De roman van
NÏEUV
Dit blad v
BU1TE1
FEU1LI
Adverteert
in dit Blad.
Abonneert U op dit Blad.
8ERGAMBAC
!K a. d.
B. SCHINKEL
UITDEIN OMTREK
Uit den Goudschen Raad.
lo. 14781
één
wist gij»
niet'kunr
trekken;
■II
L F.
klj
MARKTBERICHTEN.
■III
De sociaaldemocratische raadsfractie, waar
voor de heer Sanders als woordvoerder optrad,
oproep tot de r.-k. arbeiders, waarop wij
i gewezen.
lonstranten,
ook de vrouw tot het
Zoo er ook
Ons voornaamst
«chter ons.
gek was.
zeggende:
lelleschi.
jn van de anderen met
f en men verwaardigde
VARIA.
De Zwemles.
De badmeester is een van de
ADVERTENTIE:
HANDEL IN WILD EN GEVOGELTE.
Plukt sn vilt Wild sn Gevogelte.
Lomdulsteeg No. 28, Gouda.
abonnem
per kwartaal
Franco per po
Abonnement
lij onze agent
Onze bureat
Redactie Tel.
model eens zien,
jfeld hebben nagetee-
Bezuinigmg is ook de klank, die doorklinkt
in alle betoogen. Mlaar hoe? Men wil het aan
allen kant, maar ieder op eigen wyze. Met het
gevolg dat waar de meeningen zoozeer uiteen-
loopen, er practasch niet heel veel verande
ren zal, althans voorioopig. Er is èn by de be
schouwingen èn by de verschillende artikelen
gewezen op concrete zaken, waarop bezuinigd
kan en moet,maar dat gaat niet in eens. En
de gemeente kan, waar ze aan handen en voe
ten nagenoeg gebonden is aan wat de ryks-
wetgever haar oplegt, niet zoo bezuinigen als
men wel denkt
Het adres van de Maatschappij van Nijver
heid toont dat duidelyk aan. Het is wel een
voudig om op de verschillen te wijzen tus-
schen bepaalde jaren, maar daarmede is niet
uitgemaakt dat het meerdere een uitgaaf is
die niet behoeft te geschieden. De groote wij
zigingen in de ioonen en de arbeidstijden spe
len de gemeente parten. Tenzij daarin ook
door medewerking van den rijkswetgever ver
andering kan wonden gebracht, zal bezuinigen
op groote schaal niet mogelytk zyn. Eerst dan
■wanneer die wetgever medewerkt, zal dit mo
gelijk zijn. En dan vinde ook toepassing wat
in het practised betoog ven den heer Koeman*
naar voren is gebracht: door overleg tot zui
nigheid.
Die is geboden, de toenemende schuldenlast
die thans 3.027.600 bedraagt, benevens en
kele annuïteiten, dwingt tot beperking tot het
meest noodige en niet meer.
Uit het betoog van den Wethouder van Fi
nanciën blykt dat wèd een minder belasting
bedrag zal moeten worden opgebracht in to
taal, maar of de belastingbetaler individueel
daarvan iets zal merken, daarvoor kon ook
Wöthourier LJsselstyn niet instaan. En wat
zou hij dat gaarne doen!
treurig beeld te toonen als
landen te zien krijgen, leder zou
wenschen dat hem de g<
werd, in Holland van dat
te komen.
men zij deel aan
1 zomer nog j
ir is geweest
iet midd<
len op een volgende co
den. Het belangrijkste
ring in het Zuidzeevraai
By den ernst van dit debat ontbrak de note
gale niet. Daar zorgde wethouder Hoffman
■voor. Met pathos, zooals alleen h ij dat kan, zijn, hi
beschreef hij den heldenmoed van Wet
houder Knuttel om nwddten in zijn wethouder
lijk leven daaraan een eind te maken. En toen
wethouder Knuttel daarop heel nuchter inter
rumpeerde: Voor U misschien dokter F Voor
mij niet! vóel de Raad by.kans flauw van het
lachen. In die enkele woorden lag zoo’n ironie,
dat het onbegrijpelijk is dat de betrokkene
niet voelde de portée ddarvan en doodkalm
doorpraatte alsof het een ander betrof.
zessen is dat zoo heel veel gemakkelijker, te
meer waar ook bepaalde andere zyden zich
in dat opzicht niet onbetuigd laten. Gegeven
dezen toestand kan het slechts verwondering
wekken dat de crisis, die thans is ontstaan,
niet vroeger is gekomen. Wellicht was het
beeld van den huldigen raad ook wel iets an
ders geworden. Want dit kan thans toch wel
worden gezegd, nu de afgéloopen periode kan
worden 'overzien, dat het juister ware ge
weest, indien de formatie van het college van
B. en W. destijds op Andere wyze had plaats
gevonden.
Wethouder Knuttel gaat nu heen en een der
sociaal-democraten zal de wethoudersplaats
hébben in te nemen. Daarover zal de party
beslissen, zoo heeft de heer Sanders zich uit
gelaten. Dat zal dan heel vlug moeten gebeu
ren, daar verwacht mag worden dat de va
cature in de e.v. raadszitting, welke zeer spoe
dig zal moeten plaats hebben, zal moeten
worden vervuld. We zullen dan zien wie de
uitverkorene der fractie zijn zal.
Wethouder Knuttel heeft gedurende acht
jaren het wethouderschap vervuld. Den 3en
Sept. 1913 werd hij tot wethouder gekozen als
opvolger van den heer H. J. Nederhorst, die
wegens ziekte zijn mandaat niet wenschte te
zien vernieuwd. Bij de toen gevolgde verdee-
ling der functies in het college van B. en W.
is de afdeeling Lager en Voorbereidend On
derwijs, die tot 1918 door den toenmaligen
burgemeester Martens werd beheerd, overge
gaan in handen van wethouder Knuttel. Zon
der onderbreking heeft wethouder Knuttel zich
aan de zorgen van het onderwijs gewijd, dat
steeds zijn warme belangstelling had en het
nog heeft. Deze afdeeling heeft vooral na de
totstandkoming van de wet-de Visser veel ar
beid en studie vereischt. Het reorganisatieplan,
In een particulier schrijven merkt de
auteur van dit artikel nog het volgende op:
„Wanneer een Oostenrijker in Holland komt
zal liy zich daar in den beginne niet geheel
op zijn gemak voelen, omdat hij het landschap
eentonig vindt en onze levendigheid in den
omgang mist, ’t Geheel lijkt hem weinig in
teressant. Het zal hem gaan ak iemand die
vanuit den helderen zonneschijn in een geslo
ten ruimte treedt waar slechts gedempt licht
Iveerscht. Om de inrichting van deze ruimte
werkelijk te kunnen waardeenen, zal hij aan
vankelijk een oogenblik de oogen moeten
sluiten, om daarna eerst gewaar te worden,
Gouda, 17 November 1921.
GRANEN: Voor de meeste artikelen was
iets meer attentie. Bruine booten belangrijk
hooger.
'Barwe 12—-ƒ 13^0, Rogge 11.75—12,
Gerst 12—13, id. chev. 15—ƒ16.50, Ha
ver 12—18.50, Erwten 22—23.50, Bruine
boenen 36—38.
BEKKEN WOU DE.
in de op Dinsdagavond j.l. gehouden leesver-
gadering van het departement van de Maat
schappij tot Nut van t Algemeen, trad voor de
afdeeling op de heer K. Kleyn te 's-Graven-
hage, die sedert eenige jaren hier een bekende
is. (Juk thans weer droeg de heer Klein een
aantal voordrachten en gedichten voor, waar
mee hjj van het vrij talrijk opgekomen publiek
veel bijval oogstte.
di
RUDOLP1
uit het D
Mevrouw A. E. NI
37
Jk kan je nu 'geen
na eenige oogenbli
boeken en bewijzen ni
„Koml Met jouw w
Verlang ook geen afre
alleen een algemeer
Hij streed met zichz
„En bovendien heb i
te zeggen!" verklaarde
„Maar dat moet je!
^erlangen!"
„Erna!” klonk het i
®et. Ik waarschuw ie. 1
ivoor!"
«rEn wanneer komt
„Als je eenmaal mijl
j Zij lachte toornig, d
•ij van onbestemden a
„Altijd weer het ou<
P®nd is er dan tussche
Pnwetyksaanzoekr
Hij haalde de scho
Pijpje vast tusschen d
Hm, hart Hopte. Zl
AüMnnda awraw
DB BBBBUOTINGSZITTINC.
Het politieke speL Een <ethouders-
crifcia. Samenwerking of gewapende
vrede. Een liberaal wethouder gaat
heen. Een rootje wethouder p
Aan de partij de beslissing. Wethou
der Knuttel. „Heldenmoed" in wet
houder Hoffman. De roomsch-katho-
lieken en de sociaal-democraten. Be
zuinigen het parool. Gouda’s schul
denlast.
De begrootingszitfcing is zoo telken jare het
moment, waarop de partijen in den Raad op
de meest vrijmoedige wijze lucht geven aan
wat er in hun binnenste omgaat Men kan het
reeds eenige zittingen te voren merken dat de
begroeting aanstaande is, het' politiek sentto
ment komt dan meer en meer tot uiting en
luiuwletend worden eikaars gevoeligheden ont
dekt. Is de begrootingszitting dan daar, dan
komt de woordenvloed los, dae zoo lang be
dwongen is, en dan is het spel gaande.
Zoo is het ook in de jongste zitting gegaan.
De woordvoerders der partijen hebben uiting
gegeven aan al datgene wat hun in het afge-
loopen zittingsjaar heeft bezwaard en dat is
er nu uitgekomen.
De beschouwingen waren ditmaal niet al
leen van politieker aard, zooals deze Raad
eens eerder te hooren gaf, maar werden ook
beheerscht door den nood van den tijd, ze
stonden mede in het teeken der bezuiniging.
Kon het anders zijn, waar èn van overheids
wege èn in de pers èn bij adressen op de
meest mogelyke zuinigheid is aangedrongen?
Maar ook in dat opzicht sprak de politiek een
woordje mee.
waarop zy krachtens den uitslag der' laatste
j verkiezingen terstond had moeten staan. On-
omwonden heeft ze te kennen gegeven dat ze
l thans een wetiwuderszetel ambieerde, omdat
ze genoeg ondervinding in den Raad heeft op-
gedaan, dat ze deze functie wel zal kunnen
i aanmemen. En daarbij komt dan dat er een
1 meerderheid zal zyn waarmede met de S. D.
A. P. valt te werken.
Toen we den heer Sanders zoo hoorden,
dachten we terug aan den tyd dat de S. D.
A. P. over het aanvaarden van een of meer
wetiwuderszeteds heel anders dacht dan nu.
Toen was het de S. D. A. P., die aanvankelijk
autoritair genoeg was aan de partyen zelf
een program voor te leggen, waarop samen
werking werd gevraagd. Die houding had toch
waarlijk niets van een erkenning dat voor be
sturen ook ervaring noodag is. En daarop
volgde toen de merkwaardige ommekeer dat
de sociaal-demociaten steun boden aan de pro
grampunten der liberalen, voor zoover dit niet
zou zijn in strijd met hunne principes. Dat
was opportuniteitspolitiek, men voelde wel (tat
men niet anders kon.
Van die toezegging is al bitter weinig te
recht gekomen, zoo weinig dat het vooral den 1
laataten tijd meer leek op een toestand van 1
gewapende vrede dan wel van eenige tege-
moetkoming, hoe gering ook.
Was het onder deze omstandigheden te ver
wonderen dat toen er ook maar een kik werd
gegeven dat de soc.-dem. raadsfractie wel een
stap naar bet college van B. en W. zou wil- 1
len wagen, de wethouder Knuttel terstond op
sprong en zonder omwegen zyn zetel bood? 1
En hy deed dat en kon dat doen con amore,
omdat de vervulling van het wethoudersambt
geen genoegen biedt, maar wel zorg, zorg
ook voor het belang der gemeente, dat hem
deze functie tot heden deed vervullen. Die 1
invitatie moet hem geklonken hebben als een
iblyde verrassing, dat nu bij de sociaal-denw-
is eenvouxiig craten toch het verantwoordelijkheidsbesef
m, maar weldra wordt men
zyn denken en den diepen wakker gaat worden, dat zy door hun aantal
den zedelyken plicht hebben mee te werken
^Mgrjjlcste
- ---- ~WOOnlyi£ Uiuai
op het strand, met het water tot uo d.
echpnt te letten op hen, die m
.water stoeien, om hun te hulp te komoa
neer dit noodig mocht xyn; m werkelnkileid
onxe badmeester is er geen van HuliandAZ
bloede spiedt hp naar do deurtjea der
koetajee, waar de reebadminnende dame.7êi
te voorschijn trippelen. 11
Zoodra er een verschijnt, snelt de badmeester
toe en ontdoet haar geiant van haar badman^
Nu zyn er twee methoden: de eene wil datX
mantel op het strand wordt gelegd. Zóódante
dat hy by de eerste de beste aanspoelende Wf’
nat wordt, de andere daarentegen verkiest dat
de peignoir vèr van de watergrens verwjjdwï
wordt- gedeponeerd, zoodat het heel moeunk
'iem later terug te vinden. De badmeester
geleidt zyn clientèle aan de hand en zegt strijk
en zet, terwijl hy met haar voortstapt, als na
een menuet, dat het water
dezen zomer nog niet zoo heerlyk van tempe
ratuur is geweest als vahdaag. Wanneer men
tot aan het middel in zee is geloopen, worden
de beide handen van de baadster stevig vastve-
houden, die zich alsdan aan een onderdompeling
waagt, voorafgegaan door blazend geproest.
Wanneer de oprechte animo er is, leert hij
haar zwemmen. Om een dame te leeren zwem
men moet de badmeester haar vasthouden, met
de eene hand aan een gordel, met de andere
hand onder haar kin; voorts moet hy voortdu
rend zeggen datgene, wat aan alle leerlinge-
zwemsters ih de geheele wereld moet worden
ipgepompt, zonder onderscheid van leeftijd
rang of stand: x
Uw hoofd góed ophouden
Langham slaah
Voeten niet boven water houden.
Wanneer u niet meer bang bent, zal
het misschien wel leeren
Ik zal u eens loslaten
Deze laatste mededeeling is voor de leerlinge
®°c- het teeken om onder water te verdwijnen en
een gulzigen slok zout water in te slikken, wel
ke haar vopr het geheele verdere seizoen de
zwemkunst doet verfoeien. En dat duurt
De heer C. W. Molenaar, alhier, leerling der
M.U.L.O.-Scliooi te Lekkerkerk is aangesteld
als volontair ter gem. secretarie te Beusichem
en Zoehnond (Geld.).
Het is het volk, dat reeds vóór den oorlog inplaats van te critiseeren. Vooral met zyn
ihet steunpunt van de vredesbeweging was, dat
tydens ue oorlogsjaren in echt Ühnisiel ijken
geest (in tegenstelling met de rooizuchtige
Ciu'isteriien der naburige landen), er de voor
keur aan gai'onrecht, ie dragen, dan t leven
en ’t geluk van zyn burgers aan zijn wraak
gevoelens op te offeren, dat hoewel zelf in
benarde omstandigheden aan dnelionderddui-
zeod uit hun land verdreven Belgen gastvrij
heid verleende, dat tegenover de Dmtschers
onomwonden zijn afkeuring uitte zoolang ze
onrecht begingen, maar ook zonder aarzelen
duizenden en duizenden Dwutoche kinderen op
nam, die aan ellende ten prooi waren.
De Hollandsche openbare meening laat zich
met door officieele berichten tot geestdrift
oproepen. Ma^- objectiviteit en het „audiatur
et altera pars bewaart ze voor eenzydigheid,
haar groote achting voor recht en vrybeid,
haar hoogstaande moraal en eerbied voor de
reine vrouw hebben het Holland bespaard een
zoo treurig beeld te toonen als wy in onze
ik het toe-
felegonheid geboden
alles eens tot rust
Zeer opmerkenswaardig ie ook de gehecht
heid aan zyn huis. Met zorg en geduid richt
ihy zyn woning in. Alleen in de groote ste
den iis 't Hollandsche huis meerdere verdie
pingen hoog. Aardig doen het die kleine ge
bouwen van meest onbepleisterde roode bak
steen. Op den begianen grond vindt men ge-
w^onlyk slechts de keuken en de woon- en
ontvangkamer. Zelfs de eenvoudige burger
en arbeider heelt zyn gezellig mgenente
voor- en achterkamer, die (m de voorname
huizen) door breeds schuifdeuren van elkaar
gescheiden zyn.
Op de bovenverdieping men bestygt ze
Jangs een zeer smalle en steile trap vindt
men de slaapkamers, die dank zy den menig
maal voorkomenden ryken kinderzegen, nog
Wel eens overvoi zyn en bij de nunderwelge-
stelden, wat inrichting aangaat, verre van
hygiënisch kunnen genoemd worden.
't Geheele huis wordt van binnen en van
buiten angstvallig netjee onderhouden.
Ook 't geringe aantal koffiehuizen en her
bergen wyst er op, hoe zeer de Hollander
zyn eigen huis waardeert. Men bezoekt el
kaar heel dikwijls en de thee- en koffiekan
worden dan gewoonlijk duchtig aangespro
ken. Voor toerisme zyn !t landschap en de
weersgesteldheül nu juist niet bevorderlijk,
waardoor de behoefte aan tot gemak en ge
zelligheid ingerichte woonkamers des te ver
klaarbaarder wordt.
hooren, dan doet het vreemd aan dat hier van
r.-k. zijde geen woord daarover wordt ge
hoord, dat men hier niet inziet Lot welke con
sequentie de houding der roomlchTcatholieken
en de sociaal-democraten in «en Raad moet
leiden, dat men zich houdt, als zou men,
angstvallig zyn diat onderwerp aan te roeren.
Moet het ook hier zyn roomsch en rood naar
Aa'lberse’s woord? Dat men het zegge duide
lijk en kdaair!
gekomen door revolutie, doch dat er stukje voor
stukje aan gebouwd ia.
biaverny is aigeschaft omdat de economische
verhoudingen de slavernij onmogelijk maakte.
Wat betreft de Fransche revolutie, die heelt
jaren en jaren gesmeuld. Die revolutie was bij
ons de bU-jarige oorlog, hoewel schijnbaar om
de relegie stryd werd gevoerd was het de stryd
van de opkomende kooplieden tegen de macht
van vorst, adel en geestelykheid.
De belangstelling tusschen ondernemer en
arbeider heeft geleid tot de excessen, die we de
laatste jaren constateeren.
Het kapitaal van de onderneming, de onder
nemerswinst en het loon beheerschen de ge
heele economische verhouding. Twee dier fac
toren zijn op het oogenblik heerschende, één
ligt onder, nergens is de loontrekkende de baas.
Het komt slechts aan op het aanwenden der
productiemiddelen. Het kapitaal stuurt aan op
de beheersching dier middelen.
Gelegenheid tot het maken van abnormale
winst moet ontnomen worden, 't gaat er om
welk deel het loon uitmaakt van de productie.
Via het loonvraagstuk moet men komen tot op
lossing van het machtsvraagstuk in het bedryf.
De heer Kolthek repliceerde en de heer Ratte
dupliceerde, waarna de vergadering, die matig
bezocht was, gesloten werd.
kont geleden gereedgekomen en in den Raad -
in behandeling gebracht, is niet door hem in
veilige haven kunnen worden gebracht, om- ïau
dat tot uitstel gedurende eenige» t|jd werd personen v^e’en badseizoen^ gZwm”
Het is thans niet het moment over den ^ettea °P hen, die in net8
it. beid van den afgetreden Wethouder van On
derwijs in bijzonderheden te treden. Maar toch
past hier een woord van erkenning van de
verdiensten van den heer Knuttel jegens het
onderwijs en jegens de gemeente gedurende
de jaren dat hü in het college van B. en W.
zitting had.
Het ei.
Volgens den Franschen schrijver Michelet
was niet, zooals men algemeen gelooft, Chris-
tophorus Columbus da historische persoon, die
een ei overeind zette om by een redetwist zijn
tegenpartij te overtuigen, maar komt aan den
Florentijnschen bouwmeester Brunelleschi de
eer toe het vraagstuk van het ei opgelost te
hebben.
Het was bij gelegenheid, dat de koepel der
kathedraal van Florence, het eerste dak van
dien aard, gebouwd zou worden.
Toen de groote bouwmeester zyn plan inle
verde, wilde niemand hem begrypen.
Hy werd er om uitgelachen.
Iedereen verklaarde dat hij
Op straat wees men hem na:
Daar gaat die gekke Brunt
Intusschen kwam geer
een plan voor den dag
zich hem terug te poepen.
Welnu, laat ®ns uw
Zy zouden het ongetwyl
kend.
Het antwoord, dat Brunelleschi den boosaar-
digen, dommen spotters gaf was hunner Waif
dig.
Hy haalde een ei uit zijn zak.
Daar is myn model, zeide hij, zet het maar
neer.
Dat kon natuurlijk niemand.
Toen sloeg hij de punt stuk, en het stond.
Niets is eenvoudiger, riepen allen.
Waarom zyt gij er dan ook niet op geko
men? voegde hij hun toe.
In aanmerking nemende, dat het Brunelle
schi in 1444 gestorven en Christophorus Co-
lombus in 1436 geboren is, valt de prioriteit der
uitvinding niet te betwijfelen.
Bovendien is het een veel logischer betoog
een ei op zyn punt overeind te zetten als er
sprake is van een koepel te bouwen, dan wan
neer het geldt te bewijzen, wie het eerst een
werelddeel heeft ontdekt.
hoe degelijk, hoe vol stijl en voornaam deze
Woonruimte is mgericlrt"
Zelfs de bloei waarin zich de wuelryders-
sport de Laatste twen, twintig jaren vemeugt
een Hollander die niet iieta is werkeiyk
een witte raaf en evenmin 't roeien en
zeilen waaraan de jeugd zóch gaarna wijdt,
hebben de huiselyikhend op de vlucht kunnen
jugen. De gewoonlyk zachte winters zonder
veel ys of sneeuw, maken ook de wintersport
van geen beteekems.
Een met minder opmerkelijke karaktertrek
van den Hollander is zyn groote vroomheid,
U zy Protestant, 't zy katholiek, in beide ge
vallen is hy het met volle overtuigung. De
katholieken die voornamelijk het zuidelijk
gedeelte van ’t land bewonen, zyn buitenge
woon goed georganiseerd, en votmen met
hun volksbonden, sport- en vakvereemgingen
byna een staat in den staat, waarby de
geestelijkheid de leiding heeft In de Protes-
tansche kringen is de Nederlandsch Hervorm
de (Calvinistische) kerk toon aangevend. On
der de intellectaeelen heeft zich in de laatste
25 jaren der vorige eeuw een sterke stroom
van vrijzinnigheid baan gebroken, wat de
rechtBstaande elementen uit de „groote kerk"
tot uitbreiding en het stichten van nieuwe
naar het oorspronkelijke calvinisme terug
gaande secten genoopt heeft Op ’t oogenblik
bestaat er in de Nederlandsch Hervormde
Kerk weer meer neiging tot de orthodoxie te
rug te keeren. Naas^hye kerken spelen nog
een rol de Ijutterschea»,->n de zeer vryzinnige
Doopsgezinden en Itemonstranten, by welke
beide laatste secten
geestelijk ambt is toegeJaten.
vooral in de steden velen zijn die onverschil
lig tegenover den godsdienst staan, is men
niettemin verbaasd te zien welk een plaats
kerkbezoek, bijbel en zondagsheiliging in *t
Hollandsche leven beslaan. Op ’t oogenblik
staat het land in t teeken van den door de
katholieken opgeworpen stryd om vrijheid
van processie.
Begrip voor kunst, in d» eerste plaats mu
ziek en schilderkunst, bepaalt zich, zooals
haast overal, tot de bovenste lagen der maat
schappij. Opmerkelijk is het na te gaan hoè
ver ’t bezoekaan de opera bij dat aan con
certen achterstaat, De groote massa van ’t
volk is absoluut onmuziekaal. Een volkslied
bestaat om zoo te zeggenniet De klove tus
schen het onbeschaafde volk en de in elk op
zicht hoogstaande intellectuelen, dunkt mij
in Holland grooter dan ergers anders. De
laatsten hebbpn zich van de vaak zware en
weinig ontwikkelde middel- en onderste lagen
eenigszins overdreven ver terug getrokken,
wat men minder aan aristocratische voor-
naamdoenerjj moet toeschrijven, dan -wél aan
't ontbreken van gemeenschappelijke punten
van aanraking.
De verhouding wordt duidelijk, wanneer
men weet op welke hoogte de Hollandsche
wetenschappen ijke ontwikkeling staat.
Van een beschaafden Hollander neemt men
aan, dat hy ten minste een van de groote cul-
tturtalen Engelsch, Duitsch, Fransch
goed spreekt en de beide andere gemakkelyk
leest en verstaat. Op de middelbare scholen
is het aanleeren daarvan verplichtend en de
gymnasiast heeft zich naast zyn moedertaal
en de drie bovengenoemde, ook nog met La
tijn en Grieksche bezag te gouden. (Hoe staan
we hier tegenover de overladingsttieorie
En het is de moeite waard er zich van te
overtuigen, dat deze telenkennis volstrekt geen
afbreuk doet aan hun begrip van geschiede
nis, wiskunde en natuurwetenschappen.
Inderdaad komt dit volk van zeven millioen
zielen, welks land juist aan het grenspunt
van t FranschDuitschEngelsch taalge-
bied ligt, rykelyk in de gelegenheid vreemde
talen te spreken en evenzeer in de wereld der
wetenschap spelen buiten!andsche hulpbron
nen een groote rpl. Ook belangrijke letterkun
dige voortbrengselen der naburige volken wor-
den in de oorspronkelijke taal gelezen. Dien
tengevolge is ook ’t geestelijk leven der na
buren voor den Hollander geen gesloten boek.
Hij versmaadt niet nuttige instellingen uit an
dere landen ten voorbeeld te nemen, zonder
ze echter slaafsch met gebreken en al na te
volgen. Daarvoor bewaart hem zyn juiste blik,
due hem ook de typische dwaasheden der na
burige volken doet kennen en vermijden. De
aanraking met net buivemanü slypt by hem de
al te scherpe kanten af, maar zyn oorspron-
kelykheid gaat er niet door verloren. Zooals
de natuur waarin hy leeft, felle kleuren en
grootsche vormen mist en slechts door haar
waardigen eenvoud, de fynheid van toon den 1
wijden blik in de verte en de diepe stemming
inbrak maakt, zoo is ook de Hollander de
hoogstaande althans eenvoudig en welwil
lend in zyn optredei.
de breedheid van zyu ----
ernst van zyn wezen gewaar.
„geschopt”,
Wanneer de badmeester met een leerlinge
bezig is en| hy ontdekt een andere, die zich ge
reed maakt zich aan de ongevaarlyke branding
met mannenmoed toe te vertrouwen, haast de
badman zich de eerste kwyt te raken, door haar
aan een touw vast te leggen, zeggende:
Ik koih dadelyk weer terug. Maar een bad
man, die u|in den steek laat, ziet gij niet weer
om. Na den chirurg is het de badmeester, aan
wiens handen gy spontaan uw leven toever
trouwt, zonder hem te kennen.
MaAr dit daargelaten. Onder ons gezegd:
-i~t -1-', dat aan zee de meeste badmeesters
niet‘kunnen zwemmen? Ze kunnen alleen maar
baden; doch daarin hebben zy dan ook den titel
van „meester” behaald.-
Em Ooranrljksr over de Hollendert.
Inde Klagenfurter Zeitungkomt
de volgende beschouwing voor over de Hollan
ders, die wy, dank zij vriendelyke tusschen-
komst, gaarne onder de aandacht onzer lezers
brengen:
Voor den oorlog was Hollander voor ons
waariyk iets meer dan een decoratieve figuur
op een zeestuk of een landschap met windmo
lens. Vooral de vrouwen met haar witkanten
mutsjes, wyde rokken en klompen aan de voe
ten kwamen zoo allerliefst uit als stoffeering
van een met molens overdekte weide of een
blinkend gepoetste keuken. Voor de rest was
men geneigd met het begrip: Hollanders iets
in veiWul te brengen van stijfheid, verveling
en als het heel mooi was, met een bedenkelyk
soort van goedigheid. Thans is ons zorgeloos
volkje wel genoodzaakt wat meer aandacht
aan den Hollander te schenken. Niet alleen
omdat de vreemdeling uit Nederland in de
Oobtenryksche Alpen geen uitzonderingsgeval
meer is, maar vooral oin den aanzienlijken
stroom van Oostenrykers die jaarlijks ’t gast
vrije land binnenkomt om uit te rusten van
Oostenryksche politiek, keuken en moraal. Aan
ieder lid van ons opkomend geslacht zou ik
het toewenschen, eens eenigen tijd in Holland
te kunnen vertoeven, terwille van zyn maag
natuurlijk, maar nog meer ter wille van zyn
geestelijke ontwikkeling.
Het niet mogelyk onjuistheden te ver
mijden wanneer men ’t onderneemt een volk
of meer nog ’t karakter van een volk erg be
grensd te beschrijven. Laat de lezer zich dit
voor oogen houden, wanneer ik als de meest
in ’t oogvallende eigenschappen van den Hol
lander noem: breedheid van opvatting, eenigs-
zans vormelijke degelijkheid en warme, zoo
niet dadelyk te voorschijn tredende menschlie-
vendheid. Wel is waar is gewoonlyk by de
eerste ontmoeting de indruk anders, maar hun
weikelyken aard leert men dan ook by de Hol
landers eerst na langeren omgang kennen
Stralende beminnelijkheid, roerende poses en
philanthropise!! pathos zijn hun vreemd. Ze
haten overdrijving, opdringerigheid, aanstel
lerij, tegenover het enthousiasme van den bui
tenlander stellen zy koele zakelijkheid en te
gen diens overstroomende levensblijheid een
min of meer spotende bedaardheid. Men komt
dikwijls in verzoeking uit hun schijnbare on
verschilligheid weinig vleiende conclusies om
trent hun ztielelevea te trekken; t^n onrechte,
want wanneer de Hollander eenmaal zijn hart
geopend heeft, en ook dat heeft plaats nonder
luidruchtig bfoedeiischap drinken, bezit men in
hem voorgoed een fijnvoelende» kameraad, een
deelnemend vriend, want warm is zyn hart
en trouw.
OVER
db conferentie
De heele conferentie
fcief1 het Zuidzee-vraag
schier komiek. Een aa
de besprekingen is nc
ïbodra iemand eenigi
doen van een voorstel
trekt hij dien dadelijk
gebrand had. Vandaar
behandeling van het C
kunnen komen, daar n
[Waagt, omdat de confi
delijk op de radicale
tonnen schipbreuk lij<
j»en zich in interviews
Hg van de Chineesche
getwijfeld slechts takt!
ten opmerkelijk veel e
achtig zijn. Prins Toki
thodisch op. Hij luister
tn .slaat even nauwlett
idigden gade. Hij maal
nngen, welke hij later
scheurt, waarbij hij vaa
snippers in zijn vestjes
Bij al het ondoorgrc
kringen der conferentit
verwachting van een v
rijde, niet alleen ten aa
In zake de Zuidzee, wi
lei bij geruchte verluii
■chen aard. Men vree
Japan zal voorstellen 1
het openbaar te behan
Hogelijk zou kunnen
Japan groot voordeel
penners in den Stillen
rijn en Amerika's aan
vergaderingen veel m
Wijn. Doch dit zijn alle
(Voorbereidende overwei
Ook inzake de bepe
ter zee is de gang van
kanen lijn niet geneger
land’s verlangen om el
één schip toe te staan
dat het de behoefte he
duikbooten wegens zijn
keling. Het wil alleen 1
▼en van den duikbootk:
Bjkheid vormt de beh
Au«tralië aan kleine si
De voornaamste bela
ter op het Zuidzeevraa
een verrassing kan opl
Van een zeer betrour
gende inlichting ontva
der voorbehoud kan i
officieuse besprekingen
name punten al zoovei
conferentie spoedig uiti
vraagstuk van de bes]
ter zee, met inbegrip vt
hun toestemming hebb
Amerika zal dienaan;
ontwerp bij den Senaat
Het vraagstuk van
I* n‘et aangeroerd de
Wanneer we de uitlaiting van den woordvoer
der der soc.-dem. raadsfractie, dat ook de ka
tholieken genegen zyn aan de zjjdje der S. D.
A. P. te staan,wanneer het gaat om maat
schappelijke vraagstukken op te lossen, be
schouwen in het lii&hit van dezen tijd, dan zien
we hder een -beeld van ihet aansturen van
roode zyde op een samenwerking met de
roomsch-katholieken, zooals dat door den s’- -
dem. partijleider in <hèt Parlement geschiedt.
Dat dit geschiedt waarlijk niét We
herinneren tech to»ar 'aan de kortelings van z?veiP-^unsL. uoet y^5Ii?iele?- lü1n duurt nu
voor ae neer öanuers ais woordvoerder optrad, al vijftien jaar, vertelde de badmeester. Zy, die
heeft zich ditmaal op het voetstuk geplaatst, het Buerau der Vfkbonjieft uitgegeven beetje liefhebberij aan den dag leggen,
opnoep tot de r.-k. arbeiders, waarop wy in zwemmen elk zomerseizoen één slag meer,
ons blad vari Zaterdag jj. hebben gewezen. Maar verder dan zeven hebben zy het nog nooit
Zoo’n oproep^tot de*roomsohe arbeiders is niet
bevorderlijk aan der propaganda van het noode
element. Wat is er'1 dan tactischer dat zulke
stroomingen inplaats-van tegen elkaar te bot
sen, naast elkander vloeien tot het moment,
•waarop het noodzakelyk blykit dat de bestaan
de 'klove weer wordt verwijd? Het is de poli
tiek van het opportunisme van beide zyden.
Maar deze politiek is een gevaarlijke, en
dat voelt men ook in den noomschen kring.
Schreef de Maasbode niet dezer dagen dat
zy niet schroomde te verklaren dat deze op
roep de arbeidersbeweging niet ten goede zal
komen, voor zoover deze zach althans met het
piaedicaat „katholiek” tooien wil. Er is toch,
zoo schreef het r.-k. hoofdorgaan, „van het
begin tot het einde geen gedachte in te ont
dekken, die u als specifiek .katholiek” tegen-
klinkt. Wat erger is, men zou met een enkele
wijziging deze opwekking om toe te treden
tot de katholieke organisatie pasklaar kunnen
maken als propagandamiddel voor de „moder
ne” organisatie, zoo weinig verschoilt de toon
met dien van de beweging gelijk de circu
laire vooraichtig aangeeft ,/met onjuiste
middelen strijdt.” En schreef niet de Voor
hoede, een ander vooraanstaand r.-k. or
gaan: Wij meenen dat een oranjekleurig vlug
schrift door het Propagandaibureau van de
N ovemlber-actie verspreid, in zulk een, we zou
den haast zeggen „socialistiischen” toon ge-
siteld is, dat de tegenstelling tusschen de stan
den in ons Roomsche volk eer zal aanwakke
ren en aanspitsen dan vereffenen.”
Wanneer we deze persuitingen van r.-k. zijde