ks: tt&'vsssi'r- rmKsr jkus-
Wormpoeders
GOODSCHE CDUHAHT
SALTER
COHEN Co.
ZUIVER LIJNMEEL
N.V. Wessaneo's Koninklijke Fabrieken
Hebt ge een brandend
jeukende Huid?
Kloosterbalsem
■rass»
Rheumatiek en Jicut
genezen.
,»FermitaIl,,
MaMNpju!! Inwin!
1859 Tenten enz.
SranliM Zit- n Sufknir,
Ned. Ver. E. H. B. O.
Notaris MONTIJN
Hat Winkelhuis met Erf,
tubiim (au nMiUbttbiruueibbiiS,
bekwame Nsslslsrs
Suci teil „Uns Uenuegen"
„Rit verlof van Brichivx!"
GUMMIWAREN
Patent Geneesmiddelen
ANTON COOPS
Bllette Scheerapparaat
Giiette Scheermessen.
n eorste Borduurster
Hoofdlufffrouw
khrwhachins
WA.BESCHOO*
Wormpoeders genaamd
Fermitan
Jacob# Maria Wortelboer
Markiezen
Zonneschermen
Jalouzieën
Rolluiken
H.J. VAN SCHALEN,
TWEEDE BLAD.
De Werkinrichting.
IMAAR HET OOSTEN.
ADVERTENTON:
TE HUER
aonder pension voor Heer.
Brieven onder no. 1189 Bnrean
Goudsche Contant, Markt 31. 10
Afd. GOUDA.
HET BESTUUR maakt hiermede
bekend, dat het materiaal der Ver
een ging is uitgebreid met 12 draag
baren welke op de voornaamste
punten in de stad nullen geplaatst
worden, hiervan ajjn reeds 6 stuks
geplaatst en wel bq
ie de Vereenlgde touw- en garen-
fabrieken,
2e Daalmans 4 Co., bleekerU -De
Rljsende Zon",
3e de aoudtche Machinefabriek,
4a de Pijpen- en Aardewerkfabriek
van P. Ooedewaagen Zoon,
9e den Heer P. de Jong, Bocken-
bergstraat 79,
De Mailegatsluis. 1192 31
HET BESTUUR.
tb GOUDA
is voornemens om op MAANDAO 14
MAART 1921, des avondB ten 7 uur
in het Hötal -DE ZALM", aldaar nog
In het openbaar te veilen en te
verkoopen
aan de Klelwegatraat no. 14, te
GOUDA, Kad. Sectie B Nr. 38, ter
grootte van 89 C.A.
Aanvaarding in eigen gebruik na
betalin op 8 April 1921. 1190 24
B-aiohtiging als naar gebrnik.
Nader onderricht ten kantore van
Notaris MONTIJN voornoemd.
VRAAGT °PP®rt 78-80 - ROTTERDAM
aouoa.
T00NEEL-ER8EMRLE „COR RUUJ".
ZONDAG 6 MAART 1921.
Aanvang 8 aar.
BV Laoh-Avossd. "VU
Eins snktls opvosrlng ssn
Militairs Oerlogsklueht In 3 btdrljvsn ssn
VÉBER. HENNEQUIN sn it G0RI8E Is
de wtallng van ANTON RUUt.
MndssrsrisndsnKITTS KLUPFELL
ANNIE WESTDUK, ALBERTINE FAAIIe£
HEYBLOM, cot RUIJS, HENRI VAR EEB,
THEO FRE 'REL Jr.. PIERRE PÉRIN, COEN
HISSINK, LEON WINNINK.
Heg» I OOb bUIJS.
LachenI LaohbnI
Prijzen der plzitien LoÉo-ilzilei, Lndzn
tl.70, Niet'ledeo f 2.28, Bzlcoo, Leden
I 11.28, Nl«-lsdet f 1.78, Gzlcrij 10.80.
Alle pniszn verhoogd mei 10 auteurs,
en 10 itcdelijke rechten.
Plsatebeeorekin, el. gewoon. 1187 30
Injectie-, oor-, neus- en oogspuitjes,
Elastieke Kousen, Warm waterfles achen,
Windkussens, Buikbanden, enz.
N.V. Mil SANITAS
GOUDA: Korte Tiendeweg 10.
ROTTERDAM: Korte Hoogstraat 87.
UTRECHT: Voorstraat 106.
AMSTERDAM: Rembrandtplein 4.
542 15
Draglat - WIJdstraat 31 - Tal. 321.
GOUDERAK.
Advertentiin en aboanemeateu af
dit blad worden aangenomen deer
L. VLEGGEERT, P
bskwnd met platsteek en Maderamachine, om tevens op te treden als
der Bortluurafdeellng.U88
M»rk „STER"
in geplombeerde zakketi,
tnuut uit door groote voedinggwharde.
WORMERVEER, OPGERICHT 1765.
kan in geen enkel huisgezin gemist worden, want iedereen
heeft vandaag of morgen KJóosterbalsem noodig, hetzij voor
Brandwonden
snijwonden
kneuzingen
oude wonden
kJoveo
gesprongen lippen
steenpuisten
doorgeloopen voeten
ïheumatiek
jicht
ischias
stramheid
verstuikingen
lendepUn
spit
spierverrekkingen
eczema
open oksels
aambeien
winterhanden
wintervoeten
dauwworm
netelroos
baardworm
BEt Waschmiddel voor Huidziekten,
ZAL U OENEZIN. i'
Trijs van een proeffl. ƒ0.76. Groote fl. (inh. 6 maal sooveel, veel voor-
deeliger dus ƒ2.60). j
De behandeling met D. D. D. wordt ondersteund dool het gebruik van
(4 ƒ160)D' D' D' ïchecrze6p f 1'25,| D- D- D- «6me
Gratis brochure op aanvr. b« de hootdvertegenw. Pi. B. Meindersma,
Den Haag—Amsterdam—Sneek.
1 n™ïS Gouda ANT0N COOPS, Wödstraat 81 en Mej. VAN
LOON, Markt en verder bp alle goede Drogisten. 106
SOKO, ccn tteverc. heldere en nkt»vette vloeUtoC
hssegroet. versterkt klieren en haar'
wortete voorkant het ipliten en uitvallen.
Hoofdleer en roos verdwijnen nadat men KOKO
Knïa h««ft gebruikt; mm sprenkelt eenvou»
dig KOKO op het haar. dan wrijft men bet aadit
ia oedarwaartacb* rkhtlng en borstelt flink
Verwaarloos nooit Uw Haart
WAÏÏUrteU*11 dw,M onwogelyke eiacben aan
KOKO, maar wU zeggeel en houden vol. dsf geen
Mlderi!!?ErMt r ,a>Tar gksissaiinflfl
voe* hst Haar kan evenaren.
WAARSGHUWINGI
Ut op ondentund Hudcbmeik. voorkomende op
elke Hewn: KOKO wordt nooit lol rónder vtnv
telde buHemmrpddtht nm Hudelemerk - mkbch?
Pel. f LOS kleine, 2.20 mldSte, 2.80greet, tel
KOKO Shampoo Po-fa» I 0.18 pee pskj.
»>S ANTON GOORS, W«d-
OtEMt ao te SchoonhMRD bfj A. N. VAN KERSEN.
Als U morgen langs een drogist gaat, koop dan een potje
Kloosterbalsem om bij voorkomende gevallen onmiddellijk
b« de hand te hebben.
Prijs per pot 20 gram ƒ0.80, 60
gram ƒ1.60, 100 gram ƒ8.— en 260
gram f6.—. Alom verkrijgbaar. Eischt
roeden band met onse handteekening: L. I.
I AKKER, Rotterdam.
Na twintig jaar van onuitsprekelijk liid„
heb ik mijzelf genezen. Sindsdien heb I
het als mijn levenstaak beschouwd, te trsrh
ten ook anderen te
genezen. Ik weet wat
het beteekent te moe
ten lijden, maar ik
ken ook de vreugde
van terugkeer tot ge
zondheid en kracht.
Ik heb mijzelf geite
zen, maar ook dui
zenden anderen. Tal
van attesten zou ik
U kunnen toonen van
lieden, die reeds vele
geneesmiddelen
vruchteloos hebben
gebruikt, en ten slot-
te door Gloria Tonic zijn genezen. Z(j ijfi
■u weder gezond en sterk en zij vertellen
een ieder wat Gloria Tonic voor hen heeft
gedaan. Na veel studie ia het my gelukt
cut geneesmiddel samen te stellen toot de
genezing van Rheumatiek, Jicht, Spit ei
Heupjicht. Indien Uwe ziekte behoort tot
de z.g. ongeneeslijke gevallen, zal één doos
waarschijnlijk niet voldoende zijn, om U «1-
geheels genezing te brengen, maar toch tul
U reeds na de eerste doos blijken, dat mijnt
beweringen waarheid bevatten.
GLORIA TONIC ia verkrijgbaar in 4oo-
'J:?0; Te GOUDA bii ANTW
COOPS, Wy datraat 29, en verder bü dt
voornaamste Drogisten.
Vraagt eveneens de GLORIA
LAXEERPILLEN a 0.75 per does.
Waar niet verkrijgbaar volgt toezendis,
n« ontvangst van postwissel plus ON
voor porto door John. A. Smith, N.Z. Voot-
burgwal, Amsterdam. 9071 41
rMOOPOV^^voORDKSe^
HAGE
Vartsgenwonrdigd door:
DRUKKERIJ
A. BRINKMAN t ZOON
Mirkt 31 - GOUDA - Talaf. 82
.Vraagt demonstrate
zonder verplichting.
genaamd
van Jacoba Maria Wortelboer werken
beter dan alle andere wormmiddelen
en mogen niet gelijk gesteld worden
met wormpatronen, koekjes, toren
tjes, bonbons, enz., daar deze midde
len niet die kracht bezitten, die er
van verwacht wordt
bezitten een bijzonder vindingrijke
samenstelling, verdrijven zeker
spoel-, made-, maag- en andere inge
wandswormen, zoowel by volwasse
nen als by kinderen. 85 cent per doos,
drie doozen 2.40. Overal verkrijg
baar of direct van
t« OUDE-PEKELA.
„Fermitan" wordt door de Neder-
landsche wet beschermd.
Wormjioeders niet voorzien van
het woord Fermitan, worden als na
maak beschouwd. 5622 46
Hen wacht» zich dus voor ttattlt
ton, Spicgol,, Sridldorijon, ThooU-
Ma, Dikonhouton BuffetUn, Bookon-
Clubfoutouils, Zjjdon plnoh.
Ameublomenton, LwnnKublomonten,
Kapokmatrassen, Wollon- on SMUa-
dtkcaa, Stroomntraanen, ana. aai.
6396 SPOTKOOPJES! II 29
BESTE ADRES VOOR JONGELUI
met huwelijksplannen.
BHRT11ÜW MwMi, iLkUfbii
ROTTERDAM. Telefoon 128W.
ARNHEM.
fabriek var
36
Agent voor Gouda en omstreken:
WIJDSTRAAT 21, GOUDA.
WADDINXVEEN.
Advertentidii en abonnementen sp
dit blad worden aangenomen door
A. NOTEBOOM,
Boekhandel. Waddinaveen.
AGENDA
2 i "ur Gebouw Daniël. Curm
fi. n. D. O.
"«rt- Grootc 0f St Janakork Dn. va»
den Bosch. 8 tuut.
6 Maart Zaal „Kunstmin". Lieddadigboids-
•vond Roode Kruis, 8 uur.
liS2 Opora.1™' Nim,w. sobomrtmr.
vymmken wdj gor«rGd tgdR
msaisi ontvangen vnn vof-
oommrton. vonnakEBkbodia.
«»a. om da». In om» n—ntl to vormsMm.
Seotriache Drukkerij
A BRINKMAN ft ZOON GOUDA.
DINSDAG. 1 MAAKT 7921.
In de Raadsvergadering van 22 Nov. j.l.,
waar de gemeentebegrooting werd behan
deld, is door ons, namens de S. D. fractie,
bij volgnr. 211 „Subsidiën aan Godshuizen"
een poging gedaan om voor de menschen,
die verblijf houden in de Werkinrichting den
toestand wat te verbeteren. Zulks naar aan
leiding van gegevens door enkele van die
menschen aan ons verstrekt Het is naar
aanleiding van de mededeeling, dat de Re
dactie van dit blad het noodig oordeelde een
harer journalisten op onderzoek uit te zen
den hoe daar de toestand is.
Het resultaat van dat onderzoek kunnen
wy lezen in de Nos. van 19 «n 21 Febr.
Het artikel vangt aldus aan:
XVnlefding* tot 't bezoek.
„Dezen zomer had ik een onderhoud met
een van de menschen uit de Werkinrichting
en de mededeelingen van dat mannetje wa
ren van dien aard, dat ik de overtuiging
kreeg, dat het zoo niet langer kan. De ma
nier waarop de menschen worden behandeld,
mag zeer goed bedoeld .zijn, maar ik ben
toch van meening, dat het niet opgaat ze
niet in de gelegenheid te stellen het zon
licht naar behooraj) te zien. Waar de men
schen maar zes uur in de week vry krijgen,
kan ik mij voorstellen, dat met zekere droef
heid wordt gezegd: de zomer gaat voorby,
zonder dat wy haast weten, dat ie er is.
Daaraan moet een eind komen."
Aldus ongeveer het wakkere gemeen
teraadslid Sanders, zoo vervolgt de verslag
geefster haar verslag na nog even de aan
dacht gevestigd te hebben op den toon
waarop dit gezegd is en de keus myner
woorden.
Dit was dus de aanleiding tot het bezoek
aan genoemde inrichting. By het lezen van
dit stukje kwamen wij direct tot de ontdek
king, dbt hier was weggelaten wat er ze
ker in hoorde om een juist beeld te geven
van hetgeen wy gezegd hebben. We raad
pleegden daarom onze g.anteekeningen en
kwamen tot de ontdekking, dat de zaak niet
juist was voorgesteld. We hebben ons ter
bevoegder plaatse op de hoogte gesteld en
kwamen tot de conclusie, dat het wakkere
raadslid Sanders in werkelijkheid het vol
gende heeft gezegd:
De heer Sanders: Ik heb in de af-
deeling de vraag gesteld of het niet moge
lijk was aan de zoogenaamde Werkinrich
ting subsidie te geven, opdat de Raad ook
eenigen invloed zou krygen op de manier,
waarop de menschen daar worden behan
deld. Ik* had dezen zonder een onderhoud
met een van de menschen uit dat gesticht
en de mededeelingen van dat mannetje wa
ren van dien aard, dat ik de overtuiging
kreeg, dat het zoo niet langer kon. De ma
nier, waarop die menschen worden behan
deld, mag zeer goed bedoeld zijn, maar ik
ben toch van meening, dat het niet opgaat,
dat zij niet in de gelegenheid worden gesteld
het zonlicht naar behoorert te aanschouwen.
Waar de menschen maar zes uur in de
week, de Zondag uitgesloten, vry
krygen, kan ik my voorstellen, dat met een
zekere droefheid wordt gezegd: >,De zomer
gaat voorbij zonder dat wij haast weten, dat
deze er is." Daaraan moet een einde ko
men."
Wij hebben de woorden, waar het in dit
geval op aankomt, gespatieerd laten druk
ken. De lezers moeten zelf maar oordeelen
of de keus mijner woorden van dien aard
is, dat dit nog eens extra moet worden ver
meld. De toon waarop wij het gezegd heb
ben, kunnen wjj tot onzen spijt niet weer
geven, anders zouden de lezers dezer cou
rant ook daar hun oordeel over kunnen
vellen. Maar wat doet dit er eigeniyk aan
toe. Het gaat om het feit door ons vermeld
en het is de journaliste in geen enkel op
zicht gelukt het door ons genoemde feit
ongedaan te maken. Wanneer het gespro
kene dan ook juist weergegeven was, had de
verslaggeefster zich kunnen bepalen tot de
erkenning, dat het door ons genoemde, juist
was. Want tot goed begrip diene even
vastgesteld, dat wy ons enkel en alleen
hebben uitgesproken over de vrijheid, die de
menschen genieten. Over het eten hebben
wy geen woord gezegd, hoewel wy ook over
gegevens beschikten, die wij nu, naar aan
leiding van het verslag, willen publiceren.
Wy moeten onze verbazing te kennen ge-
m.
Kwam er een tijdje van verademing, dan
zaten op de voorplecht de derdeklasse pas
sagiers in groepjes in de nauwe ruimte. Op
het achterdek kwamen do tweedeklasse pas
sagiers te voorschijn en daar vermaakte
zich urenlang een groepje jonge mannen
en vrouwen met touwtjespringen. Een lange
knokige jonge kerel vertoonde de buitenge
wone slapheid van zyn ledematen door al
touwtjeepringend telkens een penny neer te
leggen en op te rapen onder t rollen en
stampen van het schip.
Onder de passagiers telde «een slechts
Engelsdhen, Amerikanen en Canadeezen,
waaronder verschillende Fransch-Canadee-
zen. Behalve wij twee Hollanders, was er
slechts ten Zwitser, een jongeman die even
eens naar China trok, welk feit hem en
ons al epoedig meerdere belangstelling van
verschillende «ydén, speciaal Amerikaan-
sche businessmen, bezorgde.
De jonge man, Sarasin geheeten, stelde
zich aan mjj voor daar hij gehoord had, dat
ik naar China ging en hij er ode heen trok
en wij vermoedelijk ook samen de Stille
Oceaan zouden oversteken op de „Empress
of Japan". Ik herinnerde my de gebroeders
Sarasin, die op Celebes eenige jaren geleden
een bekende ontdekkingsreis gedaan had
den. Hy bleek een neef van hen te zön.
Hoewel de naam Franseh aandoet, was hy
een Duitsch-Zwitser Uit Bazel. aZer gefor
tuneerd, ging hy voor de aardigheid voor
een jaar of wat naar China. Op mijn vraag
of zaken ging doen, vertelde hy, dat htf
geen bepaald doel had, maar zou trachten
er tijdelijk in den handel te gaan.
ven over de manier, waarop men in die
kringen iets wil ontdekken. Blijkbaar is
eerst gevraagd of men toegelaten kon wor
den. Daarop is het uur bepaald en men
moet wel weinig inzicht hebben om dan nog
te veronderstellen, dat de inrichting, die be
zocht moet worden, niet in orde zou zijn.
Het deed ons denken aan onzen militairen
tijd. Als maar gedacht werd aan de moge
lijkheid, dat er bezoek zou komen tot het
houden van inspectie, was soms twee dagen
van te voren alles in actie om den indruk
maar zoo goed mogelijk te doen zijn.
Hoe wij ons onderzoek hebben gehouden?
Reeds kort na de verkiezingen vervoeg
den zich enkele van de daar verblijfhouden-
de menschen zich aan ons adres met het
verzoek ons te mogen spreken. Ze hadden
voor dien tijd nooit zoo vrij gestaan tegen
over Raadsleden, maar nu er arbeiders ge
kozen waren, meenden zy eens vrijuit te
kunnen spreken. Want, zoo maakten zy de
opmerking, „het was niet onmogelijk, dat
wij er later zelf ook in terecht zouden ko
men." Iets wat wy wel niet graag hopen,
maar toch niet onmogelijk achten. Zy be
gonnen toen verschillende verhalen te doen
over den toestand in die inrichting. De on
dervinding had ons gèleerd, niet alles zoo
maar naar waarheid aan te nemen, daar ook
wy wel weten, dat het oude menschen niet
zoo gauw naar den zin te maken is en dat
het heel moeilijk is, in een gesticht waarin-
allerlei elementen worden ondergebracht,
orde te houden. De mededeeling van de wei
nige vrijheid, die de menschen genoten von
den w\j van dien aard, dat wy het noodig
oordeelden, het vorige jaar een ander per
soon, die daar verblijf houdt, op te gaan
zoeken om van hem eens te vernemen hoe de
toestand daar in werkelijkheid was. Wij
kregen direct den indruk met iemand te
doen te hebben die niet overdreef. Wy zaten
als arbeiders vry tegenover elkaar en kon
den dus vry uit spreken. Maar niettegen
staande dit vrye gevoel moest ik hem vooral
beloven niet te laten merken, dat hy my
ingelicht had, want zoo zeide hy„dan zou
ik er vlug uit zijn, want dan kun je geen
goed meer doen." Na hem dit beloofd te
hebben, begon ons gesprek.
„Hóe laat kom je 's morgens op?"
„'s Zomers ongeveer zes uur."
„Wat ga je dan eerst doen?"
„Eten schoonmaken, bed opschudden en
nog wat ander werk."
„Hoe laat krijg je voor het eerst eten en
drinken?"
„Wij krygen pas om half negen het eer
ste druppel drinken. Twee en een half uur
ben je dus nuchter. Dan krygen we daarbij
twee regeeringsboterhammetjes met een
schrapje margerine. Ze doen er niet te veel
op, wat niet zoo erg is, want anders zou
je het nog meer proeven."
„Als je dat op hebt, wat ga je dan alzoo
doen?"
„Om negen uur gaat ieder aan zijn werk.
De een pluist touw, een ander stript weer
tabak en er zijn er ook, die buitenshuis gaan
werken. Om elf uur krygen we koffie. Dan
werken we tot ongeveer 1 uur. Want dan is
het middageten.
„Waar bestaat dat uit?"
„Ach wat zal ik zeggen. Het is de eene
dag wat beter als de andere. Een weinig
groente, eens in de acht dagen een stukje
spek en eens in de 14 dagen een klein stukje
vleesch. Het vet mag niet altyd de naam
van vet hebben. Zondags krygen we soep".
Wanneer het middageten op ie, wat ge
beurd er dan?"
„Om twee uur beginnen we weer aan ons
werk tot 4 uur. Dan krygen we een sneed je
regeeringsbrood met een schrapje marge
rine en koffie. Om half vyf beginnen we
weer tot 6% uur."
„Zyn jullie dan klaar?"
„Ja, dan zyn we klaar, dan krijgen we
nog twee sneedjes regeeringsbrood."
„Krygen jullie wel eens wat op je
brood?"
„Neen nooit, dat moeten we koopen."
„Verdienen jullie dan nogal wat om iets
te kunnen koopen?"
„Dat is verschillend. Het ligt er maar aan
wat voor werk je doet. Het tabakstrippen
was voor den oorlog 5 cent per pond en daar
kregen we dan 2 cent vait\Nu is het 10
cent en krygen er 3% van. Die twee gulden
in de week verdient, krijgt daarvan 70
cent."
En het Staatspensioen dan?" N
„Van de drie gulden moeten we ƒ2.26
afdragen."
En zoo vervolgden wij, „vertel me nu
eens hoeveel vrijaf krijg je daar."
De tranen schoten den man in z'n oogen.
„Dat is niet veel meneer. Dinsdag en
Donderdag van 26 uur en Zondags om
half tien, dan kan die wil naar de kerk.
Mijn tafelbuurman was een Canadees, die
als zevenjarige knaap uit Duitschland was
gekomen, eerst gesettled had in Amerika,
maar in 1914 naar Canada trok, toen hy 19
jaar was. Van eenvoudig landverhuizer,
had hy in die zeven jaar een fortuin ge
maakt en bezat nu een groote boerderij in
Seskatchewan, waar het bedrijf met groote
landbouwmachines werd gedreven en ne
gentien man personeel. Zijn vader bezat
een andere boerderij, maar was gedurende
zyn afwezigheid .op de zijne. Des winters
lag het werk gedurende een drie 4 vier
maanden stil. Zyn schoonbroer was om zich
te verzetten naar Californië'gegaan, hy was
een oom gaan bezoeken in Berlijn, welke
st^d hij de mooiste vond die hy kende, on-
daaks de vervuiling die het had ondergaan.
H\j vërtelde hoe zeven jaar geleden de
streek waas hij kwam ternauwernood be
kend was. Jn die pioniersjaren waren er
haast uitsluitend mannen, die hun eigen
potje moesten koken. De lange maanden
van verveling 's winters werd doorgebracht
met uitstapjes naar de meest nabyzynde
stad in wording, Regina, nu een stad van
40000 inwoners, toen van evenveel hon
derden.
Canada was volgens hem 't land van de
toekomst, maar dan moest nog veel veran
deren. Nu was 't Leste land reeds geheel
beset en wel langs de spoorwegen, terwijl
het slechts een betrekkelijk smalle strook
vormde. Dicht ten noorden van den grooten
spoorweg begonnen de onafzienbare wouden
en moerassen, waar alleen de blokhuisen
van de politie de beschaving vertegenwoor
digden, juist nog sooals beschreven ia in
de boeken van James Oliver Currwood als
„Kazan de Wolfshond", „Bliksemflits" en
zoo meer, die de fenilletonlecors der Nieuwe
Dan mogen we tot avonds 8 uur weg
blijven. Maar de zomer Is voorbij voordat
we er erg in hebben."
Het zal ieder, die maar eenigszine mee
leefde met het lot van deze oude menschen,
wel duidelijk zijn, dat we ons zelf beloofden
een poging te doen om daar verandering
in te brengen. Voor ons was de vraag hoe
dit het beste gedaan kon worden. Wij wa
ren van meening, nu hier bleek, dat een par
ticuliere instelling niet bij machte was om
voor die ouden van dagen een behoorlijke
regeling te maken, dat net de plicht van de
gemeenschap was zich agar mee te be
moeien. Het moge waar Tim, dat er in dat
huis elementen zijn, die zeker onder goede
controle behooren te staan, dat neemt niet
weg, dat er ook menschen in zijn, die een
beter lot verdienen. Ann en oud wil zeker
nog niet zeggen, dat men dan moet behan
deld worden als gevangenen. We mogen
vooral niet uit het oog verliezen, dat het
een uitvloeisel is van de opvoeding of wel
de omgeving waarin men geboren wordt.
Het zyn menschen, die over het algemeen
nooit anders als zorgen en ellende hebben
gekend. En wanneer zij dan onder die om
standigheden wellicht op verschillende pun
ten zwakkelingen géworden zyn, dan nog
gaat het niet op, dat tij behandeld worden
als verschoppelingen.
Daarom deden wij in de afdeeling tot on
derzoek der begrooting het idee aan de hand
om aan die instelling subsidie te verleenen,
opdat frven dan in de gelegenheid zou wor
den gesteld den toestand daar wat dragelij
ker te maken.
Wij hebben ons, naar ttanleiding van het
onderhoud en de daaruit voortgekomen me
dedeeling van de verslaggeefster van dit
blad, nogmaals gewend om inlichtingen aan
het voor ons betrouwbaar adres. Want de
mededeelingen die daarin gedaan werden,
waren van dien aard, dat het de meening
moest wekken, alsof het daar zoo geen eldo
rado dan toch niet slecht was. Ballen ge
hakt, volop groenten en daarby nog een
blozende kachel deden het voorkomen als
of de journaliste daar tfel een plaats zal
trachten te veroveren wanneer eenmaal de
tijd daar is, dat er voor haar bij anderen
geen plaats meer is. Er werd zoo vlug over
de zeker ernstige mededeelingen heen ge
sprongen. Of is het als van zelf sprekend,
dat tegenwoordig, nu zoo wat iedereen de
vrije Zaterdagmiddag geniet, die oude
menschen daar maar moeten opgesloten
blijven. Is het een normaal verschijnsel, dat
iemand eerst ongeveer 1H uur na dat hij is
opgestaan, voor het eerst wat drinken
krijgt? Deze mededeelingen, welke juist
blijken, schijnen van niet zoo'n groot belang
te zijn voor de verslaggeefster om met ons
een poging te doen daarin verandering te
brengen.
Niets liever zou ons zijn als dat de me
dedeelingen van die ballen gehakt en al het
andere, waarheid bevatte in dien zin, dat ze
niet alleen werden verstrekt wanneer
iemand op bezoek kwam, maar ook als dit
niet het geval was. Maar zie hier wat ons
daafover werd medegedeeld.
Wy vroegen of het nu zoo'veel beter was
als den vorigen zomer. Krijgen jullie nu
tweemaal in de week vleesch en twee maal
spek, was onze vraag. De oude man keek
ons met verbazing aan. Hoe wij daaraan
kwamen. Het was nog net als voorheen.
Eéns in de 14 dagen een stukje vleesch en
ééns in de week een stukje spek en het is
haast altyd gestampt. Je kan het beter met
een lepel eten dan met een vork. En was dit.
nu maar van het vet, dat het zoo dun was,
maar dit ie ook niet zoo. Een Donderdag 'n
week geleden hebben jullie toch gehakt ge
had. Ja, dat was zoo en deze week hadden
ze tweemaal spek en een extratje gehad,
eeft vischje. De .jnan vertelde ons toen, dat
<bp didn Dtmderilag er een juffrouw was
geweest. Dat wisten ze zeker, waiit het eten
wat voor dien dag bestemd was, hebben we
toen den anderen dag gehad. Die juffrouw
had ook gevraagd hoe of we het daar had
den. „Maar niemand durfde eerst wat te
zeggen, want we moeten zoo voorzichtig
zyn."
„Maar jullie krijgen daar toch goed eten
een had dat zelf gezegd." Maar die dat ge
zegd heeft, maakt altijd de meeste praatjes
als er niemand is en als het hem gevraagd
wordt, hebt ie het altyd goed. Maar alB we
vry hadden durven spreken, hadden we wel
wat anders gezegd.
„De toestand is dus nog net als van den
zomer
„Ja, meneer, behalve dan die paar maal,
dat we een extratje hebben gehad, en dit
moet ik zeggen het regeeringsbrood krygen
we nu niet meer, maar kropbrood."
We zetten «leze me<ledeelingen tegenover
elkaar om te laten zien hoe juist ons ver-
Rotterdamsche Courant wel zullen kennen.
Hy vertelde van Canada in den winter
niet veel goeds. Scherpe koude sneeuw
stormen. Geen enkel behoorlijke stad. Mon
treal was niets volgens hem, een vuile stad
met nauwe straten, hoewel eenige prachtige
gebouwen. Alleen Winnipeg kon medetellen
en dan Vancouver. Dat was een paradijs. In
elf jaar had men geen vorst in den winter
gehad. Hij raadde dus onmiddellijk door te
gaan naar Vancouver met een onderbreking
in Winnipeg.
Toch zal ik zijn raad niet volgen en Mon
treal eens bezien, dat 800.000 inwoners telt
en dus grooter is dan Amsterdam. Toronto
bij de Ni'agarafalls telt er 600.000, Quebec
120.000, Winnipeg 200.000. Op een bevolking
van iets meer dan Nederland telt het dus
machtiger steden, is maardaarbuiten de
bevolking dan ook erg dun gezaaid, als
men de oneindige uitgestrektheid van het
land nagaat, dat zich uitstrekt tot aan de
onbekende streken aan de Noordpool. Zóó
groot is het land, dat, lag het in Europa,
het strekken zou van de Pyreneeën tot bo
ven Nova Zembla en van Engeland tot aan
de Jenessei in Siberië. Maar het ruwe kli
maat, de ontoegankelijkheid van de kust
belemmeren de 'ontwikkeling. Het is het
land van de avonturiers en de fortuinzoe
kers, zooais vroeger Amerika, maar ondar
ongunstiger omstandigheden. Een dag spo
ren s kost het van St. John naar Montreal.
Dan spoort men twee dagen naar Winnipeg
en daartusschen ligt slechts één centrum
van bateekenis, de dubbelstad Port Arthur
—Fort Williams met totaal 46000 inwoners.
Vergelijk daarbij Holland waar men in een
uur sporen van Amsterdam naar Rotterdam
de stedenreeks Haarlem, Leiden, den Haag,
Delft, Schiedam en Rotterdam telt. De een-
moeden was, dat voor dit gelegenheid iets
bijzonders werd gegeven. Nu moeten de le
zers zelf maar hun conclusie trekken. We
achten het niet noodig om «ie inlichtingen
nog op een andere manier te onderzoeken.
We vroegen hem ook *«>8 of er zoo versle
ten werd. Dit naar aanleiding van «jn wei
nige vrijheid. De man liet ons zyn Mnen
zien die hij twee jaar geleden ontvangen
had en na dien tijd nog niet gemaakt wa
ren, omdat het nog niet noodig was.
Wy meeoen nog op een punt de aandacht
te moeten pestigen. In het verslag staat bij
het gesprokene der mannen, dat zij het zoo
goed naar den zin hadden. Verder op, bij het
onderhoud met de leiders van die inrichting
wordt geklaagd over de ontevredenheid.
Hoe zit dat nu toch. Maar daar is een argu
ment voor. Ze worden van buiten af opge
stookt lijkt het wel. Het wordt er niet bij
verteld, maar zouden er zijn die soma socia
listische propaganda maken onder «Ue men
schen. Want dat staat toch gelijk met onte
vredenheid zaaien. Wellicht zijn er die hun
hoop gevestigd hebben op de Goudsche
Werkinrichting. Het zou wel eens kunnen
gebeuren, dat daar het eerst de roode vlag
werd geheschen en van daaruit de Raden
republiek werd uitgeroepen. Het ls wat
moois. Maar nu in ernst Zou men werkelijk
van meening zijn, dat „van buiten af" die
menschen worden bewerkt? Dit lijkt ons
wel ,wat gezocht.
Onze conclusie.
We geven gaarne toe, dat het heel moeie-
Hjk is het alle menschen naar den zin te
maken. We kunnen ons ook wel levendig
indenken de moeilijkheden, die zich voorrloen
om regel en ortle tie houden. Maar daar ging
het bij ons niet om. We zijn zelf erkentelijk,
dat er menschen zijn, die zich het lot van
die menschen hebben aangetrokken. Maar
als nu gebleken ls, dat de menBchen niet
meer vrijheid kunnen genieten omdat «le
kleeren en het schoeisel zoo duur zijn, dat it
's morgens geen drinken kunnen krijgen,
omdat er geen voldoende geld aanwezig is
wat is er dan op tegen aan een dergelijke
Inrichting subsidie te geven om dit zeker
hoog noodige aan die menschen te kunnen
verschaffen. En we hadden dan ook mogen
vehvachten, dat iemand, die zich geroepen
acht om de publieke opinie te bewerken, met
ons geprobeerd had om den toestand te ver
beteren. En we hopen en vertrouwen, dat
binnen niet al te langen tijd B. en W. den
Raad zullen mededeelen hoe zij over ons
idee denken. Mochten zij er niet In geslaagd
zijn om met het Bestuur van die inrichting
tot overeenstemming te komen ten opzichte
van het geven van subsidie, dan hopen wij,
dat de Raad ons denkbeeld zal aanvaarden
om het voor hen, die niet bij machte zijn
om het geld op te brengen voor het beste-
delingenhuis, in de gelegenheid te stellen
door mkldel van ondersteuning daar on«ler-
gebracht te worden. Mogen deze publicaties
er toe lelden om ook voor die ouden van da
gen een wat dragelijker leven te bezorgen.
W. S.
Het betoog van den heer Samlers ver
dient enkele kantteekeningen. Echter, en
dit zij voorop gesteld, wie zich na 't ver
schijnen van de „open vraag" van den heer
S. in de G. Crt. van Woensdag in stilte ver
kneuterd mag hebben in den komenden pen-
nestrUd, zal teleurgesteld zijn. Daar ik het
onderzoek met de beste bedoelingen bezield
en met de grootst mogelijke onpartijdigheid
heb ingesteld en ik ten overvloede in den
grond (en in dit speciale geval) ptecies het
zelfde wensch als de heer Sanders, is er
Blechts na te gaan of en in hoeverre ik te
kort geschoten ben bij de vervulling van
mijn taak.
Allereerst «lus èen ruiterlijke bekentenis:
de heer Sanders heeft volmaakt gelijk, ik
heb hem werkelijk onjuist geciteerd. I)e
woorden waar het fk dit geval, naar de
heer S. meent, op aankomt, blijken inder
daad wel te zijn gezegd, doch, en dit wil ik
wel even aantoonen,vwanneer ik in deze zon
digde dan deed ik dat zomier daarvan eenig
vermoeden te kunnen hebben en v o Ik o-
men te goeder trquw, nadat ik myn
herinnering op de eenige juiste wijze had ge
controleerd. Wat ia n.L het geval Om ze
ker te zijn, den heer Sanders geen woorden
in den mond te leggen, «lie hO niet gezegd
heeft, heb ik, alvorens het artikel over de
Werkinrichting ter perze te zeilden ter ge
meente-secretarie inzage gevrjMigd en ge
kregen van het officieele itegogra-
fisch verslag van bedoelde gemeente
raadszitting en daaruit de door my aange
haalde passage overgeschreven, zon
der ook maar één woord weg te la-
te,n, alleen met wijziging van een enkele
zinsnede, die m. i. minder gelukkig gecon-
zaamste Drentsche hei is nog een menschen-
wemeling vergeleken by de eenzaamheid
der Caaadeesche wouden, meren «n pool
streken. Wy zullen aiechts het: best bewoon
de deel zien, waarby het uitstappen in de
groote steden ons den omgekeerdën indruk
zal geven van wat het land eigeniyk is.
Behaaglijke wereldsteden als Montreal en
Toronto zullen doen vergeten de werkeiyk-
heid van de stilte daartusschen en de
doodschheid van het Noorden waar alleen
de rendieren en wolven en karibsé's huizen.
Wy zullen het geluk hebben vermoedelijk
om toch, zy het vliegensvlug, iets van het
land te zien.
De week vervroegd vertrek uit Eurepa
doet ons niet eerder uit Canada vertrekken,
zoodat wy buiten de zes dagen epoorreis
een dertien dagen speling hebben.
Want hier komt «ie misrekening by den
opzet van de reis: De Canadian Pacific
heeft wat deze reis betreft, ona een koopje
bezorgd. Wy hadden oorspronkelijk 22 Ja
nuari moeten vertrekken voor de boot van
den lOen Februari litt Vancouver. Maar
deze boot werd afgoaeind als vol, zoodat wy
meenden 4 Februari te kunnen vertrekken
voor de boot van den 23en uit Vancouver.
Vreemd genoeg ia de boot van den 4en
een land verhuizer aboot zonder eorste kinase,
vertrekkend uit Antwerpen, zoodat wy per
slot een week vroeger moeiten vertrekken.
Een oogenblik waa er nog hoop, dat onze
boot nog net in tyds In St. John aou ayn
om dag en nacht sporend te trachten de
boot van den tiender te halen en to zien of
jer soms passagiert waren uitgevallen,
maar bet weder heeft ket schip vertraagd.
Normaal had het 458 mijlen per dag kun
nen loepen. Met wind mede meer. Nu daar
entegen telden wy een dag van 160, een van
strueerd waa. Daarom en om geen ander»
reden maakte Ik de beperking „onge
veer". Do journalistieke vrijheid waa ge
oorloofd, te eerder, daar men my van de
zyde der secretarie uitdrukkoiyk verzocht, -
om redenen, die niet tor zake doen en die
sindsdien zijn vervallen, bronvermel
ding achterwege te laten, van welke ver
plichting men mij echter thans ontslagen
heeft Ik (en niemand zou dat) had er niet
t flauwste vermoeden van, dat het steno
grafisch verslag, dat de gemeenteraad zoo
uitdrukkeiyk heeft willen behouden al*
„contröle-mlddel", onvolledig was en, Jam
mer genoeg, juist onvolledig op t punt,
waar het in deze op aankwam, in t verslag,
dat ik ter inzage gekregen heb waren de
woorden „de Zondag uitgesloten
n i e t to vinden, de stenograaf had ze een
voudig niet vermeld. Nadat myn artikel
verschenen was en nadat Ik den heer San
ders in een telefonisch gesprek had mede
gedeeld waaraan lk het gewraakte citaat
had ontleend, heeft ook hy zich, schrifte
lijk, tot de secretarie om inlichtingen ge
wend, opmerkende te meenen, dat hy des-
tyds ook over den Zondag gesproken had.
I)e ambtenaar, die de vergadering van 22
Nov. heeft bygewoond vond toen in de ste
nografische notities, die hy zelf ten behoeve
van 't Analytisch verslag had gemaakt, tus-
sehen den in 't officieele verslag ontbre-
kenden passus. In dien zin vulde hy t ver
slag aan en van dit aangevulde verslag
zond de heer S. een afschrift met een noot,
«lat de woorden tusschen door den hoofd
commies-redacteur waren toegevoegd.
Nu vraag ik in gemoede: Waartoe dient
het ko rtbare eontróJe-middel, wanneer biykt
dat dit ter secretarie door een ambtenaar
nog eens weer gecontroleerd moet worden?
Het is verr© van mU een blaam te wil
len werpen op de stenografen, ik acht het
zelfs zeer aannemeiyk, dat het officieele
verslag overigens en in alle deelen letter-
iyk de discussies weergeeft en dat destyds
de woorden „de Zondag uitgesloten" zoo
zacht z(jn gezegd dat ze den stenograaf
ontgaan zyn (ook ik kan me met den bes
ten wil van de wereld niet herinneren ze te
hebben gehoord), In leder geval dit dient te
worden onderzocht. Wil men contröle: goed,
maar laat ze dan ook dcugdeiyk en be
trouwbaar zyn. Voor 't oogenblik heeft de
onvolledigheid van 't geroemde controle
middel my perBooniyk ten zeerste bena
deeld. Neen, ik wil er den heer Sanders niet
van verdenken, dat hy, de geheele toedracht
der zaak kennende, de toevallige omstan
digheid die, ik herhaal het nogmaals, ik
niet bevroetlen kón, heeft willen uitspelen
om myn betrouwbaarheid als verslaggeef
ster In oen twijfelachtig licht te plaatsen,
met alle plezier wil ik gelooven, dat hy, op
zyn beurt, ook geheel te goeder trouw is
geweest en de stellige overtuiging hail dat
ik een zelfde afschrift had ontvangen als
hy, doch eigendunkeiyk de tusschenvoeging
van den hoofdcommies-redacteur had weg
gelaten. Maar juist, dót hy zoo iets voet
stoots heeft künnen aannemen, dat hy n&
myn in ons telefonisch gesprek gedane ver
zekering, gezièn de noot van den meerge-
melden ambtenaar geen oogenblik beseft
heeft eerst eens nader te moeten onderzoe
ken alvorens hy een zóó ernstige beschuldi
ging (want iets anders kan men niet lezen
uit 't betoog van den heerji,) als 't wil
lens en wetens opzetteiyk routlef eiteeren
(en dat woog by den heer S. zeer zwaar)
tegen een journaliste In 't openbaar in
bracht, dat grieft me méér dan ik zeggen
kan. Men zal begrijpen, dat ik na een der
gelijke bejegening van de heeie kwestie ge-
noèg heb, ik kan het gevoel niet van mo
afzetten, «lat «le heer Sanders wel wat heel
lichtvaardig oordeelt, by zonder vlug met
z'n conclusies gereed is en a) te gemakkc-
iyk denkt dat zyn inlichtfngen juist ayn.
En dat hëeft men by de mededeelingen, die
hy gedaan hoeft in aanmerking te nemen.
Echter, ter zake. Toegegeven is dus dat
ik omtrent de vryheid of 't gebrek aan vrij
heid precies gevonden heb, wat de heer S.
daarvan had verteld maar dit verandert Im
mers niets aan mUn onderzoek als zooda
nig? Na«irukkelyk neb ik verklaard, dat de
„toon" waarop do klacht geuit werd me
meer getroffen had dan de woordenkeus.
Myn geachte opponent is over deze uitla
ting blykbaar gestruikeld. Waarom? be
grijp ik niet. Ik heb daarmee niets ten
zyaen nadeole -willen léggen. Zijn betoog
heeft me destyds diep geroerd, vandaar
«lat, wanneer ik me de juiste woorden niet
herinnerde, me toch wei duidelijk was by-
geljleven dien indruk dien de toon (welke ik
natuuriyk ook «iet kan weergaven) op m y
maakte. Misschien hebben de raadideden of
het publiek daaraan niet» bijzonders ge-
merkt, dat do«| er eok niet toe, i k meende
te bespeuren (en een „vroww" voelt daige-
395, een van 423 en vatodaag «pet wind en
golven voor 't eerst wat amde 442 mijlen.
Wy zullen op ziin vroeg V1rö<l»gmi<Mag
aankomen en juist eea hatven «lag te kort
komen. Deze halve dag te iaat zal ms juist
13 «lagen in Canada vasthouden, waartloor
het voordeel van de snelheid geheel verloren
gaat. Vreemd is bet echter,'«lat «leze groote
maatschappy, die ondar de tegenwoordige
omstandigheden veel passagiers voer het
Oosten zou kuifhen krijgen, niet zorgt voor
een hetere aanehiitBig, hnraers op deze
vry ze gaat het voordeel der kortere, doch
duurdere route geheel verloren, teacy aaen
zich van te voren voldoende op de hoogte
kan stellen van de aansluiting, wat echter,
als aten uit Europa komt, over zooveel
sehyvep schijnt te moeten loopen, dat men
u dit te Holland niet vertellen kan. Met deze
tegenvaller zullen wij nu wat meer van
Canada zelf kunnen zien en zal de spöor-
reia «elf veraangenaamd kunnen worden,
doordat wy dan niet aan een stuk vyf en een
half etmaal ia den trein hoeven te zitten.
Wam- mi de maatregelen voor de landing
zullen moeten worden ge note en en de brief
gepost zal moeten worden, komt Werniede
het afscheid tot waarschijalyk Vancouver,
waar wij hopen een week van zon en zacht
.weder te genieten, al hebben wy alle voor
spellingen near waarde kunnen ieerea,
schatten. Want gaf 't vertrek uit Europa
een herinnering aan regen en nevel, hier
onder de kust van New-Found laad waar
men ons \js en sneeuw voorspeld had.
schijnt eea heldere zoa, die het levca aan
boord doet wefrkeerea, al blaast de wind
ea al stampt het schip onafgebraken.
r.E.