lllllllilllllllli
Oe romai
NIE1
■I
Ditl
BUI
Adverteert in dit B!ad.
FEU
I
A. BRINKMAN ZOON
BERGAN
KERK 8
Ho 141
ALLE DRUKWERK
„DE KERMISMEID”,
(Schets met zang uit het Hollandsche Kermisleven en
het Amsterdamsche Kamertjesleven in drie bedreven
van HERMAN BOUBER, schryver van „DE JANTJES".
j ns;
•H»
e
MARKT 31 - GOUDA-TEL. 82
9120
295 319 545
I
«I
SPORT.
Onze Geil
ll
NIEUWE SCHOUW» URG.
een
de Christus, de eenige
Abonneert U op dit Blad.
sigaret tusschen zijn
Zij slot
en
zjjn
(Wordt vervolgd.)
Illlllllil
BBS"!
ELECTRISCHE DRUKKERIJ
'eaderde
jS dunne
Tooneelgezelschap „DE PROVINCIESPELERS”
A1& gast: BAREND BARENDSE, de bekende
Ainsterdamsche Tooneelspeler. z
Oordeel der Pers: Barend Barendse: een tweede Louis
Bouwmeester.
spro-
en
Het groot
te immer bloei
Rl
uit
Mevicuw A,
13
en zegt
lan
rai,
kol
‘Ikaar loslaten, i
ABC
per kv
France
Aboi
by om
On»
Redact
k, S
nen
srve
INGEZONDEN.
(Buiten orantwoor<ieh,ikt-.wi der Red.)
ïggen,
1 wer-
r ziel, waarop
woord„Dood
liken, 1
löor liet
3337
2539 4705 6782
Leven!
oniergrtf
anïSainw
jucheul
Vader."
r lippen. Zij
i zieke in
Zaterdag 15 October 1921.
premie van 3000.
1108.
uw^.v.egen van citroensap
irin rijst gekookt wordt,
ivjtin bevorderen en de kofjr
tkelyk van
ADVERTENTIEN.
De Heer en Mevrouw
KORTENOEVER—VERWEY
'je tuigen hun hartelijken dank
voor de vele blijken van be
langstelling by de geboorte
hunner
zopier-
I willen
“•Het toevoeg
waai
daarvan
makkeiy
eengebnwht, uit de rede, gehouden door den
burgemeester van Bergambacht, in de jongste
raadsvergadering hebben wij allen kunnen le
zen, hoeveel er nog noodig is. Laten wy toch
niet achterbiyven en ook onze liefdegaven als
nog schenken.
Wie neemt in onze
Met vriendeiyken
VLUG EN TOT BILLIJKEN PRIJS
i geschied wordt
dat kan niet an-
lyne gerechtigheid
zichzelf geen ge-
God wor-
Is, nestelde
lichaampje
gemeente het initiatief?
dank voor de opname,
Uw abonné V.
.ail het water
1 de witheid
is zullen ge
ven tot
zijner
Spr.
den
spreekt dan is er dik-
benauwdheid in ons en
somiwylen of Christus ons gehec»
Verwannen, zèüdêr
Site 'op de stop 1 over
wan iets uit en de
Mt verwhrmén dient’,.
„Schaap!” z<
®n Erna zweeg
„Wat ga je
poosje.
„Ik werk, zc
/an daarginds.
Zij wees ovt
Noorsch kaste
met bontgekleu
kleurig wapen:
„Dat is de t
•chaving. Wie
diorgebracht,
Crn de geheele
•'-en te regeert
klein meisje, al
morgen in he
koorgezang en
biervate
•btómpfng aan
zooals hij zich
houtblokken,
e op de breede
llitz klemde
kan men heel versch brood,
even gemakkelijk snyden t»
ven 3
1—1.
Voetbal.
Uitslagen G. V. B. 16 October.
1ste klasse-:
G.S.V. 1—Woeufen 1 9—0.
Gouda 2Alphia 1 46. j
Schoonhoven 2Olympia 3 32.
O.N.A. 1—Alphen 2 4—1.
2e klasse A:
Alphen 3Excelsior 1 41.
Zwammerdam 1D.V.V. 1 21.
Bodegraven 2Rood Wit 1 00.
2e klasse B:
Gouderak 1Goudai 3 31.
Olympia 4Rhoda |1 30.
3e klasse A:
Gouwsluis 1Woerden 2 12, onder piot
Gouwsluis.
Excelsior 2Zwammerdam 2 50.
D.V.V. 2—-Rhoda 2 1—1.
Alphia 2Bodegraven 3 51.
3e klasse B:
Zevenhuizen 1—G.S.V. 3 3—3 onder protect
Zevenhuizen.
Mooid recht 2Schoonhovei
Haastrecht 1O.N.A. 3i 3
Olympia l^Gouda 4 14-0.
4e klasje:
Gouda 5Zevenhuizen 2 31.
Woelden 3Stolwijk 1 50.
O.N.A. 4Haastrecht 2 43.
Versch brood snyden.
Wanneer men een broodmes iets verwarmt,
-«---> ..I-L i— zeif4 nOg dampend,
als oud brood.
e bruine oogen werden nog
>rte trillende zucht klonk door
De Brand te Bergambacht.
Gouderak, 17 Oct. 1921.
Geachte Redactie,
Tot myn groote verbazing blyven de inge
zetenen in onze gemeente geheel ten achter by
de bewoners van alle dorpen in den omtrek van
Bergambacht, om aan hen, die door den ver-
schrikkelijken brand alles verloren, hunne be
dragen te schenken. Waarom kunnen ook wy
niet iets bijdragen en over hebben voor dege
nen, die zoo wreed werden getroffen? Indien
het ongeluk onze medebewoners had getroffen,
zouden wy toch ook dankbaar voor hulp zyn
geweest.
Men meene niet, dat er reeds genpeg is bij
prijzen van ƒ70.
319 683 1230 3021 3288 4405 4751 6399 8207
8813 9120 11018 11083 13140 13589 18965
14061 14236 14245 14540 18954 19028 20388
20875 21683 21826 22205
zag hen beiden langzaam met ge-
over de straat gaan. Zag nog, hoe
■rm door dien van haar man stak,
ichreid gelaat toewendde, iets tot
i toen, dichter tegen elkaar
•nde schreden den hoek om-
jyk, ondanks de klove die er
Nieten:
550 1238 1339 2343 2706 2748
2851 3086 3250 4671 5250 6268 7563 7827 7845
8846 8871 9067 9377 9907 9988 10045 10386
11109 111^3 11493 11506 12325 12588 12630
13031 13592 14207 14559 14737 16135 16228
16247 16869 17039 17085 17365 17577 17763
17816 18058 18182 18230 19013 19074 19099
19661 19922 20227 20308 20458 20588 20910
21858 22263 22532 22707 22760 22767 22869
No. 12427 ƒ70 ontbreekt.
427e Neder! aiulsche Staatsloterij.
5c kl. Trekking van
No. 13162 70 met
ƒ400: nos. 8147, 221
ƒ200: no. 8692.
100: no. 4667.
Uk Lond«
Van gezanten ii
fen van den Ri
lende Qpper-S
lichaam' zal de
ïegeerirtgen kei
«er beslissing. 1
fi - e 'Fmen gc
Jtertijdig pcht e
partijen die zul
II «n redelHken g
Een brin«rij
werd gijfltéren
den Brhschen
Van deni'yolkei
de beslissing; et
hem en 'afl zijn
beste oplossing
Hij verwierp me
bladen van hei
Van den Raad
marionetten wai
ringen en dat
den Óppersten
naam. Er iÜ, vo-
grond vooridal
geeringen\.nebb
gelaten en hetz
gekomen
geval voll
BaHóur
Ontkennen, Jüat i
bonden aan
industrie-disl
Het personeel van de Siga
renfabriek „BORNEO” betuigt
hiermede zyn hartelijken dank
voor de zeer hartelyke en gulle
ontvangst op j.I. Zaterdag, ter
viering van den ondertrouw
van zynen Directeur. 4638 8
Gliipnu-ml zeil.. I
Om zpil mooi glimmend teljrnkkc
een theelepeltje parafiné doel
waai mee het wordt schqbngemaUkt.
van e^n'^flesch vast) zll
D& stop vanl-een glazen raasch kap men
krygen dóór ijlen hals) tebfjvorwaïzne"
dat er tiid is ®m die warmte !r~
te laten gaanjjDe hals zewitiat
stop is er uit jte trekken. IWt verwhrmen c
gebeuren, daUde weslch niet kan|
ritusvlam de flesch
WOENSDAG 19 OCTOBER 1921, aanvang 8 uur,
Liedjes en muziek van LOUIS DAVIDS en
MARGIE MORRIS.
Verdeeling der bedryven: le bedrijf: Weggeloopen; de
zucht naar Groot-Mokum; 2e bedrijf: Op een kamertje
in de Nieuwe Pyp te Amsterdam; 3e bedryf: Terug
uit de gevangenis einde van de Kermismeid.
Extra geëngageerd:
RAF KAPPER. de bekende Revue-Oompère.
MARIE VAN BRilNKOiM de bekende Revue-Commère.
HENRI ORVAN de bekende Revue-Komiek.
Wie herinnert zich niet: Raf Kapper in „Loop naai
den Duivel”; Marie van Brinkom in „Dat mag ik wel”;
Henri Orvan in: „Amsterdam, je bent goud waart”.
Pry zen der plaatsen: Loge en Stalles 2.leden
1.50, Baicon 1.25, leden 1.—, Galery 0.50, ver,
hoogd met 10 plaatselyke belasting en 10 auteurs
rechten. 4637 76
Plaatsbespreking op den dag der voorstelling van
1012 en 24 uur.
bied het je
Haar scherp kinderoor verstond iets in haar
Vaders stem wat haar met nieuwen hevigen
schrik vervulde.
Zy sloeg haar armen om zyn hal.*
zich met alle kracht van haar teer 1
tegen hem aan.
Het was nu volkymen donker en de Vader
hield zyn klein dochtertje styf in de armen ge
klemd.
Alwin Maurer zat in zyn dichtgegrendelde
kamer by een groen schemerlampje naar Wee
nen te schryven.
„Myn lieve Karla! Ik heb met Ernst gesj
geschiedde met allen spoed
die gy moogt verlangen. Slechts
hij U weten: Alle bruggen moe-
n zyn, die ons met u en u met ons
tot de bonden genezen zyn. Het
niets van deze oneenigheid merken.
ge u schikken.
ternauwernood gelooven, dat je
Maar zóó
»lyk zyn, dat hy vrede en
Dr. de Lind van Wyngaarden verklaarde
met brandend verlangen te hebben geluisterd
waarin het niet gelykluidende in de Schrift
zou hebben bestaan. Spr. wil zeggen by*ver
nieuwing te zyn bevestigd in zyn meening
van welk een ontzaggeiyke nietigheid de cri-
tiek is. Wanneer op grond van de Evangeliën
verschillende levens van Jezus zjjn geschreven,
dan zegt Spr. is daar geen één by van Ge
reformeerde zijde. Voor die nietige critiek wil
spr. zyn bybel niet prijsgeven. Integendeel.
Spr. blijft Gods Woord getrouw en trotseert
de gansche wetenschap, met alle respect voor
hen, die met ernst onderzoeken. De weten
schap mag zidh niet op den troon Gods plaat
sen; zy zelf verliest by haar onderzoek den
Christus en houdt niets over dan een vaag
beeld. Wanneer Prof. Lindeboom heeft ge
vraagd als blykt dat de Evangeliën menschen-
werk zyn, wat dan? Dan antwoordt spr.: Dat
kan niet blyken. Eerder zouden aarde en he
mel uiteenspringen dan dat het Heilige Woon»
Gods zou blyken een menschenwoord te zyn.
Van het leerstuk der Drieëënheid, door Prof.
Lindeboom bestreden, is de H. Schrift vol. Dat
is maar niet z<>o uitgedacht. In de Drieëenheid
Gods wordt de liefde vervuld en vervolmaakt.
Tegenover Prof. Lindeboom's meening dat
Jezus is het Christendom, zegt spr.: de bybei
is Gods onfeilbaar Woord. Als ik geen bybel
heb, dan heb ik geen Christus en hen ik geen
Christus, dan heb ik geen Christendom.
Spr. handhaaft zyn gevoelen omtrent oh I
vergeving Gods door bloedstorting. Omdat
Christus Jezus met zyn kostbaar bloed oe
schuld der zonde heeft betaald, daarom kan de
verloren zoon vry komen.
Hetgeen in het Paradys is
ons volgens spr. toegerekend;
ders. Maar dan wordt ook Zyi
toegerekend aan hen, die in
rechti-gheid hebben. Wy moeten met
den verzoend.
Dr. de Lind van Wyngaarden verklaart ten
slotte zich niet te kunnen vinden by de be
schouwing van Jezus, zooals Prof. Lindeboom
die heeft gegeven.
De byeenikomst werd door Ds. Kanis met
een dankwoord aan beide sprekers gesloten.
Voor den aanvang speelde het orgel.
N.V. „DE TIJDGEEST”.
Trekkingvan 100 nummers tenoversfaan
van Nofaris A G. MULIE. 3
Zaterdag 15 October 1921.
Prijs van 1CC0 met premie xan 30000 1723
Premie van 3(00 1024'1
40) 92 18477 19741
ICO 3935
Pnlzen van f 90.— (eigen geld)
204 3092 5221 6828 8264 9469 10562 12753 16507
2207 4638 633 7 59 9420 10230 11721 15632 18810
2539 4705 6782 7449
Later a'losbaar
317 2549 5167 6894 10081 13875 15976 17200 18783
586 2694 5510 7130 10535 13958 16229 27 19045
1231) 3099 5815 61 92 14246 42 18250 19222
57 3882 68 7359 10884 14318 51 60 20118
1683 4188 6041 7610 11497 14578 16592 18561 20685
11'57 4599 6139 8744 11839 15201 16717 18629 20748
4720 95 8924 12232 49 16960 99 Ö986
2164 5040 6352 10038 12620 15556 17142 18707 94
Vorige lij t stond 82S 590 %iz 8 85 11172 mz
j 117b 112.6 mz 112^2
In de schoorsteen knetterden nog een paar
groote houtblokken, ofschoon de Aprilzon
brandde op de breede spiegelruiten.
Gaudlitz klemde een sigaret tusschen zyn
sterke witte tanden.
„Als wy getrouwd zyn, nemen wy een jaar
den jongen van je over. Je zult eens zien,
Alicehoe die op Pimon zal aansterken!
Den heelen dag buiten boeken het raam
uit, lucht en licht
Hy kan dan ook dadelyk met Karla een ry-
cursus by my volgen. Een schandaal, dat'de
jongen nog nooit op een paard hééft gezeten.
Vorst Reichenberg slenterde naar binnen.
„Ha, dat is flink»-.... een kopje thee komt
net van pasHoe gaat het met den jongen
De verpleegster wou my niet binnen laten,
hy slaapt, zegt ze.”
„Daar wordt hy gezond van!”
„Maar jaAlice behoeft niet zoo bang
te zyn. Wy Reichenbergsche jongens zagen er
niets beter uit op dien leeftyd.... Dat zit in de
familie. De professor, dien wy geconsulteerd
hebben, heeft óók gezegd: Als de jongen maar
eerst over zyn twaalfde jaar heen is, dan is
er heelemaal geen gevaar meer
Reichenberg ging bij de schoorsteen staan,
lachte ironisch. Ik wil het gaarne gelooven,
Hans en Karla dat wordt een ander geslacht
Vier weken geleden was Karla wettig ge
scheiden. Het bericht had in de dagbladen ge
staan. Er was een groote dichte stofwolk langs
haar omhoog gestegen.
Karla’s pprtret prijkte weer op de eerste
bladzyde vanialle geïllustreerde bladen. In hun
archieven hadden sommigen nog een portret
van Gaudlitz uit zyn sporttyd. In médaillon-
vorm met een veelzeggende teekeningf erom-
heen gingen nu hun portretten in café’s en
hotels en in leeskringen van hand tot hand.
„l’-T,-
ken. Uw wil
allen nadruk,
één ding laat
ten afgebroken z
verbinden tot
kind mag
Hierin moet
Ik kan het
voor ons een vreemde zult worden,
zal het alleen mogelyk zyn,
jij een nieuw geluk ontvangt.
Ei' blyft dus my niets anders over dan je
te danken voor de uren, die ik in je gezelschap
heb mogen doorbrengen.
De herinnering daaraan moet my tot een
fakkel zyn, die helder en troostvol de duister
nis der toekomst verlicht.
„Dat is immers véél te véél," fluisterde Adèle
haar zuster toe. Behalve zy merkte niemand
net, of het veel of weinig was.
Bij de derde hap vleesch vielen Altmann’s
mes en vork op zyn bord. Luise legde haar hand
op zyn arm.
„Is dat alles?”
„Ik kan niet ik kan niet meer
HÜ ging achterover liggen in zijn stoel
drukte beide armen tegen zyn borst.
Niemand kon meer eten.
Alwin Maurer zei zacht:
„Spreek... of zal ik het zeggen?... Adèle
weet het trouwens al...
Adèle zocht naar haar zakdoek; haar knieën
beefden, haar stem trilde.
„Myn arme Ernst... ik weet het. Het is
afschuwelyk is het ik heb het al aan Alwin
en Luise gezegd. Afschuwelyk! Ondankbaar..."
Altmann sperde zyn oogen wyd open.
Was dat alles, wat zy te zeggen had?
Ondankbaar? Afschuwelyk? Hy verloor alle
zelfbeheersching en schoof zyn bord woedend
weg.
„Ik wil zulke taal niet hooren; die woorden
zyn hier niet op hun plaats!”
Zoo sprak men over een dienstmeisje, dat na
jaren zonder eenige reden den dienst op zei...
maajiover zyn vrouw?over Karlu?...
Afwin voer uit:
,Juht wy, Adèle
Adèle haalde mei en kort adem. „Juist wy..»”
dot trof haar. Trof haar als een dolksteek. En
als Alwin daarbij wist, dat misschien op dit
©ogenblik Fritswat zou van haar wor
den, als zy het hoorden! aan welk een veroot
moediging zou zy worden blootgesteld!
Alwin Maurer keek treurig naar zyn
schreiende, bevende vrouw. Een mislukking
was zijn leven geweest een mislukking van
het eerste begin af. Héér mocht hij geen schuld
geven.
,,Kom Adèle, Ernst zal rust willen hebben...”
Altmann hield hem niet terug, vermande
zich echter, stond op, deed hen uitgeleide tot
aan de deur, ging naar zyn kamer, voor het
r hel
u.wwW„,c-ui!itric1
door regelingen,
deze moeielijkh
zullen worden,
hun gewone v<
van eigenbelang
werp kunnen
volgens hetwelk
dat de Duitschi
belangen bij dt
zijn verwaarlooi
baar uit het o
zouden zijn voo
en ook uit het
hun best te do<
mislukken. Ik kt
len, die meer z-
Balfour zette
kenbond in dit
er gedurende ee
vitgewerkte voo
zouden worden
aan de Duitschi
zou een method
wegen in het gt
en fabrieken on<
blijven. Geen
worden toegesti
Duitsche munt
het Poolsche de
periode van 15
ongen gemaakt,
zijde der grens
gebruikt, zon<
terugkomt?”
Haar ernstige
grooter. Een kor
de stille kamer.
„Is Mama dood?”
Haar teer fyn stemmetje sloeg over. Alleen
als de moeder dood was, zagen de kinderen haar
nooit terug. Dat had zy op school geleerd,
waar dan de kinderen in rouw zacht fluister
den: Moeder is dood! en weenden, de juffrouw
streelde haar dan over wangen en haar. Dat
was vreeselyk treurig! Maar óók verheven. De
kinderen zeiden, dat Moeder nu een engel was
en aan hun zijde zweefde als behoedster. Dat
was wel treurig, maar toch ook* verheven!
Altmann drukte het fyne kopje tegen zyn
borst. Doodneen. Hy kon het kind niet
eens met dezen vromen leugen troost geven.
Een portret van Karla in een tydschrift
een woord, dat het kind opving... nu of later...
„Neen, kind... je Moeder leeft.”
Schmerzchen kroop op haar vaders schoot en
zei: „Dan komt zeIk weet hetik heb
haar een brief geschreven. Lieve, lieve Moeder,
kom toch by uw Schmerzchen. U zult zien,
Vader, dat zy komt
Een Moeder, die niet kwam, als haar klein
dochtertje haai' riep, die bestond toch heelemaal
niet.
„Je moeder krygt een ander dochtertje, an
dere kinderen”
„Andere kinderen
Zooals zy andere poppen kreeg? Nieuwe
mooiere? Zij gooide dan de oude weg! Zóó
wierp Moeder'haar Schmerzchen weg. Speelde
liever met haar nieuwe mooie kindertjes?
Schmerzchen schreide niet. Zij balde haar
kleine teere handjes. „Dan gooi ik Moeder ook
weg
Dat was het slot van een langen, langen ge
dachtenketen. Meer zei ze niet. Ze zou voor
geen geld hebben willen schreien, of zej
hoe haar hart kloptehaar voeten koud
den en haar tanden zich op elkaar klemden.
„Zoo mag je niethoor je, Schmerzchen...
zoo mag je nooit ov©r Moeder spreken! Ik ver-
it spr. en daar ervaart spr. hoe God zich
gedenkt.
eindigde met de bede dat de rank van
ucn wynstok, die de Heiland is, bloeiende
vruchten zal dragen, Gode ter eer!
Rede Dr. de Lind van Wyngaarden.
Lr ,ue LmU van Wyngaarden v.ng aan mei
te zeggen dat het hem na het hooren van
rrof. umdeboom hy vernieuwing was duide-
'yk gewonden dat het onderwerp van Oen
avond had moeten luiden: Wat dwnkt U van
oen uyibei l Daarin ligt toch alles beeloten. De
Gereformeerde levensbeschouwing grondt zich
op het onfeilbaar byibeiiwoord. In die overtui
ging is Spr. door Prof. Lindeboom’s woord op
uieuw gesterkt.
Spr. merkt op dat de by'belcritiek, waarover
J'ror'. Lindeboom sprak niet woixlt aanvaard
door mannen van alle richtingen. Modernen,
ethuchen mogen ae erkennen, de Gerefonneet-
den doen dat niet, zy slaan ile hand ay tien
BybeJ.en handhaven daarvan ieder woord van
az. In dit eene begrip ligt voor spr. alles;
het leven der ziel ligt voor spr. m het volle
Woord van God.
3pr. wil een beeld geven van Jezus Chris
tus volgens de Gereformeerde levensbeschou
wing. Voor zichzelf heeft spr. wel eens tweeér-
lei portretten van Jezus gemaakt, het eene is
van den tyd dat spr. God niet begeerde, het
andere toen tot 'hem -was doorgedrongen hei ver
Goddelyk Woord: alles wat in my is, is gansch
begeerlyk. Spr. wilde die gansche begeerlyk-
heid zooals hy die ziet in zyn leven, voor oogen
stellen. ,.n
Voor spr. is Jezus Christus God, geopenbaard veraoni en m
in het v>ee»ch. Hu betalt God al» den Schep- het <‘l"chtcr‘h
per van hemel en aarde, één in wezen, drie in unn A
persoon: Vader, Zoon en H. Geest. Spr. denkt
daarby niet aan een geloofsformule, maar
integendeel aan zyn geesteiyke ervaring in de
gemeente des Heeren. Spr. aanbidt den Chris
tus als het vleeschgeworden Woord, als een
waarachtig mensch, maar ook als God. De IX.
Schrift spreekt daar ook uitvoerig over. On
der aanhaling van Thomas’ uitroep by het
aanschouwen van Jezus’ doorboonle handen,
zei spr. dat wy ons in aanbidding voor den
Christus neerbuigen, omdat hy zelf God te.
God is voor spr. de alom tegenwoordige, mei
zyn Godheid, genade en Zynen Geest, ook de
onveranderlyke en de onafhankelyke.
Onder het Woord Gods verstaat spr. den
ganschen bybel, of het woortf door Mozes of
door Christus is gezégd, daar Mozes sprak
door den geest van God. Volgens het woord
van den profeet blyft in spr. niets anders over
dan den zondaar, wien geen vergeving ge
schieden kan zonder bloedstorting. Het bloed
van Jezus Christus reinigt van alle zonden.
Daarom is de gerechtigheid van Christus voor
spr. het eenig steunpunt zyner
hy geloovig wegzinkt. Paulus* v
waar is Uw prikkel, hel waar is Uw overwin
ning” is een stout woord. Maar wie geloovig
is mug dit aannemen in vol vertrouwen. De
Christus heeft ook de Wet in alle ueelen ver
vuld, er is volkomen gerechtigheid geschied.
Spr. put uit de volheid van Christus, die
weet dat alle dingen zullen medewerken ten
goede. Als het gaat langs diepe wegen, hoon
men Jezus Christus klagen: „Niet myn wil
«naar Uw wil geschiede!” Jezus Christus heeft
het kuis gedragen met den vloeit onzer zontien.
Spr. belydt dat God is uit God. De Chris
tus ie komng, priester, maar ook profeet. Hy
moet ons in de waarheid inleiden. Spr. moet
dan even wyzen tot welke ontzaggelyke tegen
stellingen Prof. Lindeboom moest kqmen. De
wetenschap ging het Woord ontleeden en er
bleef niets anders over dan een vaag beeld.
Waar wy beiydt-n dat wy zondaren zyn, daar
is ons verstand ook door zonde verblind. Zou
den wy dan het recht hebben de Schrift te
toeisen en ons al nietige menschen te stellen
boven het Wbord van een oneindig God? Neen,
daarom buigen wy ons voor dien God, dien
Cnrietus neer.
Wanneer God tot ons
wyis stryd, worsteling,
het schijnt somwylen o. „„o
ontzinkt, maar ten slotte is Hem de overwin
ning.
Wat heeft men aan stelsels, waarin de
afbreekt wat de ander bouwt, waarin de een
wysheid noemt wat door den ander als dwaas
heid wordt beschouwd.
Voor spr. is Jezus
Zoon Gods.
de Schriftvermet een glas, waar het
Goddelyk licht doorstraalt, dan u, dat toen
onzuiver. Wel staat binnen de glazen lantaarn
der evangeliën de Goddeiyke kaars, maar het
nclit dat door de ruiten valt is niet zuiver.
Wanneer we weten dat het gedeelte van Mal-
theua waarin sprake is van de Dneeenheid met
is van den evangelist, maar een bespiegeling
van later tijd, wat dén? Mogen we dan nog
zeggen dat de menschelijke wysheid zien
stelt .boven God? De wetenschap geeft een
vaag 'beeld, maar kunnen wy van het God-
delyke ooit meer krygen dan een vaag beeld?
Sipr. haalde een voorbeeld daarvan aan. Men
kan met zeggen met de hand op de Evange
liën, daar heb ik de Goddeiyke waarheid. De
Evangeliën bevatten niet slechts het leven van
Jezus, maar ook Grieksche wysheid over Hem.
Spr. bestreed zyn opponent ook ten opzichte
zyner beiydenia dat geen vergeving geschiedt
zonder bloedstorting. Spr. gevoelt dit als iet»
ernstigs en zegt: Als myn kind gezondigd
heeft, dan wordt geen bloed gestort, maar
dan omarm ik het met myn liefde. En als de
verloren zoon terugkeert in het huis zyns va
ders, dan is er geen sprake van bloedstorting,
maar dan sluit hy dezen in zyn armen. Spr.
kan het niet anders zien dan als wyze bespie
gelingen met ernst voorgedragen en als over-
liging beleden, maar niet %ls genade en de
ergevende liefde Gods. Spr. is van oordee»
dat Gods liefde alles overwint.
Wanneer de waarheid wordt geuit in Iwoor-
den, dan is het niet alleen dé waarheid Imeer,
maar ook de wijsheid. Spr. wyst ook bp ae
jn je Evangeliën ten aanzion van
,8 van Jaïrus. Dat doet idets af
van de vroomheidsontroering tegenover Jezus*
wonderbaarlyke genezing, maar het toont aan
dat men voorzichtig moet zyn met het aan
vaarden van de Schrift als Gods Wpord.
Spr. besluit met het volgend citaat: „Het
heeft nog nooit een mensch berouwd een vol
geling van Jezus te zyn. Moge liet U nooit be-
i ouwen het niét te zyn geweest.”
istreeydë Weekbladen.
l e t Leve 4^vai| dezwliveék geeft foto’s
v^n de oniergrdjldsche spoorwegramp ia- den
tunnel van8SaintrLiza.re te Parijs, de Fransche
minister Loucheuj’n deiDuftsche minister Ra-
tnpnau te Wiesbaden,'v^ór'de onderteekehing
vain het protocol» de begrafenis van den ex-
kqning van, Wui^nburrf, de bedreigde sjyjbr-
wëgdijk by Weesp, Mércellus Emants, dé In
ternationale Hygiëne Tentoonstelling te Ain-
Hollandsche ep Duitsche Rugby in het
WBahMerdamsche stadion en!z., enz.
>t$t I
Huishoudelijk allerlei.
Rij si koken.
Replieken.
Trof. Lindeboom wees er op dat zyn tegen
stander niet ten onrechte heeft gezegd dat het
hier raakt het gezag van de Schrift en ne
overtuiging daarover. En tegenover diens mee
ning dat wy ons als zondige menschen nfet
mogen stellen boven de Schrift, stelt hij thans
de vraag: Indien de bijbel nu ook voor een
deel het werk is van eondige menschey, wat
nu e<>ns vier monsehen de Bvange-
nen hebben samengesteld, van wie geen hun-
ner heeft gezegd dat God hen heeft geïnsni-
ree rd, wat dan? Heeft niet Lukas gezegd dat
hy als mensch op menschel yke wyze als ge-
schjedvorscher heeft nagegaan wat omtrent
Jezus te boek kon worden gesteld? Als spr.
Ata een ^op
>p van!)1 een
dóór,
«v v. end is
S laten gi
;o® is er uit
echter zoo te
springen, b.v. floor in eèn sj
vt y snel rond ue draaiejj.
Ratten kunnen onscnadelflL gemaakt worden
door ballen bakkersgist op nun weg te leggen» j.’
Zy lusten gaarne gist en steilven er door, Hin-Ij
der van hun cadaver^ heeft men niet, want
trekken zich in hun schuilholen terug om daari
te sterven. V 1 W
DOCHTER
ondervonden.
Bezoeken worden gaarne af
gewacht Donderdag 20 Octo
ber tusschen 3 en uur.
Gouda, 17 October 1921.
Alwin.
Alice Reichenberg zat met Karla en Gaud
litz bij het ziekbed van hun kleinen Rudi, die
langzaam herstelde van de roodvonk, die hem
by na het leven had gekost.
Het blonde jongensgezicht was doorschynend
bleek en zóó teer, dat het scheen, alsof blauw-
geaderde oogleden zich met moeite ophieven.
De dunne handen met lange vingers lagen slap
op de rood zyden deken. De verpleegster gaf
een wenk.
„Ja, we gaan weg” zei de Moeder, waarna
zy zich over het kind boog en de anderen
haar volgden naar haar kleine salon, waar de
theetafel gereed stond.
raam staan,
bogen hoofd
Adèle haar ari
hem haar besc
hem zei en hoe zy
gedrukt met sleepen
sloegen onafscheideli
tusschen hen was.
Toen trad hy van het venster terug, viel op
den stoel neerden stoel, waarin zy altyd
had gezeten, als zij hem in zyn kamer opzocht,
als zy had gehaakt of stilletjes hard zitten
droomen verweg van hem misschien toen
reeds.
Hy bedekte zyn gelaat met zyn handen en
zfln schouders schokten.
Luise liet hem alleeh. Zij wist, hoe weinig zy
op dit oogenblik voor hem was.
Maar toen de geluiden ’s avonds op straat
zwegen, en ook Altmann die stilte omving,
geen onmacht of slaap, maar een voorbode
van een nieuw stil leven, een oplossing als ’t
ware van de verterende smart, toen werd er
geklopt.
Ofschoon hy niet „binnen” riep, ging toch
de deur open. „Schrmerzchen” mompelde hy
en strekte de hand uit. „Schmerzchen,” diè
naam was alles, wat hem van Karla overbleef.
Want het kind nam hy haar af.
„Ik kom goeden nacht zeggen, V
Het kwam gefluisterd van haar
kwam op de teenen naderby, alsof een
den stoel zat.
Hij nam haar tusschen zyn knieën, legde den
arm om haar heen.
„Weet je, dat je Moeder dezen zomer niet
komt?”
Schmerzchen liet het hoofd hangen en from
melde aan de ceintuur van haar wit
jurkje, waarin zy met haar Moeder had
wandelen.
„Ja”, fluisterde zy zacht.
„Heeft tante Lis het je gezegd?”
Zij knikte zwygend.
„En dat Moeder ook den volgenden zomer
niet terugkomt en daarna niet en nooit weer