de OPRUIMING bij .OUDSCHE COURANT Behandeling van alle Bankzaken, ACCOUHTAITSKtlTIIR If. SPARRIIS. C. A. B. BANTZINGER. HSHBHIBHHHmH •s morgen» 10 uur, zijn geheelen voorraad alia coacurhutla zullen zóó Terra way Taluta aanbladlna Wo. 1 ede Heeren-Boorden MAANDAG 2 JANUARI 'a morgan! 9 nar begint da GEVESTIGD TE SCHIEDAM. mi» 1.1.1. UK» - bl) Firma J. VAN DAJtTZIG, Hlll 0. WH SFOOH 540 BLEEKERSSIR6EL (S M Fluweel Jaeger-Hemden Imitatla Zijden kousen Jongenstruien Flanellen rokken Flanellen SpoHblouses laken Rokken. Spotprijs nu 1.95. slechts 1 95. Speelaul makun wl) attunt op onze extra go'dkoopo aénbie. dingen In V tragee en Allovernets tegen prUzen ver bene- den die bet TOdrJiar zal brengen II K®-ir>' laniilsiibii* linurs 5 en I, lil. on. 113-111, Mngtn. tOITMIJ lIRfCITIU - AIVIIZEN - BEUSTIISZAIEH IEGEIMATIGE BIIHÜUDIHG Hl IIEIIE lOEIIOOOIKSEN AU.E HEIIGE ACC001IT1ITSVEIK211MIEDEI DENKT AAQI Koopjes In Restanten TWEEDE BLAD. Bij do jaarwisseling. Medische Brieven. HHHWMB HOMMTBliT HOEK W. WABEH8TBAAT alls modellen, per sluk B AHXOBEW1 4 W®2 8 Schiedam - Rollerdam - Den Haag Lelden, Gouda en Oud-Beljerland. va^naf f I.— Atellasr Profiteert tio oen werkelUk inorm lage prune. Ban k'elni oretp uit ds prooti Dim. zal B eeelgeo lodrnk geven vin wet wil B aantlml»». hare aldaallnc CHEMISCHE WASS0HEB1J. Hardt C niet aaar geaeegen bediend 00 hij Owe tyeawoordlja waaaaberU at atryktnrlntlac. mead ana dan nana aan praelwaaoh. at laat ana Cw UJn- goed eena behtoudelaw» k*i aell owdeelen. Pilmn kwaliteit SI Z wart men» éfnrln*. SO. r.v. breed van ƒ2.50 ihaiieAl.75. Zwart Fluweel. Pr* ui a kwaliteit. 78 ©.91. breed. Van ƒ3.05 thanaƒ9.78. apnlprlja f 1.85. 4» cl. Zwarts katoenen Kousen 39 ct. Prima «wart. 1.05. 1.1.1 Sad. Inat. iu Aecoiintaal». hneolnnl linterlclit .oor het ala nlin opmaken rast Boorden, Orerliemd *b. Manchetten en Fronts. Alvorens mtn M rijwiel wnscbift wendt min zich tirit tot Door elnen fabrikaat loio fiVUztn. S I poroetlt oo oike towomento nltvoorlog. UH 3D AASBETEEENn No. 14817. ZATERDAG 81 DECEMBER 1921. gunstige omstandigheden wordt het jaar 1921 besloten. De ernst der tijden drukt <z.wa&r en algemeen wordt thans gevoeld, wat in de tijden van de schijn-hausse niet opgemerkt werd, dat de wereld verarmd ia, schrikbarend verarmd. Een malaise is in getreden van ongeleenden omvang; de wer kende stand is door zware werkloosheid ge troffen, de industrie ligt goeddeels stil, er wordt zonder winst, vaak zelfs met verlies gewerkt en alolh vraagt men zich af, hoe lang dit nog duren kan. De terugslag van de ma laise in wezen niet anders dan een verarmings verschijnsel, ondervindt het gansche maat schappelijke leven; de belastingen, die gerui- men tijd steeds meer crescendo girgen, begin nen mander op te brengen en drukken zwaar der dan ooit tevoren. Men leeft op hoop van zegen en niemand, die eenige zekerheid heeft dat er spoedig een ommekeer zal intreden. Zoo is er bij de intrede van het nieuwe jaar weinig reden voor optimisme. Eer voor pessi misme, al breekt er af en toe een klein licht straaltje door De Regeering des lands heeft in zulke om- blandfeheden een zware taak. Zeker, zij heeft geen schuld aan den wereldoorlog en zijnde- volgen. Doch heeft het Kabinet-Ruys voldoen de den toestand doorzien en alles nagelaten wat den druk verzwaren kon? Wie deze vra gen onbevooroordeeld beziet, kan bezwaarlijk tot een bevredigend antiwoord komen. Wij be hoeven dit feitelijk niet te bewijzen, daar men zich hder kan beroepen op den Minister van Financiën, mr. de Geer,,' die den desolater hoedel van de Vries te redderen kreeg. Een feit is, dat deze schatkistbewaarderby ge brek aan beter als zoodanig opgetreden, be neden zyn taak is gebleven en ten slotte dan ook verdwenen is (by de reconstructie van het Kabinet) om hem door sterker figuur te ver vangen. Dat de Regeering zoo weineg inge zien heeft, dat de Staat boven zijn kracht leef de, wekt teleurstelling. Zdj toch beschikt over alle gegevens en hulpmiddelen om het geheel te overzien, zij heeft te remmen, indien van andere zijde op allerlei nieuwigheid, op nieu we milldoenen-iuntgaven wordt aangedrongen. Zy heeft dit niet gedaan, althans veel te wei nig en door een arbeidswetgeving, die verder gaat dan in den landen om ons heen, heeft de Regeering de productiekosten Wog meer op gejaagd, Dit is haar fout geweest en die fout wreekt zich nu, doordat ieder tracht te houden wat hy bereikt heeft, zonder zich af te vra gen, of dit tot de mogelijkheden behooat. De Regeering verdedigt zich ten deze met te verwijzen naar den aandrang, uit de Ka mer op haar uitgeoefend. Het is waar, vooral in 1918, onder den indruk van de revoLutior- naire spanning, heeft menigeen groote con cessies willen doen en hebben velen niet op geld gezien. Wij loten daar, of dat voor de1 Regeering een verdediging kan zijn. Grief blijft, dat het Kabinet zoolang mogelijk heeft tegengestreefd om tot werkelijke bezuiniging te geraken. De Ministers zelf doen niets, stel den slechts nieuwe, hoogere uitgaven voor; zelfs nog in dit jaar bleek by de heeren mi nisters het eerste besef van de noodzakelijk head van ingrijpende bezuiniging te ontbreken. In plaats van zelf in eigen administraties op den kortsten termyn in te grijpen, lier het Kabinet een Staatscommissie Werken en met hoe weinig medewerking van sommige Ministeries! en stelde het een viertal be zuinigingsambtenaren aan, die echter gebon den werden aan het goeddunken van de Mi nisters, d. i. van de Departementsbureaucra- ten, op wie juist de bezuinigingsverovermgen moeten behaald worden. Ten slotte is het Ka binet bijgedraaid", maar niet dan na een OUDEJAARSAVOND. door ELISE. Otto de Wildt was laat opgestaan. Den vorigen avond had één zyner vrienden een verjaringsfuif gegeven en het bleeke dag licht begon reeds den nachtnevel te doorboren, toen hy, wat onvast en doezelig, huiswaarts keerde, om een deel van den nieuwen dag aan zyn slaperigheid op te offeren. Zyn hospita, gewend aan het ongeregelde doen van haar altyd op pretjes bedachten huurder, had op den tijd, dien zy goed achtte, zijn ontbyt op de tafel in de Zitkamer uitge stald, niet van zins, terwille van hem haar dag orde te verstoren. Gapend, met een onaangenaam rilfeü^evoel in zijn slap-vermoeide leden, schooT^Jtjonge man door de nauwe opening van de scntnfdeu- ren, die zyn beide kamers scheidden en duwde ze met een bons tegen elkaar, om de warmte van de snorrende kachel het zich verdeelen te beletten. Met een critischen blik bezag hy zyn ont bijt, dat hem bijzonder weinig aanlokkelijk leek, schonk zich een kopje bitter geworden thee in en zonk in'den gereed staanden stoel. Lusteloos greep hy een broodje, dat hy moei-, zaam met de veel te harde boter uit het vlootje beklonterde, en Bneed het, kaas, koek en jam versmadend, in reepjes, waarvan hy traag te happen begon. Een klapje op de kamerdeur deed zyn hand, die juist een nieuw reepje naar zttMtomid wilde voeren, terugzinken. „Binnen!" riep hy op een ergernis-toon, niet begrijpend, waarom het vervelende mensch, *00818 hij zyn hospita noemde, hem nu juist on der zijn ontbyt storen kwam. De deur kraakte open. Op den drempel verscheen een jong meisje, wier rose gezichtje als een lieflijke bloem bo ven haar bontkraag uitkeek; haar oogen dwaal den snel even de kamer rond, hechtten zich dan scherpe actie van den Vryhekkboi^ die in sze zeer verdienstelijk werk heeft verricht. Niet alleen op financieel gebied was de Re geering onvast. Haar militair beleid «u één doorioopende teleurstelling, met eenige minis- tercriaes en ten Motte zelfs een Kabinetscri sis, waarvan het droeve Mot was een overwin ning van de uitra-malitairiatische groepen in de Kanver, voor wie de groote Roomse he partij het hoofd moest bukken. Terwijl heel de we reld smacht naar verlichting van den krank zinnigen militairen druk, heeft het Kabmet- Kuys na jarenlang sukkelen en tobben ons opgeknapt met een nieuwe Dienstplichtwet en een nieuwe militaire organisatie, welke, kort samengevat, duur en slecht ia. De Katholieken, door bisschoppelijk bevel aan de coalitie gebonden, hebben als één man daar voor hun stem uitgebracht. Zóó werd het Ka binet gered door een zieken socialist en een socialist, wien het aan (politiek besef man gelde. Het Kabinet zit dus nog in het zadel en de zaak wordt op denzeifden voet voortge zet. De coalitie is'zelfs'bereid ook na de groote verkiezingen bijeen te blijven. Geluk kig voor haar! zal het volk door het wegmoffelen van de Grondwetsherzieninys- ontbinding er weinig van bemerken, dat twee van de drie regeeringspartljen de Grondwets herziening van Ruys de Beerenbrouck tegen werken. De coalitie wordt voortgezet, mits de heeren tezamen, na elkaar by den stembus strijd eerst luatig afgebroken te hebben, ten einde aldus het eigen stemmental zoo hoog imogeiyk op te weren, een meerderheid krij gen! Behoeven wy xvog te zeggen, dat wij hopen en vertrouwen, dat het zoo ver niet komen zal? Ons volk heeft aan iets anders behoefte. En gelukkig begint het besef hiervan meer en meer door te breken. Het gepraat over de lepere eenheid" der coalitiepartijen brengt ons volk geen stap verder uit de misère. En de coalitie is boven dien t. a. v. alle groote vraagstukken zoo wel de geestelijke als de economische te zeer verdeeld, om haar te kunnen vertrouwen» Het volk begint gelukkig genoeg te kry- gen van het voortdurende gecompromjs, waar bij slechts deze ééne vraag voorzit: hoe bUj- ven wy, „christelijke" party en, tezaam in het regeerdngskasteel met al zyn heerlijkheden Wat wij in de allereerste plaat» nooclig heb ben (naast bezuiniging en vereenvoudiging is: vrijheid. Wy gaan allen gebukt onder onvrijheid, onder allerlei dwang. De Overheid heeft al meer en meer het volk willen dwóngen tot wat zy het goede acht en het resultaat was erbar melijk. Er rees, in stee valn voldoening over zooveel vaderlijke Overheidszorg, alom onte vredenheid en nóg is men niet tot inkeer ge komen. Thans bedreigt ons wéér een nieuwe Zondagswet, die ons volk wil persen in het keur&iyf van een calvinistische levensopvat ting, een wet, waanby de onoprechtheid hoog tij zal vieren. En op economisch gebied wacht ons nog meer onvryheid; de Wieren van de coalitie kunnen niet terug, zy hollen steeds voort. Gelukkig hebben de vereenigdc liberalen thans de vryhpidsvlag opgeheven en men be gint steeds meer in te zien, dsit wy terug moe-^, ten naar de trijheid, Tiaar dat hoogste goed der menschheid, dat alleen door het algemeen belang, waar noodig, moet worden ingeperkt. Er is ons reeds te veel vrijheid afgenomeri! Ceestèlyke vryheid in de eerste plaats en de men&chem zyn er ndet heter door gewor den. Economische vryheid niet minder en zyn de menschen er gelukkiger door ge worden? Daarom tien wij als lichtpunt by de jaar wisseling een toenemend streven om onze vrij heid te heroveren, onze vryheid, waarvan wy verwachten: meer verantwoordelykheidmeer arbeid, meer geluk en meer welvaart! JJMJSV ÉN UIT i>K HOI1 hl AD. DLXXXIX. De dagen tuaschea Kerstmis es Nieuwjaar zyn de dagen der meditatie. By den één zal dat in iets sterker mate het geval zyn dan by den ander, inaar niemand ontkomt ex aan dat hy eens terugziet op het afeeloopen jaar. De eigenaardige omstandigheid dat de jaarwisse ling in deu sombersten tyd van het jaar plaats heeft, is ai licht aanleiding tot de med||atie. Het afgeloopen jaar heeft stellig niet beant woord aan de verwachting van velen. Met veel hoop is men begonnen, vertrouwend dat het jaar een stygende iyn zou vertoonen en de daung die m de tweede helft ram 1920 was aangevangen, zou opheffen. Helaas i» dat met het geval geweest en daarom zal de meditatie over 1921 by talloos velen een somberen on dertoon hebben. Ons staan nog geen cyfers ten dienste die een beeld geven van het Haag- sche leven, maar wy vreesan dat deze ook niet alle gunstig zullen zyn. De algemeene malaise doet zich het eerst in de weelde ge voelen en den Haag is nu eenmaal een stad van veel weelde. Dit moet wel gezegd dat voor het uiterlyk niet veel van de malaise viel te zien. Het be zoek aan de inrichtingen, die uit weelde be-i zocht worden, is onverminderd groot en dat een bewys dat er nog geld gemist kan worden voor luxe. Gedurende de Kerstdagen byvoorbeeld wordt in alle restaurants een spe ciaal diner geserveerd, dat natuur! yk ook spe ciaal prijzig is, maar al» een bewys dat daar van heel veel gebruik wordt gemaakt, moge wel geilden dat dagen te voren verschillende van deze inrichtingen reeds geheel waren uit verkocht. Trouwens het M haast lederen Zon dag zoo. Wie op den Zondag eens „m de stad" wil d mee ren is wel genoodzaakt eenige dagen van te voren een tafeltje te reserveeren, wil hy niet de zeer groote kan» loop en, dat hy geen plaats krygt. De gewoonte om Zondags La restaurant» te eten, is zeer sterk toegenomen, vooral als ge volg van het gesukkel met dienstpersoneel. Voor de huismoeders is het een ware uitkomst dat op Zondag hen geen zorg voor het mid dagmaal behoeft bezag te houden. Natuurlijk is het een eenigazins dure oplossing om in een restaurant te gaan dinoeren, maar een gemak kelijke is het zeker en het bewys voor de voorkeur die men daaraan geeft, ligt in de volle zalen die men op Zondag kan aantreffen. Het is een moderne wyee van besteden van den Zondag: 's middags naar een tooneelvoor- steUuig in een der vele theaters, daarna een uurtje afternoontea in Central en ten slotte in een der vele eethuizen een gezellig dinertje. Men is dan van 's middags half twee tot 's avond» elf uur „onderdak" en aan afwisse ling ontbreekt het niet D»t op deze wyze vele Hagenaar8 wonter-Zoiulagen plegen door te brengen, is een ver achy nsel van den moder nen tyd. De ochtenden komen gemakkei yk om. Alatineu» zyn we over het algemeen in de re sidentie niet en het is dus zeer vlug tyd voor den imddag-achouwbujng. Natuuriyk is er een groot deel dat 's morgens ter kerke gaat, maar zijn ook breede scharen die dat nummer nimmer op hun Zondagprogram hebben staan. Trouwens het zeer kleine aantal kerkgebou wen in de nieuwe wijken wyst dat wei uit. In het groote Duinoord waar misschien een derde of vierde deed van den Haag woont is één Kathoitfjke kapel en sinds kort één protesUint- sche kewc. Dit voor een bevolking van wellicht een zes^g a zeventigduizend zieden, zegt al genoeg vpor de geestesgesteldheid. In het cen trum van dg stad staan «e cftide kerkgebou wen, die er al eeuwen zyn. Het aantal der p rotestantsohe is zeer weinig uitgebreid en alleen de katholieke houden gelijken tred met de uitbreiding der stad. We zyn dezen brief aangevangen met een be^in van een ndeuwjaarsmedatatie. Misschien hoort het bovenstaande ook wed min of meer uaaronder. Kón der beste maatstaven voor de beoor deeling van het afgeloopen Jaar zal de uit komst der gemeentp-financiën zyn. Dat klinkt misschien ietwat prozaïsch, maar het is wel juist. Een tweede belangrijk element is de toene ming der bevolking van de residentie. Nu houdt dit element ten nauwste verband met de afneming van den woningnood. Ten opzichte daarvan zyn wy zeer optimistisch. Er is in het afgeloopen jaar op zeer groote schaal ge bouwd en hetljjdé dus geen» twyfel of de nood aan woningen is zeer verminderd. WaaxacKtjn- oauwste veitoodea en het ligt du» - dot hun inkomskm seer nauw gepas Pd gaan aan de uitkomstan van vM« bedryven. Het aantal Kottedrdarasob» kooplieden dat hwr woont neemt geregeld tee en dus het verband Misschim de Haagedte welvaart en de Kot- terdatnsche scheepvaart hostaal De liaagwche coupon knippers mogen zelf geen rechtetreeksch aandeel nemen in het eco nomisch leven, zy hebben er hst grootste be lang by. Men kan den Haag wal een weelde- jstad noemen, doch daarom staat sy wet toe inI kfe werMd. Belangrijke gebeurtenissen vallen uit het (afgeloopen jaar niet te melden. Het leven ging een eentonig sukkelgangetje, meer naar om- Laag dan naar omhoog. Opzienbarende feiten deden zich nwt voor; het eenige wat nog Ivcrsoh in het geheugen ligt, is de msMukte bomaanslag, waarvan het naspel spoedig in m rechtszaal zal plaats hebben. J Op het gebied van de regeering moge we I herinneren aan de minis tent-de crisis die 16 Juni begon en 18 December bij. de aanneming van het dienstplicht-ontwerp haar definitieve oplossing kreeg. Van bizondere beteekenje is deze crisis niet geweest; zij was een weinig zonderling in haar verloop, maar zy leidde niet tot noemenswaardige wijziging in de po litiek. De grondwetsherziening heeft haar be slag gekregen en ook daarin zijn geen wereld-1 schokkende zaken veranderd. De lengte der [discussies was omgekeerd evenredig aan de belangrijkheid der verkregen resultaten. Bezien we de positie van Nederland van in' ternationaal standpunt, dan heeft deze Regee ring alle reden om tevreden te zijn. Minister van Karaebeek heeft Nederland een steun in den rug gegeven, waardoor hst heel watH viger is komen te staan. Te Parijs, tel [nève, te Washington, ia hy de kloeke en oc%-1 versaagde verdediger geweest van Nederland's belangen en ons land mag, wat het wellicht op de huidige regeering heeft aan te «verkenJ dat als belangrijke winst beschouwen, dat een [zoo talentvol diplomaat den poet van buiten-1 I landscho zaken heeft beheerscht Dezer dagen beert de heer Van Karaebeek in het vaderland Ittrug en hij zal waarschijnlijk aan een hulde-1 [betooging niet ontkomen. HMisschien is zyn werk voor de regeeringI hot belangrijkste geweest en wy, die den heer 1 Van Karaebeek als burgemeester van den Haag steeds hebben gewaardeerd, "Muiten on*| by die hulde gaarne aan. Het jaar 1922 is misschien een belangrijk jaar. Niets duidt helaas op een spoedige ver betering in den algemeenen toestand, maar het vaste vertrouwen dat dde verbetering zall komen, houdt allen energiek op de been.^^H Onze beate wenschen spréken wy gaarne] dsarvbor uit. HAGENAAR. Wii raad, ramdkl lMÉf -anMa'riat.l» (rul Heisa» aa «roota» Hares. Da kieéaste •Heer dn*» wetdrs eassaU o«, de da«es veai !aa«jaaw. Vssk worjeet i-i- cOHaLM konat MMaaiL MM ■Ml vu ■niiBwt» w 1 Ssudetwljee dia aksotuot eerkaerd ia an «al omdat kat «aessr war krfacUe Idar boltaaca- woon «root la. Dit wordt au vrHwat eoorto- mao alt mes met en ,eda«miec«eerd iaetru- ment do blear etubmaeH aas de haHa. Het meeje houdt Blo ereenwljdlt tas da huiweoer- elakte, Ja er HJaa tegen aaa ea reedt Ja dte houding een fclein prtkja 1» da gnglratei Haar. Het eoeht loopt or daa uit. waardoor de pijnlijkheid ia slat geringe ma» vermin derd. Vervolgen# de wond verbinden met een aalt of poederen mat hat agat. bieroutfc. De 2« en Sa graad van verbranding vloeien gewoonlijk ineen. Dientagevutge' wordt la btt- de gevallen deeelfde behandeling toegepast Op een pont wil ik nog Uw eeariartlt ma tigen. Zaad» de seeteaade piek genese, la, vormt nkh «.g.n. litteekenwooJeal. Dit weofeal dat minder soepel en elnetitah ie dmi dat dar omgevende huid, brengt lUn eigenaardige be swaren mede voor don patitab Ja de verbran de oppervlak» aanxtenlpk ven groot», dan ui het iitteekeaweafsal, eoo de plek ileh ia de nabijheid van beweeglijke dealen bevindt groote atoorniseen aaa de beweeglijkheid vee- oorsaken. Ken voorbeeld sal u dit duidelijk matton. omgevdi brandwond oploopt. De maal mep schteriaténg van hst gewone litte kenweefsel. Dit laatstgenoemde weefsel ken nu oorzaak zyn dat de patiënt., het been «iet meer kan strekken en 01 neigen in het knie gewricht. waardoor hem het loopen woo niet onmogelijk den toch/zeer moeiiyk kan wer den gemaakt l Een reden om brandwonden niet op eigen houtje te behandelen, vooral niet soo deze oen eenigszin* ernstig karakter dragen en skh ba den omtrek van beweeglijke deelen bevinden. Veronderstellen wy dat iemand in de ing van het kniegowricht een groote dié* lyk zal de burgemeester in zyn nieuwjaars rede daarover cijféfch-geven. In geen stad ie waarschijnlijk zoo veel gebouwd als hier, om dat men hier nu eenmaal in tie gunstige om standigheid verkeert dat het bouwen er be trekkelijk goedkoop is in verband met dé ge steldheid van dén bodem. Het zakenleven is in de residentie zélf ndet zeer groot, maar natuurlijk houdt de welvaart van den Haag ten nauwste daarmede verband. De vele gegoeden, die hier wonen zyn by al- Brandwonden. in dat jaargotyde, waarin wy ons van kunst matige warmtebronnen bedueneu, loop en wy uit den aard dof zaak nog al eens Ue kans brandwonden te krygen. in 't algemeen onder- sciieuden wy dne graden van verbranding. De le graad Kenmerkt zich door een sterkere toodheid van de (huid dan normaal het geval is, hetgeen door een runnere bloedatoevoer voroorzaaKi, wordt. De opperhuid wordt door de inwerking der warmte Ucht beschadigd. De 2e graad der verbranding heeft plaat» by een intonw-evere inwerking vu bet v*rtott« vscr- werp. Hierby onderscheiden wy het, U allen bekende vorschynsel van de sg.n. blaas vor ming. Een typisch kenmerk dat ié de ie graad ontbreekt en dat de pyu en de roodheid van de huid sterkerpop den voorgrond doen traden. Wordt het betrokken lichaamsdeel aan een nog hoogere temperatuur blootgesteld of geduren de langoren tyd aan een nunder internal eve warmtebron, dan spreken wy van de xg.m 8e graad van verbranding. By dit laatste proces wordt het wehfuel gedood. Is het pljngevoei oen waarschuwing, een reactie aJi-w. op het gevaar tdat damgt, zoo missen wy dit sein m de laatste grander verbranding geheel en al. inplaats van rooa ziet het weefsel in het laat ste stadium van grauwbruin tot zwart Bij van procei-taen ervaren wy dat dood matei in het levend organisme niet geduld wordt, zoo ook hier. Er vormt zich aan de grens van dood en levend weefsel ©en zoom van levend materiaal dat het doode geheel en al loswerkt en tenslotte geheel verwijdert Het genezingsproces in gevallen van den len graad heeft gcwoonlyk een goedaardig en snol verloop. In de eerste paar dagen heeft do patiënt wat pUn, die met gunstig gevolg met een weinig boorxalf bestreden kan wor den. De 2e graad van verbranding ia feitelijk de meest voorkomende on trekt doorgaan» de be langstelling, temeer daar *U ook een veel nauwkeuriger behandeling veraiseht. Zooal» aan den haar verbaasd aanstarenden Otto de Wildt met een mengeling van angst, vriende lijkheid en verlegenheid. „Lucie, jy hier?" bracht de jonge man uit. „Ja. Kom ik ongelegen?!' „Neen, dat niet, maar „Je zou my een stoel kunnen aanbieden!" merkte zy op met een lachje om zyn grenzen- looze ve#iozing. Hy herstelde zyn verzuim en zy installeerde zich, bont en mof wegleggend en hqpr mantel met vlugge vingers openknoopend, dicht by de kachel in een laag stoeltje, vanwaar zy Otto de Wildt op ha»r gemak aankyken kon. Het was alsof zy iets zeggen wilde, waarme de zij niet goed veor den dag durfde komen; om de pyniyk wordende stilte te breken, merkte zy afleidend op: „Je luncht vroeg I" „Ik ontbyt laat, bedoel je!" spotte hU. „Maar Otto, is dit heusfch pas je ontbyt?" „Ja". ,Dan ben ik. heel wat vlugger uit de veeren geweést dan jij! Ik heb al vier uren sporen achter den rug. „Je bent dus vanmorgen „Ja, ik kom regelrecht van huis." „Ga je by tante Rosa logeeren?" vroeg hy met beleefd belangstellings-betoon. „Neen, ik ga vanmiddag weer weg." „Maar „Otto, ik ben alleen hier gekomen, om je iets te vragen." „Kom!" „Het is zóo, Otto! Ik had je kunnen schryven, maar ik twyfelde e,r aan, of ik wel ooit een antwoord op myn brief zou ontvangen; het leek my verloren moeite elAdaarom besloot ik, myn verzoek mondeling te komen doen; je moet my nu wel antwoorden en ik heb gelegenheid, myn zaak bjj je te bepleiten." „Draai maar af!" zei hy norsch, vóórval- iend, dat haar verzoek hem onaangenaam zou zyn. „Denk eerst eens terug aan vroeger, Otto!" „Waarom?" „Misschien verzacht zich dan je stemming. Denk eens aan den goeden, ouden tyd, waarin wy tezamen naar School gingen; jy, groote jon7 gen, hiéldt mij, klein, vreesachtig meisje, be schermend aan de hand; ik gèloof, dat je hèt heerlijk gevonden zou hebben als iemand my kwaad had willen doen, alleen maar, om uiting te kunnen geven aan de in je huizende rid derlijke gevoelens. Je achtte jezeif verantwoor- tlyk voor mij, omdat je moeder mij by dén od van myn ouders tpt zich genomen had en ik plotseling melaats van een vèr-af nichtje een zuBje voor je was geworden. Je herinnert^ je toch onze gelukkige kinderjaren even goed als ik, nietwaar Otto?" H>j kniktè, juist een verveeld gaap je achter zyn hand verbergend. „Ik zal je niet verder met herinneringen pla gen", vervolgde zU, haar Jieve stem een graadje scherper, „maar zonder omwegen mijn verzoek doen." „Ik luister." „Kom je den Oudeja&savond by ons vie ren?" Even keek hy haar aan, dan lachte hy een kort lachje, dat geen vroolyken klank had. „Wat móet het verloren schaap in den deugd- zamen familiekring do$n? Daarin past het im mers volstrekt nie.t meer! Met den losbol, die een schandvlek is voor zyn verwanten, wil nie mand te maken hebben, met vroom gebaar wendt ieder zich vgn hem af!" „Je moeder niet, Otto!" „Néén, moeder niet!" „En ik ook niet»" Een oogenblik van zwygen hing in het slor- dig-ongezellige vertrek; beider oogen rustten als bU toeval op de ontredderde, onverzorgde ontbijttafel en beiden dachten aan het gian- zig-witte tafelgoed en het smaakvolle dekken met al de oude, vertrouwde dingen „thuis". „Kom je, Otto?" drong het meisje dan. „OcH, lieve kind, je meent het goed, daarvan ben ik overtuigd, maar wat moet ik thuis doen Moeder zou mij graag eens by zich hebben, dat geloof ik wei^naar veel reden, om zich over ONS PLUIMVEE. Sport en Nat. Nog altyd is de strijd niet uit tuuschen de aanhangers van den uportfok en hen, die dan nutfok voorstaan. Onder den drang van de voederschaarachto trad deze strijd «el heel sterk, op den voorgrond en was er ook meer reilen toe. Maar nu de verschillende voedersoor ten «eer, tegen meer gematigden prys tevens, te verkrijgen zyn, neemt de schaar van per sonen weer In omvang toe, die met zekere behendigheid tussehen de twee kampen heen weten te laveeren en die als motto in hun wa pen voeren: vereenig nut- en sportfok tot één geheel. Waarom dat heel goed kan, zullen we nan- etouds zien. Het Is .volstrekt onnoodig uitslui tend op de eier- en vleeachproductie te letten, steodR pen of potlood ter hand te hebben om met de angetvalligste nauwkeurigheid te gaan nacyferen, welke geldelijke voordeelen het pl mm vee oplevert. Evenmin ia het goed geld noch moeite te ontzien om steeds'en uitsluitend aan te sturen op het behalen van beker», me daille* en andere prijzen op oipw tentoonstellin gen en daarby de nuteigenschappen der dieren geheel weg te cyferen. By dat alles begint zoo wat dterel het denkbeeld veld te winnen, dat hoenders afkom stig uit een deskundig doorgefokten stam veel meer voordeelen afwerpen dan'een party »#- looze dieftiu een mengelmoes van alle|lel kleu ren en modellen, van ongelijke grootte en nfttfetal van miiwer rutu» pruó»WW.. Steeds heeft men uitgezien naar het ideaal- hoen, maar een dier dat nut en schoonheid, gehardheid en goede eierproductie in zich ver- eenigt. Telkens by de invoering van een nieuw ras meenden vooral de rasfukker» dat ze „hu er waren", dat ze „nu pas het universeel* hoen" in hun bezit hadden en dat het er nu maar op aan kwam verder te gaan, den fok krachtig door te zetten om een vogel te verkrijgen, die winter en zomer," voor- en najaar niet» anders deed, dan naar het nest loopen om daar zyn eitje te deponeeren. Op de meeste. Ja eigenlijk op al die illusies, volgde een ware ontgooche ling. BU voortgezetten fok gingen de nuteigen- schappen weer achteruit en stond men vrU wel weer op het nulpunt, «wit dan? Wat zoekt men dan eigenlijk? 1 in Eigenlijk het onmogeiyke, het in da natuur onbestaanbare. Verbeeld U een vogel die zoo veel eieren logt als «lagen In 't jaar. Verbeeld U een kip die meer dan 800 eieren per jaar Voortbrengt. latten we voor een oogenblik aannynen, dat men het met zijn dieren zóó ver brengt, dan zal 't toch wel duttieiyk zijn, dat de krachtdn van zoo'n hen zoo goed als op raken en dat men allerminst uit| haar eieren sterke, goed- groeiende kuikens zal kunnen verwachten. Waaraan»moet een goed legras beantwoor den 1 We zèuilen verlangen een hen of 1 gemiddelde hoogte en zwaarte, om zoodoend* haar zoon te verheugen heeft zU niet; al de oude wonden zouden Opengereten worden, als ik aan je verlangen toegaf! Laat de dingen II ver biyven, zooals ze nu eenmaal zyn!" Zy wilde wat zeggen, maar hy voorkwam ,G« niet preeken, Lucie, dat hikt Je toch niet! Vroeger heb je ook al menigmaal ge tracht, my van wilde streken terug te houden, maar je hadt zelden sueces," „Alleen myn tranen konden je soms ver murwen." „Ja, voor je tranen was ik bang!" 'Alsof het sprekenWover ze te voorschyn had geroepen, parelden er plotseling glinsterende druppels in haar blauwe oogen; il) wischte ze haastig af, te verstandig, om een ernstig pleit te willen winnen door hetzelfde middël, waar mede zy eenmaal hun kindV-oneenigherien had weten te beëindigen. A. „Ik zal niet preeken, Otto en ook niet schreien!"' „Mooi!" „lk wil Jé alleen nog iets'zoggen, dab op je besluit van invloed kan zyn. Je moeder weet niet alles, wat»?.,., wat er van je verteld wwrdt! Stil, laat my uitspreken! Zy weet natuuriyk, datdat je leven hier niet is, xopals zij het voor haar jongen wenzcht; mtxar zij gelooft, 4»t je maar eens af en toe van den goeden weg bent afgedwaald, dat er niets ernstig valt aan te merken, dat je nog altyd oude innigheid aan haar denkt en alleen door óverdrukke bezigheden van een bezoek aan haar teruggehouden wordt." „Maar hoe kan dat Qc schrijf immers al lang niet meer!" „Dat weet ze aiet." „Wat zeg je?" .Ik ik kon haar verdriet over jou aiet langer aanzien! Haar arme, lftvè oogen zyn zoo slecht geworden, dat zy zoo goed als niets meer ziet; vaa lezen is al lang geen sprake meer en ik moet haar alles voorleaerf. Zoo la* ik haar ook brieven van jou voor, die.»...." -Die Je zelf geschreven hidt?" in zij dicteerde mij de antwoorden, die Verzond, maar bewaarde. Als je se lebben wilt. „Maar hoorde se dan niet van anderen. „Wie zou den treurigen moed hebben, baar onnoodig leed to 'doen, door haar de geruchten over te brieven, die nu en dan over je opdo ken? Wij leven bovendien heel stilletjea ea krijgen niet zooveel bezoek als vroeger; dat vermoeit je moeder te veel. Dezer dagen zei zy, na lang stil in haar hoekje geaeten te hebben: „Als Otto nu maar eens vrU kan krijgen! Al» hy nu Oud en Nieuw maar t voor een enkele keer, mizschten de iaa keer, met zUn oude moeder kon vieren! Ik heb mijn jongen in zoolang niet b\j my gehad on ik zou niet grapg tvan het leven scheiden, zonder hem nog eens te hebben bmhelsd!" Die woorden kon ik niet vergeten! Ik heb gezegd, dat ik voor een dagje uitgifte naar Marie Ver- maat, mijn oude vriendin ei ik ben hierheen gegeisd, om je te vragen, je moeder een ge lukkigen oudejaarsavond te bezorgen." Een oogenblik zweefde Otto de Wftdt een ironische vermaning Ojp de lippen; hy wildé zya nichtje zeggen, dat zij een merkwaardig, vroe- ger niet door hem vermoed talent voor Uegea en bedriegeh scheen te bezitten, maar er was iets in Hem, rtérker dan zijn qpotsucht, dat hem weerhield; hy voelde zich onrustig onder den zachten, rechten blik van Lucie's blauw* oogeA. Door een plotseling invallende gedachte ge troffen4, vroeg hy: „Maar het geld, dat Ik eenige maanden ge leden zoo dringend noodig had, om een speel schuld te voldoen? Hee heb je dat das aaa ,M weet daarvan niéts. Ik durfde haar daar over niet spreken, ze was juist minder wel en de dokter had alle opwinding verboden. Het geld zond ik xflf; ik ben meerderjarig en kan over wat ik van mijn oudere errde, naar mijn eigen wenschen beschikken." Hy bedankte haar nA* voelend, dat bij geen woorden sou kunnen vinden, om sUn gewaar wordingen in te vertolken.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1921 | | pagina 3