gevraagd
No. 14626
Zaterdag 21 lei 1921
60e Jaargang.
I It Mr
5
e
EERSTE BLAD.
k
Wit
ons
1-
L
ÏOOPS
strsit 31.
1-
FEUILLETON.
DE ROODE ZEE.
n. i zst:
XTien^^-s-e3^_uiik.d.-v“extezxtïe',bleLca.-v-oorGrOTxd.su en. Cmstrsksn.
Parlement.
14 regels ƒ2.05, elke regel meer ƒ0.50.
Redactie: Telef. Interc. 545.
BureauM A R K T 31, GOUDA.
Administratie: Telef. Interc. 82.
Dit nummer bestaat uit twee bladen
HAGENAAR.
BINNENLAND.
2531 500
na «roringe
C-^O
MEI.
A.
moeder!” Minna begon
ledenvergadering
(Wbrdt vervolgd.)
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen by contract tot zeer gereda-
ceerden prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van «oliede Boekhan
delaren, Advertentiebureaux en onze Agenten.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN:
Op de voorpagina 50 hooger.
cursus oefening
van E.H.B.O.
lebouw Concordia
>nd van Kaaspro-
Koman van CLARA VIEBIG.
met autorisatie vertaald door
Mevr. J. P. WESSELINK—v. ROSSUM.
Nadru'k verbod en
goregeM «dig
itvaaeea van ver-
vennakriUkted*
inda te vermelde»
geen
(het-
8-
voudigen
hoofdstraf
strf kan wordt
Mr. DresseL
ten ingediends om de
geringer straffen (tot t^
den) waardoor nog v-
bii den politierechter zuil
voorts om
ven zich t
politierechter te verzettten.
Het wetsontwerp is reeds.
GOI IkSCIl E COIRAYT.
BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
■reeniging
f verscho-
_ts Is ge-
bij een vyftal straten
:ün ge-
rjjderd,
niet
i be-
wiyziging te hebben ondergaan, afgedaan,
op de eindstemming na, waarna de Kamer
aich heeft, bezig gehouden met het ont
werp toCTavoermg van de Kinderrechter
en van de onder-itoezlcht-steHing van mui-
derjaaiigen. Daarin is men Wijven steken.
Ned. Bond van Hui»- en GreMdeigenarea
en Bouwkundigen.
Den 25en Mei a.s. zal in den Haag een
congres worden gehouden v*n den Nederl.
Bond van Huis- en Grondeigenaren en
Bouwkundigen.
waar de »ecre-
2559 40
hoop, doffe gelatenheid. „Het is precies
hetzelfde, of je een week vroeger van hon
ger omklemt of later: verhongeren moeten
wy toch allen!"
■ukkarij
JN - GOUDA.
Patrimonium.
Het Nederlandsch werkliedenverbond
..Patrimonium” houdt 31 Mei en 1 Juni te
Arnhem zijn 38ste Algemeen» Jaarverga
dering.
zy: ,,De laatste wisseling van het jaar tij
dens den oorlog!”
ZU schrok reeds: was het werkdlik de
laatste wisseling van het jaar’ Wie stond
daar borg voor’ De keizer? De legenlei-
ding? De ryikakanseiier? De ministers?
Steeds nieuwe mannen, nieuwe naman.
Nooit was er zooveel wisseling geweest in
hooge ambten. Onruetig keken de veratan-
dige oogen der vrouw rond: waa dan niet
eindelijk de rechte man te vinden? Dfc
eene, de eenige’ In geduchte liet allen
aan haar geestesoog voorbijgaan. De an
deren. de vijanden, hadden toch den eene.
den eenige, die hun lot bestuurde. mocht
het ten tarnde of ten goede zyn daar
was een man, die aan het roer stond en
dat onverschrokken vasthield. Hebben wy
er dan niet zoo een, zoo een eenige?
Zy dwong zich verder te lezen.
„De vyand, die naar het aantal de •taric-
Hte ia, heeft de consequenties getrokken,
die uit dan toeatand van den oorlog volg
den. Het mislukken der Engelsche aanval
len in Vlaanderen en het ineenstorten van
Italië moest de Russen er volkomen van
overtuigen, dat z(j er niet op tarnden reke
nen, hun eigen nederlagen door de over-
winmngen der Bondgenooten goed te ma
ken. Wy zyn nog niet op het hoogtepunt,
nog is de trots der hkwelschen. da haat
der Eranschen. de aanmatiging der Ame
rikanen niet gebroken, maar wij zien den.
top reeds stralen in den zonneglans van
den vrede.
werk. Bedryvjge huisvrouwen schepten met
lepels in kannen en kruiken. Qm mee te
bakken wias het nog heel best en ook om
op het brood der kinderen te smeren; die
aten nog heel wat anders- Een grysaard
bedacht zich niet lang, hy had geen lepel
en kan, hy schepte terwijl hy steunend
bukte, met ayn pet; de oude soldatenpiet,
die de kleinzoon zyn grootvader had na
gelaten.
Minna wtas op zij gedrongen, de jongens
«waren sterker; maar nu had. zij toch een
(plaatsje veroverd. Zy likt^ en slikte: o,
zoo heerly'k zoet. Haar mond was geheel
(bcsm'eerd, het puntje van haar neus was
Ibruin, haar boezelaar toonde van voren
een goot. Haar blonde haren hingen ver
over haar gezichtje, toen zy zich hurkend
nog diepen- vooroverboog. Zy was warm en
och, plotseling was er niets meer! Hoe zjj
ook likte, niets oneer dan het naakte pla
veisel.
Münna stond op, alsof zy uit een droom
ontwaakte. Haar jurk was vuil geworden,
doornat tot op haar knieën. Eensklaps
wend zy< bang: vrouw Müller zou schel
den; en nu greep zij naar haar mandje;
het was al lang van haar arm gegleden!
Het mandje was er nog, op zy gevallen
lag het, maar de kaarten, de groene, de
gele, de witte en de rose, die waren weg.
„Als je ze verliest, dan moet je honger
lijden. „Moeder, moeder!” Minna begon
luid te weenen.
Waarom huilt de kleine zoo? De kaar
ten verloren? „Troost je, kleintje”, zei een
vrouw, wier holle wangen het zeer bijzon
dere stempel van de ellende van den tjjd
droegen: verbetenheid» koppigfheid, waa-
op liaar schoot lag. Weer een nieuwjaar!
Een koude huivering overviel haar. En
toch was het otn haar heen warm en ge
zellig.
Er was iets ouderwetsch aan deze ver
trekken, iets overgebleven van ouders en
grootoudere. Misschien waren z|j juist
daarom mooi. De zichtbare slinger vam de
verguldeni pendule op den schoorsteenman
tel slingerde even bedrijvig als hij het voor
honderd en meer jaren voor de familie had
gedaan; rjpg steeds wa> de fijne glazen
stolp, die over het kostbare uurwerk was
(gezet, dezelfde; met voorzichtige hand had
elke eigenares de stof zelf afgenomen,
nooit hadden ruwe vingere van dienstbo
den er aan mogen raken. Bortretten van
voorouders in breede vergulde lijsten ke
ken van de muren neer op de ronde tafel,
de pluche sofa en de stoelen op hooge
«pooten. De verstandig uitetende heer in
lichtblauw firak met het witte haar, dat
lang neerhing op den kraag, en de blonde
vrouw met de laag uitgesmeden japon met
het korte lijfje, die de smalle roode sjaal
bevallig om die blankr schouders droeg,
hadden eens uit de kopjes met de smalle
vergulde randjes gedronken, die de vrouw
van den generaal als een schat achter glas
bewaarde. „Vit vriendschap” „Uit lief
de" „Souvenir” och, zij waren ge
lukkiger geweest, de overgrootvader, de
overgrootmoeder! De zevenjarige oorlog,
vrijheidsoorlogen zy waren tot vriende-
iyüe sagen geworden. Wat waren vroeger
oorlogen geweest? Nieto vergeleken by
deze!
Met een zucht keek de vrouw van dien
generaal naar de portretten. Daarna tas
In het Nieuwsblad werd, het geval met
het van de kar gevallen vat en de opge
likte stroop humoristisch verhaald, was
dat niet heel grappig? Maar Henmine van
Voigt lachte niet mee. Was het al *zóó treu
rig met de voedselvoorziening? Een on
aangenaam gevoel overviel haar. Wat zou
er van komen, als de oorlog nog langer
duurde
Haar man schreef, dat er nog geen einde
aan te zien was. Wiat bazuinen de couran
ten van hoopvolle vooruitzichten, vam vre
de, Waarnaar men zoo vurig verlangde,
wiaanop men hoopte, als op een zaligheid,
och, en dien men zoo noodig, zoo bitter
nodig had daarvoor behoefde men de
oogen slechte open te houden over vrede
spraken zij niet mee. Wel werd er geju
beld over ongehoorde overwinningen in
I«talië; aan een steeds kritieker wondende
verhouding tusschen Japan en Anne rik*
wenden allerhande gunstige gevolgtrekkin
gen vastgeknoopt; over vergeef ache aan
vallen der Engedschen In Vlaanderen en
over het onoverwinlijke verweer der Duit-
schers wenden vele woonden geschreven;
de wapenstilstand aan het Oostelyk front
had een einde gemaakt aan den twee-fron-
ten-oorlog; al haar kracht kon nu de ge
niale legerleiding aan hei Westen geven;
de U -booten veegden den Oceaan schoon
en toch geen einde.
^jeuwjaaradag ’171" Met enrtyroi bl*
keek Hermine von Volgt in de courant, die
VERSCHIJNT DAGELIJKS
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met,Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per lov per geschiedt.
Franco per post per kwartaal 3.15, met Zondagsblad 3.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Markt 31, GOUDA,
bij onze agenten, den boekhandel en de postkantoren.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring)
1—5 regels ƒ1.30, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring:
1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20
bijslag op den prys.
dat mee doet en meedeelt in de bewieroo-
king.
Ontegenzeggelyk is de verandering in het
maatschapelijk leven die deze gemoedelijke
instellingen verdreef, niet in alle optichten
te prijzen. Er zyn andere geneugten voor in
de plaats gekomen die waarlik van veel
minder allooi z|jn we denken aan de
voetbai-matchen maar men kan nu een
maal de ontwikkelingsgeschiedenis niet
dwingen, zelfs niet leiden. Men kan er hoog
stens over treuren of over juichen al naar
eigen stemming.
10)
Zij had in lang niete zoets geproefd; de
suiker, die men per maand kreeg, had
vrouw Müller by het koken noodig, en er
werd ook van in de koffie gedaan.
iMimna stond peinzend en verlangend met
haar mandje aan den arm.
Een wagen kwam ratelend nader, het
vuil spatte naar alle kanten. De koetsier,
een ternauwernood volwassen jongen, sloeg
onverstandig het paard, dat met de hoe
ven op de steenen sloeg, zoodat de von
ken er uit vlogen, vaten en kisten schud-
üen en schokten daar rolde een vat van
den wagen. Krak! Het vat was vermolmd,
brak, de inlhoud stroomde over de straat.
Waar kwamen o<p eens zoo gauw al de
kinderen vandaan? En ook de volwasse
nen? Dat was stroop, heerlijke stroop!
Waar plassen water tusschen het hobbe
lig plaveisel hadden gelegen, waren nu
plassen van stroop. Wat deed het er toe,
dat er voeten geloopen, wagens gereden
hadden, paardevijgen gevallen waren? Een
jongen knielde neer, een andere stiet hem
weg: ,4aat my ook eens”. Weldra was er
getwist aan den gang, de kinderen
vochten met ëflkaar. En terwijl de kleinen
r‘°K kibbelden, waren de gaooton al aan het
Op audiëntie bij de Koningin.
De correspondent van het „Hbld." te Pa
rijs meldt:
Honry Bordeaux doet in „Monde Illuatré"
uitvoerig en in uiterst sympathieke termed
gesteld, verslag van zyn ontvangst in
audiëntie door Koningin Wilhelmina. De
Koningin sprak allereerst over Savoye, dat
zij zich zoo goed herinnerde uit haar kin
derjaren, vroeg vervolgens naar Falliéres,
wierts attentie tijden» haar bezoek in 1912
een aantal dichter» en artjzten og/een soi-
réc aan het Elyaée te vereenigen, haar zoo
getroffen had, en vertelde daarna van Ju
liana en van het onderwijs dat deze kreeg.
De prinse» heeft groot verlangen naar ken
nis. Zy leert thans Latijn en zou ook
Grieksch willen leeren.
Vervolgens sprak de Koningin uitvoerig
over de Fransche „chansons de geste”, en de
verschillende „cycles” uit de njiddeleeuwen.
Bordeaux kent die goed.
„Tijden» den oorlog”, schrijft hü, „heb ik
dikwijls gewedijverd met generaal Maud’huy
in het citeeren van deze heroïeke gedichten,
want de generaal is er een hartstochtelijk
liefhebber en kenner van. Ik had niet ver
wacht, dat m|jn kennis mij nog eens in dit
Hollandsche paleis zou dienen om mij niet
al te zeer de mindere te toonen naast de
kennis van een Koningin, die des te beter
op de hoogte is van onze oude literatuur,
aangezien ze er haar Prinsen van Oranje in
terugvindt. Zoo is een uur voorbijgegaan,”
besluit Boixleaux, ponder dat ik er mij van
bewust ben, verbaasd en aangenaam getrof
fen als ik ben, hier, en dat op deze lippen,
een zoo volledige kennis aan te treffen van
onze literatuur. En beter nog: een zoo ge
voelige sympathie, uit deze kennis zelf
voort gekomen.”
dat de Kamer een verstandiic- besluit heeft
genomen.
Ondanks het zeer ongiunstitre Voorloo-
piige Verslag der Kamer over het ..Hiad-ie-
me-maar”-wetje heeft de Minister van Bin-
nenlandsche Zaken ziin voorstel niet irwre-
trokiken, doch met grooten spoed ziin Me
morie v«an Antwoord ineediend. Wilde men
zijn doel by eventueele aanneming van
het wetje bereiken, d-i. de toelating van
den alcoholistezwerver tot den Raad belet
ten, dan was groote spoed noodig. met het
oog op de voorgenomen biieen-roeping van
den nieuwen Amsterdamschen Gemeente
raad. Dan moest het wet ie deze week be
handeld worden. Het reglement van orde
(art. 88) dat in het algemeen vijf dagen
eischt tusschen het uütbrensren van het
eindverslag en de openbare behandeling,
voorniet echter in sooededschende gevallen,
in welke van dezen termijn kan worden
afgeweken en zelfs de tiid van behande
ling onmiddeldjik na de voorlezing van het
e'ndversag kan worden bepaald.
De voorzitter wilde zijnerzijds
Voorstel tot spoedbehandeling doen
geen begrijpelijk was. daar de Coonmissle
Van Rappiorteuns zich daartegen verzet
zou hebben), doch bracht de vraag slechts
ter sprake. De Commissie verklaarde later
bij monde van dr. Beumer, dat zij het
wetje „nilet binnen zoo korten termijn”
(vilde behandelen, doch los van de Amsiter-
damsche verkiezing... Een tegenover den
Minister vriéndelijker vorm om het wette
verloren te doen gaan, ware kwalijk denk
baar. doch de socialisten maakten zich warm
voor afdoening (de communist van Rave-
steyn toonde door zijn aandrang om het
Reglement van Orde te handhaven, dat hii
niet wist wat dit inlhield) en ten slotte
werd de vraag, of het wetteke reeds deze
week zou worden behandeld, met 34 tegen
80 ontkennend beantwoord. Van de 34 te
genstanders van spoedbehandeiing behoor
den een 20. wuo. die vooraiüter. tot de
Rechterzijde.
.PiractiBch gesproken doet dit besluit
weinig ter zake. De verwerping stond der
mate vast, dat het individu, dat er door
geweerd moest wonden, zeker van ziin zaak
kan zijn.
De Regeering heeft een ontwerp inge
diend om gedurende 5 jaar aan de Hol-
iand-Zuid-Afnika-liin 1 mjllioen ’s laars
voionschot te geven. Het is, na vrii lang
durig débat, met 51 tegen 25 stemmen
goedgekeurd,.
De Minister heeft ziin voorstel krach
tig verdedigd en de heeren Treub en Bon-
gaerts hebben hem warm gesteund. De so
cialist van der Waerden moge deze stoom
vaartlijn „uiltaichtioos” (brrr!) noemen, zóó
is zoo véél uitgekreten zij ’t dan in
beter Nederlandsch dat later de trots
van Landen en volken werd. In 1907 stelde
Minister Veegens (een o«nverdacht vriizin-
nig-dbmocraat. n’en dépflaise dien heer
Teenstra. die het voorstel als protectionis
tisch bestreed' en daarbij mr. Treub ap
plompe wyize te lijf ging) een soortgelijk
subsidie voor: de Meine booties, die op
Zuid-Amerika voeren ziin thans door zee-
kasteelen vervangen en ook de Java-Ghina-
'Japanlifn is met subsidie op de been ge
holpen. Hier zijn noodzakeliike uitzonde
ringen, die den regel bevestigen, dat onze
scheepvaart op eigen beenen staat. Mr.
Treub kon er met reden op wii®en. dat
hier van protectie te spréken, misleidend
ie. Bij protectie denkt men aan belemme
ring van het iintemationaal verkeer, hier
wordt dit iuist .bevorderd. Hier gaan de
ideëele en materieele belangen hand aan
hand.
Uiit internationaal, zoowel als uit com
mercieel oogpunt mag men constateeren.
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
DLVII.
De Pinksterdagen zyn zonder veel bijzon
derheden verloopen. In geweldige drommen
zyn de buitenmenschen naar den Haag en
Scheveningen gestroomd, waar ondanks het
niet al te gunstige weer de drukte groot en
opgewekt was. Het had zich mooier laten
aanzien dan de beide dagen ons tenslotte
hebben gebracht. Den eerstena dag vocht
de zon voortdurend met de wolken en in den
namiddag toen de wind yrjj snel van het
Zuiden naar het Noordeh liep, kwamen dik
ke mist-golven uit zee drijven, die een kille
atmosfeer schiepen, juist dus wat we aan
het strand niet moeten hebben. Het is een
eigenaardig verschijnsel deze vliegende mist
te zien aankomen en neerstrijken op het
duin. De gezichtseinder wordt plotseling
tot een vyftig meter ingekort. Dikwijls her
stelt de toestand zich weer onmiddellyk,
want als een wolk dryft de mist weg en
eerst eenige oogenblikken later komt een
tweede vlaag opzetten. In de maand Mei
doet dit verschijnsel zich meer voor, waar
schijnlijk als gevolg van het groote verschil
in temperatuur op het land en boven de zee.
Onmiddellyk daalt de temperatuur een
flink stuk en wie niet bedacht is op deze
grilligheid en niet onmiddellyk een jas aan
trekt, zou spoedig onaangename gevolgen
van deze verkilling ondervinden.
Den tweeden dag had de zon een gemak-
kelyker stryd. Een krachtige Noordweste-
wind joeg alle wolken weg maar stoorde
zelf in belangrijke mate het verblijf aan zee.
Diezelfde wind droogt het zand spoedig en
dryft het dan met kracht voort. Het is als
of het zand met duizend fijne puntjes steekt
en wie lang deze mishandeling moet onder
gaan, voelt de huid licht ontsteken.
Aan de verschillende strandgedeelten was
het beide dagen ondanks de minder gunstige
weersgesteldheid zeer druk. Men heeft het
er nu eenmaal op gezet en alleen een he
vige regenbui kan alle pret bederven.
Den tweeden Pinksterdag trekt vooral het
Westland naar den Haag. De fiets heeft de
zen trek in niet geringe mate bevorderd;
zelfs begint de motorfiets zich blijkbaar al
een aardige plaats in dezen hoek van het
land te veroveren.
Het was wel merkwaardig, dat de beide
veranderde tramlynen die juist 15 Mei in
werking moesten gaan, geen van beiden ge
reed waren. Ieder particulier zou alles op
alles zetten om op zulke dagen gereed te
zijn; alleen een gemeentebestuur is in staat
om precies niet gereed te zyn. Hier treft
de tram-maatschappij geen blaam, want de
aanleg der banen is het werk der gemeente.
Het zou juist met de Pinksterdagen een
prachtige gelegenheid geweest zyn om de
beteekenis van deze veranderingen te con-
stateeren, want van’te voren is niet gemak-
Het. wetsontwerp Vereenvoudiigiiine van
de rechtspleging in lichte strafzaken is
principieel gunstig- ontvangen, voomaJ ten
aanziien van de voorgestelide vereenivoudli-
giing der kantoingierechtsprocedu're. ter
wijl sommigen tegenover het instituut van
den politierechter nog ietwat aarzelend
staan. De Minister stelt invoering van
een poiitierechter voor in zaken van een-
aard, waarbij geen zwaardere
dan 6 maanden gevangends-
•den opgelegd*
jlhuyis had hierop amencLemen-
.proef te nemen bjj
ten hoogste 3 maan-
i van de strafzaken
nullen belanden en
i den beklaagde het recht te ge-
tegen het terechtstaan voor dien
van Militair
-Het was het
werk van Professor van der Hoeven. Thans
stelde die Regeering voor dit Wetboek in
te voeren, 't Gaat niet vliAr. maar er moest
nog heel wat geschieden eer het zoover
ikon komen. De rechtspleging voor Land
en Zeemacht moest herzien worden: het
burgerlijke procesrecht moest veranderd
en dat alles kost natuurlijk veel tiid. Ijve
rige commissies hebben naarstig gearbeid
en thans was ddn het moment gekomen
om het wetboek in te voeren.
<De invoeringswet is tenslotte, na wat
algemeene beschouwingen en een mislukt
socialistisch amendement om de miflitaire
rechtspraak in te krimpen, met de stem
men der socialisten tegen, aangenomen.
TWEEDE KAMER.
Militair strafrecht. Nederland-Zuid-
Afrik*. „Had-je>me-ma*r’’. Vereen
voudiging bij lichte strafzaken.
Geen spoor van eenige crisis valt in de
(Kamer te bespeuren. Minister de Vries
«rust in de Ardennen en wie weet valt hem
daar niet een nieuw artikel 7 voor de
Grondbelasting in.
Onderwijl werkt de Kamer lustig haar
agenda af, waarop allereerst eenige mili
taire ontwerpen prijkten.
In 1903 is het Wetboek
Strafrecht tot stand gébracht.
kelyk na te gaan wat het effect is van een
dergelijke verandering.
Het nieuwe vervoermiddel, de dertig per-
soons-auto, die voor één gulden een tocht
van een uur maakt door de stad, heeft het
ook druk gehad. Een tochtje met dezen open
wagen ia inderdaad heel aardig, vooral voor
hen die in kort bestek eens een kykje op
verschillende wyken van den Haag willen
krijgen. Zij die slechts korten tijd hier ver
toeven, wagen zich niet licht van de hoofde
wegen af: het zyn altijd dezelfde beziens
waardigheden, die de eer van een bezoek
deelachtig worden.
Daarnaast zyn er nog andere, die een be
zoek dubbel en dwars waard zijn. Wie zal
het borstbeeld van Richard Hol gaan bezich
tigen? Het is maar een voorbeeld. Verleden
Zaterdag is het puikje der Haagsche zan
gers „in huldigende stoete” naar dit een
voudige beeld opgegaan. Drie en twintig
jaar heeft Richard Hol de Koninklijke Zang-
vereeniging Cecilia geleid, van ’78 tot 1901.
Bij gelegenheid van het 90-jarig bestaan
dezer zangvereeniging gevoelde men zich
gedrongen ook Hol te huldigen. In eenige
liederen werd uiting gegeven aan de dank
baarheid voor hetgeen Richard Hol voor de
vereeniging en de zangkunst is geweest. Het
beeld van dezen oud-leider der ver: *-*~
staat op het Stadhoudersplein, half
len in een plantsoentje. Deze plaati
kozen omdat ze ligt
die naai- Haagsche toonkunstenaars zl
noemd. Het verband is nogal verwi,-
maar de bedoelingis goed. Zelfs is nog i
een straat naar Hol genoemd. Voor de
naming van straten z|jn we nog altijd op
een zonderlingen weg, maar als we daarvan
eens een oogenblik afraken, komt Hol aan
de beurt. Men moet niet vergeten dat in de
jaren, die deze musicus de vereeniging Ce
cilia leidde, de toeetand in de residentie heel
anders was. In '78 telde den Haag nauwe
lijks honderdduizend zielen en toen was een
dergeljjke vereeniging een ding van betee-
kenis in de stad. Thans zullen er duizenden
zijn die nimmer de muzikale talenten van
deze vereeniging hebben gehoord en mis
schien zijn er ook velen die van de gansche
vereeniging niet Jiebben gehoord. In 1881
toen deze zanglustige vereeniging werd opp
gericht telde den Haag nog niet ten volle
vijftig duizend zielen en dus moet toen het
feit der oprichting een evenement geweest
zyn. Eigenlijk is zoo’n vereeniging nu uit
den tijd, want er wordt de goe-gemeente
zooveel zangkunst aangeboden en de ver
heffing der hooge kunst, de verguizing der
amateurs prestaties is zoo groot, dat men
er nog verstomd van staat, dat in den Haag
eenige honderden den moed hebben om te
zingen en te blijven zingen te midden van
die honderden beroepszangers en zangeres
sen.
In vroeger tijden bestonden er tal van
tooneelvereenigingen van amateurs. Er zyn
er nog wel over maar veel te beduiden heb
ben ze niet meer. Het beroepstooneel heeft
ze te ver achter zich gelaten dan dat ze
nog als „kunst” kunnen worden beschouwd.
Men gaat er niet meer naar kijken, behalve
dan op een vrijkaart van nichtje of neefje