Fa. B. DE JONG GOUWE 89 - TEL 47 Reclame Aanbieding W. M. van Hulzen Dames- en Kinderkleeding Sr 58 Groote Sorteering Prima Bibereite T Bericht van Inzet. Dekens. Voetzakken. Vachten. DAMESMANTEL in Prima li iiiga stof met imt Pellerijen .6 PHOTOKAARTEN STOOM- m CHEMISCHE W1SSCHERIJ f 22.75. Mailt SS-S7 SPECIALITEIT PRIMA Kraag 11775 'Ut dito Wlof f 21.75 C. A. B. BANTZINGER, Winterhandschoenen VAH DER BEEK's 9CHTENOVOER 8» V V enz. Fluweelen Japonnen EFFEN MANTELS Sneeuwschoenen. SCHOENBAZAR „MODERN". Jbstumes, Robes, )Vtantels.li[oeder» Grootste keuze, aparte Noureauté's ii alia genree. Dames en Heeren. De Groote Zwaan. awe noTel. B40 ELEGANTE voor moderne qonferiie zijn: Stoffen Japonnen 1925 22M 2475 enz Engelsche indermantels BSowses^ Rokken ROTTERDAM Reclame aanbieding MARKT 18-19. JAEGER ONDERGOEDEREN Jaëger- en Flanel Onderjurken. AUTOSJAALS - IJSMUTSEN. BONTEN MOFFEN. DAMES BONTMUTSEN. FLANEL OVERHEMDEN. Th. H. HEESEN-NEDERHOF. Reparatie I» klasse. Cnnenrreerende prifzan. DE GOUDSCHE FRUITHANDEL Vraagt het b(j Uwen Winkelier rum 1.1.1. im - i.ijm. TWEEDËBLAD DUYVIS 2B.den 2dpn Nov- 1022 voor den IIc(,r M 1 P- CLOUET Jo (wyellde hofstede ..WUlenwhoeve" «root sl.8Q.03 H.A. te Waddfnxveer is in bod gebracht als volgt: Perceel 1 op 26500. M 2 13500. n 3 14000. it 4 10200. Totaal 64200. jwaarvan de afslag blijft bepaald op Donderdag, 9 Nov 1922 Öea^vcwrmiddagB n uur in het koffiehuis „het Schaakbord" Verhoogingen worden aangenomen tegen 10 premie ten kantore van den notaris G. VOS te Waddinxvccn. e809 40 tsio 60 Jvlarkt26 Laat oaa eens een proefwascli behandelen, u kunt dan zelf oordeelen. Ook voor bot behandelen van fleerenitr||kgoed z|Jn w(| speciaal Jngericht. MANTELS MET ECHT BONT i# voor ons een met deze nieuwe ntode nu weer den smaak van liet getroffen hebben, niet anders te verwachten. wij dit artikel toch tegen lagere prijzen aan- |90 O50 075 E25 g7 5 J250 14'5 jg50 kostbare wolpluche gebracht wordt, dit door onze eigen op groote schaal, waar ullgescha- Moderne Mantel zware kwaliteit mlvtr wollen velours de laine met wolphiche, biezen en zjdensttkkerfi ge garneerd mm slecht10 s. Warme Mantel zuiver wollen fluusch slof, kraag en man chetten mooi beslikt, tets buitenge- i 75ct,f l25 75«» p |i0 J75r 'J 90 2» 2.73 350 475 275 300 325'350 enz 525 000 075 e„z Alle veranderingen gratis, Aan schriftelijke aanvragen n niet worden voldaan. slechts De Nieuwe Mantel prima velours de latne met groote bonHraug (beverette), elegant """"''slechts 2250 De Mod. Mantel zware kwaliteit velours da laine, met groote Elegante Japon prima gabardine, tres en stikkerU, smaak vol opgemaakt Nieuwste bontkraag en bontslak op zijpanden, moois biezen- gar- neerlag 0 slechts o4 Nieuwe Hoogstraat hoek Viaduct Prima Képer-fluweel modern beslikt, in diverse nieuwe tinten hechts 19s0 slechts 8805 105 voor Dame., Hoeren en Kinderen. luiver Wol, Halfwol en Gemoltonneerd. voor DAMES en HEEREN. Solide kwaliteiten. Lage prijzen. Vetleder werk, wollen vilt en gespschoe. non koopt U het voordeeligst aan een vertrouwd adres. S807 40 Kleiweg 23." Gouda. Lange Tlentleweg «7 Telet.313 (Joudn heeli la voorraad: Blsuwe druiven Perziken Bananen Tomaten Sinaasappelen Gilt oenuti 8782 80 Tafel peten Tafelappelen Nieuwe vijgen Ananas in Mik Diverse soorten noteg enz. Bnaeroenten Sleutels) tegen cuncorr«erende prijzen. GFBRUIKT voor Uwe kippen Minimum 35°/# eiwit en vel» Zuiverheid gegarandeerd. 8787 40 vanaf f I Folograllaeh Atelier 8785 28 Is o. 15076. ZATERDAG 4 NOVEMBER 1922. 0e Gamsentebsgroot ng 1923. Wanneer we de gemeentebegrooting voor 1923 bezien aan de hand van de cyfers van vo- rige jaren, dan komen we tot een ontstellende conclusie. Hoezeer herhaalde malen met klem is betoogd, dat een voortgaan op den weg van meer uftgevep dan de inkomsten toelaten de gemeente in steeds sneller tempo naar een financieel debacle voert, toch is ook deze be grooting weder hooger dan die van vorige Met een enkel woord wezen wy er reeds op, dat B. en W. zich by de samenstelling dezer begrooting hebben gehouden aan wat de wet gever eischt en de rpad besloot, en niet zelf standig hebhen ingegrepen door het indienen van die vooratellen, van welker uitvoering zou kunnen worden verwacht, dat het uitgavency- fer belangrijk zou verminderen. B. en W. hebben zich onledig gehouden met het zoeken ntiar bezuinigingen op allerlei pos ten, waaraan zy niet door wettelijk voorschrift of raadsbesluit zijn gebonden en zoo zyn zij er in geslaagd een bedrag van 49000.te vin den. Maar wat beteekent dit bedrag tegenover het uitgavencyfer van de begrooting Er zal worden bezuinigd op het algemeen be stuur der gemeente door verlenging van de arbeidstijden van het secretarie-personeel tot 7% uur daags, door inkrimping van dat perso- neel, door mind.er uit te geven voor adverten ties, door besparing op het drukwerk door zelfs het groote werk, het Analytisch Verslag van den Raad door middel van kantoormachines ge reed te maken en te vermenigvuldigen. Het politiepersoneel zal met enkele agenten worden verminderd en aan kleeding en uitrusting zal minder worden besteed. De cursus voor de op leiding van politieagenten voor het behalen van een diploma moet verdwijnen. De Burgerwacht zal met de helft van de vorige subsidie moeten volstaan. Voor het onderhoud van straten en pleinen zal ƒ15000.— minder worden uitgege ven; het Ziekenhuis moet met 14000.— min der subsidie toekomen en de gemeente-apotheek zal ƒ1500.minder ontvangen. En dan zyn er nog enkele kleinere posten, waarop nog een 1000.— zal worden gevonden. Maar daarmede is het dan ook uit. Van de begrootingen der bedryven weten we nog niets. Van enkele, inkomstposten zyn hoogere ra mingen op de begrooting geplaatst, die op een enkele uitzondering na feitelijk zijn belastin gen. De secretarieleges b.v. zijn verdubbeld en zullen ƒ1750.— meer opbrengen; ook zijn er bruggelden en marktgelden verhoogd en zoo zyn er meer posten, die van de belanghebben den hoogere bedragen dan de tot nu toe betaal de zullen vorderen. Waren de inkomsten hoo ger geraamd door een stijgend belastbaar inko men, dan was de toestand heel wat gezonder dan nu. In de toelichting, die B. en W. bij de be grooting hebben gegeven, wordt gezegd, dat het gemakkelijker is te spreken van besnoeiing van uitgaven, van bezuiniging, dan dit op een gemeentelijke begrooting van inkomsten en uit gaven ten uitvoer te brengen. Van daf idee geeft deze begrooting dan ook blijk. De vraag is echter', kan dan geen bezuiniging gevonden worden anders dan op de enkele pos ten die hierboven zijn genoemd? Is de toestand van de gemeente niet van dien aard dat, hoe onaangenaam men het wellicht ook vindt, nood gedwongen die maatregelen moeten worden genomen, die door zelfbehoud worden geboden? Het is onverklaarbaar hoe B. en W.. die zoo duidelijk doen blijken hoe precair de toestand van de gemeente is, niet krachtig ingrijpen voor het te laat is, maar met een gerust hart aan het potverteerên gaan, van het onverwach te buitenkansje van 3 ton dat de gemeentelijke fiscus hen in den schoot heeft geworpen en wellicht stillekens er op speculeeren. dat het volgend jaar die goede genius zal terugkeeren! Bij de behandeling van de begrooting voor 1921 is een overzicht gegeven van de oorzaken van de geweldige stijging der uitgaven over de verschillende onderdeelen der gemeente huishouding van 1914 en 1921. Uit dat overzicht blijkt, /lat op het meerendeel der hoofdstukken de posten jaarwedden en premievry pensioen voor eeh zeer belangrijk deel dit groote v»schil hebben veroorzaakt. Daarnaast zyn natuurlyk andere factoren, die veel geld hebben gevorderd als het onderwijs en de volkshuisvesting, waar door ook de schuldenlast der gemeente zeer aanzienlijk is verzwaard. Om van de laatste jaren maar te spreken: 1 Jan. 1919 bedroeg de gemeenteschuld 1.899.500 en 1 Jan. 1923 zal ze bedragen ƒ3.043.200, behoudens nog enkele annuïteitsleeningen. Hoezeer de post jaarwedden van invloed is op de stijging van het totaal-eindcijfer, moge blijken uit onderstaand staatje, dat ontleend is aan de begrootingsposten van de afdeeling Openbare Werken voor de jaren 1919 en 1923, dus één jaar voor de aanvaarding der salaris- voorstellen-1920 in den Raad, en twee jaar daarna: Personeel Openbare Werken: een „leelyke pop" zal vervangen kan men het al weer niet eens worden. Volgens den één is het ruiterstandbeeld dat men er voor in de plaats wil stellen een paard met een pop er op en is het meer paarden-standbeeld dan perso nen-dito. Het zal met de kunst altijd een lastig geval blijven omdat er geen objectieve schoon heid op kunstgebied schijnt te kunnen bestaan en degenen die over een dergelijke aangelegen heid de zeggenschap hebben, meestal niet uit andere overwegingen oordeelen dan uit die van de kunst. Over het bestaande is het oordeel vry- 1NGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN. Jaarwedden personeel openbare werken 8 dijkwerkers 2 voerlieden 7900.- me'rlieden (n 3 metselaars 3 opperlieden 2 smeden1 jongen 1 loodgieter -f 1 jongen 5 „2050.— (nu 3) „4325.— 5 1 aank.) 3300.— 14066.66 5100.- 5100.— 10500 5400.— 4800.— 4500.— 1 fabricage-knecht 1 chef-tuinman 5 plantsoenwerkers. 1 tuinjongen Jaarwedden bruggen Jaarwedden personeel havendienst Jaarwedden personeel bediening klokken en speelwerken Jaarwedden personeel begraafplaats 2675.— 1500.— 5075.— 1 aank.) 950.— 1310 „2125.- (nu 3) „4750.- (nu 6) 9600.— 600. 9800.— 1800.— 2100.— 5400.— 4070.- 800.— 8725.61 1822.82 Bij de beschouwing dezer bedragen valt on middellijk op het groote verschil in de verhou dingen van de toenemingen dier salarissen en loonen. Deze verschillen zijn wel merkwaardig. Er zijn toenemingen met 25 c/r, 50 80 Vc, ja zelfs 100 Over deze verschillen spreken B. en W. niet, immers de Raad heeft deze regeling in 1Ö20 aldus vastgesteld! En B. en W. blijven daar van angstvallig af. Is dat nu de juiste methode? Wan neer thans niet wordt teruggetreden op den fatalen weg van 1920, wanneer niet wordt gebroken met de excessen die bij de toenmalige salarisregeling zijn ingeslopen, wanneer niet rekening wordt gehouden met de waardevermeerdering door den ingetreden la- geren levensstandaard, die door de statistiek- cijfer s wordt aangegeven, dan komt men er nooit. Wanneer niet wordt overgegaan tot af snijding van al wat overtollig is, tot inkrim ping van al datgene wat niet strikt en strikt noodzakelijk is, wanneer ook het Rijk daarin niet krachtig bijstaat, dan zal er geen sprake zijn van beduidende vermindering van uitgaven en van mindere lasten. En waar de toekomst allerminst hoopvol is dat de middelen wel weer uimer zullen gaan vloeien en een hooger belast baar inkomen zal komen, daar is het uitgesloten dat de gemeente de gelden zal kunnen vinden zonder tot een totale verarming van de bevol king over te gaan, want door de velen, die niets zullen kunnen dragen in de lasten, zal de druk hen, die dat wel kunnen, nog veel zwaarder treffen. En dit staat wel vast dat zy, die Gouda kunnen verlaten, het nu reeds doen en het bij bestendiging van dezen toestand in toe nemende mate zullen doen. Het moge voor de betrokkenen niet aange naam zijn, dat aldus zal moet^i worden inge grepen, handel en industrie hebben het heel wat erger te verduren. De uitkomsten der be drijven toonen dat aan en het kohier der be lastingen zal dezen toestand wel op duidelijke wijze in beeld brengen. Het gaat hier om zelfbehoud van de gemeen te, van de bevolking en dan mag geen enkel middel worden verzuimd om die debacle te voorkomen. BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. DCXXXIII. Over het standbeeld voor Willem II, dat het bestaande naar het oordeel van de kenners de kunst. Over het bestaande is het oordeel vry- wel eenstemmig: fraai is het stellig niet, maar men moet het beoordeelen «aar den tyd waarin het is gebouwd. Men denkt over dergelijke mo numenten tegenwoordig weer heel anders dan een halve eeuw geleden het geval was. Wie het monument voor de gebropders Maris één der fraaiste dat wy volgens onze moderne begrip pon kan hebben en dat voor de verongelukte zeelieden dat onlangs is onthuld vergelijkt met dat van de diverse Willemdan valt de verge lijking. voor de laatste niet gunstig uit. Het is echter nog lang niet zeker, dat de ruil niet het standbeeld uit het rijksmuseum zal doorgaan. De gemeentAaad is begonnen aan bespreking van het vraagstuk maar tot een be slissing is men riog niet gekomen. Hkt lijkt ech ter er niet op dat men den ruil gretig aan vaarden zal. Het bestaande beeld worde dan in elk geval opgeruimd en omdat het een sta-in- den-weg is cn omdat het verro van een sieraad is. Van het weinige monumenten dat we hier hebben missen we al licht niet graag er één. maar een leelyk kunnen we altyd wel missen. Nu we het over de kunst hebben even een opmeiking over het gebouw van de Nederland- sche Handelmaatschappij dat op den hoek van den Kneuterdijk en den Langen Vijverberg be zig is te verrijzen. Men zal zich de crisis herinneren die over dezen bouw is ontstaan. De wyd-befaamde Schoonheidscommissie keurde liet ontwerp af, het heette dat de stijl niet paste b(j dp omge ving, dat het gebouw zou detoneeren en zoo al meer. De gemeenteraad liet het artistieke ad vies rustig naast zich liggen en stond toe dat het gebouw opgericht zou worden in den aan gegeven stijl. Thans is de bouw reeds zóóver gevorderd dat men er een overzicht over krijgt en van al de vreeselijke dingen die gevreesd zijn valt niet veel te bespeuren. De aangrens zende huizen doen wat klein en wat sjofel naast het monumentale gebouw, maar de wijze waar op deze hoek die een ruimte van belang aaii beide zyden heeft is gevuld, voldoet in alle op zichten. Het he\ooft een strak en stijlvol ge bouw te zyn, dat vooral tegenover de andere op den ..Kneuterdijk geplaatste gebouwen een zeer goed figuur maakt. Even verder zal het trot- sche huis van de Rotterdamsche Bankvereeni- ging verrijzen. Meer dan de helft is reeds klaar en ook dit gebouw zal hier een goed figuur maken. Het heeft ook dat voor, dat het de ruimte heeft en de beschouwer dus niet altijd met den neus op den gevel blijft staan, maar de gelegenheid krygt om het geheel als geheel te bezien. De bouwtrant is er wat de woonhuizen be treft in de laatste jaren niet op vooruit gegaan. De lange rijen platte huizen, waardoor de stra ten gevormd werden, mochten al niet aesthe- tisch belangrijk geweest zyn, het typische ge pruts met allerlei modellen, gelijk thans veel al het geval is, is al niet veel beter dan dat. 't ITeeft alles iets popperigs en dat is te meer te betreuren wanneer meö het inwendige van die huizen ziet. In de nabijheid van de Scheve- ningsche haven zyn een aantal beton-woningen gebouwd. Wie eens iets zeldzaam-pvecies wil zien, gaat dat bekijken. Het zyn precies groote stoven, massieve kubus-vormige blokken met kleinere en grootere gaten erin. Daarbij heeft men het talent gehad om de vensters en deuren te schilderen op een wyze die volkómen in stijl van de wansmaak is. Hfttyi-getff is de hoofd kleur. Waarlijk als bijdrage van het gemis aan alle houwtalent van den huidigen tyd zijn deze woningen het best te bezigen. Wat Hal dat een geld kosten om die rommel later weer op te ruimen, aldus de ontboezeming van een vak man, wie we dat stelletje huizen lieten zien. Het bouwen van huizen van beton is een mis lukking omdat er geen enkel voordeel aan zit, doch tal van praktisch nadeelen. Vooral de ge- hoorigheid schijnt een groot inconvenient. Met den woningbouw sjokt het langzaam, voort. De gemeente gaat nu weer tien speciale noodwoningen bouwen, die dienen moeten om daklooze gezinnen in den eersten nood te hel pen Daar gaat weer een kwart ton van de ge- meente-ftaanciën. Bovendien is het gemeente bestuur per motie opgedragen om onmiddellijk nog de beschikking te zoeken over de noodige ruimte voor onderdak dat noodig mocht zijn. De woningbouw is de ondempbare put waarin groote sommen verdwijnen, die we nooit zullen terugzien. In de onmiddellijke nabyheid van de beton-monsters staan eenige straten van z.g. semi-permanenten noodwoningen. Op elk er van legt de gemeente jaarlijks tweehonderd gulden toe. Volgens de berekening gaan die woningen vijftien jaar mee maar nu ze er vijf jaar staan, is dit een illusie gebleken."! Is een sjqfel zaakje wat hier te zien valt. Met de werkloosheid begint het steeds erger te worden cn dat in een stad waar heusch nog heel wat werk valt te doen. Niemand begryp eigenlijk precies hoe het komt, dot dit jaar de werkloosheid ook in de nog zoo noadige bouwbedrijven zoo groot is. De winter ziet er somber uit en het zal moeite kosten om er den lust voor het volgend jaar in te brengen. Ook dit jaar begon met een groote illusie, dat TARWEPOEDEI geeft de heerlijkst FADRltKCM ne Igniné- gdllt nog odk aller- nu de kentering zou konten, die helaau uitbleef. Het perspectief is in plaats van beter slechter geworden en vooral voor een visschersbevolking als die van Scheveningen, die voor de eene helft van de visschorij, voor de andere helft van het vreepidelingenveikeer moet leven, is het een zeer harde tjjd. Met de visscherlj gaat het niet bost en dus is deze hoop ook ook al weer vervlogen. Hoe lang nog? Iloe lang ook zal men dit kun nen uithoudèn? HAGENAAR. M ODE 1* R A AT J E Gebreide en gehaakte kleeding. Is het niet eigenaardig, dat, wanneer een of ander handwerk in de mode komt, dit als een loopend vuurtje onder do dames bekend raakt en dat zij zich als 't ware beijveren om elkaar in handigheid den loef af te steken? Vooral wanneer het kleine handwerkjes be treft is dat het geval. Let maar eens op als er gehaakte of ge breide Ijsmutsen van kleurige wol in een hand werkwinkel te zien zyn Dadelyk staan 6, f0, 20 paar geoefende han den gereed, om die wonderen van wol en van vrouwelijke vaardigheid na te werken. Men heeft het gezien aan de bonte gehaakte blok- kenkussens van wol. Letterlijk iedereen is aan het werk getogen en er is haast geen divan of canapé te ont dekken, waarop een dergelijk bont kleurenge- wemel nog ontbreekt. Dat doet alleen maar duidelijk opmerken hoe men voelt voor bontgekleurde voor-werpen en hoe licht men een werkje op touw zet, dat de geest niet vermoeit en de handen niet te lang bezig houdt. Doch er zijn ook jongemeisjes en jonge- vrouwen die ernst en uithoudingsvermogen ge noeg bezitten om eens een grooter handwerk op touw te zetten. Er zijn er di« er zip4 met alle energie op toeleggen om de mode te ver beteren en die dan ware meesterstukjes onder hare handen doen ontluiken. f.let welk eene zelfvoldoening zullen zij zich later mot het zelf vervaardigde kleedingstuk tooien. Op het gebied van gehaakte en gebreide ja ponnen heeft de mode vele snoezige voorbeel den gesteld. Men ziet eenvoudige, rechte japonnen in breede ribbels gebreid, uitgevoerd in dunne zefirwol en versierd met coton- of soie perlé. Er zit een practlsoh kraagje van ribbelbrei- vferk op. afgewerkt door een glanzend zyden randje. Dit wordt ook by de manchetten aan getroffen. Om de gebreide japon, de moderne vorm te geven, is er om het verlengde middel eene strakkere ceintuur van het glansgaren ingebreid en daar deze eenigszins rond van vorm is en dus van boven wat strakker aan gehouden wordt, krijgt de taille vanzelf het binatie van effen pluchewol met eene tint van eene tegenkleur zefirwol, gt de beate resultaten. Hoe nieuw zijn: op het oogenblik lei overblouaeg van wol. v Men draagt ze over eene dunne blouse heen, zoogenaamd enkel onder den mantel, doch ais ze in sierlijke uitvoering ztfn» b.v. In kleurig gestreepte wol of van eene effen kleur die flatteert, dan houdt men ze wel aan voor be zoek enz. en ziet er soms wat .aardig mee uit. De liseuse van wol (kort wijd kleedingstuk- je, met wjjde uitstaande schoudermouwen) is een overblousje dat zich zoo zoetjesaan tot eFn zelfstandig kleedingstuk begint te ont wikkelen. Het wordt gewoonlijk gebreid in dunne Ijs- wol en vindt om zyn aardigèn vorm veel bij val, oat. by quaai-artistleke vrouwen, die niet schromen het de plaats ecner blouse in te rui men nevermund de te lage hals on de ruime open mouwtjes. De shawlkraag wordt meest in afstekend, dikwijls b.v. gestreept patroon gebreid, en aan de uiteinden der ceintuur zoo wel als uan elke mouwpunt bevinden zich Ipvastjes. Het spreekt vanzelf dat de liseuse ook gehaakt kan worden en wel van zeer dunne wol en in den halven-enssteck. Hoe sierlijk dit kleedingstuk ook is, gemak kelijk te maken ia het toch. Het bestaat eigen- lyk uit een langen reep, die door samenvatten haar vorm krygt. Men kan er diyi ook een breede rechte shawl voor nemen en deze zoodanig omleggen en samenvatten tot men den goeden vorm gevon den hoeft. l>e breede shawl of écharpe is een zeer mo dern en gewild kleedingstuk. We! mag ik zeg gen kleedingstuk, want hü is zoo lang en breed dat hij zich byna als een korte mantel met schoot oin het lichaam laat leggen en het is dan ook op die manier dat hU op mantel pakkon en voornamelijk voor de fiets gedra gen wordt. Even practisch als frnai zijn ook de nieuwe gebreide vesten die ,men gereed kan koopen of naar verkiezing zelf breien kan. Het meest gosclfikt zijn de vesten met hoo- gen boord, en split, die dan op overeenstem mende wijze met een sier- of knoopsgatstcek omwerkt worden. Deze vesten hebben eene knoopjessluiting en een kleurigen onderrand met dezelfde stekenversiering als omlijsting. De omlyste armsgaten zijn flink ruim en de keurige zijkanten, eveneens omlijst, zitten maar losjes aan elkaar vast. Nog sierlijker, doch minder practisch, is het gebreide shawl- of stola-vest met een cein tuurtje, aardige opgezette zakjes en een hoe kig uitgetande onderrand aan de uiteinden der stola. Dit vest gedragen onder een sportpakje van home-spun geeft een vlug en warm wintersch aanzien en valt zeker bij onze jongemeisjes in den smaak. Het lijkt er niet naar dat ik over allerlei gebreide kledingstukken nfeeds uitgepraat zou f, zyn. Met de nleuwgehaakte kleeding, die een volgend maal aan de beurt is, completeer ik ook dan mijn praatje over de gebreide arti kelen. GRACE ALLAN. Voor my is dit wel het aardigste gebreide japonnetje dat er bestaat, vooral indien het geheel in zwart gehouden wordt. Voor gezette dames is het eene ideaaldracht, daar het slank afkleedt en de vormen genoeg vervaagd om deze minder sterk te doen uit komen. Het geeft ook die jeugdige losheid aan het figuur, die in andere kleeding tevergeefs te zoeken is. De gebreide jumper is nog immer een ar tikel dat zich in de algemeene belangstelling verheugen mag. Juist omdat hU zoo algemeen in moet men wel eene knappe werkster zijn om hem in de noodige variatie en met een effect van distinctie te kunnen uitvoeren. Hoe losser en rechter van lijn hij is, hoe liever. Ook in de kleurencombinaties moet het ge zocht' worden. Door het invoegen van witte randen, omslagen en verdere garneering, wordt een alleraardigst effect verkregen. Eene com- MEDISCHE BRIEVEN. De Bof, I. De bof is een ziekte, die af en toe vr\j veel vuldig pleegt voor te kómen en daarom voor de meesten uwer wel geen onbekende aandoe ning zal zyn, in zooverre niet onbekend dat de uitwendige, de zichtbare verschynsclei» u niet vreemd zijn. Immers de typische dikke, opgezette wangen staan ons allen voor den geest en (laten We maar eerlijk zyn) geven soms zoo'n komische uitdrukking uan het ge laat, dat we bij het zien vai\ den patiënt niet zelden ternauwernood onze lachspieren in be dwang kunnen houden. De ervaring leert echter, dat in vele geval len de kennis van den leek hiermede ophoudt en deze op onze vraag: „wat is nu eigenlijk de bof, wut is er aan de hand, wat ls denaard ven het proces, dat we voor ons zien?", het antwoord schuldig blijft. Daar, zooals ik reeds boven vermeldde, ae bol" geen zeldzame aandoening is en w\j dus nog wel eens een „buf'-patiëntje omler oogen zullen krijgen, komt het mij wel gewenscht vi or eens het één on ander over dit ziekte- pi oces niede te deelen, zoodat wij allen straks zoo'n jiatiëntje ziende, hem met wat meer verstand van zaken zullen bekyken en tevens zullen weten hoe wij de opzetting van de door gaans beide wangstreken hebben te verklaren. Allereerst móet ik dan opmerken, dat de mensch ten deel® vóór, ten deele omler het oor een buitengemeen groote speekselklier be zit, de grootste n.l. die wij, althans tot deze robriek bohoorendo, hebben. De bof is nu niet anders dan een ontste kingsproces dat zich ontwikkelt in deze vrij groote speekselklier, meer officieele naam luidt „parotis", zoodat wij de bof in de me dische terminologie den naam geven van pa rotitis (d.w.z. een ontsteking van de parotis). Zooals tie naam „speekselklier reeds vol doende aanduidt, levert dit soort klier het speeksel, welke laatste stof moet dienen om van de spijzen die wij In onzen mond krygen LATE BLOEMEN. De sneeuw viel bij dichte vlokken neer en huide de laan in een wit kleed, waartegen boomen en takken grillige lijnen afteekenden. Mannen waren bezig de voetpaden en rywegen vry te maken; in een lange reeks stonden zy gebogen over hun scheppen en schoven ae sneeuw tot kleine, gelijke hoopjes, welke even iftter op karren naar het nabjjzijnde rivier wei-den gebracht, waar de, grauw-witte massa in den stroom werd weggevoerd. het was nog niet heelemaal donker, toen varen reeds enkele straatlantaarns aangesto- ken. Elinor stond voor het raam van haar tante s huis uit te kyken, met oogen, die niets zagen, niets in zich opnamen van het gerij en geros der auto's en rijtuigen. Het hulsttakje boven haar hoofd lefek al even star en stil als zy zelve, die ongevoelig voor alles was, alleen niet voor haar troostelooze levensbeschouwing. Zjjwas een mooi meisje, de bontjas, de groote f'uwee'en hoed maakten de bleekheid van haar gezicht nog intenser, waarin de donkere oogen ko'en vuur smeulden. Zij lette niet op de s uwscheppers, die voor het rijtuigje harer t --te terzyde weken. Zy zag ook niet de la- !e kindersnuitjes voor een bovenraam van 1 huis tegenover het hare, blije kinderge- 8 d'e vol levendige belangstelling het Ven van een kerstboom op een kar volg- Zij wachtte op tante Cordelia, (lie met naar een tea zou gaan en daarna naar een atelier, waar haar portret aan eenige vrienden zou getoond worden. Haar gedachten waren echter ,noch by het een, noch bU het ander, zy waren ver weg van het winter-New-York. Haar gedachten zochten het nieuw gedolven graf in het verre Panama, waar men een man, dien zy liefhad, nog geen week geleden had begraven. En het was juist één jaar geleden op den dag, den 21sten December, den kortrten dag van het jaar, dat mij hem beloofd had stjn vrouw te zullen worden... Slechts één jaar en het leek haar of die twaalf maanden alle beteekenis van haar heide leven bevatten. Wat waren de vorige jaren in vergelijking met de weelde dezer geluk kige twaalf maanden, waarin het leven einde lijk het leven waard had geschenen Als heel jong meisje reeihad zj zmh soms rGWat voor doel had alles? Mar die vraag was niet weer in h^ai* op gekomen sedert zy hem had ontmoet, of lie ver die vraag was voor altyd beantwoord. Le ven' was liefde, dat was duidelijk voor haar geworden. Éindelijk had haar leven de bedoe ling gevoeld, sinds zU aan een eerste omhel- zing had toegegeven, sinds de diepte van aar eigen passie haar onverwachts en intens was "6\Vanneer zij terugdacht aan zyn Invloed op haar, onafwendbaar, hoewel onverwachts, na nauwelijks elkaar tienmaal gesproken te heb ben, zich herinnerde, hoe zij spontaan ook zijn liefde zou kunnen beantwoorden, moest zU zich in volle overtuiging bekennen, dat het lot dit had gewild. Hoewel niets wetend, had zy toch op hem gewacht en hy op haar. Zy was aangewezen zyn levensgezel te zyn en hij de hare, verkoren boven allen een keuze, door alle eeuwen heen voorbeschikt. Hun liefde was een kostbaar geheim, dat niemand kende. Zy alléén wisten het en dat was genoeg en misschien werd door deze ge heimzinnigheid hun verbond nog mooier. Se dert zy elkaar trouw beloofd hadden, was zy door het leven gegaan met vreugde in het hart, met gedachten in een hemel vol hoop, nauwe lijks beseffend meer, dat zy op aarde ging. Alles om haar zag zij in blijheid en binnenin haar aldoor, zoog een geheimzinnig lied van geluk. Toch wist zy, dat het jaren kon duren voor dat hij haar op kon eischen, jong ingenieur als hij was, stond hij in den aanvang van zijn loopbaan. Hem was juist een goede aanstel ling by het kanaal toebedeeld. Zijn chef moe digde hem aan en legde hem verantwoordelijk werk op; hy was er zeker van dat hy gelegen heid zou hebben te toonen, wat hy vermocht. En zy was byna boos geworden, dat ooit iemand twijfelen kon dat hy niet de groote, gewenschte positie zou veroveren, die hy zich droomde. Zij had hem gezegd, dat zij wel ze ven jaren zou wachten, ook wel tweemaal ze ven jaren als het noodig was. Tante Cordela hoopte, dat zij een schitte rende party zou doen. Binnen een week tyd, na John Grant's vertrek, had zy Reggie Eames een blauwtje laten loopen, die door haar tante al een paar jaren was aangemoedigd. Zy mocht Reggie wel, 't was een goeien jongen. Toen hy haar vroeg of er een andere kaper op de kust was, had zy hem recht aangekeken en hekend; Reggie had den toestand als een man aanvaard en was er op uit geweest om steeds als hy haar ergens-ontmoette, byzonder vrien- delyk jegens haar te zyn. Staande voor het venster, schokte zb even terug, toen Reggie v<x»rbyging en groette. Toen vaagden avenue, publiek, wagens en auto's, scheppende werklui, dwarrelende sneeuw, kerstboomgroen en verlichte venster ruiten weg voor haar en trachtte zU opnieuw het ongeziene graf ergens ver weg, zich voor de oogen te tooveren. Hoe wenschte zy dat hy bU hen had kun nen zyn —3 die laatste uren tezamen! Zy had zoo weinig aan hem gehad, wel beschouwd. Een onverwachtsche oproep was tot hem ge komen, even nadat zy eer. week verloofd wa ren en hy was diïVjct gegaan. Hy had natuur lijk met elke mail geschreven, maar wat was correspondentie, waar zy snakte naar een om helzing. En elke maand, op den 20en, was er een toefje viooltjes by haar gebracht, verge zeld van één enkel woord: „Lieveling". Hun devies was vroeger geweest: „gelukkig te zyn, zoolang de dag duurde en hoe had hy eens gelachen, op den 21en December, den kortsten dag van het jaar, toen zy ook weer spraken over gelukkig zyn, zoolang „de dag duurde"! Maanden waren voorby gegaan, de eene na de andere; zy had hem niet weergezien en nu zou zy hem nooit meer terugzien. HU hoopte met verlof in het voorjaar even turug te komen en nlj had dafmaar uitgeke ken. HU had wel geschreven dat hU wist hoe het werk zou gaan, doch hy wist wel dat zonder haar, het met hem niet zou gaan. Voortaan zou zy nu zonder hem verder moe- ten en nooit nog had rU M langil, hem lóó begeerd als op dit oogenblik. De lange jaren, die komen zouden, gingen aan haar geestesoog voorby, terwyi zy tiaar stond vóór het raam in haar jeugd en schoon heid; zy wist dat voor haar die jaren leeg, wanhopig dor zouden zyn. De vlam der lief de laaide in haar op, zooals nooit te voren, maar er was niets nu waarmede hem te voe den, clan met wat herinnering alleen, toch wma het vuur in zyn asch nog gloeiend. Zy liet de bontjas van zich giyden, het werd haar te benauwd. Zy dacht even aan tante Cordelia, die haar dit bont had geschon ken. Tante Cordelia's bedoeling was lief voor haar te zijn, zy had dit bedoeld sinds Elinor als wees van tien jaren by haar was geko men. Haar vriendeiykheid was evenwel wat van te klein karakter; haar kleinhartige eer zucht verfoeide Elinor af en toe. Wat was een goie party wanneer het meisje daarby niet den man trouwde die zy oprecht kon liefheb- benl Het bont was prachtig en duur. Was haar vriiheid daarmee gekocht? Waaneer haar tante haar niet overladen had en verwend met tallooze voorwerpen, was *y misschien direct

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1922 | | pagina 3