Spaar-en Hulpbank-Gouda GROOTE OPRUIMING Abonneert l' op dit Blad. TH. HEESEN, Kleiweg 23, Gouda. GouiK mcHUiom Groote Uitverkoop Sanatogen Ko. 14500 XTie-cc REPARATIE-INRICHTINQ a Ia minute, bij C. A. B. BANTZINGER KOOPJES in alle afdeelingen. KINDERCOURANT Feulli STERK Vraagt ZAAL‘s Heerlijke Stroopwafelen. MARKT 32 - Telefoon 216. Ko tegen alle concurrentie. Indiaantje-spelen. <>282 50 Redactie: Telef. In men bekijken, „Steenkooltje” :rant reek SS' GEDURENDE DE OPRUIMING 100/o korting op allo artikelen 6219 die niet reeds in prfs verminderd z(jn. 75 NADJJUK VERBODEN). (Art 15 Auteurswet.) Eh Ik Van de Oude- Rina d. Vr., tante ia dan RAADSELOPLOSSINGEN. De oplossingen zyn: Van de Ouderen: Naar het Schotsch vi Goautflioriseerd I. P. WESSBLIÏ (Nadruk Konstantin’s blije stantijn aan ’t hot stantinopel. D te Brussel maakt rige Ke - bij - ANTON COOPS DROGIST - W1JDSTRAAT 31. ,8 is niet Muziekschool kleuter 'e wordt ca- ;oed t ’t ABONNEMENT per kwartaal ƒ2.9* Fraaeo per poet p< Abonnementen i by «ace agenten, ADVERTENTIE l-r-6 regels l.M, 1—5 regels 1.55, dea 15 coat per ra eegt. „1 te heel Jsje, met leuk mee willen schudden .hoor, Elsje in de Muzic kleine zjjn. Z< c verwend met r ik ’t ook al niet go< denken, dat bleef in ’t le- jurgesteld s hebben over „Kerst- oois van ma- HET BESTUUR. een Kerst- l weet zoo- i land, zoo' niet allen die ik i.n m’n mee helpen opruimen? id! Denk eens aan al die >k en kleeren hebben!’. niet. Sintavond CORRESPONDENTIE. Indiaan. Ja, die wit besneeuwde velden is een prachtig gezicht. Is Broer niet een heetfe traag van natuur? Eigenaardig in die twee, zus juist zoo wild en jongensach- I bij koude en sljjm op I de borst, bronchitis, I I kink- en slijmhoest. I Prijs per flacon firs I by apoltien drogisten 5O5TPE TAAI5TB SLIJMEN OF. (tói3 ‘Ju jDait wtas al wt d- hadrten. Tusschen En schie dieven en iema ten, zou het inaar h ste voor een oud naar het graf te g eens tijd giehad om werk te redden!” En nu begon hy nalr beneden te kor „Houd hem tegen! dy. „De ouwe kerel openen voor dfien Houd hem tegen. 01 gtenhoudlen met een k staan, Don Juan!” Iets in den toon v dan de waarschuwer hield Don Juan bijtij komen dat sergea Ring, uitvoerde. „Kapitein Sknclai ®ijn een paar goede nen wy niet missen, overvloed van gewe laten u hier ter bm jullie nu >reel van je kunt daarvan toch _oI ik. Ik dank jullie voor je mooie ansichten voor Elsje. Waaiw... komt C. heel niet eens by me kijken? 7" heeft meer tijd dan jij. Wil je haar hartelijk 1. De ze" 2. Hooiw. 3. De kacl„.. Goede oplossingen zonden: ren: Joh. de H., Agatha S., Gootje v. d. L. Van de jongeren: Hansje M., Nelly en Jantje v. d. L., Krijntje de H. Aan belanghebbenden wordt kennis gegeven dat de laatste zitting in dit jaar zal gehouden worden op WOENSDAG den 22en DECEMBER en dat de eerste zitting in 1921 zal plaats hebben op ZATERDAG 8 JANUARI. heb jullie dapper Brrr, wat is het koud! armen, die geen, dek 1. Ebbe. 2. Kat, tak. 3. VIII. Van de Jongeren: zon, het licht. >ibergen. ihel. Chris, Chris!" fluisterde Jan, die «k- ker geworden was door een zonderling ge ritsel in Zyn nabijheid. Hoe lang had hij wel geslapen? De jongen wist het niet, maar het wakker worden was allesbehalve prettig; al zijn ledematen deden hem pijn; hy was zoo stijf nis een plank en had een gevoel alsof hij bevroren was. Wat hoorde hy toch? Zoo’n vreemd, zon derling geluid, alsof iemand met een scherp werktuig in de aarde wroette. Voorzichtig stak h'y even zyn hoofd boven den deken uit en keek behoedzaam in het rond. De zwarte nacht was niet meer zoo ondoor dringbaar, en Jan kon met inspanning hier en daar de boomen onderscheiden. Hij luisterde scherp, met ingehouden adem. Ja, hij hoorde werkelijk beweging, vreemd geritsel en gefluister. Lieve help! Wat zou hem overkómen? Dadelijk Chris wakker gemaakt! •r Chris was niet wakker te krijgen! g rustig te slapen, en Jan durfde niet i, uit vrees dat... dat... de roovers, Hie in je naaste omgeving, >k wel armoede zult vinden, .1 een blyde Kerstmis te be- dan zul je zelf zeker een gelukkig het Ier wil ik even met jullie praten over Kerntwedstrijd. zou zoo graag willen, dat jullie allen dein gedicht maakten. De groeten van de kleintjes van 4. 't Mag natuur- AAN DE JEUGD Ik dank de velen hartelij^, die zoo goed aan Elsjes verjaardag hebben gedacht en haar een ansicht zonden. Dat jullie zoo goed aan myn kleine peu ter hebt gedacht is voor my een teeken, dat jullie met my en m’n kleuters meeleeft en dat vind ik heeriyk te weten. Ik stel altyd heel veel belang in alles wat jullie en je kleine leventjes betreft en dan is het prettig te weten, dat onze vreugde en leed jullie ook ter harte gaat. Elsje is op haar verjaardag ontzettend ver wend, te erg haast, want die kleine kleuter zou heusch gaan denken, dat *t haar heele leven zoo bleven kan, al maar vrienden, al maar cadeau» en als ik dan denk aan al de ellende, die er om ons heen is, in ons eigen land en daarbuiten, als wy nu warm gekleed en goed gevoed by de kachel ons koesteren en dan te denken aan die velen, ilecht ge kleed en slecht gevoed, zonder kaciiel. Och, we kunnen het immers niet beseffen! Ik kreeg een briefkaart van Lotti Klein. Ze schreef, dat het nog zoo slecht was in Weenen en ze vertelde, dat de cacao, stel Jullie even voor 2 pond cacao, die was nog niet op! Met z'n elven zijn ze, en eind Augustus ging het Mkket weg! En nu nog genieten ze er van. 't Is alles niet in te den ken. En dit leed is zoover van ons weg. Maar nu dichtbij. Hoeveel sloppen en ste gen zyn er in onze groote steden, hoeveel stille armoede wordt er geleden! Och, kon den we toch allen wat eenvoudiger worden in onze eischen en gaven we anderen wat meer van onzen overvloed. Ik zou Lotti Klein dolgraag e pakket hebben gezonden, maar ik veel armoede hier in ons eigen land, zooveel in m’n dichte nabijheid, dat ik niet allen een blijde Kerstmis kan bereiden, die ik weet dat 't niet hebben zooals ik en m’n peu ters Toe, tracht jullii waar je zeker ooi ieder één mensch relden, dan z gevoel hebber Doen jullie Verder wil onzen Tk i. een k’ 8 rege’s de kleintjes van 4. ’t Mag lijk ook wel meer, maar op z’n minst 8 en 4 regels. En dan moet het handelen mis”. Daar kun je heel wat mooi ken. Daarvoor worden voor de grooten en voor de k'einen elk 3 prijzen beschikbaar gesteld, dus 6 rijzen in ’t geheel, die bij uitreiking be kend zulten gemaakt worden, omdat dit van <len leeftijd afhangt en of ’t voor een jonren of een meisje is. De 6 gedichten van de prijswinnaars worden in het Kerstnum mer geplaatst. Doe dus allen eens goed je best. Van alle vxxnsten, zyn onttroond), is ex-1 nog het best aan toe, ilukkug te prijzen. Her stag geweest, want n voor goed gebannen land en als gewoon zyn levensdagen op moeten aïyteo, is te worden zyn oude re misschien voor een a de mogelijkheid is nie eteiwge ,^egeoringöda het afstand doen vtai hy te Venetië nog tol verklaard niet aan maar dian aal zyn rt en vooy z’n toekomst <lhe dër overige ontl mesra, Kxmstantyn zi eigen land' te mudden toond heeft hem lie: er eenige kans, dat volkomen zal kunnen namelijk afhangt van allierden. Men weet ten onder den indru de bedreiging allen 1 te heffen, dtie de bc 'heden hebben genat e blik af overwogen u alle partijen te be zou kunnen wonden f na zyn terugkomst v zien. Nu ia, blykens de gedragslijn dier en lüonstantyn verande; geering zou nam el ijk, met de Briteche, haa Pranschen gezant te fland te veflaten, h Engeiische en Franse! echlteir van elke betr tijn en het Grieksche Er is dus al eenx Initu-sschon, bet G zich nog niet ongen dingen; met veel gej ren Konstiantyn in ééne bericht kwam hj speci al en tredn van i gaf hy zich terstond en vandaar naar het Via Landen wondt dat een zeer enthous ruggekeerden monar „Chris! Chris!.. fluisterde hy. Maar Hy lag roepen, die „Chris! Chris!” en hij trok zyn broer aan de mouwen. Deze werd met een diepen zucht wakker, keek verschrikt en met groote oogen rond en kon zich in de eerste oogenblikken geen rekenschap geven van de plaats, waar hij was. Plotseling sprong hij op. „Hou je stil!” fluisterde Jan, „hou je stil! Er zyn dieven!" „Waar?” vroeg Chris, plotseling helder wakker wordend. „St.l niet zoo hard! Luister maar!” Beiden luisterden met ingehouden adem. Het geritsel was in hun nabijheid. Het was, alsof er een scherp voorwerp op een ander geslepen werd. Zij hoorden een ge dempte stem mocjpelsn: „fit zal ze wel krijgen, wacht maar!’ (Slot volgt) het heel onaardig van mezelf en zal ’t pro- beeren goed te maken. M’n eenige veront schuldiging is, dat ik ’t zoo bar druk heb gehad de vorige week. Zóó zelfs, dat ik geen tyd had jullie een brief te schrijven in de krant. Ik wist nu van juffr. O. hoe je tent er uit ziet. In ’t voorjaar kom ik stellig eens met haar mee, nu is ’t me waarlijk te koud, ik ben niet zoo’n heldin als zij. Wat zal ’t een mooi gezicht zijn vanuit je tent, ik zou daar best wel eens één dagje ook willen lig gen en kyken naar die witte rust daar bui ten, ik denk dat ik daarna een Jieele massa verhaaltje aan jullie wist te schrijven. Blondkopje. Is je broer al weer be ter? En hoe is het met jouw verkoudheid? Ja, het is aardig dat Gootje haar bezoek sters zoo goed heeft bedacht, ’t is voor jullie ook altijd een aardige Herinnering aan den tijd toen je met de Kinderkrant meedeed. Ik hoop, dat je volgende week weer tijd vindt om te schrijven. Meidoorn. Nee naar de uitvoering van geweest. Ik vind, dat die nog niet overal by hoeft te zyn. toch al zoo schandelijk deaux en allerlei, dat ik voor haar vind. Ze zou gaan denkei alles maar zoo hoorde, en zoo ven en dan is ze later dubbel teler als ze ziet, dat het leven in pretjes en presenten krijgen niet opgaat. M a r i e t j e. Nee maar zeg, ik kan me voorstellen, dat jullie nu nog aan ’t snoepen bent, maar zooveel van ’t zelfde zou me wat vervelen, je kunt daarvan toch zoo wei nig eten, vind ik. Ik dank jullie hartelijk ie mooie ansichten voor Elsje. Waarom C. heel niet eens by me kijken? Zij “.oer tijd Wil je haar hartelijk van me groeten? Roosje. Wat prettig dat je meedeed aan de uitvoering en dat je er 's avonds ook heen mag. Ik ben er eens geweest, maar het duurt my te lang. Zeg, zyn jullie niet veel te jong voor een dagboek? Elsje was erg verrukt van jullie Kerstuitstalling. Al les glinstert ook zoo mooi. Maaike. Nu heb je weer niet je schuilnaam onder je brief gezet en ik ben 'm waarlijk weer vergeten. Het is iets van blond, maar juist op die kleur van haar heb ik vele variaties in jullie schuilnamen. Zorg nu maar, dat je je mooie handschoenen gauw dragen kunt. Ga je goed vooruit? Groet Vader en Moeder van me en pak het kleine zusje. Dageraad. Dat is net iets voor jouw om een flinke glybaas te zyn, ik zie je al slieren. Nu wat mij betreft, mag die sneeuw wegblyven, voor glijbaantjes voel ik niets meer en voor sneeuwballen ook niet. Schaatsenrijden wel, dat vind ik heerlijk, maar ik heb zooveel te doen, dat ik er te gen op zie om er vry’e middagen voor af té nemen en als *t eenmaal maar ijs is, kom ik er natuurlijk toch toe. Rotterdammer. Jammer, dat jullie om de 14 dagen gaat schrijven, maar de briefport loopt wel erg op, dat is zoo. Ja, wy hebben thuis elk jaar een kerstboom, ik zou die niet graag missen. Nee, Elsje is niet op Zondagschool, ze is nog te jong. Ja zeker, vind ik, dat je broertje veel wee Laat Moeder de schildpad maar niet al lang bewaren. WJj bewaarden ook eens h zuinig een trommel met chocola van Els en vonden ’m een paar maanden later alle chocola verschimmeld. Wat een bar postpapier. Je zou zoo met die kinderen, hè? Slimmerd. Zoo vent, was je zoo in je atlas verdiept, dat je tante Else geheel vergat! Hou je zooveel vm aardrijkskun de? Ja, na zoo’n Sint-Nlcolaasavond blijft meestal de rommel voor Moeder over, of (Vervolg.) Brr! Het werd hoe langer hoe kouder! Die helden van Aimard nioesten toch ste vige kerels zyn, als zij daar nooit over klaagden. Kom! hy moest maar even onder de deken kruipen, een uurtje gaan liggen. Eerst tuurde hij nog een poos naar de bla deren boven hem, en sperde telkens de oogen open, om zeker te zijd, dat zij niet dicht vielen. Doch ten slotje vielen ook zyn oogen dic^t-..- dat je ook mee gaat doen. Wat schryf je al duidelyk en netjes. Ik ben blij, dat je weer beter bent en Broer ook. Hadt je een goeden verjaardag, zeker wei, hè? Kom je nu weer eens gauw speten? Je moet Dickie eens ko men bekijken, ’t is net Broer in ’t zwart, „Steenkooltje” noem ik haar wel eens. Wil je Oma van me groeten? Krekel. Als je deze leest, ben je al op ziekenbezoek geweest. Ik hoop, dat je weer vooruitgang hebt kunnen bespeuren. Geluk kig, dat alles zoo goed gaat. Je hebt in dat ziekenhuis je zeker wel verheugd in je toe komst, als je zelf verpleegster zult zyn. Ik weet ten minste wel, dat ik het in m’n jeugd heerlijk vond om in een ziekenhuis te ko men en er al zoo handig was, dat ik op m’n vrye middagen op de kinderzaal in het Diaconessenhuis mocht komen helpen en minstens dacht dat ik al een heele gerou tineerde verpleegster, als ik zoo’n ge wichtig maatglaasje piocht aangeven. Ook vond ik de lucht van lysol en dergelyke altijd zoo heerlijk, nu nog trouwens, en ’k sta by alles dadelijk klaar met lysol of creoline, dan weet ik zeker, dat alles frisch is, vooral op de slaapkamers. Jammer, dat ik je vanavond niet zag, we werden onver wacht opgehouden in A’dam. Kom me eens opzoeken, dan zoeken we samen eens wat boeken uit. Blonde Krulïebol. Hè, wat heeriyk, dat jullie al aan het arren zjjn. Ik heb dat niet vaak gezien in m’n leven, want in de steden wordt maar heel zelden geard, maar ins ons vroeger dorp heb ik het wel gezien en vond het een prachtig gezicht. Ik hoop, dat je een mooi boek kry’gt met Kerstmis. Tulpje. Prettig, dat je nu ook naar de Muziekschool gaat, kun je mooi zingen? Wat zal dat een prachtige merklap worden. Ik heb nog een heel oude, die is nu al meer dan 100 jaar oud, die heeft m’n groot moeder gemaakt. Zoo prachtig! Heel fyn en met allerlei mooie figuren en kleuren. Zoo mooi worden ze tegenwoordig niet meer ge maakt. Jantje. Uitgeslapen? Nee maar, ’t is me ook te mal, zoo’n kleine kerel, zoo laat naar bed. Gaat ’t met de voet beter? Ver lang je nog niet naar school Zondagskindje. Oh, wij noemen dat ding altyd „Vliegende Hollander”, maar 't is altijd haast stuk, dat achterwiel gaat ieder keer schreef en ’t is al wel 10 keer gemaakt. Weet jy daar misschien raad op? Dank je namens Elsje voor je mooie an sicht. Kindje, wat een verrassingen met Sint? Kom je in de Kerstvacantie eens een dagje by Elsje spelen, of ga je uit? Wil je Moeder van me groeten? Nelly. Nee maar, dat had ik moeten zien. Onze dikke Nell in een matrozenpak parmantig voorop! Je voelde je natuurlyk geweldig gewichtig, niet? ’t Is mij ook eens gebeurd, toen Tc ongeveer zoo oud was als jij en *k heb me nooit in m’n leven zoo ge- wichtig’^evoeld. Wat zul je een slaap gehad hebben. Middelpuntje. Wat een gezellige brief schreef je me. Je hebt gelijk, ik heb jullie ook eens verteld en 't sp(jt me echt, dat ik ’t niet nog eens kan doen, ik vind het zoo prettig om het te doen. Ik hoop wel, dat ik met Elsje op jullie Kerstfeest mag ko men. Ik heb natuurlijk in onze vroegere woonplaats ook altfd kerstfeest gevierd met de kinderen, ep hou er ontzettend veel van, ’t is voor my geen echt Kerstfeest, als ik ’t niet heb meegevierd met een groote schaar kinderen. Je had een goede en gezel lige Sint, hè? Zwartje. Oh, meisje, als je nu toch eens wiet, hoe boos ik op mezelf ben! En waarom Wel omdat ik Blondjes veriaardag zoo schandelijk vergeten heb en jullie zoo lief om mijn peuter hebt gedacht Ik vind tig en broer zoo bang en traag. Wat zal me dat een kostelijk gezicht geweest zyn, die kluwen van jongens. Maar de arme stakker, die onder lag. Leuk dat je muziek kreeg met Sint. Als je ’t ingestudeerd hebt, mag ik zeker wel weer eens komen luiste ren, hè? Wat had jullie een gezellig Sint, zeg. “K'Fttd <j j e roer me niet. Gelukkig m’n kindje, dat je op Sintavond beneden mocht komeiï.sJe zult daar als een prinses gelegen hebben/lAardig van dat postpapier. Goed bedacht, Hè? Ik kreeg ook een doos post van „ik weet niet wie!” Dat is wel leuk zoo iets onverwacht te krijgen. Wat heb jy nu een lange vacantie, hè? Viooltje. Lief, dat je even schreef, na mens Jantje ook. Wat zul je het toch druk hebben! Zijn de patiëntjes nog al geduldig? Of veeleischend Och 't is zoo’n toer om die kleuters bezig te houden als ze ziek zyn. Groet moeder van me en wees maar een gapper verpleegstertje voor de drie kleu ters. W i 1 d v o g e 1. Of ik bl(j ben, dat je er af bent? Eerlijk gezegd „ja", meisje. Ik vind jullie te goed voor zulke dingen. Ik kan hier niet alles zeggen, maar ik zeg het je wel eens persoonlijk. Waarom was m’n spontane, hartelijke WildvogeV Zondagmid dag zoo stil? Heb j(j Elsje Maandag ook nog bygewoond? Ja, hè? Was ze niet las tig? R. heeft t zich zelf op den’hals ge haald, hoor en Els vindt *t zalig natuurlijk. Als je gaat, veel plezier. Maar denk aan al Moeders zorgen! Dag meisje. Niet boos op me, hè, dat ik zoo iets zeg. Jantje P. Nee maar, jij bent me toch ook een domme kerel! Wie heeft nu wa rempel eerst waterpokken en krygt dan nog eens mazelen op den koop toe! Wat zullen Moeder en Zus het druk hebben met die 3 zieke kleuters! Daar was ik me van de week even bij jullie en mocht ik niet eens boven komen, ’t is me wat moois van jou hoor! Wat lief, dat je zoo goed aan Elsjes ver jaardag dacht, en haar dan zoo te verwen nen ook nog, ’t was heusch te mal, hoor! Maar erg lief van jou en Moeder. Als jullie weer springlevend en gezond bent, komt Elsje je zelf eens bedanken. Dag m’n baasje, ’t beste met je, hoor! Wordt maar weer gauw sterk. Gootje. Och, och, en eiken Woensdag middag wordt je weer teleurgesteld. Ik vind het echt naar, maar weet je, Elsje vindt het zoo „vreeselijk dol” om met me uit te gaan, dien eenen vrijen middag en dan ga ik ’8 Woensdags erg veel op reis, je begrypt wel waarvoor en daardoor blijft er haast nooit tijd over. En nu is ’t me ook waarlijk te koud en zou onze Pappi me met geweld tegenhouden, en loopen zoover, daar zie tk geen kans toe, flauw hè? Ik hoorde van J. O., dat je twee Kerstboompjes gekregen had, dan zal ik een andere Kerstverrassing moeten bedenken, hè? Toe, eet weer eens flink! Wil je de flesch eens gauw meegeven aan L. en moet die vol weer terug? Toe groet vrouw v. d. H. eens van me, doe je ’t T Geef Moeder een stevige hand. Dag m’n kind! Blondje. Ben je erg boos op Else? Weet je wat je dan doet? Gi Zondagmiddag even naar juffr. O. en vraag of ze geen boodschap voor je heeft van de krant. Heel misschien ben je dan wel weer een beetje goed op me. Oeh, meisje, ik heb je maar wat geplaagd met je snoepers! Stakkerd, had je een heel dik gezicht? Moest de kwade klas «r uit? Aster. Och, wat dom om je briefje te vergeten en nu woon je nog wel zoo dicht bij. Kom je niet nog eens met Elsje spe len In de Kerstvacantie, dan zal ze je wel eons komen halen. Blauwoog. Wel, dat is echt gezellig, i, maar i Waarom Ivogt Is je

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1920 | | pagina 4