loeders
No. 14632
Zaterdag^ Iel 1921 80e Jaarlaag.
>hol
EERSTE BLAD.
s genaamd..
litan
i Wortelboer
!N-, NIER-
IHTEN.
FEUILLETON.
DE ROODE ZEE.
litan”
laksblad”
XTïe-vxrtxrs- exx -^.cS.'^-extezxtie'bla-d. voor G-o*xzd.©. exx OxxxstxelcoxL.
VERSCHIJNT DAGELIJKS
1—4 regel» ƒ2.06, elke regel «eer. ƒ0.60.
Redactie: Telef. Interc. 545.
Bureau: MARKT 31, GOUDA.
Administrate: Teief. latere. 82.
Uit nummer beslaat uit twee bladen
BRIEVEN UIT UK HOFSTAD.
HAGENAAR.
BINNENLAND.
abonnementen ®P
(Wordt
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bü contract tot zeer geredu
ceerde* prijs. Groote letter» en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomat van «oliede Boekhan
delaren, Advertentiebureau* en onze Agenten.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN t
Op de voorpagina 50 hooger.
veel meer andere ver-
b rand ge vaar zeer ver
legen de tariefaverboogiag.
(Naar gemeld wordt heeft het hoofdbe
stuur der Maatachapnif van Nifvertiexl be-
agenda der 144a<e ia*r-
e mpilering no« een
Vortelboer werken
are wormmiddelen
jk gesteld worden
n, koekjes, toren-
daar deze midde
lt bezitten, die er
It.
L
it door de Neder-
ermd.
liet voorzien van
in, worden als na-
5622 45
lus voor namaak.
«reen
lasten,
moeten 1
LOOP
n door
i. SPAARMAN,
Acbterkade 253.
eesmiddelen.
afdoend middel te-
/1.75,6 b. ƒ9.50.
ddel niet gebruikt
stie onvermijdelyR
af te vaardigen,
soort volmacht or
waar te nemen, ons
Maar, natuurlek liever geen dan een af
freus ding. We hebben er trouwens van de
genoeg. Die kunnen
alleen een» aan het
'wf en we behoe-
ir ze er
ik sc hen
.Ik, van
heeft
s
Roman van CLARA VIEBIG.
met autorisatie vertaald door
Mevr. J. P. WESSELINK—v. ROSSUM,
(Nadruk verboden.)
i van een tele-
dddellijk zullen
erder hoopt men
het publipk om
i gemeente in
terugkeer tot
i» afgewe-
„Niets dan leugene, uitvluchten! Wy moe
ten, wijj mogen de waarheid niet vernemen.
Volhouden? Wy kunnen het niet meer vol
houden!”
En hy had zich tot den andere overge-
gebogen. Een spannend gefluister. Geloof
den die niet wat er ta de couraten stond?
Geloofden zü ten slotte in het gehed niet,
dat er gauw vrede zou komen, dat na zoo
veel overwinningen de laatste, beslissende,
gaooibste overwinning behaald1 zou worden?
Het had Gertrud werketuiki een schok ge
geven.
„Wat wilt u?" Gertrud’» blik was koel,
haar stem afwijzend.
De militair zag haar kalm in het gelaat;
het zwart-witte lintje in zjjn knoopsgat
glansde niet opvallend. En nu zag zij, dat
hy bleek was en op een stok leunde.
„Ben ik hierterecht by juffrouw Her
mann Krüger? Kan ik haar spreken?”
De man had iets plechtig» over zich, Ger
trud kon niet anders, dan zeggen: „kom
binnen, al» t u blieft.” 'Zij wist opeens
het was een vreemde gewaarwording
maar zij wist het plotseling heel zeker: die
had haar een bericht te brengen.
In het vertrek zat de militair tegenover
de oude vrouw. Gertrud had haar plaats by
het raam weer ingenomen, maar zij naaide
niet meer.
Zij had haar jongen op de* schoot, zij
keek onafgewend naar den man.
„Dus werkelijk werkelijk dit i< stel
lig waar-?’’
Juffrouw Krüger sprak, alsof zij de woor
den uitstiet; zy zag vaal-wit. Dus was het
toch zoo, haar Gustav was toch ia Frank-
rnder vindingrijke
erdrjjven zeker
ï- en andere inge-
oweJ bij volwasse-
l 85 cent per doos,
i. Overal verkrijg-
imd
|N, blaasziekten,
druppelsgewijze
ƒ2.25, 6 b. ƒ12.50.
thans in grootere
roeger, terwijl het
•el ia
abonnementen op
aangenomen voor
door
Berkenwond*
Achterreek door
ierache. Stolwijk.
UT WINKELIERS
AANVERWANTEN
N en SIGARETTEN,
zenswaardig vakblad,
lim 8000 lezers. Ls*l
inden hun adres aan
ICHOEMEIJER, Am-
ngen gratis 2 weken
8351 H
op, alsof het hem moeilijk viel, het laatste
te zeggen.
„Dus is hy verrekt", zei juffrouw Krü
ger.
Het was Gertrud, of het bloed haar in de
aderen stolde. Ze aproiyr op, wilde naar zün
moeder snellen, zich als tot bescherming
vóór haar plaatsen., Waarom vertelde de
man dat zoo wreed? Zü keek hem bijna
vijandig aan. Was het niet -voldoende dat
men wist, dat Gustav in gevangenschap
was gestprven?
„Ik wil alle» weten”, zei juffrouw Krüger
en stiet Gertrud opzij. „Laat me toch!” Zü
greep den man boet, als wilde zfj het uit
hem schudden.
.►Alle», vertel maar alles.” Zü stampte
met den voet op den grond. „Mc luister”.
„Er is nu niet veel meer te vertollen.”
De makker veegde het zweet van zijn voor
hoofd. „Toen ik uit het hospitaal kwam
ik heb er verscheidene weken bewusteloos
gelegen was Krüger reeds lang dood en
begraven”.
„En heeft hij nieta, in het geheel nieto
meer gezegd?” Nu kwam Gertrud ook na
derbij. „Geen groet, geen woord?” Zou
Gustav bjj het naderen van den dood niets
hebben achtergelaten voor zijn moeder en
haar?
De oogen van den man waren vochtig.
Zijn stem klonk rauw door onderdrukte ont
roering. „Bent u misschien Gertrud? Gus-
tavls Gertrud Hü zei ook wel Trudie?”
Gertrud knikte zwijgend.
wil
i.'tasag
Drukkerij
ZOON OOCDA.
ryk geweest, nooit had hü Rusland gezien.
Maar ook op Cornlea, op het plaatje „Duit-
sche gevangenen”, zou zü hem niet hebben
kunnen vinden. Naar Afrika hadden zü hem
gesleept.
Wat zei de man, wat?! Zü waren van
honger omgevallen. Daar kwam de Fran-
sche korporaal: „Heb je honger?"
„Ja, ja!”
„Zing „die Wacht am Rhein!” Heb je
dorst?”
„Ja, om God’s wil, ja!”
„Zing „Deutschland über alles!” HÜ lach
te en ging heen. Zü maakten zich schreiend
van den zwijnentrog meester en vraten als
het vee.
Haar Gustav, die altüd zoo kieskeurig
was geweest, haar nette Gustav! Vervloekt
z0n zü, die hem' too tot een dier hebben
gemaakt! Met gebalde vuisten sprong juf
frouw Krüger op.
„Waarom 4heeft hü zich dat laten welge
vallen? Hü was toch sterk! Waarom heeft
h|j zich niet geweerd, zóó, sóó?!” Zy
zwaaide met haar vuisten.
De militair kalmeerde haar. „Wij hadden
de kracht er niet meer toe.” Z(jn gelaat
stond heel treurig, „Eens hebben wü ons
verzet, Krüger en ik wilden niet zingen.
Toen moesten wü voor ons zelf een gat in
de* grond graven, daarin moesten wü van
den odjtend tot den avond staan. De zon is
ontzettend in Afrika; die stond vlak boven
on». Zü stak als met messen, ons vel hing
als lappen langs ons lichaam neer. En geen
druppel water. Toen kwarp ik in het hos
pitaal. Krüger beeft het volgehouden, maar
een volgenden keer, toen”, hy hield even
0ENG, tegen nier-
irsteen-gruis) pei
2.50.
ruik van Uw Re-
k my een heel an-
uihalingen werden
oor de gebruikers
ddelen.
ke bus de naam:
«PORT COMP.,
Postbus 103.
j Apothekers
st gelieve men zi
[HE IMP. OOM
4456 37
De Zalm. Verg. Dep-
Nüverheid. -
laaskerk, le Orgelbe-
sloten om aan
($csche alweer
punt toe te voegen In zulte het bii de
Tweede Kamer uanhangto ««naakte ont-
wsro-atariofiwwt. Hot bWdtaMtaw aal aan
de algemeen» vergadering voorstellen, de
Tweede Kamer te verzoeken dit ontiwero
niet tot wet te verheffen. Het hoofdbestuur
tneent. dat vóór de rmreenng :m*t vaat
omlynde plannen voor bezulnsoing komj,
er geen wrake moet aiin van wwderom
nieuwe lasten, en zoo er later al nieuwe
lasten moeten komen de»e toch in «een ge
val er toe mogen leiden, het leven weder
duurder te maken, de bevordering dor han
del Strekkingen te schaden en de onbil-
lijkheden van de bestaande Tarief wet te
verscherpen.
omgang met zijn wieinig spraakzame groot
moeder gewoon was.
Gertrud opende de deur. Een militair
stond buiten. Met zekere argwaan nam zjj
hem op. Sedert zy in Graudenz by het
starm-egiment van Gustav was geweest, om
daar misschien iets naders van den ver
miste te hoeren, was rij voorzichtig. ZÜ
zou zich niet een tweeden keer laten beet
nemen door een, die beweerde een kame
raad van Gustav te zyn. Die had haar toen
slechts het geld afgenomen, haar een
sprookje op de mouw gespeld, daar was
zy reeds lang achter gekomen. Zoo iets
kwam tegenwoordig maar al te dikwijls
voor. Zy bedrogen alten. Destijds was zü
hchtgélovig^geweest, omdat haar hart he
vig was begonnen te kloppen, omdat de
oude liefde nog eens was ontwaakt. Nu
zou haar dat niet meer gebeuren, al mocht
iemand ook nog zulke levendige voorstel
lingen geven van het lyden in Russische
gevangenschap, van avonturen van zyn
vlucht en, hoe hy Gustav in zyn armen
van het slagveld had gedragen, hem zacht
had neergelegd onder de struiloen, by dan
stervende was geblevetf, tot hü den Laat-
fiten adem had uitgeblazen.
Allies, alles bedrog!
Gisteren, toen zü naar hier was geko
men, had een heer bij haar in de coupé
gezeten; geiheel varétiept in zü* courant.
Maar pioteaiing was hü uitgevallen: „Be-
drog, alles bedrog!” en had tegen een ken
nis die bü hem was, gwegd: M mokon
ons wat wijs. Dat is a»es «x>
En toen <te andere iets (bar tegen had
ingébracht, was hü driftig geworden:
De Koningin-.Moeder.
Ln tegeoMpcaak met het vermelde om-
bant Hr. Ms. taannen voor een venbliil in
Duitachiand, wondt tiluuM madaredeeld, dat
voor de zomermaatMlen Hr. Mn. nog geen
plannen geoxatt heeft. Het loet integen
deel in het voornemen van de KoniMrin-
Ataeder. voorloomg in de reMdontte te blii-
ven.
Verder wordt gemeld, dat Koningin Em-
ma van ptan b Maandag aa. naar Dor
drecht te gaan. Haro Majwiteit kon* oer
spoor om 1J18 en begeeft zich fhn het sta
tion naar het schaldenienmuseuin. Vervol-
wordt een bezoek gebracht aan het
wmeenteluke aiakenhuw. Hr. Ms. ia dan
voornemens nog een kleine rijtoer te ma
ken en per auto naar de residentie terug
te koeren. Het «evoig zal bertaan uit de
hofdame baromwee Van Ittemim. den hof
maarschalk tor. Koell en den kamerheer
«raaf lambunr Stirum.
fiOlDSCHE COURANT.
BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt.
Franco per post per kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad ƒ8.80.
Abonnementen worden dagelyks aangenomen aan ons Bureau: Markt 31, GOUDA,
by onze agenten, den boekhandel en de postkantoren.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring)
15 regels ƒ1.30, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring:
1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20
bijslag op den prüs.
Protectionisme.
Ouder leiding van Mr. M. -L. Kan te Aan-
fcterdum heeft zich, naar da Tol. veraoomt.
een comité van acüe gevormd, dat da in-
duatriaaton in den lande oowetat. bii re-
gpenng en vtakmtetactmwvwrdtaBn* etap
pen te <locn tot het verkntaren van een til-
delüke invoer-belemmering ten bate van
(He industrieën welker levensbelang door
de abnormale tiUU^Mnstaniliashedan wsrden
iMMtrewd en die daarvoor in jummerkimr
komen.
Het comité wenscht dat de Nadedaad-
Khe induatrie in de mogeliHcheid wordt
gesteld met het buitenland te ooncurreetyn.
Een vergadering van alle belanghebbend#
industrieelen zal wordRn biieengeroeoen
tot het doen van -rtaooen in deze /richting.
16)
Het was een Zondagnamiddag; beide
vrouwen zaten samen in heft woonvertrek.
De oude op de sofa, maar zy leunde niet;
dat deed zy nooit. De Bybel, waarin zy
zoovéél las, lag op haar schoot. Met open
oogen, maar die toch niets zagen, keek zy
dromerig voor zich uit.
De jonge vrouw zat aan het raam; zy
naaide. De jongen versleet zooveel; reeds
waren de kindenkfêeren, die de kleine Gus-
Jnv van den grooten had geërfd» alle ge-
scheund. Gertrud maakte uat een hemd van
den gestorvene geliefde een klein hemdje
'oor zijn zoon. Haar gelaat stond ernstig.
Het gaf haar een eigenaardig gevoel, met
de schaar in het hemd te knippen, waarin
hem misschien gezond, vol leven en
liefde had gezien. Onwillekeurig Meld ze
even op met knippen: alsof zy zyn leven
afknipte!
Er word geschekL De bel had een ouder-
wetsch, lang dóórklinkend' geluid. Het klonk
in de Zondagmtilte als een alarmkreet
De kleine Gustav, die op het hobbelpaard
v*n zijn gestorven vader zat, klom er af,
••Gescheld. Opendoen.” Hü fprok altyd
*nter in korte zinhetjes, daar hy aan den
NbA.
eene ledenvergadering
n.
geeft men hem toch een
om onze belangrijkste zaken
belastingen op te leg
gen, voor het onderwijs onzer kinderen, voor
onze veiligheid, het uiterlyk aanzien van
onze stad enz. te zorgen en ons door leenin-
gen als anderszins op vérstrekkende wyze
te verbinden. En de conclusie is gewettigd,
dat men dat niet zou doen, wanneer men
deze strekking en deze gevolgen van zyn
daad begreep. Maar dit niet begrijpen komt
niet voort uit domheid, die men zoó verre
gaand bij zoo’n groot aantal moeilijk ver
onderstellen kan. Er moet een diepere oor-
e- j. zaak voor zyn, die met de beteekenis der
•ri verkiezing zelve verband houdt. Een der-
te gelijke daad, waarby men ook met zyn ma-
teriéele belangen, die den menschen toch
nogal na aan het hart plegen te liggen, zoo
lichtvaardig omgaat, is alleen begrypelyk,
wanneer men de daad zelve en zyn beteeke-
nis niet begrijpt. Wat dus zeggen wil, dat
men, kiezende, zich niet duidelük bewust is,
dat men daarmee zijn eigen zaakwaarne
mer, zyn eigen bestuur, in veel opzichten
zyn eigen rechter aanwyst. En dit gebrek
aan bewustheid is het onmiddellük gevolg
van het ontbreken van alle contact tusschen
het volk en zyn vertegenwoordigende licha-
,men, waardoor men met duidelyk voelt, dat
men feitelyk zich zelf regeert.
Dit is het. Dit is de eenige oorzaak van
een stemming ten opzichte van een verte
genwoordigend lichaam, zooals die zich in
de verkiezing van Hadt-je-me-maar zoo
schril geopenbaard heeft. Het volk voelt
niet, dat het zich zelf regeert, maar voelt de
regeering als iets boven of tenminste buiten
zich. Dit moge door deze Amsterdamsche
verkiezing wat fel aan het licht getreden
zyn, het is voor wie het volk, en dat werke-
lyk niet alleen de onontwikkelde massa,
kppt, oqk in andere symptomen telkens weer
en allerduidelykst merkbaar. En de oorzaak
daarvan is de feitelüke scheidingslijn, die
tusschen volk en regeeringskringen loopt.
Want evenals in onze regententyd, zy het
in minder volstrekten zin, hebben zich re
geeringskringen gevormd, van wie de eigen-
lyke regeermacht uitgaat. De volksverte
genwoordigers in Kamers en Raad, uit ver
schillende volkslagen gekozen, worden deels
binnen die kringen getrokken, waarbinnen
verder alleen politiekers en enkele anderen
gezag oefenen, en missen, voorzoover
buiten blyven, ook allen rechtstreek
invloed. De groote massa van het voll
eiken stand staat er vreemd van en
daardoor zeer stërk het gevoel, dat zü r»*
de eigenlijke regeering, spüts haar stembil
jet, weinig toe- of afdoet, dat zy geregeerd
wordt door anderen. En hierdoor mist dit
volk voor een groot deel het besef van ver-
antwoordelükheid voor den goeden gang van
zaken en worden verkiezingen als die van
Hadt-je-me-maar en vele andere minder op
vallend weliswaar, maar even onverdedig
baar, mogelük.
Het is gemakkelüker dezfe fout aan te
wyzen dan een weg ter verbetering. Maar
die fout zelf wüst op een elementaire fout
van ons parlementair stelsel, waardoor onze
regeeringsvorm feitelijk lü» vertegenwoor
digend karakter verliest.
ken omdat bet onpractisch wu. Het geama-
teur als brandweerlieden ia uit de kleine
plaatsen bekend als bron van misère.
De reorganisatie die men zich vowstelt
zal een half millioe* gulden 'sjaars uit
sparen. Dit Is geen kleinigheid «n het is
dus wel de moeite waard om het denkbeeld
nader te overwegen.
Men zou er een proef mee kunnen nemen
en thans naast het gecentraliseerde stelael
een meer plaataelüke hulpverleening Invoe
ren. Voor een stad als Den Haag is de kwes
tie van de brandweer van veel gewicht en
wanneer het gelukt een veel goedkooper en
tevens doeltreffend stelsel te vinden, dan
is dat voor alle gemeenten van belang. We
zouden echter aan een instelling van een
gemeentelüke assurantie de voorkeurbiyven
geven. En het Ryk kon daar dan flink wat
in bydragen.
Van de brandweer gaan wü evon naar de
monumenten. Daarover spraken wü on
langs. Thans nadert het oogenblik waarop
wü er vier stuks rijker zullen worden. Aan
één ervarf is men reeds bezig met de op
stelling. Het is het monument dat hulde
wil brengen aan leger en vloot. Janmaat
en soldaat zullen naast elkaar afgebeeld
staan aan den strandboulovard.
Het tweede is al in 1919 op touw gezet.
Het moet een herinnering worden aan de
onafhankelükheidsfeesten, speciaal voor
Scheveningen. Het zal geplaatst worden op
tet Prins M^uritaplein.
Het derde zal de hei
houden aan
laren het l<
duizenden
land nod
zien. Het
langs den
ver v
vormt
Ter
Dtvnt
We hebben in Den Haag een uitstekende
brandweer, die gelukkig niet veel behoeft
op te treden al nam in de laatste jaren het
aantal branden en brandjes nogal sterk toe.
Voor de residentie der regeering met al
haar groote en duro gebouwen was een
goed georganiseerde brandweer dringend
noodig. Het Ryk verzekert zyn gebouwen
njet, hetgeen een goed stelsel is voor het
Ryk. Het draagt zü* eigen risico en is
daarmede stellig goedkooper uit. Door den
veel verbeterden bouw, door den aanleg van
centrale verwarming, die tientallen gevaar-
lyke kachels vervangt en even zoovele kan
sen op een ongeluk wegneemt, door den
aanleg van «ectrisch licht, dat het gas
beeft verdrongen, door een snel alarmee-
ringsstelsel en nog
beteringen is het
minde rd.
De brandweer kost Den Haag jaarlyks
een schat van geld en dpor de styging der
loonen en de verkorting van den arbeids
duur is het totaal bedrag enorm toegeno
men. Geen wonder dus, dat men op dezen
dienst het oog heeft geslagen by zyn po
gingen tot bezuiniging. By den opzet van
de brandweer is deze fout begaan, dat de
gemeente niet tegelyk oen brandassurantie
heeft ingestejd voor zün eigen burgerij.
Hoe beter de gemeente haar brandweer in
richt des te voordeeliger ware het dan ge
weest voor die assurantie. Nu strüken par
ticuliere maatschappüen met dit voordeel.
Het ware alsnog te doen. De gemeente is
tegenwoordig even üverig als filantropisch
aan het woningbouw en en wanneer het de
verplichting op de huurders legde om zich
by de gemeente tegefi. brand te assureeren
was er al een aardig begin.
Maar die richting uit zoekt het gemeente
bestuur niet een oplossing die tot bezuini
ging leidt. Het dure van de brandweer zit
in de wachtposten, het dag en nacht beschik
baar hebben van veel personeel dat niets
doet dan wachten, tot er alarm geslagen
wordt.
Deze taak nu meent men te kunnen ©ver
dragen aan de politie, die ook haar wacht
posten heeft. Wanneer men de politie- en
brandweerwachten combineert, moet het tot
bezuiniging leiden. Op het oogenblik is de
brandweer gecentraliseerd. Met dat stelsel
gaat men breken. Het kleine materieel
wordt meer verspreid en by de politie-pos-
ten ondergebracht. De politie wordt in
brandweer-manipulaties gedresseerd en op
deze wüze hoopt men den dienst aanmer
kelijk te beperken. Het overgroote deel van
alle branden zün van geringen omvang en
kunnen dus te gemakkelüker bestreden
worden naarmate men er snel bij is. De zoo
sterk toenemende uitbreiding van het tele
foonnet maakt aparte alarmtoestellen voor
de brandweer steeds meer overbodig. Gere
kend wordt dat de houders van een tele
foon in tyd van nood onmi.„
helpen om te al armee ren. Verd<
op de medewerking van 1
brandbluschmiddelen van de
huis te willen nemen. Dit is L-
het oude stelsel waarvan men
leelijkers <1 meer dan
we thans missen. Denk alleen eens aan
standbeeld op het Buitenhof en we bel
ven niet meer te zeggen.
zal de herinnering levendig
i de visschers die in de oorlogs
leven op zee lieten, toen zü de
en gevaren trotseerden om Neder-
:h nog van een goed voedsel te voor
st monument zal een plaats krijgen
_n ouden Schevenin^schenweg, niet
van de Keizerstraat, die dé hoofdweg
nt in het oude dorp.
Ten slotte zal in de Schevenlngsche
Boschjes een monument verryzen ter nage
dachtenis van den bekenden dieren-schilder
van Hoytema, een paar jaar geleden hier
ter stede overleden.
Of al die monumenten even zoovele siera
den zullen zün voor de plantsoenen, weten
we nog niet. De gemeenteraad heeft reeds
één ontwerp van het onafhankeltfkhelds-
monument geketst. WaarlHk, dat was ook
verre van fraai. Natuurlij» was het weer
dé leeuw die de eer van Nederland moest
hooghouden. HÜ doet dat door op een hoog
dun paaltje te gaan zitten. Het geheel was
monsterachtig en verstandig Is het geweest
dat de Raad voor dat stuk bedankte. Als nu
maar niet wanr i« wat verluidt dat niet al
leen de teekenlng gereed is maar ook het
monument zelf al geheal af is. Is dit het
geval, dan zal het niet mogelüFlün er een
ander voor in de plaats te stellen. De Com
missie zit dan met het monument in <l«
maag. Ze moet het maar zien te verknopen
aan een Oweeër die het in zün „park" w»
plaatsen. Het is inmiddels zonde van het
geld, dat er voor verzameld Is; onbegrüpe-
Ujk blijft het dat men zoo Iets leelÜks
heeft kunnen laten maken.
Wanneer het niet mogelÜk is alsnog veran
dering aan te brengen, zal de aanwinst der
vier monumenten tot drie moeten dalen.
Dat is jammer, want voor een groote stad
is niets zoo decoratief als een monument.
De verkiezing van Had-je-me-maar
en haar oorzaken.
Er is al zooveel over de verkiezing van
Hadt-je-me-maar tot lid van den Amster-
damschen Gemeenteraad geschreven, dat
het mosterd na den maaltyd zou zyn, nu
nog met een beschouwing over deze „eigen
aardige” verkiezing aan te komen. Maar
waar het nooit te laat is fouten en gebre-,
ken aan te wyzen, die ons openbaar^torei
bederven en op wonde plekken dea-rfnger te
leggen, wanneer die zidh domr plotselinge
geöeunenissen aan ons geopenbaard heb
ben, kan het zeker zyn nut nebben, ons de
diepere oorzaken van deze Amsterdamsche
gebeurtenis bewust te maken en naar het
licht te zien, dat zy op ons politieke leven
en ons politiek stelsel werpt.
Onder de 14.000, die den dronken bedelaar
en verloopen zwerver het meest waardig
vonden om hem in het bestuur hunner stad
te vertegenwoordigen, zullen er zeker ge
weest zyn, die hun stem op dit individu uit
brachten uit protest tegen den stemdwang
en anderen, die daarmee hun minachting
wilden uitdrukken ten opzichte van ons
gansche maatschappelyke stelsel, waarte
gen zy in voortdurend verzet zyn. Maar dat
is zeker maar een betrekkelyk klein ge
deelte. Principieel verzet tegen den stem
dwang, verzet dus, dat uit iets anders voor
komt dan uit onverschilligheid of luiheid,
is daarvoor te zeldzaam. En het aantal van
hen, die hun welbewust verzet tegen de te
genwoordige maatschappy, niet door aan
sluiting by sociaal-democraten en commu
nisten en vry-socialisten, maar alleen door
zulk stemmen uitdrukken, zal ook wel ge
ring zün. Zoodat men gerust mag aanne
men, dat van de 14.000 kiezers, die Hadt-
je-me-maar uitverkoren zeker meer dan
10.000 het alleen deden om een „lolletje" of
uit een soort kwajongensachtige, lummelige
weerspannigheid. Maar wanneer in een stad
als Amsterdam, tenminste 10.000 kiezers
zyn, die van de uitoefening van hun hoogste
burgerschapsrecht en burgerschapsplicht op-
zettelyk een lolletje maken, dan kan dat
niet meer verklaard worden uit gewone on
verschilligheid, die zich trouwens nog veel
meer in niet stemmen zal geuit hebben noch
uit lummelachtigheid of pleizier aan slechte
grappen, maar moet daarvoor een diepere
oorzaak blyken te bestaan, die op een ern
stige fout in ons politieke leven zou wyzen.
Wanneer men iemand, die onze zaken
moet behartigen of voor onze belangen op
komen, die ons bindend kan vertegenwoor
digen en voor ons handelen, naar een nota
ris stuurt, by wien een erfenis te deelen
valt of naar een kantongerecht of als zaak
waarnemer in welke zaak of aangelegenheid
ook, waarby wy onze belangen nauw be
trokken weten, dan past men wel op niet
een Hadt-je-me-maar-type daarvoor uit te
kiezen. Geen van de 10.000 Amsterdammers,
die van zoo’n voorliefde voor dit straattype
blyk gaven, zouden er aan denjeen. Maar
door zoo’n Hadt-je-me-maar naar den Raad