EÜWS- EN S Dit blad verschijnt dagelijks be FEUILLETON. DE GENEZER GAMBACHT, BERKENWO K d» U«> OUDERKERK BUITENLAND. o. 1BOO1 .aoSlSE, N.V. „DE TIJDGEEST". (Wordt vervolgd.) ADVERTENTWN: B< 118 21 40 „Ik weet het, papa: pauw blauw met groene 95 5684 door ROBERT HERRICK. 96 8606 ABONNEMENTSPRIJS» per kwartaal per kwartaal ƒ2.90, per week 22 cent, overa Franco per pon per kwartaal 8.1b, met Zc Abonnementen worden dagelijks aangenom bQ onze agenten en loopers, den boekhandel Onze bureaux zijn dagelijks geopend vai Redactie T< M*. Tl het de I afwa bijee heef Ui Etvji stek' leen, waai 500 den loos op 1 Voo kom wam men met het 22 77 13 66 601 67 17581 19 1516617648 54 15213 51 61 66 75 17760 .7805 i 48: 18018 54 72. 79 114 18118: 38 61 52 99 100 55 65 209 315 56 3165 92 5430 58 86 Hi ,41 Hefd moe geve te. I mog „h door A dui v kleir ache: D< z(j: „En en li A A zë a JB A A nerir A heen A ben geve vech weg 23 2763 25 2810 34 77 2905 5203 22 15 39 91 Ct- 3059 81 6705 8895 10910 52 -- 29 67 46 13452 13509 15807 51 62 78 88 84 15921 13600 16057 3 62 62 86 .HU 16102 32 91 3516232 W1CX2 W 16432 s 67 81( 3657 5835 t 3711 1141 48 1219 3815 48 51 89 1374 1415 65 44 66 45 1515 90 22 4123 28 43 58 62 64 4211 78 23 1603 4325 61 32 71 41 1736 63 65 doeken bipnehgebracht en de zilveren ysemmer gereed gezet. De voorbereidselen voor het „geïmproviseer de kleine diner” waren gereed. Lou kon zich gaan kleeden. Nauwelijks had zij haar haren opgestoken, of mevrouw Sina Het vragen, of de juffrouw „eindelijk” nog niet klaar was. De kamenier gunde zich ternauwernood den tijd om de haken van de taille te sluiten. Me vrouw was vandaag zoo ongeduldig. Lou zond het ineisje weg, zocht alles zelf bijeen, droogde haastig* haar handen, sloeg de licht blauwe, dunne sjaal om het décolleté van haar eenvoudig licht japonnetje en begaf zich naar de kamer van haar vader. „Bent u klaar, papa?” Een dichte walm van cigarettenrook ..kwam haar tegemoet, toen zy de deur opende. Hörselkamp liep met de handen op den rug op en neer. Hy keek niet om naar zijn dochter, toen zy binnenkwam; zy bleef verlegen bij de deur staan. „Wat js er toch, papa?” Hy antwoordde niet, wierp de cigarette in een wijden boog in een aschbak, die op zyn schrijftafel stond. De kamer was donker, alleen de kleine lamp op de schrijftafel verspreidde een lichtkring op het bruine zeil. Een open brief lag verkreukeld op het zwarte juchtleeren map. Van verre her kende Lou den firmanaam van den agent die haar vader het marmer leverde. Haar hart stond stil. „Hoeveel is het, papa?” „Twintig duizendI” Zy herhaalde met stekkende stem: Twintig duizend!” Zy snelde naar de tafel en boog zich over de rekening. Hörselkamp zag hoe bleek zy werd. Onze ker streek hy door zjjn grijsachtig haar. „Maar de kerel liegt het toch. Mama heeft hem voor drie maanden al vyf duizend be taald van de buste van mevrouw Von Beurt. Je weet toch je waart er zelf bij.” Lou streek met de vingers over de vochtige slapen. „Ja zeker ik weet het.” Zy wist nffc waar de vier duizend mark van daan kwamen, die zy den bontwerker als af- japon van mama heeft Maar dadelijk.” betaling had gebracht op een mantel van sa- spre! zij l desti Men van maa geer volg diel betn over dige dat les oog< den. bied sche allee liqui vooi deze digd talin verv Ai rege 26 toes kelij MARKTBERICHTEN. Coöperatieve Kweekersvereeniging „Gouda en Omstreken” te Gouda. Veiling van 7 Augustus. Rozen 10—50 ct., Dahlia’s 1030 et, Gla diolen 1018 ct, Pyrethrum 6 ct., Leeuwenbek 24 ct. per 10 stuks. Lathyrus 2 ct, Plox 47 ct., Dephinim 10 ct. per bos. stukken naar den rand van de tafel om ze te vullen met.de bloemen, die de tuinman juist in een mand had gebracht. Loom ging de oude vrouw op een hoek van den stoel zitten, trok Lou aan haar japon, en dwong haar zich naar haar toe te buigen. „De man wil beslist zyn rekening betaald hebben, haasje. Wanneer zal ik hem terug la ten komen?” „Een dezer dagen, Phientje Papa krygt een massa geld. Je weet toch, de Amerikaan met de dertig duizend mark. Mama zegt, die betaalt dadelyk. Reken maar eens uit, Phien tje, wat noodig is. Mama moet dadelyk tien dujzend mark geven. Dan is alles weer zoover in orde en hebben wy vier weken rust.” Dé herinnering aan de scène in het atelier kwam weer boven. Heete tranen welden op in haar oogen. „Dat zondig vele geld en vier weken rust. Wat zouden wy met dat geld niet gedaan heb ben in de Derffingerstrasse nietwaar, myn muisje Neen neen niemand kan mjj van die rijken wat wijsmaken. Die hebben het minste.” Boos stond zy op, liep, steunend op den rand van de tafel, er om heen, streek de breede ler- sche kant in den tafellooper glad. „Zulke kant behoort aan een bruidskleed, en niet onder een soepterrine,” bromde zy. Twee knechts en het kamermeisje liepen door elkaar, sleepten glazen en zilver aan, de den de ramen open. Lou verdeelde tafelkaartjes volgens een beschikking van een mooien, ivo ren tafelwyzer, dien ^e vorstin naar beneden had gestuurd. Toen werden de rapien weer dicht gedaan, de lichten aan het plafond uit- f 90.- (eigen geld.) XC511454 14087 16474 18664 r:i 11535 14150 8218720 12 47 14234 97 24 22 67 82 16523 51 9732 77 14320 96 76 3611611 4216623 96 82 Tl - ‘11774 1181P belbont, dien mama zich zelf als Kerstgeschenk had vereerd. „U moet u nog kleeden, papa”, zei zy «acht. Hörselkamp streek zich met den duim onder zyn kin. „Tot daar zit‘het my; tot daar. Ze hangen me de keel uit, die vervloekte feesten, de ge- heele rompslomp in het huis. Ik heb genoeg van al die opgesierde en geblankette vrouwen, van wie ik suikerpoppetjes moet maken, omdat zy het niet kunnen dulden als ik haar weergef zooals zy zyn. Ik heb er genoeg van eiken avond in myn eigen huis voor de dames en hee- ren den dienstwilligen dienaar te spelen, ze zoolang myn wyn in te schenken, totdat zy mij in de roes als aalmoes een bestelling, doen.” Hy liep naar de schrijftafel toe en sloeg met de vuist op den rand. „Ik doe er niet meer aan mee, hoor je. Ik pak mjjn boeltje by elkaar en dan kunnen jelui my zoeken. Dan kan mevrouw de vorstin haar feesten geven en jy kunt zien een man in de netten te krijgen.” Luid schreeuwde hy de woorden uit, met de heeschheid in zyn stem, die zich telkens by elke heftige opwinding liet hooren. Lou boog het hoofd en trok met koude vin gers aan de einden van haar sjaal. Zij kende die uitbarstingen. Die rukten aan haar zenu wen, drukten op haar hart, zoodat het haar te moede was aló een vogel, dien men den hals dichtknypt. Maar zij wist als de storm weg gevaagd was dan bleef toch Illes by het oude. Zü wist het, de vuist zou nog twee, drie maal op de tafel neervallen, dan zou zij zelf opstaan en hem toevoegen: „onze gasten zullen dadelyk komen”, en zy wist dat hy het vol gedraaid, de flesschen roode wyn in gewarmde 'gende oogenblik om den knecht zou bellen, om tien minuten later in rok en witte das naast zyn mooie vrouw de gasten te ontvan gen. Zy wist, dat hy de gepoederde en geblan kette vrouwen met de hem tegenover vrouwen nog steeds eigene teederheid de hand, zou kus sen. Zy kende dat opflikkeren van zyn stra lend blauwe oogen, als bekoorlijke vleierijen van bloedroode lippen kwamen, zij zou ook he den weer zyn blikken zien, die in den loop van den avond steeds warmer en vaker naar zyn vrouw plachten te gaan, in bewondering en waardeering voor haar schoonheid. Zij kende de loome dagen, die op zulke avon den volgden, het gemis aan lust tot ernstigen arbeid, de beuzelachtige uren in de gemeen schappelijke woonvertrekken, het droomerig rooken op het rustbed in het atelier. Lou (kende ook de onverschillige oogen van haar vader, als zy op het podium de voorge schreven houding aannam. Het was alsof zyn oogen zich weer aan haar moesten gewennen, alsof zyn geheele wezen weer door haar moest herinnerd worden aan de strenge kunst, waar van hy in vurige zinneroes vervreemd was. Tot dan eindelijk alles in hem weer ontwaakte, wat zy in hem bewonderde en waar zij zoo trotsch op was. Zoo zou het vandaag weer zyn, ge lijk het altjjd gegaan was. „De rekening behoeft u nu toch niet meer ongerust te maken, papa”, zei zy, sloeg het papier dicht en legde er een steen op. Zijdachte heel zacht. fe „De Amerikaan is toch ergens goed voor.” Hörselkamp antwoordde niet. Hy vond haar verlegen lachen laf. Zy had nu eenmaal de zelfde ruwe, onartistieke natuur als al de an deren. De natuur had haar alleen een paar kuische lynen gegeven. De natuur bedroog ook huichelde ode als vele vrouwen. Plotseling bleef hy midden in de kamer staan. Een gedachte was hem ingevallen. Iets onzjnnigs misschien, maar verlokkend ver leidelijk. Hy zou de natuur zelf weergeven. De natuur in de gedaante van een vrouw. Zijn vróuw. „Ga weg, ga weg ik moet my kleeden!” Hy duwde zyn dochter bjjna naar de deur. Zyn oogen flikkerden. Hy was bleek en opgewon den. „Laat my dadelyk zeggen welke kleur de 9478 11222 13711 16K 05 07 9911321 -61 78 -x 11401 13872 313982 sluiers er over heen!” Hy knikte. „Dat spreekt van zelf. Pauw-blauw met groen. Daar kun je van leeren, Je weet niet, hoe je je kleeden moet, kind, of je weet het buitengewoon goed. Je bent net als je kleeren. Dun zoo dun dat is alles. Pas op Lou, nu komt er wat nieuws van Hörselkamp.” In verwarring daalde Lou de trappen af naar de ontvangkamers. De vorstin stond voor een verguld hoekkastje met gebogen spiegelruiten en nam ei' een parelen halssnoer uit,’ dat uit een half geopend malakieten kastje over een klein gebedenboek in violet fluweelen band rit selde. Zy was heel mooi, terwijl zij de mat glanzen de parelen streelde, ze met den vochtig glan zenden blik van verliefde vrouwen aan haar lippen bracht, tegen haar zachte wang hield, waarvan het fy'ne ovaal zich in zachte lyn naar den verblinkend blanken, krachtigen hals neig de. Met koele, spitse vingers legde Lod de pa relen om den hals harer stiefmoeder en drukte den gouden draadfjjnen sluitketting in het slot. „Al was ik zoo arm als een kerkmuis, dan gaf ik de -parelen toch .niet weg”, zei mevrouv^ Sina. „Al had ik nog maar één hemd, dan hield ik de parelen. Ik moest ze altijd dragen, dag en nacht.” 14234 97 82 16523 14320 96 4216623 - - 61 86 18898 94 5303 7702 9848 11774 64 16703 19081 771181814424 3319109 82 38 67 16818 46 23 84 .66 14666 71 90 68 14798 7924 9932 99 14811 1( 87 1004011909 2411 5542 8004 12 5210118 21 10200 85 90 19891 19915 i 36 20082 88 20143 82 87 92 20259 i 84 20324 88 89 89 18288 20410 90 67 18304 90 14 20540 49' 88 76 20679 18505 20753 7 70 50 20830 63 34 -69 145 16352 18600 53 - 29 34 72 OVERZICHT Ongeveer te zelfder tijd, dat de Londensclte conferentie wordt gehouden gister is zl geopend om het delicate en veelbesproken vraagstuk der schadeloosstelling voor de zoo4 veelste maal onder de oogen te zien, zijn FrankJ rijke» retorsie-maatregelen van kracht geworj den. Zaterdag j.l, toch te twaalf uur moest dé Duitsche regeering de verzekering hebben gege-j ven, dat zij op 15 Aug. a.s. stipt de bedragen •ou storten krachtens het Ausgleichverfahren het verreken-systeem. Deze verzekering is ach terwege gebleven, maar de Fransche sancties zijn van kracht gewordenhet antwoord der Duitsche regeering werd te Parijs te dilatoiisch gevonden en het Fransche gouvernement be sloot derhalve ter handhaving van haar aan spraken een aantal strafmaatregelen te nemen. De verrekenbureaux te Parijs en Straatsburg zullen opdradht krijgen voorloopig elke erken ning van Duitsche vorderingen op te schorten. Bovendien worden de verrekenbureaux in dien zin geïnstrueerd, dat zij de schadeloosstelling, die door de uitspraken van 't gemengde scheids gerecht aan de Duitsche regeering waren toe- gekend, vooreerst niet betalen. De maatre gelen, voortvloeiende uit de Fransch-Duitsche overeenkomst van Aug.—Sept. 1921, op grond waarvan de door de verrekenbureaux te Parijs en Straasburg toegekende betalingen plaats hadden, worden tot nader order gesuspendeerd en de Duitsche regeering zal de uitspraken, die te haren ongunste zijn uitgevallen of zullen uit vallen, uit eigen middelen moeten uitvoeren. De verrekenbureaux te Parijs en Straatsburg hebben instructie gekregen er van af te' zien Duitsch- land ook maar op eenigerlef wijze In kennis te stellen van de netto-opbrengst van de liqui datie der Duitsche eigendommen in Frankrijk. Met onverholen leedvermaak constateert de Fransche nota, dat deze laatste maatregel de schadeloosstelling van Duitschers voor het 11- quideeren van Duitsch bezit in Frankrijk prac- tisch onmogelijk zal maken en Duitschland ver hinderen tegoeden in het belang van deze cate gorie zijner onderdanen te gebruiken. Bovendien wordt de uitvoering van de overeenkomst van Baden-Baden inzake de teruggave van meubi lair. dat door Duitsche eigenaars in den Elzas sn Lotharingen is achtergelaten, geschorst. En dan dreigt de Fransche regeering ten slotte, dat, nodhten deze verschillende maatregelen met voldoende zijn om het vraagstuk prompt te regelen, zij zullen worden gecompleteerd door verdere progressieve bepalingen. Men zietdit is al welletjeswant al zijn dit maal de militaire maatregelen, waarvoor som mige Duitschers reeds beducht waren, achter wege gebleven, dit neemt niet weg, dat de sanc ties opnieuw een aanslag beteekenen op het toch reeds zeer geschokte financieele eff eco nomische leven van Duitschland. Het prestatie vermogen van Duitschland wordt er opnieuw door aangetast, de kans op in-gebreke blijven wordt grooter en hieruit vloeien vrijwel automa tisch, tenzij Frankrijk besluit van koers te ver anderen ten opzichte van het Duitsche rijk, voortdurend nieuwe retorsie-maatregelen voort een perpetuum mobile van sancties derhalve. De Duitsche bladen, maar ook de Duitsche regeering zelf in haar nota, hebben de maat regelen van Poincaré (van Poincaré-la guerre 8940 82 11053 9083 65 9162 82 9253 11125 78 52 91 64 7069 9302 70- 25» 4779 7115 85 18 - 4802 7231 9503 92 39 47 15 96 83 51 34 2623 4953 7308 86 10319 54 10400 60 9 63 18 78 - Het hoofd fier opgeheven keek zij Kern onbe- greesd aan als eene die veel geleden heeft.’ Hij herhaalde hear woorden verbaasd. „Weer leven de vreugde in mijn leven laten komen. B-’grijp ie wat dat zeggen wil?” „Jar fluisterde zij. >,Ik begrijp ’tl Maar onthoud dit, mijn Genezer, dat voor het geluk, dat je nu zelf ontvangt, je aan anderen het le ven terug moet geven.” En langzaam, alsof zij hem ten volle de betèekenis wilde doen gevoe len van wat smart en ellende haar hadden ge leerd, vervolgde zij: „Geen vrouw moet je van den weg doen af wijken, wanneer je in werkelijkheid een Genezer Voor de menschen wilt zijn, een waarachtige Genezer. Wij vrouwen zijn als was in de han den van een man, of als duivelinnen, die hem I •en verderve leiden wanneer hij niet krachtig genoeg blijkt te zijn." Geen van beiden sprak gedurende eenigen en toen vroeg zij plotseling: „Waar is die hut, waarin je vroeger gewoond kebt, 'ang geleden?" „Bedoel je die oude jagershut in het dal van Be Zeven Meren?” H!j maakte een vage handbeweging naar het JDf»ten. ,Je noemde haar „de hut der zonde”, ondat met de duivelen in U mo-st vech*n?” 442 536 3204 86 64 622 3314 717 18 48 63 55 77 5fM2 56 842 85 27 79 912 3429 67 8166 32 12126 18 67 50 3K7 5835 84 4612316 48 71 53 3711 58 8610319 65 61 17408 19711 1141 48 5942 8243 38 12418 6717581 11 113 15 33 Trekking van 500 ounimen tea overstaan van Notaris A. G. Mulle. Maandag 7 Augustus 1922. Prijs van t 1000 6652 11450 20726 400 15239 200 8505 100 12351 12486 16369 19962 Prijzen van f 2638 5081 7324 «65 - 84 73 9611 98 02 12 5152 7437 00 7560 7653 73 7809 19081 19109 39 83 79 90 1603019224 - 17065 10365 79 14 52 17128 58 96 64 50 40 60 85 71 72 89 17288 19421 1500317349 34 *7 35 61 17408 19717 77 12803 10663 4' 67 1291. •71 70 83 12'““' 10716 77 47 5513101 70 56 32 15541 -- 79 57 65 91 8777 98 g 4474 6804 86 12 2051 4551 6911 2232 4628 75 71 2306 81 58 85 60 98 68 89 79 12002 46 ‘2126 - -. -M6 58 8610319 65 5942 8243 38 12418 - 80 54 10400 99 68 6067 60 9 12508 3935 6170 63 18 73 4009 6248 8325 10553 12728 27 50 27 - 42 6391 09 “6466 89 73 8442 6559 8556 88 b7 94 78 6610

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1922 | | pagina 4