ks: tt&'vsssi'r- rmKsr jkus- Wormpoeders GOODSCHE CDUHAHT SALTER COHEN Co. ZUIVER LIJNMEEL N.V. Wessaneo's Koninklijke Fabrieken Hebt ge een brandend jeukende Huid? Kloosterbalsem ■rass» Rheumatiek en Jicut genezen. ,»FermitaIl,, MaMNpju!! Inwin! 1859 Tenten enz. SranliM Zit- n Sufknir, Ned. Ver. E. H. B. O. Notaris MONTIJN Hat Winkelhuis met Erf, tubiim (au nMiUbttbiruueibbiiS, bekwame Nsslslsrs Suci teil „Uns Uenuegen" „Rit verlof van Brichivx!" GUMMIWAREN Patent Geneesmiddelen ANTON COOPS Bllette Scheerapparaat Giiette Scheermessen. n eorste Borduurster Hoofdlufffrouw khrwhachins WA.BESCHOO* Wormpoeders genaamd Fermitan Jacob# Maria Wortelboer Markiezen Zonneschermen Jalouzieën Rolluiken H.J. VAN SCHALEN, TWEEDE BLAD. De Werkinrichting. IMAAR HET OOSTEN. ADVERTENTON: TE HUER aonder pension voor Heer. Brieven onder no. 1189 Bnrean Goudsche Contant, Markt 31. 10 Afd. GOUDA. HET BESTUUR maakt hiermede bekend, dat het materiaal der Ver een ging is uitgebreid met 12 draag baren welke op de voornaamste punten in de stad nullen geplaatst worden, hiervan ajjn reeds 6 stuks geplaatst en wel bq ie de Vereenlgde touw- en garen- fabrieken, 2e Daalmans 4 Co., bleekerU -De Rljsende Zon", 3e de aoudtche Machinefabriek, 4a de Pijpen- en Aardewerkfabriek van P. Ooedewaagen Zoon, 9e den Heer P. de Jong, Bocken- bergstraat 79, De Mailegatsluis. 1192 31 HET BESTUUR. tb GOUDA is voornemens om op MAANDAO 14 MAART 1921, des avondB ten 7 uur in het Hötal -DE ZALM", aldaar nog In het openbaar te veilen en te verkoopen aan de Klelwegatraat no. 14, te GOUDA, Kad. Sectie B Nr. 38, ter grootte van 89 C.A. Aanvaarding in eigen gebruik na betalin op 8 April 1921. 1190 24 B-aiohtiging als naar gebrnik. Nader onderricht ten kantore van Notaris MONTIJN voornoemd. VRAAGT °PP®rt 78-80 - ROTTERDAM aouoa. T00NEEL-ER8EMRLE „COR RUUJ". ZONDAG 6 MAART 1921. Aanvang 8 aar. BV Laoh-Avossd. "VU Eins snktls opvosrlng ssn Militairs Oerlogsklueht In 3 btdrljvsn ssn VÉBER. HENNEQUIN sn it G0RI8E Is de wtallng van ANTON RUUt. MndssrsrisndsnKITTS KLUPFELL ANNIE WESTDUK, ALBERTINE FAAIIe£ HEYBLOM, cot RUIJS, HENRI VAR EEB, THEO FRE 'REL Jr.. PIERRE PÉRIN, COEN HISSINK, LEON WINNINK. Heg» I OOb bUIJS. LachenI LaohbnI Prijzen der plzitien LoÉo-ilzilei, Lndzn tl.70, Niet'ledeo f 2.28, Bzlcoo, Leden I 11.28, Nl«-lsdet f 1.78, Gzlcrij 10.80. Alle pniszn verhoogd mei 10 auteurs, en 10 itcdelijke rechten. Plsatebeeorekin, el. gewoon. 1187 30 Injectie-, oor-, neus- en oogspuitjes, Elastieke Kousen, Warm waterfles achen, Windkussens, Buikbanden, enz. N.V. Mil SANITAS GOUDA: Korte Tiendeweg 10. ROTTERDAM: Korte Hoogstraat 87. UTRECHT: Voorstraat 106. AMSTERDAM: Rembrandtplein 4. 542 15 Draglat - WIJdstraat 31 - Tal. 321. GOUDERAK. Advertentiin en aboanemeateu af dit blad worden aangenomen deer L. VLEGGEERT, P bskwnd met platsteek en Maderamachine, om tevens op te treden als der Bortluurafdeellng.U88 M»rk „STER" in geplombeerde zakketi, tnuut uit door groote voedinggwharde. WORMERVEER, OPGERICHT 1765. kan in geen enkel huisgezin gemist worden, want iedereen heeft vandaag of morgen KJóosterbalsem noodig, hetzij voor Brandwonden snijwonden kneuzingen oude wonden kJoveo gesprongen lippen steenpuisten doorgeloopen voeten ïheumatiek jicht ischias stramheid verstuikingen lendepUn spit spierverrekkingen eczema open oksels aambeien winterhanden wintervoeten dauwworm netelroos baardworm BEt Waschmiddel voor Huidziekten, ZAL U OENEZIN. i' Trijs van een proeffl. ƒ0.76. Groote fl. (inh. 6 maal sooveel, veel voor- deeliger dus ƒ2.60). j De behandeling met D. D. D. wordt ondersteund dool het gebruik van (4 ƒ160)D' D' D' ïchecrze6p f 1'25,| D- D- D- «6me Gratis brochure op aanvr. b« de hootdvertegenw. Pi. B. Meindersma, Den Haag—Amsterdam—Sneek. 1 n™ïS Gouda ANT0N COOPS, Wödstraat 81 en Mej. VAN LOON, Markt en verder bp alle goede Drogisten. 106 SOKO, ccn tteverc. heldere en nkt»vette vloeUtoC hssegroet. versterkt klieren en haar' wortete voorkant het ipliten en uitvallen. Hoofdleer en roos verdwijnen nadat men KOKO Knïa h««ft gebruikt; mm sprenkelt eenvou» dig KOKO op het haar. dan wrijft men bet aadit ia oedarwaartacb* rkhtlng en borstelt flink Verwaarloos nooit Uw Haart WAÏÏUrteU*11 dw,M onwogelyke eiacben aan KOKO, maar wU zeggeel en houden vol. dsf geen Mlderi!!?ErMt r ,a>Tar gksissaiinflfl voe* hst Haar kan evenaren. WAARSGHUWINGI Ut op ondentund Hudcbmeik. voorkomende op elke Hewn: KOKO wordt nooit lol rónder vtnv telde buHemmrpddtht nm Hudelemerk - mkbch? Pel. f LOS kleine, 2.20 mldSte, 2.80greet, tel KOKO Shampoo Po-fa» I 0.18 pee pskj. »>S ANTON GOORS, W«d- OtEMt ao te SchoonhMRD bfj A. N. VAN KERSEN. Als U morgen langs een drogist gaat, koop dan een potje Kloosterbalsem om bij voorkomende gevallen onmiddellijk b« de hand te hebben. Prijs per pot 20 gram ƒ0.80, 60 gram ƒ1.60, 100 gram ƒ8.— en 260 gram f6.—. Alom verkrijgbaar. Eischt roeden band met onse handteekening: L. I. I AKKER, Rotterdam. Na twintig jaar van onuitsprekelijk liid„ heb ik mijzelf genezen. Sindsdien heb I het als mijn levenstaak beschouwd, te trsrh ten ook anderen te genezen. Ik weet wat het beteekent te moe ten lijden, maar ik ken ook de vreugde van terugkeer tot ge zondheid en kracht. Ik heb mijzelf geite zen, maar ook dui zenden anderen. Tal van attesten zou ik U kunnen toonen van lieden, die reeds vele geneesmiddelen vruchteloos hebben gebruikt, en ten slot- te door Gloria Tonic zijn genezen. Z(j ijfi ■u weder gezond en sterk en zij vertellen een ieder wat Gloria Tonic voor hen heeft gedaan. Na veel studie ia het my gelukt cut geneesmiddel samen te stellen toot de genezing van Rheumatiek, Jicht, Spit ei Heupjicht. Indien Uwe ziekte behoort tot de z.g. ongeneeslijke gevallen, zal één doos waarschijnlijk niet voldoende zijn, om U «1- geheels genezing te brengen, maar toch tul U reeds na de eerste doos blijken, dat mijnt beweringen waarheid bevatten. GLORIA TONIC ia verkrijgbaar in 4oo- 'J:?0; Te GOUDA bii ANTW COOPS, Wy datraat 29, en verder bü dt voornaamste Drogisten. Vraagt eveneens de GLORIA LAXEERPILLEN a 0.75 per does. Waar niet verkrijgbaar volgt toezendis, n« ontvangst van postwissel plus ON voor porto door John. A. Smith, N.Z. Voot- burgwal, Amsterdam. 9071 41 rMOOPOV^^voORDKSe^ HAGE Vartsgenwonrdigd door: DRUKKERIJ A. BRINKMAN t ZOON Mirkt 31 - GOUDA - Talaf. 82 .Vraagt demonstrate zonder verplichting. genaamd van Jacoba Maria Wortelboer werken beter dan alle andere wormmiddelen en mogen niet gelijk gesteld worden met wormpatronen, koekjes, toren tjes, bonbons, enz., daar deze midde len niet die kracht bezitten, die er van verwacht wordt bezitten een bijzonder vindingrijke samenstelling, verdrijven zeker spoel-, made-, maag- en andere inge wandswormen, zoowel by volwasse nen als by kinderen. 85 cent per doos, drie doozen 2.40. Overal verkrijg baar of direct van t« OUDE-PEKELA. „Fermitan" wordt door de Neder- landsche wet beschermd. Wormjioeders niet voorzien van het woord Fermitan, worden als na maak beschouwd. 5622 46 Hen wacht» zich dus voor ttattlt ton, Spicgol,, Sridldorijon, ThooU- Ma, Dikonhouton BuffetUn, Bookon- Clubfoutouils, Zjjdon plnoh. Ameublomenton, LwnnKublomonten, Kapokmatrassen, Wollon- on SMUa- dtkcaa, Stroomntraanen, ana. aai. 6396 SPOTKOOPJES! II 29 BESTE ADRES VOOR JONGELUI met huwelijksplannen. BHRT11ÜW MwMi, iLkUfbii ROTTERDAM. Telefoon 128W. ARNHEM. fabriek var 36 Agent voor Gouda en omstreken: WIJDSTRAAT 21, GOUDA. WADDINXVEEN. Advertentidii en abonnementen sp dit blad worden aangenomen door A. NOTEBOOM, Boekhandel. Waddinaveen. AGENDA 2 i "ur Gebouw Daniël. Curm fi. n. D. O. "«rt- Grootc 0f St Janakork Dn. va» den Bosch. 8 tuut. 6 Maart Zaal „Kunstmin". Lieddadigboids- •vond Roode Kruis, 8 uur. liS2 Opora.1™' Nim,w. sobomrtmr. vymmken wdj gor«rGd tgdR msaisi ontvangen vnn vof- oommrton. vonnakEBkbodia. «»a. om da». In om» n—ntl to vormsMm. Seotriache Drukkerij A BRINKMAN ft ZOON GOUDA. DINSDAG. 1 MAAKT 7921. In de Raadsvergadering van 22 Nov. j.l., waar de gemeentebegrooting werd behan deld, is door ons, namens de S. D. fractie, bij volgnr. 211 „Subsidiën aan Godshuizen" een poging gedaan om voor de menschen, die verblijf houden in de Werkinrichting den toestand wat te verbeteren. Zulks naar aan leiding van gegevens door enkele van die menschen aan ons verstrekt Het is naar aanleiding van de mededeeling, dat de Re dactie van dit blad het noodig oordeelde een harer journalisten op onderzoek uit te zen den hoe daar de toestand is. Het resultaat van dat onderzoek kunnen wy lezen in de Nos. van 19 «n 21 Febr. Het artikel vangt aldus aan: XVnlefding* tot 't bezoek. „Dezen zomer had ik een onderhoud met een van de menschen uit de Werkinrichting en de mededeelingen van dat mannetje wa ren van dien aard, dat ik de overtuiging kreeg, dat het zoo niet langer kan. De ma nier waarop de menschen worden behandeld, mag zeer goed bedoeld .zijn, maar ik ben toch van meening, dat het niet opgaat ze niet in de gelegenheid te stellen het zon licht naar behooraj) te zien. Waar de men schen maar zes uur in de week vry krijgen, kan ik mij voorstellen, dat met zekere droef heid wordt gezegd: de zomer gaat voorby, zonder dat wy haast weten, dat ie er is. Daaraan moet een eind komen." Aldus ongeveer het wakkere gemeen teraadslid Sanders, zoo vervolgt de verslag geefster haar verslag na nog even de aan dacht gevestigd te hebben op den toon waarop dit gezegd is en de keus myner woorden. Dit was dus de aanleiding tot het bezoek aan genoemde inrichting. By het lezen van dit stukje kwamen wij direct tot de ontdek king, dbt hier was weggelaten wat er ze ker in hoorde om een juist beeld te geven van hetgeen wy gezegd hebben. We raad pleegden daarom onze g.anteekeningen en kwamen tot de ontdekking, dat de zaak niet juist was voorgesteld. We hebben ons ter bevoegder plaatse op de hoogte gesteld en kwamen tot de conclusie, dat het wakkere raadslid Sanders in werkelijkheid het vol gende heeft gezegd: De heer Sanders: Ik heb in de af- deeling de vraag gesteld of het niet moge lijk was aan de zoogenaamde Werkinrich ting subsidie te geven, opdat de Raad ook eenigen invloed zou krygen op de manier, waarop de menschen daar worden behan deld. Ik* had dezen zonder een onderhoud met een van de menschen uit dat gesticht en de mededeelingen van dat mannetje wa ren van dien aard, dat ik de overtuiging kreeg, dat het zoo niet langer kon. De ma nier, waarop die menschen worden behan deld, mag zeer goed bedoeld zijn, maar ik ben toch van meening, dat het niet opgaat, dat zij niet in de gelegenheid worden gesteld het zonlicht naar behoorert te aanschouwen. Waar de menschen maar zes uur in de week, de Zondag uitgesloten, vry krygen, kan ik my voorstellen, dat met een zekere droefheid wordt gezegd: >,De zomer gaat voorbij zonder dat wij haast weten, dat deze er is." Daaraan moet een einde ko men." Wij hebben de woorden, waar het in dit geval op aankomt, gespatieerd laten druk ken. De lezers moeten zelf maar oordeelen of de keus mijner woorden van dien aard is, dat dit nog eens extra moet worden ver meld. De toon waarop wij het gezegd heb ben, kunnen wjj tot onzen spijt niet weer geven, anders zouden de lezers dezer cou rant ook daar hun oordeel over kunnen vellen. Maar wat doet dit er eigeniyk aan toe. Het gaat om het feit door ons vermeld en het is de journaliste in geen enkel op zicht gelukt het door ons genoemde feit ongedaan te maken. Wanneer het gespro kene dan ook juist weergegeven was, had de verslaggeefster zich kunnen bepalen tot de erkenning, dat het door ons genoemde, juist was. Want tot goed begrip diene even vastgesteld, dat wy ons enkel en alleen hebben uitgesproken over de vrijheid, die de menschen genieten. Over het eten hebben wy geen woord gezegd, hoewel wy ook over gegevens beschikten, die wij nu, naar aan leiding van het verslag, willen publiceren. Wy moeten onze verbazing te kennen ge- m. Kwam er een tijdje van verademing, dan zaten op de voorplecht de derdeklasse pas sagiers in groepjes in de nauwe ruimte. Op het achterdek kwamen do tweedeklasse pas sagiers te voorschijn en daar vermaakte zich urenlang een groepje jonge mannen en vrouwen met touwtjespringen. Een lange knokige jonge kerel vertoonde de buitenge wone slapheid van zyn ledematen door al touwtjeepringend telkens een penny neer te leggen en op te rapen onder t rollen en stampen van het schip. Onder de passagiers telde «een slechts Engelsdhen, Amerikanen en Canadeezen, waaronder verschillende Fransch-Canadee- zen. Behalve wij twee Hollanders, was er slechts ten Zwitser, een jongeman die even eens naar China trok, welk feit hem en ons al epoedig meerdere belangstelling van verschillende «ydén, speciaal Amerikaan- sche businessmen, bezorgde. De jonge man, Sarasin geheeten, stelde zich aan mjj voor daar hij gehoord had, dat ik naar China ging en hij er ode heen trok en wij vermoedelijk ook samen de Stille Oceaan zouden oversteken op de „Empress of Japan". Ik herinnerde my de gebroeders Sarasin, die op Celebes eenige jaren geleden een bekende ontdekkingsreis gedaan had den. Hy bleek een neef van hen te zön. Hoewel de naam Franseh aandoet, was hy een Duitsch-Zwitser Uit Bazel. aZer gefor tuneerd, ging hy voor de aardigheid voor een jaar of wat naar China. Op mijn vraag of zaken ging doen, vertelde hy, dat htf geen bepaald doel had, maar zou trachten er tijdelijk in den handel te gaan. ven over de manier, waarop men in die kringen iets wil ontdekken. Blijkbaar is eerst gevraagd of men toegelaten kon wor den. Daarop is het uur bepaald en men moet wel weinig inzicht hebben om dan nog te veronderstellen, dat de inrichting, die be zocht moet worden, niet in orde zou zijn. Het deed ons denken aan onzen militairen tijd. Als maar gedacht werd aan de moge lijkheid, dat er bezoek zou komen tot het houden van inspectie, was soms twee dagen van te voren alles in actie om den indruk maar zoo goed mogelijk te doen zijn. Hoe wij ons onderzoek hebben gehouden? Reeds kort na de verkiezingen vervoeg den zich enkele van de daar verblijfhouden- de menschen zich aan ons adres met het verzoek ons te mogen spreken. Ze hadden voor dien tijd nooit zoo vrij gestaan tegen over Raadsleden, maar nu er arbeiders ge kozen waren, meenden zy eens vrijuit te kunnen spreken. Want, zoo maakten zy de opmerking, „het was niet onmogelijk, dat wij er later zelf ook in terecht zouden ko men." Iets wat wy wel niet graag hopen, maar toch niet onmogelijk achten. Zy be gonnen toen verschillende verhalen te doen over den toestand in die inrichting. De on dervinding had ons gèleerd, niet alles zoo maar naar waarheid aan te nemen, daar ook wy wel weten, dat het oude menschen niet zoo gauw naar den zin te maken is en dat het heel moeilijk is, in een gesticht waarin- allerlei elementen worden ondergebracht, orde te houden. De mededeeling van de wei nige vrijheid, die de menschen genoten von den w\j van dien aard, dat wy het noodig oordeelden, het vorige jaar een ander per soon, die daar verblijf houdt, op te gaan zoeken om van hem eens te vernemen hoe de toestand daar in werkelijkheid was. Wij kregen direct den indruk met iemand te doen te hebben die niet overdreef. Wy zaten als arbeiders vry tegenover elkaar en kon den dus vry uit spreken. Maar niettegen staande dit vrye gevoel moest ik hem vooral beloven niet te laten merken, dat hy my ingelicht had, want zoo zeide hy„dan zou ik er vlug uit zijn, want dan kun je geen goed meer doen." Na hem dit beloofd te hebben, begon ons gesprek. „Hóe laat kom je 's morgens op?" „'s Zomers ongeveer zes uur." „Wat ga je dan eerst doen?" „Eten schoonmaken, bed opschudden en nog wat ander werk." „Hoe laat krijg je voor het eerst eten en drinken?" „Wij krygen pas om half negen het eer ste druppel drinken. Twee en een half uur ben je dus nuchter. Dan krygen we daarbij twee regeeringsboterhammetjes met een schrapje margerine. Ze doen er niet te veel op, wat niet zoo erg is, want anders zou je het nog meer proeven." „Als je dat op hebt, wat ga je dan alzoo doen?" „Om negen uur gaat ieder aan zijn werk. De een pluist touw, een ander stript weer tabak en er zijn er ook, die buitenshuis gaan werken. Om elf uur krygen we koffie. Dan werken we tot ongeveer 1 uur. Want dan is het middageten. „Waar bestaat dat uit?" „Ach wat zal ik zeggen. Het is de eene dag wat beter als de andere. Een weinig groente, eens in de acht dagen een stukje spek en eens in de 14 dagen een klein stukje vleesch. Het vet mag niet altyd de naam van vet hebben. Zondags krygen we soep". Wanneer het middageten op ie, wat ge beurd er dan?" „Om twee uur beginnen we weer aan ons werk tot 4 uur. Dan krygen we een sneed je regeeringsbrood met een schrapje marge rine en koffie. Om half vyf beginnen we weer tot 6% uur." „Zyn jullie dan klaar?" „Ja, dan zyn we klaar, dan krijgen we nog twee sneedjes regeeringsbrood." „Krygen jullie wel eens wat op je brood?" „Neen nooit, dat moeten we koopen." „Verdienen jullie dan nogal wat om iets te kunnen koopen?" „Dat is verschillend. Het ligt er maar aan wat voor werk je doet. Het tabakstrippen was voor den oorlog 5 cent per pond en daar kregen we dan 2 cent vait\Nu is het 10 cent en krygen er 3% van. Die twee gulden in de week verdient, krijgt daarvan 70 cent." En het Staatspensioen dan?" N „Van de drie gulden moeten we ƒ2.26 afdragen." En zoo vervolgden wij, „vertel me nu eens hoeveel vrijaf krijg je daar." De tranen schoten den man in z'n oogen. „Dat is niet veel meneer. Dinsdag en Donderdag van 26 uur en Zondags om half tien, dan kan die wil naar de kerk. Mijn tafelbuurman was een Canadees, die als zevenjarige knaap uit Duitschland was gekomen, eerst gesettled had in Amerika, maar in 1914 naar Canada trok, toen hy 19 jaar was. Van eenvoudig landverhuizer, had hy in die zeven jaar een fortuin ge maakt en bezat nu een groote boerderij in Seskatchewan, waar het bedrijf met groote landbouwmachines werd gedreven en ne gentien man personeel. Zijn vader bezat een andere boerderij, maar was gedurende zyn afwezigheid .op de zijne. Des winters lag het werk gedurende een drie 4 vier maanden stil. Zyn schoonbroer was om zich te verzetten naar Californië'gegaan, hy was een oom gaan bezoeken in Berlijn, welke st^d hij de mooiste vond die hy kende, on- daaks de vervuiling die het had ondergaan. H\j vërtelde hoe zeven jaar geleden de streek waas hij kwam ternauwernood be kend was. Jn die pioniersjaren waren er haast uitsluitend mannen, die hun eigen potje moesten koken. De lange maanden van verveling 's winters werd doorgebracht met uitstapjes naar de meest nabyzynde stad in wording, Regina, nu een stad van 40000 inwoners, toen van evenveel hon derden. Canada was volgens hem 't land van de toekomst, maar dan moest nog veel veran deren. Nu was 't Leste land reeds geheel beset en wel langs de spoorwegen, terwijl het slechts een betrekkelijk smalle strook vormde. Dicht ten noorden van den grooten spoorweg begonnen de onafzienbare wouden en moerassen, waar alleen de blokhuisen van de politie de beschaving vertegenwoor digden, juist nog sooals beschreven ia in de boeken van James Oliver Currwood als „Kazan de Wolfshond", „Bliksemflits" en zoo meer, die de fenilletonlecors der Nieuwe Dan mogen we tot avonds 8 uur weg blijven. Maar de zomer Is voorbij voordat we er erg in hebben." Het zal ieder, die maar eenigszine mee leefde met het lot van deze oude menschen, wel duidelijk zijn, dat we ons zelf beloofden een poging te doen om daar verandering in te brengen. Voor ons was de vraag hoe dit het beste gedaan kon worden. Wij wa ren van meening, nu hier bleek, dat een par ticuliere instelling niet bij machte was om voor die ouden van dagen een behoorlijke regeling te maken, dat net de plicht van de gemeenschap was zich agar mee te be moeien. Het moge waar Tim, dat er in dat huis elementen zijn, die zeker onder goede controle behooren te staan, dat neemt niet weg, dat er ook menschen in zijn, die een beter lot verdienen. Ann en oud wil zeker nog niet zeggen, dat men dan moet behan deld worden als gevangenen. We mogen vooral niet uit het oog verliezen, dat het een uitvloeisel is van de opvoeding of wel de omgeving waarin men geboren wordt. Het zyn menschen, die over het algemeen nooit anders als zorgen en ellende hebben gekend. En wanneer zij dan onder die om standigheden wellicht op verschillende pun ten zwakkelingen géworden zyn, dan nog gaat het niet op, dat tij behandeld worden als verschoppelingen. Daarom deden wij in de afdeeling tot on derzoek der begrooting het idee aan de hand om aan die instelling subsidie te verleenen, opdat frven dan in de gelegenheid zou wor den gesteld den toestand daar wat dragelij ker te maken. Wij hebben ons, naar ttanleiding van het onderhoud en de daaruit voortgekomen me dedeeling van de verslaggeefster van dit blad, nogmaals gewend om inlichtingen aan het voor ons betrouwbaar adres. Want de mededeelingen die daarin gedaan werden, waren van dien aard, dat het de meening moest wekken, alsof het daar zoo geen eldo rado dan toch niet slecht was. Ballen ge hakt, volop groenten en daarby nog een blozende kachel deden het voorkomen als of de journaliste daar tfel een plaats zal trachten te veroveren wanneer eenmaal de tijd daar is, dat er voor haar bij anderen geen plaats meer is. Er werd zoo vlug over de zeker ernstige mededeelingen heen ge sprongen. Of is het als van zelf sprekend, dat tegenwoordig, nu zoo wat iedereen de vrije Zaterdagmiddag geniet, die oude menschen daar maar moeten opgesloten blijven. Is het een normaal verschijnsel, dat iemand eerst ongeveer 1H uur na dat hij is opgestaan, voor het eerst wat drinken krijgt? Deze mededeelingen, welke juist blijken, schijnen van niet zoo'n groot belang te zijn voor de verslaggeefster om met ons een poging te doen daarin verandering te brengen. Niets liever zou ons zijn als dat de me dedeelingen van die ballen gehakt en al het andere, waarheid bevatte in dien zin, dat ze niet alleen werden verstrekt wanneer iemand op bezoek kwam, maar ook als dit niet het geval was. Maar zie hier wat ons daafover werd medegedeeld. Wy vroegen of het nu zoo'veel beter was als den vorigen zomer. Krijgen jullie nu tweemaal in de week vleesch en twee maal spek, was onze vraag. De oude man keek ons met verbazing aan. Hoe wij daaraan kwamen. Het was nog net als voorheen. Eéns in de 14 dagen een stukje vleesch en ééns in de week een stukje spek en het is haast altyd gestampt. Je kan het beter met een lepel eten dan met een vork. En was dit. nu maar van het vet, dat het zoo dun was, maar dit ie ook niet zoo. Een Donderdag 'n week geleden hebben jullie toch gehakt ge had. Ja, dat was zoo en deze week hadden ze tweemaal spek en een extratje gehad, eeft vischje. De .jnan vertelde ons toen, dat <bp didn Dtmderilag er een juffrouw was geweest. Dat wisten ze zeker, waiit het eten wat voor dien dag bestemd was, hebben we toen den anderen dag gehad. Die juffrouw had ook gevraagd hoe of we het daar had den. „Maar niemand durfde eerst wat te zeggen, want we moeten zoo voorzichtig zyn." „Maar jullie krijgen daar toch goed eten een had dat zelf gezegd." Maar die dat ge zegd heeft, maakt altijd de meeste praatjes als er niemand is en als het hem gevraagd wordt, hebt ie het altyd goed. Maar alB we vry hadden durven spreken, hadden we wel wat anders gezegd. „De toestand is dus nog net als van den zomer „Ja, meneer, behalve dan die paar maal, dat we een extratje hebben gehad, en dit moet ik zeggen het regeeringsbrood krygen we nu niet meer, maar kropbrood." We zetten «leze me<ledeelingen tegenover elkaar om te laten zien hoe juist ons ver- Rotterdamsche Courant wel zullen kennen. Hy vertelde van Canada in den winter niet veel goeds. Scherpe koude sneeuw stormen. Geen enkel behoorlijke stad. Mon treal was niets volgens hem, een vuile stad met nauwe straten, hoewel eenige prachtige gebouwen. Alleen Winnipeg kon medetellen en dan Vancouver. Dat was een paradijs. In elf jaar had men geen vorst in den winter gehad. Hij raadde dus onmiddellijk door te gaan naar Vancouver met een onderbreking in Winnipeg. Toch zal ik zijn raad niet volgen en Mon treal eens bezien, dat 800.000 inwoners telt en dus grooter is dan Amsterdam. Toronto bij de Ni'agarafalls telt er 600.000, Quebec 120.000, Winnipeg 200.000. Op een bevolking van iets meer dan Nederland telt het dus machtiger steden, is maardaarbuiten de bevolking dan ook erg dun gezaaid, als men de oneindige uitgestrektheid van het land nagaat, dat zich uitstrekt tot aan de onbekende streken aan de Noordpool. Zóó groot is het land, dat, lag het in Europa, het strekken zou van de Pyreneeën tot bo ven Nova Zembla en van Engeland tot aan de Jenessei in Siberië. Maar het ruwe kli maat, de ontoegankelijkheid van de kust belemmeren de 'ontwikkeling. Het is het land van de avonturiers en de fortuinzoe kers, zooais vroeger Amerika, maar ondar ongunstiger omstandigheden. Een dag spo ren s kost het van St. John naar Montreal. Dan spoort men twee dagen naar Winnipeg en daartusschen ligt slechts één centrum van bateekenis, de dubbelstad Port Arthur —Fort Williams met totaal 46000 inwoners. Vergelijk daarbij Holland waar men in een uur sporen van Amsterdam naar Rotterdam de stedenreeks Haarlem, Leiden, den Haag, Delft, Schiedam en Rotterdam telt. De een- moeden was, dat voor dit gelegenheid iets bijzonders werd gegeven. Nu moeten de le zers zelf maar hun conclusie trekken. We achten het niet noodig om «ie inlichtingen nog op een andere manier te onderzoeken. We vroegen hem ook *«>8 of er zoo versle ten werd. Dit naar aanleiding van «jn wei nige vrijheid. De man liet ons zyn Mnen zien die hij twee jaar geleden ontvangen had en na dien tijd nog niet gemaakt wa ren, omdat het nog niet noodig was. Wy meeoen nog op een punt de aandacht te moeten pestigen. In het verslag staat bij het gesprokene der mannen, dat zij het zoo goed naar den zin hadden. Verder op, bij het onderhoud met de leiders van die inrichting wordt geklaagd over de ontevredenheid. Hoe zit dat nu toch. Maar daar is een argu ment voor. Ze worden van buiten af opge stookt lijkt het wel. Het wordt er niet bij verteld, maar zouden er zijn die soma socia listische propaganda maken onder «Ue men schen. Want dat staat toch gelijk met onte vredenheid zaaien. Wellicht zijn er die hun hoop gevestigd hebben op de Goudsche Werkinrichting. Het zou wel eens kunnen gebeuren, dat daar het eerst de roode vlag werd geheschen en van daaruit de Raden republiek werd uitgeroepen. Het ls wat moois. Maar nu in ernst Zou men werkelijk van meening zijn, dat „van buiten af" die menschen worden bewerkt? Dit lijkt ons wel ,wat gezocht. Onze conclusie. We geven gaarne toe, dat het heel moeie- Hjk is het alle menschen naar den zin te maken. We kunnen ons ook wel levendig indenken de moeilijkheden, die zich voorrloen om regel en ortle tie houden. Maar daar ging het bij ons niet om. We zijn zelf erkentelijk, dat er menschen zijn, die zich het lot van die menschen hebben aangetrokken. Maar als nu gebleken ls, dat de menBchen niet meer vrijheid kunnen genieten omdat «le kleeren en het schoeisel zoo duur zijn, dat it 's morgens geen drinken kunnen krijgen, omdat er geen voldoende geld aanwezig is wat is er dan op tegen aan een dergelijke Inrichting subsidie te geven om dit zeker hoog noodige aan die menschen te kunnen verschaffen. En we hadden dan ook mogen vehvachten, dat iemand, die zich geroepen acht om de publieke opinie te bewerken, met ons geprobeerd had om den toestand te ver beteren. En we hopen en vertrouwen, dat binnen niet al te langen tijd B. en W. den Raad zullen mededeelen hoe zij over ons idee denken. Mochten zij er niet In geslaagd zijn om met het Bestuur van die inrichting tot overeenstemming te komen ten opzichte van het geven van subsidie, dan hopen wij, dat de Raad ons denkbeeld zal aanvaarden om het voor hen, die niet bij machte zijn om het geld op te brengen voor het beste- delingenhuis, in de gelegenheid te stellen door mkldel van ondersteuning daar on«ler- gebracht te worden. Mogen deze publicaties er toe lelden om ook voor die ouden van da gen een wat dragelijker leven te bezorgen. W. S. Het betoog van den heer Samlers ver dient enkele kantteekeningen. Echter, en dit zij voorop gesteld, wie zich na 't ver schijnen van de „open vraag" van den heer S. in de G. Crt. van Woensdag in stilte ver kneuterd mag hebben in den komenden pen- nestrUd, zal teleurgesteld zijn. Daar ik het onderzoek met de beste bedoelingen bezield en met de grootst mogelijke onpartijdigheid heb ingesteld en ik ten overvloede in den grond (en in dit speciale geval) ptecies het zelfde wensch als de heer Sanders, is er Blechts na te gaan of en in hoeverre ik te kort geschoten ben bij de vervulling van mijn taak. Allereerst «lus èen ruiterlijke bekentenis: de heer Sanders heeft volmaakt gelijk, ik heb hem werkelijk onjuist geciteerd. I)e woorden waar het fk dit geval, naar de heer S. meent, op aankomt, blijken inder daad wel te zijn gezegd, doch, en dit wil ik wel even aantoonen,vwanneer ik in deze zon digde dan deed ik dat zomier daarvan eenig vermoeden te kunnen hebben en v o Ik o- men te goeder trquw, nadat ik myn herinnering op de eenige juiste wijze had ge controleerd. Wat ia n.L het geval Om ze ker te zijn, den heer Sanders geen woorden in den mond te leggen, «lie hO niet gezegd heeft, heb ik, alvorens het artikel over de Werkinrichting ter perze te zeilden ter ge meente-secretarie inzage gevrjMigd en ge kregen van het officieele itegogra- fisch verslag van bedoelde gemeente raadszitting en daaruit de door my aange haalde passage overgeschreven, zon der ook maar één woord weg te la- te,n, alleen met wijziging van een enkele zinsnede, die m. i. minder gelukkig gecon- zaamste Drentsche hei is nog een menschen- wemeling vergeleken by de eenzaamheid der Caaadeesche wouden, meren «n pool streken. Wy zullen aiechts het: best bewoon de deel zien, waarby het uitstappen in de groote steden ons den omgekeerdën indruk zal geven van wat het land eigeniyk is. Behaaglijke wereldsteden als Montreal en Toronto zullen doen vergeten de werkeiyk- heid van de stilte daartusschen en de doodschheid van het Noorden waar alleen de rendieren en wolven en karibsé's huizen. Wy zullen het geluk hebben vermoedelijk om toch, zy het vliegensvlug, iets van het land te zien. De week vervroegd vertrek uit Eurepa doet ons niet eerder uit Canada vertrekken, zoodat wy buiten de zes dagen epoorreis een dertien dagen speling hebben. Want hier komt «ie misrekening by den opzet van de reis: De Canadian Pacific heeft wat deze reis betreft, ona een koopje bezorgd. Wy hadden oorspronkelijk 22 Ja nuari moeten vertrekken voor de boot van den lOen Februari litt Vancouver. Maar deze boot werd afgoaeind als vol, zoodat wy meenden 4 Februari te kunnen vertrekken voor de boot van den 23en uit Vancouver. Vreemd genoeg ia de boot van den 4en een land verhuizer aboot zonder eorste kinase, vertrekkend uit Antwerpen, zoodat wy per slot een week vroeger moeiten vertrekken. Een oogenblik waa er nog hoop, dat onze boot nog net in tyds In St. John aou ayn om dag en nacht sporend te trachten de boot van den tiender te halen en to zien of jer soms passagiert waren uitgevallen, maar bet weder heeft ket schip vertraagd. Normaal had het 458 mijlen per dag kun nen loepen. Met wind mede meer. Nu daar entegen telden wy een dag van 160, een van strueerd waa. Daarom en om geen ander» reden maakte Ik de beperking „onge veer". Do journalistieke vrijheid waa ge oorloofd, te eerder, daar men my van de zyde der secretarie uitdrukkoiyk verzocht, - om redenen, die niet tor zake doen en die sindsdien zijn vervallen, bronvermel ding achterwege te laten, van welke ver plichting men mij echter thans ontslagen heeft Ik (en niemand zou dat) had er niet t flauwste vermoeden van, dat het steno grafisch verslag, dat de gemeenteraad zoo uitdrukkeiyk heeft willen behouden al* „contröle-mlddel", onvolledig was en, Jam mer genoeg, juist onvolledig op t punt, waar het in deze op aankwam, in t verslag, dat ik ter inzage gekregen heb waren de woorden „de Zondag uitgesloten n i e t to vinden, de stenograaf had ze een voudig niet vermeld. Nadat myn artikel verschenen was en nadat Ik den heer San ders in een telefonisch gesprek had mede gedeeld waaraan lk het gewraakte citaat had ontleend, heeft ook hy zich, schrifte lijk, tot de secretarie om inlichtingen ge wend, opmerkende te meenen, dat hy des- tyds ook over den Zondag gesproken had. I)e ambtenaar, die de vergadering van 22 Nov. heeft bygewoond vond toen in de ste nografische notities, die hy zelf ten behoeve van 't Analytisch verslag had gemaakt, tus- sehen den in 't officieele verslag ontbre- kenden passus. In dien zin vulde hy t ver slag aan en van dit aangevulde verslag zond de heer S. een afschrift met een noot, «lat de woorden tusschen door den hoofd commies-redacteur waren toegevoegd. Nu vraag ik in gemoede: Waartoe dient het ko rtbare eontróJe-middel, wanneer biykt dat dit ter secretarie door een ambtenaar nog eens weer gecontroleerd moet worden? Het is verr© van mU een blaam te wil len werpen op de stenografen, ik acht het zelfs zeer aannemeiyk, dat het officieele verslag overigens en in alle deelen letter- iyk de discussies weergeeft en dat destyds de woorden „de Zondag uitgesloten" zoo zacht z(jn gezegd dat ze den stenograaf ontgaan zyn (ook ik kan me met den bes ten wil van de wereld niet herinneren ze te hebben gehoord), In leder geval dit dient te worden onderzocht. Wil men contröle: goed, maar laat ze dan ook dcugdeiyk en be trouwbaar zyn. Voor 't oogenblik heeft de onvolledigheid van 't geroemde controle middel my perBooniyk ten zeerste bena deeld. Neen, ik wil er den heer Sanders niet van verdenken, dat hy, de geheele toedracht der zaak kennende, de toevallige omstan digheid die, ik herhaal het nogmaals, ik niet bevroetlen kón, heeft willen uitspelen om myn betrouwbaarheid als verslaggeef ster In oen twijfelachtig licht te plaatsen, met alle plezier wil ik gelooven, dat hy, op zyn beurt, ook geheel te goeder trouw is geweest en de stellige overtuiging hail dat ik een zelfde afschrift had ontvangen als hy, doch eigendunkeiyk de tusschenvoeging van den hoofdcommies-redacteur had weg gelaten. Maar juist, dót hy zoo iets voet stoots heeft künnen aannemen, dat hy n& myn in ons telefonisch gesprek gedane ver zekering, gezièn de noot van den meerge- melden ambtenaar geen oogenblik beseft heeft eerst eens nader te moeten onderzoe ken alvorens hy een zóó ernstige beschuldi ging (want iets anders kan men niet lezen uit 't betoog van den heerji,) als 't wil lens en wetens opzetteiyk routlef eiteeren (en dat woog by den heer S. zeer zwaar) tegen een journaliste In 't openbaar in bracht, dat grieft me méér dan ik zeggen kan. Men zal begrijpen, dat ik na een der gelijke bejegening van de heeie kwestie ge- noèg heb, ik kan het gevoel niet van mo afzetten, «lat «le heer Sanders wel wat heel lichtvaardig oordeelt, by zonder vlug met z'n conclusies gereed is en a) te gemakkc- iyk denkt dat zyn inlichtfngen juist ayn. En dat hëeft men by de mededeelingen, die hy gedaan hoeft in aanmerking te nemen. Echter, ter zake. Toegegeven is dus dat ik omtrent de vryheid of 't gebrek aan vrij heid precies gevonden heb, wat de heer S. daarvan had verteld maar dit verandert Im mers niets aan mUn onderzoek als zooda nig? Na«irukkelyk neb ik verklaard, dat de „toon" waarop do klacht geuit werd me meer getroffen had dan de woordenkeus. Myn geachte opponent is over deze uitla ting blykbaar gestruikeld. Waarom? be grijp ik niet. Ik heb daarmee niets ten zyaen nadeole -willen léggen. Zijn betoog heeft me destyds diep geroerd, vandaar «lat, wanneer ik me de juiste woorden niet herinnerde, me toch wei duidelijk was by- geljleven dien indruk dien de toon (welke ik natuuriyk ook «iet kan weergaven) op m y maakte. Misschien hebben de raadideden of het publiek daaraan niet» bijzonders ge- merkt, dat do«| er eok niet toe, i k meende te bespeuren (en een „vroww" voelt daige- 395, een van 423 en vatodaag «pet wind en golven voor 't eerst wat amde 442 mijlen. Wy zullen op ziin vroeg V1rö<l»gmi<Mag aankomen en juist eea hatven «lag te kort komen. Deze halve dag te iaat zal ms juist 13 «lagen in Canada vasthouden, waartloor het voordeel van de snelheid geheel verloren gaat. Vreemd is bet echter,'«lat «leze groote maatschappy, die ondar de tegenwoordige omstandigheden veel passagiers voer het Oosten zou kuifhen krijgen, niet zorgt voor een hetere aanehiitBig, hnraers op deze vry ze gaat het voordeel der kortere, doch duurdere route geheel verloren, teacy aaen zich van te voren voldoende op de hoogte kan stellen van de aansluiting, wat echter, als aten uit Europa komt, over zooveel sehyvep schijnt te moeten loopen, dat men u dit te Holland niet vertellen kan. Met deze tegenvaller zullen wij nu wat meer van Canada zelf kunnen zien en zal de spöor- reia «elf veraangenaamd kunnen worden, doordat wy dan niet aan een stuk vyf en een half etmaal ia den trein hoeven te zitten. Wam- mi de maatregelen voor de landing zullen moeten worden ge note en en de brief gepost zal moeten worden, komt Werniede het afscheid tot waarschijalyk Vancouver, waar wij hopen een week van zon en zacht .weder te genieten, al hebben wy alle voor spellingen near waarde kunnen ieerea, schatten. Want gaf 't vertrek uit Europa een herinnering aan regen en nevel, hier onder de kust van New-Found laad waar men ons \js en sneeuw voorspeld had. schijnt eea heldere zoa, die het levca aan boord doet wefrkeerea, al blaast de wind ea al stampt het schip onafgebraken. r.E.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1921 | | pagina 3