Abonneert U
op
dit blad!
NIEUV
"buite
10.1502:
A
FEUILl
in den Mi
BERGAMBA(
KERK a. d.
UIT DEN OMTRj|K
HAASTRECHT.
een Woning
huurprijs 300.400.
per jaar.
a
STADSMEIWS.
iM.V. „DE /TIJDGEEST".
Trekking van 100 tnimmen ten overstaan van
Dit blad t
6696 6747 6954 7010 7062 7369 7488 7547 7697
MARKTBERICHTEN.
ADVERTENTIëN
FEUILLETON,
weer
(Wordt
Lou had dien nacht nauwelyks twee uur ge
slapen.
Heel voorzichtig ^klopte de oude Seraphine
aan de deur.
„Haasje mag ik binnenkomen?*'
Anders was Lou op dit uur pieestal gekleed
irtyen
stand
den
•y en
v^n
Roma
OLGA WC
ZONNEWEELDE.
Roman van OLGA WOHLBRÜCK.
Met autorisatie vertaald*'door
Mevr. I. P. WESSELINK—VAN ROSSUM.
ABONNEM
per kwartaal
Franco par p<
Abonnement
l»y cnxe asren
Onze burea
Redactie TeL
Mb
Sociëteit
maakte de
jury, den
jf Valcke-
ling zgn hoogere cultuur. Ge
il onwaars en onechts, is ze
levensvoorwaarde voor een
De Raad dezer gemeente is in spoedeischea
de vergadering bijeengeroepen op nwrgea
namiddag te 2 uur. Aan de orde komt de itv
voering Vleeschkeuringswet.
OVER
In naam is de strijd,
Klein-Arië wordt gevo
Mn bet eene échec n
conflict tusschen Griek
lijkheid echter hebben
met een verkapten en i
de belangen van Engel
imperialistische aspirat
komen.
In den grooten oor
beeft Turkije aan de z
genomen aan den strijc
beurt vonden in Griek
De liefde der Fr arisch»
koelde echter danig, tc
land terugkeerde en
gunstige Venizelistisc
kwam. De Fransche g
plotseling uit tot de T
aanhangers van Kemel
hebben gevestigd in A
hun beurt gaven vc
■kerst stichtelijke verl
leen, niet zoozeer, wijl
minnenswaardige menst
de Turksche nationalis
ning in den oorlog, zoc
Van Sèvres tot uiting
maakt Genoemd vred
op een geduchte wijze
heeft in de Mohammed
anti-Britsche stemming
Immers: krachtens de 1
trectaat van Aug. ’20,
kond, maar waarop nirr
de, werd den turken bt
tare gebieden langs
•Heen Constantinopel i
tan de eerdertijdsche i
gelschen naar den zin,
tig Turkije moeten he
fndië gaarne vrij houdè
prijs stellen, dat zij vrij
voor hun scheepvaart^
ken.
De pro-Turksche g
•then treden voortdure
dag en men kan het
wraakneming der Frans
in October 1921 door h
Bouillon een accoord a
Maten; deze overeenkc
economische voordeelen
niet alleen in stoet h
Syrië, die heel wat geld
■enden, maar met de
George te verstaan geg
rich anderszins schadek
neer de Britsche politici
rranachen wilden dans,
loosstellingspolitiek teg
■itijd een milder karai
Franschen, zal er niet v
Bat Frankrijk op zoo ha
In het nabije Oosten vi
drag met Angora. Trouv
Politieke leiders halssta
Versailles vasthouden,
heen in zelfs aan de ha
Ven Sèvres (mode hun
Zonder medelijden met het egoïsme van den
ouderdom, vervolgde zy:
„En buiten staat een heer sedert een half uur
te wachten: wil’zich niet laten afwijzen. Die
kan lang wachten. Meneer en mevrouw mogen
niet gewekt worden. Het /was Goddank
drie uur, voordat het donker werd."
Lou strekte de hand uit naar het visite
kaartje, dat op haar lichtblauwe deken lag-
Zij las den naam van den vertegenwoordigd
van den agent in marmer.
Het kaartje beefde in haar hand. Wat waf
dat weer? Zonder er iets van te begrijp*®
staarde zy steeds weer op dezen naam. Zij wd
loch enkele weken geleden met haar stiefinoe*
der voorgereden by hem; haar stiefmoeder w®*
uitgestapt, een kleine, elegante portefeuille
de hand, waarin tien biljetten van duizel
mark zaten en na geruimen tyd was zü terug'
gekomen met een lichte blos op de wang*
glimlachend. Alsof een centenaarslast haar va®
het hart was gevallen. En daarna was zjj 300
hartelyk en beminnelijk geweest, als zy allej®
zyn kon, had over sparen gesproken,
zeer aanzienlijke dames er over spreken, d*
veel gewichtigheid en groote woorden.
i
vervolgd.)
/J
schen stad en platteland een eigen verklaring.
In 1917 hield hierover ons geacht lid, de heer
de Boer een rede voor de H. M. v. L. De grond
oorzaak voor het verschijnsel vond hy vooral
in de opvatting van de stad, welke tot uiting
komt, wanneer zü spreekt van onzen land
bouw en onze producten en zjj zich vooral
inzake de laatste als eerstgerechtigd be
schouwd. Hij zag de fout vooral hierin, dat zij
sprak van ons volk en daarbij de bijna 50
tot het platteland behoorenden, of er nauw bij
betrokkenen negeerde. Volgens den heer de
B. vond dit vooral zyn oorzaak hierin, dat de
landbouw veel minder gemakkelük is te leeren
kennen dan de industrie. Vele schoorsteenen
wyze van verre reeds op industrie en haar
werkzaam aandeel in het groote geheel. De
vele duizende verspreid liggende landbouwbe
drijf jes spreken zoo niet naar buiten.
En ook intern is de landbouw veel minder
gemakkelijk te doorzien en te begrijpen. Daar
voor is studie noodig, meer en langer, dan
men er veelal voor over heeft
Niemand ontkent de juistheid hiervan en
vooral niet in den tijd, toen deze rede werd
uitgesproken, maar ze was naar mtfn meening
niet volledig. De oorzaak zit dieper.
"De groote Maxidt Gorki heeft ook zyn opvat
ting gegeven van de sociale verhoudingen van
stad en platteland, z(j het dan slechts in Rus
land. Volgens hem zyn de boeren daar wreed,
dom ongodsdienstig, omdat hun godsdienst
meer vorm dan wezen is; ze zjjn hardvochtig
enz. en door al deze eigenschappen, waarmede
de tegenwoordige hervormers van het groote
Rusland onvoldoende rekening hebben gehou
den, mislukt daar deze en elke andere sociale
omwenteling.
De correspondent van de N. R. Courant tee-
kent hierbij aan, dat Gorki zich vergist en dat
al die ongunstige eigenschappen, waardoor de
Russische boer zich kenmerkt niets speciaal
Russisch hebben, maar dat ze overeenkomen
met de eigenschappen van de boeren van alle
landen en van alle tyden.
Indien men het nu vroeger nog niet wist, dan
weet men het nu. Hier ligt de groote oorzaak
van het kwaad. De boer de schuld. En in Hol
land zijn er velen, ook verdwaalde professoren
soms, die het ongeveer zoo nazeggen.
Maar zelfs, indien het zelfs zoo ware, dan
zegt men met het bovenstaande nog niets. Die
domheid en al dat andere fraais meer is ook
weer gevolg, geen oorzaak alleen, hoogstens
gevolg en oorzaak beiden. De zaak wordt dus
met zulke redeneeringen allerminst verklaard
en nog minder opgelost, ’k Wil dus mijn twee
de stelling aldus formuleeren, dat de vele en
velerlei verklaringen, die er voor worden ge
geven, die veelal meer of minder op
pervlakkig zijn, het wezen der dingen niet
raken ofook wel door groote vooringenomen
heid zijn ingegeven.
Er is groot misverstand. Vergun mij, enkele
eenvoudige vormen van misbegrijpen te noe
men, die weer oorzaak worden van misverstand
in het groot.
De gemakkelijkheid van het boerenleven. Is
het niet de fout, dat men het landleven ziet
vanuit de vacantietijd en vacantiestemming, 1
aangevuld door allerlei moppen uit geïllustreer
de blaadjes en van de scheurkalender.
De boer van zyn kant beoordeelt de stad en
haar bewoners vaak naar wat hij er van ziet,
wanneer hij er eens per week zijn eieren brengt
of zijn boter markt, of naar den indruk die hy
er van krijgt, wanneer hij or heen gaat of wel,
wanneer hij des avonds, zelf nog druk bezig,
velen uit de stad langs zijn landerijen ziet fiet
sen of tuffen. En dit zwak en twijfel ach tig
oordeel van beide groepen wordt nog versterkt
door zangen als van Tollens Naar 't land, waar
uit de een de heerlijkheid van het land en de
ander de rotheid der stad gelijk de bij de honig
uit de bloem, inzuigt.
Het landleven 1 s echter geen idylle, maar
hard realisme. De stad i s geen modderpoel al
leen, maar bergplaats van veel ontwikkeling
tevens.
Is het nu dit misbegrypen en dit oppervlak
kig oordeel alleen, wat ons de bekende gevol
gen bracht? Volstrekt niet, maar bij dit misbe
grijpen komt de invloed van de groote mond op
de massa. Degelijke argumentatie wint het in
kleinen kring, maar op de massa werken groote
woorden. Zoo is aan beide zijden geluisterd
naar grenzelooze oppervlakkigheid en.. na
gepraat. Het is dezelfde kanker, waaraan onze
geheele samenleving lijdt en wat tot de ern
stigste gevolgen heeft aanleiding gegeven en
zal blijven geven.
18)
Hij antwoordde niet, pakte zyn papieren bij
elkaar, boog nog eens en vertrok zonder om te
kjjken.
„Je bent krankzinnig,zei mevrouw Sina
voor de zooveelste maal tegen haar man.
H(j lachte, blijkbaar heel goed geluimd. „Al^
hij haar niet haalt behoeven we niet te zeg
gen, dat het jammer voor hem ia.”
In stilte hoopte hy hem voor goed kwijt te
zijn, maar dat zei hij niet. Hü was zeer ïn zijn
schik. Hü voelde zich buitengewoon opgelucht.
„Luister eens wat zou je er van zeggen,
zouden we nu niet een beetje kunnen werken?
Niet lang. Maar één uur. Vandaag vorder ik
flink.”
Hü wond heur haar om zijn vinger, kuste
haar op haar oorlelletje.
Zü knikte.
„Wat heb je je weer opgewonden dat gp-
Te huu gt’vraag^.
Brieven Bureau Goudsche
Courant, onder No. 3185.
en ontbeet in haar kamer, terwijl haar vroe
gere kindermeid tegenover haar zat op een wit
laag stoeltje en haar hart luchtte. Er viel toch
altijd wel wat te klagen over 't geen er in huis
gebeurde.
„Haasje, maak dat je trouwt. Wat moet ik,
oude vrouw, in dit gekkenhuis beginnen. Nu
moet ik Anton den dienst opzeggen, omdat hij
de vorstin gezien heeft, toen zy blootsvoets
uit het atelier is geloopen. Zy zegt, dat hij
aan de deur heeft geluisterd. Dat was toch in
het geheel niet noodig, Haasje^-— ze heeft
waarachtig spektakel genoeg gemaakt Bene
den inde keuken hebben zy hel gehoord/*x.
Vandaag lag Lou nog in bed en streek met*
de vingers over de roode oogleden, en drukte
ze tegen de pynlyke slapen.
„Laat maar, Rafeltje, dat is altyd zoo, als
papa werkt.”
De oude streek boos over het zwarte alpaca
schort, waarboven de rinkelende sleutelring
bengelde. Haar kleine oogen fonkelden nydig;
met een heftige beweging rukte zy de lichte
cretonnen gordynen open.
Lou sloot de oogen, wierp zich achterover in
het kussen. Het licht, grys en toch stekend,
deed haar, pijn. Het was, alsof zü dat Steken
in haar geheele lichaam voelde, in elke kron
keling van haar hersenen.
„En dan gelooft u
4ook aan den lijve, ah
de eerste de beste
BT' zullen u aanklagen.
Ze greep een courant
haar vuist in elkaar,
Mrcoide ze in het rond,
j*et ze deed, halfdol ve
bloedens toe gebote
Pen'-bont ver achter op
W’-le lokken om de sla;
I En ze wiet het zelf ni
>ijd achtige hoopje ka'
tatlen of een boosaarc
turnden gespeeld had.
I Gestolen!
r Een verstikt, wanhop!
haar heele Hchaam
Pg, haar hoofd op de g
«eren gaf de vrouwen i
«n rich terug te trekt
dgeloopen, de schuld b
«■vrouwtje moest de u
•pnemen, dan ze het
maar doodbedaard
fuaestie dan mee afged
„Nooit, nooit zet ik
warenhuisNooit meer
*Dat zeggen ze alles»
terug f
De prüzen werden als volgt behaald- u
pry's: G. R. A. de Jong, 2e pr. A. v.
3e pr. M. A. van Leeuwen, 4e pr. H, C
gemans, 5e pr. A. G. Steenwinkel,
Radix, 7e pr. N. Jongeneel, 8e pr. W
Edel.
De pryzen bestonden alle uit luxe vdMmk
;n, têrwül de le en 2e prijswinnaar» bnm.
u.en resp. een verguld bronzen en broaxa
medaille verkregen.
7825 8122 8265 8322 8371 8674 9185 9186 9199
9418 9708 9936 10^33 10455 10754 10824 11679
12253 12338 12889 13294 13536 13740 138»
14075 14650 14668 15092 15804 15652 16131
16175 16248 16414 16478 17332 17473 17608
17811 18297 18448 18778 18981 19163 19252
19510 19673 19835 20361 20549 20587 20746
20903 21210 21835 22008 22370 22371 22502
22648 22717 22781 22858
beurde met Lou nooit.”
Na een poosje antwoordde hy:
„Neen met Lou kwam dat nooit voor.”
Toen het eerste derde deel van zün werk
klaar was, gebeurde het dat hy al aan het vol-
gende dacht. En zoo zag hü nu reeds het werk,
dat hierop moest volgen. Iets stils, dat teer en
kuisch was. Dan zou hy uitrusten weer de
oude worden oplettend en bedachtzaam. Daar
had hü Lou dan voor noodig. Daarom was het
goed dat zy bleef, zeer goed was het
HÜ glimlachte weer.
„Ik zal heel braaf zün elk kwartier mag
je een polka dansen in het atelier. Viermaal in
een uur denk eens aan. Maar den overigen
tyd moet je je stil houden, wil je?”
Zü stond op, struikelde over het kleedsel in
zyn armen, lachte, wierp het hoofd naar achter
en hief dreigend den vinger op:
„Maar dat zeg ik je, beste als je weer
zoo’n schandaal maakt als tegen een betaald
model, dan sla ik je kapot en reis af.”
HÜ kuste haar op haar hals.
„Als je mün werk vernietigt, kryg je slaag
als een klein kind, en zie je mü niet weer.”
Zy keken elkaar aan, lachend en toch een
beetje weifellÈ|. Daarna daalden zü eensge
zind de trap ar naar het atelier.
Pas toen zü voor het middagmaal plaats na
men en de derde stoel leeg bleef, dachten zy
er aan naar Lou te vragen.
„De juffrouw heeft hoofdpyn en laat zich
verontschuldigen,” heette het.
„Wel, 4rel", zei Hörselkamp.
„Hoofdpyn? Dat is iets heel nieuws!”
Nu begon Lou ook kunsten te maken! Die
vrouwen toch! Kon men toch maar zonder
hapr 1
„Ik zal dadelyk gaan küken,” zei mevrouw
Sina.
Maar zy waren nog aan het dessert toen de
eerste gasten voor de thee kwamen. Daardoor
vergat zij het. En toen Hörselkamp om negen
uur zacht aan Lou’s deur klopte, wrong de
oude Seraphine zich voorzichtig door een kier.
„Ze slaapt rtu, het haasje, niet wakker maken,
mynheer Hörselkamp.”
Den volgenden morgen bracht de hofmeester
van gravin Marie Antoinette Oberwall een bil
jet „persoonlyk voor mevrouw de vorstin Su-
kewitsch. Eigenhandig.”
430e Nedt rlandsche Staatsloterij.
4e kl. Trekking van Donderdag 7 Sept. 1921
ƒ400: 16283.
Pryzen van ƒ65.—:
1389 1409 1421 1477 2124 2263 2373 2376 2509 K
2563 2861 3038 3742 4038 4275 4337 4826 5432
5488 5567 5707 5856 6001 6018 6351 6363 6510
eigen geld
5 5 13572 lüMdlSCH
2913B3Ö 10348
10768 54 1Ö329 11’314
1085Ó 13815 93 194 j
11230 13954 16739 1M592
11376 14133 1705619674
-.1770 14:526 17402 19054
12203 14663 17533 20094
—‘i 14783 17647 20362
.2 14845 17756 20543
64 13566 15052 17998
Vrijwillige Landstorm.
Zaterdag j.l. vonden op het schiettenein de
schietwedstrijden plaats voor de Byzondere
Vrijwilligers by den Landstorm, onder leiding
van den sergeant W. van Heiningen.
Nadat de deelnemers zich in de
- -o j hadden, i
heer J. J. Montyn, voorzitter der
uitslag bekend en verzocht den heer
nier de Greeve, voorzitter der Gew. Landst.
Cornm. de pryzen te willen uitreiken. Alvo
rens daartoe over te gaan bracht Spr.
heer Montyn dank als voorzitter der jurj
als Plaatselyk Commandant, den heer J.
Mechelen, officier-propagandist, voor diens
uitnemende propaganda en den sergeant van
Heiningen als instructeur, zich betoonend Uie
right manzon the right place te zyn. Komend
tot de uitreiking der pryzen, bracht den heer
Valckenier de Greeve een woord van büzon-
deren dank aan den heer W. A. Hoyng, direc
teur der plateelbakkerij „Zuid-Holland”, voor
het beschikbaar stellen van eenige prahticge
pryzen, terwyl ook door Spr. een prijs be
schikbaar is gesteld.
worden, het platteland te
jst bereikbare grens,
grenspaal biyven stellen,
t haar tot dien grenspaal
voeren.
Breng meer gezonden, breeden kyk in de
stad Leer hun gezichtskring uitbreiden, ver
der, dan wat de enge stad hen te zien geeft.
Stryd tegen vooroordeelen en misverstan
den, waarvan de wereld vol is. Stryd tegen het
wantrouwen, hetwelk elke goede verstandhou
ding vergiftigt.
Stryd tegen politiek gedoe, hetwelk mede
de eenheid verscheurt. Stryd tegen onjuiste
tan; opvattingen van de plaats van den landbouw
•wel onder ons volk.
Maar bovenal, erken de groote macht der
omstandigheden als opvoedende en leidende
factor en beoordeel daarnaar Uw medemensch.
Verruim nimmer, daarnaar Uw handelingen
in te richten.
i.aat de stedelii
zuiverd van veel
een onmisbare
volk.
Laat den boer zyn landelyke eenvoud en.al
het landelyks, hetwelk steeds zyn deel was.
Laat hem boer.
Het platteland, opengesteld voor den invloed
dier cultuur, zal daarin een aanvulling vin
den. De stqfi, geremd door de natuurlijke
nuchterheid van het platteland, zal beter haar
evenwicht kunnen biyven bewaren.
Eisch van Uw medemensch niet, wat ge
naar aard en omstandigheden niet van hem
vragen mag, zouden we stadsbewoner en plat
telander w. len toeroepen. Vul elkaar aan in
de noodwendige verschillen, inplaats van
kracht te verspillen in het stryden om de
vraag, wie het belangrijkst is.
Gegroeid uit primitieve vormen tot het
machtig economisch en maatschappelijk ge
heel van heden, laten de verschillen zich niet
overbruggen noch wegdoezelen. Maar door ze
te erkennen zal men juist in en door die ver
schillen het bouwwerk oyzer samenleving tot
hoogere eenheid brengen.
Na eenige besprekingen werd de vergadering
door den Voorzitter gesloten.
GOUDA, 7 September 1922.
Buurtvereniging Wachtelstraat.
Naar wy vernemen is in een gisteravond
gehouden byeenkomst van bewoners
Wachtelstraat, Jaagpad, Lazeruskade en on
der de Boompjes opgericht een buurtvereni
ging, die met Koninginnedag deze straten een
feestelyk aanzien beoogt te geven. Tot eere-
voorzitter werd gekozen de heer S. Visser,
voorzitter werd de heer B. Rietveld, secreta
ris de heer J. Boer, penningmeester de heer
J. P. de Groot en^leden de heeren J. IJssel-
styn en Rabouw.
verzekeringen voor allerlei onberekenbare om
standigheden heeft een zeker gerustheid in
zake fin^ncieele omstandigheden doen ontstaan,
die zich vaak u»t in een zekere mate van vlot
heid in het uitgeven van het niet direct nood-
zakelüke geld. Roekeloosheid noemt de platte-
•ander dit en we zullen straks zien, waarom hy
dit van zyn standpunt af gezien, moet doen.
Ofschoon vaak overslaande iot werkelyke roe
keloosheid, is het in wezen sterke vrucht der
omstandigheden.
Het samenwonen, ver van de vrye natuur in
een duffe stad deed verklaarbaar meerdere be
hoefte aan ontspanning ontstaan. Wuft stads
leven zegt de plattelander en hij heeft gelyk,
voor SOOVff h< t beticiL de vele groote uitwas
ten, maar hy vergist zich, wanneer het binnen
de perken blijft Dèn is het een natuurlijk ge
volg van een voorafgaande oorzaak.
De werkzaamheden in kantoor of fabriek met
gemis aan de kalrneerende vrye natuur en de
frissche lucht bracht verlangen naar vrijen tyd
Dit natuurlyk verlangen is door verdwaasde
volksmenners uitgebuit, zoodat werken een
straf is gelyk geworden, wat volstrekt niet
wegneemt, dat de eerste belioelie aan wat
vryen tijd natuurlyk was en volstrekt niet
den naam van „luiheid” verdiende, waarvoor
men het veelal ten plattelande aanziet.
De stad bood meerdere gelegenheid tot ont
wikkeling. Het bracht in den loop der tyden
aldaar bewoners met meer kennis. Is dit nu een
reden, zich nu boven zijn medemenschen, spe
ciaal boven de plattelandsbewoners te verhef
fen als ware men vaneen beter ras, een ver
beterde editie van ons volk? In plaats van
dankbaar te zijn, dat de omstandigheden die
gelegenheid, welke anderen v.erd onthouden,
hen bood, begaat men de fout, hoovanrdi te
zyn op iets zeer natuuriyks. waaraan men per
soonlyk een bitter klein deel of misschien niets
toe heeft bygedragen.
Zegt dit nu, dat men in de stad ook meer
algemeene kennis en praktische wereldwijsheid
heeft Volstrekt niet. Deze zyn afhankelijk van
practische kijk, van midden in het leven Htae*"
de dingen nuchter en klaar zien. s zoowc
mogelyk op het platteland als in de stad, ja, in
de stad ziet men vaak door de boomen het
bosch niet meer. De tyden brachten groote
mannen voort uit beide groepen.
Van de anderen kant bezien, geen verschil.
De omstandigheden hebben een boer gemaakt
en zullen altyd „boeren” blijven maken, al is
dit woord niet in de ongunstige beteekenis op
te vatten, welke*<!e stedeling er aan gelieft
te geven en al zal de evolutie ook in het be
grip „boer” nog wijzigingen brengen.
Brachten de omstandigheden de stadsbewo
ner gelegenheid tot leeren, juist die omstandig
heden werden den boer onthouden. Zyn werk
kring, soort van arbeid, zyn doorloopende zor
gen voor levende ha?b, zyn verspreid wonen en
nog veel meer belemmerenden het „leeren”. En
ai wordt en zeer terecht op grootere ontwikke
ling aangedrongen, die omstandigheden zullen
steeds biyven belemmeren. Het zal biyven een
„tot hiertoe en niet verder”, omdat de natuur
lijke loop der dingen de grenspaal plaatst.
Is daarom de boer dom en mag zyn z.g. dom
heid mikpunt voor spot zijn? Tegenover het
vele „weten" staat zeer vaak juist een flinke
dosis gezonde levenskyk. En het gebrek aan
kennis in den zin der stad is geen schuld, maar
gevolg.
De strijd met de elementen en den aard van
het bedryf maakt de plattelander vaak wat
niw. Is dit een reden, er den nells voor op te
halen en hem als van minder allooi te behan
delen
Als hy niet de vormen der geordende steed-
sche samenleving aanneemt; wanneer hy niet
uiterlyke beleefdheid in acht weet te nemen,
al vloekt ’t van binnen; wanneer hy er niet zoo
goed slag van heeft, tante’s en schoonmoe-
Niet het oppervlakkig oortleel, maar het ge-
r mis van elk oordeel en het blind volgen van wat
het meest klinkend en rammelend tot ons komt,
I dit algemeen verschynsel doet ook haar conse-
quent werk by de verhoudingen tusschen stad
en land, ’k Zou*dit myn derde stelling kun
nen noemen.
Voor misverstand en verwthjen^ig gaven bei
de partüen aanleiding.
Wanneer de eUdtlJing weer opnieuw een
spotbeeld ophangt van den boer en daartegen
over zyn hoogere cultuur demonstreert, dan
prikkelt en verwüdert zulks.
Wanneer in het woord boar een onbegrensde
minachting wordt gelegd, dan stemt dit aan
de andere züde bitter.
Maar wanneer de boer allen, die een boord
dragen over een kam scheerende aanmerkt voor
nietsnutters, dan brengt hü het er geen” haar
1 beter af.
Ook dit kan onder de oppervlakkige oorzaken
van verwydering worden gerekend. Dieper
gaan de misverstanden, waartoe beiden aanlei
ding geven.
Wanneer de stadsbewoner zegt, dat het platte
land voor zyn voeding moet zorgen, dan zegt
hü een feitelyke waarheid, maar de wyze van
aamliening maakt het tot een onjuistheid en
het wordt ook zoo gevoeld door de andere partü.
Maar wanneer de boer het opleggen van het
cachet van minderwaardigheid bestrijdt op dit
punt, dan is hy vaak anderzüds bezig, zich het
zelf op het voorhoofd te drukken.
Naar mün meening is de boer zelve schuldig
aan het ongunstig oordeel over hem in de stad
en wel, daar, waar hü een spotbeeld van zich
zelf maakt. Wanneer de plattelander wanho
pige pogingen doet, het verschil tusschen ste
deling en plattelander weg te doezelen; wan
neer men de eenvoud van het platteland verlaat
om steedsche manieren na fèapen en men an
ders wil schünen dan men is, dan werkt men
hard mee aan een minachting dis misplaatst is,
maar niettemin begrüpelük. En het zün vooral
dc jongeren, die hierin sterk schuld hebben. De
gevallen zün niet zeldzaam, dat zoo’n opgeprikt
jongmensch ter demonstreering van zyn meer-
derheidjajuist onder stadsbewoners afgeeft over
de domheden van het platteland, waar hy, be
ter begaafde, o noodlot, moet verkeeren.
Het is ook de van studie terugkeerende boe
renzoon, die met de eerste-klas-theoretische
wysheid opbotst tegen de jarenlange praktische
ondervindingen der ouderen en die door gebrek
aan maathouden, wrok kweekt tegen steedsche
wysheid en eigenwüsheid.
En naast deze uit beide groepen voortkomen
de dorzaken werken de krachten vhn buiten.
Politieke overwegingen brengen, zooals trou
wens overal, scheiding en wanneer b.v. de
S.D.A.P. precies weet, of ze de boeren bij de
kapitalisten dan wel by de proletariërs zal on
derbrengen en ze is over deze puzzle voldoende
heen, dan zal nieuw materiaal voor verwijde
ring zün gevonden.
Groepen, die als het ware de middenstof vor
men tusschen de beide uitersten hebben vaak
belangen by verwüdering en doen zeer vaak
ook niets ter overbrenging van eikaars ideeën.
Integendeel wordt dikwüls nog een houtje bü-
gedragen aan den brandstapel, waarop de een
heid als offer vallen zal.
Samenvattende dragen beide partüen en bui-
tenstaandew allen hg aan het in eland houden, "te hstaTmet duüeid
of aanwakkeren van misverstanden, die de ver-'uu’ -
wydering verder voleinden. Noem dit, zoo ge
wilt, mijn vierde stelling.
Toch hebben we nifet het bovenstaande de
kern der zaak nog ni|t aangeraakt. Dit alles
is in zekeren zin me* gevolg, geen oorzaak
alleen.
Er is een diepgaand verschil tusschen de
groepen, hetwelk niet is te overbruggen met
kunstmiddelen, noch weg te redeneeren door
geleerde theorieën, noch te ontkennen door tel
elkaar over te buigen. Het is de vorming der
groepen, zooals deze door eeuwen heen in het
groeiproces der dingen zich heeft ontwikkeld,
moest ontwikkelen. Het ié de erkenning van
het noodzakelijk verschil als product der om
standigheden. Het is de aanvaarding van de
mutatieleer, van de wisselwerking tusschen ^1
,het bestaande. -
Zoolang men deze wet niet erkent, zoolang
zal men elkander niet begrijpen en door niet
begiypen, niet waardeeren, neen, kan men
niet begrijpen.
Zonder deze zal men bezig blüven, eenheid
te brengen in verscheidenheid; eenheid van
denken en handelen te verlangen van wat in
wezen niet eensdenkend en handelend wezen
kan, omdat het in wezen anders i s, niet uit
eigen vryen wil, ómdat ze anders willen
zün, maar omdat ze anders moeten zün.
'k Wil trachten deze gedachte iets nader te
motiveeren en zal daarvoor niet naar het grüs
verlc’en terug keeren om het beginproces van
dien ontwikkelingsgang op te sporen. Dit pro
ces werkt op heden nog even regelmatig en ze
ker door en laten we ons dus bepalen tot enkele
grepen uit het werkelük leven van thans.
De vaste inkomens door salarissen en anders
zins, welke vele stadsbewoners verdienen, ge
voegd by de mogelykheid tot het sluiten van
Aanneming van deze gedachte opent de weg
voor betere verhoudingen. Din komt men tot
het ware „kennen”, waardoor waardeeren on-
vermüdelyk wordt. En waar waardeering 1»,
daar js de verhouding goed.
Er dreigt hier echter nog een gevaar en
wel in de vraag, aan het begin gesteld, of er
dan wel reden is, zich druk te maken, de vraag pen
dua der monistische onaandoenlykheid. diei
De erkenning van de wisselwerking In al
het bestaande voert volstrekt niet naar de
troostelooze diepten der monistische levens-
beshouewing, met de gevolgen van dien.
.Alles is, zooals het is en als het op dit
moment wezen moet. Daaraan valt niet te
veranderen. Het is alles groeiproces en de we
reldwijzer laat -zich niet voor noch achteruit
verplaatsen." Zoo klinkt het ons tegen en
men legt den stry'dbyl aan den voet van den
boom.
Wij aanvaarden dit niet, omdat hoogere be
ginselen in ons leven zijn. Wü gelooven aan!
evolutie’ en vertrouwen dankbaar, dat we door1
ons werken iets aan dien evolutiegang kunnen
byhÉengen. Juist omdat wy gevoelen, welke
machtige invloed omstandigheden op men-
achen en toestanden heeft, zal dit ons voeren
tot het aanwenden van al onze krachten, om
aan die toestanden de meest goede wending
te geven.
Gewerkt moet
ontwikkelen tot <1^ hoogr
De natuur zal de. i
maar ons werk kan
lieve woorden over het aangename van het
bezoek, terwyl het er voor den nuchteren be
spieder duime ndik opligt, dat men en pas
sant reeds bezig is te snakken naar hun ver
trek; wanneer de plattelander niet kan mee
doen met die maatschappelyke welvoegelyk-
heid (lees vaak holle gepolste fatsoenlyk-
heid), maar robust en onomwonden de dingen
zegt, dan spreekt men van „dat ruwe volk”.
Het zyn echter de verschillen der omstandig
heden, die hier spreken. En minderwaardig
heid? Men zou hier kunnen zeggen: „by den
één gemis aan goede vormen, by den ander
gebrek aan natuur.
De wisselende factoren in hun bedryf als
veeziekten, de weersgesteldheid enz., dwong
de plattelander tot uiterste zorgzaamheid, ook
in goede jaren. De kwaden komen ook en die
wetenschap maande tot voorzichtigheid.
„Gierigheid” roept de stadsbewoner, maar „Vredebest” vereenigd
hü weet niet, vanwaar het komt, noch begrypt
hy, dat het juist die eigenschap is, die on»
volk door bange jaren bracht. En al is die
factor soms wat overbouwd en al vertoont
zich die zuinigheid ook nog daar, waar dit niet
meer noodig is, daar kan dit alles toch terug
gebracht worden .tot gevolgen van de harde
realiteit van het landleven met haar wisse
lende bedrijfsresultaten.
Het is de erkenning van deze mutatieleer,
waaraan stedeling en plattelander behoefte
heeft. De omstandigheden drukken haar stem
pel op personen. De verschillen ontstaan voor
al daar, waar de omstandigheden alle eeuwen
door op hen inwerken. Niet door willekeur
van de groep wordt haar mentaliteit, zooals
ze is, maar eindproduct is het van wat op
haar inwerkende krachten er van maakten.
■s van de ------
Notaris A G Malie
Tlonderdart 1 September 1922
van f ]5OÓ'1C648
i 1000 3055 4.
1‘rijzen van 90.--
33 IL-’j 4824 6787 8370105
8! 2:96 67 7261 8666
1' 6 2745 80 7629 8905
43 3031 5037 z 706 96
337 3169 5423 8000 9025
525 98 85 17 9204
j9 3321 5561 8120 9571 11'.
846 3708 5628 824'J 0529122~
1032 3867 6112 91 ft 45 12914
1672 4401 6261 94 9»O4 58
1777 4661 6 47 8346 -
Coöperatieve Kweekersvereeniging „Gouda m
Omstreken” te Gouda.
Veiling van 6 September 1922.
Snijboonen le soort 12.5043, id. 2e soort
ƒ0.30—17, Stokboonen ƒ5.2013.60, Stamboo-
nen 514.80, Spekboonen 0.506.80, Pronk-
boonen 3.706.70, Uien 610.70, Augurken,
fyn 3946, id. fün basterd f 2233, id. ba»-
terd 9—t-15, id. grof ƒ68, id. bommen ƒ4—
5, Postelein ƒ310.10, Spinazie ƒ7.10—11.80,
per 100 K.G.; Komkommers le soort 1.50
2.30, id. 2e soort ƒ0.401.40, id. gele ƒ0.10—
2, Bloemkool 117, Gele savoye kool ƒ2.20—
6, groene id. 5, roode kool 24, witte kool
1, Andüvie le soort 1.803.20, id. 2e soort
0.501.90, Kropsla 0.401.10, p. 10Ö stuks;
Zuring per kist ƒ0.20; Tomaten A 1.50--3.60,
id. B 1.10—1.60, id. C ƒ0.20—2.30, id. rjjp
f 0.40—4, per 100 pond. Peen 1.604.50, Kro
ten ƒ2.60—3.20, Selderie ƒ0.200.60, Peterse
lie ƒ0.70, per-100 bos; Augurken fün ƒ1.28
1.46, id. fijn basterd ƒ0.600.74, per mandje;
Suikerperen ƒ6; Dirkjes ƒ37.20, Jutten ƒ11
23, Beurré d’Amanlis ƒ511, Diamant ƒ6,
Clapp’s Favorite ƒ412, Gergamot ƒ5, Bonne
Louise 15, Keizer Alexander 9, Beurjré de
Merode ƒ7, Muskus ƒ5, Triumph de Vienne
ƒ27, pet 100 K.G., Meloenen ƒ0.040.48, Per
ziken 0.030.09 per stuk; Eieren per 100
stuks ƒ9.309.90.