F
<o. 14951
nïeu^
dHi ll -»1,8sn
H
BU1TE
,DE TIJDGEEST^
FEUILL
DE GEI
Abonneert U op dit Blad
11
BERGAMBA'
KERK a. d.
u
Zit-Slaapkamer,
bij eenvoudige burger men-
schen.
iS 55J
83 s
l56g Üafi
M.U
w ttM MMMM taa omMaaM*
t Maart, A Mak*.
HOOFDSTUK XII.
Dit blad i
ADVERTENTIëN:
j
u vei
hti
zei-
57
75
«0-1
5402
6094 6123 6143 6207 6307 6343
74
7‘J
39
doe
ROBERT I
391
25
l
en
iepe
Z(
zijn, heb je
een
on-
467 695 735 840
1394 1430 1437
1948 2027 2166
2617 2636 2645
J044 3101 3150
4561 4626
5734 5759
«495 6520
8769
75
18066
18178
87
>81
abonnem
per kwartaal
Franco per pc
A bonnemeni
bij onze agenl
Onze burea
Redactie TeL
Bug
stem,
74
87
90
3500
83
92
13406
op
die
„De
iri
1811
40
89
1932
2089
2123
bc
6'3
2214
31
76
23J
241W
74
13821
24
88
m.z.
u toch no|
zen, en
„Dank
13922
j9
73
84
8Ï
92
14004
29
48
141
12003 1
tó
81
83
12109
64
12252
70
97
12335
1527
53
59
8759
77 10811
95 II
WO
85
,.K
02
KJ
19108
89
19209
44
68
75
79
83
19334
09 42
78 19431
25
16925 1'9581
9519601
2639 4624 72
52 33
67 52 Ti
78 75
83 4709
--
25
38
43
4800
10
28
97
4913
17
63
64
5005
38
4206
g
95
tJll
j‘3 53
14 61
67
76
15
93
3013
52
3140
3209 6011
3313 -
3417
57
92
3508
31 -.8437 36
3343
sprak niet meer, terwijl zij lang-
eile helling naar het hotel opklom-
begeerde punt in het
ben, ten spijt van de
het willen vermijden.
geneigd, de zaak te bespre-
dus verder gaan zonder te-
en was
was
igewoon helder be-
het hoofdpunt aan-
me verteld.
Heer zoekt kost en inwoning;
Brieven onder no. 2248, Bu
reau van dit blad. 9
4304
21
34
53
58
14454
82 i
95
14500 1
48
14688
39
14/08
42
w 12417 73
- 31 14810
G3 1217020 lö
10236 97 21 41 53
45 12519 68 84 59
59 33 69 91 tö
10308 38 81 171U7 6j
24 12677 14929 33 W
53 f --
85 127(
10453
63 1
8405 80 I
15 10501
43 11
63
71
7011514
9217 53
32 81
45 82
5211622
dere heilige zal mü de gem
nog eens een dienst
dat zal goed zijn.”
je, Ruggiero”, zeide Beatrit
het meisje en de andere zeeman bover.
10678
83
i10749
92
"'318
19
34
11051
11196 64 1
1129313757 51 92 91
11354 13898 92 9820492
75 13916 15528 17831 20561
92 41 38 38 66
11462 78 15789 89207W
97
>m. Bastianello had iets gedacht. Hü
i verbeeld dat ik Teresina liefhad...
ice, toen
sn kwam.
ig de namiddag helder en
toen de lucht wat koeler
en haar moeder samen uit
Massa en ver den heuvel
>eg een paar accoorden aan en be-
toen, terwijl zij van onder haar half ge-
o.oten oogen den graaf aanzag, het weemoedi
ge liedje van Chiquita te zingen:
„On dit que l’on te marie
Tu sais que j’en vais mourir
(Slot volgt).
15951 18454
16019 18503
23 61
44 65
53 18655
64 18718
89 43
97 67
tl- 16142 90
.'2 10218 l8ï-“
44 3b
70 03
14265 76
-> ió3tfr
I 54
t 73 i‘.
16448
16516
I 21
39
85
16657
69
10/02
o2 1!
igen.
en.”
Signora. Het is waar, dat dit
met was en daarom zou ik myn
willen afbijten. Maar de een of un
made wel schenken,
□t te kunnen bewij-
95
12233
99
12384 14252
12466 77
12545 14316 1
12621 37 1
Later aflosbaar.
81
88
6338
90 6400 8807
4 30
83 46
89 11296
99 11317
318
Beatrice r
zuam de stei
men.
Bastianello en Teresina wisselden nu en dan
een gefluisterd woord en Ruggiero kwam ach
teraan, terwjjl hy den donkeren omtrek gade
sloeg van Beatrice’s bekoorlijke gestalte te
gen het heldere licht dat boven aan den nau-
wen ingang scheen. Vele verwarde gedachten
beklemden hem, maar zy waren als aanrol
lende en weer terugtrekkende golven, die op
de groote rotsen van zijn onveranderlijk plan
braken. Hij volgde Beatrice tot zij de deur
van liet huis bereikten. Toen keerde zy zich
om en glimlachte tegen hem en keerde zich
weer om en ging naar binnen. Bastianello
droeg natuurlijk de tasch voor Teresina naar
boven, en Ruggiero bleef beneden.
Hy was een zeer trouwe en eenvoudige na
tuur en sedert hy Beatrice beminde, was hy
nog eenvoudiger geworden. Hy dacht slechts
aan haar, hij had maar één oogmerk en dat
was: haar van dienst te kunnen zyn, en alles
wa thU deed moest er toe strekken, dat ééne
resultaat te bereiken. Nu ook had hij met
eigen oogen gezien, en ook op andere manie
ren begrepen, dat zij tegen haar wil zou moe
ten trouwen met den man, dien zij haatte en
verachtte en die haar nu reeds bedrogen had.
Hy probeerde niet te begrijpen hoe het zoo (lat
gekomen was, maar zyn instinkt had hem ge- „evj
zegd, dat zy ertoe verleid was, de woorden te (|at
zeggen, die zy tot San Miniato gesproken had
te Tragara, en dat zy die nooit gemeend had.
Dat tenminste was voor hem begrijpelijker,
dan het voor een man vna Beatrice’s eigen
geweest zyn. Zy was haar hoofd
oogenblik kwyt geweest, zou Ruggiero
jd hebben, maar naderhand had zij de
begrepen. Hy had vele dergelyke
gehoord van zyn metgezellen.
waren veranderlijk, dat spreekt.
openen; zij dacht, dat niemand het zag- Maar
Ruggiero zag en begreep het
„Zij zegt bij zichzelf: „Ik moet dat onbe
schaamde beest trouwen”, dacht Ruggiero, goi
„Maar ik geloof niet, dat zy hem huwen zal.” of
By den voet van de helling keerde Beatrice
zich om en keek achter zich. Teresina en Bas-
tianello kwamen vlug het houten bruggetje
over, maar Ruggiero was dicht bij haar.
„Je hebt mij heden geen goeden dienst be
wezen, Ruggiero”, zeide zy, maar toch vrien
delijk, daar zy bevreesd was hem pijn te doen.
„Maar het is myn schuld, want ik had er niet i
zoo op moeten aandringen. Laat de gedachte
daaraan je niet hinderen.”
,,Ik dank u,
goede diei
29
35
151
56
225 2700
29 29
42 33
64 61
305 82
39 2832
65 37
403 94
7 2947
34 58
37 64
512 66
16 69
I 29 71
71 89
75,3002
08b o 5140
701 10 53
49 26 90
70 47 5245
X- 74 b6
39 3108 59
43 16
85 3212
962 28
74 67
79 90
81 3316
41 50
51 75
83
3400
91
6548
6801 64 58 90 44 18064 45
3 90 95 13603 69 18125
het antwoc
vroeger stan
uet verkiest in
irdoor aan de
Ifi nationale leening zou
84 neon
31 17949
man?” vroeg zij kortaf.
o keerde zijn hoofd of, keek haar
i, maar staarde naar de zee.
heette de man?” vroeg zy weer met
stembuiging, die de toorn aan haar
38 7509
56 37
60 2617
166 95
332 -
53
UI
.70
>66
.26
59
>157
1251 92 89
1358 3508 90
99 28 6541
1420 64 6831
1575 3880
1654
85
1792
1960 34
95 55
4111 7804
34 34
52 43
7924 10071
2910191
36 74-
42 77
66 8007
4703 8121
93 27 <84
2539 b8 7196
4a 72 99
261u 74 7257
Vorige lijst stond 334390
17652 m.z. 17652*
2016
2119
60
75 94 71
2244 4402
78
2406
12
27
Dondkrdag 8 Juni
Ml wti MW.000 19535
1500 13165
1000 4713 6774 8689
400 669 2555 7764 14f>flDl
16183 2C072
f 200 1558 4507 14259
100 5128 54Q0 SÓ55 9324 MHI
15335 IM 12098
20766
Pryzen van 90.eigen geld.
Maar zy was
ken en liet hem o
genstand. Zy had dit alles overdacht
besloten wat zy doen zou. San Miniato
verrast door haar buiten]
grip, toen zy eindelijk op 1
landden.
„Gij weet wel, San Miniato mio”, zeide zij,
„dat mijn arme echtgenoot een zeer rijk man
was, en gij zijt natuurlijk op de hoogte... gy,
die alles weet... met,de wet van dit land om-
tient de erfenis-regeling. Daar onze lieve Bea
trice een eenig kind is, zou de zaak zeer' een
voudig zyn, zelfs als hy geen testament had.
Ik zou myn weduwe-deel gekregen hebben en
zü natuurlijk het overige, zooals dat ook ein
delijk gebeuren zal.”
„Natuurlijk, beste Marchesa. Dat heb ik be
grepen. Maar het is zeer vriéndelijk van u,
om mij de bijzonderheden te vertellen. In het
belang van Beatrice... en haar belangen zul
len natuurlijk myn eerste zorg in het leven
z(jn...”
„Natuurlijk, carissimo”, zeide de Marchesa,
terwijl zij hem in de rede viel. „Daaraan twij
fel ik niet Zou ik je uit zoovelen gekozen heb
ben, om mijn schoonzoon te worden, indien ik
niet van het begin af den adel en de oprecht
heid van je nobel karakter begrepen had?”
„Wat bent u goed voor my!” riep San Mi-
in en ons
ro. „Ik zal
dan zullen
jeten hebben en ik zal er
om op den uitkijk te
„Het zal zoowat tusschen twaalf en één op
geweest zyn.”
herinnerde zich, dat San Miniato
op dien dag en op dat uur een flauwe veront
schuldiging gemaakt had, dat hy niet kon blij
ven ontbijten.
„En hoe heette hy vroeg zij nu voor den
derden keer.
„Excelentie... Signorina... vraag my niet!’
Ruggiero kon niet goed liegen.
„Het was de Conte di San Miniato,
giero!” zeide Beatrice met een zacht
die beefde van drift. Haar gelaat was nu bijna
even bleek als dat van den zeeman.
Ruggiero zeide echter niets, maar wendde
lijn hoofd af.
„Per Dio!” riep hy na een korte pauze uit.
Maar men kon zich niet in den klank vergis
sen.
Beatrice wendde zich af en begon met ge
bogen hoofd de helling te beklimmen. Zy kon
•niet nalaten, weer dat gebaar te maken: haar
handen woest dicht te knijpen en ze weer te
dolden kwam binnen e
f' «r ‘ets was, dat her
was gefronsd toe
bevelen gaf. De i
1 zelfs hun groote ro
m wslag nam, voor der
jwe was, een schakel i
1 en, die al begonnen w
hadden en die al
of minder buiten h<
/e ffingon zitten voor li
*leine hut.
•i.k wil je ontbijt klaar.
gezicht verhelderd!
J“ck zal je help
4iij heeft
hebt”
Wj lachte even.
hem op de pr
f* wa«h Hij is hier bij
en fa geen enkelen k
8*gaan. Hij wordt n
anh* ontbijt gingen i
hu,,«n onder de b<
r“w in «Ikaar
31 98 -
50 5610 8304
- 21
35
52 68
53 99
I 20 69
41 5711
28
45
5824
28 86
48 89
39 5946 8528 1071
3838 66
84 67
.JU 7g 62
4024 6126 98
- 6226 8601 -
79 6 11006
81 98 15
- 38
62
84 37
11100 42
51 62
84 70
87 15803
13558
zullen onzen eigen ketel meene-
inelk van het hotel krygen”, ver
volgde de jongere broer, die een bijzonder
aangenamen avond verwachtte in het gezel
schap van Teresina.
„Ik heb Sint Peter gezegd, dat hy de toort
sen moet brengen, omdat hy weet hoe hy ze
goed moet krygen”, voegde Bastianello erbij,
die niet verwachtte dat Ruggiero iets zou
«eggen. Hoe laat gaan wy?”
„Ongeveer half twee vannacht”, zeide Rug
giero, en bedoelde daarmee twee uur na zons
ondergang. „Dan zullen de padroni wel ge- geen goe<
geten hebben en dan ’amllen de rotsen bedekt tong wel
zyn met krabben en de maan zal nog niet op-
gekomen zjjn. Het zal onder Skoetari donker
zijn tot na middernacht en de krabben zullen
dan nog „onder de toortsen" zitten en wij
«uilen ze met de hand kunnen vangen zooals
gewoonlijk.”
„Natuurlijk”, antwoordde Bastianello, die
bekend was met dat vermaak, „dat weet ik
weL”
„En ik zal je nog iets zeggen", vervolgde
Ruggiero, die zich warm begon te maken over
het onderwerp. „Gij zult roeien en ik zal stu
ren. Op die manier ben je dicht bij Teresina,
dan zal zy er meer plezier in hebben, -want
jÜ en zij kunnen de krabben vangen, terwjjl
ik bijlicht”
„En de Signorina en de graaf kunnen
het achterschip ziftten”, zeide Bastianello,
«eer tevreden scheen met deze schikking. „D
beste krabben vindt men tusschen Skoetai
en de bocht”
„Dat weet ik”, stemde Ruggiero toe en ver
viel weer in zijn stilzwijgen.
Nu werd de deur van het badhuisje ge
opend en Beatrice kwam naar buiten met
friesche wangen en oogen, die schitterden als
do zee. Natuurlijk snelde Bastianello dadelijk
toe, om Teresina de natte dingen te helpen
uitwringen en haar pakje te maken en Bea
trice ging naar Ruggiero toe, die zyn pet af
nam en blootshoofds in de zon stond, terwijl
zy voorbijging en toen langzaam achter haar
wandelde op een eerbiedigen afstand. Om het
begin van de helling te bereiken, moesten zy
tusschen de vele booten door, die op het droge
zand gehaald lagen. Beatrice nam haar lich
ten rok in haar hand toen zij voorbij Rug-
giero’s versch geschilderd schuitje ging, want
zij had genoeg verstand van booten om te
zien, dht de boot nog nat van de verf kon
,«jjn.
„Zjj is heelemaal droog, excellentie”, zeide
hy. „De boot behoort aan mij.”
Beatrice keerde zich glimlachend om, keek
er naar en toen naar Ruggiero.
„Wat heb ik je onlangs gezegd, Ruggiero n< zou
vroeg zij, steeds glimlachend. „Je moest my
immers Signora noemen. Herinner je je dat
nog?”
„Ja, Signora. Ik vraag u vergiffenis.”
Beatrice zag dat Teresina het badhuisje
nog niet verlaten had met haar tasch en dat
Bastianello voor de deur drentelde, terwijl hij
voorgaf, of misschien ook werkelijk trachtte
haar te helpen.”
„Weet je wat Teresina my verteld heeft,
Ruggiero?” vroeg Beatrice; zy stond nu hee^
lemaal stil en wendde zich tot hem, terwijl
zjj in den smallen doorgang stond tusschen
Ruggiero's boot en die welke er naast lag.
„Van Bastianello, Signora?”
k „Ja, dat zij met hem wil trouwen. Zij heeft
het my verteld, terwijl ik mij aankleedde.
feetjehei!” maI»
„Ja, Signora en ik heb gelachen, toen hy
mij dat verhaal deed, gisteren, ginds op den
pier.”
„Ik heb je hooren lachen, Ruggiero”, ant
woordde Beatrice en zij herinnerde zich den
onaangenamen indruk, dien zij ontvangen had,
toen zy van het terras naar beneden gekeken
had. Zyn groote vroolijkheid had haar een
soort van schok gegeven, te midden van haar
eigen smart.
„Waarom heb je gelachen?” vroeg zy.
„Moet ik u dat vertellen, Signora?”
„Ja.”
„Hieroi
had zich
ik...!”
Ruggiero hield midden in den zin op
wendde zich af. Zyn stem beefde met di<
trillingen, die Beatrice echter aangenaam aan-
deden. Hij hield een oogenblik op en ging
toen voort:
„Ik, die geheel andere gedachten heb! En
toen zeide hij tot zichzelf: Ruggiero bemint
haar en is bevreesd te spreken, dus zal ik in
zyn plaats spreken. Maar het was eerlijk van
hem, Signorina, want hy zelf had haar zeer
lief. En dus heeft hy haar eerst voor my ge
vraagd. Maar zy wilde niet. En toen is van
het eene woord het andere gekomen- en heb
ben zy ontdekt dat zy elkander beminden. En
Ik ben zeer blijde, want Teresina is een goed
meisje, dat heeft zij onlangs getoond in den
tuin; de kleine jongen heeft gezien dat zy
het goud voor de voeten van den man wierp..
Hij hield op, plotseling begrijpend wat hy
gezegd had. Maar Beatrice, die spoedig ach
terdocht koesterde, zag den trek van pijnlijke
verlegenheid in zijn gelaat en raade bijna da
delijk de waarheid. Zij werd langzamerhand
bleek.
„Welke man?” vroeg zij kortaf.
Ruggiero keerde zijn hoofd of, keek haar
niet aan,
„Hoe 1
de strenge
stem verleenen kon.
Toch wilde Ruggiero niet spreken. Maar zyn
wit gelaat vertelde haar de waarheid.
„Welken dag was dat?” ondervroeg zij ver
der, alsof zij het er op gezet had antwoj-od
te krijgen.
„Het was op den dag dat u met mij over
myn naam gesproken hebt, Signorina.”
„Hoe laat?”
„nei zal
den middag
Beatrice 1
4756 8125 10384 i2W5 14584 16834 1(
78 78 10443 12717 14610 41 1(
4842 92 46 1299“
5368 8256 92 13011
2808 5453 8323 10568
- 5838 85-
5919
78
SOI 8
58
6300
6420 8870
9064
9173
9200
14
*5 9366
83 7044 9508
3928 7106
4030 64
7260
7479
17777 17806 17808 17858 17880 17895
18089 18113 18126 18140 18148 18168
18188 18802 18204 18216 18247 18259 18287
18312 18814 18318 18341 18389 18404 I8440
18478 18490 18502 18566 18567 18582 18597
18687 18641 18653 18733 18766 18927 1M3O
18981 18991 19024 19041 19053 19085 1909k
19140 19159 19216 19310 19342 19430 1940X
19470 19476 19523 19526 19539 19558 1959.
19599 19619 19655 19677 19692 19756 19768
19770 19785 19803 19811 19820 19843 19848
19871 19896 19919 19953 19975 19998 20006
20031 20192 20218 20276 20308 20357 20358
20372 20877 20415 20469 20489 20523 20522
20549 20568 20625 20631 20635 20677 20685
20696 20697 20724 20727 20769 20810 20840
20844 20820 20838 20843 20874 21015 21079
21100 21140 21204 21215 21239 21240 21242
21280 21294 21327 21334 21356 21363 21887
21392 21441 21453 21482 21595 21640 21641
21643 21694 21705 21744 21776 21777 21802
21845 21855 21934 21936 21960 21970 22008
22044 22118 22132 22172 22178 22198 22209
22242 22283 22286 22292 22330 22372 22418
22475 22501 22510 22512 22524 22533 22538
22556 22650 22651 22691 22778 22897 22942
22947 22965 22985
een c
gezeg<
waarheid begi
verhalen
De vrouwen waren veranderlijk, dat spreekt.
Iedereen wist dat. En waarom Omdhï de
mannen slecht waren en haar verleidden, en
bovendien, omdat ze zoo geschapen waren.
1 Hij beminde Beatrice niet om de «en of an
dere zedelijke hoedanigheid, die zij misschien
I of misschien ook niet bezat, daarvoor was hy
[veel te menschelyk en natuurlijk en te wei- was,
nig beschaafd om redenen te zoeken voor den iets
hartstocht die hem verteerde. De eenige ma
nier om Beatrice te redden was Miniato te
doen sterven ,en dat was eigenlijk een zeer
eenvoudige zaak. San Miniato- zou een erbar-
iets zijn tusschen die groote handen
van Ruggiero, ofschoon hy een goed gebouw
de en nog jonge man was en beslist sterker
dan de doorsnee van die fijne heeren. Natuur
lijk was het een groote zonde, San Miniato te
vermoorden. Moord is altijd een zonde en de
menschen die een moord begaan hadden en
stierven zonder absolutie, gingen alty'd recht
streeks naar het eeuwige vuur. Maai' dit I
eeuwige vuur maakte geen diepen indruk op
Ruggiero. In de eerste plaats zou Beatrice
vry zÜn> en zeer gelukkig op aarde en zy zou
later volgens den natuurlijken loop der din
gen naar den hemel gaan, daar zy hoege
naamd geen deel kon hebben aan de vernieti
ging van San Miniato. Ten tweede zou San
Miniato met Ruggiero in de vlammen zyn
er tot in alle eeuwigheid zou Ruggiero de on
sterfelijke voldoening smaken, hem daar ge- “t
bracht te hebben zonder iemands hulp. Dat L
zou de vergelding zyn voor al het branden
volgens het éénvoudige en onwrikbare ge
zichtspunt, vanwaar hy den toekomstiigen
toestand bezag.
Dus zat hy op zijn rotsblok en luisterde
1 aar de zee en overdacht alles kalm en voel
de zich zeer gelukkig en trotsch, sedert hij
het middel zou zyn, om de vrouw te redden,
die hij beminde.
Terwijl Ruggiero besliste over zaken be
treffende leven en dood op zyn eigen wijze,
met het stelligste voornemen zyn plannen ten
uitvoer te brengen, liepen de zaken niet vlot
op het terras di&r Marchesa.
Zooals gewoonlyk na het ontbijt, dronken
zy koffie en rookten zy op het terras, wat
Beartice begon te vervelen, om de onaange
name bijkomstigheden.
Niet lang echter daarna verdween zij en
het haar moeder met San Miniato te zamen.
De laatste praatte eerst zorgeloos en on
derhoudend, maar wist langzamerhand hel
gesprek zoo terloops op het onderwerp geld in
’r. algemeen te brengen en ten slotte op de
huwelijksgift van Beatrice in het bijzonder.
Hij was zeer tactvol en zou waarschijnlijk dit
1 j_ gesprek gemengd heb-
Marchesa, al had deze
niato uit, die de inleiding wantrouwde, maar
zorgvuldig trachtte, dit niet te toonen.
„Volstrekt niet, beste vriend! Ik ben nooit
qoed. Het is ?ulk een vreeselyke moeite goed
«f kwaad te zyn, wat gij zoudt kunnen weten
als gy mijn zenuwen hadt. Maar wy spraken
over het testament van myn armen echtge
noot. Hij was natuurlijk verplicht, de helft
xan zyn vermogen aan zijn dochter te ver
maken. Over de'andere helft kon hü beschik
ken zooals hy wilde. Ik geloof dat het die be-
wonderenswaardige man Napoleon de Eerste
was, die deze rechtvaai'dige wet instelde, is het
niet Ja, dat dacht ik ook wel. Myn echtgenoot
heeft mij de andere helft nagelaten indien
ikniet hertrouwde hy was een zeer bedacht
zaam man. Indien ik hertrouwde, zou het geld
dadelijk Beatrice ten deel vallen. Zoo niet,
echter, dun zoh ik -zooals ook werkelyk het
geval is geheel vry zyn er over te beschik
ken, zooals my het aangenaamst is.”
„Wat rechtvaardig en juist gezien!” riep
San Miniato uit.
„Gelooft gy dat? Ja? Maar verder wensch ik
je nog te vertellen, dat hy een som terzijde
heeft gelegd van hetgeen hij Beatrice nagelaten
heeft, als haar bruidschat het is maar een
kleinigheid, weet je, en wordt den echtgenoot
uitbetaald by het huwelyk, zooals de gewoonte
is. Maar het overblyvende, waarby de bruid
schat geheel in het niet valt, komt niet in
haar handen, vóór zy meerderjarig is en blijft
dan natuurlyk onder haar eigen beheer.”
„Dat begry'p ik,” zeide San Müniato op
toon, die eenige zenuwachtigheid verried,
danks zyn flinkste pogingen, om kalm te zyn,
want hij had dit niet eerder begrepen.
„Natuurlijk begrijp je dat, beste vriend,"
antwooidde de Marchesa. „Gy zyt zoo knap en
hebt een goed hoofd voor zaken hetwelk ik
nooit bezeten heb. Ik verzeker je, dat ik nooit
iets begrepen heb wat met geld in verband
stond. Het is alles zoo geheimzinnig en inge
wikkeld! Geef my eens een sigaret van je, ik
ben geheel uitgeput door al dat praten.”
„Ik geloof, dat u uzelf onrecht aandoet,
beste Marchesa,” zeide San Miniato, terwyl hy
haar zün open koker aanbood.
„Ik geloof, dat u een byzonder goed hoofd
voor zaken hebt. Ik benijd u.”
De Marchesa glimlachte wat vermoeid en I
ademde langzaam den geur der aangestoken
sigaret in, toen hy haar een lucifer voorhield.
„Ik twyfel niet, of u hebt heel wat van de
Marchesa geleerd,” vervolgde San Miniato. „Ik
moet u zeggen, dat hij zulk een helder inzicht
in de belangen van zyq dochter getoond heeft,1
dat het groote bewondering verdient. Stel het
/al eens wat gelukkig niet waar is
Beatrice ontdekken zou, dat zy een geluk
zoeker getrouwd had. De man zou geheel in uw
macht en de hare geweest zyn. Het is alles be-
wonderenswaandig in elkaar gezet.”
„Bewonderenswaardig,” stemde de Marchesa
toe, zonder een glimlach. „Het zou dan juist
zoo gaan als je gezegd hebt. Behalve een paar
honderdduizend francs, die hij als bruidsschat
zou ontvangen, kon hy nergens aankomen. Hij
zou geheel afhankelijk van zyn vrouw zyn en
van zyn schoonmoeder. Sliet ge, myn beste man
wenschte haar te behoeden tegen de onwaar-
schynlykste gebeurtenissen. Wat ben ik den
hemel dankbaar, dat hü Beatrice een man als
gij zijt gezonden heeft."
„Altijd goed! Altyd vriendelyk!” San Mf-
niato boog zijn hoofd wat lager dan noodig
terwyl hy op zyn horloge keek. Hij had
in zyi? oogen wat hij liever wilde ver
bergen.
Toen juist hoorde men Beatrice’s voetstap
pen op den marmeren vloer nader komen en
noch de Marchesa, noch San Miniato vonden
het de moeite waard hun gesprek voort te zet-
1 ten, nu er gevaar was, dat zij beluisterd kon
den worden.
Op die manier gin]
wolkeloos voorby en
werd, reden Beatrice
langs den weg naar
op, naar Sant Aagta.
Zij spraken weinig, want het is niet gemak-
kelyk te praten in die ratelende kleine ry'tuig-
jes, die zoo snel gaan achter de jonge Turk-
sche paardjes en de wegen zijn dikwyls niet
te best, zelfs niet in den zomer. San Miniato
was dus aan zichzelf overgelaten en ging ba
den, terwyl hy zoo ver hy kon in het water
stapte en toen stilstond, om van de koelte te
genieten. Ruggiero zag hem van de klip en
sloeg hem met blykbare belangstelling gade.
De graaf kon, zooals reeds vroeger gezegd,
m slag zwemmen, en hy was waarschynlyk
oud om het nog te leeren. Maar hy hield
van de zee en niet minder van het baden, zoo
als Ruggiero wist.
San Miniato bleef wel een half uur buiten
het badhuisje en verdween toen.
„Het was de moeite niet waard,” zeide Rug-
gieix, bij zichzelf, „daar ge zoo spoedig [weer
een bad zult nemen.”
Toen keek hy naar de zon en zag, dat het
nog een half uur vóór zonsondergang was en
hij ging zien, of alles voor den avond gfereed
was. Hij en Bastianello lieten de oude boot sa
men te water, en Ruggiero vóórzag haar van
twee zware zakken kiezelsteenen midscheeps,
waar zij onder zyn voeten zouden liggen.
„Het is beter ze wat vooruit te schuiven,”
'.eide Bastianello. „Eer zullen drie passagiers
.!jn, heb je gezegd.”
„Ja kunt niet weten,” antwoordde Ruggiero,
„als er drie zyn, kan ik ze vlug genieg ver
leggen, als iedereen aan boord is.”
Bastianello sprak er dus niet meer over en
zij kregen den ketel en toortsen en legden die
weg bij den boeg.
„Je deed beter naar huis te gaai
avondeten te koken,” steide Ruggiero,
wel komen als het donker is, want c.e
de anderen wel gegt
hier twee achterlaten,
gaan staan.”
Bastianello ging aan land op den pier en zyn
broer reide de boot verder tot zy naast de zeil
boot lag, waaraan hy haar vastlegde. Hij hield
zich tot het donker werd met kleinigheden be
zig. Er was niemand op den pier. Ten slotte
ging hij weer in de boot en nam een stevige
lyn mee, wel twee vadem lang of iets minder.
Terwyl hij zich bukte, stopte hy de lyn onder
de zakken ballast, maakte een timmersteek met
het einde en haalde het touw styf aan. Met
het andere eind maakte hij een boeglyn vast
aan de bank, waarop hy zat en waarop hy
's avonds moest gaan zitten om te roeien. Hij
maakte den knoop los genoeg, dat hy van den
eenen kant van de boot naar den anderen kon
schuiven en hy stuwde de bocht in het touw
tusschen de ballast en de bank, zoodat die niet
op den bodem gezien kon worden. De twee zak
ken kiezelsteenen wogen te zamen misschien
wel een halven tot driekwart centenaar.
Toen alles gereed was, ging hy naar het
strand en riep om den Kreupele en den Zoon
van den Dwaas, die dadelyk uit de duisternis
te voorschyn kwamen en door hem aan boord
van de zeilboot gebracht werden. Toen roeide
hy zich naar het strand, en legde de boot vast
aan een ring op den pier. Het was tyd voor het
avondeten. Bastianello wachtte op hem en Rug
giero ging naar huis.
Toen de avondschaduw viel, ging Beatrice
voor de piano in de ontvangkamer zitten en
11054
12024'
12175 12215 12279 12429 12589 12518 12681
12764 12893 12997 13029 13118 13163 13171
13196 13205 13239 13334 13448 13651 13775
13910 14035 14073 14161 14195 14202 14274
17326 14486 14525 14579 14581 14640 14740
14865 14850 14946 14974 15185 15208 15361
15481 15680 15709 15842 16015 16364 16641
16717 17044 17142 17153 17252 17442 17450
17887 18027 18083 18630 18875 18890 19079
19343 19349 19410 19417 19477 19600 19695
19714 19738 19824 19890 19892 19903 20017
20126 20140 20172 20248 20304 20319 20370
20382 20517 20626 20642 20812 20878 20896
20956 20991 21048 21176 21333 2139f 21470
21551 21631 21633 21682 21998 22102 22171
22206 22315 22401 22481 22519 22541 22589
22635 22696 22703 22805 22978
Nieten:
38 52 75 96 115 137 222 234 257 294 299
803 325 341 381 450 471 508 515 575 608 646
657 667 812 904 914 994 997 1004 1017 1018
1080 1133 1143 1164 1188 1191 1201 1217 1218
1308 1308 1324 1338 1426 1456 1481 1506 1523
1545 1583 1604 1626 1631 1674 1698 1704 1713
1743 1787 1796 1837 1860 1875 1876 1913 1938
2065 2067 2078 2157 2161 2163 2236 2239 2252
2261 2265 2301 2386 2441 2464 2502 2506 2513
2529 2590 2591 2627 2649 2651 2656 2753 2767
2796 2797 2871 2949 3035 3056 3057 3081 3085
3J64 3282 3309 3315 3322 3335 3348 3432 3433
3492 3587 3606 3626 3628 3639 3647 3653 3706
8786 3805 3807 3821 3868 3871 3891 3903 3928
3939 3953 3967 4004 4015 4033 4105 4123 4175
4177 4183 4213 4239 4242 4288 4313 4320 4365
4442 4549 4679 4685 4733 4742 4748 4759 4848
4866 4880 4884 4890 5032 5040 5158 5159 5188
5285 5290 5310 5375 5377 5391 5558 5746 5760
5801 5840 5863 5910 5976 6014 6015 6029 6077
6346 6365 6376
6381 6391 6438 6451 6485 6489 6513 6532 6621
6727 6785 6907 6917 7012 7026 7095 7147 7158
7159 7177 7238 7271 7279 7314 7353 7385 7386
7390 7401 7402 7487 7528 7544 7548 7605 7643
7661 7749 7753 7785 7873 7938 7947 7948 7981
8003 8015 8045 8053 8082 8090 8107 8136 8163
8168 8223 8303 8327 8341 8360 8379 8391 8409
8412 8440 8442 8452 8514 8523 8539 8591 8635
8677 8683 8684 8712 8720 8790 8803 8840 8843
8869 8892 8898 8911 8959 8981 8995 9008 9098
9111 9160 9209 9231 9279 9281 9286 9354 9374
9413 9430 9479 9503 9571 9587 9613 9658 9715
9730 9791 9806 9846 9879 9882 9905 9924 9932
9946 10042 10059 10107 10125 10148 10152
10170 10191 10203 10214 10237 10248 10266
10298 10326 10461 10468 10503 10507 10520
10527 10535 10541 10543 10568 10580 10615
10658 10784 10794 10861 10909 10911 10991
11058 11064 11083 11130 11185 11211 11240
11256 11277 11334 11377 11455 11460 11629
11632 11672 11699 11762 11803 11815 11830
11911 11976 12062 12089 12146 12212 12218
12222 12227 12315 12330 12384 12449 12553
12562 12563 12604 12610 12666 12671 12714
12745 12784 12823 12834 12855 12898 12970
12973 12990 13030 13049 13051 13113 13120
13122 13148 13152 13177 13178 13193 13189
13197 13198 13204 13222 13230 13231 13254
13279 13309 13344 13368 13365 13410 13418
13426 13452 13474 13475 13498 13524 13541
13587 13665 13693 13704 13716 13747 13828
13840 13841 13970 13972 13981 14015 14039
14098 14101 14117 14154 14224 14298 14356
14359 14373 14404 14417 14441 14497 14501
14626 14628 14665 14668 14698 14699 14718
14815 14878 14918 15012 15020 15072 15092
15102 15184 15202 15210 15238 15W 15244
15260 15289 15346 15367 15436 15473 15500
15545 15603 15612 15625 15635 15748 15758
15807 15828 15850 15853 15878 15932 16025
16048 16051 16093 16100 16169 16177 16331
16345 16535 16549 16616 16632 16677 16689
16697 16743 16767 16883 16923 17005 17085
17055 17077 17108 17128 17126 17129 17146
17159 17185 17222 17261 17292 17309 17310
17325 17343, 17358 17359 17430 17460 17472
17473 17481 17497 17508 17570 17588 17587
17592 17599 17626 17631 17682 17752 17757
429e Nederlandsche Staatsloterij.
5c Klasse. Trekking van Donderdag 8 Juni.
1000: 7473 17788
ƒ400: 1842 5164 6979 11807
ƒ200: 3229 14960 16113
ƒ100: 4582 5591 14066 14367 18717 19088
20289 22623
Prijzen Ivan ƒ70:
<65 203 220 253 268 087 394 461
921 1167 1291 1306 1311 1383 II
1596 1590 1666 1794 191\1939 1!
2196 2242 2309 2326 2401 2577 2l
2659 2703 2721 2799 2951 295>»3<
3255 3445 3511 3862 3925 4316 4866 45(
4660 4730 4902 5099 5291 5608 5651 571
5823 5971 6030 6031 6103 6155 6227^45
6658 6660 6749 6993 7199 7220 7434 7611 7732
7823 7920 8021 8161 8193 8326 8401 8483 8548
8794 8947 8955 9035 9068 9088 9201 9318 9362
9405 9531 9*63 9718 9770 9835 9876 9884 9889
9954 10016 10056 10233 10744 11044 rn*‘
11337 11419 11548 11780 11805 11828 12024'
1007
19
ö4
llöi
1202
lö
>37
40
49
1321
•J 3613
144- 40
D6
ou 92
1513 3704
30
1)5
1Ö14
45
74-
91 33
1724 93
4121
24
69
Ruggiero maakte die büzondere züwaart-
sche beweging met het hoofd, die in het zui
den toest -mming en tegelykertüd goedkeuring
beteekent.
„En wy
men en de
7275 9357 11624
82 70 34
/326 90 70
46 96 99
82 9472 11719
7404 9551 69
13 6111817
28 71 46
7538 73 48
53 87 ó2
57 98 07
83 9649 90
93 58 11925
7630 6b 35
48 9700 51 85
73 25 66 90
84 35 --
7757 66
7830 73
62 95
76 9ó2ö
140 7901 80
16 95
22 9935
93 89 i
8060 10012
76 32
87 43
16 99 62 70
38 8HÜ 64 74
19 82 94
38 9012417
62 10114 31
1305 69 63
3010236 O'/
36 45 12519
7? 103^ S 81 17107
--- *~577 14929 33
52 77 68
82 15160 IT£4
128H 15283 K
11 28 15302 W
92 38
10615 90
32 94
69 12914
703 98
36 47 13031
54 99 13135
- 10907
32
65
OVER
I De kwestie van de a
-te verstrekken intemt
het oogenblik zeer de
tijdlang allerlei pessii
ronde gedaan, maar
als men het zoo n<
ge.- bericht van den 1
I der Times de ronde g
teekenen, welke wijzen
welk waarschijnlijk hie
<h banliers van hun k
ductie van het Duitscl
drag zullen voorstellen
dering der jaarlijkscht
tijd van b.v. 20 jaar. De
d. w. z. het verschil tu
vnstgestelde bedragen
land volgens de banki
binnen 20 jaar nog ste
en wel met samenges
wiize zou de hoofdverp)
ven. Daar de bankiers
Du 'schland jaarlijks 2'/
belalon, hetzij aan de c
els rente en amortisat
thins uit te geven 20-
dui-l-'lijk, dat de bankier
sie voo- mogelijk houd
va01 stel werd ingegaan,
re pondent aan zijn bei
ven do houding af, die
en haar verte# enwoord
Van herstel aannemen.
dchen aan den ster
de 1, en wel waarschi
d rbeid, der commissif
bankiers niet toegeven
Oordeel van den corres
file crises tot dusver on
In het bovenstaande
Mn compromis. Hie^rm
tergelijk tusschen het si
fce aan het vastgesteh
bedrag niet getornd we
Standpunt der bankiers,
voor de geldschieters.
De vei tegenwoordige
linden, ook België, heb!
der Duit^che schuld als
Waarde eener internation
groot, hetzij zij klein
Ban dit bericht werd t<
rijk met deze reductie a!
men, wanneer zijn eigen
Amerika op overeenkon
tninderd. Het officie
bureau, Havas, meldt,
van herstel zich be:
Biet het antwoord aai
'"een internationale9 leer
Welke laatste o. a. h
haar onderzoek moes
het 1.1 der der bedragen
loosstellingssom vastges’
Vc mineer ing van het tot
wegen. Uit
Dubois zijn
bijgevolg ni-
Notie, waar
- 18984
-.^ilO 41 19059
12997 19 <1919IM
13017 69 16994 71
34 14814 17175 19316
13180 66 82 19440
13307 14982 17316 19603
28 15016 78
76 15142 17434 19737
13405 15243 65 19855
64 54 1759520060
1352U 62 17620
51 15301 48 20259
13654 67 17742 65
15439 61 20309
51 92
92 98;
^~..83L
9602 114^ 78 15789 ^20700
9745 11520 14019 97 97 31
9801 11645 92 15809 17993 20817
42 91 14111 41 96
64 11708 31 15946 18127 20932
75 95 49 71 35
*3379 12233 75 16361 18218
.J198 99 83 84 40
10209 12384 14252 87 18405
16 12466 77 88 15
28 12545 14316 16573 18613
73 12621 37 16766 18921
<*l
X
12914 I .4OB W
- I
a
l78°ï «4
4220»
2U»1
speelde zuchtjes al de weemoedige muziek, die
zij zich herinneren kon; maar dat was niet veel.
Het gaf haar echter eenige verlichting, want
zij kon tenminste» beproeven iete uit te druk
ken van hetgeen zich niet met woorden liet zeg
gen. Zy was geen musicienne, maar zy speelde
vry goed en dezen avond wits er iets in de klan
ken, welke zü aan het instrument wist te ont
lokken, dat menig muzikant haar benijd zou
hebben. Zü bracht in haar aanslag wat zü
leed, en het gaf haar een vage voldoening te
luisteren naar de klacht der droevige tonen, die
zü te voorschün tooverde, als zy stegen en
daalden en wegstierven.
De deur werd geopend en San Miniato kwam
binnen. Zü hooide zyn voetstap en herkende
dien en dadelük sloeg zy luide accoorden aan
en begon een vlug walsdeimtje.
„Je hebt eerst Iets heel anders gespeeld, toen
ik bij de deur kwam”, zeide hü, en ging naast
haar zitten.
„Ik dacht, dat je misschien liever iets vroo-
lüks had,” antwoordde zü, zonder naar hem te
küken en steeds voortgaand met spelen.
San Miniato beantwoordde die opmerking
niet, wantf hy wantrouwde haar en verbeeldde
zich, dat zy’ misschien een verwijt gereed had.
Haar tong was dikwüls scherper dan hem lief
was, ofschoon hy' over ’t geheel niet zeer ge
voelig was.
„Wit gy iets voor mij zingen?” vroeg hy,
toen zü de laatste accoorden van de wals had
aangeslagen.
„O, zeker,” antwoordde zü 'tnet een vroolyk-
heid die hem verrastte. „Ik heb juist zin in zin
gen. Mama,” riep zü, toen de Marchesa de ka
mer binnetrad „ik zing voor mijn verlopfde.
Roerend hè?”
„Het is zeer goed van je”, zeide San Miniato.
De Marchesa glimlachte en liet zich op een
stoel neervallen.
Beatrice sloe"
gon i— x
slotc
rwijl
den