F <o. 14951 nïeu^ dHi ll -»1,8sn H BU1TE ,DE TIJDGEEST^ FEUILL DE GEI Abonneert U op dit Blad 11 BERGAMBA' KERK a. d. u Zit-Slaapkamer, bij eenvoudige burger men- schen. iS 55J 83 s l56g Üafi M.U w ttM MMMM taa omMaaM* t Maart, A Mak*. HOOFDSTUK XII. Dit blad i ADVERTENTIëN: j u vei hti zei- 57 75 «0-1 5402 6094 6123 6143 6207 6307 6343 74 7‘J 39 doe ROBERT I 391 25 l en iepe Z( zijn, heb je een on- 467 695 735 840 1394 1430 1437 1948 2027 2166 2617 2636 2645 J044 3101 3150 4561 4626 5734 5759 «495 6520 8769 75 18066 18178 87 >81 abonnem per kwartaal Franco per pc A bonnemeni bij onze agenl Onze burea Redactie TeL Bug stem, 74 87 90 3500 83 92 13406 op die „De iri 1811 40 89 1932 2089 2123 bc 6'3 2214 31 76 23J 241W 74 13821 24 88 m.z. u toch no| zen, en „Dank 13922 j9 73 84 8Ï 92 14004 29 48 141 12003 1 tó 81 83 12109 64 12252 70 97 12335 1527 53 59 8759 77 10811 95 II WO 85 ,.K 02 KJ 19108 89 19209 44 68 75 79 83 19334 09 42 78 19431 25 16925 1'9581 9519601 2639 4624 72 52 33 67 52 Ti 78 75 83 4709 -- 25 38 43 4800 10 28 97 4913 17 63 64 5005 38 4206 g 95 tJll j‘3 53 14 61 67 76 15 93 3013 52 3140 3209 6011 3313 - 3417 57 92 3508 31 -.8437 36 3343 sprak niet meer, terwijl zij lang- eile helling naar het hotel opklom- begeerde punt in het ben, ten spijt van de het willen vermijden. geneigd, de zaak te bespre- dus verder gaan zonder te- en was was igewoon helder be- het hoofdpunt aan- me verteld. Heer zoekt kost en inwoning; Brieven onder no. 2248, Bu reau van dit blad. 9 4304 21 34 53 58 14454 82 i 95 14500 1 48 14688 39 14/08 42 w 12417 73 - 31 14810 G3 1217020 lö 10236 97 21 41 53 45 12519 68 84 59 59 33 69 91 tö 10308 38 81 171U7 6j 24 12677 14929 33 W 53 f -- 85 127( 10453 63 1 8405 80 I 15 10501 43 11 63 71 7011514 9217 53 32 81 45 82 5211622 dere heilige zal mü de gem nog eens een dienst dat zal goed zijn.” je, Ruggiero”, zeide Beatrit het meisje en de andere zeeman bover. 10678 83 i10749 92 "'318 19 34 11051 11196 64 1 1129313757 51 92 91 11354 13898 92 9820492 75 13916 15528 17831 20561 92 41 38 38 66 11462 78 15789 89207W 97 >m. Bastianello had iets gedacht. Hü i verbeeld dat ik Teresina liefhad... ice, toen sn kwam. ig de namiddag helder en toen de lucht wat koeler en haar moeder samen uit Massa en ver den heuvel >eg een paar accoorden aan en be- toen, terwijl zij van onder haar half ge- o.oten oogen den graaf aanzag, het weemoedi ge liedje van Chiquita te zingen: „On dit que l’on te marie Tu sais que j’en vais mourir (Slot volgt). 15951 18454 16019 18503 23 61 44 65 53 18655 64 18718 89 43 97 67 tl- 16142 90 .'2 10218 l8ï-“ 44 3b 70 03 14265 76 -> ió3tfr I 54 t 73 i‘. 16448 16516 I 21 39 85 16657 69 10/02 o2 1! igen. en.” Signora. Het is waar, dat dit met was en daarom zou ik myn willen afbijten. Maar de een of un made wel schenken, □t te kunnen bewij- 95 12233 99 12384 14252 12466 77 12545 14316 1 12621 37 1 Later aflosbaar. 81 88 6338 90 6400 8807 4 30 83 46 89 11296 99 11317 318 Beatrice r zuam de stei men. Bastianello en Teresina wisselden nu en dan een gefluisterd woord en Ruggiero kwam ach teraan, terwjjl hy den donkeren omtrek gade sloeg van Beatrice’s bekoorlijke gestalte te gen het heldere licht dat boven aan den nau- wen ingang scheen. Vele verwarde gedachten beklemden hem, maar zy waren als aanrol lende en weer terugtrekkende golven, die op de groote rotsen van zijn onveranderlijk plan braken. Hij volgde Beatrice tot zij de deur van liet huis bereikten. Toen keerde zy zich om en glimlachte tegen hem en keerde zich weer om en ging naar binnen. Bastianello droeg natuurlijk de tasch voor Teresina naar boven, en Ruggiero bleef beneden. Hy was een zeer trouwe en eenvoudige na tuur en sedert hy Beatrice beminde, was hy nog eenvoudiger geworden. Hy dacht slechts aan haar, hij had maar één oogmerk en dat was: haar van dienst te kunnen zyn, en alles wa thU deed moest er toe strekken, dat ééne resultaat te bereiken. Nu ook had hij met eigen oogen gezien, en ook op andere manie ren begrepen, dat zij tegen haar wil zou moe ten trouwen met den man, dien zij haatte en verachtte en die haar nu reeds bedrogen had. Hy probeerde niet te begrijpen hoe het zoo (lat gekomen was, maar zyn instinkt had hem ge- „evj zegd, dat zy ertoe verleid was, de woorden te (|at zeggen, die zy tot San Miniato gesproken had te Tragara, en dat zy die nooit gemeend had. Dat tenminste was voor hem begrijpelijker, dan het voor een man vna Beatrice’s eigen geweest zyn. Zy was haar hoofd oogenblik kwyt geweest, zou Ruggiero jd hebben, maar naderhand had zij de begrepen. Hy had vele dergelyke gehoord van zyn metgezellen. waren veranderlijk, dat spreekt. openen; zij dacht, dat niemand het zag- Maar Ruggiero zag en begreep het „Zij zegt bij zichzelf: „Ik moet dat onbe schaamde beest trouwen”, dacht Ruggiero, goi „Maar ik geloof niet, dat zy hem huwen zal.” of By den voet van de helling keerde Beatrice zich om en keek achter zich. Teresina en Bas- tianello kwamen vlug het houten bruggetje over, maar Ruggiero was dicht bij haar. „Je hebt mij heden geen goeden dienst be wezen, Ruggiero”, zeide zy, maar toch vrien delijk, daar zy bevreesd was hem pijn te doen. „Maar het is myn schuld, want ik had er niet i zoo op moeten aandringen. Laat de gedachte daaraan je niet hinderen.” ,,Ik dank u, goede diei 29 35 151 56 225 2700 29 29 42 33 64 61 305 82 39 2832 65 37 403 94 7 2947 34 58 37 64 512 66 16 69 I 29 71 71 89 75,3002 08b o 5140 701 10 53 49 26 90 70 47 5245 X- 74 b6 39 3108 59 43 16 85 3212 962 28 74 67 79 90 81 3316 41 50 51 75 83 3400 91 6548 6801 64 58 90 44 18064 45 3 90 95 13603 69 18125 het antwoc vroeger stan uet verkiest in irdoor aan de Ifi nationale leening zou 84 neon 31 17949 man?” vroeg zij kortaf. o keerde zijn hoofd of, keek haar i, maar staarde naar de zee. heette de man?” vroeg zy weer met stembuiging, die de toorn aan haar 38 7509 56 37 60 2617 166 95 332 - 53 UI .70 >66 .26 59 >157 1251 92 89 1358 3508 90 99 28 6541 1420 64 6831 1575 3880 1654 85 1792 1960 34 95 55 4111 7804 34 34 52 43 7924 10071 2910191 36 74- 42 77 66 8007 4703 8121 93 27 <84 2539 b8 7196 4a 72 99 261u 74 7257 Vorige lijst stond 334390 17652 m.z. 17652* 2016 2119 60 75 94 71 2244 4402 78 2406 12 27 Dondkrdag 8 Juni Ml wti MW.000 19535 1500 13165 1000 4713 6774 8689 400 669 2555 7764 14f>flDl 16183 2C072 f 200 1558 4507 14259 100 5128 54Q0 SÓ55 9324 MHI 15335 IM 12098 20766 Pryzen van 90.eigen geld. Maar zy was ken en liet hem o genstand. Zy had dit alles overdacht besloten wat zy doen zou. San Miniato verrast door haar buiten] grip, toen zy eindelijk op 1 landden. „Gij weet wel, San Miniato mio”, zeide zij, „dat mijn arme echtgenoot een zeer rijk man was, en gij zijt natuurlijk op de hoogte... gy, die alles weet... met,de wet van dit land om- tient de erfenis-regeling. Daar onze lieve Bea trice een eenig kind is, zou de zaak zeer' een voudig zyn, zelfs als hy geen testament had. Ik zou myn weduwe-deel gekregen hebben en zü natuurlijk het overige, zooals dat ook ein delijk gebeuren zal.” „Natuurlijk, beste Marchesa. Dat heb ik be grepen. Maar het is zeer vriéndelijk van u, om mij de bijzonderheden te vertellen. In het belang van Beatrice... en haar belangen zul len natuurlijk myn eerste zorg in het leven z(jn...” „Natuurlijk, carissimo”, zeide de Marchesa, terwijl zij hem in de rede viel. „Daaraan twij fel ik niet Zou ik je uit zoovelen gekozen heb ben, om mijn schoonzoon te worden, indien ik niet van het begin af den adel en de oprecht heid van je nobel karakter begrepen had?” „Wat bent u goed voor my!” riep San Mi- in en ons ro. „Ik zal dan zullen jeten hebben en ik zal er om op den uitkijk te „Het zal zoowat tusschen twaalf en één op geweest zyn.” herinnerde zich, dat San Miniato op dien dag en op dat uur een flauwe veront schuldiging gemaakt had, dat hy niet kon blij ven ontbijten. „En hoe heette hy vroeg zij nu voor den derden keer. „Excelentie... Signorina... vraag my niet!’ Ruggiero kon niet goed liegen. „Het was de Conte di San Miniato, giero!” zeide Beatrice met een zacht die beefde van drift. Haar gelaat was nu bijna even bleek als dat van den zeeman. Ruggiero zeide echter niets, maar wendde lijn hoofd af. „Per Dio!” riep hy na een korte pauze uit. Maar men kon zich niet in den klank vergis sen. Beatrice wendde zich af en begon met ge bogen hoofd de helling te beklimmen. Zy kon •niet nalaten, weer dat gebaar te maken: haar handen woest dicht te knijpen en ze weer te dolden kwam binnen e f' «r ‘ets was, dat her was gefronsd toe bevelen gaf. De i 1 zelfs hun groote ro m wslag nam, voor der jwe was, een schakel i 1 en, die al begonnen w hadden en die al of minder buiten h< /e ffingon zitten voor li *leine hut. •i.k wil je ontbijt klaar. gezicht verhelderd! J“ck zal je help 4iij heeft hebt” Wj lachte even. hem op de pr f* wa«h Hij is hier bij en fa geen enkelen k 8*gaan. Hij wordt n anh* ontbijt gingen i hu,,«n onder de b< r“w in «Ikaar 31 98 - 50 5610 8304 - 21 35 52 68 53 99 I 20 69 41 5711 28 45 5824 28 86 48 89 39 5946 8528 1071 3838 66 84 67 .JU 7g 62 4024 6126 98 - 6226 8601 - 79 6 11006 81 98 15 - 38 62 84 37 11100 42 51 62 84 70 87 15803 13558 zullen onzen eigen ketel meene- inelk van het hotel krygen”, ver volgde de jongere broer, die een bijzonder aangenamen avond verwachtte in het gezel schap van Teresina. „Ik heb Sint Peter gezegd, dat hy de toort sen moet brengen, omdat hy weet hoe hy ze goed moet krygen”, voegde Bastianello erbij, die niet verwachtte dat Ruggiero iets zou «eggen. Hoe laat gaan wy?” „Ongeveer half twee vannacht”, zeide Rug giero, en bedoelde daarmee twee uur na zons ondergang. „Dan zullen de padroni wel ge- geen goe< geten hebben en dan ’amllen de rotsen bedekt tong wel zyn met krabben en de maan zal nog niet op- gekomen zjjn. Het zal onder Skoetari donker zijn tot na middernacht en de krabben zullen dan nog „onder de toortsen" zitten en wij «uilen ze met de hand kunnen vangen zooals gewoonlijk.” „Natuurlijk”, antwoordde Bastianello, die bekend was met dat vermaak, „dat weet ik weL” „En ik zal je nog iets zeggen", vervolgde Ruggiero, die zich warm begon te maken over het onderwerp. „Gij zult roeien en ik zal stu ren. Op die manier ben je dicht bij Teresina, dan zal zy er meer plezier in hebben, -want jÜ en zij kunnen de krabben vangen, terwjjl ik bijlicht” „En de Signorina en de graaf kunnen het achterschip ziftten”, zeide Bastianello, «eer tevreden scheen met deze schikking. „D beste krabben vindt men tusschen Skoetai en de bocht” „Dat weet ik”, stemde Ruggiero toe en ver viel weer in zijn stilzwijgen. Nu werd de deur van het badhuisje ge opend en Beatrice kwam naar buiten met friesche wangen en oogen, die schitterden als do zee. Natuurlijk snelde Bastianello dadelijk toe, om Teresina de natte dingen te helpen uitwringen en haar pakje te maken en Bea trice ging naar Ruggiero toe, die zyn pet af nam en blootshoofds in de zon stond, terwijl zy voorbijging en toen langzaam achter haar wandelde op een eerbiedigen afstand. Om het begin van de helling te bereiken, moesten zy tusschen de vele booten door, die op het droge zand gehaald lagen. Beatrice nam haar lich ten rok in haar hand toen zij voorbij Rug- giero’s versch geschilderd schuitje ging, want zij had genoeg verstand van booten om te zien, dht de boot nog nat van de verf kon ,«jjn. „Zjj is heelemaal droog, excellentie”, zeide hy. „De boot behoort aan mij.” Beatrice keerde zich glimlachend om, keek er naar en toen naar Ruggiero. „Wat heb ik je onlangs gezegd, Ruggiero n< zou vroeg zij, steeds glimlachend. „Je moest my immers Signora noemen. Herinner je je dat nog?” „Ja, Signora. Ik vraag u vergiffenis.” Beatrice zag dat Teresina het badhuisje nog niet verlaten had met haar tasch en dat Bastianello voor de deur drentelde, terwijl hij voorgaf, of misschien ook werkelijk trachtte haar te helpen.” „Weet je wat Teresina my verteld heeft, Ruggiero?” vroeg Beatrice; zy stond nu hee^ lemaal stil en wendde zich tot hem, terwijl zjj in den smallen doorgang stond tusschen Ruggiero's boot en die welke er naast lag. „Van Bastianello, Signora?” k „Ja, dat zij met hem wil trouwen. Zij heeft het my verteld, terwijl ik mij aankleedde. feetjehei!” maI» „Ja, Signora en ik heb gelachen, toen hy mij dat verhaal deed, gisteren, ginds op den pier.” „Ik heb je hooren lachen, Ruggiero”, ant woordde Beatrice en zij herinnerde zich den onaangenamen indruk, dien zij ontvangen had, toen zy van het terras naar beneden gekeken had. Zyn groote vroolijkheid had haar een soort van schok gegeven, te midden van haar eigen smart. „Waarom heb je gelachen?” vroeg zy. „Moet ik u dat vertellen, Signora?” „Ja.” „Hieroi had zich ik...!” Ruggiero hield midden in den zin op wendde zich af. Zyn stem beefde met di< trillingen, die Beatrice echter aangenaam aan- deden. Hij hield een oogenblik op en ging toen voort: „Ik, die geheel andere gedachten heb! En toen zeide hij tot zichzelf: Ruggiero bemint haar en is bevreesd te spreken, dus zal ik in zyn plaats spreken. Maar het was eerlijk van hem, Signorina, want hy zelf had haar zeer lief. En dus heeft hy haar eerst voor my ge vraagd. Maar zy wilde niet. En toen is van het eene woord het andere gekomen- en heb ben zy ontdekt dat zy elkander beminden. En Ik ben zeer blijde, want Teresina is een goed meisje, dat heeft zij onlangs getoond in den tuin; de kleine jongen heeft gezien dat zy het goud voor de voeten van den man wierp.. Hij hield op, plotseling begrijpend wat hy gezegd had. Maar Beatrice, die spoedig ach terdocht koesterde, zag den trek van pijnlijke verlegenheid in zijn gelaat en raade bijna da delijk de waarheid. Zij werd langzamerhand bleek. „Welke man?” vroeg zij kortaf. Ruggiero keerde zijn hoofd of, keek haar niet aan, „Hoe 1 de strenge stem verleenen kon. Toch wilde Ruggiero niet spreken. Maar zyn wit gelaat vertelde haar de waarheid. „Welken dag was dat?” ondervroeg zij ver der, alsof zij het er op gezet had antwoj-od te krijgen. „Het was op den dag dat u met mij over myn naam gesproken hebt, Signorina.” „Hoe laat?” „nei zal den middag Beatrice 1 4756 8125 10384 i2W5 14584 16834 1( 78 78 10443 12717 14610 41 1( 4842 92 46 1299“ 5368 8256 92 13011 2808 5453 8323 10568 - 5838 85- 5919 78 SOI 8 58 6300 6420 8870 9064 9173 9200 14 *5 9366 83 7044 9508 3928 7106 4030 64 7260 7479 17777 17806 17808 17858 17880 17895 18089 18113 18126 18140 18148 18168 18188 18802 18204 18216 18247 18259 18287 18312 18814 18318 18341 18389 18404 I8440 18478 18490 18502 18566 18567 18582 18597 18687 18641 18653 18733 18766 18927 1M3O 18981 18991 19024 19041 19053 19085 1909k 19140 19159 19216 19310 19342 19430 1940X 19470 19476 19523 19526 19539 19558 1959. 19599 19619 19655 19677 19692 19756 19768 19770 19785 19803 19811 19820 19843 19848 19871 19896 19919 19953 19975 19998 20006 20031 20192 20218 20276 20308 20357 20358 20372 20877 20415 20469 20489 20523 20522 20549 20568 20625 20631 20635 20677 20685 20696 20697 20724 20727 20769 20810 20840 20844 20820 20838 20843 20874 21015 21079 21100 21140 21204 21215 21239 21240 21242 21280 21294 21327 21334 21356 21363 21887 21392 21441 21453 21482 21595 21640 21641 21643 21694 21705 21744 21776 21777 21802 21845 21855 21934 21936 21960 21970 22008 22044 22118 22132 22172 22178 22198 22209 22242 22283 22286 22292 22330 22372 22418 22475 22501 22510 22512 22524 22533 22538 22556 22650 22651 22691 22778 22897 22942 22947 22965 22985 een c gezeg< waarheid begi verhalen De vrouwen waren veranderlijk, dat spreekt. Iedereen wist dat. En waarom Omdhï de mannen slecht waren en haar verleidden, en bovendien, omdat ze zoo geschapen waren. 1 Hij beminde Beatrice niet om de «en of an dere zedelijke hoedanigheid, die zij misschien I of misschien ook niet bezat, daarvoor was hy [veel te menschelyk en natuurlijk en te wei- was, nig beschaafd om redenen te zoeken voor den iets hartstocht die hem verteerde. De eenige ma nier om Beatrice te redden was Miniato te doen sterven ,en dat was eigenlijk een zeer eenvoudige zaak. San Miniato- zou een erbar- iets zijn tusschen die groote handen van Ruggiero, ofschoon hy een goed gebouw de en nog jonge man was en beslist sterker dan de doorsnee van die fijne heeren. Natuur lijk was het een groote zonde, San Miniato te vermoorden. Moord is altijd een zonde en de menschen die een moord begaan hadden en stierven zonder absolutie, gingen alty'd recht streeks naar het eeuwige vuur. Maai' dit I eeuwige vuur maakte geen diepen indruk op Ruggiero. In de eerste plaats zou Beatrice vry zÜn> en zeer gelukkig op aarde en zy zou later volgens den natuurlijken loop der din gen naar den hemel gaan, daar zy hoege naamd geen deel kon hebben aan de vernieti ging van San Miniato. Ten tweede zou San Miniato met Ruggiero in de vlammen zyn er tot in alle eeuwigheid zou Ruggiero de on sterfelijke voldoening smaken, hem daar ge- “t bracht te hebben zonder iemands hulp. Dat L zou de vergelding zyn voor al het branden volgens het éénvoudige en onwrikbare ge zichtspunt, vanwaar hy den toekomstiigen toestand bezag. Dus zat hy op zijn rotsblok en luisterde 1 aar de zee en overdacht alles kalm en voel de zich zeer gelukkig en trotsch, sedert hij het middel zou zyn, om de vrouw te redden, die hij beminde. Terwijl Ruggiero besliste over zaken be treffende leven en dood op zyn eigen wijze, met het stelligste voornemen zyn plannen ten uitvoer te brengen, liepen de zaken niet vlot op het terras di&r Marchesa. Zooals gewoonlyk na het ontbijt, dronken zy koffie en rookten zy op het terras, wat Beartice begon te vervelen, om de onaange name bijkomstigheden. Niet lang echter daarna verdween zij en het haar moeder met San Miniato te zamen. De laatste praatte eerst zorgeloos en on derhoudend, maar wist langzamerhand hel gesprek zoo terloops op het onderwerp geld in ’r. algemeen te brengen en ten slotte op de huwelijksgift van Beatrice in het bijzonder. Hij was zeer tactvol en zou waarschijnlijk dit 1 j_ gesprek gemengd heb- Marchesa, al had deze niato uit, die de inleiding wantrouwde, maar zorgvuldig trachtte, dit niet te toonen. „Volstrekt niet, beste vriend! Ik ben nooit qoed. Het is ?ulk een vreeselyke moeite goed «f kwaad te zyn, wat gij zoudt kunnen weten als gy mijn zenuwen hadt. Maar wy spraken over het testament van myn armen echtge noot. Hij was natuurlijk verplicht, de helft xan zyn vermogen aan zijn dochter te ver maken. Over de'andere helft kon hü beschik ken zooals hy wilde. Ik geloof dat het die be- wonderenswaardige man Napoleon de Eerste was, die deze rechtvaai'dige wet instelde, is het niet Ja, dat dacht ik ook wel. Myn echtgenoot heeft mij de andere helft nagelaten indien ikniet hertrouwde hy was een zeer bedacht zaam man. Indien ik hertrouwde, zou het geld dadelijk Beatrice ten deel vallen. Zoo niet, echter, dun zoh ik -zooals ook werkelyk het geval is geheel vry zyn er over te beschik ken, zooals my het aangenaamst is.” „Wat rechtvaardig en juist gezien!” riep San Miniato uit. „Gelooft gy dat? Ja? Maar verder wensch ik je nog te vertellen, dat hy een som terzijde heeft gelegd van hetgeen hij Beatrice nagelaten heeft, als haar bruidschat het is maar een kleinigheid, weet je, en wordt den echtgenoot uitbetaald by het huwelyk, zooals de gewoonte is. Maar het overblyvende, waarby de bruid schat geheel in het niet valt, komt niet in haar handen, vóór zy meerderjarig is en blijft dan natuurlyk onder haar eigen beheer.” „Dat begry'p ik,” zeide San Müniato op toon, die eenige zenuwachtigheid verried, danks zyn flinkste pogingen, om kalm te zyn, want hij had dit niet eerder begrepen. „Natuurlijk begrijp je dat, beste vriend," antwooidde de Marchesa. „Gy zyt zoo knap en hebt een goed hoofd voor zaken hetwelk ik nooit bezeten heb. Ik verzeker je, dat ik nooit iets begrepen heb wat met geld in verband stond. Het is alles zoo geheimzinnig en inge wikkeld! Geef my eens een sigaret van je, ik ben geheel uitgeput door al dat praten.” „Ik geloof, dat u uzelf onrecht aandoet, beste Marchesa,” zeide San Miniato, terwyl hy haar zün open koker aanbood. „Ik geloof, dat u een byzonder goed hoofd voor zaken hebt. Ik benijd u.” De Marchesa glimlachte wat vermoeid en I ademde langzaam den geur der aangestoken sigaret in, toen hy haar een lucifer voorhield. „Ik twyfel niet, of u hebt heel wat van de Marchesa geleerd,” vervolgde San Miniato. „Ik moet u zeggen, dat hij zulk een helder inzicht in de belangen van zyq dochter getoond heeft,1 dat het groote bewondering verdient. Stel het /al eens wat gelukkig niet waar is Beatrice ontdekken zou, dat zy een geluk zoeker getrouwd had. De man zou geheel in uw macht en de hare geweest zyn. Het is alles be- wonderenswaandig in elkaar gezet.” „Bewonderenswaardig,” stemde de Marchesa toe, zonder een glimlach. „Het zou dan juist zoo gaan als je gezegd hebt. Behalve een paar honderdduizend francs, die hij als bruidsschat zou ontvangen, kon hy nergens aankomen. Hij zou geheel afhankelijk van zyn vrouw zyn en van zyn schoonmoeder. Sliet ge, myn beste man wenschte haar te behoeden tegen de onwaar- schynlykste gebeurtenissen. Wat ben ik den hemel dankbaar, dat hü Beatrice een man als gij zijt gezonden heeft." „Altijd goed! Altyd vriendelyk!” San Mf- niato boog zijn hoofd wat lager dan noodig terwyl hy op zyn horloge keek. Hij had in zyi? oogen wat hij liever wilde ver bergen. Toen juist hoorde men Beatrice’s voetstap pen op den marmeren vloer nader komen en noch de Marchesa, noch San Miniato vonden het de moeite waard hun gesprek voort te zet- 1 ten, nu er gevaar was, dat zij beluisterd kon den worden. Op die manier gin] wolkeloos voorby en werd, reden Beatrice langs den weg naar op, naar Sant Aagta. Zij spraken weinig, want het is niet gemak- kelyk te praten in die ratelende kleine ry'tuig- jes, die zoo snel gaan achter de jonge Turk- sche paardjes en de wegen zijn dikwyls niet te best, zelfs niet in den zomer. San Miniato was dus aan zichzelf overgelaten en ging ba den, terwyl hy zoo ver hy kon in het water stapte en toen stilstond, om van de koelte te genieten. Ruggiero zag hem van de klip en sloeg hem met blykbare belangstelling gade. De graaf kon, zooals reeds vroeger gezegd, m slag zwemmen, en hy was waarschynlyk oud om het nog te leeren. Maar hy hield van de zee en niet minder van het baden, zoo als Ruggiero wist. San Miniato bleef wel een half uur buiten het badhuisje en verdween toen. „Het was de moeite niet waard,” zeide Rug- gieix, bij zichzelf, „daar ge zoo spoedig [weer een bad zult nemen.” Toen keek hy naar de zon en zag, dat het nog een half uur vóór zonsondergang was en hij ging zien, of alles voor den avond gfereed was. Hij en Bastianello lieten de oude boot sa men te water, en Ruggiero vóórzag haar van twee zware zakken kiezelsteenen midscheeps, waar zij onder zyn voeten zouden liggen. „Het is beter ze wat vooruit te schuiven,” '.eide Bastianello. „Eer zullen drie passagiers .!jn, heb je gezegd.” „Ja kunt niet weten,” antwoordde Ruggiero, „als er drie zyn, kan ik ze vlug genieg ver leggen, als iedereen aan boord is.” Bastianello sprak er dus niet meer over en zij kregen den ketel en toortsen en legden die weg bij den boeg. „Je deed beter naar huis te gaai avondeten te koken,” steide Ruggiero, wel komen als het donker is, want c.e de anderen wel gegt hier twee achterlaten, gaan staan.” Bastianello ging aan land op den pier en zyn broer reide de boot verder tot zy naast de zeil boot lag, waaraan hy haar vastlegde. Hij hield zich tot het donker werd met kleinigheden be zig. Er was niemand op den pier. Ten slotte ging hij weer in de boot en nam een stevige lyn mee, wel twee vadem lang of iets minder. Terwyl hij zich bukte, stopte hy de lyn onder de zakken ballast, maakte een timmersteek met het einde en haalde het touw styf aan. Met het andere eind maakte hij een boeglyn vast aan de bank, waarop hy zat en waarop hy 's avonds moest gaan zitten om te roeien. Hij maakte den knoop los genoeg, dat hy van den eenen kant van de boot naar den anderen kon schuiven en hy stuwde de bocht in het touw tusschen de ballast en de bank, zoodat die niet op den bodem gezien kon worden. De twee zak ken kiezelsteenen wogen te zamen misschien wel een halven tot driekwart centenaar. Toen alles gereed was, ging hy naar het strand en riep om den Kreupele en den Zoon van den Dwaas, die dadelyk uit de duisternis te voorschyn kwamen en door hem aan boord van de zeilboot gebracht werden. Toen roeide hy zich naar het strand, en legde de boot vast aan een ring op den pier. Het was tyd voor het avondeten. Bastianello wachtte op hem en Rug giero ging naar huis. Toen de avondschaduw viel, ging Beatrice voor de piano in de ontvangkamer zitten en 11054 12024' 12175 12215 12279 12429 12589 12518 12681 12764 12893 12997 13029 13118 13163 13171 13196 13205 13239 13334 13448 13651 13775 13910 14035 14073 14161 14195 14202 14274 17326 14486 14525 14579 14581 14640 14740 14865 14850 14946 14974 15185 15208 15361 15481 15680 15709 15842 16015 16364 16641 16717 17044 17142 17153 17252 17442 17450 17887 18027 18083 18630 18875 18890 19079 19343 19349 19410 19417 19477 19600 19695 19714 19738 19824 19890 19892 19903 20017 20126 20140 20172 20248 20304 20319 20370 20382 20517 20626 20642 20812 20878 20896 20956 20991 21048 21176 21333 2139f 21470 21551 21631 21633 21682 21998 22102 22171 22206 22315 22401 22481 22519 22541 22589 22635 22696 22703 22805 22978 Nieten: 38 52 75 96 115 137 222 234 257 294 299 803 325 341 381 450 471 508 515 575 608 646 657 667 812 904 914 994 997 1004 1017 1018 1080 1133 1143 1164 1188 1191 1201 1217 1218 1308 1308 1324 1338 1426 1456 1481 1506 1523 1545 1583 1604 1626 1631 1674 1698 1704 1713 1743 1787 1796 1837 1860 1875 1876 1913 1938 2065 2067 2078 2157 2161 2163 2236 2239 2252 2261 2265 2301 2386 2441 2464 2502 2506 2513 2529 2590 2591 2627 2649 2651 2656 2753 2767 2796 2797 2871 2949 3035 3056 3057 3081 3085 3J64 3282 3309 3315 3322 3335 3348 3432 3433 3492 3587 3606 3626 3628 3639 3647 3653 3706 8786 3805 3807 3821 3868 3871 3891 3903 3928 3939 3953 3967 4004 4015 4033 4105 4123 4175 4177 4183 4213 4239 4242 4288 4313 4320 4365 4442 4549 4679 4685 4733 4742 4748 4759 4848 4866 4880 4884 4890 5032 5040 5158 5159 5188 5285 5290 5310 5375 5377 5391 5558 5746 5760 5801 5840 5863 5910 5976 6014 6015 6029 6077 6346 6365 6376 6381 6391 6438 6451 6485 6489 6513 6532 6621 6727 6785 6907 6917 7012 7026 7095 7147 7158 7159 7177 7238 7271 7279 7314 7353 7385 7386 7390 7401 7402 7487 7528 7544 7548 7605 7643 7661 7749 7753 7785 7873 7938 7947 7948 7981 8003 8015 8045 8053 8082 8090 8107 8136 8163 8168 8223 8303 8327 8341 8360 8379 8391 8409 8412 8440 8442 8452 8514 8523 8539 8591 8635 8677 8683 8684 8712 8720 8790 8803 8840 8843 8869 8892 8898 8911 8959 8981 8995 9008 9098 9111 9160 9209 9231 9279 9281 9286 9354 9374 9413 9430 9479 9503 9571 9587 9613 9658 9715 9730 9791 9806 9846 9879 9882 9905 9924 9932 9946 10042 10059 10107 10125 10148 10152 10170 10191 10203 10214 10237 10248 10266 10298 10326 10461 10468 10503 10507 10520 10527 10535 10541 10543 10568 10580 10615 10658 10784 10794 10861 10909 10911 10991 11058 11064 11083 11130 11185 11211 11240 11256 11277 11334 11377 11455 11460 11629 11632 11672 11699 11762 11803 11815 11830 11911 11976 12062 12089 12146 12212 12218 12222 12227 12315 12330 12384 12449 12553 12562 12563 12604 12610 12666 12671 12714 12745 12784 12823 12834 12855 12898 12970 12973 12990 13030 13049 13051 13113 13120 13122 13148 13152 13177 13178 13193 13189 13197 13198 13204 13222 13230 13231 13254 13279 13309 13344 13368 13365 13410 13418 13426 13452 13474 13475 13498 13524 13541 13587 13665 13693 13704 13716 13747 13828 13840 13841 13970 13972 13981 14015 14039 14098 14101 14117 14154 14224 14298 14356 14359 14373 14404 14417 14441 14497 14501 14626 14628 14665 14668 14698 14699 14718 14815 14878 14918 15012 15020 15072 15092 15102 15184 15202 15210 15238 15W 15244 15260 15289 15346 15367 15436 15473 15500 15545 15603 15612 15625 15635 15748 15758 15807 15828 15850 15853 15878 15932 16025 16048 16051 16093 16100 16169 16177 16331 16345 16535 16549 16616 16632 16677 16689 16697 16743 16767 16883 16923 17005 17085 17055 17077 17108 17128 17126 17129 17146 17159 17185 17222 17261 17292 17309 17310 17325 17343, 17358 17359 17430 17460 17472 17473 17481 17497 17508 17570 17588 17587 17592 17599 17626 17631 17682 17752 17757 429e Nederlandsche Staatsloterij. 5c Klasse. Trekking van Donderdag 8 Juni. 1000: 7473 17788 ƒ400: 1842 5164 6979 11807 ƒ200: 3229 14960 16113 ƒ100: 4582 5591 14066 14367 18717 19088 20289 22623 Prijzen Ivan ƒ70: <65 203 220 253 268 087 394 461 921 1167 1291 1306 1311 1383 II 1596 1590 1666 1794 191\1939 1! 2196 2242 2309 2326 2401 2577 2l 2659 2703 2721 2799 2951 295>»3< 3255 3445 3511 3862 3925 4316 4866 45( 4660 4730 4902 5099 5291 5608 5651 571 5823 5971 6030 6031 6103 6155 6227^45 6658 6660 6749 6993 7199 7220 7434 7611 7732 7823 7920 8021 8161 8193 8326 8401 8483 8548 8794 8947 8955 9035 9068 9088 9201 9318 9362 9405 9531 9*63 9718 9770 9835 9876 9884 9889 9954 10016 10056 10233 10744 11044 rn*‘ 11337 11419 11548 11780 11805 11828 12024' 1007 19 ö4 llöi 1202 lö >37 40 49 1321 •J 3613 144- 40 D6 ou 92 1513 3704 30 1)5 1Ö14 45 74- 91 33 1724 93 4121 24 69 Ruggiero maakte die büzondere züwaart- sche beweging met het hoofd, die in het zui den toest -mming en tegelykertüd goedkeuring beteekent. „En wy men en de 7275 9357 11624 82 70 34 /326 90 70 46 96 99 82 9472 11719 7404 9551 69 13 6111817 28 71 46 7538 73 48 53 87 ó2 57 98 07 83 9649 90 93 58 11925 7630 6b 35 48 9700 51 85 73 25 66 90 84 35 -- 7757 66 7830 73 62 95 76 9ó2ö 140 7901 80 16 95 22 9935 93 89 i 8060 10012 76 32 87 43 16 99 62 70 38 8HÜ 64 74 19 82 94 38 9012417 62 10114 31 1305 69 63 3010236 O'/ 36 45 12519 7? 103^ S 81 17107 --- *~577 14929 33 52 77 68 82 15160 IT£4 128H 15283 K 11 28 15302 W 92 38 10615 90 32 94 69 12914 703 98 36 47 13031 54 99 13135 - 10907 32 65 OVER I De kwestie van de a -te verstrekken intemt het oogenblik zeer de tijdlang allerlei pessii ronde gedaan, maar als men het zoo n< ge.- bericht van den 1 I der Times de ronde g teekenen, welke wijzen welk waarschijnlijk hie <h banliers van hun k ductie van het Duitscl drag zullen voorstellen dering der jaarlijkscht tijd van b.v. 20 jaar. De d. w. z. het verschil tu vnstgestelde bedragen land volgens de banki binnen 20 jaar nog ste en wel met samenges wiize zou de hoofdverp) ven. Daar de bankiers Du 'schland jaarlijks 2'/ belalon, hetzij aan de c els rente en amortisat thins uit te geven 20- dui-l-'lijk, dat de bankier sie voo- mogelijk houd va01 stel werd ingegaan, re pondent aan zijn bei ven do houding af, die en haar verte# enwoord Van herstel aannemen. dchen aan den ster de 1, en wel waarschi d rbeid, der commissif bankiers niet toegeven Oordeel van den corres file crises tot dusver on In het bovenstaande Mn compromis. Hie^rm tergelijk tusschen het si fce aan het vastgesteh bedrag niet getornd we Standpunt der bankiers, voor de geldschieters. De vei tegenwoordige linden, ook België, heb! der Duit^che schuld als Waarde eener internation groot, hetzij zij klein Ban dit bericht werd t< rijk met deze reductie a! men, wanneer zijn eigen Amerika op overeenkon tninderd. Het officie bureau, Havas, meldt, van herstel zich be: Biet het antwoord aai '"een internationale9 leer Welke laatste o. a. h haar onderzoek moes het 1.1 der der bedragen loosstellingssom vastges’ Vc mineer ing van het tot wegen. Uit Dubois zijn bijgevolg ni- Notie, waar - 18984 -.^ilO 41 19059 12997 19 <1919IM 13017 69 16994 71 34 14814 17175 19316 13180 66 82 19440 13307 14982 17316 19603 28 15016 78 76 15142 17434 19737 13405 15243 65 19855 64 54 1759520060 1352U 62 17620 51 15301 48 20259 13654 67 17742 65 15439 61 20309 51 92 92 98; ^~..83L 9602 114^ 78 15789 ^20700 9745 11520 14019 97 97 31 9801 11645 92 15809 17993 20817 42 91 14111 41 96 64 11708 31 15946 18127 20932 75 95 49 71 35 *3379 12233 75 16361 18218 .J198 99 83 84 40 10209 12384 14252 87 18405 16 12466 77 88 15 28 12545 14316 16573 18613 73 12621 37 16766 18921 <*l X 12914 I .4OB W - I a l78°ï «4 4220» 2U»1 speelde zuchtjes al de weemoedige muziek, die zij zich herinneren kon; maar dat was niet veel. Het gaf haar echter eenige verlichting, want zij kon tenminste» beproeven iete uit te druk ken van hetgeen zich niet met woorden liet zeg gen. Zy was geen musicienne, maar zy speelde vry goed en dezen avond wits er iets in de klan ken, welke zü aan het instrument wist te ont lokken, dat menig muzikant haar benijd zou hebben. Zü bracht in haar aanslag wat zü leed, en het gaf haar een vage voldoening te luisteren naar de klacht der droevige tonen, die zü te voorschün tooverde, als zy stegen en daalden en wegstierven. De deur werd geopend en San Miniato kwam binnen. Zü hooide zyn voetstap en herkende dien en dadelük sloeg zy luide accoorden aan en begon een vlug walsdeimtje. „Je hebt eerst Iets heel anders gespeeld, toen ik bij de deur kwam”, zeide hü, en ging naast haar zitten. „Ik dacht, dat je misschien liever iets vroo- lüks had,” antwoordde zü, zonder naar hem te küken en steeds voortgaand met spelen. San Miniato beantwoordde die opmerking niet, wantf hy wantrouwde haar en verbeeldde zich, dat zy’ misschien een verwijt gereed had. Haar tong was dikwüls scherper dan hem lief was, ofschoon hy' over ’t geheel niet zeer ge voelig was. „Wit gy iets voor mij zingen?” vroeg hy, toen zü de laatste accoorden van de wals had aangeslagen. „O, zeker,” antwoordde zü 'tnet een vroolyk- heid die hem verrastte. „Ik heb juist zin in zin gen. Mama,” riep zü, toen de Marchesa de ka mer binnetrad „ik zing voor mijn verlopfde. Roerend hè?” „Het is zeer goed van je”, zeide San Miniato. De Marchesa glimlachte en liet zich op een stoel neervallen. Beatrice sloe" gon i— x slotc rwijl den

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1922 | | pagina 7