Abonneert U op dit blad! NIEUV "buite 10.1502: A FEUILl in den Mi BERGAMBA( KERK a. d. UIT DEN OMTRj|K HAASTRECHT. een Woning huurprijs 300.400. per jaar. a STADSMEIWS. iM.V. „DE /TIJDGEEST". Trekking van 100 tnimmen ten overstaan van Dit blad t 6696 6747 6954 7010 7062 7369 7488 7547 7697 MARKTBERICHTEN. ADVERTENTIëN FEUILLETON, weer (Wordt Lou had dien nacht nauwelyks twee uur ge slapen. Heel voorzichtig ^klopte de oude Seraphine aan de deur. „Haasje mag ik binnenkomen?*' Anders was Lou op dit uur pieestal gekleed irtyen stand den •y en v^n Roma OLGA WC ZONNEWEELDE. Roman van OLGA WOHLBRÜCK. Met autorisatie vertaald*'door Mevr. I. P. WESSELINK—VAN ROSSUM. ABONNEM per kwartaal Franco par p< Abonnement l»y cnxe asren Onze burea Redactie TeL Mb Sociëteit maakte de jury, den jf Valcke- ling zgn hoogere cultuur. Ge il onwaars en onechts, is ze levensvoorwaarde voor een De Raad dezer gemeente is in spoedeischea de vergadering bijeengeroepen op nwrgea namiddag te 2 uur. Aan de orde komt de itv voering Vleeschkeuringswet. OVER In naam is de strijd, Klein-Arië wordt gevo Mn bet eene échec n conflict tusschen Griek lijkheid echter hebben met een verkapten en i de belangen van Engel imperialistische aspirat komen. In den grooten oor beeft Turkije aan de z genomen aan den strijc beurt vonden in Griek De liefde der Fr arisch» koelde echter danig, tc land terugkeerde en gunstige Venizelistisc kwam. De Fransche g plotseling uit tot de T aanhangers van Kemel hebben gevestigd in A hun beurt gaven vc ■kerst stichtelijke verl leen, niet zoozeer, wijl minnenswaardige menst de Turksche nationalis ning in den oorlog, zoc Van Sèvres tot uiting maakt Genoemd vred op een geduchte wijze heeft in de Mohammed anti-Britsche stemming Immers: krachtens de 1 trectaat van Aug. ’20, kond, maar waarop nirr de, werd den turken bt tare gebieden langs •Heen Constantinopel i tan de eerdertijdsche i gelschen naar den zin, tig Turkije moeten he fndië gaarne vrij houdè prijs stellen, dat zij vrij voor hun scheepvaart^ ken. De pro-Turksche g •then treden voortdure dag en men kan het wraakneming der Frans in October 1921 door h Bouillon een accoord a Maten; deze overeenkc economische voordeelen niet alleen in stoet h Syrië, die heel wat geld ■enden, maar met de George te verstaan geg rich anderszins schadek neer de Britsche politici rranachen wilden dans, loosstellingspolitiek teg ■itijd een milder karai Franschen, zal er niet v Bat Frankrijk op zoo ha In het nabije Oosten vi drag met Angora. Trouv Politieke leiders halssta Versailles vasthouden, heen in zelfs aan de ha Ven Sèvres (mode hun Zonder medelijden met het egoïsme van den ouderdom, vervolgde zy: „En buiten staat een heer sedert een half uur te wachten: wil’zich niet laten afwijzen. Die kan lang wachten. Meneer en mevrouw mogen niet gewekt worden. Het /was Goddank drie uur, voordat het donker werd." Lou strekte de hand uit naar het visite kaartje, dat op haar lichtblauwe deken lag- Zij las den naam van den vertegenwoordigd van den agent in marmer. Het kaartje beefde in haar hand. Wat waf dat weer? Zonder er iets van te begrijp*® staarde zy steeds weer op dezen naam. Zij wd loch enkele weken geleden met haar stiefinoe* der voorgereden by hem; haar stiefmoeder w®* uitgestapt, een kleine, elegante portefeuille de hand, waarin tien biljetten van duizel mark zaten en na geruimen tyd was zü terug' gekomen met een lichte blos op de wang* glimlachend. Alsof een centenaarslast haar va® het hart was gevallen. En daarna was zjj 300 hartelyk en beminnelijk geweest, als zy allej® zyn kon, had over sparen gesproken, zeer aanzienlijke dames er over spreken, d* veel gewichtigheid en groote woorden. i vervolgd.) /J schen stad en platteland een eigen verklaring. In 1917 hield hierover ons geacht lid, de heer de Boer een rede voor de H. M. v. L. De grond oorzaak voor het verschijnsel vond hy vooral in de opvatting van de stad, welke tot uiting komt, wanneer zü spreekt van onzen land bouw en onze producten en zjj zich vooral inzake de laatste als eerstgerechtigd be schouwd. Hij zag de fout vooral hierin, dat zij sprak van ons volk en daarbij de bijna 50 tot het platteland behoorenden, of er nauw bij betrokkenen negeerde. Volgens den heer de B. vond dit vooral zyn oorzaak hierin, dat de landbouw veel minder gemakkelük is te leeren kennen dan de industrie. Vele schoorsteenen wyze van verre reeds op industrie en haar werkzaam aandeel in het groote geheel. De vele duizende verspreid liggende landbouwbe drijf jes spreken zoo niet naar buiten. En ook intern is de landbouw veel minder gemakkelijk te doorzien en te begrijpen. Daar voor is studie noodig, meer en langer, dan men er veelal voor over heeft Niemand ontkent de juistheid hiervan en vooral niet in den tijd, toen deze rede werd uitgesproken, maar ze was naar mtfn meening niet volledig. De oorzaak zit dieper. "De groote Maxidt Gorki heeft ook zyn opvat ting gegeven van de sociale verhoudingen van stad en platteland, z(j het dan slechts in Rus land. Volgens hem zyn de boeren daar wreed, dom ongodsdienstig, omdat hun godsdienst meer vorm dan wezen is; ze zjjn hardvochtig enz. en door al deze eigenschappen, waarmede de tegenwoordige hervormers van het groote Rusland onvoldoende rekening hebben gehou den, mislukt daar deze en elke andere sociale omwenteling. De correspondent van de N. R. Courant tee- kent hierbij aan, dat Gorki zich vergist en dat al die ongunstige eigenschappen, waardoor de Russische boer zich kenmerkt niets speciaal Russisch hebben, maar dat ze overeenkomen met de eigenschappen van de boeren van alle landen en van alle tyden. Indien men het nu vroeger nog niet wist, dan weet men het nu. Hier ligt de groote oorzaak van het kwaad. De boer de schuld. En in Hol land zijn er velen, ook verdwaalde professoren soms, die het ongeveer zoo nazeggen. Maar zelfs, indien het zelfs zoo ware, dan zegt men met het bovenstaande nog niets. Die domheid en al dat andere fraais meer is ook weer gevolg, geen oorzaak alleen, hoogstens gevolg en oorzaak beiden. De zaak wordt dus met zulke redeneeringen allerminst verklaard en nog minder opgelost, ’k Wil dus mijn twee de stelling aldus formuleeren, dat de vele en velerlei verklaringen, die er voor worden ge geven, die veelal meer of minder op pervlakkig zijn, het wezen der dingen niet raken ofook wel door groote vooringenomen heid zijn ingegeven. Er is groot misverstand. Vergun mij, enkele eenvoudige vormen van misbegrijpen te noe men, die weer oorzaak worden van misverstand in het groot. De gemakkelijkheid van het boerenleven. Is het niet de fout, dat men het landleven ziet vanuit de vacantietijd en vacantiestemming, 1 aangevuld door allerlei moppen uit geïllustreer de blaadjes en van de scheurkalender. De boer van zyn kant beoordeelt de stad en haar bewoners vaak naar wat hij er van ziet, wanneer hij er eens per week zijn eieren brengt of zijn boter markt, of naar den indruk die hy er van krijgt, wanneer hij or heen gaat of wel, wanneer hij des avonds, zelf nog druk bezig, velen uit de stad langs zijn landerijen ziet fiet sen of tuffen. En dit zwak en twijfel ach tig oordeel van beide groepen wordt nog versterkt door zangen als van Tollens Naar 't land, waar uit de een de heerlijkheid van het land en de ander de rotheid der stad gelijk de bij de honig uit de bloem, inzuigt. Het landleven 1 s echter geen idylle, maar hard realisme. De stad i s geen modderpoel al leen, maar bergplaats van veel ontwikkeling tevens. Is het nu dit misbegrypen en dit oppervlak kig oordeel alleen, wat ons de bekende gevol gen bracht? Volstrekt niet, maar bij dit misbe grijpen komt de invloed van de groote mond op de massa. Degelijke argumentatie wint het in kleinen kring, maar op de massa werken groote woorden. Zoo is aan beide zijden geluisterd naar grenzelooze oppervlakkigheid en.. na gepraat. Het is dezelfde kanker, waaraan onze geheele samenleving lijdt en wat tot de ern stigste gevolgen heeft aanleiding gegeven en zal blijven geven. 18) Hij antwoordde niet, pakte zyn papieren bij elkaar, boog nog eens en vertrok zonder om te kjjken. „Je bent krankzinnig,zei mevrouw Sina voor de zooveelste maal tegen haar man. H(j lachte, blijkbaar heel goed geluimd. „Al^ hij haar niet haalt behoeven we niet te zeg gen, dat het jammer voor hem ia.” In stilte hoopte hy hem voor goed kwijt te zijn, maar dat zei hij niet. Hü was zeer ïn zijn schik. Hü voelde zich buitengewoon opgelucht. „Luister eens wat zou je er van zeggen, zouden we nu niet een beetje kunnen werken? Niet lang. Maar één uur. Vandaag vorder ik flink.” Hü wond heur haar om zijn vinger, kuste haar op haar oorlelletje. Zü knikte. „Wat heb je je weer opgewonden dat gp- Te huu gt’vraag^. Brieven Bureau Goudsche Courant, onder No. 3185. en ontbeet in haar kamer, terwijl haar vroe gere kindermeid tegenover haar zat op een wit laag stoeltje en haar hart luchtte. Er viel toch altijd wel wat te klagen over 't geen er in huis gebeurde. „Haasje, maak dat je trouwt. Wat moet ik, oude vrouw, in dit gekkenhuis beginnen. Nu moet ik Anton den dienst opzeggen, omdat hij de vorstin gezien heeft, toen zy blootsvoets uit het atelier is geloopen. Zy zegt, dat hij aan de deur heeft geluisterd. Dat was toch in het geheel niet noodig, Haasje^-— ze heeft waarachtig spektakel genoeg gemaakt Bene den inde keuken hebben zy hel gehoord/*x. Vandaag lag Lou nog in bed en streek met* de vingers over de roode oogleden, en drukte ze tegen de pynlyke slapen. „Laat maar, Rafeltje, dat is altyd zoo, als papa werkt.” De oude streek boos over het zwarte alpaca schort, waarboven de rinkelende sleutelring bengelde. Haar kleine oogen fonkelden nydig; met een heftige beweging rukte zy de lichte cretonnen gordynen open. Lou sloot de oogen, wierp zich achterover in het kussen. Het licht, grys en toch stekend, deed haar, pijn. Het was, alsof zü dat Steken in haar geheele lichaam voelde, in elke kron keling van haar hersenen. „En dan gelooft u 4ook aan den lijve, ah de eerste de beste BT' zullen u aanklagen. Ze greep een courant haar vuist in elkaar, Mrcoide ze in het rond, j*et ze deed, halfdol ve bloedens toe gebote Pen'-bont ver achter op W’-le lokken om de sla; I En ze wiet het zelf ni >ijd achtige hoopje ka' tatlen of een boosaarc turnden gespeeld had. I Gestolen! r Een verstikt, wanhop! haar heele Hchaam Pg, haar hoofd op de g «eren gaf de vrouwen i «n rich terug te trekt dgeloopen, de schuld b «■vrouwtje moest de u •pnemen, dan ze het maar doodbedaard fuaestie dan mee afged „Nooit, nooit zet ik warenhuisNooit meer *Dat zeggen ze alles» terug f De prüzen werden als volgt behaald- u pry's: G. R. A. de Jong, 2e pr. A. v. 3e pr. M. A. van Leeuwen, 4e pr. H, C gemans, 5e pr. A. G. Steenwinkel, Radix, 7e pr. N. Jongeneel, 8e pr. W Edel. De pryzen bestonden alle uit luxe vdMmk ;n, têrwül de le en 2e prijswinnaar» bnm. u.en resp. een verguld bronzen en broaxa medaille verkregen. 7825 8122 8265 8322 8371 8674 9185 9186 9199 9418 9708 9936 10^33 10455 10754 10824 11679 12253 12338 12889 13294 13536 13740 138» 14075 14650 14668 15092 15804 15652 16131 16175 16248 16414 16478 17332 17473 17608 17811 18297 18448 18778 18981 19163 19252 19510 19673 19835 20361 20549 20587 20746 20903 21210 21835 22008 22370 22371 22502 22648 22717 22781 22858 beurde met Lou nooit.” Na een poosje antwoordde hy: „Neen met Lou kwam dat nooit voor.” Toen het eerste derde deel van zün werk klaar was, gebeurde het dat hy al aan het vol- gende dacht. En zoo zag hü nu reeds het werk, dat hierop moest volgen. Iets stils, dat teer en kuisch was. Dan zou hy uitrusten weer de oude worden oplettend en bedachtzaam. Daar had hü Lou dan voor noodig. Daarom was het goed dat zy bleef, zeer goed was het HÜ glimlachte weer. „Ik zal heel braaf zün elk kwartier mag je een polka dansen in het atelier. Viermaal in een uur denk eens aan. Maar den overigen tyd moet je je stil houden, wil je?” Zü stond op, struikelde over het kleedsel in zyn armen, lachte, wierp het hoofd naar achter en hief dreigend den vinger op: „Maar dat zeg ik je, beste als je weer zoo’n schandaal maakt als tegen een betaald model, dan sla ik je kapot en reis af.” HÜ kuste haar op haar hals. „Als je mün werk vernietigt, kryg je slaag als een klein kind, en zie je mü niet weer.” Zy keken elkaar aan, lachend en toch een beetje weifellÈ|. Daarna daalden zü eensge zind de trap ar naar het atelier. Pas toen zü voor het middagmaal plaats na men en de derde stoel leeg bleef, dachten zy er aan naar Lou te vragen. „De juffrouw heeft hoofdpyn en laat zich verontschuldigen,” heette het. „Wel, 4rel", zei Hörselkamp. „Hoofdpyn? Dat is iets heel nieuws!” Nu begon Lou ook kunsten te maken! Die vrouwen toch! Kon men toch maar zonder hapr 1 „Ik zal dadelyk gaan küken,” zei mevrouw Sina. Maar zy waren nog aan het dessert toen de eerste gasten voor de thee kwamen. Daardoor vergat zij het. En toen Hörselkamp om negen uur zacht aan Lou’s deur klopte, wrong de oude Seraphine zich voorzichtig door een kier. „Ze slaapt rtu, het haasje, niet wakker maken, mynheer Hörselkamp.” Den volgenden morgen bracht de hofmeester van gravin Marie Antoinette Oberwall een bil jet „persoonlyk voor mevrouw de vorstin Su- kewitsch. Eigenhandig.” 430e Nedt rlandsche Staatsloterij. 4e kl. Trekking van Donderdag 7 Sept. 1921 ƒ400: 16283. Pryzen van ƒ65.—: 1389 1409 1421 1477 2124 2263 2373 2376 2509 K 2563 2861 3038 3742 4038 4275 4337 4826 5432 5488 5567 5707 5856 6001 6018 6351 6363 6510 eigen geld 5 5 13572 lüMdlSCH 2913B3Ö 10348 10768 54 1Ö329 11’314 1085Ó 13815 93 194 j 11230 13954 16739 1M592 11376 14133 1705619674 -.1770 14:526 17402 19054 12203 14663 17533 20094 —‘i 14783 17647 20362 .2 14845 17756 20543 64 13566 15052 17998 Vrijwillige Landstorm. Zaterdag j.l. vonden op het schiettenein de schietwedstrijden plaats voor de Byzondere Vrijwilligers by den Landstorm, onder leiding van den sergeant W. van Heiningen. Nadat de deelnemers zich in de - -o j hadden, i heer J. J. Montyn, voorzitter der uitslag bekend en verzocht den heer nier de Greeve, voorzitter der Gew. Landst. Cornm. de pryzen te willen uitreiken. Alvo rens daartoe over te gaan bracht Spr. heer Montyn dank als voorzitter der jurj als Plaatselyk Commandant, den heer J. Mechelen, officier-propagandist, voor diens uitnemende propaganda en den sergeant van Heiningen als instructeur, zich betoonend Uie right manzon the right place te zyn. Komend tot de uitreiking der pryzen, bracht den heer Valckenier de Greeve een woord van büzon- deren dank aan den heer W. A. Hoyng, direc teur der plateelbakkerij „Zuid-Holland”, voor het beschikbaar stellen van eenige prahticge pryzen, terwyl ook door Spr. een prijs be schikbaar is gesteld. worden, het platteland te jst bereikbare grens, grenspaal biyven stellen, t haar tot dien grenspaal voeren. Breng meer gezonden, breeden kyk in de stad Leer hun gezichtskring uitbreiden, ver der, dan wat de enge stad hen te zien geeft. Stryd tegen vooroordeelen en misverstan den, waarvan de wereld vol is. Stryd tegen het wantrouwen, hetwelk elke goede verstandhou ding vergiftigt. Stryd tegen politiek gedoe, hetwelk mede de eenheid verscheurt. Stryd tegen onjuiste tan; opvattingen van de plaats van den landbouw •wel onder ons volk. Maar bovenal, erken de groote macht der omstandigheden als opvoedende en leidende factor en beoordeel daarnaar Uw medemensch. Verruim nimmer, daarnaar Uw handelingen in te richten. i.aat de stedelii zuiverd van veel een onmisbare volk. Laat den boer zyn landelyke eenvoud en.al het landelyks, hetwelk steeds zyn deel was. Laat hem boer. Het platteland, opengesteld voor den invloed dier cultuur, zal daarin een aanvulling vin den. De stqfi, geremd door de natuurlijke nuchterheid van het platteland, zal beter haar evenwicht kunnen biyven bewaren. Eisch van Uw medemensch niet, wat ge naar aard en omstandigheden niet van hem vragen mag, zouden we stadsbewoner en plat telander w. len toeroepen. Vul elkaar aan in de noodwendige verschillen, inplaats van kracht te verspillen in het stryden om de vraag, wie het belangrijkst is. Gegroeid uit primitieve vormen tot het machtig economisch en maatschappelijk ge heel van heden, laten de verschillen zich niet overbruggen noch wegdoezelen. Maar door ze te erkennen zal men juist in en door die ver schillen het bouwwerk oyzer samenleving tot hoogere eenheid brengen. Na eenige besprekingen werd de vergadering door den Voorzitter gesloten. GOUDA, 7 September 1922. Buurtvereniging Wachtelstraat. Naar wy vernemen is in een gisteravond gehouden byeenkomst van bewoners Wachtelstraat, Jaagpad, Lazeruskade en on der de Boompjes opgericht een buurtvereni ging, die met Koninginnedag deze straten een feestelyk aanzien beoogt te geven. Tot eere- voorzitter werd gekozen de heer S. Visser, voorzitter werd de heer B. Rietveld, secreta ris de heer J. Boer, penningmeester de heer J. P. de Groot en^leden de heeren J. IJssel- styn en Rabouw. verzekeringen voor allerlei onberekenbare om standigheden heeft een zeker gerustheid in zake fin^ncieele omstandigheden doen ontstaan, die zich vaak u»t in een zekere mate van vlot heid in het uitgeven van het niet direct nood- zakelüke geld. Roekeloosheid noemt de platte- •ander dit en we zullen straks zien, waarom hy dit van zyn standpunt af gezien, moet doen. Ofschoon vaak overslaande iot werkelyke roe keloosheid, is het in wezen sterke vrucht der omstandigheden. Het samenwonen, ver van de vrye natuur in een duffe stad deed verklaarbaar meerdere be hoefte aan ontspanning ontstaan. Wuft stads leven zegt de plattelander en hij heeft gelyk, voor SOOVff h< t beticiL de vele groote uitwas ten, maar hy vergist zich, wanneer het binnen de perken blijft Dèn is het een natuurlijk ge volg van een voorafgaande oorzaak. De werkzaamheden in kantoor of fabriek met gemis aan de kalrneerende vrye natuur en de frissche lucht bracht verlangen naar vrijen tyd Dit natuurlyk verlangen is door verdwaasde volksmenners uitgebuit, zoodat werken een straf is gelyk geworden, wat volstrekt niet wegneemt, dat de eerste belioelie aan wat vryen tijd natuurlyk was en volstrekt niet den naam van „luiheid” verdiende, waarvoor men het veelal ten plattelande aanziet. De stad bood meerdere gelegenheid tot ont wikkeling. Het bracht in den loop der tyden aldaar bewoners met meer kennis. Is dit nu een reden, zich nu boven zijn medemenschen, spe ciaal boven de plattelandsbewoners te verhef fen als ware men vaneen beter ras, een ver beterde editie van ons volk? In plaats van dankbaar te zijn, dat de omstandigheden die gelegenheid, welke anderen v.erd onthouden, hen bood, begaat men de fout, hoovanrdi te zyn op iets zeer natuuriyks. waaraan men per soonlyk een bitter klein deel of misschien niets toe heeft bygedragen. Zegt dit nu, dat men in de stad ook meer algemeene kennis en praktische wereldwijsheid heeft Volstrekt niet. Deze zyn afhankelijk van practische kijk, van midden in het leven Htae*" de dingen nuchter en klaar zien. s zoowc mogelyk op het platteland als in de stad, ja, in de stad ziet men vaak door de boomen het bosch niet meer. De tyden brachten groote mannen voort uit beide groepen. Van de anderen kant bezien, geen verschil. De omstandigheden hebben een boer gemaakt en zullen altyd „boeren” blijven maken, al is dit woord niet in de ongunstige beteekenis op te vatten, welke*<!e stedeling er aan gelieft te geven en al zal de evolutie ook in het be grip „boer” nog wijzigingen brengen. Brachten de omstandigheden de stadsbewo ner gelegenheid tot leeren, juist die omstandig heden werden den boer onthouden. Zyn werk kring, soort van arbeid, zyn doorloopende zor gen voor levende ha?b, zyn verspreid wonen en nog veel meer belemmerenden het „leeren”. En ai wordt en zeer terecht op grootere ontwikke ling aangedrongen, die omstandigheden zullen steeds biyven belemmeren. Het zal biyven een „tot hiertoe en niet verder”, omdat de natuur lijke loop der dingen de grenspaal plaatst. Is daarom de boer dom en mag zyn z.g. dom heid mikpunt voor spot zijn? Tegenover het vele „weten" staat zeer vaak juist een flinke dosis gezonde levenskyk. En het gebrek aan kennis in den zin der stad is geen schuld, maar gevolg. De strijd met de elementen en den aard van het bedryf maakt de plattelander vaak wat niw. Is dit een reden, er den nells voor op te halen en hem als van minder allooi te behan delen Als hy niet de vormen der geordende steed- sche samenleving aanneemt; wanneer hy niet uiterlyke beleefdheid in acht weet te nemen, al vloekt ’t van binnen; wanneer hy er niet zoo goed slag van heeft, tante’s en schoonmoe- Niet het oppervlakkig oortleel, maar het ge- r mis van elk oordeel en het blind volgen van wat het meest klinkend en rammelend tot ons komt, I dit algemeen verschynsel doet ook haar conse- quent werk by de verhoudingen tusschen stad en land, ’k Zou*dit myn derde stelling kun nen noemen. Voor misverstand en verwthjen^ig gaven bei de partüen aanleiding. Wanneer de eUdtlJing weer opnieuw een spotbeeld ophangt van den boer en daartegen over zyn hoogere cultuur demonstreert, dan prikkelt en verwüdert zulks. Wanneer in het woord boar een onbegrensde minachting wordt gelegd, dan stemt dit aan de andere züde bitter. Maar wanneer de boer allen, die een boord dragen over een kam scheerende aanmerkt voor nietsnutters, dan brengt hü het er geen” haar 1 beter af. Ook dit kan onder de oppervlakkige oorzaken van verwydering worden gerekend. Dieper gaan de misverstanden, waartoe beiden aanlei ding geven. Wanneer de stadsbewoner zegt, dat het platte land voor zyn voeding moet zorgen, dan zegt hü een feitelyke waarheid, maar de wyze van aamliening maakt het tot een onjuistheid en het wordt ook zoo gevoeld door de andere partü. Maar wanneer de boer het opleggen van het cachet van minderwaardigheid bestrijdt op dit punt, dan is hy vaak anderzüds bezig, zich het zelf op het voorhoofd te drukken. Naar mün meening is de boer zelve schuldig aan het ongunstig oordeel over hem in de stad en wel, daar, waar hü een spotbeeld van zich zelf maakt. Wanneer de plattelander wanho pige pogingen doet, het verschil tusschen ste deling en plattelander weg te doezelen; wan neer men de eenvoud van het platteland verlaat om steedsche manieren na fèapen en men an ders wil schünen dan men is, dan werkt men hard mee aan een minachting dis misplaatst is, maar niettemin begrüpelük. En het zün vooral dc jongeren, die hierin sterk schuld hebben. De gevallen zün niet zeldzaam, dat zoo’n opgeprikt jongmensch ter demonstreering van zyn meer- derheidjajuist onder stadsbewoners afgeeft over de domheden van het platteland, waar hy, be ter begaafde, o noodlot, moet verkeeren. Het is ook de van studie terugkeerende boe renzoon, die met de eerste-klas-theoretische wysheid opbotst tegen de jarenlange praktische ondervindingen der ouderen en die door gebrek aan maathouden, wrok kweekt tegen steedsche wysheid en eigenwüsheid. En naast deze uit beide groepen voortkomen de dorzaken werken de krachten vhn buiten. Politieke overwegingen brengen, zooals trou wens overal, scheiding en wanneer b.v. de S.D.A.P. precies weet, of ze de boeren bij de kapitalisten dan wel by de proletariërs zal on derbrengen en ze is over deze puzzle voldoende heen, dan zal nieuw materiaal voor verwijde ring zün gevonden. Groepen, die als het ware de middenstof vor men tusschen de beide uitersten hebben vaak belangen by verwüdering en doen zeer vaak ook niets ter overbrenging van eikaars ideeën. Integendeel wordt dikwüls nog een houtje bü- gedragen aan den brandstapel, waarop de een heid als offer vallen zal. Samenvattende dragen beide partüen en bui- tenstaandew allen hg aan het in eland houden, "te hstaTmet duüeid of aanwakkeren van misverstanden, die de ver-'uu’ - wydering verder voleinden. Noem dit, zoo ge wilt, mijn vierde stelling. Toch hebben we nifet het bovenstaande de kern der zaak nog ni|t aangeraakt. Dit alles is in zekeren zin me* gevolg, geen oorzaak alleen. Er is een diepgaand verschil tusschen de groepen, hetwelk niet is te overbruggen met kunstmiddelen, noch weg te redeneeren door geleerde theorieën, noch te ontkennen door tel elkaar over te buigen. Het is de vorming der groepen, zooals deze door eeuwen heen in het groeiproces der dingen zich heeft ontwikkeld, moest ontwikkelen. Het ié de erkenning van het noodzakelijk verschil als product der om standigheden. Het is de aanvaarding van de mutatieleer, van de wisselwerking tusschen ^1 ,het bestaande. - Zoolang men deze wet niet erkent, zoolang zal men elkander niet begrijpen en door niet begiypen, niet waardeeren, neen, kan men niet begrijpen. Zonder deze zal men bezig blüven, eenheid te brengen in verscheidenheid; eenheid van denken en handelen te verlangen van wat in wezen niet eensdenkend en handelend wezen kan, omdat het in wezen anders i s, niet uit eigen vryen wil, ómdat ze anders willen zün, maar omdat ze anders moeten zün. 'k Wil trachten deze gedachte iets nader te motiveeren en zal daarvoor niet naar het grüs verlc’en terug keeren om het beginproces van dien ontwikkelingsgang op te sporen. Dit pro ces werkt op heden nog even regelmatig en ze ker door en laten we ons dus bepalen tot enkele grepen uit het werkelük leven van thans. De vaste inkomens door salarissen en anders zins, welke vele stadsbewoners verdienen, ge voegd by de mogelykheid tot het sluiten van Aanneming van deze gedachte opent de weg voor betere verhoudingen. Din komt men tot het ware „kennen”, waardoor waardeeren on- vermüdelyk wordt. En waar waardeering 1», daar js de verhouding goed. Er dreigt hier echter nog een gevaar en wel in de vraag, aan het begin gesteld, of er dan wel reden is, zich druk te maken, de vraag pen dua der monistische onaandoenlykheid. diei De erkenning van de wisselwerking In al het bestaande voert volstrekt niet naar de troostelooze diepten der monistische levens- beshouewing, met de gevolgen van dien. .Alles is, zooals het is en als het op dit moment wezen moet. Daaraan valt niet te veranderen. Het is alles groeiproces en de we reldwijzer laat -zich niet voor noch achteruit verplaatsen." Zoo klinkt het ons tegen en men legt den stry'dbyl aan den voet van den boom. Wij aanvaarden dit niet, omdat hoogere be ginselen in ons leven zijn. Wü gelooven aan! evolutie’ en vertrouwen dankbaar, dat we door1 ons werken iets aan dien evolutiegang kunnen byhÉengen. Juist omdat wy gevoelen, welke machtige invloed omstandigheden op men- achen en toestanden heeft, zal dit ons voeren tot het aanwenden van al onze krachten, om aan die toestanden de meest goede wending te geven. Gewerkt moet ontwikkelen tot <1^ hoogr De natuur zal de. i maar ons werk kan lieve woorden over het aangename van het bezoek, terwyl het er voor den nuchteren be spieder duime ndik opligt, dat men en pas sant reeds bezig is te snakken naar hun ver trek; wanneer de plattelander niet kan mee doen met die maatschappelyke welvoegelyk- heid (lees vaak holle gepolste fatsoenlyk- heid), maar robust en onomwonden de dingen zegt, dan spreekt men van „dat ruwe volk”. Het zyn echter de verschillen der omstandig heden, die hier spreken. En minderwaardig heid? Men zou hier kunnen zeggen: „by den één gemis aan goede vormen, by den ander gebrek aan natuur. De wisselende factoren in hun bedryf als veeziekten, de weersgesteldheid enz., dwong de plattelander tot uiterste zorgzaamheid, ook in goede jaren. De kwaden komen ook en die wetenschap maande tot voorzichtigheid. „Gierigheid” roept de stadsbewoner, maar „Vredebest” vereenigd hü weet niet, vanwaar het komt, noch begrypt hy, dat het juist die eigenschap is, die on» volk door bange jaren bracht. En al is die factor soms wat overbouwd en al vertoont zich die zuinigheid ook nog daar, waar dit niet meer noodig is, daar kan dit alles toch terug gebracht worden .tot gevolgen van de harde realiteit van het landleven met haar wisse lende bedrijfsresultaten. Het is de erkenning van deze mutatieleer, waaraan stedeling en plattelander behoefte heeft. De omstandigheden drukken haar stem pel op personen. De verschillen ontstaan voor al daar, waar de omstandigheden alle eeuwen door op hen inwerken. Niet door willekeur van de groep wordt haar mentaliteit, zooals ze is, maar eindproduct is het van wat op haar inwerkende krachten er van maakten. ■s van de ------ Notaris A G Malie Tlonderdart 1 September 1922 van f ]5OÓ'1C648 i 1000 3055 4. 1‘rijzen van 90.-- 33 IL-’j 4824 6787 8370105 8! 2:96 67 7261 8666 1' 6 2745 80 7629 8905 43 3031 5037 z 706 96 337 3169 5423 8000 9025 525 98 85 17 9204 j9 3321 5561 8120 9571 11'. 846 3708 5628 824'J 0529122~ 1032 3867 6112 91 ft 45 12914 1672 4401 6261 94 9»O4 58 1777 4661 6 47 8346 - Coöperatieve Kweekersvereeniging „Gouda m Omstreken” te Gouda. Veiling van 6 September 1922. Snijboonen le soort 12.5043, id. 2e soort ƒ0.30—17, Stokboonen ƒ5.2013.60, Stamboo- nen 514.80, Spekboonen 0.506.80, Pronk- boonen 3.706.70, Uien 610.70, Augurken, fyn 3946, id. fün basterd f 2233, id. ba»- terd 9—t-15, id. grof ƒ68, id. bommen ƒ4— 5, Postelein ƒ310.10, Spinazie ƒ7.10—11.80, per 100 K.G.; Komkommers le soort 1.50 2.30, id. 2e soort ƒ0.401.40, id. gele ƒ0.10— 2, Bloemkool 117, Gele savoye kool ƒ2.20— 6, groene id. 5, roode kool 24, witte kool 1, Andüvie le soort 1.803.20, id. 2e soort 0.501.90, Kropsla 0.401.10, p. 10Ö stuks; Zuring per kist ƒ0.20; Tomaten A 1.50--3.60, id. B 1.10—1.60, id. C ƒ0.20—2.30, id. rjjp f 0.40—4, per 100 pond. Peen 1.604.50, Kro ten ƒ2.60—3.20, Selderie ƒ0.200.60, Peterse lie ƒ0.70, per-100 bos; Augurken fün ƒ1.28 1.46, id. fijn basterd ƒ0.600.74, per mandje; Suikerperen ƒ6; Dirkjes ƒ37.20, Jutten ƒ11 23, Beurré d’Amanlis ƒ511, Diamant ƒ6, Clapp’s Favorite ƒ412, Gergamot ƒ5, Bonne Louise 15, Keizer Alexander 9, Beurjré de Merode ƒ7, Muskus ƒ5, Triumph de Vienne ƒ27, pet 100 K.G., Meloenen ƒ0.040.48, Per ziken 0.030.09 per stuk; Eieren per 100 stuks ƒ9.309.90.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1922 | | pagina 5