HIHIi
aakartikelen.
60e Jaargang.
Na U650
Zaterdag 18 Juni 192L
igarens
doone Busts
I
;rbouwing
EERSTE BLAD.
Wit
»ff en.
[RAAD. -W
dblaak.
merman
FEUILLETON.
DE ROODE ZEE.
b Voiles,
enz. enz.
4 COOPS
In OoTxd.®- en. Qxxxs'txe-fe.ezx.
TzSoN^GOUDA
ona d'arlament.
H
VERSCHIJNT DAGELIJKS
Redactie: Telef. latere. 545.
Bureau: MARKT 31, GOUDA.
Administratie: Telef. Intere. 82.
Dit nummer beslaat uit twee bladen
HM, Kelzentr 61
ch beleefd aan.
Hink
Wordt vereoigïk)
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bjj- contract tot zeer geredu-
ceerden prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tuaschenkomst van soliede Boekhan
delaren, Advertentiebureau* en onze Agenten.
nes,
2989
27Ü
Twintij
hebben
pun
gini
eerste
voor
is Za-
1 was
i het klein-burj
lis vroeg het j,
Roman van CLARA VIEBIG.
met autorisatie vertaald door
Mevr. J. P. WESSELINK—v. ROSSUM.
(Nadruk verboden.)
Wijdatraat 31.
tin|
de
gekor
gelijk
zelf
GENDA.
•fening E. H.
de
-en
igd, was een her-
be-
it vijf
ling van
)ldoe«Uv
onze
G01D8CHE COIWT
BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
Zü zaten in de veranda van het restau
rant; vóó<r hen gleed, de rivier voorbij,
langhaam, alsof zij slechts met moeite Icon
scheiden van de schoonheid van dezen
oever. Heinz stootte zijn gias tegen het
hare. Zijn oogen kieken zijn geliefde stra
lend aan. „Tooverachtig”, zekle hij. Hij
bedoelde niet alleen haar, neen, allee bij
elkaar, ook het landschap, deze warme zon,
die door de bJaderen der veranda gouden
lichtplekken op hun tafel wierp en dót
heerlijke zoete, droomerige middaguur. En
dat ze nu „je” tegen elkaar zeiden, zoo-
ala zij het wel de laatste keeren in de
brieven gedaan hadden, maar zooals ze het
nog nooit tegen elkaar gezegd hadden.
Welk een kracht lag er in dit „je”. Daar
was opeens niet» vormelijks, niets dat
scheidde meer „je, je” de man te
gen de vrouw, de vrouw tegen den man.
Lili had haar hoed naast zich op den
bank gelegd. Haar blond haar glinsterde,
de fijne draden waren als gesponnen goud.
Bewonderend keek hy ar naar, lieflooo-
eend streek zijn hand de verwarde lokjes
terug en bleef toen rusten op haar hals.
Ziy maakte zich loe. „O, het zit slordig”,
prevelde zij. ,Jk heb don géheelen nacht
gereisd. Ik moet rufar binnen gaan, my
een beetje opknappen/'^
„Ik ga mee!" Hij sprong op.
„Neen,' neen!” Zü weende hem angstig
af. Toen liep zy’ het huis binnen.
Hij wachtte, de armen over de borst ge
kruist, tegen de bank geleund, met ïijn
gelukkige oogen droomerig in de zonnige
lucht kijkend. Wat hij in doorwaakte nach
ten verlangd had en dat wat hem niet ver
laten had, zelfs op zijn vluchten niet, hem
aelfs misschien daar niet duidelijk bewust
was geworden: alle helfdhaftigheid, alle
overwiinningen bewogen zich slechts om
haar dat was er nu. En het was vreemd,
h(j koesterde in het geheel niet den wensch
véél te spreken, veel te vragen, veel te
hooren het grootste geluk maakt zwijg
zaam hij wilde haar slechts aankijken,
steeds aankyken, zich geheel verdiepen in
ddt geliefde gelaat. Ongeduldig wachtte
Mi; hü wikte haar aanblik ook niet voor
enkele minuten miasen. Toen zy kwam,
zag zij or frisch en knel uit en haar haai
mat glad. Zij glimlachte over zijn onge
duld. Maar had zy zichzelf ook niet zoo
gehaast, flat haar handen verkeerd had
den gestaan?
„Ik kan je niet genoeg aankijken", zei
hy zacht. Ze ging naast hem zitten. Zü
omsloot met beide handen zijn gebruinde
hand, die op de tafel la*. Zy wendden het
gelaat naar elkaar toe; zy keken elkaar
diep in de oogen. „Heb je mij kef?” vroeg
zijn blik, en de hare antwoordde: „Einde
loos.”
De waardin bracht een telegram. Lili
opende het. „Van ‘Amnemarie!” „Ben ziek,
kan helaas niet komen. Harteiyk gegroet
Q, aoo Annesnarie! Een schaduw gleed over
Lili's gelaat. Opeens was de werkelijkheid
daar weer. Hoe had zy nu toch kunnen
vergeten, dat Amnemarie niet gekomen
was. Zy zouden elkaar hier in het reetau-
«W*t, zoo niet al aan het station, gevonden
twftben. Plotseling overviel haar iets en
maakte haar schuw. Zy keek den geliefde
niet meer zoo diep in de oogen, met neer-
jrsusoei
!B.
Janskerk. Openbare ver-
de Chr. Oranje-vereeni-*
tanden door de
■longroises
*r verkrijging eener flink
i, ƒ3.-.
TCREME geeft een fl*
1.20.
Mij. SANITAS
j Tiendeweg 10.
Korte Hoogstraat 37.
delstraat 87.
terstraat 0. 299 8
geslagen oogleden zeide zy: „Ik maak me
ongerust Annemarie zal toch niet ernstig
141 dAama vroeg ze: „Hoe lang
„Tot morgen. Tot morgen vroeg.”
4) God!”
Hy hoorde slechts haar schrik, dat zij
zoo apoedig weer zouden moeten scheiden.
En toch wm er nog een andere schrik bij.
Haar neergeslagen oogleden trilden. Een
diepe Hos bedekte baar wangen.
'HlÜ legde zyn arm om haar heen en trok
haar weer dichter naar zich toe. „Laat ons
niet vooruitdenken”, smeekte hij. „Ik denk
er aiet aan, wü er niet aan denken.” Zyn
gelaat dat ernstig was geworden, straalde
weer vrooiyk. „Denk jy er ook niet aan.
Laat ons van het ©ogenblik gemeten; men
teert dat in «ten oorlog. Denk met aan het
geen zal komen, denk slechte aan hetgeen
er ia.”
.J*, ja”, zakte zy. Maar toen hij haar
amiger tegen zich aantrok, weerde zy hem
af. ,Je hebt nog in het geheel niet naar
thuis gevraagd.” Ze zei het verwijtend.
„Al» je moeder dat vtetl Zij houdt zooveel
van je!”
Hij lachte: „Die maakt er mij geen vag-
wyt van. Daarvoor is zij veel te veel moe
der. En zy was toch ook eens jong. Zij
weet het: jy eerst!”
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels ƒ2.05, elke regel meer ƒ0.50.
Op de voorpagina 50 hoogjer.
34) i
Een toean kwam, met donderend geweld
den tunnel uit. Ternauwernood stond hij
atü, of er sprong al iemand uit een
kreet een op-haar-toe-stormen. Er be
stond geen bedenken, geen terughouden
met een zalig „Eindelijk!” lag zij aan
zyn bonst. Wfereld en menschen waren
vergeten, eenige minuten blééf zyn mond
op de hare rusten.
Hoe teeder begroette de jonge officier
ey'n jeugdige vrouw! Menig oog uit den
trein was op hen gericht. Zij merkten het
«et, ook niet, dait de beambte aan de con
trole even grinnikte. Vroeger in vredes
tijd waren hier veel jonggetrouwden door-
pekomen; hij was er van op de hoogte.
Als in een droom liep Lili naast Heinz.
Ws hy het nog wel? Hy was zooveel
breeder geworden, zooveel mannelijker.
Zijn gfelaat zoo energiek, ouder; maar
oogen, zyn lieve, blauwe oogen, die
terhten zoo jeugdig. Hy had' zijn arm
^°°r den hare gestoken en drukte dien
tegen zich aan; zy voelde het klop-
P*» in zyn boiwt. „Heb ik je, heb ik je
«ndelük!”
gaat. Waar een andere, goede oplossing niet
vpor de hand ligt, schynt het verre van ón
mogelijk, dat wü het Kabinet zullen terug
zien, zij ’t dan zonder minister Pop.
Of zyn de heeren werkelyk regeerens-
moede? En zal de Premier, wiens Grond
wetsherziening een anti-Roomsche beweging
in het leven heeft geroepen als in lange ja-
ren in ons land niet gekend is, deze gelegen
heid aangrypen, om een goed heenkomen te
zoeken
Men zal er over weinige dagen wel meer
van hooren. Voorloopig ligt de. coalitie aan
stukken; zal zjj te krammen zün?
Bur“a: M,rlrt GOüDA’
lADS»En30PI!kJS: Uil G°Uda omBtrei™ (behooreade tot dm bmorgkrlag)
1-6 regel, ƒ130, elke regel neer 0.26. Vm buiten Gouda en dm b«,orgkring:
1-6 regel, ƒ1.66, elke regel meer (MO. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20
bijslag op den prys. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prys.
Zy liepen lungzaam. Nu niet haasten,
het wns zoo heeriyk zoo. Zy hadden nog
niet veel gesprokén. ,^y is nog mooier,
nog liever, dan ik mjj haar herinnerde”,
dacht de man. Zy<n oogen konden zich niet
van haar losrukken, begeerig namen ze
haar mooi beeld in zich op; nooit, nooit,
zou hij genoeg van dien aanblik kunnen
krygien.
Lili Hoosde onder zün blik. „Kük mü
niet aldoor zoo aan, Heinz”, vroeg ze
zacht.
Waarom niet?” Er klonk iets overmoe
digs in zijn toon, iets van de vreugde van
den overwinnaar. Zyn oogen schitterden.
Hy drukte haar arm nog vaster, haar ge
stalte gaf mee, zy gingen zoo dicht naast
elkaar, dat zy ais één schenen te loopen.
Boven hen wierpen de boomen hun scha
duw. Rechte en links waren villa’s met
goedverzorgde tuinen de moderne stad.
Maar nu kwamen de oude poort en de
straatjes en steegjes, berg op, berg af,
huizen met erkers en in lood gevatte rui
ten, alles zoo oud, reeds eeuwen oud, maar
zoo sprookjesachtig, in het geheel niet als
de wenkelykheflid. Een overstrooonende
vreugde greep hen beiden aan. Waar wa
ren zy dan toch? In de sprookjeswereld?
En wie waren zy? Zaligen,"meer dan za
ligen, die niets wisten van hetgeen de tyd
nu bracht.
„Luister”, zei Lili en lachte byna over
moedig, „laat ons wijn drinken. Ik heb
zoo’n dorst". Zy had anders nooit naar
wijn verlangd, maar hier lag het in dé
lucht, hier aan dm voet der wijnbergen
lekte het tot een hemelschen roes.
TWEEDE KAMER.
Om de Zondagswet. De nieuwe Dienst
plichtwet, Kabinetscrisis?
Het nieuwe artikel 7 van de Grondbelas-
ig, dat dienst doet als middel om Minister
Vries te behouden, was bü de Kamer in
bomen. Het is een unicum, dat iets der-
jks wordt gepoogd; het artikel op zich
zelf is ook een unicum. Het was daarom,
dat de heer Marchant, toen de Voorzitter
voorstelde het ontwerp van de Grondbelas
ting weer op de agenda te plaatsen, in over
weging gaf het nieuwe artikel naar de af-
deelingen te zenden. Maar natuurlyk was
dat niet naar den zin der rechterzüde, die
het voorstel met behulp van de sociaal
democraten, die, onbegrypelük, tegen het
voorstel waren verwierp. Het ontwerp
zou dan na de Zondagswet moetenkomen.
Laten we het dan vóór de Zondagswet zet
ten, meende de heer Marchant. Het schijnt
echter, dat de rechterzyde byzonder gen
brand is op dit ontwerp. Het is urgenter
dan iets anders. Alleen de pensioenwetten
voor de militairen achtte de heer Duymaer
van Twist nog iets urgenter. Diverse voor
stellen om ontwerpen vóór de Zondagswet
te plaatsen, werden rechts tegen links be
handeld. De Zondagswet komt dus no. 3 na
de Dienstplichtwet. Maar of de Kamer er
aan toe zal komen, is een gansch andere
vraag na de crisis, die het ontwerp-Dienst-
plichtwet van minister Pop heeft in het
leven geroepen.
Vertellen we eerst het verder verloop van
de behandeling van dit belangrüke wrtsont-
werp.
Een niet onbelangryke beslissing is ge
vallen door de aanneming van de motie-
Drion, waarin een wettelyke regeling wordt
gevraagd om tegemoet te komen aan hen,
die gemoedsbezwaren hebben tegen het dra
gen van wapens. De heer K. ter Laan wilde
dit punt even in een artikel in deze wet
vastleggen, hetgeen natuurlyk niet moge-
lijk is.
De Minister had g.een bezwaar tegen een
positieve vermelding in de wet, dat de Vrij
willige Landstorm de leiding zal hebben van
de Vooroefeningen. Het is zyn bedoeling,
dat dit zóó zou worden geregeld, maar in
de wet stond dit niet aangegeven. Thans is
een amendement-Duymaer van Twist aan
genomen, waardoor dit in de wet uitdrukke-
lyk wordt bepaald.
Evenmin had de Minister bezwaar tegen
afschaffing van de speciale commissies, die
de Vrüstellingen zullen regelen. Dejje aan
gelegenheid blyft dus by de Gedeputeerde
Staten. Het desbetreffende amendement-
Drion werd aangenomen.
De brandende kwestie uit dit ontwerp
was gelegen in artikel 27, waarin het contin
gent wordt vastgesteld en de indeeling der
kern- en reservetroepen wordt aangegeven.
Hier was dus by aan de orde de vraag of er
een éénheidsleger zal zyn dan wel een ge-
veel plaatsen de brandweer bijna geheel uit
gerust met motorfietsen; op het duo'-bonkje
zit een tweede brandweerman en de züspan-
wagen is ingericht voor het vervoer van
bluschapparaten. Het stelsel l(jkt ons voor
den Haag büzonder doeltrefwnd, vooral om
dat de stalling van een dergelüke brand
spuit geen afzonderlijke garage vereischt.
Brandweer en snelheid zün nu eenmaal be
grippen die onafscheidelük moeten zün «n
het ligt dus voor de hand dat men by de
keuze van vervoermiddelen naar diegene
omziet welke het snelst zün. De motor komt
dan wel het eerst in aanmerking. We on
dervinden van dat instrument in de straten
der steden zooveel onaangenaams, dat het
voor de reputatie van deze moderne machi
ne niet kwaad zou zün wanneer zü eens
dienstbaar werd gemaakt aan een nuttig
werk. Men ziet hier tegenwoordig ook vele
z.g. bakfietsen die thans door een motor-
wiel worden voortbewogen. Misschien is dit
systeem ook iets voor het klein-materiaal
van de brandweer waarvoor de voornaamste
eisch is dat het er snel is.
In den gemeenteraad is aoo goed als geen
verzet gerezen tegen de reorganisatie-plan-
nen. Wat er tegen aangevoerd werd betrof
niet den technischen dienst maar wel de
personeelsbelangen. Het personeel, zal het
niet gemakkelyk meer hebben maar thans
z(jn tüd vruchtbaar moeten maken. Dat is
uit een algemeen maatschappelijk oogpunt
ook nuttig en noodig. HAGENAAR.
BINNENLAND.
De begroeting verworpen.
God. Staten van Zuid-Holland hadden er
meermalen bü den Raad van Katwyk op
aangedrongen, de salarissen van burgemees
ter, secretaris en gemeente-ontvanger te
verhoogen.
In de Raadsvergadering was ten 3en male
een schrüvan van Ged. Staten ontvangen,
om op verhooging aan te dringen, daar zy
anders de begroeting niet zouden goedkeu
ren. B. en W. voldeden hieraan en dienden
een verhoogde begrooting in. De Raad ech
ter besloot, hoewel het slechts een bedrag
van 6500 gold, de begrooting niet goed
te keuren op grond dat anders de Raad
geen zeggenschap meer zou hebben over de
gemeentegelden. Alleen de wethouders
stemden voor de begrooting.
Vermindering belastingdruk.
Het bestuur van de Vereeniglng tot be
vordering van vermindering van gemeente-
lÜken belastingdruk te Utrecht ontwikkelt
in een adres aan Gedeputeerde Staten be
zwaren tegen het raadsbesluit, dat de ge
meente Utrecht ten behoeve van de Veree-
niging tot het houden van Jaarbeurzen in
Nederland borg zal blüven voor een bedrag
van ten hoogste ƒ600.000, waarvoor even
tueel als garantie zal dienen een tweede
hypothecaire inschrijving op het onroerend
goed van die vereeniging. Het verzoekt aan
Gedeputeenie Stoten, het daarheen te lel
den dat een deskundige commissie worde
benoemd, om de levensvatbaarheid van de
Jaarbeurzen eens ernstig te onderzoeken,
of, zoo dit niet mogelyk of wenseheltyk
wordt geacht, hun goedkeuring aan bedoeld
raadsbesluit te onthouden.
deelteiyk geheel-geoefend leger, met daar
achter een groep reserve-troepen. De anti-
revoiutionnairen en Chnsteiyk-nistorischen
hebben zich al dadelijk tegen deze splitsing
verzet, omdat zy een grooter leger willen,
dat in zyn geheel paraat is. Zü wenschten
dus de splitsing te laten vallen en ais tege
moetkoming wilden zy den oefeningstyd op
vijf maanden terugbrengen
De Minister heelt het onvoldoende ge
acht; wanneer hy daarbü bleef, waren de
voorstellers van het amendement bereid den
oefeningstüd op zes maanden te stellen. He.
stelsel van den Minister was volgens den
heer de Monté Verloren, die de Verdediger
was van het amendement, het stelsel van
de „gewilde niet-gereedheidV’. Hy wees de
verantwoordelykheid voor dit stelsel af. Het
leger moet naar hun meening geheel paraat
zyn als de nood aan den man komt.
De Minister verklaarde het amendement
onaannemelijk. De Minister kon ntet anders
en de Regeering heeft haar leven aan het
voorstel van den Minister gebonden.
De discussie over dit voorstel, door
heeren de Monté Verloren, Schokking
Duymaer van Twist verdedig,.’.,
haling van hetgeen by’ de algemeene
schouwingen is gezegd. De Minister acht
maanden oefening te kort en uitbreiding
het leger te duur. Zyn stelsel is voldoende
en overeenkomstig de krachten van
beurs.
Pop’s „onaannemelyk” heeft echter niet
gebaat. De heer de Monté Verloren,
onderteekenaar van het amendement
het eenheidsleger, een der bekwaamste en
tevens bezadigde anti-revolutionnairen
heeft het amendement gehandhaafd, on
danks het meest gevreesde woord van ach
ter de Regeeringstafel. Van dat oogenblik
af was het lot van de wet beslist. Stemmen
voor een onaannemelük verklaard amende
ment, beteekende, dat de beide protes -
tantsche groepen van de coalitie voor de po
litieke gevolgen, welke de aanneming van
zulk een amendement zou kunnen hebben,
niet meer terugdeinsden. Daarmee waren zy
genoodzaakt met de meest anti-militaristi-
sche groepen tezamen het ontwerp en zyn
voorsteller ten val te brengen.
En deze gelegenheid deed zich terstond
na verwerping van het amendement voor,
toen de socialisten stemming vroegen over
het regeeririgsartikel 27, waaraan anti-revo-
lutionnairen en christelyk-historischen toen
hun stem onthielden met de antimilitaristen
van Links. Zoo werd het kern-artikel van
Pop’s wet afgestemd, waarna de Minis
ter van Oorlog „namens de Regeering”
schorsing van de beraadslagingen over de
wet vroeg en verkreeg.
Dus: crisis aan Oorlog. De zoo
veel ste!
En misschien nog erger, misschien Ka
binetscrisis.
tig leden van de regeerings-vü’ftig
de Regeering op een zeer gewichtig
punt van regeeringsbeleid na rijpe overwe-
ging den voet dwars gezet. En het Kabinet 1
heeft reeds tüd voor beraad gevraagd, zoo- j
dat de Kamer uiteen is gegaan. Vraagt het
Ministerie-Ruys aan de Kroon ontslag i
hetgeen waarschynlyk lükt dan is daar-
mee nog allerminst gezegd, dat het heen-
BR1EVEN UIT DE HOFSTAD.
DLXI.
Een viertal padvinders is elk tot vüf en
twintig gulden boete veroordeeld wegens
het vuurtje stoken. Eenigen tüd gelden heb
ben wy op het hinderlüke en gevaarlyke
van deze liefhebbery’ gewezen en het doet
ons genoegen dat eindelek eens is ingegre
pen en dat er een voorbeeld is gesteld. Mis
schien zal het dan nu wel met deze aardig
heid zün gedaan. We memoreeren deze uit
spraak van den rechter omdat hier inder
daad een ander gevaar mee wordt afge
wend, het gevaar dat door het voortdurende
gezeur van de natuurschoon-beschermers
de overheid er toe zou overgaan om het pu
bliek den toegang tot de duinen te verbie
den. En we weten dat als zoo’n verbod is
uitgevaardigd het een langen tüd duurt eer
het weer wordt ingetrokken.
Het bad-seizoen op Scheveningen is
terdag geopend. De weersgesteldheid
niet by’ster aaniokkelyk en de eerste dagen
is de^bad-lust niet groot geweest. Het lükt
de laatste jaren wel of de zomer niet meer
wil komen, de grijze luchten overheerschen
bijna voortdurend en voor een badplaats is
een heldere lucht en een flinke zomerwarm
te een eerste eisch. Onverwoestbaar schünt
echter telken jare het vertrouwen dat het
nu wel beter zal gaan en dat een goede zo
mer eindelük eens goede uitkomsten van
het bedrüf zal brengen. Sinds 1913 is het
feitelyk al misère op Scheveningen en men
kan begrypen hoe daardoor de zaken ach
teruit gegaan zyn. Met het nieuwe stelsel
op het badterrein en het openen van de ge
legenheid voor zonnebaden hoopt men de
drukte 1 aan het strand te vergrooten. Men
zal de resultaten er van moeten af wachten,
want in dat opzicht is het publiek grillig in
zyn wenschen en verlangens. Het kan best
zyn dar deze verandering aan niemand be
valt en dat er eer minder dan meer baden
worden gebruikt. Een zonderlinge bepaling
is thans dat men tegen betaling van een
kwartje op het afgezette bad-terrein toe
gang kan krijgen. Waar dit voor noodig is,
is niet recht duidelük. De afzetting van het
terrein is juist begonnen om het publiek op
een afstand te houden. Maakt men er nu
een kijkspel van tegen entree Het zal wel
een eenigszins zonderlingen indruk maken,
dat men thans geld tracht te kloppen uit
het publiek, dat eerst op een afstand werd
gehouden.
Er is overigens van dit jaar op Scheve
ningen geen enkele nieuwe attractie. Het is
eenerzyds wel te begrijpen /lat men niets
nieuws dat altüd veel geld kost aan
durft, maar anderzüds is het dringend noo
dig dat er eens wat anders komt. Het is
weer muziek in het Kurhaus, luchthappen
op de Pier, sorbets-drinken in de cafétjes
met strükjes. Straks in de Cabaret-Artis-
tique wat voordrachten en in Seinpost wat
vermaak en dat is dan al. Van een moderne,
mondaine badplaats heeft Scheveningen
niet veel meer. Trouwens het echte mondai
ne heeft nimmer de verhand gehad. Daar
voor ligt deze badplaats niet geïsoleerd ge
noeg en te dicht bü een grootestad, die ge
regeld een te groote hoeveelheid gewone
menschen naar het strand zendt. Zomers-
avonds byvoorbeeld mag het büzonder druk
zyn op de boulevard, het is er geen chique
en geen mondain verkeer. Veel te groot is
het percentage opgeprikte burgermeisjes
en dito jongens, die buiten het zomerseizoen
in de Spuistraat en Vlamingstraat ple
gen te flaneeren, maar nu wat verder van
huis gaan en den boulevard bezoeken, het
geen uit hygiënisch oogpunt wel zoo goed
is. Of echter de nabijheid van het duinen
territorium wel goed is voor de gemoedsrust
van vele dier jongelieden, is aan twüfel on
derhevig.
Er is één tydstip in de week waarop het
aan het Scheveningsche bad-strand aardig
en gezellig is. Dat is n.l. Zondagsmorgens.
Dan is het er nog niet druk, dan is een ze
ker soort publiek nog niet gearriveerd en
dan heerscht er nog een weldadige rust. Op
de Pier is het een matige drukte en het pu
bliek dat er is, is van het goede slag. De
groote massa komt pas na den middag. Dan
verschünt ook het dagjes-publiek dat per
wagon van de Hollandsche en Staatsspoor
wordt aangevoerd.
Het grootste deel van het klein-burger-
lyk publiek gebruikt thuis vroeg het mid
dagmaal en trekt daarna naar Schevenin
gen. De onontbeerlüke city-bag ligt in den
sportwagen en verbergt schatten van bo
terhammen en melk. Als je Zondagsavonds
tusschen zes en zeven uur door de duinen
gaat, lükt het er één groote pic-nic. Ieder
gezin heeft zyn kuil gevonden en is vreed
zaam aan het verorberen van al hetgeen in
de befaamde city-bag is meegevoerd. Vanaf
den boulevard gezien, lykt het duin één
groote mierenhoop, waarover de kinderen
als mieren kruipen.
Een byzondere fraaie illustratie van het
duin is het niet, maar het hoort er nu een
maal bü-
De reorganisatie van de brandweer heeft
haar beslag gekregen. De hoofdcommissaris
van politie is aangewezen als commandant
en het ly'dt geen twyfel of hü zal deze zaak
krachtig aanpakken. Van één ding heeft
men intusschen afgezien. Het was aanvan-
kelük de bedoeling by particulieren in huis
brandbluschmiddelen te stationeeren en <le
politie van z.g. haspelwagens te voorzien.
Hiervan zal nu voorloopig niets komen. Men
begrypt dat dergelüke verdeeling van het
materiaal zeer het dilettantisme in de
brandweer zou bevorderen en het is vroeger
juist altüd het streven geweest om dit er
uit te verwyderen omdat dit gebleken was
maar van den wal in de sloot te helpen.
Misschien komt men nog wel eens zoover
dat men rüwielen of motoren gereed maakt
met klein-materiaal. Volgens sommige me
dedeelingen in de bladen is in Amerika op