I
EN
aiming II
1
II
ll
60e Jaargang.
Zaterdag 1 October 1921.
No. 14740
ril
1
EERSTE BLAD.
■C
F
umml
FEUILLETON.
SP
'I
I
ll
ZSrie-yx'W-s-exx-^cS.^rextexi.tïe'bleLcL-Troox Gr-o-cxeLa- ©xx Cxxxstxe3r.exx..
f Kantoortje
te gedeelte^ der
LEVEN BOVEN ONZE KRACHT.
DE PRIMADONNA.
»hol -I
MODEP RAATJE.
VERSCHIJNT DAGELIJKS
BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
1—4 regel» ƒ2.05, elke regel meer ƒ0.50
Si»
Redactie Telef. Interc. 545.
Bureau: MARKT 31, GOUDA.
Administratie: Telef. Interc. 82.
Dit nummer bestaat uit twee bladen
i
I
4878 400
487» 60
lG S OCT.
HAGENAAR.
geloof me,
4
acten.
Iets bljion-
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen by contract tot zeer geredu
ceerden pr(j». Groote letter» en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tuzzchenkomat van soiled* Boekhan
delaren, Advertentiebureaus en onze Agenten.
e kinderen
'aan. Wanneer
INGEZONDEN MEDHDEEL1NGEN:
Op de voorpagina 50 hooger.
in Tafel», stoelen»
|en, leer ameuble-
‘ublementen, Club-
irty wollen deken»,
29.50 de ze». Com-
neublementen ƒ98,
NE KOOPJES.
14 K, - bovenhui»,
iby de Schiekade,
RDAJf.
GOUDSCHE COURANT.
rrovte stad is
..ergelyke in
laten onmo-
groote
e’s die
hadden opgeladen
eenvreemden man,
i het
toeft
en, te
ittely-
jeug-
'üedde
Vvy zeiden reeds, dat minister De Geer
geen nieuwe belastingen wil opleggen. Ge
héél waar is dit niet. L. Exc. wil de 5 müli-
oen van de aanhangige wyziging der zegel-
belastiug in de wacht steepen en eveuzoo de
20 millioen uit de Grondbelasting, waarom- 1
trent hy met de Staten-Generaal tot over-
eenstemming hoopt te komen. Intusschen
zullen deze 20 millioen op zyn vroegst in
1023 in de schatkist kunnen vloeien. Vöor
het jaar 1922 is dus een ongedekt te
kort op de gewone uitgaven van 48—20%
(er komen namelyk 15% uit het Leenings-
ïonds voor den gewonen dienst beschikbaar)
is 27% millioen, een bedrag, dat niet onover
komelijk zou schynen, indien de ontvang
sten, gelyk vroeger zoo vaak geschiedde,
overvoorzichtig waren geraamd. Wij geloo-
ven echter, dat de Minister in zyn beschou
wingen en ramingen eer aan «jen optimisti-
schen kant is geweest, een optimisme, dat
men in 't algemeen aan den beheerder onzer
Staatsfinanciën kan benijden, Joch dat wy
niet kunnen deelen, terwijl het ons weinig
geschikt lykt om het volk en zyn vertegen
woordigers in het Parlement ervan te door
dringen, dat het snoeimes er onbarmhartig
in moet worden gezet.
Voor ditmaal mogen we er nog even op
wyzen, dat de raming voor het jaar 1921 op
den gewonen dienst een tekort liet van ruim
90 millioen, waarbij reeds door suppletoire
(gewone-) uitgaven-aanvragen 16 millioen is
gekomen; totaal 106 millioen. Intusschen
zullen ook de middelen de raming niet on
belangrijk overtreffen, de Minister hoopt
zelfs met een kleine 50 millioen. Het tekort
op den gewonen dienst over het loopende
jaar zou dan nog 55 a 60 millioen beloopen,
een bedrag, dat al evenmin reden tot op
timisme geeft.
Neen, het vooruitzicht blijft o.i. somber!
m haar
waar
Een
zat
Onder het
juicht,
paarden waren uitgespannen
een regen van goud en edelsteenen neer
gedaald was... reed naar huis, eenzaam,
met droeve gedachten, in haar kleine bur
gerlijke woning, waarin ze zioh nooit thuis
voelde, naar een altijd terechtwyzenden
man, naar een kind, dat heerschxücht en
nayver van haar verwijderd hielden, naar
allerlei zorgen, die zijn Alwin Maurer’s
familie haar nog
zat in de auto van
die—
ALwiin Maurer streek zich opgewonden
dcor zijn hier en daar reeds grijzend haar.
Hy. had den blik van den man opgevangen,
toen hij Karla in de auto geholpen had en
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt.
Franco per post per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 8.80.
Abonnementen worde» dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Markt 31, GOUDA,
Dij onze agenten, den boekhandel en de postkantoren.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring
15 regels ƒ1.30, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring:
15 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20
bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prys.
Er is geen zekerder middel om
de genegenheid van anderen fe win
nen, dan zelf de zijne te geven.
ROUSSEAU.
j- en ongeMfoon stil. Zelfs Frits
zinh nu niet aan haar met zyn pla-
Bolkel was beleefd, beperkte zijn
i tot het noodigste, en trok haast
baar dte wenkbrauwen op, als Bick'.
zyn hand greep. Hy droomde van paleizen
en moest oplettend luisteren, als zijn
schoonmoeder hem de voordaelen opsomde
▼an de door haar gebeeurde wooing met
javraagd
10
s onder no. 4870 Bu-
JRANT, Markt 81.
Het is een genoegen zich ditmaal in de
millioenennota en by behoorende stukken te
verdiepen.
Uit de nota van minister De Geer spreekt
niet alleen een eigen stijl, er spreekt ook
een welgevestigde overtuiging uit. Wy heb
ben weer een Minister van Financiën, die er
verstand van heeft en die van gleden
wille is.
Wij zijn in groote financieele moeilijkhe
den geraakt en minister De Geer geeft daar
over een beschouwing ten beste, die mis
schien als een clementie pleiten voor zyn
voorganger bedoeld is, doch die o. i. de ergst
denkbare afkeuring van diens beleid in
houdt. Wy zyn, zegt minister De Geer, als
volk in den toestand geraakt van te leven
boven onze kracht. De Minister van Finan
ciën, onder wiens beleid dit kon geschieden,
staat o.i. hiermede geoordeeld en de verde
diging, dat het boven onze kracht leven
eerst aan den dag treedt nu het middelen-
accres tot staan komt en in zijn tegendeel
verkeert, moge voor minister De Vries een
vriendelijkheid zijn, de Ilegeering had kun
nen en moeten gevoelen, dat het mis ging
en steeds harder mis ging; het „onuitputte-
lyk lijkend middelenaccrès der voorafgegane
jaren” moest immers in korten tijd omslaan
en bovendien werden de uitgaven, op welke
bij eventueel decrès der middelen ver
mindering uitgesloten was, even zwaar,
neen nog zwaarder uitgezet dan het midde
lenaccrès als gevolg van de abnormale
„Hochkonjunktur”.
Minister De Geer helpt zelf uit den droom
wie onze zorgvolle financieele positie aan
de abnormale crisisuitgaven zou willen toe-
schryven. De rekening is eenvoudig: van de
ruim 2100 millioen crisisuitgaven is 880 mil
lioen betaald uit crisisheffingen (Oorlogs-
winstbelasting en aanvankelijk ook de Ver-
dedigingsbelastingen); blyft 1220 millioen,
waarvoor geleend is en waarvan rente en
aflossing uit het Leeningsfonds 1914 worden
betaald, welk fonds leeft van opcenten op
verscheidene belastingen, tezamen een klei
ne 100 millioen ’s jaars. Wanneer er nu eens
géén crisislasten waren en toch de genoem
de extra-heffingen waren ingevoerd een
geval, dat de Minister terecht vry ondenk
baar noemt dan zou dus een kleine 100
millioen meer voor den gewonen dienst be
schikbaar zyn. Dat lykt een aardig bedrag
en de voorstanders van een heffing-in-eens,
die intusschen slechts de helft van de 1220
millioen „ineens” wilden heffen, zullen,
haar blik, zoo vertrouwend en dankbaar en
stralend-.Neen, neen, wie het goed meen-
ue raakte er niet aan nooit
En nu eerst dacht hy weer aan Bicki
Maar die wias toch nog zoo tn^ze
was Adèle’s dochter -- Zich eruOj>g uczvrgd
over haar maken, dat hoefde hy zeker
met--, een kleine liefdesmart. Hy trok de
huisdeur achter zich dicht heel zacht.
Als Adèle te heftig tegen het kind werd,
dan--- dan was hy er ook nog Maar het
was heel stil in de gang. Hy luisterde aan
de deur van Bicki’s kamer, hooide zacht,
verstikt gesnik en destem van zyn vrouw.
„Wees toch verstandig alles komt in
orde -- waar ben ik dan voor? Alles komt
terecht-., dat bezorg ik well’’
Toen vloog er een glimlach over Jlin
over zijn gezicht. Zoo ongeveer zou eens
Adèle’s moeder ook wel gesproken hebben.
Het bleef altyd het oude liedje---
Over Bicki hoefde hy zich met bezorgd
te majcen!
Zes weken na dezen avond zou Bicki Bo-
do’s vrouw worden. Ze had er niet veel
naar gevraagd boe dezen ommekeer tot
stand was gekomen - Misschien had ze in
haar hart nooit een anderen afioop ver
wacht-. - Ze was drie dagen erg ziek ge
weest dat had hij zeker gehoord en was
gekomen, om zyn onrecht goed te maken.
Bicki geloofde nog aan het romantische
van ziek-zyn! Bodo Bölkel sprak niet te
gen en haar moeder liet haar in haar waan.
Alwin Maurer plaatste een a- j ._vr
een cursus tot hulp bij het eindexamen.
Adèle wilde twee jongens in pension ne
men. Er kwam nu mets van het alleen
blywo met haari man en xe kreeg weer
naar de
Uit het Duitsch van Olga Wohlbruch,
met autorisatie vertaald door
Mevr. J. P. WESSELINK—v. ROSSUM.
(Nadruk verboden.)
steeds weer vergetend hoeveel schade het ai-
schepen van de bovenste laag vermogen
voor het vloeien der belastingen zou heooen
opgeleverd, zoon bedrag (of de heiit ei
van) niet versmaden. Doch hoe ontnuchte
rend zegt minister De Geer over dit veron-
dergestelde allergunstigste geval: „Aldoan-
de bate zou dit waarschynlyk niet gebracht
hebben. Het uitgavenaccrès ware er vlot
over heen gespoeld”. De Minister wijst dan
op het verloop van het jaar 1920: de ge
wone ontvangsten gingen toen de raming
met niet minder dan ruim 184 millioen te bo
ven, maar het tekort, geraamd op 46 milli
oen, bleef toch nog 16 millioen, doordat de
gewone uitgaven, die in 1918 nog slechts
333 millioen en in 1919 bijna 439 millioen
beliepen, in 1920 op 601 millioen sprongen.
Conclusie van den nieuwen Minister is dan
ook: „Hoe snel ook de toename der ontvang
sten in de laatste jaren was, de uitgaven
hajdden haar steeds spelend in.” Is dit „spe-
len|d’’ niet kostelyk
ipe Staat moet dus bekrimpen, het gemid
delde inkomen per gezin is in ons land reeds
niet bijster groot, gemiddeld betaalt de Ne-
derlandsche burger reeds ‘35 pct. van zyn
inkomen aan belastingen, de meer gelukkige
natuurlijk een hooger, soms zelfs zeer be-
langryk hooger percentage, maar gemiddeld
betalen de Nederlanders voor wie eens de
tiende penning een schrikbeeld was reeds
ruim één derde van hun inkomen aan Staat,
Provincie en Gemeente; wie alleen inkomen
uit arbeid heeft, kan zich verheugen over het
denkbeeld, dat hij twee dagen per week voor
de belastingen werkt!
Minister De Geer wil ons dan ook niet
nóg zwaarder belasten. Z. Exc. meent, dat
van een aanzienlyke opvoering der geza
menlijke publieke lasten in de toekomst
nauwelijks meer sprake kan zijn en neigt
tot de nieening, dat de grens der gezamen
lijk op te leggen belastingen welhaast be
reikt is. Dat is ministerieel-voorzichtig uit
gedrukt; wy zouden geneigd zyn het ietwat
vierkanter uit te drukken: de belastingen
zyn reeds te hoog en moeten omlaag, coute
que coute! Wil men weer tot besparing ko
men, tot zuinig leven en tot uitroeiing van
het fatale denkbeeld, dat het toch niet geeft
of men al hard werkt, daar de fiscus u
toch uitperst als een citroen, dan zal men,
zonder uit den weg te gaan voor het ge
schreeuw van reactie, moedig moeten stre
ven naar vermindering van belastingen, 'n
politiek, die ten. slotte in ons aller belang zal
zyn, ook al zal het niet ontbreken aan te
genwerking van hen, die in de „royale” ja
ren van minister De Vries onder den gouden
regen kwamen te staan en die zeker hard
zullen vechten voor wat hen in 's lands be
lang zou moeten worden afgenomen.
meer werk maar met behulp van Ernst
kon nu de nieuwe woning worden inge-
richt.
Karla had haar man de opbrengst van
vier gastvoorateUingen in Leipzig en twee
in Hamburg overhandigd voor Bricki.
Er kwam nu niet veel van de zomeront-
spanning, die ze zeer noodig had, ze waldt>
zich tevreden stellen met een verblyf van
drie weken in een klein badplaatsje aan de
Oostzee.
n zal wel gaan”, zei ze.
Altmann was zeer ontroerd.
„Lieve Karla lieveling
als het niet zoo ernstig was zou ik nooit
hebben toegestaan, dat er nog meer van
je werd gevergd Maar, nietwaar, als het
onze eigen familie betreft een voor al
len, allen voor een— daar heb ik me altyd
aan gehouden, en dat willen we ook ver
der zoo volhouden.”
Ze knikte haastig, kleunde, maakte een
af werende beweging.
,J», ja, natuurlyk-maar zeg het niet
aan Alwin die vindft het p.'inlyic...”
Louise stond er op, dat men het bruids
paar met de ouders tie dineeren vroeg.
„Als je het noodig vindt—” zei Knrla.
Veel was haar ook pünlüX- maar ze
waagde het niet te zeggen. Alles ging ge-
makkelijker, dan ze gedacht had. Bicki was
gelulT
waag
geryi
woon
drie kamers.
Frits vond zyn zwager „kranig”. Die
had haar op de handen. Het vrouwenhuis
houden thuis was hem alalug niet beval
len. Hy zou Bicki wel klem t-nl
Een paar dagen voor de brul 10ft kwam
Adele, die telephomsch vernomen had, dat.
Karla nog op de repe’titoe was, haar daar^
halen.
Zy zag er druk en geheimzinnig uit.
„Hoor eons, Karla, ik heb een ver
zoekje.”
Karla was zeer moe. „Ja, Adele zeg
het maar... t”
Ondanks haar moeheid,
66)
In zyn auto redten Alwin Maurer, Karla
Konig en Bicki naar de Motzstrasse. Karja
tad den arm om Bicki heengeslagen en
liet de heete tranen op haar kanten, op
bet prachtig goudlbordiuursel van haar wit
zijden kleed vallen.
«Wat is er gebuerd— wiat is er toch 'met
het kind?” vroeg Alwin Maurer.
Karla wenkte afwerend en zoo smee-
kend was de uitdrukking van haar mooie
bruine oogen, dat hy begreep. Hy werd nog
iets bleeker. En hy dacht, hoe vreemd het
was, dtut alles in huis aan hem voorbij-
teefde, dat levens beslist werden, zonder
d»t hy ook maar vermoedde, hoe zyn naas
te bterekkingen er de hand in hadden—
Dreigend als een oordeel stond Adèle in
de voorkamer. Bevend van toorn boos
aardig barstte ze uit:
»Zoo, zoo-., mejuffrouw amuseert zich
een dbg als vandaag? Dat is toch—
aarzelde, toen ze Bicki’s geaicht zag.
stapte ze vol
gens haar gewoonte vlug voort, i
zandkleurig tailormade costuum,
een WJtte battisten blouse uitkwam,
vlugge, eenvoudige voorjaarshoed
schuin op haar donkere haar.
ioopen ruischte de zyden voering, en haar
gouden taschje met de vele aanhangsels,
het geschenk van een Duitse he kolonie in
Brazilië, blonk m de warme zonnestralen.
Wat i» ze opgepoetst dacht Adele
Een klein beetje afgunst Lag er altijd op
den bodem van haar ziel op alles wat J^o-
ven haar uiUbak.
„Nu dan. Maar je woord op, dat
bet onder ons tweeën blyft?” jj,
„Zeker m(jn woord er on.”
Karla kon een glimlach niet onderdruk
ken over het geheim onder eerewoord tus-
uchen Adèle en haar. Maar toen Adèle haar
verzoek uitsprak, kortaf ei schond, kleurde
Karla. Het was werkelijk geen kleinigheid I
Ze zou Gaudlitz ,Je kent hem immers
zoo goed" ze zou Gaudliti Bodo Bólkal
als zelfstandig bouwmeester aanbevelen.
(Wprdt varvelcd.l
Langere rokken.
Emdelyk is de revolutie tot stand geko
men in het Moderyk, de omwenteling, waar
op door velen met smart gewacht werd: de
weder-intrede van langere rokken. Heel dik»
wyls werd deze voorspeld en op modepla
ten afgebeeld, zelfs drong zy tol enkele eta
lages door, maar verder? Daar hield het
altyd by op, de rokken schenen maar steed*
korter te worden, zoadat men zich ang
stig afvroeg wanneer ze daarmee op zouden
houden. Maar nu, eindelyk, hebben vrijwel
alle nieuwe wintermodellen langere rokken;
15 a 20 c.M. van den grond, dus nog ruim
voetvrjj. Zien dragon heb ik ze evenwel
■JHSJBBHi
Nu nu—”
„Wees lief voor haar— Adèle- .o
Alwin Maurer bracht Karla
auto terug.
„Wil je me niet zeggen—”
Karla schudde haar hoofd, maar zc zag
bleek en doodelyk vermoeid.
„Wat is hier te zeggen beste Alwdn—
De een treft het vroeger, de andere Later
verdriet en tranen schynen er wel altyd
mee samen te hangen en wie het goed
meent, beroert het niet!’
Aliwin Maurer was in den laatsten tijd
een goed luisteraar geworden. Verschrikt
keken zyn oogen uit zyn wat opgezet,
grauwbleek gezicht
,J£arla!”
Ze wikkelde zich steviger in haar pels
en liet zich in het donker van de auto val
len. Langzaam, met die>p gebogen hoofd,
besteeg hij de trap weer.
Daar reed ze iw heen, de groote Karla
Konig, die duizenden pas hadden toege-
de groote primadonna, wien de
en op waen
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
DLXXVI.
Het is al niets nieuws meer dat de vrouw
een taak wordt opgedragen by de polite.
Zij heeft al op vele plaatsen een functie ge
kregen en de ervaring heeft geleerd, dat zy
er een goeden werkkring kan hebben en met
succes kan arbeiden. De politie komt helaas
ook met vrouwen in aanraking en het ligt
dus voor de hand, dat zy zelf tracht vrou-
welijke hulp te verkrijgen. Het zullen altyd
slechts enkele posten zijn, waarvoor het be
ter is een vrouw aan te wyzen, zoodat het
altijd wel mogelyk zal zyn daarvoor een
goede functionaris te vinden.
Thans heeft de politie hier ter stede haar
personeel met twee vrouwelijke krachten
uitgebreid, die speciale aandacht zullen wij
den aan het toezicht op de jeugd. De afzon
derlijke organisatie van de kinderpolitie
vindt hierin haar begin. Men zal zich her
inneren dat de instelling van een afzonder
lijken kinderrechter eerst onlangs haar be
slag heeft gekregen. Het is de algemeene
In nauw verband met dit algemeene
vraagstuk van de kinderen op straat, staat
dat van de schoolgaande kinderen in de va-
cantie. Ook dit is serieus nog nimmer aan
gepakt, al heeft men in de laatste jaren
zich uitge&loofd om eenige leiding te geven
aan dit deel van de jeugd in de acute om
standigheden.
Gelyk we reeds zeiden is hot instituut
van vrouweljjke krachten by de politie niet
nieuw in ons land, alhoewel het in hot bui
tenland reeds veel verdere uitbreiding heeft
gekregen. In Engeland heeft men de vrou-
welijke mspetceur reeds het uniform gege
ven, Het is volkomen gelyk aan dut van den
mannelyken collega, alleen is de paytelon
vervangen door een nauwe korte rek. Het
is niet enkel fysieke kracht die voor de
functionneering van de politie noodig is. In
de laatste jaren is ook in ons land aan de
politie herhaaldelyk werk opgedragen, dut
van geheel anderen aard is dan de bewaring
der orde op de openbare straat en den re-
cherche-dienst. Wel degelyk is «laurby werk
dat binnen de sfeer vun vrouwelijke kroch
ten valt. Hier echter dient men er zorgvul
dig rekening mee te houden dat het een
beroep is, «.Lat de volle toewyding eischt,
juist dus datgene waaraan het bl^kens de
algemeene ervaring zoo heel veel vrouwen
mangelt. Het zal moeieiyk, zoo niet onmo-
gelyk zyn, meisjes voor deze dienstvakken
op te leiden en het ligt du» voor de hand,
dat men zal trachten uit verwante functies
geschikte vrouwen over te brengen naar de
politie gelijk thans in Den Haag is geschied.
De ervaring zal hier natuurlyk de beste
leermeesteresse zyn en juist daarom is de
eerste stap op dezen weg de belangrijkste.
De invoering van dezen nieuwen dienst
is waarschijnlyk wel een der daden vun den
nieuwen hoofdcommissaris, die al heel wat
heeft gereorganiseenl. Tot nog toe geeft hy
daarby bl(jk van goed inzicht. De hervor
ming van de verkeerspolitie zoowel als van
de contröle op straat levert goede resulta
ten <zp. De veiligheid op onze straten.^
grooter geworden; Nog steeds echter zwer
ven clubjes bwlutoars rond en het lijkt wel
als of daartegönTAog niet met alle mocht
wordt opgetreden. Het staat wel vost dat de
rywiel-diefstallen, <iie nog dagelijks voor
komen door dit soort parasieten worden ge
pleegd.
Het zuiver houden van een grov
alleen mogelyk wanneer men der;
dividuen het verblyf op de stjat
gelyk maakt, ook al wandeleiPdie dames
en heeren schijnbaar voor hun genoegen
wat rond.
bedoeling om alles wat de Staat doet ten
aanzien van het verwaarloosde kind en
kind, dat een «trengere opvoeding beh<
dan zijn ouders in staat zyn te gever
centrali see ren. Het is altijd een bespot»,
ke fout geweest dat de berechting van j*
dige personen op dezelfde wyze geschiedde
als die van de volwassenen. Voor deze laat
sten is ons strafstelsel al verre van schit
terend maar voor de jongeren deugt het
heelemaal niet.
De beide vrouwen die thans tot inspecteur
van politie zyn benoemd, zyn pleegzusters,
die op het gebied der kinderverzorging ge
lijk deze thans hun terrein wordt, reeds
haar sporen hebben verdiend. Het is ons
niet geheel duidelijk in welke richting z\j
haar arbeid zullen verrichten. We hebben
•erlijk gezegd, geen overzicht over het ar
beidsveld maar dat er 'n veld is waarop nut
tig werk verricht kan worden, is wel zeker.
Er loopen hier niet zooveel schooiertjes
langs de straat als in Rotterdam en in Am
sterdam het geval is, maar dat is o.a. hier
aan te danken, dat Den Haag zijn bevol
king waaruit deze klasse van boefjes wor
den gerecruteerd, op één of twee punten ge
concentreerd heeft. Slechts wanneer men in
nauwe aanraking komt met die centra van
de bevolking ziet men dat het daar te wen-
schen overlaat.
Ws zijn ten opzichte van staatsbemoeiing
met de opvoeding der jeugd sceptisch ge
stemd maar dat neemt niet weg dat wy de
nieuwe instelling met ingenomenheid toe
juichen en gaarne hopen dat eindelijk de
weg gevonden zal z(jn die tot krachtige be
strijding van de tuchteloosheid der jeugd
leidt.
Het vraagstuk van de jeugd in de g
steden is één van die eeuwige puzzleL
wel nimmer een oplossing zullen vinden.
Het is zelfs de vraag of zy die kunnen vin
den want het zal nooit mogelyk zijn de
elementen weg te nemen die slecht op de
jeugd werken, omdat die elementen de di
recte gevolgen zijn van het groote stads
leven. Het opéén gepakt wonen is de bron
van veel ellende en het is niet mogelyk
daaraan een einde te maken. De vraag is
wel eens gesteld of het niet wenschelyk wa
re dat een bepaald uur werd gesteld na het
welk de kinderen van een bepaalden leeftijd
niet meer op straat mogen zyn. Het is meer
dan ergerlijk dat kinderen zelfs beneden
tien jaar 's avonds door de winkelstraten
slenteren. Evengoed als er leerplicht is.
kan de Staat den plicht opleggen, dat te
jeugdige kinderen niet alleen langs de
straat gaan. Wanneer bepaald werd dat na
zeven uur ’s avond» kinderen beneden den
leeftijd van acht jaar, na acht uur beneden
den leeft»1 van tien jaar en na negen uur
beneden den leeftijd van zestien jaar niet
meer op de openbare straat mogen vertoe
ven tenzyn onder onmiddellyk toezicht van
de ouders, zou er al heel wat gewonnen
zyn. Eenig nadeel staat daartegenover niet,
want alle ouders die het wel meenen met
hun kinderen zullen tegen deze maatrege
len geen bezwaar hebben en zij zullen hen
geen moeilijkheden, bezorgen. Een enkele
maal gebeurt het dat 's avonds door de wij
ken der beter gesitueerden kinderen rond
wandelen, die <xf bedelen, of er op uit zijn
om op andere v"’ze zich iets te veroveren.
Het is onmogelijk daaraan iets te doen ten-
zy de ouders in overtreding z(jn door het
enkele feit dat de kinderen op dat uur nog
op straat zijn.