HIHIi aakartikelen. 60e Jaargang. Na U650 Zaterdag 18 Juni 192L igarens doone Busts I ;rbouwing EERSTE BLAD. Wit »ff en. [RAAD. -W dblaak. merman FEUILLETON. DE ROODE ZEE. b Voiles, enz. enz. 4 COOPS In OoTxd.®- en. Qxxxs'txe-fe.ezx. TzSoN^GOUDA ona d'arlament. H VERSCHIJNT DAGELIJKS Redactie: Telef. latere. 545. Bureau: MARKT 31, GOUDA. Administratie: Telef. Intere. 82. Dit nummer beslaat uit twee bladen HM, Kelzentr 61 ch beleefd aan. Hink Wordt vereoigïk) Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bjj- contract tot zeer geredu- ceerden prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tuaschenkomst van soliede Boekhan delaren, Advertentiebureau* en onze Agenten. nes, 2989 27Ü Twintij hebben pun gini eerste voor is Za- 1 was i het klein-burj lis vroeg het j, Roman van CLARA VIEBIG. met autorisatie vertaald door Mevr. J. P. WESSELINK—v. ROSSUM. (Nadruk verboden.) Wijdatraat 31. tin| de gekor gelijk zelf GENDA. •fening E. H. de -en igd, was een her- be- it vijf ling van )ldoe«Uv onze G01D8CHE COIWT BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. Zü zaten in de veranda van het restau rant; vóó<r hen gleed, de rivier voorbij, langhaam, alsof zij slechts met moeite Icon scheiden van de schoonheid van dezen oever. Heinz stootte zijn gias tegen het hare. Zijn oogen kieken zijn geliefde stra lend aan. „Tooverachtig”, zekle hij. Hij bedoelde niet alleen haar, neen, allee bij elkaar, ook het landschap, deze warme zon, die door de bJaderen der veranda gouden lichtplekken op hun tafel wierp en dót heerlijke zoete, droomerige middaguur. En dat ze nu „je” tegen elkaar zeiden, zoo- ala zij het wel de laatste keeren in de brieven gedaan hadden, maar zooals ze het nog nooit tegen elkaar gezegd hadden. Welk een kracht lag er in dit „je”. Daar was opeens niet» vormelijks, niets dat scheidde meer „je, je” de man te gen de vrouw, de vrouw tegen den man. Lili had haar hoed naast zich op den bank gelegd. Haar blond haar glinsterde, de fijne draden waren als gesponnen goud. Bewonderend keek hy ar naar, lieflooo- eend streek zijn hand de verwarde lokjes terug en bleef toen rusten op haar hals. Ziy maakte zich loe. „O, het zit slordig”, prevelde zij. ,Jk heb don géheelen nacht gereisd. Ik moet rufar binnen gaan, my een beetje opknappen/'^ „Ik ga mee!" Hij sprong op. „Neen,' neen!” Zü weende hem angstig af. Toen liep zy’ het huis binnen. Hij wachtte, de armen over de borst ge kruist, tegen de bank geleund, met ïijn gelukkige oogen droomerig in de zonnige lucht kijkend. Wat hij in doorwaakte nach ten verlangd had en dat wat hem niet ver laten had, zelfs op zijn vluchten niet, hem aelfs misschien daar niet duidelijk bewust was geworden: alle helfdhaftigheid, alle overwiinningen bewogen zich slechts om haar dat was er nu. En het was vreemd, h(j koesterde in het geheel niet den wensch véél te spreken, veel te vragen, veel te hooren het grootste geluk maakt zwijg zaam hij wilde haar slechts aankijken, steeds aankyken, zich geheel verdiepen in ddt geliefde gelaat. Ongeduldig wachtte Mi; hü wikte haar aanblik ook niet voor enkele minuten miasen. Toen zy kwam, zag zij or frisch en knel uit en haar haai mat glad. Zij glimlachte over zijn onge duld. Maar had zy zichzelf ook niet zoo gehaast, flat haar handen verkeerd had den gestaan? „Ik kan je niet genoeg aankijken", zei hy zacht. Ze ging naast hem zitten. Zü omsloot met beide handen zijn gebruinde hand, die op de tafel la*. Zy wendden het gelaat naar elkaar toe; zy keken elkaar diep in de oogen. „Heb je mij kef?” vroeg zijn blik, en de hare antwoordde: „Einde loos.” De waardin bracht een telegram. Lili opende het. „Van ‘Amnemarie!” „Ben ziek, kan helaas niet komen. Harteiyk gegroet Q, aoo Annesnarie! Een schaduw gleed over Lili's gelaat. Opeens was de werkelijkheid daar weer. Hoe had zy nu toch kunnen vergeten, dat Amnemarie niet gekomen was. Zy zouden elkaar hier in het reetau- «W*t, zoo niet al aan het station, gevonden twftben. Plotseling overviel haar iets en maakte haar schuw. Zy keek den geliefde niet meer zoo diep in de oogen, met neer- jrsusoei !B. Janskerk. Openbare ver- de Chr. Oranje-vereeni-* tanden door de ■longroises *r verkrijging eener flink i, ƒ3.-. TCREME geeft een fl* 1.20. Mij. SANITAS j Tiendeweg 10. Korte Hoogstraat 37. delstraat 87. terstraat 0. 299 8 geslagen oogleden zeide zy: „Ik maak me ongerust Annemarie zal toch niet ernstig 141 dAama vroeg ze: „Hoe lang „Tot morgen. Tot morgen vroeg.” 4) God!” Hy hoorde slechts haar schrik, dat zij zoo apoedig weer zouden moeten scheiden. En toch wm er nog een andere schrik bij. Haar neergeslagen oogleden trilden. Een diepe Hos bedekte baar wangen. 'HlÜ legde zyn arm om haar heen en trok haar weer dichter naar zich toe. „Laat ons niet vooruitdenken”, smeekte hij. „Ik denk er aiet aan, wü er niet aan denken.” Zyn gelaat dat ernstig was geworden, straalde weer vrooiyk. „Denk jy er ook niet aan. Laat ons van het ©ogenblik gemeten; men teert dat in «ten oorlog. Denk met aan het geen zal komen, denk slechte aan hetgeen er ia.” .J*, ja”, zakte zy. Maar toen hij haar amiger tegen zich aantrok, weerde zy hem af. ,Je hebt nog in het geheel niet naar thuis gevraagd.” Ze zei het verwijtend. „Al» je moeder dat vtetl Zij houdt zooveel van je!” Hij lachte: „Die maakt er mij geen vag- wyt van. Daarvoor is zij veel te veel moe der. En zy was toch ook eens jong. Zij weet het: jy eerst!” INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels ƒ2.05, elke regel meer ƒ0.50. Op de voorpagina 50 hoogjer. 34) i Een toean kwam, met donderend geweld den tunnel uit. Ternauwernood stond hij atü, of er sprong al iemand uit een kreet een op-haar-toe-stormen. Er be stond geen bedenken, geen terughouden met een zalig „Eindelijk!” lag zij aan zyn bonst. Wfereld en menschen waren vergeten, eenige minuten blééf zyn mond op de hare rusten. Hoe teeder begroette de jonge officier ey'n jeugdige vrouw! Menig oog uit den trein was op hen gericht. Zij merkten het «et, ook niet, dait de beambte aan de con trole even grinnikte. Vroeger in vredes tijd waren hier veel jonggetrouwden door- pekomen; hij was er van op de hoogte. Als in een droom liep Lili naast Heinz. Ws hy het nog wel? Hy was zooveel breeder geworden, zooveel mannelijker. Zijn gfelaat zoo energiek, ouder; maar oogen, zyn lieve, blauwe oogen, die terhten zoo jeugdig. Hy had' zijn arm ^°°r den hare gestoken en drukte dien tegen zich aan; zy voelde het klop- P*» in zyn boiwt. „Heb ik je, heb ik je «ndelük!” gaat. Waar een andere, goede oplossing niet vpor de hand ligt, schynt het verre van ón mogelijk, dat wü het Kabinet zullen terug zien, zij ’t dan zonder minister Pop. Of zyn de heeren werkelyk regeerens- moede? En zal de Premier, wiens Grond wetsherziening een anti-Roomsche beweging in het leven heeft geroepen als in lange ja- ren in ons land niet gekend is, deze gelegen heid aangrypen, om een goed heenkomen te zoeken Men zal er over weinige dagen wel meer van hooren. Voorloopig ligt de. coalitie aan stukken; zal zjj te krammen zün? Bur“a: M,rlrt GOüDA’ lADS»En30PI!kJS: Uil G°Uda omBtrei™ (behooreade tot dm bmorgkrlag) 1-6 regel, ƒ130, elke regel neer 0.26. Vm buiten Gouda en dm b«,orgkring: 1-6 regel, ƒ1.66, elke regel meer (MO. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20 bijslag op den prys. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prys. Zy liepen lungzaam. Nu niet haasten, het wns zoo heeriyk zoo. Zy hadden nog niet veel gesprokén. ,^y is nog mooier, nog liever, dan ik mjj haar herinnerde”, dacht de man. Zy<n oogen konden zich niet van haar losrukken, begeerig namen ze haar mooi beeld in zich op; nooit, nooit, zou hij genoeg van dien aanblik kunnen krygien. Lili Hoosde onder zün blik. „Kük mü niet aldoor zoo aan, Heinz”, vroeg ze zacht. Waarom niet?” Er klonk iets overmoe digs in zijn toon, iets van de vreugde van den overwinnaar. Zyn oogen schitterden. Hy drukte haar arm nog vaster, haar ge stalte gaf mee, zy gingen zoo dicht naast elkaar, dat zy ais één schenen te loopen. Boven hen wierpen de boomen hun scha duw. Rechte en links waren villa’s met goedverzorgde tuinen de moderne stad. Maar nu kwamen de oude poort en de straatjes en steegjes, berg op, berg af, huizen met erkers en in lood gevatte rui ten, alles zoo oud, reeds eeuwen oud, maar zoo sprookjesachtig, in het geheel niet als de wenkelykheflid. Een overstrooonende vreugde greep hen beiden aan. Waar wa ren zy dan toch? In de sprookjeswereld? En wie waren zy? Zaligen,"meer dan za ligen, die niets wisten van hetgeen de tyd nu bracht. „Luister”, zei Lili en lachte byna over moedig, „laat ons wijn drinken. Ik heb zoo’n dorst". Zy had anders nooit naar wijn verlangd, maar hier lag het in dé lucht, hier aan dm voet der wijnbergen lekte het tot een hemelschen roes. TWEEDE KAMER. Om de Zondagswet. De nieuwe Dienst plichtwet, Kabinetscrisis? Het nieuwe artikel 7 van de Grondbelas- ig, dat dienst doet als middel om Minister Vries te behouden, was bü de Kamer in bomen. Het is een unicum, dat iets der- jks wordt gepoogd; het artikel op zich zelf is ook een unicum. Het was daarom, dat de heer Marchant, toen de Voorzitter voorstelde het ontwerp van de Grondbelas ting weer op de agenda te plaatsen, in over weging gaf het nieuwe artikel naar de af- deelingen te zenden. Maar natuurlyk was dat niet naar den zin der rechterzüde, die het voorstel met behulp van de sociaal democraten, die, onbegrypelük, tegen het voorstel waren verwierp. Het ontwerp zou dan na de Zondagswet moetenkomen. Laten we het dan vóór de Zondagswet zet ten, meende de heer Marchant. Het schijnt echter, dat de rechterzyde byzonder gen brand is op dit ontwerp. Het is urgenter dan iets anders. Alleen de pensioenwetten voor de militairen achtte de heer Duymaer van Twist nog iets urgenter. Diverse voor stellen om ontwerpen vóór de Zondagswet te plaatsen, werden rechts tegen links be handeld. De Zondagswet komt dus no. 3 na de Dienstplichtwet. Maar of de Kamer er aan toe zal komen, is een gansch andere vraag na de crisis, die het ontwerp-Dienst- plichtwet van minister Pop heeft in het leven geroepen. Vertellen we eerst het verder verloop van de behandeling van dit belangrüke wrtsont- werp. Een niet onbelangryke beslissing is ge vallen door de aanneming van de motie- Drion, waarin een wettelyke regeling wordt gevraagd om tegemoet te komen aan hen, die gemoedsbezwaren hebben tegen het dra gen van wapens. De heer K. ter Laan wilde dit punt even in een artikel in deze wet vastleggen, hetgeen natuurlyk niet moge- lijk is. De Minister had g.een bezwaar tegen een positieve vermelding in de wet, dat de Vrij willige Landstorm de leiding zal hebben van de Vooroefeningen. Het is zyn bedoeling, dat dit zóó zou worden geregeld, maar in de wet stond dit niet aangegeven. Thans is een amendement-Duymaer van Twist aan genomen, waardoor dit in de wet uitdrukke- lyk wordt bepaald. Evenmin had de Minister bezwaar tegen afschaffing van de speciale commissies, die de Vrüstellingen zullen regelen. Dejje aan gelegenheid blyft dus by de Gedeputeerde Staten. Het desbetreffende amendement- Drion werd aangenomen. De brandende kwestie uit dit ontwerp was gelegen in artikel 27, waarin het contin gent wordt vastgesteld en de indeeling der kern- en reservetroepen wordt aangegeven. Hier was dus by aan de orde de vraag of er een éénheidsleger zal zyn dan wel een ge- veel plaatsen de brandweer bijna geheel uit gerust met motorfietsen; op het duo'-bonkje zit een tweede brandweerman en de züspan- wagen is ingericht voor het vervoer van bluschapparaten. Het stelsel l(jkt ons voor den Haag büzonder doeltrefwnd, vooral om dat de stalling van een dergelüke brand spuit geen afzonderlijke garage vereischt. Brandweer en snelheid zün nu eenmaal be grippen die onafscheidelük moeten zün «n het ligt dus voor de hand dat men by de keuze van vervoermiddelen naar diegene omziet welke het snelst zün. De motor komt dan wel het eerst in aanmerking. We on dervinden van dat instrument in de straten der steden zooveel onaangenaams, dat het voor de reputatie van deze moderne machi ne niet kwaad zou zün wanneer zü eens dienstbaar werd gemaakt aan een nuttig werk. Men ziet hier tegenwoordig ook vele z.g. bakfietsen die thans door een motor- wiel worden voortbewogen. Misschien is dit systeem ook iets voor het klein-materiaal van de brandweer waarvoor de voornaamste eisch is dat het er snel is. In den gemeenteraad is aoo goed als geen verzet gerezen tegen de reorganisatie-plan- nen. Wat er tegen aangevoerd werd betrof niet den technischen dienst maar wel de personeelsbelangen. Het personeel, zal het niet gemakkelyk meer hebben maar thans z(jn tüd vruchtbaar moeten maken. Dat is uit een algemeen maatschappelijk oogpunt ook nuttig en noodig. HAGENAAR. BINNENLAND. De begroeting verworpen. God. Staten van Zuid-Holland hadden er meermalen bü den Raad van Katwyk op aangedrongen, de salarissen van burgemees ter, secretaris en gemeente-ontvanger te verhoogen. In de Raadsvergadering was ten 3en male een schrüvan van Ged. Staten ontvangen, om op verhooging aan te dringen, daar zy anders de begroeting niet zouden goedkeu ren. B. en W. voldeden hieraan en dienden een verhoogde begrooting in. De Raad ech ter besloot, hoewel het slechts een bedrag van 6500 gold, de begrooting niet goed te keuren op grond dat anders de Raad geen zeggenschap meer zou hebben over de gemeentegelden. Alleen de wethouders stemden voor de begrooting. Vermindering belastingdruk. Het bestuur van de Vereeniglng tot be vordering van vermindering van gemeente- lÜken belastingdruk te Utrecht ontwikkelt in een adres aan Gedeputeerde Staten be zwaren tegen het raadsbesluit, dat de ge meente Utrecht ten behoeve van de Veree- niging tot het houden van Jaarbeurzen in Nederland borg zal blüven voor een bedrag van ten hoogste ƒ600.000, waarvoor even tueel als garantie zal dienen een tweede hypothecaire inschrijving op het onroerend goed van die vereeniging. Het verzoekt aan Gedeputeenie Stoten, het daarheen te lel den dat een deskundige commissie worde benoemd, om de levensvatbaarheid van de Jaarbeurzen eens ernstig te onderzoeken, of, zoo dit niet mogelyk of wenseheltyk wordt geacht, hun goedkeuring aan bedoeld raadsbesluit te onthouden. deelteiyk geheel-geoefend leger, met daar achter een groep reserve-troepen. De anti- revoiutionnairen en Chnsteiyk-nistorischen hebben zich al dadelijk tegen deze splitsing verzet, omdat zy een grooter leger willen, dat in zyn geheel paraat is. Zü wenschten dus de splitsing te laten vallen en ais tege moetkoming wilden zy den oefeningstyd op vijf maanden terugbrengen De Minister heelt het onvoldoende ge acht; wanneer hy daarbü bleef, waren de voorstellers van het amendement bereid den oefeningstüd op zes maanden te stellen. He. stelsel van den Minister was volgens den heer de Monté Verloren, die de Verdediger was van het amendement, het stelsel van de „gewilde niet-gereedheidV’. Hy wees de verantwoordelykheid voor dit stelsel af. Het leger moet naar hun meening geheel paraat zyn als de nood aan den man komt. De Minister verklaarde het amendement onaannemelijk. De Minister kon ntet anders en de Regeering heeft haar leven aan het voorstel van den Minister gebonden. De discussie over dit voorstel, door heeren de Monté Verloren, Schokking Duymaer van Twist verdedig,.’., haling van hetgeen by’ de algemeene schouwingen is gezegd. De Minister acht maanden oefening te kort en uitbreiding het leger te duur. Zyn stelsel is voldoende en overeenkomstig de krachten van beurs. Pop’s „onaannemelyk” heeft echter niet gebaat. De heer de Monté Verloren, onderteekenaar van het amendement het eenheidsleger, een der bekwaamste en tevens bezadigde anti-revolutionnairen heeft het amendement gehandhaafd, on danks het meest gevreesde woord van ach ter de Regeeringstafel. Van dat oogenblik af was het lot van de wet beslist. Stemmen voor een onaannemelük verklaard amende ment, beteekende, dat de beide protes - tantsche groepen van de coalitie voor de po litieke gevolgen, welke de aanneming van zulk een amendement zou kunnen hebben, niet meer terugdeinsden. Daarmee waren zy genoodzaakt met de meest anti-militaristi- sche groepen tezamen het ontwerp en zyn voorsteller ten val te brengen. En deze gelegenheid deed zich terstond na verwerping van het amendement voor, toen de socialisten stemming vroegen over het regeeririgsartikel 27, waaraan anti-revo- lutionnairen en christelyk-historischen toen hun stem onthielden met de antimilitaristen van Links. Zoo werd het kern-artikel van Pop’s wet afgestemd, waarna de Minis ter van Oorlog „namens de Regeering” schorsing van de beraadslagingen over de wet vroeg en verkreeg. Dus: crisis aan Oorlog. De zoo veel ste! En misschien nog erger, misschien Ka binetscrisis. tig leden van de regeerings-vü’ftig de Regeering op een zeer gewichtig punt van regeeringsbeleid na rijpe overwe- ging den voet dwars gezet. En het Kabinet 1 heeft reeds tüd voor beraad gevraagd, zoo- j dat de Kamer uiteen is gegaan. Vraagt het Ministerie-Ruys aan de Kroon ontslag i hetgeen waarschynlyk lükt dan is daar- mee nog allerminst gezegd, dat het heen- BR1EVEN UIT DE HOFSTAD. DLXI. Een viertal padvinders is elk tot vüf en twintig gulden boete veroordeeld wegens het vuurtje stoken. Eenigen tüd gelden heb ben wy op het hinderlüke en gevaarlyke van deze liefhebbery’ gewezen en het doet ons genoegen dat eindelek eens is ingegre pen en dat er een voorbeeld is gesteld. Mis schien zal het dan nu wel met deze aardig heid zün gedaan. We memoreeren deze uit spraak van den rechter omdat hier inder daad een ander gevaar mee wordt afge wend, het gevaar dat door het voortdurende gezeur van de natuurschoon-beschermers de overheid er toe zou overgaan om het pu bliek den toegang tot de duinen te verbie den. En we weten dat als zoo’n verbod is uitgevaardigd het een langen tüd duurt eer het weer wordt ingetrokken. Het bad-seizoen op Scheveningen is terdag geopend. De weersgesteldheid niet by’ster aaniokkelyk en de eerste dagen is de^bad-lust niet groot geweest. Het lükt de laatste jaren wel of de zomer niet meer wil komen, de grijze luchten overheerschen bijna voortdurend en voor een badplaats is een heldere lucht en een flinke zomerwarm te een eerste eisch. Onverwoestbaar schünt echter telken jare het vertrouwen dat het nu wel beter zal gaan en dat een goede zo mer eindelük eens goede uitkomsten van het bedrüf zal brengen. Sinds 1913 is het feitelyk al misère op Scheveningen en men kan begrypen hoe daardoor de zaken ach teruit gegaan zyn. Met het nieuwe stelsel op het badterrein en het openen van de ge legenheid voor zonnebaden hoopt men de drukte 1 aan het strand te vergrooten. Men zal de resultaten er van moeten af wachten, want in dat opzicht is het publiek grillig in zyn wenschen en verlangens. Het kan best zyn dar deze verandering aan niemand be valt en dat er eer minder dan meer baden worden gebruikt. Een zonderlinge bepaling is thans dat men tegen betaling van een kwartje op het afgezette bad-terrein toe gang kan krijgen. Waar dit voor noodig is, is niet recht duidelük. De afzetting van het terrein is juist begonnen om het publiek op een afstand te houden. Maakt men er nu een kijkspel van tegen entree Het zal wel een eenigszins zonderlingen indruk maken, dat men thans geld tracht te kloppen uit het publiek, dat eerst op een afstand werd gehouden. Er is overigens van dit jaar op Scheve ningen geen enkele nieuwe attractie. Het is eenerzyds wel te begrijpen /lat men niets nieuws dat altüd veel geld kost aan durft, maar anderzüds is het dringend noo dig dat er eens wat anders komt. Het is weer muziek in het Kurhaus, luchthappen op de Pier, sorbets-drinken in de cafétjes met strükjes. Straks in de Cabaret-Artis- tique wat voordrachten en in Seinpost wat vermaak en dat is dan al. Van een moderne, mondaine badplaats heeft Scheveningen niet veel meer. Trouwens het echte mondai ne heeft nimmer de verhand gehad. Daar voor ligt deze badplaats niet geïsoleerd ge noeg en te dicht bü een grootestad, die ge regeld een te groote hoeveelheid gewone menschen naar het strand zendt. Zomers- avonds byvoorbeeld mag het büzonder druk zyn op de boulevard, het is er geen chique en geen mondain verkeer. Veel te groot is het percentage opgeprikte burgermeisjes en dito jongens, die buiten het zomerseizoen in de Spuistraat en Vlamingstraat ple gen te flaneeren, maar nu wat verder van huis gaan en den boulevard bezoeken, het geen uit hygiënisch oogpunt wel zoo goed is. Of echter de nabijheid van het duinen territorium wel goed is voor de gemoedsrust van vele dier jongelieden, is aan twüfel on derhevig. Er is één tydstip in de week waarop het aan het Scheveningsche bad-strand aardig en gezellig is. Dat is n.l. Zondagsmorgens. Dan is het er nog niet druk, dan is een ze ker soort publiek nog niet gearriveerd en dan heerscht er nog een weldadige rust. Op de Pier is het een matige drukte en het pu bliek dat er is, is van het goede slag. De groote massa komt pas na den middag. Dan verschünt ook het dagjes-publiek dat per wagon van de Hollandsche en Staatsspoor wordt aangevoerd. Het grootste deel van het klein-burger- lyk publiek gebruikt thuis vroeg het mid dagmaal en trekt daarna naar Schevenin gen. De onontbeerlüke city-bag ligt in den sportwagen en verbergt schatten van bo terhammen en melk. Als je Zondagsavonds tusschen zes en zeven uur door de duinen gaat, lükt het er één groote pic-nic. Ieder gezin heeft zyn kuil gevonden en is vreed zaam aan het verorberen van al hetgeen in de befaamde city-bag is meegevoerd. Vanaf den boulevard gezien, lykt het duin één groote mierenhoop, waarover de kinderen als mieren kruipen. Een byzondere fraaie illustratie van het duin is het niet, maar het hoort er nu een maal bü- De reorganisatie van de brandweer heeft haar beslag gekregen. De hoofdcommissaris van politie is aangewezen als commandant en het ly'dt geen twyfel of hü zal deze zaak krachtig aanpakken. Van één ding heeft men intusschen afgezien. Het was aanvan- kelük de bedoeling by particulieren in huis brandbluschmiddelen te stationeeren en <le politie van z.g. haspelwagens te voorzien. Hiervan zal nu voorloopig niets komen. Men begrypt dat dergelüke verdeeling van het materiaal zeer het dilettantisme in de brandweer zou bevorderen en het is vroeger juist altüd het streven geweest om dit er uit te verwyderen omdat dit gebleken was maar van den wal in de sloot te helpen. Misschien komt men nog wel eens zoover dat men rüwielen of motoren gereed maakt met klein-materiaal. Volgens sommige me dedeelingen in de bladen is in Amerika op

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1921 | | pagina 1