SriËUWS- EN AI
14831
Dit blad verschijnt dagelijks behal
BUITENLAND.
FEUILLETON.
I
IERGAMBACHT, BERKENWOUI
[ERK a. d. U., OUDERKERK a
PEETJE GIRRE
j
FEUILLETON.
’apa,
gisch
„wat
grot
jrkin
A
ook ’n
en
ver-
«I Boude»
4
res,
Pi
dui«
we nog schoon glaswerk, zulle...
Nou hedde maor ordinair...
lieten dan
ieenvoudi-
g als uit-
iginl daar
i eens
komen
Kon de
z’n
bou-
M'n
het
irijs
een
te
lag
GOH
DE
B e r 1 ij
ambassade
rijkskanseJ
regeering
nomische
diging is d
„.„-ten, al was hev
•otest tegen de dames, die vondel
,.t smakelijk uitzag, er geen
Dat gaf
zich bij de
De Koe
„Wat do
Jk kom
geld hebbe
dreigement
Het was
eerst kwets
„Alzoo n
snauwde zij
Het bleek
zag io<
oogen keke
„Wat hei
wen? M<
als gij schi
Peetje Girri
den baas n
Ze schree
„Ge word
loof ik," liet
Dat sma»
Men.
•mkt, mat
zyn.
ïemge
p. De
wer
ing, al-
iker by
Is het
voorloop
ergste g
tijdelijk t
vergezelt
dens der
tien dagt
eerste be
overmoq
destortin
sche uitj
l/oud: or
land een
moet Du
commissi
mings- e
budget e
een voll
contantei
leggen,
reert, zo
gea llieerc
genoemd
over bov
men. De
de comm
ma in oi
genheid
slissing a
dragen.
Men zi
waar hel
kelijker
gelukkig
sancties
heel weir
aan Duit:
densche
van krac
ziene vei
voldoen,
randum 1
Fransche
ferentie
reorganis
leven wei
deloosste
worden g
uitschake
is voor
conferent:
Duitschla1
van ’t Eu
wacht die
ring-Poim
kabinet d
van den
van Vers:
is, schijnt
te verwac
George a
schadeloo
Genua be
rentie van
répara tiep
niet ten e
r
i ze hier: Ho! ho!
lekkerhmta
al was het alleen
/Aden, mei
mond bei(
ABONNEMENTSPRIJS» per kwartaal ƒ2.25,
per kwartaal ƒ2.90, per week 22 cent, overal wa
Franco per post per kwartaal ƒ8.15. met Zondag
Abonnementen worden dagelijks aangenomen a
btf onze agenten en loopers, den boekhandel en
Onze bureaux x(jn dagelyks geopend van 9-
Redactie TeL 545.
’t is stuk..."
Is ’t
op die ma-
Nu al een
„Kozijn,
„Allo, a
zei Herzee
een van d
venste bro
langs den
Herzeele
deur eer I
Behandel
Hij raap
de voeten.
Doch hij
de sander
i moet niet altijd zeggen wat men
ial wel altijd denken, wat men zegt.
„Hoa de SchooierBruigom werd."
Motto: „Mensch durf te leven."
door
C. DE BLIJ,
schrijver van „Drie Maanden Schooier".
Inleiding.
Zy, die „Drie Maanden Schooier” lazen, zul
len zich „myner" en wellicht ook „harer' her
inneren en om hen die dat feuilleton met lazen,
een duidelyk inzicht te geven wie ik met „my
ner en harerbedoel, zy gezegd, dat ik daar
mede mijn meisje en my zelf aanduid. Zeer
terecht noemde ik „den Bosch' in „Drie Maan
den Schooier" ,ydie Stadt meiner Trkume" om
dat ik daar niet alleen het meisje maar ook de
schoonouders myner droomen vond.
Dit zal u na lezing van dit verhaal blyken.
Deze korte inleiding is dus voldoende te
meer daar lange „dito’s" meestal door den
feuilleton lezer worden overgeslagen.
OVERZICHT
De kwestie der Duitsche schadeloosstelling
►epaak voor een goed deel heden ten dage de
Buropeeache politiek. Duitschland heeft al
Irobeerde het de hem opgelegde verplichtingen
b vervullen herhaaldelijk betoogd, dat het de
proote bedragen, die het moest storten overeen-
lomstig het Londensche ultimatum van Mei
921, niet kon opbrengen. Het kwam dan ook
oover, dat op 14 Dec. de rijksregeering zich tot
Is commissie van herstel wendde met het ver-
oek om uitstel van betaling: zij achtte zich niet
a staat de termijnen van 15 Jan. e* 15 Febr.
nderscheidenlijk 500 en 275 millioen mark in
»ud te betalen; aan de commissie van her
tel werd tevens te kennen gegeven, dat, nadat
en poging, die bij Engelsche financieele kringen
ras gedaan om een leening op te nemen, was
uslukt, zij slechts voorbedoelde termijnen 150
h-200 millioen zou kunnen opbrengen, behalve
“e waarde der betalingen in nature en het credit
it de Recovery Act. Van belang was, {lat de
ommissie van herstel tevens ervan verwittigd
erd, dat waarschijnlijk bij de volgende termijnen
©zelfde moeilijkheden zich zouden voordoen.
»e commissie van herstel antwoordde dadelijk:
6 Dec. reeds formuleerde zij drie vragen: ver-
ixrht werd mee te deelen voor welk bedrag, voor
eiken termijn en ander welke voorwaarden
Duitschland uitstel vroeg. Den dag, nadat de
‘ota, waarin bedoelde vragen waren vervat, te
erlijn was overhandigd!, kwam Brinnd te Lon
en aan om met Lloyd George over de confe-
Ventie van Cannes te praten, zoodat zich het
1 vlgenaardige geval voordeed, dat, terwijl de twee
premiers het vraagstuk bespraken hoe te komen
•ot een reorganisatie van Europa's economisch
8*ven (waarbij natuurlijk het vraagstuk der scha-
Lyloosstelling irtede was inbegrepen), Duitsch-
r land van bescheid moest dienen op de drie vra-
HF** van commissie van herstel. Nadat de
L Duitsche regeering eerst mondeling door de
•ommissie voor de oorlogoslasten („Kriegslas-
KÈenkornmission) over de kwestie der schadeloos
stelling had laten onderhandelen, kwam de Duit-
Lvche delegatie voor Cannes met de commissie
San herstel officieel in voeling. Duitschland had
1 natuurlijk hoop, dat ter conferentie van Cannes
■.■de heele schadeloosstellingskwestie aan een har-
tiening zou worden onderworpen en geheel
ifdeuw zou worden geregeld: te Berlijn wist men
keel goed, dat de Engelsche opvattingen veel
milder waren dan de Fransche en van de Brit-
politici, die zich geplaatst zagen voor eco
nomische moeilijkheden in 't eigen land o. a.
een uitgebreide werkloosheid verwachtten de
Duitschers, dat zij ter conferentie van Cannes
Eet réparatie-probleem in voor Duitschland gun-
f «tigen zin zouden beïnvloeden. Maar toen kwam
plotseling de kink in den kabel door Briand's
s val en de conferentie van Cannes nam een ein-
,.de; de Opperste Raad kon over de Duitsche
schadeloosstelling zoodoende geen beslissing
meer nemen en inmiddels naderde de 15 Jan.
^Uitstel was nog niet verleend en Duitschland
•tond bloot aan *t gevapr van strafmaatregelen
'Wegens het niet voldoen aan zijn verplichtin- 1
gen. Maar gelukkig nam de commissie van her- i
Bltel, die te Cannes vergaderde, nog net op 1
«etste nippertje - zij zou zóó weer naar Pai
Vertrekken het besluit om Duitschland
Heerlik lui lagen we aan ’t strand te Blan-
kenberghe, Ma, Pa, Usje en ik. Wie Usje is?
Wel dat is toch nog ai begrypelijk. t Is t lie-
velingsnaampje voor myn verloofde, afgeleid
van Busje, zooals ze altyd genoemd werd. Pa
vond het een genot, dat zalige droomen. Zyn
blik gleed over den onmetelyken waterspiegel...
hy zag niets dan lucht en water..., zoodat Usje
en ik elkander ongemerkt ,nu ja... waarom zou
ik er niet voor uilkomen... een zoentje gaven.
Fi done, zoo maar aan ’t strand. Ja, dat kon
toen, want 't was begin Junimet, dat ver
liefde luidjes dan meer vryheid geni"*"”
in andere maanden, maar om de doodt
ge reden, dat Blankenbeghe toen nog
gestorven was, want het seizoen begi
eerst half JuliEn Mama dan? Wel, als u
de inleiding gelezen hebt, moet u ook uit het
verdere verhaal blyken: Mama „deed dus
ook als of” ze slechts lucht en zee zag.
„Hè, hè", zuchtte Pa, „wat heerlijk hè?”
„O! zalig”, beaamden Usje en ik. Mammie
zuchtte ook, doch zei verder niets. Pa wendde
zich, dit opmerkend, half om en vroeg quasi
belangstellend: „Waarom zucht je vrouw?”
„Och, beste jy zucht toch ook.
„Ja, dat deed ik, omdat ik 't hier zoo heer
lijk vind.”
„Ik vind het hier stom vervelend” en Mamma
zuchtte weer.
„Gunst vrouw, laten we dan morgen
naar Brugge gaan, over een dikke week 1
de menschen pas naar zee.”
Dat plan vond instemming. Nu, 'k geef grif
toe, Pa is eenig in ’t plannen maken. Hy toch
kwam op den inval om onze vacantie in België
door te brengen, om daar apartementen te ne
men, inplaats van in een hotel te gaan.
0, die apartementen. Ze gaven, als natuur
lijk gevolg van Pa’s eenige plannen, mij de
unieke gelegenheid om proeven te geven van
myn kookkunst. Hy had ook voorgesteld, zelf
voor ontbyt en lunch te zorgen, terwijl we in
hotels zouden dineeren. Papa dan vond 't voor
ons allen zoo versterkend 's morgens „pap"
te eten: „In die pistolets (kleine broodjes),
meende hij, zit absoluut geen voedsel."
Mama noch Usje voelden d’r iets voor en
waar ik zyn plan toejuichte (ik houd nu een
maal dol veel van pap), zouden wy het samen
klaar maken.
„Kom jongen, ga nu even de rommel er voor
halen, dan zal ik vast ,eh"Wat hy „nu
vast zou”, wist ik niet, 'k verdiepte er me niet
in en dus ging ik er op uit. ’k Stapte vol moed
een kruidenierswinkel binnen, doch dra volgde
de ontgoocheling„Havermout"'. 't Drong
niet tot den kruidenier door. In Blankenberghe
kende men dat niet, 'k Trachtte me duidelijker
uit te drukken door te vragen om „H. O.”
Doch deze, voor iederen Hollander begrijpelijke
letters, die hem onmiddellyk een dikkert en een
„imagere,, voor oogen tooveren, brachten myn
kruidenier nog meer in verwarring, en ontlok
ten hem den uitroep: ,.Ho! Ho! Da kan ’k ver-
stoan zulle”.' Groote hilariteit bij.de vrouwen,
die ongeduldig stonden te wachten totdat ik
„geholpen" zou worden. Sarrend keken ze me
aan. Uit eiken blik las ik: „Ho, ho! Man waai
bemoei jy je mee, waar heb jij nou verstand
van iri een kruidenierswinkel.” Nu laat ik me
niet gemakkelijk intimideeren, zelfs niet door
een 25 paar vrouwenoogen, wanneer ze spot
tend op me gericht zyn. Ik bepaalde me er dus
toe, den kruidenier, autoritair, toe te voegen:
't Is om pap van te koken.” ,.0, om pap te moa-
ken. Hè de dan een kaindje zuUe? Neeje me-
nier, da noem ze hier geen ho, ho, maar farien
iaktée zulle” en hy reikte me e<fo.btts toe, waar
op een zuigeling stond afgebeeld, waardoor ik
de overtuiging kreeg, dat ’t blikje kindermeel
bevatte. Ik vond dit absoluut geen bezwaar en
overwegend, dat kinderen zoo dol zyn op die
door
VIRGINIE LOVELING.
Ben paar degen daarna Iwam Peetje terug, binnenkwal!
Het was de eerste maal sinds lang, dat er vier-
mtwintig uren verliepen zonder dat hij op het
Irf verscheen. r
Hij stond daar weder als eertijds gelijk een
Jedelaar, met het onduidelijk besef van indrin-
png, van schuwheid en ootmoed.
°rSt nt>8r n’et zo° *n eens I’^r'engaan en
Faalde, muschonrustig rondkijkend.
[Herzeele kwam uit de bakkerij, wit-overpoef-
ra, het linnen hemd van voren op de behaarde
•oph open. Hij droeg een stapel brooden in el-
pn arm.
Peetje vroeg, heel schuchter, om geld. Hij be- Zij
op Hjn blaftoon te vertellen, dat hij een
Foek en schoenen noodig had...
Maar Heraede liet hem niet uitsproken:
VerdommeP zei hij, „weeral om geld, ge
teld ”''nK1‘ >'“l eten, gij. Allo, ga riet
te-k geenen tijd heb, vandnog. Ga roort.
DOM ïen"V en weet niet, waar mijn
o staat van al het aluneur I”
d“' ï™14 dnk«'
piste items.
.<fc «Ml. a«Ml. Jmt
mw toeeprak.
tractatie begreep ik, dat ze ons dus zeer zeker
smaken zou.
De vrouwen had ik, in een tooverslag, op m'n
hand. Ze keken ox ze zeggen wilden: „Wat een
beste man, die zorgt nog eens goed voor z’n
kindje.”
M n ijdelheid was gestreeld, doch't zou
gevolgen hebben.
Toen ik in onze apartementen terug keerde,
riep Pa me al uit de verte toe:
„Och jongen, wil jy ’t maar even klaar ma
ken, ik heb hier juist een brief onder handen,
die haast heeft,” dat was dus de oplossing van
het raadsel: „dan za! ik maar vast waarop
ik geen antwoord vinden kon.
Ik dus vlug de gebruiksaanwijzing bestu
deerd en aan t roeien en koken, t Angstzweet
breekt me nog uit, als ik er aan denk.
Nu eens proeven. Absoluut smakeloos
Wacht, dacht ik, k zal er een ei door kloppen.
Laar begon de ellende, de pap ging schiften...
t Was geen gezicht Onmogelyk om er een
egale kleur aan te geven... Ik zag reeds het
tergend sarcastische lachje van Usje, het schou
derophalen van Pa en de goedig, verwijtende
blik van Mama, die my voor de onderneming
gewaarschuwd had... Daar viel m'n oog op een
blik chocolade. Ha! dat zou mijn redding
Met 't air van een volleerd kok, roerde ik ee
tepels van de bruine poeder door de pap.
kleur begon nu werkelijk aangenaam te n
den. Gelukkig. Weer eens geproefd, ’t Ging
leen wat bitter. Helaas had ik geen suik„.
de handdus nam ikjam.
woordje „dus” U dniilAliilr’ Mil nn 'I
niet bijzonder, doch ik
dus nam ik jam.
't Heele geval deed ik in een soepterrine en
bracht het, ais ontbyt, op.
Pa bekeek het mengelmoesje alsof hij het
eten in de kazerne keurde, want in zyn .^iiet
vrijen tyd”, deed hij dat ge^oonlijk, als kapi
tein van de week.
„Wat is dat, Cor?"
„Ja, Paps, dat noemen
t Smaakt anders wel 1
bleau.
Wy hebben het gegetc
maar als prot
dat 't er niet
aanzetten.
Den volgenden dag ging Papa naar den krui
denier om een pakje Ho, hoHy werd er
natuurlijk ook uitgelachen door de aanwezige
vrouwen, wat hem zóó woedend maakte, dat hij
„zonder” thuis kwam.
„Jammer".
Daar er toch maar weinig menschen aan 't
strand waren, van wie ik u wat vertellen kan,
wil ik u iets mededeelen, aangaande de gevol
gen myner ijdelheid.
’s Middags wandelde ik, met Usje door de
liue de l’Eglise, waar we woonden. Spreekt me
daar een juffrouw aan, vry opzichtig gekleed,
’k Had *t mensch zoover ik wist nooit gezien...
„En menier, het de kleine gesmuld?
„Pardon Madame”, antwoordde ik beteuterd,
want ik begreep niet dadelijk, wat ze bedoelde
enUsje keek zeer verwonderd, dat een
vreemde dame ons aansprak!
„Nou Papaatje, doe nou niet zoo
kleine 't verdfagen of lag 't te zwaar op
maagje?en met 'n geweldige flux de t
che vervolgde ze: Ja, dat heb je zoo
zuster hèt ook 'n jongetjeen die kon ’t
niet verdragenmaar die moet
Usje kneep me in m’n arm, zoodat ik haar in
de rede viel met„Pardon Madame, u is ge
heel abuis, u heeft den verkeerde voor
„O, bent u van die krachtnou menier
met Madame wandelt, wil menier nie weten, dat
ie ’s morgens boodschapmeisje isBah me
nierVanmorgen dacht ik :toch aardig zoo’n
badgast, die 't niet te breed heeft, doet zelf z’n
boodschappiesMaar nou zeg ik... die kale
lui kenne we in Blankenberghe missen.” Dit
was ’t geval van de paphistorie, den lumineusen
inval van Pa.
Usje vond ’t vreeselyk koddig.
gezichtpunt.
Den eersten dag, dat we de apartementen be
trokken, zou Pa Usje helpen, een paar glazen
naar de keuken te brengen.
Onze kamer was aan de straatJe ging
naar de keuken, als b(j een achtbaan, berg op,
berg af, trapje hier... trapje daar... Papa ma-
nouvreerde heel handig, maar zag ’t laatste
trapje niet, en vond 't beter een glas te laten
vallen, dan zelf tegen den vloer te tuimelen...
en... rinkeldekink.'Aan alle kanten werden
deuren geopend... Laconiek riep ikHeeft U
wat gebroken, Pa?”
„Hoor je dat dan niet?Die dekselsche
trappen hier
Beneden ontbrak ’t ook niet aan belangstel
ling... Onze hospus, makelaar in wynen, likeu
ren, winkelier in damesconfectie plus piano’s,
was met z’n wederhelft, plus drie dochters
een meid als uit den grond verrezen.
„Mon Dieu” snikte Madame, mes beaux
-, mes beaux•rres... quel malheur”.
Papa uit z'n“umeur door ’t geval, en be-
lusd door de Fransche tirade van Madame
(anders sprak ze plat Vlaamsch), troostte haar
met: „Ja Madame, ’t glas is stulF1.
„Ach”, galmde de hospus na...„’t
„Ach", riepen de drie dochters,
stuk???”
„Crimineel", barstte de meid uit: „Heelemaal
stuk”.
Madame riep voortdurend’ maar... „Mes
beaux verres, mes beaux verres...”
Papa, die heelemaal de dingen niet al te
tragisch opvat, zeker een der redenen, dat hy
rnij als schoonzoon accepteerde... lachte door ’t
geblèr heen
.Menschen schei toch uit... 't Komt best in
orde.Er zyn d’r nog vyf, dus kunnen we ons
best redden deze maand...”
Dót was den hospus te bar
„U is wel vriendelyk mijnheerrrrr,
nier ruïneert u ons 't heele huis
glas kapot’t is schande".
..Genoeg", bulderde Papa plotseling,
kost dat beau verre?"
„Zeker vyf francs, vroeger
„Lig niet f
francs
„0, als u er zoo over denkt... Meijeer is wel
rojaal... Dat zag ik direct al... Altyd gaan de
Hollanders recht door zee!!!”
,,Ach mieneer”, zei Madame, „as ge datte
wisde huurders ze meoke me soffes alles
kapot, alles... en betaole... nooit nie datte... Vo-
duidelijk? Mij op t oogenblik rig jaar hadde we nog schoon glaswerk, zulle...
jeh ik had toen niets anders... Alles kapot... Nou hedde maor ordinair...
enne...
„Zoo”, viel Pa leuk in, dat zullen dan ’t
vórig jaar bijzondere „beaux verres” geweest
zijn, als deze doodgewone, als 5 francs per stuk
kosten
't Plan om naar BruggJ fa gaan werd den
volgenden dag doorgezet.
By ’t station wachttend werd ons oog be
koord door een wonder van elegantie op 't ge
bied van confectie... Elk stuk op zich zelf was
rijk van stof, innig van kleur. Alles zoo te za-
men genomen wel wat bont... Een „beeldig
„eige mantelpak, een laatste „cri-cri” de Paris,
goudleeren schoentjes met beschilderde hakjes,
natuurlijk zóó hoog, dat de eigenaars, wier
voeten veel te groot waren voor deze „idyllen”
van schoentjes, telkens zwikte en van pyn nu
eens op den linker dan weer op den rechter
voet stond. Een vuurrood vilten hoed, van ge
weldige afmeting, waarom graceljjk een roode
veer was gedrapeeid, stond diep onder de
daaronder lachende en fonkelende oogen... Een
groote groene parasol, mét enorm dikken stok
volmaakte 't toilet van deze „Madame op reis",
kunt ’t u wel eenigszins voorstellen!!
En flonkeren èn schitteren, dat die tante
deedgewéldigOveral goud! wat het
oog zag. zoodat Mama zeide: „Als er nog één
plaatsje over was, had ze er nog meer sieraden
bij geplant
Waar die dame nog al een rol in m’n ver
haal zal spelen, noem ik haar maar direct, voor
t gemak „tante Lise”. Het is nu eenmaal een
aanwendsel van me om dergelijke curiositeiten
met Oom of tante te betitelen.
Daar stevende „tante” op ons groepje af
k Had namelijk juist een opmerking gemaakt
over ’t te laat komen van den trein.
„Pardon, dames en heeren, is u Hollan
ders...?"
„Ja Mevrouw,” zei Pa.
„Och wat leuk, wat vreeselyk typisch
wat 'n chance... ’k zie ze altijd zoo graag.”
,,’t Is ook een leuk gezicht”, meende Pa,
„soms!”
't Sarcasme niet snappend, vervolgde ze: „Ja
vindt u niet! Wat een toeval dat 'k u juist hier
moest treffen. Wat is dè wereld toch klein, hè?
Zoo in ’t buitenland en dan landgenooten
„Och", merkte Pa op, „er zijn anders buiten
gewoon veel Hollanders op reis, dit jaar!”
Ja", was tante ’t geheel eens, „verschrik
kelijk, hè?” Ach ’t komt door de koers, ’t kost
niets, ’n krats... Ik woon bijvoorbeeld in Osten
de voor honderd en vijftig francs per dag
prachtige apartementen...”
Pa dacht even aan onze meer bescheiden ka-
mers in de Rue de l’Eglise, en waagde 't op
merken: „Nu honderd en vyftig francs per dl
is anders een heel sommetje
„0 ja, daar heeft u gelyk in. ’t Is natuurlijk
veel geld, maar voor my’...” en met £en geste
die elegant moest heeten, wierp ze haar reus
achtige witte vos, (herejé) die vergat ik by ’t
opsommen der pompeuse onderdeelen van haar
schitterend toilet) een tikje naar echteren...”
Onze blikken opvangend, ging ze voort: ,,'n
Mooie zeldzame Vos, vindt u niet? Ja, maar
duur... 1200 francs in Brussel. Magnifique hè?”
„Gunst mevrouw”, zei Usje met een ondeu
gend lachje, "toch nog ’n koopje voor zoo’n
vos, daar zou u in Holland
(Wordt vervolgd). J