Ij 3 f
NIEUWS- EN1 A
hH
s-s
liJ s
isH
18002
Dit blad verschijnt dagelijks beh
BUITENLAND.
FEUILLETON.
l e.
iemand, dia
DE GENEZER
4 door
-
Bergambacht, berkenwou
'KERK a. d. U., OUDERKERK
”1
N.V. „DE TIJDGEEST".
Trekking vu 560 minnen ten overatau vm
Notarin A. G. MulM.
S
55
- - w
I’S
2ÜJ 2323
--
g-5?
“lii
ADVERTBNTHNi
M
a
'c, jnoesten door de geallieerden productieve
74
ten be-
J voor-
19044
66
98
19188
M
19237
hoofdzz
op de
wagen
overwe
hielden
steeds
vrouws
laatster
betalen
Mina
doodge
opgewt
zoo eet
vastkla:
had ge
rust er
staande
nooit o
gekomt
en onv
altijd k
zou h
patiënt
Iets zei
lijk nu
tegenp
Maai
ootrpée
losse I
hoefde
om ov<
't Was
xij «g
sterft,
zij van
oren,
Neir
nMjl
de wae
4*
wat je
Vorige
7c90
raat scheidden. Zijn introductie
geen aanwinst Voor de club.
ROBERT HERRICK.
„Ik wil, dat je met mij meegaat, Gerhard.” hem nog slechts veertien dagen van zijn döcto-
Gerhard rekte zijn slank bovenlijf, drukte ,a,.
heftig zijn duim op den gouden cigarettenaan-
GOl
was eigenlek
steker met den grooten smaragden knop; de
spieren in zijn wat magere, scherp geteekende
wangen speelden met de regelmaat van een op
gewonden mechanisme.
„Uw wensch is voor mij natuurlijk bevel,”
antwoordde hij kort, nam zijn hoogen hoed van
den haak en liet zich zijn jas weer om de schou
ders slaan.
k Op het bordes liepen zij tegen Van Taysen
SPORT.
VOETBAL.
Uitslagen Jubileura-Seriewedstrjjdan
„Schoonhoven”.
Sparta 2—G.» S. V. 3 0—3.
Sportclub 4Sliedrecht 2 11, na loting door
Sliedrecht gewonnen.
’t Oosten 1Sportclub 2 82.
G. S. V. 3—Sliedrecht 2 1—3.
Sparta 2Sportclub 4 02.
Afdeeling D.
Sliedrecht 2 le prijs.
G. S. V. 3 2e prijs.
Sportclub 4 3e prijs.
Sparta 2 4e prijs.
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal v
Franco per post per kwartaal 3.15, met Zond
Abonnementen worden dagelijks aangenomen
bö onze agenten en loopers, den boekhandel ai
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van I
Bedactia TaL 50.
de eerste plaats was zij nu eenmaal niet
‘4 —3 er gemakkelijk toe komt om haar
nederlaag te bekennenzij wilde liever in den
•chijn van een huwelijk verder leven, met een
men, die niet meer van haar hield en die haar
meer en meer verveelde, dan aan de wereld too-
■en, dat zij zich vergist had. Zooveel vrouwen
•deden dat, misschien de meesten wel, troostte
zij zichzelf. En dan was er de groot© quaestie
van de toelage. Zooals zij aan haas moeder al
had gezegd, nu kolonel Blak© hun fortuin ver-
knoeid bad in waardelooze fondsen, en nu het
met Nora’s man verkeerd was gegaan, was het
een ernstig vraagstuk geworden, hoe de heele
familie moest leven, hoe In de toekomst de
opvoeding van de meisjes geen zorgen zou geven
sooals zij zich dat altijd had voorgesteld. Zij
moesten hun kans op geluk in de wereld heb
ben, en hierfdj meende zij, zooals elke goede
moeder, meer geluk dan zij ooit zelf gehad
hel 't Eerste wat haar dus te doen stond, dat
«ag zij in, was de Genezend© bron met de hulp
van Dr. Percy weer op gang te helpen, of met
den 'dokter ergens anders heen te gaan en daar
«en nieuwe inrichting te openen, zooals zij al zoo
•ng van plan was geweest.
Ju. Maar de materieele zorgen waren hst niet
gewoon Drommels ja dat was wat. Die i
kon wat! i
Onwillekeurig streek hy met deVt»frers i
langs de om trekken van de „Waterdraagstek”, i
alsof de blik niet voldoende was om de edele
harmonie der lynen op te nemen.
„Tja graaf nietwaar een vernikkel
lijke gestalte. Deze bekoring in de beweging
der heupen X
En met dezelfde, streelende beweging der i
vingers streek een der heeren langs het beeldje.
„De man heeft geluk, dat hij zoo'n model in
zyn eigen dochter vindt.”
Langzaam nam Oberwall de monocle uit het
oog, liet ze door zyn vingers in zyn vestjeszak
glijden. i
„Het is koud in het atelier, vindt u ook
niet?” zei hy opvallend scherp, een antwoord
ontwijkend. Hy dacht er niet aan zyn gastheer
en gastvrouw iets te verwijten. Maar voor
hem was het huis, was de familie geoordeeld.
Een man. die zijn dochter aan de blikken en de
beschouwingen van het publiek een jong
meisje, dat zich aan deze taxeerende blikken
onderwierp dat telde eenvoudig niet mee.
Gerhard moest zyn bezoeken in dat huis ma
tigen. Gerhard mocht geen domheden begaan,
Hy voelde zich plotseling' zeer onbehagelijk
in deze omgéving, en hjj zocht naar het eerste
het beste voorwendsel om zich terug te trek
ken.
De knecht kwam binnen en berichtte, dat er
in het salon al enkele gasten wachtten, die op
de thee waren genoodigd.
Mevrouw Sina wilde er niets van weten, dat
de „beste graaf” haar nu al verliet.
Zy nam zyn arm en hield hem terug met
het zachte geweld van de Slavische, wier gast
vrijheid dikwyls zoo drukkend kan zyn.
Lou zag de pijnlijke verlegenheid, die zich
ondanks alle zelfbeheersching op het gelaat
van den ouden heer afteekende.
„Ik help u verdwijnen,” zei zy zacht met het
bekoorlijke, wat melancholiek lachje, dat haar
blond omlyst, teeder gelaat buitengewoon ver
fraaide.
„Maar myn lieve juffrouw
De aangeboren ridderlijkheid zegevierde by
hem. Hy zou haar den volgenden morgen eeni-
ge bloemen zenden met enkele beminnelijke re
gels. Het was alles wat hy kon doen om uit
drukking te geven aan zyn sympathie. Meer
omgaan, neen. Of in nadere betrekking ko
men? Ondenkbaar.
Het gelukte hem na welvoegelykheidshalve
een kwartiertje in het salon te hebben ver
wijld, onopgemerkt de vestibule te bereiken.
Terwyl een knecht hem met zijn jas hielp, deed
een ander een nieuwen bezoeker de deur
open.
„Wat doet u hier, papa?”
Met een haastige beweging liet Gerhard zyn
zwarte avondjas van zijn schouders glijden.
Graaf Oberwall nam een cigarette uit zyn
plat gouden étui, dat de initialen van koningin
Victoria in robijnen en diamanten bevatte en
zocht ostentatief naar een lucifer.
„Kun je my vuur geven, mijn jongen?”
„Alsjeblieft, papa."
De knechts waren met andere pas aangeko
men gasten bezig, vader en zoon stonden bijna
geïsoleerd in een hoek van de vestibule. Een
kleine, blauwachtige vlam scheidde hun blik
ken. a
„Ik heb vandaag gelegenheid je in myn club
te introduceeren, mijn jongen, kleed je weer
aan en ga met mij mee.”
Een fijn roakwolkje hulde het gelaat van den
voormaligen diplomaat als in een dunnen
sluier. x
„Dank u, papa, vandaag zou ik liever hier
blijven.”
Dat was bijna tegenstand. Graaf Oberwall
was gevoelig voor den vorm. Ken geprikkeld
heid, die hy zich geen moeite1 gaf te onder
drukken, schoot met kouden straal uit zyn
oogen.
29 4463
3» "Z2
47 53
51 95
65 96
1906 4609
58 23
86 63
2125 to
X 73
2202 4706 7222
35 73 28
40 88 60
51 4854 7371
I st stond 9792 9692 7109
18664 m i. 186°4 8556 vervalt.
„Vertrekken de heeren al?”
„Myn zoon heeft my alleen hier afgehaald,”
zei graaf Oberwall met beslistheid.
Zyn toon onderdrukte elke verdere vraag.
Von Taysen legde zijn hand tegen den helm,
liet den. graaf eerbiedig voorbijgaan. Eenige
verwondering en een beetje minachting lag in
den blik, dien hjj op Gerhard wierp.
„Kan ik een boodschap van je aan'de dames
overbrengen?”
„Neen, dank je. Een dezer dagen maak ik
haar mijn opwachting.”
Gerhard groette kort, drukte zyn hoogen
hoep dieper op zyn voorhoofd, daarna daalde
hij op zjjn trage manier langzaam de trap af;
hij hoorde nog het zacht rinkelen van de sabel
tegen de steenen treden, daarna sloeg het p >r-
tier van de coupé achter zich dicht.
Zwijgend drukte hij zich in den hoek. Hy
scheen heel kalm, alleen zijn over elkaar ge
slagen voet wipte zenuwachtig op en neer.
Graaf Oberwall wreef met zijn zakdoek van
witte Chineesche zijde langs de beslagen ruit
„Die Maartsche stormen zijn recht onaange
naam. Over het geheel een afschuwelijke win
ter dit jaar! Men snakt eenvoudig naar blau
wen hemel en warmte.”
„Dat kan u op eiken tijd hebben, papa, wat
belet u op reis te gaan?”
„Je grootmoeder, mijn jongen."
„Grootmama!”
Een verbazing, die aan impertinentie grens
de, lag in deze vraag.
„Men moet met de wenschen en inzichten van
zijn ouders altijd ernstig rekening houden. Een
lange afwezigheid zou haar ontstemmen.”
Gerhard kon zich niet herinneren, dat de mee-
ning van de oude vrouw ooit eenigen invloed
op zijn vader had gehad. In dit geval betrof het
ook in het geheel niet zijn vader en grootmoe
der. Het ging om geheel iets anders. Hem zelf
golden al die mooie woorden, die voor hem toch
maar woorden bleven, die hem zoo Weinig be
roerden, dat hij zich zelfs niet gedropgen voel
de antwoord te geven, die hem koud lieten en
langs hem afgleden, zooals de regen buiten
langs de coupéraampjes gleed.
Beleefd zwijgen,was van oudsher zyn eenig
wapen, gelijk het*’t wapen van zijn vader te-
genovef zyn grootmoeder was geweest. Maar
de uiterlyke dressuur vermocht niets tegen het
zieden van zijn bloed, dat met geweld een uit
weg zocht.
Haast met te veel vertoon van liefde stelde
de graaf zijn zoon in de club voor. De aanzien
lijke heeren, die den jongen man tarwille van
zijn vader als gelijkberechtigde in hun kring
ontvingen, moesten in hun verheven rust de op
voeding voltooien, die graaf Oberwall alleen
dan volkomen achtte, wanneer zij alle natuur
lijke driften volkomen kon beheerschen.
„Je speelt tochzeker bridge?” vroeg hij la
chend. „Ik arrangeer een aardige partij voor
je."
Hy gaf zijn zoon 'n arm en bracht hem in
de speelzaal, waar jongere elementen rondom
kleine, ronde speeltafels zaten. Zoons van de
eerste aristocraten, die hun nachtelyke genoe-
gens met elegant jeu plachten in te zetten, on
der de oogen van hun vader voor wie dit jeu
1 heillot van den avond beteekende.
Gerhard Oberwall werd ontvangen met de
ijzige beminnelijkheid, die de jonge aristocraat
zoo vaak tegenover den jeugdigen geleerde ten
toon spreidt Men wist in de club, dat graaf
i Oberwall junior, alle famiüe-tradities ten spijt,
de eerzucht had een geleerde te worden; dat
pander
zei Poi
gelsche
Poinca
bericht
I halen
der en
pondee
j gelegd
vatten
(1.)
uitvoer
i den.
(2.) 1
Roerge
(3.)1
ten O<
(4.)1
mijnen
(5.)
bedrijv
Sdie
die var
is op t
ambtge
heeft c
Engelai
rijk me
logskos
weest
Bovend
aantal
terugge
een en<
de deu
goeds i
inzake
die uit
Ir.druk
I bescheii
woeste
tegenov
milliner
luuSnvi'
van d<
schatkh
sor.en r
selijke
Van
Lloyd
nog al
materia
gelsche
omvang
róssing
de Dui
En w
er moe
oen poi
niet we
Lloyd
zenuwe
ring m
land dr
aan de
worden
nerd,
pond s
volgent
land’s
wensch
I den bi
heelemaal niets weten; van Duitschland, dat op Maar 1
gewetenlooze wijze de inflatie in de hand werk- plaats
- -- Ook
4954
5019
39
64
5156
- 5208
2546 5332
39
2703 5527
43
-50
5610 8013
1159 41 18 -
67 50 30102631266C
1251 5710 65 10348 12751
83 8ir
5883 U
5928 8208
60 20
6015 28
43 39
44 8324
59 40
6137 8413
55 25
71 31
6293
ü335
Met éép Wik everMg Geraasd Oberwall 4»
toestand; hij voélde, dat hij geduld werd dank
zy de beleefde inschikkelijkheid van dezen
kring. Hij was juist in een goede stemming!
Alles in hem riep om bevryding uit de ban,
die hem sedert zyn vroegste kindsheid drukte.
Nadat zyn vader zich had verwijderd en hij
alleen in deze hem vreemde omgeving stond,
al die blikken met zulk een geringschattende,
koele beleefdheid op r rich gericht voelde, nu
zoemde het hem in de ixfren als destijds, toen
hy in de schermzaal in «olie woede en tegen
alle regelen in op zijn tegenstander had los
geslagen.
Even voor middernacht kwam zyn vader naar
de speeltafel toe.
„Nu, Gerhard, gaan wy
„Sta my toe nog te blijven
(Wordt vervolgd.)
16517
3518000
51 3
60 19
47 1661619009
- Jl 36
64 38
70SÓ «S
OVERZICHT
Zoo is dan Maandag dor de zooveelste maal
een schadeloosstellings-conferentie begon
nen ditmaal te Londen. Duitschland hoeft
pch, wanneer de faciliteiten van Pranschen
kant moeten komen, geen illusies te vormen:
Poincaré is Poincaré gebleven, het Fransche
©fficieele standpunt blijft star als steeds. Op
dezelfde wijze als in vroegere redevoeringen
heeft de Fransche premier Duitschland ge
schetst als den zwarten hond en boeman. Hij
heeft een heele enumeratie gegeven van
Puitschland s zondenhet Reich voerde nog
èteeds de tractaatsbepalingen niet uit, het be-
j strafte de oorlogsmisdadigers niet, de ontwape
ning liet te wenschen over (ten bewijze haalde
Poincaré inlichtingen aan, die generaal Nollet
i hem had verstrekt). En terwijl de geallieerden
tot een minimum het reparatie-bedrag, dat
i Duitschland schuldig is, hadden verminderd,
hadden de families der gefusilleerde Fra'nschen
heelemaal nog geen vergoeding verkregen.
Eveneens wees Poincaré er op, dat Duitschland
niet geregeld zijn betalingen in specie deed;
daar kwam nu nog bij, dat Duitschland thans
een moratorium vroeg voor 1923 en 1924. De
kwestie der schulden had nu een gewijzigd ka
rakter aangenomen; van verschillende kanten
werd Frankrijk aan zijn schulden herinnerd.
Volgens Poincaré is van een en ander het resul
taat, dat Frankrijk, hetwelk den last op zich had
fenomen van het herstel van zijn verwoeste de
partementen, vandaag of morgen genoopt zou
I kunnen zijn geheel of gedeeltelijk zijn buiten-
landsche schuld te betalen en dat, terwijl het
I niet in staat was te innen hetgeen het van
Duitschland kon vorderen. Het Frnnsche deficit
I was nog verhoogd, doordat Frankrijk k
hoeve van Duitschland 90 milliard had
I 3it Is^zei Poincaré, een staat van zaken, die on-
billijk was en niet kon voortduren zonder do
pijnlijkste inconvenienten. ZekerDuitschland
I moest niet tot wanhoop worden gebracht, maar
Frankryk evenmin. Wanneer Frankrijk de uit-
voéring van 't verdrag eischte, d^n leverde het
geen bewijs van imperialisme en militarisme
en evenmin stuurde het aan op een verbrokke
ling van Duifechlnnd. Het wilde enkel en alleen
z(in financieelen ondergang ontloopen. Frank
rijk's uitgaven konden onmogelijk verminderd,
npch zijn belastingen worden verhoogd. Een
rergelijkiing tusschen het Fransche en Engel-
Zsche budget, zooals onlangs geschiedde door
{Robert Home, achtte Poincaré prnctisch vrijwel
lonmogelijkde tien verwoeste departementen
/betaalden niet op normale wijze hun belastingen
/en het aantal dooden en verminkten vnn Fronk-
rijk ging dat van Engeland te boven. De sociale
gesteldheid van Frankrijk was bovendien heel
anders dan die van Engeland. Duilschland’s
toestand, vond Poincaré verder, was nan de fou
ten van ’t Reich zelf te wijten; Frankrijk zou
?eruineerd zijn geweest, wanneer het een zoo
roekeloos plan voor water- en spoorwegen had
opgemaakt als Duitschland en evenals dit land
den omloop van papiergeld zoo hoog had op-
I gevoerd. En van ceh toestann van een morato
rium zonder soliede garanties wilde Poincaré
Dinsdag 8 Augnstns 1982.
I riM vu f 20000 119H
5000 1116
1500 10247 1179lv
200 2818 11685 18080
100 6789 10322 20476
l’rijzen vu f 90.— eigen geld.)
--1316 14552 16722
33 56 16870
46 74 16906
80 89 80
12311 14682 17012
46 14747 82
50 82 94 30
61 96 95 93
75 14810 17161 19318
12400 51 17232 IV
7J 77 17301 TO
12509 15016 34 19M2
25 i!
29. 73 IflSL
92 17476 19006
15265 17511 19708
.-J19 24 48
55 57 56
15403 67 86
13 17606 19604
3317783
15511 17813
15 15
52 78
6916003 201
"315 I810J 2023Ö
18303 71
oJ 20311
‘120421
>20577
15860 18429
- 77
18511:
23
29
«3
6900
96
20032
>10b
.35
71
--311
X577
97
98
20631
i 45
I ÖJ
i 69
I 70
92
9b
12
18664
9O20ï3b
18704
2285 4894 7378 934012218 14552
7470 9449
7505 9568'
82 9656 12311
7605 99
19 9755
7813 9914
16 37
96 92
7908 98
71 10145
8013 53 62 25 51 49
73 95 82 M 7319513
"'1026312660
i-751 15265 17511
100 97 94 15319 24
90 10438 12942 55 57
81 73 15403 67
8313011 -
10516 56
23 93
8213265
10707 76
32 13308
87 13454
10863 85
85 9913612
88 10907 22 15619 181
8533 94 53 21 185
72 H008 91 30
2813071 85 84
J1102 13730 15743 tö
59 6 50 15860 ,O4'’U
89 11276 63 61
8840 11368 98 67
11452 1380516145
■’11527 13930 54
••512 70 95
98 14072 >62)0
14141
92 91
11802
15
33
41
15 96
27 11913
75 67
7« 71
9307 12068
2512174
35 31
6485 8757 11
1^1
OWI wóiiiuï