spirin-
Bataafsche Hypotheekbank
COHEN S Co.
ADVEHTEEIEN
DOET «OOPEN
Apollo Bioscoop
4 dagen
Het groote
ANNA BOLEIJN.
ing naar Maat.
Itn een Fabriek in Gouda is plaatsing voor
Meisjes van 14 jaar en ouder
Advertentlftn
-
Markiezen
Zonneschermen
46« linten enz.
H. I. VAN SCHALEN,
LEVEITRAAN n
SCOlfS EMULSION
J. VLAG,
Nituws Schouwburg
Ut. Hit Rotated Ttintil
WIE?!
De winkelier,die U andere
ZEEP LEVÉRT ALS U SUNLIGHT
VRAAGT IS EEN BEDRIEGER
SUNLIGHT OP IEDER TABLET.
nog slechts
Duitsche meesterwerk v
Tableffen
5 pCt. Pandbrieven
4£ pCt. Pandbrieven
Bijkantoor te ROTTERDAM, Wijnhaven 69
DIR. C. DE RUYTER.
SLEUTELS
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
DE PRIMADONNA.
Waddinxveen.
Ll Zaterdag Is In on«e gemeente in den ouder-
i van 65 Jaar overleden de heer G. Spruyt
in leven gemeente-ontvanger en penning
sster van den Zuidplaspolder in Schieland.
De teraardebestelling zal plaats hebben
•dag 12 October, des voormiddags te 11
op de algtemeene begraafplaats.
i, SPORT.
Nederl. Voetbalbond,
Westelijke af deeling,
la klasse.
Üen Haaga B. S.-Blauw Wit T-t
DordrechtD. P. C.—Haarlem 1—1
«otterdam Feyenoord—Ajax 2—3
HaarlemR. C. H.-V. Q. C. 2-1
AmsterdamSpartaan—U. V. V, v 3—0
V. V. A.-H. V. V. 4-2
Overgangsklasse, 4
RotterdamSparta—D. R C l-O
Den Haag: A. D. O.—Z. P. Q, - 1—1
ËïdamS. V. V.—V. U. C. 2-1
lidenStormvogels—Hermea 4—1
terdam: A. F. C—Quick i 1—3
Reserve le klasse.
IA. UtrechtU. V. V. 2—A. F. C. 2 2—1
Amsterdam: Ajax 2—'t Gooi 2 7—1
Haarlem: Haarlem 2—V. V. A. 2 0—1
AmsterdamBlauw Wit 2—H. F. G 2 4—1
6. RotterdamV. O. C. 2—Feyenoord 2 2—6
DelftConcordia 2—S. V. V. 2 J—2
Rotterdam Sparta 2—D. F. C. 2 2—0
Schiedam: Hermes 2—H. B. S. 2 2—2
2e klasse B.
Rotterdam XerxesHilversum 32
UitrechtVelox—Victoria 2—1
Amsterdam O. D. EConcordia 1—2
HtrechtHercules—Zeist 2—0
D. O. S.—Olympia 21
5e klasse E.
/jouda Gouda—V. C. S. 4—1
DelftDelfia—R. V. C. 2-1
Vlaardingen V. F. C—B. M. T. 0—0
Den HaagD. V. V.-T. O. G. O. 2-1
V CeleritasSchiedam 30
Reserve 2e klasse D
Gouda Olympia II—Unitas II 4—0
Rotterdam Steeds Hooger II—D. F. C. Ill 1—0
- c. v. v. n-u. s. c, ii 3-o
Excelsior—Xerxes II 4—0
(Zie verder Tweede Blad).
Marktberichten.
Alp hen o/d. Rijn, 7 October. (Coöpera
tieve Tuinbouwveiling Alphen a/d. Rijn en Om-
ptreken). Spinazie 15.10—/ 20, postelein
4.60-ƒ 12.90, zuring 0.60-/ 1, heeren-
boonen 21—71, snijboonen 1660,
pronkboonen 10—20, knolrapen 5—8,
ipercieboonen 29—31, spruitkool 19—
29, tomaten A 2—3, peren 3—21,
appelen 8-13, uien 5.40-/ 9.20 per 100
K.G.; peen 8.90-/ 18.60, kroten 5-ƒ 6,
andijvie 4.706.50 per 100 bos; meloenen
22-/ 35, eieren f 17.50-/ 17.60, komkom
mers 4.908, bloemkool le soort 14.30
28.90, 2e soort 5.10-/ 13, 3e soort 1.60
r-f 3, savoye kool 111, roode kool 2—
6, witte kool I 6 per 100 stuksaard-
beien 56 per 100 pond.
Woerden, 7 October. Princessenoble 8—
(20 c., bellefleur 5—14 c., goudreinetten 6)4—24
c., gold permain 9)4—17)4 c., champagnezoet
:)4—12 c., kandijzoet 4 c., keizer Alexander 14
appels 4—9)4 c., pippelingen 4—18)4 c., ster»
ppels 8)4—28 c., present v. Eng. 15)4 c., bloe-
aé 20 c., Napoleon 27 c., maagdeperen 30—35
bergamot 10—16 c., St. Germain 10—31 c.,
•itte kozijnen 2—5 c., ponsperen 7 c., sinjeuren
4—16 c., Williams 48 c., handperen 7)4—45 c.,
bcurré clairgeau 20—45 c., gieser wildeman 7—
16)5 c., slnsermijmen 23—33 c., peren 710
c., jodenperen 1—11 c., booneq 22—68 c., snij
boonen 8—31 c., spruitjes 24 c., aardappelen 7
c., noten 65 c. per K.G.; savoye kool 4—8)4 c.,
ioode kool 4—9 c., bloemkool 3)4—25 c., knol
len 4 c. per stukeieren 15.90 per 100.
INGEZONDEN STUKKEN
Ruiten verantwoordelijkheid der Redactie,
Mijnheer de Redacteur!
Mogen wij zoo vrij zijn om onderstaande in
gezonden stukje te mogen plaatsen in uw blad?
Stads-Evangelisatie „Jeruel".
De commissie der kindervoeding neemt de
Vrijheid uwe aandacht te mogen vragen om de
circulaire der Vereenigde Commissie, welke
verspreid is, goed te lezen, daar het geldt de
■jeugd, welke is de kracht der samenleving en
■jwaarin zoo'n zwokheid is te bespeuren. Die door
gemeenschappelijk ojitreden weer te verheffen,
is allerlei ziekte tegen zich te openbaren.
Nu meenen wij langs verschillende wegen en
t)m een grooten omvang te bereiken dit ieder
op zijn terrein te doen. Dit is zoo prachtig, ieder
blijft vrij van werken en toch onder algemeen
toezicht.
Nu Maandag 10 October houdt „Jeruel" zijn
collecte en beveelt zich dringend aan.
Steunt ons door uwe gaven, wordt lid voor
inschrijving naar verkiezing.
"'ijient den Heere alr--> uwe goederen.
In dit vertrouwen van de jaren van oncer-
•Indir.g dat gij ons in deze niet teleur zult stel
len, bij voorbaat onzen dank.
Het bestuurJoh. de Gruijll, voorzitter, W.
'e Jcr r, Penningmeester, Zeugestraat 31.
Telefonlsoh Weerberioht.
Maar waarneming In dan morgan raai
10 October 1921.
•Hoogste stand767.6 te Wisby. 1
Laagste stand752.7 te Blacksod.
Verwachting tot den avond van II October»
Cwakke tot matige, Z.O. tot Z. wind, lichter
.tot half bewolkt, droog weer, weinig verandering
in temperatuur.
WISSELKOERSEN.
Off. Not Niet Off. Not.
jLonden
Berlijn
jPftrye
Brussel .s.
Zwitserland (V.
iWeenen.
Kopenhagen
rii tien ia.
V
New-Yerk
8 Oct
10 Oot 12
11.66
11.66
2.51$
2.51
2 2.36
22.35
21.92$
21.90
54.95
0.17$*
57.20
57.40
87.80
87.40
70.20
70.80
8.06»/.
UH'le
Heden overleed tot
mijne diepe droefheid,
in den ouderdom van
65 jaren, mijn innig ge
liefde Echtgenoot, do
Heer
01JSBERT
SPRUIJT Jr.
in leven Ontvanger der
gemeente Waddinxveen
en Penningmeester van
den Zuidplaspolder in
Schieland.
Mevr. de Wed.
G. SPRUIJT—
VAN GALEN.
Waddinxveen.
8 October 1021.
De teraardebestelling
zal plaats hebben
Woensdag 12 October,
des voormiddags 11 uur,
op de Algemeene Be
graafplaats te Waddinx
veen. 4582 82
Wij betuigen onzen harte-
ltjken dank voor de dceltr*-
ming bij het overlijden vaik
onzen ZOON
HENDRIK
ondervonden.
TH. SCHARTEN.
E. SCHARTEN—
4533 11 VAN BUUREN.
ARNHEM.
FABRIEK TAM
Aginl «ur Gouda h enslrikin
WIJDSTR. 21, GOUDA.
REDWATEREN.
Spoedige radicale genezing door
de bekende pillen 4527 12
DRIE a
ook bij verouderde gevallen,
f 2.50.
N.V. MIJ. HANITAS
GOUDAKorte Tiondeweg 10.
ROTTERDAM: Korte Hoog
straat 87.
UTRECHT: Voorstraat 106.
AMSTERDAM: Rembrandt-
plein 4.
Verkrijgbaar b(j:
S. H. VAN LOON
v/h. Wolf A Co.
4415 10
Toor Alt laargetij li bat
dragen van een Aiml gaan
overdaad. Goede kwaliteit,
gr(|ze mi re ego's voor
diml't In prUzin van f40
tot f70 zUn leverbaar door
Tol. 502 Mr. Tailleur
Kuiporstr. 41—43.
4521-20
le Voorstelling in het
Abonnement.
Donderdag 18 Oct. 8 uur
Blijspel met zang in 8
bedrijven.
Entree voor loden der
sociëteit Loge on Stalles
f 2.50, Balcon f 1.75.
Niet leden (inwoners van
Gouda) hebben op deze
rangen geen toegang.
Galerij voor loden en
NieUeden f 0.75.
Alles met 10 pet. auteurs*
recht on en 10 pet. sted.
belnsting.
Plaatsbespreking by loting
en kaartvorkoop Woens
dag 12 October 's avonds
8 uur.
4458 80
BENT U EEN ROOKER?
Koop dan onze groote NAPO
LEON. on U geniet 7 kwartier
voor slechts 7 cent! 4526 6
Als Reclamemork TIP-POP 4 ct.
TURFMARKT «4.
Geld zonder borg
voor iedereen A 7 pCt. vanaf
f 100.en hooger. Makkolyk
aflosbaar, vlugge correcte be
diening. Streng vertrouwe
lijk. v. d. GRAAP'S Prov.
Credietbank. Box 601, Amster
dam. Porto v. antw. 4580 8
GEEN ÏOO*/. OVERWINST
neemt bet Tolksmeubelmagazijn
RAAM 210 Gouda
Buffetten Schrijfbureau
Stoelen Linnenkasten
Tafels Tlieckasten
Ledikanten Kapstokken
4522 EIGEN MEUBELMAKERIJ 80
Stoffeerderij Reparatieinrichting
Uw VIJAND EN ZIJN DEBIET ONWAARDIG.
Hu WEET DAT SUNLIGHT de absoluut
ZUIVERE.DE ALLERBESTE ZEEP IS,DIE
ALTIJD HET VOORDEELIGST UITKOMT.
LET DUS OP HET WOORD
Hollandsche Concert directie Df. G. do Koos, Sclievoningen
PlaatsolykVertogenwoordigorJ.de VenBoekhandol Gouda
Abonnementsconcerten seizoen 1921/23
3 Coueerten.
1. 19 October. Alenendar Schmullar- Dt bekende vielisi
2. 19 Moiimbtf. Bult linrini. Dt SehitUrinde Zangiiii-
3. 21 jiimii. Indilh Beker. Dt beiaeedi Celliste.
Allo 3 Concerten met medewerking van
4538 JAAP SPAANDERMAN. 40
Diploma's voor deze drio concerten ad f 6.— alles
inbegrepen (voor de Leden van den Kunstkring, Muziek*
en Zangvereenigingen ad f 6.25 alles inbegrepen) en
loBse kaarten ad f 8.per concert zijn dagelijks ver
krijgbaar bij de Firma J. DE VEN. Boekhandel te Gopda.
Coöperatieve Beetwortel Suikerfabriek
„DMTELOOBD ST1IIPÏB804T"
Imrt Prin Imiitiidi Siüir- lillijli mijnt - Pntlit toilitiit-
Vertegenwoordiger voor Den Hug, Lelden. Ootid* en Omitfeken,
4529 W. A. STOKHUYZEN - Den Haag, Ieplaan 7, 18
«Ur U tieh voor iniiohtingen gelieve te wenden, Telef. M*rn ic >84'
elidie men tleedi In verpakking mei glaten bulijei en oronjc band, wagrpo.
gldrukll
.Speciale verpakking voor Nederland
Merk mei orange-band wettig gedeponeerd!
Slechts de origineele verpakking, voorzien van
deze oranje-band geeft volledige garantie en
behoedt voor vervalschingen."
Elke andere verpakking van Asplrin-tabletten
Eooal» verpakt In papleren'dooren (die gedurende den oorlog alleen beslemdj
woren voor direct gebruik in Dullschland), zoowel als verpakking In gloKlfc
buisjes zonder oranje-band
moet „men beslist weigeren t
Farbenfobriken voüm. Friedr. Bayer_$ Co., Leverkusen
b. Köln a. Rh.
Prijs 75 cents
osdf voor vsrvalschingcn.
Slechts de
van dszsn ora
Keizersgracht 758 - Amsterdam
Opgericht 1889.
Wederom verkrijgbaar:
tegen den koers van 95 pCt. en
tegen den koers van 85 pCt,
De Directie:
G. D. CROMMELIN
H. MENDES DA COSTA
TEGEN
HEESCHHEID
KEELPIJN
HOESTEN
KERKHOFF'S BAZELTJES
60 cent por doos, by Apothekers en Drogisten
ADVERTENTIE BUREAU
COUDSCHE COURANT
aiNWN-lN BUITENLANOKW
EEN COED ADVIES
15 C.EIDWAARD
WU GEWEN MET NOa.TEI.OOa
MARKT.11 TEE.awT.aa.
COUDA
Ontwerpen - clichés
KeCSJ-KyS.
Aanmelding ln
Dinsdag II Ootober das
STOLWIJK avonds van zeven tof
Half negen in Café
4683 so STOPPELENBURG
I, M.d.r.i Wi.UtiuüTi
onovertroffen
groote Keuze
eveneens in
lipaiiti, PiltiriJM
Bliaiii inz.
Zeer voordeeligt
prijzen.
Au_ben
f nu voiDtsiN» m*t
R SLUIS'
OcHTENDVOER
Gemengd Graan
BUSGROEXTEX
Merk
Nieuwen huizen
d ^oEeiden "O
No. 14747.
MAANDAG 10 OCTOBER 1921.
Overdreven droefheid is slechst
zelfzucht; onderwerping is helden
moed.
Uit het Duitsch van Olga Wohlbruch,
met autorisatie vertaald door
Mevr. J. P. WESSELINKv. ROSSUM.
(Nadruk verboden.)
71)
Er lag Gaudlitz in 't geheel niet zooveel ge
legen aan een nieuw, groot succes voor Karla.
Zelfs van de gastvoorstellingen in Weenen,
waarvoor zijn zuster zich zoo had geïnteres
seerd, had h(j nu spyt. Hy kende zyn zuster.
Of iets ernstig aanpakken of geheel buiten
schot blyven. Indien hy in Weenen zou blyven
hokken om Karla, dan zou Alice- hem met haar
groote blauwe oogen ernstig aanzien en hem
vragen: „Moet mfjn huis jullie punt van sa
menkomst zyn? of: watlbedoel je?" ....En
als hy dan toch nog bleef, dfen zou Karla geslo
ten deuren in het paleis der vorstin Reichen-
berg vinden. Zonder haar schuld. Dan bena
deelde hy haar in de oogen der kennissen
van zyn zuster....
De zaak was in 't geheel niet zoo eenvoudig.
Ja, was het niet beter geweest Alice dadelijk
klaren wijn te schenken?....! Ook al zei hy
niets, zou zij toch wat hebben gemerkt.
Karla's papa werd kort in zijn antwoorden,
als Gaudlitz over haar privaatlessen begon te
spreken.
„Ja zoo hm mogelijk ik weet het
niet bekommer er mij niet om 't is hóór
zaak
De oude vader had ook blauwe oogen, maar
die konden drommels hard kijken als geslepen
staal en de oude heer had ook zijn kuren. Hij
merkte het heel precies, hoe vurig Gaudlitz
van hem meer aangaande Karla zou hooren
maar deed, alsof hy het niet merkte en speelde
des te ijveriger schaak, als Gaudlitz om hem
heen liep.
De duivel mocht weten, wat de oude man
dacht. Maar hij, Gaudlitz, kon toch niet eerst
in allen vorm om de hand van Karla vragen,
daar zy getrouwd was.
En hoe getrouwd! Alles hing met duizentf
ketenen aan haar en zij sleepte alles mee.
Uit liefde? uit plichtsgevoel?
Hy dacht eraan zyn renstal te verkoopen en
weer op reis te gaan. Alice schreef hem, dat zy
hem een post als gezantschaps attaché in
Peking zou kunnen bezorgen. Hy telegrafeerde
terug: „Kan het nog niet verder?"
Er ontbrak niet veel aan, of hy had haar
de vriendschap opgezegd. Dezen keer ging zij
te ver in haar zusterlijke zorg! Hy wilde er
gens op een mooi plekje zijn aspergebedden
aanleggen, wou kinderen hebben met een
vrouw, die hy liefhad, wou in elk geval binnen
de vredige omheining van zijn eigen geluk te
weten komen, wat noodig was in zijn eigen
land. Diplomaat, neen, dat was niets voor hem.
Hij bezat wel den moed een beginsel in het
openbaar uit te spreken, maar niét de handig
heid het te verbergen.
Zyn slechte stemming had het hoogtepum
bereikt. „Ik wil een beetje naar de Pyramiden
gaan om weer in mijn humeur te komen," zei
hy in zijn clubs.
Zijn kennissen lachten als over een grap.
Maar drie dagen later was hij werkelijk ver
trokken.
Karla liep heel langzaam van de repetities
naar huis, ging verscheidene winkels „unter
den Linden" binnen, schrikte, als zij een hoed,
jas, de lengte van een persoon in de verte
meende te herkennen.
Maar zy ontmoette hem niet meer.
Zij werd stiller. Alsof een grauwe nevel zich
op al de blijheid en veerkracht van haar ziel
had gelegd. Het gebeurde dat, als Schmerzchen
een spelletje met haar wilde spelen, zij zich
met een kuB vrij maakte...
De dag van Karla's vertrek was aangebro
ken. Zy had haar frissche kleur byna verloren
byna zou Altmann met haar zyn meegereisd,
omdat hy haar stil en gedrukt zijn toeschreef
aan angst voor haar optreden in Weenen.
Ook nu nog vroeg in den namiddag zei hy:
„Je weet, Karlaindien je my noodig hebt,
indien het je eenige rust geeft... myn paar
stukken kleeren zijn dadelijk gepakt...."
Misschien hoopte hy, dat zij zou zeggen: „Ja,
ik heb je noodig." Maar het zou een leugen
zyn geweest en zy sprak die niet. Zy dankte
hem slechts een beetje mat. Vorstin Reichen-
burg zou zich in Weenen wel over haar ont
fermen.
„Ja... dat is ook voor my een rust", ze
Louise. „Dat lijkt mij een allerliefste vrouw.-
Louise had in 't geheel niets meer tegen vor
stin Reichenberg, sedert Karla haar den laat-
sten brief had laten lezen. De vorstin had een
groot muzikaal feest bij zich aan huis gearran
geerd, op den vooravond van haar optreden,
daar zou Karla zingen en zoodoende tegelijk
publiek lokken.
al ortze vrienden zien met spanning
naar u uit en verheugen zich u te ontmoeten.
Van mijn broer kreeg ik bericht uit Cairo, waar
hy ter genezing van een bronchitus-aanval
vertoeft. Mijn man kust u in gedachten de
hand
Louise was heel gerust. En 't was volkomen
overbodig, dat haar broer al t ongeriefelijke
voor de reis op zich zou nemen. Karla was
flink genoeg
De Maurers waren aan 't station. Adèle ver
telde van hun verhuizing, die in April zou
plaats hebben. Drie kamers, een zijvertrek en
gebruik van den tuin, een heel nieuw huis met
centrale verwarming en prachtige behangsels.
Al den ouden rommel wilden zü verkoken, dat
gaf dan geld om wat nieuws aan te paffen.
Met het dienstmeisje hadden zij ook gespro
ken. Zy zouden slechts een werkvrouw noodig
hebben.
die manier het
fsbad voor Alwln.
j- had gezegd..
Alwin drukte op den arm van zijn vrouw
en viel haar in de rede:
„Dat heeft Adèle hem in den mond gegeven...
een reis naar een badplaats, belachelijk!"
Hy reikte Karla nog eens de hand door het
«arapje van haar coupé. „Met vroolijke oogen
terugkomen, Karla
Karla glimlachte met een droeven trek om
kaar mond.
Het was niet den eersten keer, dat zij alleen
OP reis ging naar een gastvoorstelling, maar
toch scheen het haar, alsof het no Iets heel an-
Misschien spaarde men jd d
geld voor de reis naar KaTlsbi
De dokter had gezegd
ders was, iets veel gewichtigers,Telegra-
féer dade'ijk na je aankomst", zei Altmann.
Hy had zich van zijn familieleden verwijderd
en stond een kort oogenblik alleen voor Karla'.s
raampje. Een droevig gevoel overviel hem
X„00g<S WeJde" ™<l- Al" tot hom
zeide. „Stap in, Ernst, laat ons samengaan
WMht hebben. Zooaio h«'
daar stond, zou hij meegegaan zij. Meegegaan
zonder haar woorden af te wachten
„Zeg, Karla...!"
Hy wendde zich om als om de treden van
de coupé te zoeken, zyn oogen glansden.
„Zeg Karla
En de laatste coupédeuren werden dichtge-
?U8ters dron*en ^ch met haar
witte zakdoeken naast hem. „Terug! plaats
daar.. nep de conducteur. Altmann greep
naar zijn hoed. Terwyl de trein langzaam onder
de kap weggleed, de witte zakdoeken naast hem
wapperden, stond vóór zijn geestesoog plotse
ling de dag, toen hy naast Karla aan het ge
opende coupéraam had gestaan en ztf beiden
vereenigd de reis in het onzekere de wyde we
reld in waren begonnen
Karla was treurig. Treurig, omdat de schei
ding haar zoo licht was gevallen, zoodat ztj
buna herademde, toen de trein zich in bewe
ging zette. Alsof er een last vaa haar was
afgevallen.
En als uit verre verten drongen de woorden
van den ouden directeur te Kiel haar in de
ooren: „Denk er aan, hy zal een blok aan je
been zyn, kleintjeje zult moeten sleepen!"
blechts veertien dagen uit allesveertien
dagen aan zichzelf te kunnen denken, slechts
aan zich en wat zy diep in haar innerlijkst
wezen verborgindien Gaudlitz ook al ver
weg was, in een ander werelddeel, zonder af
scheid en groet in de verte bleefzy ver
wachtte bevend het oogenblik, waarop zy in
zyn zuster iets van hem hoopte terug te vin
den.
Langzaam rolde de trein over de rails der
binnenstad.
Karla ging voor het breede raam van de
gang staan. In het flikkerend licht der boog
lampen liepen de menschen en verdrongen el
kander. Zy kromp plotseling ineen.
Van achteren werden haar armen zacht om
vat. Een rozengeur omgaf haar opeens.
„Mevrouw KarlaV.
Zy slaakte een licÏF)Wkreet, werd bleek en
rood.
„Graaf Gaudlitz....y U hier?.,
gaat u naar Weenen?.).
nen?"...
„Niet naar Weenen, mevrouw Karla... maar
als het mag, tot aan het Schlesische bahn-
hof
nu
met mij naar Wee-
Of hy mocht. Zy trok hem de coupée in met
de bloemen in zyn arm. Zy lachte weer, haar
ouden, vroolyken lach.
„Vertelt u m(j toch... zegt u my... sedert
wanneer bent u hier?.. Hoe wist u, dat ik in
den trein was?
„Dat was niet moeilyk, mevrouw Karla'
Waartoe heeft men een zuster, die met het
spel van een zekere Karla König geurt op haar
muziekavonden Zy kon het rustig doen, want
ik had mij in hefVmestynzand begraven. Ik
was niet gevaarlyk. Zuodoende kreeg ik alles
te hooren, zelfs het uur lan aankomst in Wee
nen, en daar ik niet naar Weenen mag komen,
verliet ik Egypte om u van de Friedrichstrasse
naar het Ichlesische bahnhof te vergezellen..."
Zyn gelaat was gebruind, hy zag er zoo op
geruimd, zoo sterk en jong uit, als op dien
eersten schemeravond in de Thiergarten.
Zy voelde zich buitengawoon gelukkig; zy
hield de rozen voor haar oogen, voor haar ge
laat, opdat hij niet zou zien, hoe vochtig haar
oogen glansden. En zy vond ook geen woorden,
zoolang zy samen waren, maakte zy geen be
weging.
Als verstyfd was zy door dit nieuwe jube
lende gevoel van geluk, dat noch verlangen,
noch spyt, noch een gisteren, noch een morgen
kende.
Onder het ratelen der raderen en het gele
licht der half bedekte lamp zei Graaf Gaudlitz:
„Ik heb je lief, Karla en wil wachten, totdat
je de kracht zult hebben van alles afstand te
doen, wat je nu gelukkig maakt en drukt. Dan,
Karla moet je myn vrouw worden.
Hy bracht haar hand aan zyn lippen en voeg
de er zachter en dichter bij haar oor aan toe:
„Ik zeg het je nu reeds, opdat je zult weten,
Karla, hoe ik het bedoel. Ik verlang nu geen
toestemming en geen belofte, omdat ik weet,
dat je tijd noodig hebt voor datgene, wat je
doen moet. Maar laat my niet tè lang wach
ten."
Karla trok haar hand terug, die hy met een
warmen druk vasthield. Zy was zeer bly en
haar lippen beefden.
.,Ik heb een kind, Graaf Gaudlitzmijn
kind verlaat ik niet
„Je kind zal het mijne zyn, Karla"zei
hij met vaste stem.
Zy schudde levendig met het hoofd, haar
oogen fonkelden in haar bleek geworden gelaat.
„Hij geeft het niet over... nooit... dat doet
hij niet."
Hy stond op en greep naar zyn hoed. Zy
hield hem bij zyn jas vast.
,Ga niet heenga nu niet heensta
melde zij.
Kalmeerend, zacht maakte hij haar vingers
los.
„Wij moeten kalm blyven, Karla... heel kalm,
terwille van onze toekomst! En waar ik voort
aan mag zijn zal ik wachten."
Zö stond op, wankelde, viel op de kussens
van de coupé terug. Het was, alsof vurige
raderen voor haar oogen dansten.
Zy voelde den druk van zijn hand niet meer,
zag niet meer, hoe hij zich onder de smalle
coupédeur bukte, hoorde zijn snelle schreden
niet in de gang.
Toen zy tot zichzelf kwam, uit de verstijving
van haar diepste smart en haar hoogste geluk,
suisde de trein tusschen bevroren waterplassen
en besneeuwde akkers den donkeren nacht in...
Graaf Gaudlitz liep rechtop en vastbesloten
door de menschenmenigte op het perron. Hij
merkte niet, dat een klein elegant heer in
korte pels en hoogen hoed op het witte haar
hem snel voorbijging.
Nu was haar vader toch-naar het Schlesische
bahnhof gegaan om de kleine nog alle goeds te
wenschen... zonder iemand van haar aanhang
te ontmoeten... en moest nu juist dien verdui
velden kerel, dien Gaudlitz zien, toen die uit den
trein stapte Hy stak boos de twee rozen
met lange stelen in den zak van zijn jas en
maakte rechtsomkeert.
Vorstin Alice Reichenberg schreef een langen
brief aan haar broer. Er stond veel in over
Karla: „Geheel Weenen spreekt over Karla
König; zy heeft een ongehoord succes gehad en
heeft haar gastvoorstellingen nog met veertien
dagen moeten verlengen. Geen modezaak die
niet haar oudste hoeden onder haar naam
in de mode brengt. De koetsiers vóór
haar hotel in de Weiburg gasse vechten om de
eer haar te mogen ryden. Bösendorfer heeft
haar een prachtigen vleugel ten geschenke ge
geven, de aartshertoginnen geven soirées,
waarin Karla de grootste attractie is. De voor
naamste bladen geven verslagen over haar. Zij
is beroemd, zy is populair, se wordt bewonderiT
het hof gemaakt, bemind. En z(j doet er in 't
geheel niets voor: z(j zingi, zegt een paar
vriendelijke woorden niet overmatig betee-
kenisvol en niet overmatig origineel; maar
zooals zij ze zegt, wint z(j er ieders hart mee.
Zy staat daar alt(jd als een, die van alle kan
ten bloemen worden toegeworpen, en die ze
allemaal wil opvangen, geen op den grond wil
laten vallen, noch laten vertrappen.
Dat merkt ieder en dat is haar grootste
bekoring. Men moet met haar ingenomen zijn,
moet het haar steeds weer toonen, want haar
vreugde heeft iet» verwarmende en gelukbren
gends. Zelfs m(jn groote en mijn kleine Rudi
zyn onder haar betoovering. De kleine graaf
Doczy heeft z\jn hoofd heelemaal verloren. Z(jn
mama kwam eergisteren-Jt»y mü en vroeg heel
naief, of men Karla ftönlg herland niet zou
kunnen uitzetten haar jongen was gewoon
krankzinnig geworden, zou maar opeens met
gravin Löwenstein hebben gebroken, ofschoon
hy wist, dat de uitzet al b(j Braun was be
steld.
Gisteren zag ik de gravin met de Doczijs in
de opera; zijjivierp Karla het bouquet op haar
corsage toef Ik geloof, dat z(j haar den kleinen
Doczy het liefst zou hebben nageworpen, on
danks z(jn groote bezittingen in Bohemen. Toe
spelingen, die jij maakt, mijn beste jongen, ver
vullen mij met groote zorg. Al was je sterk
genoeg, de moeilijkheden te overwinnen, die
haar familieomstandigheden meebrengen
maar hoe zal je 't klaarspelen Karla uit haar
tegenwoordige triomphen te rukken? Je ver
mogen zal haar niet verblinden zij heeft
een vermogen in haar keel. Je naam? Er zijn
veel aardige gravinnen Gaudlitz geweest, maar
niet veel Karla Königs... Bovendien: je hebt
een stad tegen je, mijn beste Hans Jochen!
Weenen zou in haar tegenwoordige dweperij
met Karla König den man stenigen, die haar
wegvoerde. Er worden zeer ernstige onderhan
delingen gevoerd tusschen de Weensche en de
Berlijnsche opera om Karla nu aan Weenen
te verbinden. Karla steunt deze onderhandelin
gen krachtig door een groot aantal persoonlijke
relaties. Er is haar blijkbaar alles aun gelegen
hier te blyven. Wat jou betreft, je zult be
grijpen, dat ik elke bemiddeling moet afslaan,
zoolang de verhoudingen niet zuiver zijn.
naam wordt niet tusschen ons genoemd mag
niet genoemd \vorden, vóórdat Karla innerlijk
tot een besluit is gekomen"
Gaudlitz glimlachte, toen hij dezen brief la».
Zyn naam werd niet tusschen de twee vrouwen
genoemd. Hy had niet gedacht, dat Karla zich
zóó zou hebben kunnen beheerschen en dit zei
hem meer dan wanneer zy hem op haar open
hartige kinderlijke manier voortdurend op de
lippen had gehad.
En het was nog van. meer beteekenis voot
hem, dat zy an Weenen wilde blijven, dat zü
besloot tot een scheiding met haar verwanten.
Toen hy dat in de schaakclub, onder het
zegel der geheimhouding, als een „gerucht uit
Weenen" aan haar papa vertelde, glinsterden
de blauwe oogen vun den ouden heer voor
i eerst vriendelijk: „Zoo... gelooft u dat?
dat zou wenkeliyk mogelijk zijn, hm--- Uitne
mend, zeer verstandig-eindelijk eens--- ein
delijk."
Papa's wangen gloeiden, hij verloor na en
kele zetten de partij.
Beschermend liet hii aich door Gaudlitz een
paar strnten vergezellen. Plotseling bleef hij
staan
„Ik hoorde, dat u uw renstal gaat verkoo
pen, graaf GaudkLtz--. verhuist u misschien
naar Weenen?"
Daar was hy iweer-, die harde blik, die de
oude man kon hebben.
Gaudlitz schudde lachend het hoofd.
„Ik? naar Weenen? Neen, ik verhuis in
't voorjaar naar myn landgoed in Fommeren
en ga van myn rente teven."
„/zoo eoo...
Heel vriendschappelijk schudde Papa h«m
(ie hand.
Gaudlitz is toch een kranige kerel. Hij ging
vóór hem staan en greep den graaf by de
knoop van zyn jas.
,;Onder ons gezegd, graaf, alles is maar een
springplank in 'het leven. Als men die maar
goed benut! Mijn dochter zal het nu hoop ik
ileeren. Geen banden noch ketenen noch Bil
den linten. Een kunstenares moet vrij zijn, ge
heel vrij., een blinkende ster daar in de hoog
te-. voor allen. Myn dochter kan beroemder
worden dan Patti. Goeden nacht."
Hüj drukte hem vluchtig de hand en sloeg
met tiileine veerkrachtige schreden een «ij-
straat in. Gaudlitz trok aan zyn hoed en staar
de den kleinen sierlijken heer een beetje ver
bluft na. (Drommels ja. Als men dat zoo in
dacht: een Gaudlitz millionair... en de voor
malige dansmeester kon het als een mésal
liance voor zijn dochter (beschouwen, als ey
hem trouwde. Eén ding was hem in elk geval
duidelijk en dat niet pas heden: met zijn leeg
doelioos leven mocht hij bij Karla niet aan
komen. Hy wast wat hem te doen stond en
zou het met zyn gewone doortastendheid ten
uitvoer brengen. De oude rentmeester op zijn
landgoed Pinnow zou zijn beste leermeester
worden. Omdertusschen volgde hij nog 1 and-
hui.shioudkundige voordrachten. Hij bezocht de
vrienden van zyn vader op de omliggende
landgoederen. Zy hadden zyn drang naar rei
zen aLtyd afgekeurd. Zyn nieuwe ernstige
plannen zouden hen verheugen. Hy stond voor
het telegraafkantoor. Zyn ingeving volgetui
schreef hij als eerste levensteeken sedert véle
iweken het telegram aan Karla: „hoe ook en
waar ook ik wacht."
Zonder onderteekening, «onder 'groet,
der verzoek om antwbord.
probeerden Schmerzchen voor een giebelend
gesprek in een hoek te lokken; anderen haal
den den neus op, (pochten:
„Mijn papa is kapitein", of: „Mijm vader
is geheimraad", of: „Mijn muma neemt mij al
tijd mee als zy 's zomers op reis gaat."
Daarnu gebeurde het wel, dat Schentchen
het eene poi tret na het andere van haar mama
bekeek. Zy vond hare moeder buittingowoon
mooi. Vooral dat met het lange, golvende haar
op haar rug. Schmerzchen begreep alleen niet,
wkarom het haar zooveel lichter was.
Tante Lis zeide dat het een pruik was
liet haar zulk een pruik voor het raam van
een voornamen kapper zien.
Daarna keek .Schmerzchen het lie4at naar
t portret van mama, dat op pap'as schrijf
tafel stond. Daar was niet zoo mooi, maar
zij lachte zoo aardig en had zulke lieve oogen
Waarom gaan wy niet naar Weenen? naar
mama?" vroeg zij eens op die ernstige, on
verwachte manier, die haar eigen was en Jaar
door de volwassenen op hot eerste oogenblik
altijd in verlegenheid werden gebracht wat
haar te antwoorden.
Altman trok zijn dochtertje op zijn schoot.
Waarom niet?...
Enkele maanden geleden was hij er ge
weest In de elegante driekamerwoning, in
de Khrtnerstrasze was voor hem geen plaats
geweest Hy (had in een Hotel moeten logee-
ren.
Karla had duizend verontschuldigingen ge
stameld, had hem de hand gedrukt en hij had
de acht dagen, tot drie ingekort Er was iet»
heel nieuws en vreemds tusschen Karla en
hem. Als hy „kindlief" zeide, was het hem
vaak alsof hij werkelijk slechts haar oude
vriend was, niet meer haar man. Elke Uèfko-
ziog ontweek zy. En toch was zy lief en goed.
Zy zette een appeltaart op tafel die zy zelf
had gebakken, zooals zy met trots vertelde.
Haar kleine huishouding liep op rolletjes. „Wat
heb je je uitgesloofd..."
Zy kleurde en knikte.
„Ja, dat heb ik wel moeten leeren. Ik kryg
veel bezoek en de menschen zyn hier verwend.
Nu en dan moet ik hen eene uitnood',gen
Het hart van Altimaim klopte hem tot in de
keel.
„Wie komt er dan alzoo by je?"
Het scheen hem een listig uitvragen toe.
Maar zy antwoordde onschuldig, zonder zich
te bedenken, noemde de namen.
Hy vroeg verder:
je beschermvrouw, Vorstin Reichen-
beyg?"
Nu bedekte een donkere blos haar gelaat.
„Ja... die 'komt ook nu en dan zoor zel
den. Dat kan je je wel voorstellen... zulk een
voorname dame..."
Hy sneed de appelkoek in steeds kleiner
stukjes, maar vergat te eten.
„Is haar broer hier... hoe heet hy ook weer,
graaf Gaudlitz, geloof ik...!"
Nooit was een moment hem zoo moeilyk ge
vallen en hy waagde het niet haar aan te ky-
ken. Hy hoorde slechts hare stem, een byzon-
dere diepe, warme stem.
,lk heb Wem sedert ik in Berlyn was niet
meer gezien... maar zyn zuster heeft my ge
zegd dat hy op zyn landgoed in Pommeren
Schmerzchen wasde eerste in haar klasse.
Haar schrilten zagen er altyd het netste uit,
haar lessen kende zy het beste. Zy had een
manier haar onderwijzeres aan te zien die
deze aid t ware dwong slechts tot haar te
spreken.
Wamt Schmerzchen, dde er thuis aan gewend
was hoofdpersoon te tym, wilde in de school
niet van dit voorrecht afstand doen.
Schmerzchen had een zeer ontwikkeld eer
gevoel en was onbeschryfelyk nayverig, maar
zy was ook gesloten en moeilyk te winnen.
Zy had geen vriendin en leed daaronder.
Maar zy kon er niet toe besluiten, haren arm
om een meisje te slaan dat zy niet werkeiyk
liefhad. Doch tot liefhebben kwam het niet,
omdat zy voor hoogmoedig doorging, en als
een „model" werd aangehaald.
Haar poging om vriendinnetjes by zich te
vragen, gaf zy spoedig op, ofschoon tante Lis
voor de lekkerste koeken en de heeriykste
chocolade had gezorgd.
De meisjes waren te nieuwsgierig en dwaas
met hun vragen; zy wilden het in 't geheel
niet begrypen, dat haar mama niet by haar
was, maar in 't buitenland vertoefde. En dan
nog wel een mama die aan 't toon eel was...
een toooeelepeel»ter.
„Mama zangeres, geen tooneelspeelster",
zeide Schmerzchen, met een trotech naar ach
teren gooien van haar hoofdje.
„Och, dat is toch hetzelfde."
Al het burgerlijke van deze kleine me is jee
kwam aan de oppervlakte. Afgezaagde en op
gevangen woorden kwamen over hun onschul
dige kinderlippen en maakten hen oud.
Enkelen vonden hei belangwekkend, zalig,
Hy wilde het nog eens hooren dit „ik heb
hem niet gezien sedert ik in Berlyn was"
maar hoe zou hy het aunleggen dat z(j het
nog eens zeide Zyn handen werden koud en
klam.
Zy belde het dienstmeisje om de koffie te
brengen. Zelf haalde zy de cognac uit het li-
keurstel.
Hy zag hoe haar hand «enigszins beefde
toen zy' inschonk.
Hy durfde niet verder vragen.
Later liet zy hem ternauwernood tot bezin
ning komen, sleepte zy hem door de musea
en theaters, den Kahlenberg op en naar Schön-
brunn.
Zy was onvermoeid, spraakzaam, vrooiyk,
opmerkzaam. Maar operas sprak zy over het
kind met dien bevenden klank <van vnnig ver
langen in haar stem. „Ais je my Schmerz
chen gedurende een paar maanden een paar
weken... zoudt willen afstaan?"
Zy stak daarby haar arm door den zynen.
Haar bloeiend, frisch gelaat, raakte zijn
wang aan, de geur van haar bruin haar drong
tot hem door. Zy werd bleek van opwinding,
terwyl haar oogen smeek owl op hem gericht
bleven.
Hy richtte zich in zyn volle lengte op on
zijn mondhoeken trilden:
„Zoolang je hier bent moet je je het maar
ontzeggen... het is nog niet opgewassen te
gen sterke, nieuwe indrukken."
Hy zag het haar aan dat zy wilde uitroe
pen: „Dait is niet waar... het is maar een
voorwendsel 1"
Hy wachtte er op. Want hy wilde het toe
geven. Het -was een voorwendsel! Het kind
gaf hy niet af. Dat zou haar toot hem terug
brengen zou haar voor altyd aan zijn zyda
houden!
„Of moest hem tot haar terugbrengen! Hy
was op dit oogenblik bereid, Berlyn en „zijn
verwanten" te verlaten als zy slechts een
woonl zeide! (Maar één woord. Louise moest
weer naar Adèle trokken, moest zien hoe *U
het klaarspeelde hy behoorde by Karla,
zooals Karla by hem hoorde. Zy was de moe
der van zyn kind. Het kind moest haar weer
tot hem brengen hier of ginds 1
Karla trok haar arm uit den zUnen. De
herfstzon straalde. Gele bladeren vielen rit
selend van de iboomen, en de hemel welftle
zich Woedblouw met een violette tint boven
de op een afstand gelegen stad.
Daar werd een overmoedig lachen verno
men. Een jonge mannesten, riep: „...ik zal
wachten wacht... ten...J"
een klank een beeld. Ginds ver in Pom
meren was ook een die wachtte... wachtte op
baar.
Karla kromp ineen. Het was maar een woord
.Zy had hem lief.
Nooit had z(j het zoo gevoeld ale nu en *y
stamelde: „Je kunt my myn kind toch niet
onthouden-myn kindl"
Hy antwoordde hard; hy wist niet vanwaar
hy de kracht kreeg tot deze hardheid:
„De plaats van het kind is in het ouderlijk
huis. Wy hopen niets vuriger dan dat je weer
komt"
„Be ben toch gebonden-dat weet je..."
,Dr ia toch verlof vacantia. Het kind
wacht op je."
zy wankelde terug, stiet met haar hoofd te
gen een boomstam, wendde zich af en weende.
Hy liep heen en weer op het zachte mos,
boorde zyn stok in den lossen grond, z(jne lip
pen trilden, zyn wenkbrauwen...
„Wy (moesten nu naar huis gaan, vind ik."
Hy glimlachte bitter. „Naar huis gaan!"
Hy naar zUn hotelkamer, zy naar haar
woning. Zy drukte haar zakdoek tegen hare
oogen, haar lippen glooiden.
Koude, grauwe schemering daalde neer.
Het was doodstil in rond de stad lag
▼uil grijs en doodach achter rook en nevel ver
scholen. Karla's rokken mischten zijdeachtig
onder den eenvoudigen mantel.
„Laat ons gaan", fluisterde zy toomiooe.
Zy begonnen den berg af te daden. I*ng
zaum, daarna werdqn hare schreden steeda
sneller, als wtilde z(j het duister ontvlieden,
dat uit het bosch op haar toekroop. Zy spra
ken geen a-oord. Alsof *y bang waren
den te zeggen en te hooren, die alles tusi
hen zouden verbreken. Pas in het rijtuig
brak Altmann het stilzwygen.
„Ik reis morgen vroeg naar huis. Moet ik
iet* overbrengen?"
H4j kon niet grien hoe bet bloed uit hare
wangen wegtrok en hy hoorde het beven vaa
haar stem niet door het geratel van het lij-
tuig.
„Morgen vroeg reeds?"
Maar zy hield haan adem in.
„Morgen moet ik zingen
„Ja... dat weet ik."
Dat zou hy niet kunnen. Haar als een vreem
de op het tooneel te zien staan. Hy kon zich
ook niet verheugen over haar succes. HU ver
moedde maar al te goed wat dit succes hem
kostte.
Maar zy vroeg hem met haar mede n^ar
boven te gaan. Zy had allerlei gekocht -^Voor
de schoonzusters, voor Vicki, vooral voor -
Schmerzchen.
Hy weerde met gefronste wenkbrauwen af:
„Dat alles is veel te kostbaar... Je hebt de
omstandigheden vergeten. Voor Vicki althans."
V3cki BÖlkel ruiachto in z(jde en fluweel,
sedert haar Bodo opdrachten had. Zyn eerste
huis had overbluft.
Men begon zelfs reeds van een Bölkelstyi
te «preken. Hy begon school te maken, sedert
hy een gefortuneerd en deelnemer had gevon
den. Het heette dat hy een schouwburg zou
bouwen. Vicki sprak over niets anders. De
Bolkels woonden tegenwoordig buiten in het
pas nieuw gebouwde huis aan den Kurfürsten-
dam-.
Zy hielden twee dienstmeisjes en een nurse.
Toch kwam het nog voor, dat Vlcld haar moe-
er om ©enige goudstukken vroeg. Er went
niets opgeschreven en berekend. De kas wa
ren de Ibrieventasschen en broekzakken van
Bodo Vólkel! Vicki had geen idéé van zijne
inkomsten. Maar omdat hy haar de briefjes
van honderd over tafel toewierp, leefde zy er
maar op los tot het op was. Het kwam wel
voor dat hy, zonder haar vooraf te waarachu-
wen uit de stad ging met de „kas" natuur
lijk. Kwam zy niet uit tot zyn terugkeer, dan
werdeh de ouders <xm geld gevraagd. Zonder
er vender veel by na te denken en er zich
zorg over te maken.
Maar zelden had zy iet» teruggegeven.
Zy zou zich in elk geval over de mooie och-
terwljapoiv. verheugen. Altmann had haar op
een ochtend in een ouden rok en afgedragen
blouse verrast en daaruit opgemaakt, dat het
voorloopig nog niet voor alles voldoende was,
ir dat het gold hoofdzakelijk voor uiter-
leden gebruikt werd.
maar -
lykiheden t
En daarby zat Altmann toch weer aan don
avonddisoh m Karla's woning. Zy had hem
met wog laten gaan. Alsof zy hom doze laat
ste hartelykheid nog wilde bewyzen, eer h(|
wegging. Zy zeide aarzelend en van kleur ver
schietend
,jMyn leven kost zoo weinig ik heb steeds
zooveel geld over. Je behoeft my slechte te
zeggen of je thuis meer noodig hebt. Ook voor
I-rit»... Zoo'n jong luitenant geeft ook wel
eens gaarne wat uit."
Altmann kon byna geen stuk door zyn keel
krygen. Hy vroeg zich af waarom hu toch
hier was gekomen, waarom hy zich aan deze
kwelling had blootgesteld. Waarom hy haar
toen niet reeds flinker had aangepaktreeds
toen zy hem het telegram zond: „Contract
met Berlyn in der minne geschikt, blüf ia
Weenen." h
Dit telegram was als een doffen slag op
bem neergekomen, en hy had niet geweten
wat te doen. Daarna had hy besloten om af te
wachten, wat er verder nog van haar zou ko
men. Maar er kwam niets. Slechts iedere 2 we-
ken het verzoek: „Zend Schmerzchen naar my
toe! En van tyd tot tyd kaarten aun Luise,
aan Alwin aan hem zelf. Courantcnuitknip-
6 8 ,~£eU\ »®8Ch©nken. en zoo zelden een
brief Een brief die niets ophelderde, slechts
naakte feiten bracht of een hartstochteiyke be
de om het kind.
En nu weer slechts de vraag: Wat heb je
noodig? Hebt gy allen genoeg?Alsof zy
zich met dit alles van hem af wilde koopen
Hij streek met de vlakke hand heftig over 't
tafellaken.
„Zoo'n jong luitenant moet zich maar intoo-
men. Dat heb ik hem geschreven. Voor eens en
voor altyd. Wy leven eenvoudig. Ik zou het uit
myne eigen middelen kunnen bestrijden, als
Fritz niet... en de woning..."
Zyn keel werd als dicht geknepen en hy ver-
volgdé haastig: „De woning zou ik willen be
houden. Ik heb nu een tooneelschool en heb
ruimte noodig."
Hy dacht: „En ten slotte vindt je thuis..."
Maar hy zei het niet. De ontroering beklem
de zijne keel. Zy staarde echter op de tafel en
kneep hare handen in elkander.
De minuten geleken eeuwigheden.
Natuurlijk houd Ik van alles boek, wat je
stuurt. Wat aan 't eind van de maand over-
blyft gaat voor een deel naar de spaarkas,
op naam van Isolde, voor een ander naar eene
verzekering. Wanneer zy Uintig jaar is, wordt
haar een aardige som uitbetaald. Daarmede
kan zy dan iets beginnen of trouwen... in 't
kort, zy kan haar leven naar haar wensch In
richten..."
Karla zag hem met groote, vochtige oogen
aan.
„Dat is mooi van je, ErnBt..."
Hy schudde zyn hoofd.
„Neen, dat spreekt vanzelf. Daarvoor z(jn
de ouders op de wereld. Dat is noodweer tegen
het leven. I)at leert men aan voorbeelden.
Zyn toon werd steeds weer onderrichtend,
zonder dat hy dit wenschte. En deze toon
bracht haar tot de werkeiykheid terug.
„Aanstaanden zomer zing ik in Bayreuth
weet je dat al
Zy zei het heel plechtig. Wat was cr voor
haar dan ook gewichtigers op de wereld dan
haar kind, hare liefde en Bayreuth
Dat waren de hoogtepunten van haar leven,
waaromheen al haar verlangens, al hare ge
dachten draaiden. Bayreuth dat had ze nog
willen beleven voor zU aan het wachten een
einde zou maken.
Bayreuth zou eed afscheid en een weerzien
wenschen een schitterend einde en een zalig
beginen!
Maar zU bracht niets van dat alles over hare
lippv-
Hy merkte hare ontroering op. Begreep hy
goed of verkeerd Hy greep hare handen,
drukte ze aan zUne lippen en ging weg.
Zy verroerde zich niet, leunde doodsbleek te
gen den muur. Had h(j begrepen? Of had hy
hoop gevat eene hoop, die zU niet verwe
zenlijken kon...?
Den geheelen volgenden nacht was hy opge
bleven. Was by Ronacher gaan zitten en had
König champagne gedronken, was naar
Schrammelen gereden en toen van café tot ca
fé, tot den vroegen ochtendstond. Daarin had
hij sieh in xyn hotelkamer op zyn bed gewor
pen en waa 's avonds naar de opera gegaan.-,
geheet boven, „in den enjte\«nbeV
enthousiasten sl«h elkander aandrongen.
(Wordt vervolgd).