lllllllilllllllli Oe romai NIE1 ■I Ditl BUI Adverteert in dit B!ad. FEU I A. BRINKMAN ZOON BERGAN KERK 8 Ho 141 ALLE DRUKWERK „DE KERMISMEID”, (Schets met zang uit het Hollandsche Kermisleven en het Amsterdamsche Kamertjesleven in drie bedreven van HERMAN BOUBER, schryver van „DE JANTJES". j ns; •H» e MARKT 31 - GOUDA-TEL. 82 9120 295 319 545 I «I SPORT. Onze Geil ll NIEUWE SCHOUW» URG. een de Christus, de eenige Abonneert U op dit Blad. sigaret tusschen zijn Zij slot en zjjn (Wordt vervolgd.) Illlllllil BBS"! ELECTRISCHE DRUKKERIJ 'eaderde jS dunne Tooneelgezelschap „DE PROVINCIESPELERS” A1& gast: BAREND BARENDSE, de bekende Ainsterdamsche Tooneelspeler. z Oordeel der Pers: Barend Barendse: een tweede Louis Bouwmeester. spro- en Het groot te immer bloei Rl uit Mevicuw A, 13 en zegt lan rai, kol ‘Ikaar loslaten, i ABC per kv France Aboi by om On» Redact k, S nen srve INGEZONDEN. (Buiten orantwoor<ieh,ikt-.wi der Red.) ïggen, 1 wer- r ziel, waarop woord„Dood liken, 1 löor liet 3337 2539 4705 6782 Leven! oniergrtf anïSainw jucheul Vader." r lippen. Zij i zieke in Zaterdag 15 October 1921. premie van 3000. 1108. uw^.v.egen van citroensap irin rijst gekookt wordt, ivjtin bevorderen en de kofjr tkelyk van ADVERTENTIEN. De Heer en Mevrouw KORTENOEVER—VERWEY 'je tuigen hun hartelijken dank voor de vele blijken van be langstelling by de geboorte hunner zopier- I willen “•Het toevoeg waai daarvan makkeiy eengebnwht, uit de rede, gehouden door den burgemeester van Bergambacht, in de jongste raadsvergadering hebben wij allen kunnen le zen, hoeveel er nog noodig is. Laten wy toch niet achterbiyven en ook onze liefdegaven als nog schenken. Wie neemt in onze Met vriendeiyken VLUG EN TOT BILLIJKEN PRIJS i geschied wordt dat kan niet an- lyne gerechtigheid zichzelf geen ge- God wor- Is, nestelde lichaampje gemeente het initiatief? dank voor de opname, Uw abonné V. .ail het water 1 de witheid is zullen ge ven tot zijner Spr. den spreekt dan is er dik- benauwdheid in ons en somiwylen of Christus ons gehec» Verwannen, zèüdêr Site 'op de stop 1 over wan iets uit en de Mt verwhrmén dient’,. „Schaap!” z< ®n Erna zweeg „Wat ga je poosje. „Ik werk, zc /an daarginds. Zij wees ovt Noorsch kaste met bontgekleu kleurig wapen: „Dat is de t •chaving. Wie diorgebracht, Crn de geheele •'-en te regeert klein meisje, al morgen in he koorgezang en biervate •btómpfng aan zooals hij zich houtblokken, e op de breede llitz klemde kan men heel versch brood, even gemakkelijk snyden t» ven 3 1—1. Voetbal. Uitslagen G. V. B. 16 October. 1ste klasse-: G.S.V. 1—Woeufen 1 9—0. Gouda 2Alphia 1 46. j Schoonhoven 2Olympia 3 32. O.N.A. 1—Alphen 2 4—1. 2e klasse A: Alphen 3Excelsior 1 41. Zwammerdam 1D.V.V. 1 21. Bodegraven 2Rood Wit 1 00. 2e klasse B: Gouderak 1Goudai 3 31. Olympia 4Rhoda |1 30. 3e klasse A: Gouwsluis 1Woerden 2 12, onder piot Gouwsluis. Excelsior 2Zwammerdam 2 50. D.V.V. 2—-Rhoda 2 1—1. Alphia 2Bodegraven 3 51. 3e klasse B: Zevenhuizen 1—G.S.V. 3 3—3 onder protect Zevenhuizen. Mooid recht 2Schoonhovei Haastrecht 1O.N.A. 3i 3 Olympia l^Gouda 4 14-0. 4e klasje: Gouda 5Zevenhuizen 2 31. Woelden 3Stolwijk 1 50. O.N.A. 4Haastrecht 2 43. Versch brood snyden. Wanneer men een broodmes iets verwarmt, -«---> ..I-L i— zeif4 nOg dampend, als oud brood. e bruine oogen werden nog >rte trillende zucht klonk door De Brand te Bergambacht. Gouderak, 17 Oct. 1921. Geachte Redactie, Tot myn groote verbazing blyven de inge zetenen in onze gemeente geheel ten achter by de bewoners van alle dorpen in den omtrek van Bergambacht, om aan hen, die door den ver- schrikkelijken brand alles verloren, hunne be dragen te schenken. Waarom kunnen ook wy niet iets bijdragen en over hebben voor dege nen, die zoo wreed werden getroffen? Indien het ongeluk onze medebewoners had getroffen, zouden wy toch ook dankbaar voor hulp zyn geweest. Men meene niet, dat er reeds genpeg is bij prijzen van ƒ70. 319 683 1230 3021 3288 4405 4751 6399 8207 8813 9120 11018 11083 13140 13589 18965 14061 14236 14245 14540 18954 19028 20388 20875 21683 21826 22205 zag hen beiden langzaam met ge- over de straat gaan. Zag nog, hoe ■rm door dien van haar man stak, ichreid gelaat toewendde, iets tot i toen, dichter tegen elkaar •nde schreden den hoek om- jyk, ondanks de klove die er Nieten: 550 1238 1339 2343 2706 2748 2851 3086 3250 4671 5250 6268 7563 7827 7845 8846 8871 9067 9377 9907 9988 10045 10386 11109 111^3 11493 11506 12325 12588 12630 13031 13592 14207 14559 14737 16135 16228 16247 16869 17039 17085 17365 17577 17763 17816 18058 18182 18230 19013 19074 19099 19661 19922 20227 20308 20458 20588 20910 21858 22263 22532 22707 22760 22767 22869 No. 12427 ƒ70 ontbreekt. 427e Neder! aiulsche Staatsloterij. 5c kl. Trekking van No. 13162 70 met ƒ400: nos. 8147, 221 ƒ200: no. 8692. 100: no. 4667. Uk Lond« Van gezanten ii fen van den Ri lende Qpper-S lichaam' zal de ïegeerirtgen kei «er beslissing. 1 fi - e 'Fmen gc Jtertijdig pcht e partijen die zul II «n redelHken g Een brin«rij werd gijfltéren den Brhschen Van deni'yolkei de beslissing; et hem en 'afl zijn beste oplossing Hij verwierp me bladen van hei Van den Raad marionetten wai ringen en dat den Óppersten naam. Er iÜ, vo- grond vooridal geeringen\.nebb gelaten en hetz gekomen geval voll BaHóur Ontkennen, Jüat i bonden aan industrie-disl Het personeel van de Siga renfabriek „BORNEO” betuigt hiermede zyn hartelijken dank voor de zeer hartelyke en gulle ontvangst op j.I. Zaterdag, ter viering van den ondertrouw van zynen Directeur. 4638 8 Gliipnu-ml zeil.. I Om zpil mooi glimmend teljrnkkc een theelepeltje parafiné doel waai mee het wordt schqbngemaUkt. van e^n'^flesch vast) zll D& stop vanl-een glazen raasch kap men krygen dóór ijlen hals) tebfjvorwaïzne" dat er tiid is ®m die warmte !r~ te laten gaanjjDe hals zewitiat stop is er uit jte trekken. IWt verwhrmen c gebeuren, daUde weslch niet kan| ritusvlam de flesch WOENSDAG 19 OCTOBER 1921, aanvang 8 uur, Liedjes en muziek van LOUIS DAVIDS en MARGIE MORRIS. Verdeeling der bedryven: le bedrijf: Weggeloopen; de zucht naar Groot-Mokum; 2e bedrijf: Op een kamertje in de Nieuwe Pyp te Amsterdam; 3e bedryf: Terug uit de gevangenis einde van de Kermismeid. Extra geëngageerd: RAF KAPPER. de bekende Revue-Oompère. MARIE VAN BRilNKOiM de bekende Revue-Commère. HENRI ORVAN de bekende Revue-Komiek. Wie herinnert zich niet: Raf Kapper in „Loop naai den Duivel”; Marie van Brinkom in „Dat mag ik wel”; Henri Orvan in: „Amsterdam, je bent goud waart”. Pry zen der plaatsen: Loge en Stalles 2.leden 1.50, Baicon 1.25, leden 1.—, Galery 0.50, ver, hoogd met 10 plaatselyke belasting en 10 auteurs rechten. 4637 76 Plaatsbespreking op den dag der voorstelling van 1012 en 24 uur. bied het je Haar scherp kinderoor verstond iets in haar Vaders stem wat haar met nieuwen hevigen schrik vervulde. Zy sloeg haar armen om zyn hal.* zich met alle kracht van haar teer 1 tegen hem aan. Het was nu volkymen donker en de Vader hield zyn klein dochtertje styf in de armen ge klemd. Alwin Maurer zat in zyn dichtgegrendelde kamer by een groen schemerlampje naar Wee nen te schryven. „Myn lieve Karla! Ik heb met Ernst gesj geschiedde met allen spoed die gy moogt verlangen. Slechts hij U weten: Alle bruggen moe- n zyn, die ons met u en u met ons tot de bonden genezen zyn. Het niets van deze oneenigheid merken. ge u schikken. ternauwernood gelooven, dat je Maar zóó »lyk zyn, dat hy vrede en Dr. de Lind van Wyngaarden verklaarde met brandend verlangen te hebben geluisterd waarin het niet gelykluidende in de Schrift zou hebben bestaan. Spr. wil zeggen by*ver nieuwing te zyn bevestigd in zyn meening van welk een ontzaggeiyke nietigheid de cri- tiek is. Wanneer op grond van de Evangeliën verschillende levens van Jezus zjjn geschreven, dan zegt Spr. is daar geen één by van Ge reformeerde zijde. Voor die nietige critiek wil spr. zyn bybel niet prijsgeven. Integendeel. Spr. blijft Gods Woord getrouw en trotseert de gansche wetenschap, met alle respect voor hen, die met ernst onderzoeken. De weten schap mag zidh niet op den troon Gods plaat sen; zy zelf verliest by haar onderzoek den Christus en houdt niets over dan een vaag beeld. Wanneer Prof. Lindeboom heeft ge vraagd als blykt dat de Evangeliën menschen- werk zyn, wat dan? Dan antwoordt spr.: Dat kan niet blyken. Eerder zouden aarde en he mel uiteenspringen dan dat het Heilige Woon» Gods zou blyken een menschenwoord te zyn. Van het leerstuk der Drieëënheid, door Prof. Lindeboom bestreden, is de H. Schrift vol. Dat is maar niet z<>o uitgedacht. In de Drieëenheid Gods wordt de liefde vervuld en vervolmaakt. Tegenover Prof. Lindeboom's meening dat Jezus is het Christendom, zegt spr.: de bybei is Gods onfeilbaar Woord. Als ik geen bybel heb, dan heb ik geen Christus en hen ik geen Christus, dan heb ik geen Christendom. Spr. handhaaft zyn gevoelen omtrent oh I vergeving Gods door bloedstorting. Omdat Christus Jezus met zyn kostbaar bloed oe schuld der zonde heeft betaald, daarom kan de verloren zoon vry komen. Hetgeen in het Paradys is ons volgens spr. toegerekend; ders. Maar dan wordt ook Zyi toegerekend aan hen, die in rechti-gheid hebben. Wy moeten met den verzoend. Dr. de Lind van Wyngaarden verklaart ten slotte zich niet te kunnen vinden by de be schouwing van Jezus, zooals Prof. Lindeboom die heeft gegeven. De byeenikomst werd door Ds. Kanis met een dankwoord aan beide sprekers gesloten. Voor den aanvang speelde het orgel. N.V. „DE TIJDGEEST”. Trekkingvan 100 nummers tenoversfaan van Nofaris A G. MULIE. 3 Zaterdag 15 October 1921. Prijs van 1CC0 met premie xan 30000 1723 Premie van 3(00 1024'1 40) 92 18477 19741 ICO 3935 Pnlzen van f 90.— (eigen geld) 204 3092 5221 6828 8264 9469 10562 12753 16507 2207 4638 633 7 59 9420 10230 11721 15632 18810 2539 4705 6782 7449 Later a'losbaar 317 2549 5167 6894 10081 13875 15976 17200 18783 586 2694 5510 7130 10535 13958 16229 27 19045 1231) 3099 5815 61 92 14246 42 18250 19222 57 3882 68 7359 10884 14318 51 60 20118 1683 4188 6041 7610 11497 14578 16592 18561 20685 11'57 4599 6139 8744 11839 15201 16717 18629 20748 4720 95 8924 12232 49 16960 99 Ö986 2164 5040 6352 10038 12620 15556 17142 18707 94 Vorige lij t stond 82S 590 %iz 8 85 11172 mz j 117b 112.6 mz 112^2 In de schoorsteen knetterden nog een paar groote houtblokken, ofschoon de Aprilzon brandde op de breede spiegelruiten. Gaudlitz klemde een sigaret tusschen zyn sterke witte tanden. „Als wy getrouwd zyn, nemen wy een jaar den jongen van je over. Je zult eens zien, Alicehoe die op Pimon zal aansterken! Den heelen dag buiten boeken het raam uit, lucht en licht Hy kan dan ook dadelyk met Karla een ry- cursus by my volgen. Een schandaal, dat'de jongen nog nooit op een paard hééft gezeten. Vorst Reichenberg slenterde naar binnen. „Ha, dat is flink»-.... een kopje thee komt net van pasHoe gaat het met den jongen De verpleegster wou my niet binnen laten, hy slaapt, zegt ze.” „Daar wordt hy gezond van!” „Maar jaAlice behoeft niet zoo bang te zyn. Wy Reichenbergsche jongens zagen er niets beter uit op dien leeftyd.... Dat zit in de familie. De professor, dien wy geconsulteerd hebben, heeft óók gezegd: Als de jongen maar eerst over zyn twaalfde jaar heen is, dan is er heelemaal geen gevaar meer Reichenberg ging bij de schoorsteen staan, lachte ironisch. Ik wil het gaarne gelooven, Hans en Karla dat wordt een ander geslacht Vier weken geleden was Karla wettig ge scheiden. Het bericht had in de dagbladen ge staan. Er was een groote dichte stofwolk langs haar omhoog gestegen. Karla’s pprtret prijkte weer op de eerste bladzyde vanialle geïllustreerde bladen. In hun archieven hadden sommigen nog een portret van Gaudlitz uit zyn sporttyd. In médaillon- vorm met een veelzeggende teekeningf erom- heen gingen nu hun portretten in café’s en hotels en in leeskringen van hand tot hand. „l’-T,- ken. Uw wil allen nadruk, één ding laat ten afgebroken z verbinden tot kind mag Hierin moet Ik kan het voor ons een vreemde zult worden, zal het alleen mogelyk zyn, jij een nieuw geluk ontvangt. Ei' blyft dus my niets anders over dan je te danken voor de uren, die ik in je gezelschap heb mogen doorbrengen. De herinnering daaraan moet my tot een fakkel zyn, die helder en troostvol de duister nis der toekomst verlicht. „Dat is immers véél te véél," fluisterde Adèle haar zuster toe. Behalve zy merkte niemand net, of het veel of weinig was. Bij de derde hap vleesch vielen Altmann’s mes en vork op zyn bord. Luise legde haar hand op zyn arm. „Is dat alles?” „Ik kan niet ik kan niet meer HÜ ging achterover liggen in zijn stoel drukte beide armen tegen zyn borst. Niemand kon meer eten. Alwin Maurer zei zacht: „Spreek... of zal ik het zeggen?... Adèle weet het trouwens al... Adèle zocht naar haar zakdoek; haar knieën beefden, haar stem trilde. „Myn arme Ernst... ik weet het. Het is afschuwelyk is het ik heb het al aan Alwin en Luise gezegd. Afschuwelyk! Ondankbaar..." Altmann sperde zyn oogen wyd open. Was dat alles, wat zy te zeggen had? Ondankbaar? Afschuwelyk? Hy verloor alle zelfbeheersching en schoof zyn bord woedend weg. „Ik wil zulke taal niet hooren; die woorden zyn hier niet op hun plaats!” Zoo sprak men over een dienstmeisje, dat na jaren zonder eenige reden den dienst op zei... maajiover zyn vrouw?over Karlu?... Afwin voer uit: ,Juht wy, Adèle Adèle haalde mei en kort adem. „Juist wy..»” dot trof haar. Trof haar als een dolksteek. En als Alwin daarbij wist, dat misschien op dit ©ogenblik Fritswat zou van haar wor den, als zy het hoorden! aan welk een veroot moediging zou zy worden blootgesteld! Alwin Maurer keek treurig naar zyn schreiende, bevende vrouw. Een mislukking was zijn leven geweest een mislukking van het eerste begin af. Héér mocht hij geen schuld geven. ,,Kom Adèle, Ernst zal rust willen hebben...” Altmann hield hem niet terug, vermande zich echter, stond op, deed hen uitgeleide tot aan de deur, ging naar zyn kamer, voor het r hel u.wwW„,c-ui!itric1 door regelingen, deze moeielijkh zullen worden, hun gewone v< van eigenbelang werp kunnen volgens hetwelk dat de Duitschi belangen bij dt zijn verwaarlooi baar uit het o zouden zijn voo en ook uit het hun best te do< mislukken. Ik kt len, die meer z- Balfour zette kenbond in dit er gedurende ee vitgewerkte voo zouden worden aan de Duitschi zou een method wegen in het gt en fabrieken on< blijven. Geen worden toegesti Duitsche munt het Poolsche de periode van 15 ongen gemaakt, zijde der grens gebruikt, zon< terugkomt?” Haar ernstige grooter. Een kor de stille kamer. „Is Mama dood?” Haar teer fyn stemmetje sloeg over. Alleen als de moeder dood was, zagen de kinderen haar nooit terug. Dat had zy op school geleerd, waar dan de kinderen in rouw zacht fluister den: Moeder is dood! en weenden, de juffrouw streelde haar dan over wangen en haar. Dat was vreeselyk treurig! Maar óók verheven. De kinderen zeiden, dat Moeder nu een engel was en aan hun zijde zweefde als behoedster. Dat was wel treurig, maar toch ook* verheven! Altmann drukte het fyne kopje tegen zyn borst. Doodneen. Hy kon het kind niet eens met dezen vromen leugen troost geven. Een portret van Karla in een tydschrift een woord, dat het kind opving... nu of later... „Neen, kind... je Moeder leeft.” Schmerzchen kroop op haar vaders schoot en zei: „Dan komt zeIk weet hetik heb haar een brief geschreven. Lieve, lieve Moeder, kom toch by uw Schmerzchen. U zult zien, Vader, dat zy komt Een Moeder, die niet kwam, als haar klein dochtertje haai' riep, die bestond toch heelemaal niet. „Je moeder krygt een ander dochtertje, an dere kinderen” „Andere kinderen Zooals zy andere poppen kreeg? Nieuwe mooiere? Zij gooide dan de oude weg! Zóó wierp Moeder'haar Schmerzchen weg. Speelde liever met haar nieuwe mooie kindertjes? Schmerzchen schreide niet. Zij balde haar kleine teere handjes. „Dan gooi ik Moeder ook weg Dat was het slot van een langen, langen ge dachtenketen. Meer zei ze niet. Ze zou voor geen geld hebben willen schreien, of zej hoe haar hart kloptehaar voeten koud den en haar tanden zich op elkaar klemden. „Zoo mag je niethoor je, Schmerzchen... zoo mag je nooit ov©r Moeder spreken! Ik ver- it spr. en daar ervaart spr. hoe God zich gedenkt. eindigde met de bede dat de rank van ucn wynstok, die de Heiland is, bloeiende vruchten zal dragen, Gode ter eer! Rede Dr. de Lind van Wyngaarden. Lr ,ue LmU van Wyngaarden v.ng aan mei te zeggen dat het hem na het hooren van rrof. umdeboom hy vernieuwing was duide- 'yk gewonden dat het onderwerp van Oen avond had moeten luiden: Wat dwnkt U van oen uyibei l Daarin ligt toch alles beeloten. De Gereformeerde levensbeschouwing grondt zich op het onfeilbaar byibeiiwoord. In die overtui ging is Spr. door Prof. Lindeboom’s woord op uieuw gesterkt. Spr. merkt op dat de by'belcritiek, waarover J'ror'. Lindeboom sprak niet woixlt aanvaard door mannen van alle richtingen. Modernen, ethuchen mogen ae erkennen, de Gerefonneet- den doen dat niet, zy slaan ile hand ay tien BybeJ.en handhaven daarvan ieder woord van az. In dit eene begrip ligt voor spr. alles; het leven der ziel ligt voor spr. m het volle Woord van God. 3pr. wil een beeld geven van Jezus Chris tus volgens de Gereformeerde levensbeschou wing. Voor zichzelf heeft spr. wel eens tweeér- lei portretten van Jezus gemaakt, het eene is van den tyd dat spr. God niet begeerde, het andere toen tot 'hem -was doorgedrongen hei ver Goddelyk Woord: alles wat in my is, is gansch begeerlyk. Spr. wilde die gansche begeerlyk- heid zooals hy die ziet in zyn leven, voor oogen stellen. ,.n Voor spr. is Jezus Christus God, geopenbaard veraoni en m in het v>ee»ch. Hu betalt God al» den Schep- het <‘l"chtcr‘h per van hemel en aarde, één in wezen, drie in unn A persoon: Vader, Zoon en H. Geest. Spr. denkt daarby niet aan een geloofsformule, maar integendeel aan zyn geesteiyke ervaring in de gemeente des Heeren. Spr. aanbidt den Chris tus als het vleeschgeworden Woord, als een waarachtig mensch, maar ook als God. De IX. Schrift spreekt daar ook uitvoerig over. On der aanhaling van Thomas’ uitroep by het aanschouwen van Jezus’ doorboonle handen, zei spr. dat wy ons in aanbidding voor den Christus neerbuigen, omdat hy zelf God te. God is voor spr. de alom tegenwoordige, mei zyn Godheid, genade en Zynen Geest, ook de onveranderlyke en de onafhankelyke. Onder het Woord Gods verstaat spr. den ganschen bybel, of het woortf door Mozes of door Christus is gezégd, daar Mozes sprak door den geest van God. Volgens het woord van den profeet blyft in spr. niets anders over dan den zondaar, wien geen vergeving ge schieden kan zonder bloedstorting. Het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonden. Daarom is de gerechtigheid van Christus voor spr. het eenig steunpunt zyner hy geloovig wegzinkt. Paulus* v waar is Uw prikkel, hel waar is Uw overwin ning” is een stout woord. Maar wie geloovig is mug dit aannemen in vol vertrouwen. De Christus heeft ook de Wet in alle ueelen ver vuld, er is volkomen gerechtigheid geschied. Spr. put uit de volheid van Christus, die weet dat alle dingen zullen medewerken ten goede. Als het gaat langs diepe wegen, hoon men Jezus Christus klagen: „Niet myn wil «naar Uw wil geschiede!” Jezus Christus heeft het kuis gedragen met den vloeit onzer zontien. Spr. belydt dat God is uit God. De Chris tus ie komng, priester, maar ook profeet. Hy moet ons in de waarheid inleiden. Spr. moet dan even wyzen tot welke ontzaggelyke tegen stellingen Prof. Lindeboom moest kqmen. De wetenschap ging het Woord ontleeden en er bleef niets anders over dan een vaag beeld. Waar wy beiydt-n dat wy zondaren zyn, daar is ons verstand ook door zonde verblind. Zou den wy dan het recht hebben de Schrift te toeisen en ons al nietige menschen te stellen boven het Wbord van een oneindig God? Neen, daarom buigen wy ons voor dien God, dien Cnrietus neer. Wanneer God tot ons wyis stryd, worsteling, het schijnt somwylen o. „„o ontzinkt, maar ten slotte is Hem de overwin ning. Wat heeft men aan stelsels, waarin de afbreekt wat de ander bouwt, waarin de een wysheid noemt wat door den ander als dwaas heid wordt beschouwd. Voor spr. is Jezus Zoon Gods. de Schriftvermet een glas, waar het Goddelyk licht doorstraalt, dan u, dat toen onzuiver. Wel staat binnen de glazen lantaarn der evangeliën de Goddeiyke kaars, maar het nclit dat door de ruiten valt is niet zuiver. Wanneer we weten dat het gedeelte van Mal- theua waarin sprake is van de Dneeenheid met is van den evangelist, maar een bespiegeling van later tijd, wat dén? Mogen we dan nog zeggen dat de menschelijke wysheid zien stelt .boven God? De wetenschap geeft een vaag 'beeld, maar kunnen wy van het God- delyke ooit meer krygen dan een vaag beeld? Sipr. haalde een voorbeeld daarvan aan. Men kan met zeggen met de hand op de Evange liën, daar heb ik de Goddeiyke waarheid. De Evangeliën bevatten niet slechts het leven van Jezus, maar ook Grieksche wysheid over Hem. Spr. bestreed zyn opponent ook ten opzichte zyner beiydenia dat geen vergeving geschiedt zonder bloedstorting. Spr. gevoelt dit als iet» ernstigs en zegt: Als myn kind gezondigd heeft, dan wordt geen bloed gestort, maar dan omarm ik het met myn liefde. En als de verloren zoon terugkeert in het huis zyns va ders, dan is er geen sprake van bloedstorting, maar dan sluit hy dezen in zyn armen. Spr. kan het niet anders zien dan als wyze bespie gelingen met ernst voorgedragen en als over- liging beleden, maar niet %ls genade en de ergevende liefde Gods. Spr. is van oordee» dat Gods liefde alles overwint. Wanneer de waarheid wordt geuit in Iwoor- den, dan is het niet alleen dé waarheid Imeer, maar ook de wijsheid. Spr. wyst ook bp ae jn je Evangeliën ten aanzion van ,8 van Jaïrus. Dat doet idets af van de vroomheidsontroering tegenover Jezus* wonderbaarlyke genezing, maar het toont aan dat men voorzichtig moet zyn met het aan vaarden van de Schrift als Gods Wpord. Spr. besluit met het volgend citaat: „Het heeft nog nooit een mensch berouwd een vol geling van Jezus te zyn. Moge liet U nooit be- i ouwen het niét te zyn geweest.” istreeydë Weekbladen. l e t Leve 4^vai| dezwliveék geeft foto’s v^n de oniergrdjldsche spoorwegramp ia- den tunnel van8SaintrLiza.re te Parijs, de Fransche minister Loucheuj’n deiDuftsche minister Ra- tnpnau te Wiesbaden,'v^ór'de onderteekehing vain het protocol» de begrafenis van den ex- kqning van, Wui^nburrf, de bedreigde sjyjbr- wëgdijk by Weesp, Mércellus Emants, dé In ternationale Hygiëne Tentoonstelling te Ain- Hollandsche ep Duitsche Rugby in het WBahMerdamsche stadion en!z., enz. >t$t I Huishoudelijk allerlei. Rij si koken. Replieken. Trof. Lindeboom wees er op dat zyn tegen stander niet ten onrechte heeft gezegd dat het hier raakt het gezag van de Schrift en ne overtuiging daarover. En tegenover diens mee ning dat wy ons als zondige menschen nfet mogen stellen boven de Schrift, stelt hij thans de vraag: Indien de bijbel nu ook voor een deel het werk is van eondige menschey, wat nu e<>ns vier monsehen de Bvange- nen hebben samengesteld, van wie geen hun- ner heeft gezegd dat God hen heeft geïnsni- ree rd, wat dan? Heeft niet Lukas gezegd dat hy als mensch op menschel yke wyze als ge- schjedvorscher heeft nagegaan wat omtrent Jezus te boek kon worden gesteld? Als spr. Ata een ^op >p van!)1 een dóór, «v v. end is S laten gi ;o® is er uit echter zoo te springen, b.v. floor in eèn sj vt y snel rond ue draaiejj. Ratten kunnen onscnadelflL gemaakt worden door ballen bakkersgist op nun weg te leggen» j.’ Zy lusten gaarne gist en steilven er door, Hin-Ij der van hun cadaver^ heeft men niet, want trekken zich in hun schuilholen terug om daari te sterven. V 1 W DOCHTER ondervonden. Bezoeken worden gaarne af gewacht Donderdag 20 Octo ber tusschen 3 en uur. Gouda, 17 October 1921. Alwin. Alice Reichenberg zat met Karla en Gaud litz bij het ziekbed van hun kleinen Rudi, die langzaam herstelde van de roodvonk, die hem by na het leven had gekost. Het blonde jongensgezicht was doorschynend bleek en zóó teer, dat het scheen, alsof blauw- geaderde oogleden zich met moeite ophieven. De dunne handen met lange vingers lagen slap op de rood zyden deken. De verpleegster gaf een wenk. „Ja, we gaan weg” zei de Moeder, waarna zy zich over het kind boog en de anderen haar volgden naar haar kleine salon, waar de theetafel gereed stond. raam staan, bogen hoofd Adèle haar ari hem haar besc hem zei en hoe zy gedrukt met sleepen sloegen onafscheideli tusschen hen was. Toen trad hy van het venster terug, viel op den stoel neerden stoel, waarin zy altyd had gezeten, als zij hem in zyn kamer opzocht, als zy had gehaakt of stilletjes hard zitten droomen verweg van hem misschien toen reeds. Hy bedekte zyn gelaat met zyn handen en zfln schouders schokten. Luise liet hem alleeh. Zij wist, hoe weinig zy op dit oogenblik voor hem was. Maar toen de geluiden ’s avonds op straat zwegen, en ook Altmann die stilte omving, geen onmacht of slaap, maar een voorbode van een nieuw stil leven, een oplossing als ’t ware van de verterende smart, toen werd er geklopt. Ofschoon hy niet „binnen” riep, ging toch de deur open. „Schrmerzchen” mompelde hy en strekte de hand uit. „Schmerzchen,” diè naam was alles, wat hem van Karla overbleef. Want het kind nam hy haar af. „Ik kom goeden nacht zeggen, V Het kwam gefluisterd van haar kwam op de teenen naderby, alsof een den stoel zat. Hij nam haar tusschen zyn knieën, legde den arm om haar heen. „Weet je, dat je Moeder dezen zomer niet komt?” Schmerzchen liet het hoofd hangen en from melde aan de ceintuur van haar wit jurkje, waarin zy met haar Moeder had wandelen. „Ja”, fluisterde zy zacht. „Heeft tante Lis het je gezegd?” Zij knikte zwygend. „En dat Moeder ook den volgenden zomer niet terugkomt en daarna niet en nooit weer

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1921 | | pagina 3