de OPRUIMING bij
.OUDSCHE COURANT
Behandeling van alle Bankzaken,
ACCOUHTAITSKtlTIIR If. SPARRIIS.
C. A. B. BANTZINGER.
HSHBHIBHHHmH
•s morgen» 10 uur, zijn geheelen voorraad
alia coacurhutla zullen zóó Terra way
Taluta aanbladlna Wo. 1
ede Heeren-Boorden
MAANDAG 2 JANUARI
'a morgan! 9 nar begint da
GEVESTIGD TE SCHIEDAM.
mi» 1.1.1. UK» -
bl) Firma J. VAN DAJtTZIG, Hlll 0. WH
SFOOH 540 BLEEKERSSIR6EL (S M
Fluweel
Jaeger-Hemden
Imitatla Zijden kousen
Jongenstruien
Flanellen rokken
Flanellen SpoHblouses laken Rokken. Spotprijs
nu 1.95. slechts 1 95.
Speelaul makun wl) attunt op onze extra go'dkoopo aénbie.
dingen In V tragee en Allovernets tegen prUzen ver bene-
den die bet TOdrJiar zal brengen II K®-ir>'
laniilsiibii* linurs 5 en I, lil. on. 113-111, Mngtn.
tOITMIJ lIRfCITIU - AIVIIZEN - BEUSTIISZAIEH
IEGEIMATIGE BIIHÜUDIHG Hl IIEIIE lOEIIOOOIKSEN
AU.E HEIIGE ACC001IT1ITSVEIK211MIEDEI
DENKT AAQI
Koopjes In Restanten
TWEEDE BLAD.
Bij do jaarwisseling.
Medische Brieven.
HHHWMB
HOMMTBliT
HOEK W. WABEH8TBAAT
alls modellen, per sluk
B AHXOBEW1 4 W®2 8
Schiedam - Rollerdam - Den Haag
Lelden, Gouda en Oud-Beljerland.
va^naf f I.—
Atellasr
Profiteert tio oen werkelUk inorm lage prune. Ban k'elni oretp uit ds
prooti Dim. zal B eeelgeo lodrnk geven vin wet wil B aantlml»».
hare aldaallnc CHEMISCHE WASS0HEB1J.
Hardt C niet aaar geaeegen bediend 00
hij Owe tyeawoordlja waaaaberU at
atryktnrlntlac. mead ana dan nana
aan praelwaaoh. at laat ana Cw UJn-
goed eena behtoudelaw» k*i
aell owdeelen.
Pilmn kwaliteit SI
Z wart men» éfnrln*.
SO. r.v. breed
van ƒ2.50 ihaiieAl.75.
Zwart Fluweel.
Pr* ui a kwaliteit.
78 ©.91. breed.
Van ƒ3.05 thanaƒ9.78.
apnlprlja f 1.85.
4» cl.
Zwarts katoenen
Kousen 39 ct.
Prima «wart.
1.05.
1.1.1 Sad. Inat. iu Aecoiintaal».
hneolnnl linterlclit .oor het ala nlin
opmaken rast
Boorden, Orerliemd *b. Manchetten
en Fronts.
Alvorens mtn M rijwiel wnscbift
wendt min zich tirit tot
Door elnen fabrikaat loio fiVUztn. S I
poroetlt oo oike towomento nltvoorlog.
UH 3D AASBETEEENn
No. 14817.
ZATERDAG 81 DECEMBER 1921.
gunstige omstandigheden
wordt het jaar 1921 besloten. De ernst der
tijden drukt <z.wa&r en algemeen wordt thans
gevoeld, wat in de tijden van de schijn-hausse
niet opgemerkt werd, dat de wereld verarmd
ia, schrikbarend verarmd. Een malaise is in
getreden van ongeleenden omvang; de wer
kende stand is door zware werkloosheid ge
troffen, de industrie ligt goeddeels stil, er
wordt zonder winst, vaak zelfs met verlies
gewerkt en alolh vraagt men zich af, hoe lang
dit nog duren kan. De terugslag van de ma
laise in wezen niet anders dan een verarmings
verschijnsel, ondervindt het gansche maat
schappelijke leven; de belastingen, die gerui-
men tijd steeds meer crescendo girgen, begin
nen mander op te brengen en drukken zwaar
der dan ooit tevoren. Men leeft op hoop van
zegen en niemand, die eenige zekerheid heeft
dat er spoedig een ommekeer zal intreden.
Zoo is er bij de intrede van het nieuwe jaar
weinig reden voor optimisme. Eer voor pessi
misme, al breekt er af en toe een klein licht
straaltje door
De Regeering des lands heeft in zulke om-
blandfeheden een zware taak. Zeker, zij heeft
geen schuld aan den wereldoorlog en zijnde-
volgen. Doch heeft het Kabinet-Ruys voldoen
de den toestand doorzien en alles nagelaten
wat den druk verzwaren kon? Wie deze vra
gen onbevooroordeeld beziet, kan bezwaarlijk
tot een bevredigend antiwoord komen. Wij be
hoeven dit feitelijk niet te bewijzen, daar men
zich hder kan beroepen op den Minister van
Financiën, mr. de Geer,,' die den desolater
hoedel van de Vries te redderen kreeg. Een
feit is, dat deze schatkistbewaarderby ge
brek aan beter als zoodanig opgetreden, be
neden zyn taak is gebleven en ten slotte dan
ook verdwenen is (by de reconstructie van het
Kabinet) om hem door sterker figuur te ver
vangen. Dat de Regeering zoo weineg inge
zien heeft, dat de Staat boven zijn kracht leef
de, wekt teleurstelling. Zdj toch beschikt over
alle gegevens en hulpmiddelen om het geheel
te overzien, zij heeft te remmen, indien van
andere zijde op allerlei nieuwigheid, op nieu
we milldoenen-iuntgaven wordt aangedrongen.
Zy heeft dit niet gedaan, althans veel te wei
nig en door een arbeidswetgeving, die verder
gaat dan in den landen om ons heen, heeft de
Regeering de productiekosten Wog meer op
gejaagd, Dit is haar fout geweest en die fout
wreekt zich nu, doordat ieder tracht te houden
wat hy bereikt heeft, zonder zich af te vra
gen, of dit tot de mogelijkheden behooat.
De Regeering verdedigt zich ten deze met
te verwijzen naar den aandrang, uit de Ka
mer op haar uitgeoefend. Het is waar, vooral
in 1918, onder den indruk van de revoLutior-
naire spanning, heeft menigeen groote con
cessies willen doen en hebben velen niet op
geld gezien. Wij loten daar, of dat voor de1
Regeering een verdediging kan zijn. Grief
blijft, dat het Kabinet zoolang mogelijk heeft
tegengestreefd om tot werkelijke bezuiniging
te geraken. De Ministers zelf doen niets, stel
den slechts nieuwe, hoogere uitgaven voor;
zelfs nog in dit jaar bleek by de heeren mi
nisters het eerste besef van de noodzakelijk
head van ingrijpende bezuiniging te ontbreken.
In plaats van zelf in eigen administraties op
den kortsten termyn in te grijpen, lier het
Kabinet een Staatscommissie Werken en
met hoe weinig medewerking van sommige
Ministeries! en stelde het een viertal be
zuinigingsambtenaren aan, die echter gebon
den werden aan het goeddunken van de Mi
nisters, d. i. van de Departementsbureaucra-
ten, op wie juist de bezuinigingsverovermgen
moeten behaald worden. Ten slotte is het Ka
binet bijgedraaid", maar niet dan na een
OUDEJAARSAVOND.
door
ELISE.
Otto de Wildt was laat opgestaan.
Den vorigen avond had één zyner vrienden
een verjaringsfuif gegeven en het bleeke dag
licht begon reeds den nachtnevel te doorboren,
toen hy, wat onvast en doezelig, huiswaarts
keerde, om een deel van den nieuwen dag aan
zyn slaperigheid op te offeren.
Zyn hospita, gewend aan het ongeregelde
doen van haar altyd op pretjes bedachten
huurder, had op den tijd, dien zy goed achtte,
zijn ontbyt op de tafel in de Zitkamer uitge
stald, niet van zins, terwille van hem haar dag
orde te verstoren.
Gapend, met een onaangenaam rilfeü^evoel
in zijn slap-vermoeide leden, schooT^Jtjonge
man door de nauwe opening van de scntnfdeu-
ren, die zyn beide kamers scheidden en duwde
ze met een bons tegen elkaar, om de warmte
van de snorrende kachel het zich verdeelen te
beletten.
Met een critischen blik bezag hy zyn ont
bijt, dat hem bijzonder weinig aanlokkelijk leek,
schonk zich een kopje bitter geworden thee in
en zonk in'den gereed staanden stoel.
Lusteloos greep hy een broodje, dat hy moei-,
zaam met de veel te harde boter uit het vlootje
beklonterde, en Bneed het, kaas, koek en jam
versmadend, in reepjes, waarvan hy traag te
happen begon.
Een klapje op de kamerdeur deed zyn hand,
die juist een nieuw reepje naar zttMtomid wilde
voeren, terugzinken.
„Binnen!" riep hy op een ergernis-toon, niet
begrijpend, waarom het vervelende mensch,
*00818 hij zyn hospita noemde, hem nu juist on
der zijn ontbyt storen kwam.
De deur kraakte open.
Op den drempel verscheen een jong meisje,
wier rose gezichtje als een lieflijke bloem bo
ven haar bontkraag uitkeek; haar oogen dwaal
den snel even de kamer rond, hechtten zich dan
scherpe actie van den Vryhekkboi^ die in
sze zeer verdienstelijk werk heeft verricht.
Niet alleen op financieel gebied was de Re
geering onvast. Haar militair beleid «u één
doorioopende teleurstelling, met eenige minis-
tercriaes en ten Motte zelfs een Kabinetscri
sis, waarvan het droeve Mot was een overwin
ning van de uitra-malitairiatische groepen in
de Kanver, voor wie de groote Roomse he partij
het hoofd moest bukken. Terwijl heel de we
reld smacht naar verlichting van den krank
zinnigen militairen druk, heeft het Kabmet-
Kuys na jarenlang sukkelen en tobben ons
opgeknapt met een nieuwe Dienstplichtwet
en een nieuwe militaire organisatie, welke,
kort samengevat, duur en slecht ia. De
Katholieken, door bisschoppelijk bevel aan de
coalitie gebonden, hebben als één man daar
voor hun stem uitgebracht. Zóó werd het Ka
binet gered door een zieken socialist en een
socialist, wien het aan (politiek besef man
gelde. Het Kabinet zit dus nog in het zadel
en de zaak wordt op denzeifden voet voortge
zet. De coalitie is'zelfs'bereid ook na de
groote verkiezingen bijeen te blijven. Geluk
kig voor haar! zal het volk door het
wegmoffelen van de Grondwetsherzieninys-
ontbinding er weinig van bemerken, dat twee
van de drie regeeringspartljen de Grondwets
herziening van Ruys de Beerenbrouck tegen
werken. De coalitie wordt voortgezet, mits de
heeren tezamen, na elkaar by den stembus
strijd eerst luatig afgebroken te hebben, ten
einde aldus het eigen stemmental zoo hoog
imogeiyk op te weren, een meerderheid krij
gen!
Behoeven wy xvog te zeggen, dat wij hopen
en vertrouwen, dat het zoo ver niet komen
zal?
Ons volk heeft aan iets anders behoefte.
En gelukkig begint het besef hiervan meer
en meer door te breken.
Het gepraat over de lepere eenheid" der
coalitiepartijen brengt ons volk geen stap
verder uit de misère. En de coalitie is boven
dien t. a. v. alle groote vraagstukken zoo
wel de geestelijke als de economische te
zeer verdeeld, om haar te kunnen vertrouwen»
Het volk begint gelukkig genoeg te kry-
gen van het voortdurende gecompromjs, waar
bij slechts deze ééne vraag voorzit: hoe bUj-
ven wy, „christelijke" party en, tezaam in het
regeerdngskasteel met al zyn heerlijkheden
Wat wij in de allereerste plaat» nooclig heb
ben (naast bezuiniging en vereenvoudiging
is: vrijheid.
Wy gaan allen gebukt onder onvrijheid,
onder allerlei dwang. De Overheid heeft al
meer en meer het volk willen dwóngen tot wat
zy het goede acht en het resultaat was erbar
melijk. Er rees, in stee valn voldoening over
zooveel vaderlijke Overheidszorg, alom onte
vredenheid en nóg is men niet tot inkeer ge
komen. Thans bedreigt ons wéér een nieuwe
Zondagswet, die ons volk wil persen in het
keur&iyf van een calvinistische levensopvat
ting, een wet, waanby de onoprechtheid hoog
tij zal vieren. En op economisch gebied wacht
ons nog meer onvryheid; de Wieren van de
coalitie kunnen niet terug, zy hollen steeds
voort.
Gelukkig hebben de vereenigdc liberalen
thans de vryhpidsvlag opgeheven en men be
gint steeds meer in te zien, dsit wy terug moe-^,
ten naar de trijheid, Tiaar dat hoogste goed
der menschheid, dat alleen door het algemeen
belang, waar noodig, moet worden ingeperkt.
Er is ons reeds te veel vrijheid afgenomeri!
Ceestèlyke vryheid in de eerste plaats
en de men&chem zyn er ndet heter door gewor
den. Economische vryheid niet minder
en zyn de menschen er gelukkiger door ge
worden?
Daarom tien wij als lichtpunt by de jaar
wisseling een toenemend streven om onze vrij
heid te heroveren, onze vryheid, waarvan wy
verwachten: meer verantwoordelykheidmeer
arbeid, meer geluk en meer welvaart!
JJMJSV ÉN UIT i>K HOI1 hl AD.
DLXXXIX.
De dagen tuaschea Kerstmis es Nieuwjaar
zyn de dagen der meditatie. By den één zal
dat in iets sterker mate het geval zyn dan by
den ander, inaar niemand ontkomt ex aan dat
hy eens terugziet op het afeeloopen jaar. De
eigenaardige omstandigheid dat de jaarwisse
ling in deu sombersten tyd van het jaar plaats
heeft, is ai licht aanleiding tot de med||atie.
Het afgeloopen jaar heeft stellig niet beant
woord aan de verwachting van velen. Met veel
hoop is men begonnen, vertrouwend dat het
jaar een stygende iyn zou vertoonen en de
daung die m de tweede helft ram 1920 was
aangevangen, zou opheffen. Helaas i» dat met
het geval geweest en daarom zal de meditatie
over 1921 by talloos velen een somberen on
dertoon hebben. Ons staan nog geen cyfers
ten dienste die een beeld geven van het Haag-
sche leven, maar wy vreesan dat deze ook
niet alle gunstig zullen zyn. De algemeene
malaise doet zich het eerst in de weelde ge
voelen en den Haag is nu eenmaal een stad
van veel weelde.
Dit moet wel gezegd dat voor het uiterlyk
niet veel van de malaise viel te zien. Het be
zoek aan de inrichtingen, die uit weelde be-i
zocht worden, is onverminderd groot en dat
een bewys dat er nog geld gemist kan
worden voor luxe. Gedurende de Kerstdagen
byvoorbeeld wordt in alle restaurants een spe
ciaal diner geserveerd, dat natuur! yk ook spe
ciaal prijzig is, maar al» een bewys dat daar
van heel veel gebruik wordt gemaakt, moge
wel geilden dat dagen te voren verschillende
van deze inrichtingen reeds geheel waren uit
verkocht. Trouwens het M haast lederen Zon
dag zoo. Wie op den Zondag eens „m de stad"
wil d mee ren is wel genoodzaakt eenige dagen
van te voren een tafeltje te reserveeren, wil
hy niet de zeer groote kan» loop en, dat hy
geen plaats krygt.
De gewoonte om Zondags La restaurant» te
eten, is zeer sterk toegenomen, vooral als ge
volg van het gesukkel met dienstpersoneel.
Voor de huismoeders is het een ware uitkomst
dat op Zondag hen geen zorg voor het mid
dagmaal behoeft bezag te houden. Natuurlijk
is het een eenigazins dure oplossing om in een
restaurant te gaan dinoeren, maar een gemak
kelijke is het zeker en het bewys voor de
voorkeur die men daaraan geeft, ligt in de
volle zalen die men op Zondag kan aantreffen.
Het is een moderne wyee van besteden van
den Zondag: 's middags naar een tooneelvoor-
steUuig in een der vele theaters, daarna een
uurtje afternoontea in Central en ten slotte in
een der vele eethuizen een gezellig dinertje.
Men is dan van 's middags half twee tot
's avond» elf uur „onderdak" en aan afwisse
ling ontbreekt het niet D»t op deze wyze vele
Hagenaar8 wonter-Zoiulagen plegen door te
brengen, is een ver achy nsel van den moder
nen tyd. De ochtenden komen gemakkei yk om.
Alatineu» zyn we over het algemeen in de re
sidentie niet en het is dus zeer vlug tyd voor
den imddag-achouwbujng. Natuuriyk is er een
groot deel dat 's morgens ter kerke gaat, maar
zijn ook breede scharen die dat nummer
nimmer op hun Zondagprogram hebben staan.
Trouwens het zeer kleine aantal kerkgebou
wen in de nieuwe wijken wyst dat wei uit. In
het groote Duinoord waar misschien een derde
of vierde deed van den Haag woont is één
Kathoitfjke kapel en sinds kort één protesUint-
sche kewc. Dit voor een bevolking van wellicht
een zes^g a zeventigduizend zieden, zegt al
genoeg vpor de geestesgesteldheid. In het cen
trum van dg stad staan «e cftide kerkgebou
wen, die er al eeuwen zyn. Het aantal der
p rotestantsohe is zeer weinig uitgebreid en
alleen de katholieke houden gelijken tred met
de uitbreiding der stad.
We zyn dezen brief aangevangen met een
be^in van een ndeuwjaarsmedatatie. Misschien
hoort het bovenstaande ook wed min of meer
uaaronder.
Kón der beste maatstaven voor de beoor
deeling van het afgeloopen Jaar zal de uit
komst der gemeentp-financiën zyn. Dat klinkt
misschien ietwat prozaïsch, maar het is wel
juist.
Een tweede belangrijk element is de toene
ming der bevolking van de residentie. Nu
houdt dit element ten nauwste verband met de
afneming van den woningnood. Ten opzichte
daarvan zyn wy zeer optimistisch. Er is in
het afgeloopen jaar op zeer groote schaal ge
bouwd en hetljjdé dus geen» twyfel of de nood
aan woningen is zeer verminderd. WaaxacKtjn-
oauwste veitoodea en het ligt du» -
dot hun inkomskm seer nauw gepas Pd
gaan aan de uitkomstan van vM« bedryven.
Het aantal Kottedrdarasob» kooplieden dat hwr
woont neemt geregeld tee en dus het verband
Misschim de Haagedte welvaart en de Kot-
terdatnsche scheepvaart hostaal
De liaagwche coupon knippers mogen zelf
geen rechtetreeksch aandeel nemen in het eco
nomisch leven, zy hebben er hst grootste be
lang by. Men kan den Haag wal een weelde-
jstad noemen, doch daarom staat sy wet toe inI
kfe werMd.
Belangrijke gebeurtenissen vallen uit het
(afgeloopen jaar niet te melden. Het leven ging
een eentonig sukkelgangetje, meer naar om-
Laag dan naar omhoog. Opzienbarende feiten
deden zich nwt voor; het eenige wat nog
Ivcrsoh in het geheugen ligt, is de msMukte
bomaanslag, waarvan het naspel spoedig in
m rechtszaal zal plaats hebben.
J Op het gebied van de regeering moge we
I herinneren aan de minis tent-de crisis die 16
Juni begon en 18 December bij. de aanneming
van het dienstplicht-ontwerp haar definitieve
oplossing kreeg. Van bizondere beteekenje is
deze crisis niet geweest; zij was een weinig
zonderling in haar verloop, maar zy leidde
niet tot noemenswaardige wijziging in de po
litiek. De grondwetsherziening heeft haar be
slag gekregen en ook daarin zijn geen wereld-1
schokkende zaken veranderd. De lengte der
[discussies was omgekeerd evenredig aan de
belangrijkheid der verkregen resultaten.
Bezien we de positie van Nederland van in'
ternationaal standpunt, dan heeft deze Regee
ring alle reden om tevreden te zijn. Minister
van Karaebeek heeft Nederland een steun in
den rug gegeven, waardoor hst heel watH
viger is komen te staan. Te Parijs, tel
[nève, te Washington, ia hy de kloeke en oc%-1
versaagde verdediger geweest van Nederland's
belangen en ons land mag, wat het wellicht
op de huidige regeering heeft aan te «verkenJ
dat als belangrijke winst beschouwen, dat een
[zoo talentvol diplomaat den poet van buiten-1
I landscho zaken heeft beheerscht Dezer dagen
beert de heer Van Karaebeek in het vaderland
Ittrug en hij zal waarschijnlijk aan een hulde-1
[betooging niet ontkomen.
HMisschien is zyn werk voor de regeeringI
hot belangrijkste geweest en wy, die den heer
1 Van Karaebeek als burgemeester van den
Haag steeds hebben gewaardeerd, "Muiten on*|
by die hulde gaarne aan.
Het jaar 1922 is misschien een belangrijk
jaar. Niets duidt helaas op een spoedige ver
betering in den algemeenen toestand, maar
het vaste vertrouwen dat dde verbetering zall
komen, houdt allen energiek op de been.^^H
Onze beate wenschen spréken wy gaarne]
dsarvbor uit.
HAGENAAR.
Wii raad, ramdkl lMÉf -anMa'riat.l»
(rul Heisa» aa «roota» Hares. Da kieéaste
•Heer dn*» wetdrs eassaU o«, de
da«es veai !aa«jaaw. Vssk worjeet
i-i- cOHaLM konat MMaaiL MM
■Ml vu ■niiBwt» w 1
Ssudetwljee dia aksotuot eerkaerd ia an «al
omdat kat «aessr war krfacUe Idar boltaaca-
woon «root la. Dit wordt au vrHwat eoorto-
mao alt mes met en ,eda«miec«eerd iaetru-
ment do blear etubmaeH aas de haHa. Het
meeje houdt Blo ereenwljdlt tas da huiweoer-
elakte, Ja er HJaa tegen aaa ea reedt Ja dte
houding een fclein prtkja 1» da gnglratei
Haar. Het eoeht loopt or daa uit. waardoor
de pijnlijkheid ia slat geringe ma» vermin
derd. Vervolgen# de wond verbinden met een
aalt of poederen mat hat agat. bieroutfc.
De 2« en Sa graad van verbranding vloeien
gewoonlijk ineen. Dientagevutge' wordt la btt-
de gevallen deeelfde behandeling toegepast
Op een pont wil ik nog Uw eeariartlt ma
tigen. Zaad» de seeteaade piek genese, la,
vormt nkh «.g.n. litteekenwooJeal. Dit weofeal
dat minder soepel en elnetitah ie dmi dat dar
omgevende huid, brengt lUn eigenaardige be
swaren mede voor don patitab Ja de verbran
de oppervlak» aanxtenlpk ven groot», dan
ui het iitteekeaweafsal, eoo de plek ileh ia
de nabijheid van beweeglijke dealen bevindt
groote atoorniseen aaa de beweeglijkheid vee-
oorsaken. Ken voorbeeld sal u dit duidelijk
matton.
omgevdi
brandwond oploopt. De
maal mep schteriaténg van hst gewone litte
kenweefsel. Dit laatstgenoemde weefsel ken
nu oorzaak zyn dat de patiënt., het been «iet
meer kan strekken en 01 neigen in het knie
gewricht. waardoor hem het loopen woo niet
onmogelijk den toch/zeer moeiiyk kan wer
den gemaakt l
Een reden om brandwonden niet op eigen
houtje te behandelen, vooral niet soo deze oen
eenigszin* ernstig karakter dragen en skh ba
den omtrek van beweeglijke deelen bevinden.
Veronderstellen wy dat iemand in de
ing van het kniegowricht een groote
dié*
lyk zal de burgemeester in zyn nieuwjaars
rede daarover cijféfch-geven. In geen stad ie
waarschijnlijk zoo veel gebouwd als hier, om
dat men hier nu eenmaal in tie gunstige om
standigheid verkeert dat het bouwen er be
trekkelijk goedkoop is in verband met dé ge
steldheid van dén bodem.
Het zakenleven is in de residentie zélf ndet
zeer groot, maar natuurlijk houdt de welvaart
van den Haag ten nauwste daarmede verband.
De vele gegoeden, die hier wonen zyn by al-
Brandwonden.
in dat jaargotyde, waarin wy ons van kunst
matige warmtebronnen bedueneu, loop en wy
uit den aard dof zaak nog al eens Ue kans
brandwonden te krygen. in 't algemeen onder-
sciieuden wy dne graden van verbranding. De
le graad Kenmerkt zich door een sterkere
toodheid van de (huid dan normaal het geval
is, hetgeen door een runnere bloedatoevoer
voroorzaaKi, wordt. De opperhuid wordt door
de inwerking der warmte Ucht beschadigd. De
2e graad der verbranding heeft plaat» by een
intonw-evere inwerking vu bet v*rtott« vscr-
werp. Hierby onderscheiden wy het, U allen
bekende vorschynsel van de sg.n. blaas vor
ming. Een typisch kenmerk dat ié de ie graad
ontbreekt en dat de pyu en de roodheid van de
huid sterkerpop den voorgrond doen traden.
Wordt het betrokken lichaamsdeel aan een nog
hoogere temperatuur blootgesteld of geduren
de langoren tyd aan een nunder internal eve
warmtebron, dan spreken wy van de xg.m 8e
graad van verbranding. By dit laatste proces
wordt het wehfuel gedood. Is het pljngevoei
oen waarschuwing, een reactie aJi-w. op het
gevaar tdat damgt, zoo missen wy dit sein m
de laatste grander verbranding geheel en al.
inplaats van rooa ziet het weefsel in het laat
ste stadium van grauwbruin tot zwart Bij
van procei-taen ervaren wy dat dood matei
in het levend organisme niet geduld wordt,
zoo ook hier. Er vormt zich aan de grens van
dood en levend weefsel ©en zoom van levend
materiaal dat het doode geheel en al loswerkt
en tenslotte geheel verwijdert
Het genezingsproces in gevallen van den
len graad heeft gcwoonlyk een goedaardig en
snol verloop. In de eerste paar dagen heeft
do patiënt wat pUn, die met gunstig gevolg
met een weinig boorxalf bestreden kan wor
den.
De 2e graad van verbranding ia feitelijk de
meest voorkomende on trekt doorgaan» de be
langstelling, temeer daar *U ook een veel
nauwkeuriger behandeling veraiseht. Zooal»
aan den haar verbaasd aanstarenden Otto de
Wildt met een mengeling van angst, vriende
lijkheid en verlegenheid.
„Lucie, jy hier?" bracht de jonge man uit.
„Ja. Kom ik ongelegen?!'
„Neen, dat niet, maar
„Je zou my een stoel kunnen aanbieden!"
merkte zy op met een lachje om zyn grenzen-
looze ve#iozing.
Hy herstelde zyn verzuim en zy installeerde
zich, bont en mof wegleggend en hqpr mantel
met vlugge vingers openknoopend, dicht by de
kachel in een laag stoeltje, vanwaar zy Otto
de Wildt op ha»r gemak aankyken kon.
Het was alsof zy iets zeggen wilde, waarme
de zij niet goed veor den dag durfde komen;
om de pyniyk wordende stilte te breken, merkte
zy afleidend op:
„Je luncht vroeg I"
„Ik ontbyt laat, bedoel je!" spotte hU.
„Maar Otto, is dit heusfch pas je ontbyt?"
„Ja".
,Dan ben ik. heel wat vlugger uit de veeren
geweést dan jij! Ik heb al vier uren sporen
achter den rug.
„Je bent dus vanmorgen
„Ja, ik kom regelrecht van huis."
„Ga je by tante Rosa logeeren?" vroeg hy
met beleefd belangstellings-betoon.
„Neen, ik ga vanmiddag weer weg."
„Maar
„Otto, ik ben alleen hier gekomen, om je iets
te vragen."
„Kom!"
„Het is zóo, Otto! Ik had je kunnen schryven,
maar ik twyfelde e,r aan, of ik wel ooit een
antwoord op myn brief zou ontvangen; het leek
my verloren moeite elAdaarom besloot ik, myn
verzoek mondeling te komen doen; je moet my
nu wel antwoorden en ik heb gelegenheid, myn
zaak bjj je te bepleiten."
„Draai maar af!" zei hy norsch, vóórval-
iend, dat haar verzoek hem onaangenaam zou
zyn.
„Denk eerst eens terug aan vroeger, Otto!"
„Waarom?"
„Misschien verzacht zich dan je stemming.
Denk eens aan den goeden, ouden tyd, waarin
wy tezamen naar School gingen; jy, groote jon7
gen, hiéldt mij, klein, vreesachtig meisje, be
schermend aan de hand; ik gèloof, dat je hèt
heerlijk gevonden zou hebben als iemand my
kwaad had willen doen, alleen maar, om uiting
te kunnen geven aan de in je huizende rid
derlijke gevoelens. Je achtte jezeif verantwoor-
tlyk voor mij, omdat je moeder mij by dén
od van myn ouders tpt zich genomen had
en ik plotseling melaats van een vèr-af nichtje
een zuBje voor je was geworden. Je herinnert^
je toch onze gelukkige kinderjaren even goed
als ik, nietwaar Otto?"
H>j kniktè, juist een verveeld gaap je achter
zyn hand verbergend.
„Ik zal je niet verder met herinneringen pla
gen", vervolgde zU, haar Jieve stem een graadje
scherper, „maar zonder omwegen mijn verzoek
doen."
„Ik luister."
„Kom je den Oudeja&savond by ons vie
ren?"
Even keek hy haar aan, dan lachte hy een
kort lachje, dat geen vroolyken klank had.
„Wat móet het verloren schaap in den deugd-
zamen familiekring do$n? Daarin past het im
mers volstrekt nie.t meer! Met den losbol, die
een schandvlek is voor zyn verwanten, wil nie
mand te maken hebben, met vroom gebaar
wendt ieder zich vgn hem af!"
„Je moeder niet, Otto!"
„Néén, moeder niet!"
„En ik ook niet»"
Een oogenblik van zwygen hing in het slor-
dig-ongezellige vertrek; beider oogen rustten
als bU toeval op de ontredderde, onverzorgde
ontbijttafel en beiden dachten aan het gian-
zig-witte tafelgoed en het smaakvolle dekken
met al de oude, vertrouwde dingen „thuis".
„Kom je, Otto?" drong het meisje dan.
„OcH, lieve kind, je meent het goed, daarvan
ben ik overtuigd, maar wat moet ik thuis doen
Moeder zou mij graag eens by zich hebben, dat
geloof ik wei^naar veel reden, om zich over
ONS PLUIMVEE.
Sport en Nat.
Nog altyd is de strijd niet uit tuuschen de
aanhangers van den uportfok en hen, die dan
nutfok voorstaan. Onder den drang van de
voederschaarachto trad deze strijd «el heel
sterk, op den voorgrond en was er ook meer
reilen toe. Maar nu de verschillende voedersoor
ten «eer, tegen meer gematigden prys tevens,
te verkrijgen zyn, neemt de schaar van per
sonen weer In omvang toe, die met zekere
behendigheid tussehen de twee kampen heen
weten te laveeren en die als motto in hun wa
pen voeren: vereenig nut- en sportfok tot één
geheel.
Waarom dat heel goed kan, zullen we nan-
etouds zien. Het Is .volstrekt onnoodig uitslui
tend op de eier- en vleeachproductie te letten,
steodR pen of potlood ter hand te hebben om
met de angetvalligste nauwkeurigheid te gaan
nacyferen, welke geldelijke voordeelen het
pl mm vee oplevert. Evenmin ia het goed geld
noch moeite te ontzien om steeds'en uitsluitend
aan te sturen op het behalen van beker», me
daille* en andere prijzen op oipw tentoonstellin
gen en daarby de nuteigenschappen der dieren
geheel weg te cyferen.
By dat alles begint zoo wat dterel het
denkbeeld veld te winnen, dat hoenders afkom
stig uit een deskundig doorgefokten stam veel
meer voordeelen afwerpen dan'een party »#-
looze dieftiu een mengelmoes van alle|lel kleu
ren en modellen, van ongelijke grootte en
nfttfetal van miiwer rutu» pruó»WW..
Steeds heeft men uitgezien naar het ideaal-
hoen, maar een dier dat nut en schoonheid,
gehardheid en goede eierproductie in zich ver-
eenigt. Telkens by de invoering van een nieuw
ras meenden vooral de rasfukker» dat ze „hu
er waren", dat ze „nu pas het universeel* hoen"
in hun bezit hadden en dat het er nu maar
op aan kwam verder te gaan, den fok krachtig
door te zetten om een vogel te verkrijgen, die
winter en zomer," voor- en najaar niet» anders
deed, dan naar het nest loopen om daar zyn
eitje te deponeeren. Op de meeste. Ja eigenlijk
op al die illusies, volgde een ware ontgooche
ling. BU voortgezetten fok gingen de nuteigen-
schappen weer achteruit en stond men vrU wel
weer op het nulpunt,
«wit dan?
Wat zoekt men dan eigenlijk? 1
in
Eigenlijk het onmogeiyke, het in da natuur
onbestaanbare. Verbeeld U een vogel die zoo
veel eieren logt als «lagen In 't jaar. Verbeeld
U een kip die meer dan 800 eieren per jaar
Voortbrengt.
latten we voor een oogenblik aannynen, dat
men het met zijn dieren zóó ver brengt, dan
zal 't toch wel duttieiyk zijn, dat de krachtdn
van zoo'n hen zoo goed als op raken en dat
men allerminst uit| haar eieren sterke, goed-
groeiende kuikens zal kunnen verwachten.
Waaraan»moet een goed legras beantwoor
den 1
We zèuilen verlangen een hen of 1
gemiddelde hoogte en zwaarte, om zoodoend*
haar zoon te verheugen heeft zU niet; al de
oude wonden zouden Opengereten worden, als
ik aan je verlangen toegaf! Laat de dingen II
ver biyven, zooals ze nu eenmaal zyn!"
Zy wilde wat zeggen, maar hy voorkwam
,G« niet preeken, Lucie, dat hikt Je toch
niet! Vroeger heb je ook al menigmaal ge
tracht, my van wilde streken terug te houden,
maar je hadt zelden sueces,"
„Alleen myn tranen konden je soms ver
murwen."
„Ja, voor je tranen was ik bang!"
'Alsof het sprekenWover ze te voorschyn had
geroepen, parelden er plotseling glinsterende
druppels in haar blauwe oogen; il) wischte ze
haastig af, te verstandig, om een ernstig pleit
te willen winnen door hetzelfde middël, waar
mede zy eenmaal hun kindV-oneenigherien had
weten te beëindigen. A.
„Ik zal niet preeken, Otto en ook niet
schreien!"'
„Mooi!"
„lk wil Jé alleen nog iets'zoggen, dab op je
besluit van invloed kan zyn. Je moeder weet
niet alles, wat»?.,., wat er van je verteld wwrdt!
Stil, laat my uitspreken! Zy weet natuuriyk,
datdat je leven hier niet is, xopals zij het
voor haar jongen wenzcht; mtxar zij gelooft, 4»t
je maar eens af en toe van den goeden weg
bent afgedwaald, dat er niets ernstig
valt aan te merken, dat je nog altyd
oude innigheid aan haar denkt en alleen door
óverdrukke bezigheden van een bezoek aan
haar teruggehouden wordt."
„Maar hoe kan dat Qc schrijf immers al lang
niet meer!"
„Dat weet ze aiet."
„Wat zeg je?"
.Ik ik kon haar verdriet over jou aiet
langer aanzien! Haar arme, lftvè oogen zyn
zoo slecht geworden, dat zy zoo goed als niets
meer ziet; vaa lezen is al lang geen sprake
meer en ik moet haar alles voorleaerf. Zoo la*
ik haar ook brieven van jou voor, die.»...."
-Die Je zelf geschreven hidt?"
in zij dicteerde mij de antwoorden, die
Verzond, maar bewaarde. Als je se
lebben wilt.
„Maar hoorde se dan niet van anderen.
„Wie zou den treurigen moed hebben, baar
onnoodig leed to 'doen, door haar de geruchten
over te brieven, die nu en dan over je opdo
ken? Wij leven bovendien heel stilletjea ea
krijgen niet zooveel bezoek als vroeger; dat
vermoeit je moeder te veel. Dezer dagen zei
zy, na lang stil in haar hoekje geaeten te
hebben: „Als Otto nu maar eens vrU kan
krijgen! Al» hy nu Oud en Nieuw maar t
voor een enkele keer, mizschten de iaa
keer, met zUn oude moeder kon vieren! Ik heb
mijn jongen in zoolang niet b\j my gehad
on ik zou niet grapg tvan het leven scheiden,
zonder hem nog eens te hebben bmhelsd!" Die
woorden kon ik niet vergeten! Ik heb gezegd,
dat ik voor een dagje uitgifte naar Marie Ver-
maat, mijn oude vriendin ei ik ben hierheen
gegeisd, om je te vragen, je moeder een ge
lukkigen oudejaarsavond te bezorgen."
Een oogenblik zweefde Otto de Wftdt een
ironische vermaning Ojp de lippen; hy wildé zya
nichtje zeggen, dat zij een merkwaardig, vroe-
ger niet door hem vermoed talent voor Uegea
en bedriegeh scheen te bezitten, maar er was
iets in Hem, rtérker dan zijn qpotsucht, dat hem
weerhield; hy voelde zich onrustig onder den
zachten, rechten blik van Lucie's blauw* oogeA.
Door een plotseling invallende gedachte ge
troffen4, vroeg hy:
„Maar het geld, dat Ik eenige maanden ge
leden zoo dringend noodig had, om een speel
schuld te voldoen? Hee heb je dat das aaa
,M weet daarvan niéts. Ik durfde haar daar
over niet spreken, ze was juist minder wel en
de dokter had alle opwinding verboden. Het
geld zond ik xflf; ik ben meerderjarig en kan
over wat ik van mijn oudere errde, naar mijn
eigen wenschen beschikken."
Hy bedankte haar nA* voelend, dat bij geen
woorden sou kunnen vinden, om sUn gewaar
wordingen in te vertolken.