60e Jaargang.
Zaterdag 27 Augustus 1921.
t iuimii
liming II
n Tafels, stoelen,
en, leer ameuble-
iblementen, Club-
•tij wollen dekena
19.50 de zes. Com-
eublementen ƒ98.
JE KOOPJES.
Ib., - bovenhuis,
bij de Schiekade,
1DAM.
No. 14710
PER.
AR
MODEPRAATJE.
FEUILLETON.
efsch Blad
lishouding.
oor
i door
SPAARMAN.
2ST3.eu.-ws-exx ^.d.wextexxtïe'bla.d. w©ox GrOTzd.sc Oxxxstzels.9xx.
K-, NIER-
EKTEiï.
DE PRIMADONNA.
Arbeidsduur en Arbeidsloon.
MADDY BRAND.
KERKNIEUWS.
HAGENAAR.
fr. p. post 1
Mevr.
abonnementen ep
IDA.
zeker natuurlijk met ge-
Wordt vervolgd.)
n en wenken
gfebied, die elke
■esseeren.
1 SEPT.
VERHAAL
35)
Hy
w Daniil Jearveurt-
Afc. Nedert.
ich abonneeren bij
bij de Uitgevers
ZOON, GOUDA.
al is
3 van
JRAK.
abonnementen op
igenomen door
SRT. Goederak.
3826 40
aparts.
•TELLING.
BIEMANS.
wordt ingelicht en i
krijgt dat in Nederh
Aehterkade 253.
G0IDSCHE COURANT.
Redactie: Tdef. In Ure. 545. Boran: MARKT 31, GOUDA. Administratie: TelnT. Intve. U.
>c «middelen.
fdoend middel te-
ƒ1.75, ®b. ƒ9.50
del niet gebruikt
tie onvermydeljjk
wen-
kark
tergar-
id kunt
komen,
misschiei
hierdoor
zullen vestii
jrdr-
Uit het Duitsch. van Olga Wohlbruch,
met autorisatie vertaald door
J. P. WESSELENK—v. ROSSUM.
(Nadruk verboden.)
ENG, tegen nier-
wteen-gruie) pei
.50.
nik van Uw Re-
mij een heel an-
teg intreedt en al win-
it heel dikwijls volgt
een buitengewoon
dan Als ge dan
i zomerdroo-
hebt gewijd
i... dan kijkt ge
koyd wordt, uw
na, maar vindt
en warm en
ding en nauwe officiersmouwen, wipte over
de leuning naar beneden in het orchegt. Hjj
was buitengewoon handig, dirigeerde met
een coquet opgeheven pink en beschouwde
de soubrette van elk theater ala zijn onbe
twistbaar eigendom. Hij gaf voorstellingen,
die als kunst nooit ernstig opgevat konden
worden alles was slechts half bestudeerd
en het meeste slordig gespeeld. Maar hy
had elegance en kon een aardige wals doen
•pelen. Zijn lievelingsopera was de Faurt
van Gounod.
Karla stond midden op het reusachtige
tooneel en sloeg de handen ineen. Ze dacht
er aan, hoe Alwin gezegd had:
„Ga naar bed, jongen.er komt nieta be
ters meer.”
Of de man daarginds met de verbeten
trekken en het ruwe, grijze haar om den
grooten schedel het ook zoo bedoeld had
Ze glimlachte droomerig, zou den gevrees
de graag een goed woordje toegeroepen heb
ben, want hij stumperde zoo haastig, zoo
onhandig met zyn mantel, die van zijn
schouders dreigde af te glijden.
Karla viel bijzonder in den smaak. Ze was
zoo heel anders dan de diva’s, die hun in
den loop der laatste tien jaren waren voor
gezet. Haar onaangetaschte frischheid, haar
eenvoud, de warme, natuurlijke voordracht
van haar schoone stem oefenden een onbe
schrijfelijke bekoring uit op deze werkende
menschen, die gewoon waren aan de kunst
grepen der virtuositeit. Het ongehoorde,
nog nooit geschiede had plaats: dat het pu
bliek na het einde der voorstelling bleef
zitten en nogmaals de Agathe-aria wilde
hooren.
een arbeidswet^ersluiks een minimum-loon-
wet gemaakt.
Het wil ons voorkomen, dat dit een on
toelaatbare machtsoverschrijding is.”
Met groote belangstelling zal des minis
ters antwoord worden tegemoet gezien.
blaasziekten,
druppelsgewijze
2.25, 6 b. 12.50
thans in grootere
oeger, terwijl het
>1 ia
ihalingep werden
or de gebruikers
delen.
e bus de naam:
IPORT COMP,,
Paatbua 101.
Apothekers on
gelieve men zich
HE IMP. COMP.
3756 44
aandacht.
Deze arbeidsinspectie beroept zich op art.
28 le lid der Arbeidswet, waarin staat dat
vergunningen tot overwerk voorwaardelijk
of onvoorwaardelijk kunnen worden ver
leend.
De interpretatie van dit artikel is voor
den heer Van Dijk aanleiding geworden totj
verschillende vragen aan den Minister van
Arbeid, waarvan de laatste het cardinale
punt waarom het hier gaat, betreft. Deze
vraag is aldus geformuleerd: „Zou de Mi
nister bereid zijn mede te deelen óp grond
van welk artikel der Arbeidswet c.q. van
eenige andere wet,Kon. besluit of lalgemee-
nen maatregel van bestuur die beslissing
gegrond is.”
In de Nieuwe Courant van 12 A^ril j.L is
er terecht op gewezen dat een zoodanigen
uitleg van dit artikel niet strookt met den
geest der wet. Het blad schreef toen:
„Z. Exc. zou dan bij overwerkvergunnin-
gen aan den ondernemer A. b.v. de voor
waarde kunnen stellen, dat hij zidh al dan
niet bij een bepaalde werkgevers-orjganisatie
moet (mag) aansluiten, aan den ondernemer
B„ dat deze een behoorlijk pensioenfonds
voor zijn arbeiders instelt, aan den onder
nemer C., dat hij zijn producten niet mag
uitvoeren e. d. m. We geven deze yoorbeel-
den, waarvan ieder de ongerijmdheid zal
erkennen, om aan te toonen, dat de wette
lijke mogelijkheid, om, voorwaardellyk over-
werkvergunning te verleenen, geenjszins in
sluit, dat de opgelegde voorwaarden naar
haar aard aan geen enkele beperking zijn
onderworpen en door den minister volkomen
naar willekeur kunnen worden vastgesteld.
Welke is dan deze beperking, door welke
de voorwaarden, ook zonder dat dit in het
artikel uitdrukkelijk vermeld wordt, uitste
kend zijn begrensd?
Geen andere, dan die, welke uit de strek
king der wet voortvloeit en deze strekking
is omschreven en bepaald in den considerans
der wet, luidende: „tot beperking van den
arbeidsduur in het algemeen en tot het te
gengaan van gevaarlijken arbeid van jeug
dige personen en van vrouwen.”
Voldoet nu een beding, als het boven
vermelde aan dezen eisch? vraagt het blad.
In geenen deele! De strekking van deze
voorwaarde is het behoeft geen betoog
noch het beperken van den arbeidsduur,
noch het tegengaan van gevaarlijken arbeid
van jeugdige personen en van vrouwen, doch
het op een, door den minister gekozen peil
brengen of houden der loonen.
Aldus wordt een wet, betreffende den ar
beidsduur langs een omweg vervormd tot
wet betreffende het arbeidsloon van
Drukkerij
IOON - GOUDA.
werkzaamheid bij John Russel slechts uit
een gevulden handkoffer. Hoe hij ook in
zijn beroep opging, lichamelijk scheen
hij steeds op het punt van vertrek te zijn.
Zelfs geen schriftelijk verdrag had hij wil
len maken. De hand en „zoolang hij er
zin in had!” Dit ook gaf hem zijn gevoel
van macht tegenover John Russel. Hij gaf
niets om uiterlijk afstand bewaren. Ónder
de reis nam hij meestal plaats bij de cho-
risten en gaf boosaardige, ruwe grappen
ten beste. Op vrije avonden zat hij tot diep
in den nacht voor telkens vernieuwde riet
jes, waardoor hij de sterkste en>. gewaagd
ste ijskoude mengsels opzoog. Niemand
kende zijn waren naam, en zijn aangenomen
naam had nog haast niemand onthouden.
Zelfs John Russel niet. Hij was eenvou
dig de kapelmeester en toen Mad. Nordeni
hem eens voor de grap „Kapelle” noemde,
behield hij dien bijnaam. De tweede diri
gent, die onder hem stond, was de „Kapel
meester”, hy was „Kapelle” voor het or
chest, de solisten en het koor. Een pas ge-
engageerde zanger zei, toen hij voor het
eerst over hem sprak: .Mijnheer de Kapel
meester Kapelle...”
Ook op het theaterbriefje bleef zijn ano
nimiteit bewaard: ,De eerste dirigent diri
geert”. John Russel hield min of meer van
romantiek. Er was altijd iets uit te slaan.
Overigens had Kapelle een hekel aan Mad.
Nordeni, omdat ze hem altijd op haar hoog
moedige manier aankeek als ze te laat be
gon te zingen. Maar hij moest haar ontzien
wegens haar op zulke reizen zeer te waar-
deeren routine. Hij stelde zich tevredeh met
een paar maatstokken te breken bij het
slaan tegen den lessenaar. In de pauze ren
de hij naar de kleedkamer: ,Ik worg je
nog...” Hij schold op gemeene wijze terwijl
zij zich nog poeierde of rood op haar lip-
wij geregeld Wdig
ontvangen van v«r-
i, vermakelijkheden,
agenda te vermelden.
Niets is waard om voor te leven
als de Liefde van God en de vreugde
die uit te drukken in al uw betrek
kingen met uw medemenschen.
R. J. CAMPBELL.
pen legde.
Om hem te verzoenen zond ze hem den
volgenden morgen een paar flesschen wijn.
Dan kwam hij wankelend, met glazige
oogen op de repetitie en ze hoonde hem:
„Een m ooien kapelmeester hebben we!”
Maar als hij eerst weer op zijn bankje
zat en den maatstok ophief, dan vergat ze
te lachen. Niet de minste beving zijn
arm was als van ijzer! Hij maakte geen ver
schil tusschen repetitie en uitvoering. Hij
gaf zich altijd geheel!
jAla hjj het drinken wou laten, zou ik
hem tot eersten dirigent der wereld maken”
zei John Russel.
Maar die woorden maakten weinig indruk
op Kapelle. Misschien wel juist andersom,
dan de bedoeling was.
Kapelle vond wat beters op den bodem
van zijn glas, dan dé grootste roem hem
schenken kon: hij vond vergetelheid. Want
zelfs voor den prijs van allerhoogsten roem
zou hij den bodem van Europa niet weer
betreden hebben.
Maar dat behoefde hij de menschen niet
aan den neus te hangen. Dat ging hen niets
aan... heelemaal niets...!
Karla beefde voor het oogenblik, dat ze
voor de eerste maal op de repetitie voor zijn
mant «tok zou staan. Marietta had haar me*
gebaren de vreeselijkste dingen verteld.
Monsieur Kapelle was een home terrible!
Zeker had hij een moord op zijn geweten...
zeker had hij une pauvre femme geworgd!
En had moeten vluchten voor den arm der
wet... „Oh..., le méchant hommel”
Dat was altijd het slot. Karla had haar
man verzocht, een beetje op goeden voet
met hem te komen. Maar hij had gezegd:
„Dan zou ik urenlang met hem moeten
drinken, kindlief... Je weet, dat ik dat niet
verdraag. Overigens houd ik hem voor za-
Capes.
Misschien zult ge »r om lachen, als ik U
zeg, dat ge verstandig doet,, do or vast aan
Uw kleeren voor de herfst te gaan denken;
en toch is dat heusch de verstandigste raad,
die ik u op het oogenblik geven kan. Ik weet
wel, dat het zonnetje ons dit seizoen doet
denken, dat de zomer eeuwig duurt, maar
heusch, als ge nog niet aan de herfst wilt
denken, denkt dan tenminste vast eens aan
uw herfstgarderobe. Want het kan heel goed
was trotscher op zijn maag, dan op
zijn stem. John Russel die een verren
blik had dacht er over hem voor een
Variété te gebruiken, als hij eens zijn stem
verloor.
De geniaalste van het gezelschap was
ongetwijfeld de eerste kapelmeester, een
man, die om de een of andere duistere ge
schiedenis naar Amerika uitgeweken was.
John Russel had hem toevallig ontdekt in
•en matrozenherberg. Hij bezat de grenze-
looze verwaandheid van hen, die niets te
rerliezen hebben en behandelde de „stars”
van het opera-gezelschap niet anders dan
vroeger zijn cafémuzikanten. Het orchest
vergoodde, het koor vreesde, de solisten
haatten hem. Hij was onkwetsbaar en on
omkoopbaar, ook dan, als hjj zich de poging
tot omkooping liet welgevallen.
Wat en wie hij in Europa had achter
gelaten, hoorde nooit iemand en zijn bezit
tingen bestonden ook na een tweejarige
Het standpunt door de Arbeidsinspectie te
Breda ingenomen ten opzichte van hare be
voegdheid om bij het verstrekken van over-
werkvergunningen daaraan bepaalde voor
waarden te verbinden, trekt zeer de
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
DLXXV1.
Op denzelfden dag Maandag den 22sten
noteerde het Kurhaus-bad zijn zeventig-
duizendsten badgast en het Volkszeebad zijn
honderdduizendsten. Deze cijfers wijzen wel^
op het groote belang dat het baden speciaal
voor den Haag krijgt Het overgroote deel
van deze baden wordt genomen door Hage- I
naars en slechts een klein getal komt aan
de tijdelijk vertoevenden. Deze cijfers zijn
nog lang niet alles en het lijdt zelfs geen
twijfel of het aantal baden dat aan het vrije
strand wordt genomen overtreft eenige ma
len deze cijfers van het officieele gedeelte.
De toeneming van het aantal baders aan
het Volkszeebad is dit jaar zeer groot. Ver
leden jaar werd in het gansche seizoen een
getal van 75 duizend behaald en thans pas
seerde een maand vóór het sluiten daarvan
reeds de 100 duizendste. Dit gedeelte van
het bad ligt in de onmiddellijke nabijheid
van de Keizerstraat. Het badgedeelte is in
drieën gedeeld: links de heerenbaden, rechts
de dames en in het midden de gemengde.
Van de afzonderlijke baden wordt zoo goed
als geen gebruik gemaakt. De heeren zijn
alleen verplicht zich in het speciaal deel
voor hen bestemd op te houden wanneer zij
niet het volledige zwempak dragen, doch al
leen het minimale zwembroekje. Dit aantal
is echter uiterst gering en het verdient over
weging het badpak verplichtend te stellen,
zoodat de heerenbaden kunnen vervallen.
Ieder bader of baadster krijgt de beschik
king over een kleedhokje. Daarvoor zijn be
stemd de vroegere koetsjes, een houten tent
met aparte hokjes en sedert kort ook twee
groote lui ven-tenten, elk voor 50 personen.
Deze tenten zijn zeer practisch en frisch:
dak- en zijwanden zijn geheel van linnen,
alleen de bodem is van hout.
De prijs van een bad is slechts 20 cents,
maar daarnaast zijn er ’s morgens en des
avonds een paai’ uur de baden kosteloos.
Men kan dan gratis van een kleedhokje ge
bruik maken.
De gelegenheid bestaat tot het huren van
een badpak, eventueel een badmuts en een
badhanddoek. Slechts eenmaal worden deze
gebruikt en onmiddellijk gaan zij dan naai
den gemeentelijken ontsmettingsdienst, die
voor de reiniging zorg draagt. Deze buiten
gewoon krasse maatregel maakt de kans op
iets wat naar besmetting zou kunnen lijken,
absoluut ónmogelijk.
Het volkszeebad staat dit jaar onder lei
ding van den technischen hoofdambtenaar
der gemeente, M. Treur. Zelden deed het
gemeentebestuur zoo’n goede keus als met
de benoeming van den heer Treur tot direct
teur van dit bad. Wel niemand is van het
leven aan zee, met de gevaren aan het ba
den verbonden, met de stroomingen en gril
len van het water zoo op de hoogte als hij.
Als organisator heeft hjj zijn sporen ver
diend en nauwelijks aan het volkszeebad ver
bonden, heeft hij dit een naam bezorgd, die
duizenden, thans reeds honderdduizend ba
ders trok. Voor die talrijke baders is dit
volkszeebad een groote zegen, vooral nu de
veiligheid er volkomen is gewaarborgd.
Het is en blijft overigens betreurenswaar-
dig stil op de badplaats. Het is wel zeker
dat dit jaar ondanks het voortreffelijke weer
een slecht jaar zal worden gemaakt. De trek
naar het buitenland is tengevolge van de
valuta zeer groot en het laat zich aanzien
dat daarin niet spoedig een verbetering zal
intreden. Het is zonderling dat de Regee-
ring nog steeds niet haar aandacht op deze
belangrijke kwestie liet vallen. Zij is vtn
levensbelang voor alles wat handel drijft.
Het eigenaardige is dat het koopend publiek
er voortdurend van profiteert, maar dat kan
op den duur niet goed gaan.
De Nijverheidstentoonstelling op Scheve-
ningen trekt aardig publiek Dit verheugt
on» omdat het doel daarvan goed is, t'
de expositie nogal beperkt ten opzichte
dat doel. Het is noodig dat het publiek no
pens de Nederlandsche nijverheid wat meer
dus mee de overtuiging
land heel wat meer wordt
geproduceerd dan men wel vermoedt.
Straks wacht ons nog een belangrijke
pluimvee-tentoonstelling en al weer doet
zich de noodzakelijkheid van een goed ten
toonstellingsgebouw gevoelen. Andermaal
moge op die noodzakelijkheid gewezen wor
den opdat het gemeentebestuur eindelijk in
ziet dat het hier een gewichtige taak heeft
te vervullen, vooral nu de trek naar den
Haag zoozeer verminderd is tengevolge van
de vlucht naar het buitenland. Juist in het
bevorderen van de gelegenheid om hier te
congresseeren ligt een middel om te trek
ken.
De kellners-staking is in den Haag lang-
zaam-aan doodgebloed. Het is haast onbe
grijpelijk dat men een dergelijke staking is
begonnen, omdat het duidelijk was dat die
niet kon slagen. Het publiek koos in deze
geen partij voor de stakers omdat het al
gemeen de overtuiging heeft juist of niet
juist dat de kellners zeer veel geld ver
dienen en men dus geen sympathie gevoelde
voor de staking. Het fooienstelsel is een el
lendig stelsel, maar het is de vraag of het
niet precies gaat bij het losse verband dat
er tusschen een café-bezoeker en een café
bestaat. En zijn uren op den dag, dat de
kellners het geweldig druk hebbenf maar dat
dan ook de uren die voor hen de winstge
vende zijn. Stelt men vaste loonen voor hen
vast, dan worden die uren juist de uren
waarin zij relatief het minste verdienen.
Misschien ligt daarom de oplossing hierin
dat de kellners een bepaald percentage krij
gen van de consumptie die zij bezorgd heb
ben. Ook dan blijft het hun belang dab zij
veel en snel werken.
Geen verband meer te maken tusschen de
verdienste en de hoeveelheid werk moet bij
dit vak tot verslechtering èn van de positie
van het personeel en van de uitoefening lei
den. Een goede kellner moge een vakman
zijn, te gemakkelijk kan ieder zijn taak spoe
dig vervullen en daardoor is het vak te los
dan dat een organisatie een krachtig ver
band kan vormen. Dit hebben de Itellners
niet goed ingezien en zij zijn daarvan het
slachtoffer geworden.
Geen fluit*pel in de kerk.
Onze bekende fluitist, de heer Cor Kwant,
was voornemens, in samenwerking met
mevrouw Kwant en den organist Van den
Hoek, een kerk-concert te geven te Drie
bergen, waar uitsluitend1 stichtelijke mu
ziek zou wonden uitgevoerd, schrijft het
„U. D.”. Hij ontving op zijn verzoek aan
kerkvoogden, daartoe de Ned. Herv. Kerk
beschikbaar te stellen het bescheid, dat
genoemde kerkvoogden afwijzend moesten
beschikken, daar gevreesd werd voor ont
stemming onder de gemeenteleden,
neer de fluit als solo-instruiment in de
gebezigd' wordt.
Weten de heeren kerkvoogden, zegt het
blad, dat de fluit ook op het ongel* voor
komt, dat de fluit bii voorkeur het instru
ment is om de stichtelijke stemming in de
muziek aan te geven, zooals uit de werken
der grootste componisten blijkt En ken
nen heeren kerkvoogden hun bijbel niet
meer? In den honderdvijftagsten Psalm
vers 4 staat o.m.: „Looft Hem met de
trommel en fluit l”
mooist De capes, die rechtdoor loopen, ik
bedoel capes, zonder apart schouderstuk,
vragen om een zeer mooie schouderlijn, daar
zy deze schitterend tot zyn recht doen ko
men, of wel onbarmhartig afteekenen, al
naarmate de schouderlijn mooi of leoiyZ iz!
Er zyn capes voor overdag en voor avonds
Die voor overdag z(jn gemaakt van de stof
fen, die ik zooeven opnoemde, terwijl avond
capes eerder van satijn of «ware zyde zyn,
hoewel men de andere soort natuuriyk ook
voor 's avonds dienst kan laten doen. E60
cape van zwart satyn voor 's avonds staat
wel schitterend. Men ziet weinig gekleurde
capes voor avond», wat anders by een
oupe-mode geregeld het geval was... mis
schien komt het nog dezen winter, in ge
kleurd fluweel bijvoorbeeld. Er i» nog een
ander soort cape, behalve de rechtdoorloo-
pende, die de schouderlijn zoo precies »f-
LeèkOnt en wel de cape met het aparte
schouderstuk... hier kan met de schouder-
nuad nog wel eens een beetje gesmokkeld
worden en een mooiere lyn aan den senou-
der gegeven, dan men oorspronkelyk heeft.
Aan dit schouderstuk wordt de cape zelf
gerimpeld; of, wat het aardigste staat: er
aan geplisseerd. Ge kunt dit het best in een
plisseerinrichting laten doen, om het juiste
effect te krijgen. Er moet geen al te zware
stof voor genomen worden, anders valt hy
niet elegant. In zomerlaken of satyn is een
plisseer-effect in één woord schitterend. Als
ge er niet op gaat zitten en een cape is, als
men zich neerzet gemakkelyk met een kleine
elegante handbeweging op te tillen, blyft
het geplisseerde er zeer correct in. Ook kunt
ge het natuurlijk halverwege het seizoen
nog eens by laten werken.
Ik kan U zulk een cape werkelijk wel als
een practisch kleedingstuk aanraden, ten
eerete, omdat hij altijd zeer elegant staat,
en als hij uit de mode raakt altyd nog als
avondcape te dragen is, en ten tweede, om
dat het een verbazend gemakkelijk kleeding
stuk is, waar ge altijd chic mee zijt en waar
onder ge niets moois behoeft aan te trek
ken, als ge te moe zijt, om u geheel te ver-
kleeden, als ge 's middags of ’s avonds even
de stad inwilt, dan trekt ge een cape Mn,
van goede snit, die alles bedekt... en klaar
en keurig zijt ge!
zijn, dat de herfst Troep 1
terkoude brengt, want
een strenge winter op
mooie drooge zomer. En
aldoor verdiept zijt geweest in
men en geen enkele gedachte
aan het komende seizoen...
wanhopig, als het plotseling 1"
herfst- of wintergarderobe na,
gewoonlyk niets wzt geschikt
in de mode is.
Daarom zou ik nu vast beginnen om uw
herfstmantel te laten maken want de naai
sters hebben op het oogenblik ook veel meer
tijd beschikbaar, als wanneer het seizoen
eenmaal daar is en er bij elke naaister do
zijnen dames aan komen hollen, die eVen
onverstandig zyn geweest, als... de dame,
die ik op het oog had, en ook steeds in
een atmospheer van zomergedachten hebben
geleefd, zonder aan herfstkleeren te denken.
Wilt ge dus verstandig zyn, kijkt dan vast
uw winter- en herfstgarderobe na; ziet wat
er aan mankeert en, als ge nog geen groote
stukken wilt laten vervaardigen, omdat hot
u nog te vroeg Ijjkt, zoekt dan vast uit, wat
ge dezen winter weer zult dragen en laat
dat vast in een goeden staat brengen. Kijkt
alles nauwkeurig na; dit moet bijvoorbeeld
uitgestoomd of voorzichtig gewasschen wor
den. Dit kleedingstuk is hopeloos uit de
mode, maar het vermaken nog best waard.
Uit deze japon en dien rok kan een aanlig
japonnetje worden samengesteld, van twee
verschillende soorten goed, zooals men de
zen herfst en winter weer veel zal zien...
en zoo kunt ge vast plannen maken voor al
uw wintergoed. En gelooft my, hoe eerder
ge die plannen ten uitvoer brengt, hoe be
ter; ge weet niet welk een rustig idee het
is, als ge in October uw geheele wintergar-
derobe al klaar hebt en ge glimlachend
denken: „laat de winter nu maar k<
ik ben klaar om hem ite ontvangen!”
Als ge U de luxe van een herfst- en een
wintermantel kunt veroorloven, dan zyn er
nu een heel aardig soort herfstmantels, die
stellig wel van uw gading zullen zyn.
Vooreerst z(jn er capes; die aardige kle
derdracht, die in myn oog altijd één van de
elegantste is. Gewoonlyk is de cape brutaal,
slaat hij ondeugend zyn vleugels uit en klap
pert luchthartig in de wind, alsof hy ieder
een uitdaagde aanmerkingen op hem te dur
ven maken. Dan vertoont hij zich dikwijls
in de meest buitensporige gedaanten en mo
dellen en is dan ook nog met hardkleurige
zijde gevoerd, zoodat hij, met uitgespreide
vleugels werkelijk een bonte vlinder gelijk
is! Maar deze keer is zyn optreden onge
woon bescheiden... misschien meende hij,
niet ten onrechte, hierdoor het meest de
aandacht op zich te zullen vestigen... een
voud onder al die overdreven opzichtige bui
tensporige dingen! En als u myn opinie
vraagt, geloof ik, dat de cape juist door zijn
oftgekend bescheiden optreden: door het on
gewone, origineel e van iet gewoons, iets een
voudigs, iets donkers, tusschen al die schit
terende oogverblindende kleuren, voor de
herfst en winter zijn succes verzekerd heeft.
Weet ge, wat ge doen kunt, als ge wel
het prettige en het nuttige van een aparte
herfst- en wintermantel inziet, maar u de
weelde van twee zulke kleedingstukken niet
kunt veroorloven?
Dan laat ge met een koninklijk air een
herfstcape of mantel maken van een mooi
dun wolstofje, verandert hem tegen den
echten winter een klein beetje en laat hem
dan warm voeren.
Er zyn zeer veel donkerblauwe en zwarte
capes; de meeste zyn van serge, cheviot,
laken of een dunnen wolstof. Evenwel val
len de capes van niet al te dun goed het
kelyk. Zakelyke menschen hoef je niet te
vreezen.” Nooit was het Karla zoozeer op
gevallen als nu, dat Altmann nuchter was,
zoo vreeselyk nuchter.
„Ben je dan nooit een klein beetje dron
ken geweest, Ernst?”*
Alle schalksheid lag in haar blik, alle dui
veltjes van een jonge vrouwenziel, die in
haar man een speelkameraad wil opwek-
„Nee, Karla... nooit 1”
„Ja, maar... waarom? Het is toch zoo
leuk, een keertje.’
„Er is zooveel leuk, wat men later moet
afboeten. En niets is gevaarlijker, dan de
macht over zichzelf te verliezen..."
„En je hebt nooit de macht over jezelf
verloren, Ernst... nooit?”
Byna klonk er iets van spyt in haar stem.
In San Francisco had ze haar eerste re
petitie met orchest, als Agathe. Na haar
aria deed Kapelle het orchest zwijgen.
„Hoort u eens... wilt u dat... ik bedoel
voor my wilt u dat nog eens zingen...
mjj voorzingen?”
De brommige heesche stem klonk bijna
schuw en smeekend.
Ze knikte. Het hart klopte haar in de
keel. Nooit had iemand zoo naar haar ge
luisterd. Nooit... Alwin Maurer misschien,
maar wat had die er voor verstand van?
Ze zong mooier, plechtiger nog dan de eer
ste maal, welluidend, glijdend, gemakke-
Ijjk. Toen ze geëindigd had, klopte hy weer
af en legde den maatstok neer.
,JZoo, dames en heeren, de rest neemt
voor vandaag collega Schüdlowski dan wel
over.”
„Zeker,
noegen.”
Kapelmeester Schadowski een hoogst
elegante Oostenrijker, met scheeve schei-