de min mini
Veertiendaagaoh Blad
voor do Huishouding*
o o o
roman van een studente.
EÜWS- EN’ ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
14810
60* Jaargang
Donderdag 22 December 1921.
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
UITEN LAND.
EUILLETON.
i
JAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEUWER-
a, i IJ., OUDERKERK a. d. IJ., OUDEWATER, REEUWDE, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz,
I
de
leven
door
L
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal 225, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt
Franco per post per kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad ƒ3.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 81, GOUDA*
by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur.; Administratie Tel. Int, 82;
Redactie TeL 545.
God zij met ons
Uw dankbare
WILHELM.
iendschap is de grootste schat des levens
leen voor hen, die haar op prijs weten
n.
jr wel heeft gewacht dit
Eerst een begin in die
i Amerika gemaakt door de
ime docufnehtèn uit de Rus-
GOlDSt'll E MR1CT.
Op Hindenburg’s brief, antwoordde de vroe
gere keizer t
mer
jullh
n ka'
mij thans de volledige publicatie in de Duit-’
sche pers aanbevelenswaard.
Tot mijn groote vreugde vernam ik, dat in
den toestand van Uwe Majesteit den laatsten
tijd eenige verbetering is ingetreden. God helps logzuchtige bedoelingen gehad, dan zouden wij
ook verder.
Met diepen eerbied en onbegrensde trouw en
dankbaarheid, van Uw Keizerlijke en Konink
lijke Majesteit de alleronderdanigste
(get.) Von Hindenburg, Gen.-Veldm.
- - (Wor* nmUSj
PrU* per kwartaal tr. p. paai* t
O O
Man kan rich abonnearan W
BeekUndel of bjj de UilgtY.ra 4. BRIUlUB
4 ZOON. G0VD4,
en wilde nu
TELEGRAMMEN.
DE CONFERENTIE TE WASHINGTON.
De duikbooten.
Londen, 21 Dec. (N. T. A. Draadloos.).
Men verwacht, dat, voor de conferentie met
Kerst-reces gaat, de duikbootenkwestie in open
bare vergadering zal worden ter sprake ge-
de schuld on bracht. Zooals algemeen bekend is, ïou Enge-
trechtelijke vervolging, uitsluitend g«- land de volledige afschaffing wenschen van dit
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (bohooranda tot dan bezorgkrtag)|
-1—5 regels ƒ1.80, elke regel moer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den beaorgkring:
1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.80. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20
bijslag op den prij*. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEEUNGEN: 1—4 regela ƒ2.05, elke regel meer 050. Op
de voorpagina 50 hooger.
Gewone advertentiën en Ingezonden mededcelingon bU contract tot teer gereduceer*
den prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomrt van aollede boekhan
delaren, Advertentiebureau* en onze Agenten en moeten daagt vóór de plnatain*
aan het Bureau zjjn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te rijn.
RUDOLPH STRATZ
uit het Duitsch door
iouw A. B. NUIJS—POSTHUMUS.
wapen, omdat het onmenschelijk en onnootflf
is. De kwestie zal aan do orde worden ge*»
steld door den eersten lord van de admiraliteit*
lord Loe. Deze zal hot technische punt naai)
voren brengen, dat de duikboot enkel all dee
fensief wapen van groot nut is- J
De correspondent te Washington van <W
Daily Chronicle meent, dat de pqglng om «lit-f
maal de duikbooten afgeschaft to krijgen, zal
moeten mislukken, maar dat de beraadslagingen
daarover van zeer groot nut zullen zijn om d<
vraagstukken beter te leeren kennen, hetgeen
de afschaffing in de toekomst in de hand zal
werken. Indien het ditmaal niet komt tot totaH
afschaffing, zullen voorstellen worden gedaald
om op het aantal duikbooten voor de verdedi*
ging drastisch te besnoeien. Zeer sterk wordt
gevoeld, dat indien de conferentie er enkel in
slaagt het aantal vim deze krachtige aan*aW
wapenen te verminderen zooals de Ameri^
kanen hebben voorgesteld het nut der confe-4
renlie aanmerkelijk zal zijn verminderd.
Een verklaring van Viviani.
Parijs, 21 Des. (H. R.). In een interview
met vertegenwoordigers der pers heeft Viviani
verklaard een goedeiHndrukje hebben meege
nomen van de Waslungf^mfffie conferentie. Hij
voegde er nun toe, dut geen practische r esui Ja*
ten met betrekking tot de ontwapening zullen
kunnen worden bereikt, alvorens alle betrokken
volken hun opvatting te dien aanzien zullen heb*
ben te kennen gegeven.
Viviani was tevens van oordeel, dat Frank*
rijk zich niet kan verbinden, zoolang het er niet
zeker van is, dat Duitschlnnd alle waarborgen
zal hebben gegeven, wat betreft de beperking
of de opheffing der vervaardiging van vergif*
tige gassen. Wat betreft de duikbooten en da
slagschepen, zeide Viviani, dat Frankrijk, even
als Engeland, er het allergrootste belang bij
heeft, dat do verbindingen met zijn koloniën
verzekerd zullen blijven.
P r Ij 21 D e e. (B. T. A.). Viviani en Poch
z|jn vanmiddag 12 uur 50. min. te Parijs Mn*
gekomen.
BIJEENKOMST VAN DEN ÓPPER
STEN RAAD.
Londen, 2 1 Dec. (R.) De Opperste Raa4
komt in de eerste week van Januari bijeen,
Lloyd George vertrekt ongeveer het midden
van de volgende week naar Cannes.
Londen, 21 Dec. (R.jr-Duitschlnnd zal niet
vertegenwoordigd zijn op de bijeenkomst van
den Oppersten Raad, maar de Duitsche verleg
genwoordigers zullen ter conferentie kunnen
worden geroepen, zooals dit het geval is ge*
weest tet, laatste conferentie in Londen.
De Opperste Raad zal zich ook bezig houden
met den economischen toestand van Europa.
Londen, 21 Dec. (H.-RBriand en Lloyd
George hebben vanavond in Downing-street ge
confereerd. Zij besloten den Oppersten Raad
te Cannes bijeen te roepen in de eerste helft
van Jon. 1922. Kort daarop zal er, waarschijn*
lijk te Parijs, een bijeenkomst plaats hebben vaul
de ministers van buitcnlandsche zaken vani
Frankrijk, Engeland en Italië om de kwvstiel
van het nabije Oosten te behandelen. De Op*
perste Raad zal eveneens beslissen over het
bijeenroepen van een internationale economic
sche conferentie voor het herstel van Midden*
Europa, waaraan eventueel Rusland deel zal
nemen.
richt tegen het hoofd van een der in den oorlog
betrokken staten, doen voor dezen staat de
rechtsgelijkheid met de andere staten geheel
teloorgaan, on daarmede zijn aanzien in de ge
meenschap der volken. Bovendien sou dit pro
ces a priori den indruk wekken, dien onze vijan
den juist beoogen, als ging het in de geheele
„schuldkwestie" alleen om dit e n e staatshoofd
en om het e e n e volk, door hem vertegenwoor
digd. Daarbij komt nog, dat een onpartijdige
beoordeeling van de „schuldkwestie” is uitge
sloten, tenzij de procedure ook tot de staats
hoofden en leidende staatslieden van de vijan
delijke mogendheden wordt uitgestrekt en hun
beleid aan dezelfde kritiek wordt onderworpen.
Immers de houding, door eiken staat afzonder
lijk aangenomen bij het uitbreken van een'oor
log, kan natuurlijk alleen juist worden beoor
deeld, indien men rekening houdt met het op
treden van zijne tegenpartij.
Tot een werkelijke oplossing van de „schuld
kwestie”, waarbij Duitschland zeker niet minder
belang zou hebben dan zijn vijanden, kan men
alleen geraken, als door een internationale, on
partijdige instantie niet bepaalde personen straf
rechtelijk worden gevonnist, maar als alle ge
beurtenissen, die tot den wereldoorlog hebben
geleid, evenals alle andere krenkingen van het
volkenrecht worden vastgesteld, om daarna het
aandeel in de schuld van de persoonlijkheden,
die aan de zijde van alle oorlogvoerende mo
gendheden een rol hebben geepeeld, juist te
bepalen.
Een zoodanig loyaal voorstel Is na het einde
van den oorlog in officeelen vorm van Duitschen
kant gedaanhet is echter, voorzoover mij be
kend, door den vijand deels afwijzend beant
woord, anderdeels in het geheel geen antwoord
waardig gekeurd. Duitschland heeft bovendien
dadelijk na den oorlog zijn archieven zonder
eenige beperking’'geopend terwijl het vijandelijk
varbond zich tot dusver_wel heeft gewacht dit
voorbeeld te volgen.
rjchtlng is thans in
publicatie van- geheii
sische archieven.
Reeds deze houding van het verbortd onzer
vijanden naast het bekend worden van een over
weldigende massa bezwarend materiaal geeft
een vingeraanwijzing, waar de „schuld aan den
oorlog" in werkelijkheid is te zoeken I Voor
Duitschland echter volgt hieruit te meer de ge
biedende plicht, met alle middelen al het moge
lijke materiaal, dat voor de „schuldkwestie" in
aanmerking komt, te verzamelen, te schiften en
te publiceeren, om daardoor hen, die in werke
lijkheid den oorlog hebben veroorzaakt, aan de
kaak te stellen.
In den toestand van H. M. is helaas een ver
ergering gekomen. Mijn hart krimpt ineen van
smartelijke zorg.
achtig I” Ofschoon ik het eigenlijk zelf ben.
Toen kijkt hij mij met groote oogen aan, en wij
beginnen allebei te lachen. Daar hadden twee
oude clubgenooten uit Shanghai elkander ont
moet. Ik was daar een goed jaar met hem samen
geweest. Hij deed in opium.
„Weet je, Ema, opium brengt geld op I De
Chineezen zijn er op belust als vliegen op sui
ker, sinds wij hun in de veldtocht van 1841
in naam der Europeesche beschaving dat ver
gif hebben weten op te dringen. Die opiumnjijn-
heer verdiende dus veel -geld. En altijd meer.
Toen hij vijftig janr was den vorigen herfst
trok hij zich terug uit de zaken
zijn leven eens gaan genieten I
„En nu komt er iets treurigshet leven vond
hem niet meer genietbaar I De man is op 1 Op
gewerkt I Te laat gekomenEr is niets meer
voor hem te halen.”
Hij keerde zich plotseling geheel naar haar
om.
„En de moraal Mij dunkt, Emn, je moest je
leven genieten, zoolang je nog jong bent, in
plaats van het nutteloos door te brengen met
arbeiden en treuren. Arbeiden is geen genot I
Er zijn wel zendelingen en andere vrome lie
den, die, terwijl zij bidden, anderen eeuwig aan
manen tot werken, omdat dat zoo vreeselijk
prettig is, maar ik, die den arbeid kan, zeg
„Neen I Arbeid is een dwang en daarom een
harde noot om te kraken, want achter dien
dwang staat de nood, de armoede 1 En die
Hij nvxkte een gebaar, alsof hij iets leelijks
wilde afschudd^p.
„Men moet slechts zoolang arbeiden, totdat
men uit de armoede is. Dat is net alsof men
zich Uit een moer&s werkt. Men voelt zich te
genover, zich zelf en anderen eerst als fatsoen
lijk
blijven erin stekenl Vooral onbemiddelde meis
jes, die in den tegenwoordigen tijd op eigen boe
nen willen staanl Zij moeten zich haar leven
lang afjakkeren, zij wordt bitter en haar bloei
tijd gaat voorbij, zonder dat iemand er haar
dankbaar voor is. Zie nu eens in den spiegel!
Dat zou toch jammer van jou wezen! Of einde
lijk nemen zij uit wanhoop den eersten den bes
ten. Maar aan dien kerel gun ik je niet, Erna!
„Kijk eens”, ging hij voort, „als ik de keus
had: arm of rijk, dan ben ik gek genoeg om te
zeggen: „Als het wezen kan, dan liever rijk!”
Jij hebt de keus! Het hangt van jezelf af, of je
wilt voortleven, zooals je hef gewend bent, of
je vrijwillig afscheiden van de maatschappij der
vroolijke en tevreden menschen en alle klein
geestige zorgen en ellende op je laden, die de
vier-en-twintig aschgrauwe uren van den dag
je brengen in den strijd om je dagelijksch brood. Hoe wil jullie
Dat gaat met stompen en slaan, Ema-lief! Dan
zou je je verwonderen, hoe onbeleefd de wereld
opeens tegen een jonge dame kan zijn!”
Zij gaf geen antwoord en plukte de laatste
stukjes van het noodlottige kaartje kapot. Dat
was haar booze talisman. Dat ontnam haar al
le kracht en bevestigde zwijgend wat John Hen
ry zeide.
Hij schoof wat dichter naar haar toe.
„Be zou waarachtig niemand, en jou althans
niet, aanraden, zich te verkoopen, om aan de
armoede te ontkomen. Maar je hebt mij toch
van al je vereerders gekozen in een tijd, toen
je nog zeer rijk meende te zijn. Je hebt mij ge
kozen, omdat je mij graag mocht lijden - om
dat je van mij houdt, ondanks al mijn gebreken,
die ik nu eenmaal niet kan afleggen, omdat er
dan waarschijnlijk niets van mij overbleef! Je
bent op-het oogenblik alleen bang, dat ik jou
lijk mensch, wanneer men op het droge is en piet liefheb of liever, niet op de manier, zoo-
schoone klederen aan heeft Maar de meesten als ie het verlangt De moet iets anders in ia
den behandelen, haar vertrouwen een last,
haar minste verzoek om raad als indringerig
heid zouden opvatten.
John Henry had dit alles zeker wel ttedervon-
den en zich ten laatste zelf weten te helpen.
Maar hij was nu eenmaal een man, een echte
man, en van kind af in een harde leerschool ge
weest. Hij had niet behoeven te leeren ontbe
ren en vergeten, zooals haar te wachten stond.
Voor hem waren de duizenden speldenprikken
van het begin iets heel gewoons, terwijl zij
het was alsof iets haar de keel dichtkneep. Dat
was de vrees en de afkeer van de armoede, van
het uitgestooten en uit de hoogte behandeld
worden, alsof men een misdaad begaan had en
oen geheel onwaardig mensch was.
Haar bezoeker vroeg niet verder. Hij begon
over zichzelf te spreken.
„Nu ik ben den dag doorgèkomen zeide
hij luchtig. „Hoofdzakelijk ben ik aan het tele-
phoneeren geweest I Met Parijs konden zij mij
niet verbinden, en eer ik eindelijk aansluiting
kreeg met Weenen oud en grijs kan ipen
er bij worden I Tijd dat schijnt hier bij jullie
nog niets te beteekenen. Toen begon mijn ka-
merbuurman te klagen, omdat mijn secretaris
den geheelen dag en dén halven nacht op de
schrijfmachine klepperde I Ik heb hem geant
woord „Wees maar blij, dat de man zoo ijve
rig is I En als u een schrijfmachine uitgevonden
heeft, die geen geraas maakt, kom er dan mede
bij mij. Dan zullen wij samen goede zaken
doen I”
Erna keek hem van terzijde aan. Zij kende hem
genoeg om te weten, dat hij niets zonder reden
deed, en dus ook niet enkel praatte, om ta pra
ten. Hij had een doel met die vertelling.
„Wij spraken samen Engelsch I” ging van
Lennep voort. „En ik zeide zeer beleefd tegen
hem„Wat duivel, sir. whs niet zoo 'zenuw-
Huize Doorn, 5 April 1921.
Waarde Veldmaarschalk I
Hartelijk dank voor uw brief van 30 Maart.
Gij hebt gelijk. Dit valt mij het zwaarstin het
buitenland te moeten wonen, met brandend ge
moed de vreeselijke lotgevallen te volgen van
ons dierbaar vaderland, waaraan geheel mijn
levenswerk was gewijd, en waarvoor ik nu niets
kan zijn.
Gij hebt in de donkere, rampzalige Novem
berdagen 1918 mij ter zijde gestaan. Zooals
gij weet, heb ik het moeilijke en vreeselijk® be
sluit om naar het buitenland te gaan slechts
genomen na hevigen inwendigep strijd, omdat
gij en mijne andere raadslieden, wier advies
werd ingewonnen, mij met aandrang voor oogen
hebt gesteld dat het alleen langs dezen weg
mogelijk zou zijn, voor ons volk gunstiger voor
waarden te verkrijgen voor den wapenstilstand
en het een bloedigep burgeroorlog te besparen.
Het offer is vergeefsch geweest. Voor en na
willén de vijanden voor de beweerde schuld van
het „Keizerlijk Duitschland” het Duitsche ?olk
laten boeten.
In mijn streven om alle persoonlijke over
wegingen ondergeschikt te maken aan hot wel
zijn van Duitschland, houd ik mij geheel terug
getrokken. Ik zwijg op alle leugens en laster
praatjes, die over mij worden verspieid. Ik
acht het beneden mijn waardigheid, mij’ tegen
aanvallen en smaad te verdedigen.
Om dezelfde reden van terughouding heb ik
ook de door u vermelde historische tabellen
streng objectief gehouden en alleen ter kennis
gebracht van een engen kring van bekenden.
Hoe het geschrift nu door een indiscretie of
door diefstal openbaar is gemaakt, is mij vol
slagen onbegrijpelijk. Mijn doel met het opstel
len van de historische tabellen was, door een
systematische opsomming van nuchtere feiten
streng historisch materiaal te verzamelen, dat
den lezer jn de gelegenheid moest stellen om
over de voorgeschiedenis van den oorlog zich
zelf een oordeel te vormen. Mijn beste, de
meest overtuigende bronnen heb ik in het
voorbijgaan opgemerkt gevonden in de na
den oorlog ontstane literatuur juist van burgers
der vijandelijke staten. Daarom doet het mij
genoegen, dat gij mijn bescheiden bijdrage tot
de geschiedenis nuttig acht. Voor uwen raad
om de intusschen aangevulde tabellen toeganke
lijk te maken voor de Duitsche pers, dank ik
uik zal dien opvolgen.
De waarheid zal zich baan breken, machtig,
onweerstaanbaar, als een lawine. Wie teilen be
ter weten voor de feiten niet ontoegankelijk wil
zijn, moet erkennen dat gedurende de 26 jaren
van mijn regeering vóór den oorlog de buiten-
landsche politiek van Duitschland uitsluitend
was gericht op het behouden van den vrede.
Haar streven was enkel en alleen, den heiligen
zien dan Je eigenlijk bent, en dat kan ik jutaf
niet”.
Ja. Dat was het! Zonder hem aan te zien*
knikt® zij een paar maal, bitter glimlachend.
„Ik kan mij niet verzoenen met J® besluit oral
te studeerenf Dat is niets voor vrouwen! Hel
maakt haar tot karikaturen van onszelf! Ik heft
geXoeg van de wereld gezien, om erover t<
kunnen oordeelen, en overal heb ik bevonden
dat vrede en verstand slechts daar heerschen
waar vrouwen en mannen elk hun eigen er
beidsveld hebben. De mannen in het openbaar
de vrouwen in huis! Dat is haar rijk. Daar be
hooren zij. Neem mij niet kwalijk, dat Ik <K
banale dingen nog eens ophaal maar de waa
heid kan tenslotte op geen andere manier ge
zegd worden. Deze waarheid Is eeuwig. Zoolan
er menschen waren, is het altijd zoo geweee
nu opeens alles omverwerpen? D
vrouw kan niet strijden tegen den man. Daan
voor is zij te zwak. Dus moet rij hem gabopow
men. Dat is een natuurwet.”
bodem van den geboortegrond, van Oost en
West bedreigd, te beschermen, en de vreed
zame ontwikkeling te verzekeren van onzen han
del en ons bedrijfsleven. Hadden wij ooit oor-
in 1900 erop losgeslagen hebben, toen Enge
land door den Boerenoorlog of in 1905, toen
Rusland door den oorlog met Japan was gebon
den en een vrijwel zekere overwinning ons zou
hebben toegelachen. In elk geval zouden wij
zeker niet juist het jaar 1914 hebben uitge
zócht, toen een overstelpende overmacht aan
eengesloten tegenover ons stond. Ook moet
ieder, die onbevangen is erkennen, dat Duitsch
land van den oorlog in het geheel niets had te
verwachten, terwijl onze vijanden daarvan alles
hoopten voor hunne plannen om ons te vernie
tigen, die reeds lang waren vdïtgesteld.
Dat het vurig streven van mijten mijn regee
ring in de kritieke dagen van Juli en Augustus
1914 uitsluitend was gericht op het behoud van
den wereldvrede, wordt meer en meer bevestigd
door de nieuwste letterkundige en authentieke
publicaties van Duitsche en in, het bizondér
•ok van vijandelijke zijde. Het meest door
slaande bewijs daarvoor brengt (iet woord van
Sasonof„De vredelievendheid tan den Duit
schen keizer staat ons borg, daï wij het tijd
stip voor den oorlog zelf kunnen sbepalen”. Wat
kan men meer verlangen als bewijs van onze
onschuld Dat beteekentheti 'ripzet om éen
niets kwaads vermoedende te otèrvallen. God is
mijn getuige, dat ik, om den oorlog té voorko
men, tot de uiterste grens ben gegaan van
wat ik kon verantwoorden met h®t oog op de
veiligheid en het onverlet bltfvea van mijn
dierbaar vaderland.
Van eenige schuld van Duitschland aan den
oorlog kan geen sprake rijn.Thans bestaat
geen twijfel meer, dat niet Duitschland, doch
het verbond zijner vijanden den oorlog met
voorbedachten rade heeft voorbereid en opzet
telijk veroorzaakt.
Om dit optreden te verbloemen, heeft het ver
bond onzer vijanden in het smadelijke vredes
verdrag Duitschland de „schuldbelijdenis" in
strijd met de waarheid afgedwongen en verlangd
dat ik zou terechtstaan voor een gerechtshof
van onze vijanden. Gij kent mij te goed, mijn
waarde veldmaarzchalk, om niet te weten, dat
voor mijn geliefde vaderland geen offer mij te
groot is. Een gerechtsof echter, waarin het ver
bond onzer vijanden tegelijk aanklager zou zijn
en rechter, zou niet een orgaan van het recht
zijn, doch een werktuig van politieke willekeur
en alleen dienen om door mijn veroordeeling,
die natuurlijk ^zou volgen, achteraf de onge
hoorde vredesvoorwaarden te rechtvaardigen,
die ons zijn opgelegd. Natuurlijk moest ik daar
om mijnerzijds het plan van den vijand afwijzen.
Maar ook mijn terechtstaan voor eeh neutraal
gerechtshof, hoe ook samengesteld, kan ik niet
in overweging nemen. Over de maatregelen,
die ik als keizer en koning, dus als volgens de
grondwet niet-verantwoordeliik vertegenwoordi
ger van het Duitsche volk, naar mijn beste vleten
en volgens de inspraak van mijn geweten heb
getroffen, erken ik geen stiafrechtelijk oordeel
van eenig aardsch rechter, hoe hoog hij moge
zijn geplaatst, omdat ik daardoor de eer en de
waardigheid van het door mij vertegenwoor
digde Duitsche volk zou prijsgeven.
Een gerechtelijk onderzoek naar <1« ov..».» w
een strafrechtelijki
OVERZICHT
ven thans plaats aan eén briefwisseling
Hindenburg en Wilhelm II. De eerste
i Hindenburg, gedateerd Hannover, 30
►21 luidt
lw® Keizerlijke en Koninklijke Majes-
aek ik, voor de genadige belangstelling
ekte vnn mijn vrouw, mijn besten dank
i betuigen. Er is nog steeds reden voor
leid. Uit mijn woonplaats heb ik wei-
ichelijks te melden. De woelingen in
duitschland zijn ernstiger als door de
ie regeering wordt voorgesteld. Laat
en, dat wij ze spoedig meester zullen
eeds zwaarder drukt op het Duitsche
invloed van het vredesdictaat van Ver-
aan de hand waarvan onze vijanden
itiëk spel van vernietiging van dag tot
iverbloemder spelen. Ter motiveering
dwangpolitiek moet het sprookje van
sche schuld aan den oorlog in stand
gehouden. Den woordvoerder van den
jken' bond, den heer Lloyd George,
t niet, dat hij den 20sten December van
ig jaar verklaard heeft„Geen enkel
in heeft in den zomer van 1914 den
jewild. Alle volken zijn er in gegleden
gestort," terwijl hij in zijn rede op de
tie van Londen op 3 Maart o.m. ver-
t ,J)e verantwoordelijkheid van
and voor den oorlog is het uitgangs-
j is de basis, waarop het gebouw van
irdrag van Versailles is opgetrokken,
r deze erkenning wordt afgewezen, of
even, staat het verdrag op losse schroe-
schuldvraag is nog altijd van het groot-
icht voor de toekomst, van het Duitsche
reeselijk wreekt zich, dat in Versailles
vertegenwoordigers van Duitschlaftd fe-
i overtuiging in de erkenning is afge-
in onze beweerde „schuld aan den oor-
iet minder sterk wreekt zich de onware
ig van Duitschland’s medeschuld, die
Simons op de Londensche conferentie
heeft. Ik voel in het diepst van mijn
t Uwe Majesteit mede.
ijn lange militaire loopbaan heb ik het
ehad, tot Uwe Majesteit in nauwe per-
e betrekking te treden. Ik weet, dat de
ran Uwe Majesteit gedurende uwen ge-
regeringstijd het in stand houden van
de gegolden heeft. Ik kan beseffen, hoe
s zwaar het voor Uwe Majesteit moet
iten den positieven arbeid voor het va-
te staan.
‘rgelijkende geschiedkundige tabellen die
ajesteit heeft samengesteld, en waarvan
ajesteit destijds ook mij een copie deed
»n, vormen een goede bijdrage tot de
denis van het ontstaan van den oorlog
geëigend, menige onjuiste voorstelling
te doen.
het betreurd, dat Uwe Majesteit de Ta-
niet heeft gepubliceerd, doch ze slechts
.'hikking van een kleinen kring heeft ge-
!u de tabellen thans door een iridiscre-
en deele in onvolledige uittreksels in de
ndsche pers zijn gepubliceerd, schijnt
i haar was hij niet wreed I Dat was een
plek in zijn, hart,. Dat wist Erna, en in
gst moest zij toch lachen om de echte
penheid, waarmede hij blijken wilde ge-
i zijn teederheid, door haar, als bij een
zieke in de kamer, slechts halfluid goe-
I te zeggen, op de teenen te loopen en
grootste voorzichtigheid een stoel naar
te halen.
hoe gaat het, Ema vroeg hij.
n stem klonk werkelijke deelneming en
liefde.
,r hem aan te zien haalde zij de schou-
Wat zou zij antwoorden Ja als dat
er niet geweest was, dat in snippers op
nd lag. Dat had haar trots den doodsteek
Dat'had haar wilskracht verlamd, haar
rd en zwak gemaakt. Zij was bang voor
m. waarin alle menschen haar zóó zou-
2^481