i NIEUWS- EN A BERGAMBACHT, BERKENWOU KERK a. d. IJ„ OUDERKERK Dit blad verschijnt dagelijks beh: FEUILLETON? 4JE GENEZER N.V. „DE TIJDGEEST'. BUITENLAND. ADVEttTENTIëN: ran Je mama.” KANT. stellen, naamstt 1921—2 tistiek garantie voer, landsch» per spo tieken in denz» ceerd w Prod geering drie mai metallur maatreg tiek ov dustrie Het cotr srhe rei producti onderzo» P i n a sche reg de statie b\ engst garantiei mede te over de over e< opgesteli De Dt het accc tink, iedi zicht doi jaar van gorieën worden commis comité randtim j.l. in; econorr overhai subcom haar b< heeft u Sta lands treffend maandf schen 1 in de n Duitscb dezer p zijn da; princip» gorieën rief; af belangr overleg rantie-c tisch ri het gi verdeel, den ov» het ree sche rij het kal ter bes De vorstin had de woning in de Drefflinger- strasse niet willen betrekken, daar die toch niet aan haar eischen voldoen kn. Daardoor was het echtpaar gedwongen in het hotel te wonen, totdat de nieuwe villa in de Rauchestrasse in gericht zou zyn, die de vorstin ty'dens haar verblijf in Nizza had laten bouwen. Daar het ’t zelfde hotel was, waar zy vóór haar huwelijk had gewoond, gaf men haar ook nu nog haar stand worden de functiohari! van den dienst der contrdle van de exporten ABONNEMENTSPRIJS i per kwartaal ƒ23 per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal v Franco per post per kwartaal ƒ8.15, met Zond. Abonnementen worden dagelijks aangenomen by onze agenten en loopers, den boekhandel ei Onze bureaux zijn dagelijks geopend van I Redactie TeL 545. 1333 93 7577 9744 5656 '7633 7811 7972 door ROBERT HERRICK. 46 20k 17112 20227 17230 20338 -70 3582 808Q en een glimlach bogroeic donkere wingerd zonnestr de vreer ken, en Hng ron dat geh kleine v had de plaats 0 oogen plooide Een zi het bosc takken v een paai ven. Op hurkt bi staan. D voudig „Uis „Wat om is u begon h gezicht i keek’ on< guur van breed j oogen w. „Ik he vinden." „Hebt niet,” an zich lw> trachtte vergeten 124 3275 301 3410 481 3532 1006 3791 22 3840 1188 3943 1396 58 1721 4192 2o89 4703 2523 5183 3083 j 93 Een vrede die gesloten is onder heimelijk voor behoud van aanspraken, die stof tot een nieu wen oorlog kunnen opleveren, verdient den naam van vrede niet. fiOl volstrekt niet, teen hy haar van zijn dertien jarige Lou sprak. „Ik houd zooveel van kinderen!” zei zy en zond het dochtertje van den „vereerden mees ter” den volgenden morgen een wondermooie Iwnbonnière. Daarna lunchte zy eens by den „vereerden meester" en zy verbaasde fer zich over, dat een klein meisje al zoo groot kon zijn en zulke ernstige'Oogen had. Hörselkamp lachte. „Ja, zoo’n kleine huisvrouw heeft haar zor gen." De vorstin gekscheerde. „Huisvrouw op haar dertiende jaar toen speelde ik nog met de pop!” Maar dienzelfden avond zat Lou Hörselkamp by de oude huishoudster, die eens haar kinder meid was geweest en zei: „Als de wjrstin met papa trouwt, dan kunnen wy alle menschen betalen." Sedert haar oogen voor het leven waren opengegaan, hoopte zy er op dat „papa goed zou trouwen", want „papa had vreeselyk veel geld noodig” en kis hy er niet was, kwamen >r dikwyis heel onaangename menschen die hee» luid in het huis spraken én heel ongegeneerd de meubels bekeken. Maar de huishoudster zei, dat papa zooveel geld kon hebben als hooi; daar alle mooie, ryke vrouwen met elkaar om hem vochten en een van haar behoefde hy slechts te kiezen om eén ryk man te zyn. Lou Hörselkamp wist het van haar ryke vriendinnen uit de school, hoe goed ryke men schen het hebben. Zy zelf dorst er nauwelyks een'bij zich uitnoodigen, sedert men haar eens had gevraagd, waarom bij haar alle meubelen met zulke grappige postzegels beplakt wa ren? En toen haar vader eens in den winter tegen zyn gewoonte verscheidene maanden op reis was gegaan, ging het in de Derfflingerstrasse vaak heel krap toe; zoo krap, dat de oude huis houdster zich zuchtend genoodzaakt zag wat geld van haar spaarbankboekje af te nemen. Lou had er een flauwvermoeden van wat dat voor de oude vrouw wilde zeggen en een zacht schaamtegevoel daarover maakte haar onzeker en zenuwacthig. Maar de oude vrouw zei troostend: „Wacht maar, my^ muisje, totdat papa de vorstin trouwt, dan komt alles weer in- 't reine.” V Want dat papa nu in Nizzp was, waar ook vorstin Sukewitsch verblyf hield, was voor haar een bewijs, dat mijnheer eindelijk rede ver stond. En zoo zaten dan het kind en de oude vrouw menigen avond bij de zuinige petroleumlamp aan de met zeil overtrokken eettafel erf stel den het zich voor hoe het zyn zou als papa „Zou papa dan voret worden?" had Lou Hörselkamp eens gevraagd. „Dat niet, jou dom haasje", zei de oude vrouw. „Dan is het uit met het vorstin zyn. Zy zal mevrouw Hörselkamp heeten, net als je moeder vroeger.” Ma%r het gebeurde toch anders. Een tele gram bracht op zekeren dag het bericht, dat papa getrouwd was met verstin Sina Suke- witsch. Het stond ook in de couranten. Toen kwam er geld voor het huis en een kist met allerlei mooie dingen voor Lou. Op zekeren avond verscheen een knecht uit een hotel met een briefje van „vorstin Sukewitsch”: „Myn lief dochtertje, papa en ik kunnen niet langer wachten, je in onze armen te 'slui ten. Een uur geleden zyn wy aangekomen. De knecht van het hotel heeft de opdracht je by ons in Bristol-hotel te brengen. let, met het fyne gerinkel van haar gouden halssnoeren. „Ben je hier, Lou, en ik zoek je het heele huis door! Wy zouden toch naar gravin Ober- wall gaan en je bent nog niet gekleed. Dat is ontzettend. God weet hoe lang ik nu moet wachten.” Sedert dien dag gebeurde het dikwyis, dat de vorstin moest wachten. Met de onachtzaamheid van den scheppen* den kunstenaar liet Hörselkamp nu dikwijls alle beleefdheden, die de maatschappy van hem* eischte, na. Om zyn dochter had hy zich, on danks alle innerlijke genegenheid, nooit veel bekommeid. Zyn model liet hy ternauwernood op adem komen. Het buigzame, jonge lichaam, welks fyne lynen door het zachte weefsel van haar kleeren meer uitkwamen dan verborgen werden, bracht hem in verrukking. En in de korte pauzen, die hy haar gedurende den ar beid gunde, wakkerden haar woorden, die van een sterk, al wgs het ook volkomen onge schoold,, kunstbegrip getuigden, de brandende eerzucht in hem aan. Zeer verlegen en toch ook weer zeer beslist veroordeelde Lou alles, wat haar vader slechts schiep door zyn meesterschap over de techniek, maar haar kunstgevoel niet bevredigde. En dit voelen was van zulk een teerheid en zekerheid, dat Hörselkamp in zyn dochter zyn strengsten criticus ja zyn eigen kunstgeweten zag. Later gebeurde het, dat hy een werk van vele weken eenvoudig te morsel sloeg, als Lou’s blik ken er verlegen langs gleden. Het was haar dan een verlichting, als hy haar daarby in ruwe woorden toesprak en de vernielende daad als het gevolg van een uitbarsting van drift voor stelde. Zy leed ook, als hy niets zei, maar het „door haar blikken mishandelde werk", zooals hy het uitdrukte, stil naar een hoek verbande of in alle stilte vernietigde. Zy leed ook, als hy werken moest „op be stelling'', vaak het resultaat van lang en vurig aanhouden der vorstin en meestal een voor wendsel voor allerhande kleine feestelykheden en verhoogde uitgaven’voor het toilet. In de laatste twee jaren was het dikwyls voorgekomen, dat Hörselkamp deze opdrachten kortweg afsloeg. Dan kuste Lou hem soms in plotselinge opwelling de hand, maar mevrouw Sina zette groote, zeer verbaasde oogen op, beproefde het met vleien, en sloeg als dat niet hielp de een of andere kostbare vaas of mooie bonbonnière stuk, brak een waaier of scheurde een zakdoek. Als zy zich dan doof voor alle woorden in tranen badende in haar kamer opsloot, sloop Lou in het atelier van haar vader. Vol schuldbesef stond zy op het kleine po dium) durfde haar vader ternauwernood aan- kyken, die somber, met koude zenuwachtige handen zyn kunst diende,die hem vervreemde van zyn vrouw. Als hy haar dan barsch vroeg: „Is mama kalmer geworden?” dan glimlachte zy moedig en antwoordde: „Ja zeker, papa, zy wist niet wat u juist onder handen hadt.” (Wordt vervolgd.) 5906 6184 (>584 7318 Vorige lijst stond 5695 m z. 5693 5502 5588 m.z. 5508 1107 m.z. 1170 8008 r. Trekking van 190 nummers ten overstaan Notaris A. G. Muil*. Donderdag 27 Juli 1922. Prijs van f 100 8234 f 90." (eigen geld.) 9404 11764 13687 15866 17727 9539 11828 14011 15951 18822 77” 95 14153 16753 19412 9849 12234 62 61 65 $76 12587 14288 16926 19737 85 12843 14517 32 19817 10425 66 14864 17041 20054 - 11018 12959 15005 46 20120 —17 40 13263 82 - 907311218 13381 15208 9199 11300 13457 15509 17329 m.z. m.z OVERZICHT Wij geven thans de bizonderheden weer, die in 't memorandum van 't garantie-comité aan de Duitsche regeering zijn vervat met betrek king tot de kapitaalvlucht en de statistieken. Ingevolge een belofte van de Duitsche regee ring, vervat in haar brief van 28 Mei 1922, hebben de Duitsche gedelegeerden gedelibereerd met het garantie-comité over het vraagstuk van de bestrijding der kapitaalsvlucht; de Duitsche gedelegeerden hebben aan ’t comité als pro gramma der te nemen maatregelen een schema medegedeeld, dat bestemd is om de van kracht zijnde Duitsche wetgeving aan te vullen, als mede richtsnoeren voor de uitvoering der be palingen van 't vorengenoemde schema. Men is het er over eens geworden, dat de Duitsche re geering het noodige zal doen, opdat de vastge stelde maatregelen van kracht kunnen worden in den loop van dit jaar. Herhaalde keeren, aldus het memorandum en bovenal, wanneer men er hen op wees, dat, ondanks de voorgestelde beschikkingen ter voor koming van de kapitaalvlucht deze nog steeds kon plaats vinden werd door de Duitsche ge delegeerden ten bescheid gegeven, dat het slechts voldoende was aan de maatregelen te gen den exodus van 't kapitaal een wettelijken basis te geven, omdat de overtredingen zelf steeds konden worden ontdekt door de functio- u',voer narissen van den JBuch-und B**triebsprüfungs- dfenst (service du contrdle des comptabilités et des exploitations)) bij hun verificatie van de boeken der betrokkenen. Alleen dus, wanneer door de inspecteurs van den betreffenden dienst met de grootste aandacht werd gecontroleerd, zouden de schikkingen, vastgesteld tusschen de Duitsche regeering en ’t garantiecomifé, de resultaten ren opleveren, die laatstgenoemd H<*k. 1 ,fomité ervan verwacht. Hieritit’vloeide voort, dat het hó5'1'’nl(eliflt was, dat de delegatie van 't garantie-rom'té voortdurend voeling hield met genoemden Prüfungsdienst. Dit contact zal tot ‘bracht op de volgende wijze*, k, die belast zijn met de leiding en zullen de onderdrukking bij 't rijksministerfe van financiën worden geac crediteerd en meer spe» ien staatssecretaris, di \r6le van dycomptabiliteit bn de exploitatie ten- linde de lienst.. Dl» vorden gek leurs van en op de hl de gedelegeerden inlichting» Medewerking te erlangen van dezen eze gedelegeerden zullen in kennis iteld met de werkwijze der contro le Buch-und Betriebspriifungsdienst bogte worden gebracht van de resul taten, die deze controleurs bereiken; wanneer de gedelegeerden inlichtingen wenschen, dari moeten deze hun worden verstrekt. Het geheim der vermogens en der individueele aangelegen heid zal echter worden gerespecteerd. De voor waarden, onder welke deze medewerking za! worden verleend, zullen nader worden uiteen gezet in de nota's, die het rijksministerie van financiën zal richten tot het garantie-comité. Tot zoover het memorandum van 't comité met betrekking tot de kapitaalvlucht. Nu de bepalingen inzake de statistieken. Het garantiecomité meent als volgt de maatregelen goudmar te kunnen samenvatten, die genomen moeten geeft. He Plotseling ging de vrouw de trap af en liep langzaam in de richting, die de jonge dokter had aangewezen toen hij over Dr. Holden’s wo ning gesproken had. Haar dwalende blik gleed over het kleine, steenen huis op den top van de tots en alsof het ineens tot haar doordrong, dat daar de plaats was, waar zij den dokter zou kunnen vinden, ging zij het oneffen pad, dat er heen leidde op en beklom met moeite de stei le helling van de rotszij stond na elke paar •tappen stil om met haar hand over de oogen hftar boven, naar het huisje, te kijken. Zoo •leepte zij zich langzaam en pijnlijk naar den top en zonk daar uitgeput neer voor de deur •an het kleine, steenen huis. Daar bleef zij zit ten met haar hoofd geleund tegen den deurpost, haar oogen gesloten om de schittering van de nittegolven boven de boomen niet te zien en •onder aan uur of tijd te denken. Daar zat zij, een zwarte plek tegen de ver keerde deur, die omgeven was door wilde win- >erd een gezicht, dat jong noch oud was, kleurloos, bloedeloos, met ingezonken oogen ouden titel. Zelfs in de uitgaande wereld werd haar dien nog lang gegeven .alsof zy er recht op had evenals vrouwen uit regeerende huizen haar oorspronkelljken titel te behouden zoo de titel van den man niet overeenstemt met den hare. Ix)u Hörselkamp voelde deze scheiding van namen als iets ongepast. De arbeidskoorts, die haAr vader aangreep en zulk een tegenstelling vormde met de langzaamheid, waarmee %ljn arbeid vroeger vorderde, was voor haar het be- wy«, dat ‘hy er naar streefde zich meer te doen gelden. De vorstin dulde glimlachend zyn yver en toen de gouden medaille een zekere beroemd heid aan zyn naam gaf, liet zy op haar schrijf papier een H vlechten in haar S. S.-monogram, waarvan zy geen afstand had kunnen doen en op haar visitekaartjes aan het: „vorstin Suke witsch” een 'verbindingsstreepje met den naam van haar man toevoegen. Haar stiefdochter betoonde zy een speelsche, verstrooide teederheid, zonder eenige belang stelling voor het ziejeleven van het kind, dat zich maar niet thuis kon voelen in het luidruch tig leven van dit grootscheeps ingerichte huis. Zij gin$f geheel op in de groote wereld, die het onderhouden der betrekkingen tot een inspan- nenden arbeid maakt. Op haar eleganté, oppervlakkige manier maakte zy krachtig propaganda voor de wer ken van haar man, waarby financieele overwe gingen allerminst een bykomstige, zy het ook een op den achtergrond gehouden, rol speelden. Er was geen groot salon in Berlyn, dat niet in het bezit kwam van een beeldje, buste of groep van Hörselkamp. Hij was als beeldhouwer in de mode gekomen, zooals hy het vroeger als man was geweest. En zyn inkomsten hielden spoedig gelyken tred met haar eigen revenuen. Het groote apparat van het met Poolsche spil zucht bestierde huishouden verslond beide. De vreugde, die Lou over de gouden medaille van haar vader uitte, was in zulk een tegenstel- lingmet haar anderg verleden en terughouden den aard, dat Hörselkamp niet wist, hoe hij het had, en het kleine meisje, dat nu al een zeven tienjarige dame was, gadesloeg. Er lag iets in haar oogen, 4at hy nooit gezien had in den 'jlik der vrouwen, met wie hy tot nu toe was om gegaan. Er lag iets stils, verlangend in deze oogen, een smeulende verwachting, een verle gen bewondering. Zulke oogen had zyn eerste vrouw gehad. Zoo had zy hem aangekeken, als hy met een werk klaar was en haar vroeg, hoe het haar beviel. o Hy was er verlegen onder geworden ep trok haar aan de haartjes by haar slapen. „Stel je dan zooveel belang in die dingen?" Toen had zy heel ernstig geknikt en was naar den mooien Doge-zetel toegeloopqp, als om die zacht met haar slanke vingers te stree- len. „Dit werk van u heeft my altyd zoo goed bevallen, papa, veel beter dan al het andere, papa. Ik heb uw model benyd.” Zij lachte verlegen en werd rood tot onder het witblonde haar, dat zich in wazige lichte wolkjes om haar smalle slapen krulde. „Heb je den stoel benyd?” „Ja Zooals zy daar stond zeer slank, met eehigszins naar voren gebogen hoofd, den nog kinderlijken, zeer blanken, langen hals zacht terzyde geneigd, had z yiets van die teere, jonkvrouwelyke Madonna’s uit den tyd der pri mitieven. „Blyf eens staan- Met een houtskoolstift teekende hy de lyn van haar gestalts op een stuk teekenpapier. Zy bewoog zich niet. Evenmin bewoog zy zich, toen hy het papier wegwierp, een stuk leem op het piëdestal kletste, en met zyn breede vin gers de weeke massa in den door hem ge- wenschten vorm dwong. „Wil je uitrusten?” vroeg hy op eens. Hy wachtte echter het antwoord niet af, doch kneedde verder. De vorstin kwam in het atelier in groot toi- de knpünnlvlucht, •daal in contact staan met lie belast is met de con- -Prijzeo v«n 5408 7- 10 5548 85 5709 5809 8522 10425 8651 11018 1! 8847 40 1:

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1922 | | pagina 4