de min mini Veertiendaagaoh Blad voor do Huishouding* o o o roman van een studente. EÜWS- EN’ ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN 14810 60* Jaargang Donderdag 22 December 1921. Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen UITEN LAND. EUILLETON. i JAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEUWER- a, i IJ., OUDERKERK a. d. IJ., OUDEWATER, REEUWDE, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz, I de leven door L ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal 225, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt Franco per post per kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad ƒ3.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 81, GOUDA* by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur.; Administratie Tel. Int, 82; Redactie TeL 545. God zij met ons Uw dankbare WILHELM. iendschap is de grootste schat des levens leen voor hen, die haar op prijs weten n. jr wel heeft gewacht dit Eerst een begin in die i Amerika gemaakt door de ime docufnehtèn uit de Rus- GOlDSt'll E MR1CT. Op Hindenburg’s brief, antwoordde de vroe gere keizer t mer jullh n ka' mij thans de volledige publicatie in de Duit-’ sche pers aanbevelenswaard. Tot mijn groote vreugde vernam ik, dat in den toestand van Uwe Majesteit den laatsten tijd eenige verbetering is ingetreden. God helps logzuchtige bedoelingen gehad, dan zouden wij ook verder. Met diepen eerbied en onbegrensde trouw en dankbaarheid, van Uw Keizerlijke en Konink lijke Majesteit de alleronderdanigste (get.) Von Hindenburg, Gen.-Veldm. - - (Wor* nmUSj PrU* per kwartaal tr. p. paai* t O O Man kan rich abonnearan W BeekUndel of bjj de UilgtY.ra 4. BRIUlUB 4 ZOON. G0VD4, en wilde nu TELEGRAMMEN. DE CONFERENTIE TE WASHINGTON. De duikbooten. Londen, 21 Dec. (N. T. A. Draadloos.). Men verwacht, dat, voor de conferentie met Kerst-reces gaat, de duikbootenkwestie in open bare vergadering zal worden ter sprake ge- de schuld on bracht. Zooals algemeen bekend is, ïou Enge- trechtelijke vervolging, uitsluitend g«- land de volledige afschaffing wenschen van dit ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (bohooranda tot dan bezorgkrtag)| -1—5 regels ƒ1.80, elke regel moer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den beaorgkring: 1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.80. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20 bijslag op den prij*. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDEEUNGEN: 1—4 regela ƒ2.05, elke regel meer 050. Op de voorpagina 50 hooger. Gewone advertentiën en Ingezonden mededcelingon bU contract tot teer gereduceer* den prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomrt van aollede boekhan delaren, Advertentiebureau* en onze Agenten en moeten daagt vóór de plnatain* aan het Bureau zjjn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te rijn. RUDOLPH STRATZ uit het Duitsch door iouw A. B. NUIJS—POSTHUMUS. wapen, omdat het onmenschelijk en onnootflf is. De kwestie zal aan do orde worden ge*» steld door den eersten lord van de admiraliteit* lord Loe. Deze zal hot technische punt naai) voren brengen, dat de duikboot enkel all dee fensief wapen van groot nut is- J De correspondent te Washington van <W Daily Chronicle meent, dat de pqglng om «lit-f maal de duikbooten afgeschaft to krijgen, zal moeten mislukken, maar dat de beraadslagingen daarover van zeer groot nut zullen zijn om d< vraagstukken beter te leeren kennen, hetgeen de afschaffing in de toekomst in de hand zal werken. Indien het ditmaal niet komt tot totaH afschaffing, zullen voorstellen worden gedaald om op het aantal duikbooten voor de verdedi* ging drastisch te besnoeien. Zeer sterk wordt gevoeld, dat indien de conferentie er enkel in slaagt het aantal vim deze krachtige aan*aW wapenen te verminderen zooals de Ameri^ kanen hebben voorgesteld het nut der confe-4 renlie aanmerkelijk zal zijn verminderd. Een verklaring van Viviani. Parijs, 21 Des. (H. R.). In een interview met vertegenwoordigers der pers heeft Viviani verklaard een goedeiHndrukje hebben meege nomen van de Waslungf^mfffie conferentie. Hij voegde er nun toe, dut geen practische r esui Ja* ten met betrekking tot de ontwapening zullen kunnen worden bereikt, alvorens alle betrokken volken hun opvatting te dien aanzien zullen heb* ben te kennen gegeven. Viviani was tevens van oordeel, dat Frank* rijk zich niet kan verbinden, zoolang het er niet zeker van is, dat Duitschlnnd alle waarborgen zal hebben gegeven, wat betreft de beperking of de opheffing der vervaardiging van vergif* tige gassen. Wat betreft de duikbooten en da slagschepen, zeide Viviani, dat Frankrijk, even als Engeland, er het allergrootste belang bij heeft, dat do verbindingen met zijn koloniën verzekerd zullen blijven. P r Ij 21 D e e. (B. T. A.). Viviani en Poch z|jn vanmiddag 12 uur 50. min. te Parijs Mn* gekomen. BIJEENKOMST VAN DEN ÓPPER STEN RAAD. Londen, 2 1 Dec. (R.) De Opperste Raa4 komt in de eerste week van Januari bijeen, Lloyd George vertrekt ongeveer het midden van de volgende week naar Cannes. Londen, 21 Dec. (R.jr-Duitschlnnd zal niet vertegenwoordigd zijn op de bijeenkomst van den Oppersten Raad, maar de Duitsche verleg genwoordigers zullen ter conferentie kunnen worden geroepen, zooals dit het geval is ge* weest tet, laatste conferentie in Londen. De Opperste Raad zal zich ook bezig houden met den economischen toestand van Europa. Londen, 21 Dec. (H.-RBriand en Lloyd George hebben vanavond in Downing-street ge confereerd. Zij besloten den Oppersten Raad te Cannes bijeen te roepen in de eerste helft van Jon. 1922. Kort daarop zal er, waarschijn* lijk te Parijs, een bijeenkomst plaats hebben vaul de ministers van buitcnlandsche zaken vani Frankrijk, Engeland en Italië om de kwvstiel van het nabije Oosten te behandelen. De Op* perste Raad zal eveneens beslissen over het bijeenroepen van een internationale economic sche conferentie voor het herstel van Midden* Europa, waaraan eventueel Rusland deel zal nemen. richt tegen het hoofd van een der in den oorlog betrokken staten, doen voor dezen staat de rechtsgelijkheid met de andere staten geheel teloorgaan, on daarmede zijn aanzien in de ge meenschap der volken. Bovendien sou dit pro ces a priori den indruk wekken, dien onze vijan den juist beoogen, als ging het in de geheele „schuldkwestie" alleen om dit e n e staatshoofd en om het e e n e volk, door hem vertegenwoor digd. Daarbij komt nog, dat een onpartijdige beoordeeling van de „schuldkwestie” is uitge sloten, tenzij de procedure ook tot de staats hoofden en leidende staatslieden van de vijan delijke mogendheden wordt uitgestrekt en hun beleid aan dezelfde kritiek wordt onderworpen. Immers de houding, door eiken staat afzonder lijk aangenomen bij het uitbreken van een'oor log, kan natuurlijk alleen juist worden beoor deeld, indien men rekening houdt met het op treden van zijne tegenpartij. Tot een werkelijke oplossing van de „schuld kwestie”, waarbij Duitschland zeker niet minder belang zou hebben dan zijn vijanden, kan men alleen geraken, als door een internationale, on partijdige instantie niet bepaalde personen straf rechtelijk worden gevonnist, maar als alle ge beurtenissen, die tot den wereldoorlog hebben geleid, evenals alle andere krenkingen van het volkenrecht worden vastgesteld, om daarna het aandeel in de schuld van de persoonlijkheden, die aan de zijde van alle oorlogvoerende mo gendheden een rol hebben geepeeld, juist te bepalen. Een zoodanig loyaal voorstel Is na het einde van den oorlog in officeelen vorm van Duitschen kant gedaanhet is echter, voorzoover mij be kend, door den vijand deels afwijzend beant woord, anderdeels in het geheel geen antwoord waardig gekeurd. Duitschland heeft bovendien dadelijk na den oorlog zijn archieven zonder eenige beperking’'geopend terwijl het vijandelijk varbond zich tot dusver_wel heeft gewacht dit voorbeeld te volgen. rjchtlng is thans in publicatie van- geheii sische archieven. Reeds deze houding van het verbortd onzer vijanden naast het bekend worden van een over weldigende massa bezwarend materiaal geeft een vingeraanwijzing, waar de „schuld aan den oorlog" in werkelijkheid is te zoeken I Voor Duitschland echter volgt hieruit te meer de ge biedende plicht, met alle middelen al het moge lijke materiaal, dat voor de „schuldkwestie" in aanmerking komt, te verzamelen, te schiften en te publiceeren, om daardoor hen, die in werke lijkheid den oorlog hebben veroorzaakt, aan de kaak te stellen. In den toestand van H. M. is helaas een ver ergering gekomen. Mijn hart krimpt ineen van smartelijke zorg. achtig I” Ofschoon ik het eigenlijk zelf ben. Toen kijkt hij mij met groote oogen aan, en wij beginnen allebei te lachen. Daar hadden twee oude clubgenooten uit Shanghai elkander ont moet. Ik was daar een goed jaar met hem samen geweest. Hij deed in opium. „Weet je, Ema, opium brengt geld op I De Chineezen zijn er op belust als vliegen op sui ker, sinds wij hun in de veldtocht van 1841 in naam der Europeesche beschaving dat ver gif hebben weten op te dringen. Die opiumnjijn- heer verdiende dus veel -geld. En altijd meer. Toen hij vijftig janr was den vorigen herfst trok hij zich terug uit de zaken zijn leven eens gaan genieten I „En nu komt er iets treurigshet leven vond hem niet meer genietbaar I De man is op 1 Op gewerkt I Te laat gekomenEr is niets meer voor hem te halen.” Hij keerde zich plotseling geheel naar haar om. „En de moraal Mij dunkt, Emn, je moest je leven genieten, zoolang je nog jong bent, in plaats van het nutteloos door te brengen met arbeiden en treuren. Arbeiden is geen genot I Er zijn wel zendelingen en andere vrome lie den, die, terwijl zij bidden, anderen eeuwig aan manen tot werken, omdat dat zoo vreeselijk prettig is, maar ik, die den arbeid kan, zeg „Neen I Arbeid is een dwang en daarom een harde noot om te kraken, want achter dien dwang staat de nood, de armoede 1 En die Hij nvxkte een gebaar, alsof hij iets leelijks wilde afschudd^p. „Men moet slechts zoolang arbeiden, totdat men uit de armoede is. Dat is net alsof men zich Uit een moer&s werkt. Men voelt zich te genover, zich zelf en anderen eerst als fatsoen lijk blijven erin stekenl Vooral onbemiddelde meis jes, die in den tegenwoordigen tijd op eigen boe nen willen staanl Zij moeten zich haar leven lang afjakkeren, zij wordt bitter en haar bloei tijd gaat voorbij, zonder dat iemand er haar dankbaar voor is. Zie nu eens in den spiegel! Dat zou toch jammer van jou wezen! Of einde lijk nemen zij uit wanhoop den eersten den bes ten. Maar aan dien kerel gun ik je niet, Erna! „Kijk eens”, ging hij voort, „als ik de keus had: arm of rijk, dan ben ik gek genoeg om te zeggen: „Als het wezen kan, dan liever rijk!” Jij hebt de keus! Het hangt van jezelf af, of je wilt voortleven, zooals je hef gewend bent, of je vrijwillig afscheiden van de maatschappij der vroolijke en tevreden menschen en alle klein geestige zorgen en ellende op je laden, die de vier-en-twintig aschgrauwe uren van den dag je brengen in den strijd om je dagelijksch brood. Hoe wil jullie Dat gaat met stompen en slaan, Ema-lief! Dan zou je je verwonderen, hoe onbeleefd de wereld opeens tegen een jonge dame kan zijn!” Zij gaf geen antwoord en plukte de laatste stukjes van het noodlottige kaartje kapot. Dat was haar booze talisman. Dat ontnam haar al le kracht en bevestigde zwijgend wat John Hen ry zeide. Hij schoof wat dichter naar haar toe. „Be zou waarachtig niemand, en jou althans niet, aanraden, zich te verkoopen, om aan de armoede te ontkomen. Maar je hebt mij toch van al je vereerders gekozen in een tijd, toen je nog zeer rijk meende te zijn. Je hebt mij ge kozen, omdat je mij graag mocht lijden - om dat je van mij houdt, ondanks al mijn gebreken, die ik nu eenmaal niet kan afleggen, omdat er dan waarschijnlijk niets van mij overbleef! Je bent op-het oogenblik alleen bang, dat ik jou lijk mensch, wanneer men op het droge is en piet liefheb of liever, niet op de manier, zoo- schoone klederen aan heeft Maar de meesten als ie het verlangt De moet iets anders in ia den behandelen, haar vertrouwen een last, haar minste verzoek om raad als indringerig heid zouden opvatten. John Henry had dit alles zeker wel ttedervon- den en zich ten laatste zelf weten te helpen. Maar hij was nu eenmaal een man, een echte man, en van kind af in een harde leerschool ge weest. Hij had niet behoeven te leeren ontbe ren en vergeten, zooals haar te wachten stond. Voor hem waren de duizenden speldenprikken van het begin iets heel gewoons, terwijl zij het was alsof iets haar de keel dichtkneep. Dat was de vrees en de afkeer van de armoede, van het uitgestooten en uit de hoogte behandeld worden, alsof men een misdaad begaan had en oen geheel onwaardig mensch was. Haar bezoeker vroeg niet verder. Hij begon over zichzelf te spreken. „Nu ik ben den dag doorgèkomen zeide hij luchtig. „Hoofdzakelijk ben ik aan het tele- phoneeren geweest I Met Parijs konden zij mij niet verbinden, en eer ik eindelijk aansluiting kreeg met Weenen oud en grijs kan ipen er bij worden I Tijd dat schijnt hier bij jullie nog niets te beteekenen. Toen begon mijn ka- merbuurman te klagen, omdat mijn secretaris den geheelen dag en dén halven nacht op de schrijfmachine klepperde I Ik heb hem geant woord „Wees maar blij, dat de man zoo ijve rig is I En als u een schrijfmachine uitgevonden heeft, die geen geraas maakt, kom er dan mede bij mij. Dan zullen wij samen goede zaken doen I” Erna keek hem van terzijde aan. Zij kende hem genoeg om te weten, dat hij niets zonder reden deed, en dus ook niet enkel praatte, om ta pra ten. Hij had een doel met die vertelling. „Wij spraken samen Engelsch I” ging van Lennep voort. „En ik zeide zeer beleefd tegen hem„Wat duivel, sir. whs niet zoo 'zenuw- Huize Doorn, 5 April 1921. Waarde Veldmaarschalk I Hartelijk dank voor uw brief van 30 Maart. Gij hebt gelijk. Dit valt mij het zwaarstin het buitenland te moeten wonen, met brandend ge moed de vreeselijke lotgevallen te volgen van ons dierbaar vaderland, waaraan geheel mijn levenswerk was gewijd, en waarvoor ik nu niets kan zijn. Gij hebt in de donkere, rampzalige Novem berdagen 1918 mij ter zijde gestaan. Zooals gij weet, heb ik het moeilijke en vreeselijk® be sluit om naar het buitenland te gaan slechts genomen na hevigen inwendigep strijd, omdat gij en mijne andere raadslieden, wier advies werd ingewonnen, mij met aandrang voor oogen hebt gesteld dat het alleen langs dezen weg mogelijk zou zijn, voor ons volk gunstiger voor waarden te verkrijgen voor den wapenstilstand en het een bloedigep burgeroorlog te besparen. Het offer is vergeefsch geweest. Voor en na willén de vijanden voor de beweerde schuld van het „Keizerlijk Duitschland” het Duitsche ?olk laten boeten. In mijn streven om alle persoonlijke over wegingen ondergeschikt te maken aan hot wel zijn van Duitschland, houd ik mij geheel terug getrokken. Ik zwijg op alle leugens en laster praatjes, die over mij worden verspieid. Ik acht het beneden mijn waardigheid, mij’ tegen aanvallen en smaad te verdedigen. Om dezelfde reden van terughouding heb ik ook de door u vermelde historische tabellen streng objectief gehouden en alleen ter kennis gebracht van een engen kring van bekenden. Hoe het geschrift nu door een indiscretie of door diefstal openbaar is gemaakt, is mij vol slagen onbegrijpelijk. Mijn doel met het opstel len van de historische tabellen was, door een systematische opsomming van nuchtere feiten streng historisch materiaal te verzamelen, dat den lezer jn de gelegenheid moest stellen om over de voorgeschiedenis van den oorlog zich zelf een oordeel te vormen. Mijn beste, de meest overtuigende bronnen heb ik in het voorbijgaan opgemerkt gevonden in de na den oorlog ontstane literatuur juist van burgers der vijandelijke staten. Daarom doet het mij genoegen, dat gij mijn bescheiden bijdrage tot de geschiedenis nuttig acht. Voor uwen raad om de intusschen aangevulde tabellen toeganke lijk te maken voor de Duitsche pers, dank ik uik zal dien opvolgen. De waarheid zal zich baan breken, machtig, onweerstaanbaar, als een lawine. Wie teilen be ter weten voor de feiten niet ontoegankelijk wil zijn, moet erkennen dat gedurende de 26 jaren van mijn regeering vóór den oorlog de buiten- landsche politiek van Duitschland uitsluitend was gericht op het behouden van den vrede. Haar streven was enkel en alleen, den heiligen zien dan Je eigenlijk bent, en dat kan ik jutaf niet”. Ja. Dat was het! Zonder hem aan te zien* knikt® zij een paar maal, bitter glimlachend. „Ik kan mij niet verzoenen met J® besluit oral te studeerenf Dat is niets voor vrouwen! Hel maakt haar tot karikaturen van onszelf! Ik heft geXoeg van de wereld gezien, om erover t< kunnen oordeelen, en overal heb ik bevonden dat vrede en verstand slechts daar heerschen waar vrouwen en mannen elk hun eigen er beidsveld hebben. De mannen in het openbaar de vrouwen in huis! Dat is haar rijk. Daar be hooren zij. Neem mij niet kwalijk, dat Ik <K banale dingen nog eens ophaal maar de waa heid kan tenslotte op geen andere manier ge zegd worden. Deze waarheid Is eeuwig. Zoolan er menschen waren, is het altijd zoo geweee nu opeens alles omverwerpen? D vrouw kan niet strijden tegen den man. Daan voor is zij te zwak. Dus moet rij hem gabopow men. Dat is een natuurwet.” bodem van den geboortegrond, van Oost en West bedreigd, te beschermen, en de vreed zame ontwikkeling te verzekeren van onzen han del en ons bedrijfsleven. Hadden wij ooit oor- in 1900 erop losgeslagen hebben, toen Enge land door den Boerenoorlog of in 1905, toen Rusland door den oorlog met Japan was gebon den en een vrijwel zekere overwinning ons zou hebben toegelachen. In elk geval zouden wij zeker niet juist het jaar 1914 hebben uitge zócht, toen een overstelpende overmacht aan eengesloten tegenover ons stond. Ook moet ieder, die onbevangen is erkennen, dat Duitsch land van den oorlog in het geheel niets had te verwachten, terwijl onze vijanden daarvan alles hoopten voor hunne plannen om ons te vernie tigen, die reeds lang waren vdïtgesteld. Dat het vurig streven van mijten mijn regee ring in de kritieke dagen van Juli en Augustus 1914 uitsluitend was gericht op het behoud van den wereldvrede, wordt meer en meer bevestigd door de nieuwste letterkundige en authentieke publicaties van Duitsche en in, het bizondér •ok van vijandelijke zijde. Het meest door slaande bewijs daarvoor brengt (iet woord van Sasonof„De vredelievendheid tan den Duit schen keizer staat ons borg, daï wij het tijd stip voor den oorlog zelf kunnen sbepalen”. Wat kan men meer verlangen als bewijs van onze onschuld Dat beteekentheti 'ripzet om éen niets kwaads vermoedende te otèrvallen. God is mijn getuige, dat ik, om den oorlog té voorko men, tot de uiterste grens ben gegaan van wat ik kon verantwoorden met h®t oog op de veiligheid en het onverlet bltfvea van mijn dierbaar vaderland. Van eenige schuld van Duitschland aan den oorlog kan geen sprake rijn.Thans bestaat geen twijfel meer, dat niet Duitschland, doch het verbond zijner vijanden den oorlog met voorbedachten rade heeft voorbereid en opzet telijk veroorzaakt. Om dit optreden te verbloemen, heeft het ver bond onzer vijanden in het smadelijke vredes verdrag Duitschland de „schuldbelijdenis" in strijd met de waarheid afgedwongen en verlangd dat ik zou terechtstaan voor een gerechtshof van onze vijanden. Gij kent mij te goed, mijn waarde veldmaarzchalk, om niet te weten, dat voor mijn geliefde vaderland geen offer mij te groot is. Een gerechtsof echter, waarin het ver bond onzer vijanden tegelijk aanklager zou zijn en rechter, zou niet een orgaan van het recht zijn, doch een werktuig van politieke willekeur en alleen dienen om door mijn veroordeeling, die natuurlijk ^zou volgen, achteraf de onge hoorde vredesvoorwaarden te rechtvaardigen, die ons zijn opgelegd. Natuurlijk moest ik daar om mijnerzijds het plan van den vijand afwijzen. Maar ook mijn terechtstaan voor eeh neutraal gerechtshof, hoe ook samengesteld, kan ik niet in overweging nemen. Over de maatregelen, die ik als keizer en koning, dus als volgens de grondwet niet-verantwoordeliik vertegenwoordi ger van het Duitsche volk, naar mijn beste vleten en volgens de inspraak van mijn geweten heb getroffen, erken ik geen stiafrechtelijk oordeel van eenig aardsch rechter, hoe hoog hij moge zijn geplaatst, omdat ik daardoor de eer en de waardigheid van het door mij vertegenwoor digde Duitsche volk zou prijsgeven. Een gerechtelijk onderzoek naar <1« ov..».» w een strafrechtelijki OVERZICHT ven thans plaats aan eén briefwisseling Hindenburg en Wilhelm II. De eerste i Hindenburg, gedateerd Hannover, 30 ►21 luidt lw® Keizerlijke en Koninklijke Majes- aek ik, voor de genadige belangstelling ekte vnn mijn vrouw, mijn besten dank i betuigen. Er is nog steeds reden voor leid. Uit mijn woonplaats heb ik wei- ichelijks te melden. De woelingen in duitschland zijn ernstiger als door de ie regeering wordt voorgesteld. Laat en, dat wij ze spoedig meester zullen eeds zwaarder drukt op het Duitsche invloed van het vredesdictaat van Ver- aan de hand waarvan onze vijanden itiëk spel van vernietiging van dag tot iverbloemder spelen. Ter motiveering dwangpolitiek moet het sprookje van sche schuld aan den oorlog in stand gehouden. Den woordvoerder van den jken' bond, den heer Lloyd George, t niet, dat hij den 20sten December van ig jaar verklaard heeft„Geen enkel in heeft in den zomer van 1914 den jewild. Alle volken zijn er in gegleden gestort," terwijl hij in zijn rede op de tie van Londen op 3 Maart o.m. ver- t ,J)e verantwoordelijkheid van and voor den oorlog is het uitgangs- j is de basis, waarop het gebouw van irdrag van Versailles is opgetrokken, r deze erkenning wordt afgewezen, of even, staat het verdrag op losse schroe- schuldvraag is nog altijd van het groot- icht voor de toekomst, van het Duitsche reeselijk wreekt zich, dat in Versailles vertegenwoordigers van Duitschlaftd fe- i overtuiging in de erkenning is afge- in onze beweerde „schuld aan den oor- iet minder sterk wreekt zich de onware ig van Duitschland’s medeschuld, die Simons op de Londensche conferentie heeft. Ik voel in het diepst van mijn t Uwe Majesteit mede. ijn lange militaire loopbaan heb ik het ehad, tot Uwe Majesteit in nauwe per- e betrekking te treden. Ik weet, dat de ran Uwe Majesteit gedurende uwen ge- regeringstijd het in stand houden van de gegolden heeft. Ik kan beseffen, hoe s zwaar het voor Uwe Majesteit moet iten den positieven arbeid voor het va- te staan. ‘rgelijkende geschiedkundige tabellen die ajesteit heeft samengesteld, en waarvan ajesteit destijds ook mij een copie deed »n, vormen een goede bijdrage tot de denis van het ontstaan van den oorlog geëigend, menige onjuiste voorstelling te doen. het betreurd, dat Uwe Majesteit de Ta- niet heeft gepubliceerd, doch ze slechts .'hikking van een kleinen kring heeft ge- !u de tabellen thans door een iridiscre- en deele in onvolledige uittreksels in de ndsche pers zijn gepubliceerd, schijnt i haar was hij niet wreed I Dat was een plek in zijn, hart,. Dat wist Erna, en in gst moest zij toch lachen om de echte penheid, waarmede hij blijken wilde ge- i zijn teederheid, door haar, als bij een zieke in de kamer, slechts halfluid goe- I te zeggen, op de teenen te loopen en grootste voorzichtigheid een stoel naar te halen. hoe gaat het, Ema vroeg hij. n stem klonk werkelijke deelneming en liefde. ,r hem aan te zien haalde zij de schou- Wat zou zij antwoorden Ja als dat er niet geweest was, dat in snippers op nd lag. Dat had haar trots den doodsteek Dat'had haar wilskracht verlamd, haar rd en zwak gemaakt. Zij was bang voor m. waarin alle menschen haar zóó zou- 2^481

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1921 | | pagina 1