat
B. cn W. met hun afkeuring van de D>liu>
nen der architecten geen steun zullen vin
den by den Raad. En dat ia maar geluk
kig. Het is merkwaardig hoeveel zonder
lingen praat over dit geval wordt ten bes
te gegeven. De twee geheel zelfstandige
kwesties: de artistieke en de fónneete
wonden dooréén gemengd. Het gaat in de
eerste plaats om de vraag of het voortaan
van de opvattingen eener willekeurige
commissie zal afhangen hoe een nieuw ge
bouw er uit ziet dan wel van den bouwr
3ieer en bet inzicht van zün architect. Eé*
der Haagsche bladen dat door dik en du*
B. en W. verdedigt en plotseling een ar*
tl.btieke bevlieging heeft gekregen, maakt
er een relletje tegen de architecten van.
Wy kunnen Slechte hopen dat m <ut are*
val de SchooubeidaKommissie ongeliik
krürtt en dat daarmede een eind wondt ge*
maakt aan de dwinglandü. Het is bee»
goed dat getracht wordt knoeiwerk tegen
te gaan, maar het instellen van een cen
suur 5p de architecten is een ontoelaat
bare handeling.
Het seizoen op Schevemngen is afigelolb
pen. Aanvankelijk was er over gedacht om
dit jaar de baden tot 1 October open te la
ten in plaats van 16 September, geluk de
woonte was. maar de voortdurende slech
te weersgesteldheid heeft het sluiten nood-»,
zaïkelük gemaakt. Liet de z<omer zich mooi
aanzien, het slot is zeer slecht geweest.
De maand Augustus, de vacwitie-maanid,
moet al tyd den doorilag geven. Die door
slag was ditmaal naar den slechten kant
en men behoeft de balans niet af te wach
ten om te kunnen begrijpen dat dp zomer
voor Scheveningen ongunstig is geweest.
Daar komt nog bü dat de haringvangst
vrjjwel stil ligt en dus ziet het er voor deni
winter niet best uit.
Het bezoek aan de badplaats is zeer te-:
gengevallen. Het ging in het begin v*n!
den zomer heel goed, maar de toevloed
difiö men daarna wachtte bleef uit. De*
Hodlandens zélf zijn naar het buitenland
gegaan; in Zwitserland moet het ontzag
lijk druk geweest zün van de Hottanders.
De valuta hebben dat natuurlük gemakke-i
iük, en goedkoop gemaakt. Het was voor!
de buitenlanders echter ónmogelijk om
naar Holland te komen en dus was het
hier stil in de badplaat».
Moge de aJgemeene toestand spoedig,
zoozeer veranderen dat het volgend jaar
weer iets goed maakt van hetgeen dit jaar
is bedorven.
vooral zyn teleurstellend en zelfs onlogisch.
De Ryksmiddelen vloeiden tot dusver boven
verwachting toch zal versterking' der
Ryksinkomsten niet kunnen uitblü’ven. Dit
nu wyst reeds op te royaal beheer. Wy ko
men er op terug by een beschouwing van de
millioenennota, constateeren nu reeds in 't
algemeen, dat de Staat, d.i. de Hegeering,
daarin gesteund door de Staten-Generaal
niet huishoudt, gelyk het een goed huisva
der betaamt. Wat baat het, of de Regeö-
ring de Koningin laat zeggen: „Overtuigd,
dat de onderscheidene belastingen een zeer
zwaren druk op Myn volk leggen, acht Ik
de uiterste spaarzaamheid geboden”, wan
neer de Regeering zelve spot met ieder
begrip van spaarzaamheid? Zelfs wanneer
men het woord „spaarzaamheid” niet in den
eigenlüken zin neemt denk u een Over
heid, die zou kunnen sparen! doch in
den zin van zuinigheid, dan nog is het een
ironie en in dit verband een schrynende iro
nie, om van de uiterste spaarzaamheid te
spreken op den dag, dat de Regeering een
begroeting overlegt, waaruit ten duidelyk-
ste blijkt, dat de Regeering zich niet meer
afvraagt, of de middelen er zyn en om al
lerlei nieuwe uitgaven te bestraden, doch
dat men vele nieuwe tientallen millioenen
aanvraagt, die er niet zyn en die, als zij'qr
moeten komen, de zwaarste offers zullen*-
vragen van de toch reeds zwaar belaste bur
gerij. Wanneer de Regeering de Koningin
de woorden in den mond legt „In het ver
trouwen, dat ook de plaatselyke overheid
zich doordrongen zal betoonen van dezen
ei’sch”, (d.i. de uiterste spaarzaamheid), dan
kan geen ingewyde een glimlach onderdruk
ken. Als grapje a la de Vries kan dit er
mee door, in een Troonrede past zulks niet.
Het zyn de gemeenten, welke door het Ryk
steeds zwaarder belast zyn, het zün dezelf
de gemeenten vooral de groote re, doch
volstrekt niet deze alleen die het slechte(
voorbeeld van Het Ryk al te gretig hebben
overgenomen; zy hebben de tering niet naar
de nering kunnen zetten, vaak was dit niet
wel mogelyk, vaak ook werd er by het
voteeren van nieuwe uitgaven geheel niet
aan gedacht. Kiezersvleiery, party-concur-
rentie tusschen zwart en rood, de zwakheid
om niet bij het opkomen van allerlei nieuwe
„behoeften” n e e n te durven zeggen, zie
daar de voornaamste redenen van den treu-
rigen toestand van de geldmiddelen en het
crediet van vele gemeenten en helaas past
der Rijksregeering hier geen hoog woord,
daar zy als ’t ware voorging in het uitge
ven van steeds maar nieuwe millioenen,
zonder er zich om te bekommeren, of de
belastingschroef ieder jaar ongestraft kan
worden aangezet en zonder zich ooit ernstig
af te vragen, of de nieuwe uitgaven in zulke
financieel-sombere dagen nu werkelyk zoo
onvermydelyk waren en geen uitstel konden
lyden. Daarom treft ons onaangenaam en
moet het bitter stemmen, wanneer een
luchthartig financier als minister de Vries
dö Kroon zóó laat spreken, dat hü er zelf
om zal moeten lachen.
i ander financieel
komen,
is beland»
:el, aan g
Internationaal Ooiurreti van Handel»- en
Kaatoorbediendm.
0^ 6 October a.s. zal te Amster
dam een Internationaal Congres vnn
Handels- en Knntoorhediendon-Orgaiu-
Hatios aanvangen!, dat door h«'t Inter
nationaal Verbond van Vakvercwugin-
gen in overleg met den Alg. Ned. Bond
van Handels- an Kaiutoorhedienden. wel-
ko organisatie vóór den oonlog het se
cretariaat van de Internationale flan-
delfdiedimMienorganisatta voerde, is uit-
geschreven. De deelneming aa*v dit con
gres belooft een zeer goede te worden.
Tot op heden hebben zich de volgen
de organisaties bereid verklaard atge-
vaardigdon naar hot Congrefi te zen
den.
Het oude spre
Geef my goede
politiek geven.
Weina, wü aarzelen niet, den toestand
van onze Staatsfinanciën niet goed te noe
men en wy kunnen de politiek van de Re
geering dan ook allerminst bewonderen.
De Troonrede, ditmaal zoo kort en op m&-
nig punt zoo vaag, laat natuurlyk de finanj-
cieele kwestie, de nervus rerum, niet ongej-
noemd, doch een bevredigend geluid hebben
de heeren Ruys de Beerenbrouck c.s. en in
het byzonder minister de Vries ons niet la
ten hooren.
De geldnood van het Ryk is natuurlyk tep
deele ook een gevolg van de duurte. Zoo
goed als voor den particulier is alles, waf
de Overheid noodig heeft, peper-duur en
bestrijding van de duurte is dan ook event
zeer direct als indirect een Staatsbelang;
Doet nu’ de regeering wat in haar macht
is om de productie te bevorderen en de pry'4
zen, waar mogelyk, te drukken? Wy hebben
veeleer den indruk, dat minister Aalbersa
overeenkomstig de tegenwoordige taktiek
der R. Katholieken, meer aan de concurree-
rende roode arbeiderspartij dan aan de
ductie denkt en de Min. v. Landbouw, di
deze het weinige crediet, waarover hy
schikte, reeds lang verspeeld heeft, s_.
in een (overigens belangryke)
vryheid, weinig geneigd om prysregelend in
te grypen. Alhoewel de Troonrede de aan
houdende duurte van de eerste levensbe
hoeften, ook iruhare gevolgen, zorgwekl:end(
noemt, vememap wy niets anders, dan del
zinledige phrase: „Volle toewyding en groot
beleid zullen alleen de oplossing kunnen
brengen van de vraagstukken, welke zy (de
duurte) ons voorlegt.” Men zal niet ver van
de waarheid af zyn, wanneer men dezen zin
aldus vertaalt, dat van deze Regeeringi
noch de volle toewyding, noch het groote
beleid te wachten is om deze vraagstukken
op te lossen!
Uit eeü financieel oogpunt geeft de pas
sage over onze internationale betrekkingen,
evenmin reden tot optimisme. De Regeering
blyft bedacht op maatregelen tot sterking”
van de weerkracht. Dat dit na zes oorlogs-
en crisisjaren noodig wordt geacht, is bui
tengemeen treurig en de verzekering, dat
deze versterking gepaard zal gaan met ver
mindering van den persoonlyken en geldely-
ken druk van den militairen dienst, mag
voor een coalitie-propagandist .aangenaam
zyn om onder de goe-gemeente te colpor-1
teeren, wü weten reeds, dat deze versterking
van de weermacht vele millioenen zal ver
slinden, al zullen dan sommige posten daar
voor niet op de Oorlogsbegrooting voorko
men, doch op -Justitie (militaire politie e.
d.), Binnenlandsche Zaken (burgerwachten
en vrijwillige landstorm) en Onderwys
(vooroefening der jeugd).
De eigenlyke financieele paragrafen
dit plan kana van alugeii
>P iiitjieincnde wijze de
ile jongeren ufldvr de
viRKcher» verzorgd.