Fa. B. DE JONG
GOUWE 89 - TEL 47
Reclame Aanbieding
W. M. van Hulzen
Dames- en
Kinderkleeding
Sr 58
Groote Sorteering
Prima Bibereite
T
Bericht van Inzet.
Dekens.
Voetzakken.
Vachten.
DAMESMANTEL in Prima
li iiiga stof met imt
Pellerijen
.6 PHOTOKAARTEN
STOOM- m CHEMISCHE W1SSCHERIJ
f 22.75.
Mailt SS-S7
SPECIALITEIT PRIMA
Kraag 11775
'Ut dito Wlof f 21.75
C. A. B. BANTZINGER,
Winterhandschoenen
VAH DER BEEK's 9CHTENOVOER
8» V V enz.
Fluweelen Japonnen
EFFEN MANTELS
Sneeuwschoenen.
SCHOENBAZAR „MODERN".
Jbstumes, Robes,
)Vtantels.li[oeder»
Grootste keuze, aparte Noureauté's ii alia genree.
Dames en Heeren.
De Groote Zwaan.
awe noTel. B40
ELEGANTE
voor moderne qonferiie zijn:
Stoffen Japonnen
1925 22M 2475 enz
Engelsche
indermantels
BSowses^ Rokken
ROTTERDAM
Reclame aanbieding
MARKT 18-19.
JAEGER ONDERGOEDEREN
Jaëger- en Flanel Onderjurken.
AUTOSJAALS - IJSMUTSEN.
BONTEN MOFFEN.
DAMES BONTMUTSEN.
FLANEL OVERHEMDEN.
Th. H. HEESEN-NEDERHOF.
Reparatie I» klasse. Cnnenrreerende prifzan.
DE GOUDSCHE FRUITHANDEL
Vraagt het b(j Uwen Winkelier
rum 1.1.1. im - i.ijm.
TWEEDËBLAD
DUYVIS
2B.den 2dpn Nov- 1022 voor den IIc(,r M 1 P- CLOUET
Jo (wyellde hofstede ..WUlenwhoeve" «root
sl.8Q.03 H.A. te Waddfnxveer is in bod gebracht als volgt:
Perceel 1 op 26500.
M 2 13500.
n 3 14000.
it 4 10200.
Totaal 64200.
jwaarvan de afslag blijft bepaald op Donderdag, 9 Nov 1922
Öea^vcwrmiddagB n uur in het koffiehuis „het Schaakbord"
Verhoogingen worden aangenomen tegen 10 premie ten
kantore van den notaris G. VOS te Waddinxvccn.
e809 40
tsio 60
Jvlarkt26
Laat oaa eens een proefwascli behandelen, u kunt dan
zelf oordeelen.
Ook voor bot behandelen van fleerenitr||kgoed z|Jn w(|
speciaal Jngericht.
MANTELS MET ECHT BONT
i# voor ons een
met deze nieuwe ntode
nu weer den smaak van liet
getroffen hebben,
niet anders te verwachten.
wij dit artikel toch
tegen lagere prijzen aan-
|90 O50 075 E25
g7 5 J250 14'5 jg50
kostbare wolpluche
gebracht wordt,
dit door onze eigen
op groote schaal, waar
ullgescha-
Moderne
Mantel
zware kwaliteit mlvtr
wollen velours de laine
met wolphiche, biezen
en zjdensttkkerfi ge
garneerd mm
slecht10
s.
Warme
Mantel
zuiver wollen fluusch
slof, kraag en man
chetten mooi beslikt,
tets buitenge-
i 75ct,f l25 75«» p
|i0 J75r 'J 90 2» 2.73 350 475
275 300 325'350 enz 525 000 075 e„z
Alle veranderingen gratis,
Aan schriftelijke aanvragen
n niet worden voldaan.
slechts
De Nieuwe
Mantel
prima velours de latne
met groote bonHraug
(beverette), elegant
""""''slechts 2250
De Mod. Mantel
zware kwaliteit velours
da laine, met groote
Elegante
Japon
prima gabardine,
tres en stikkerU, smaak
vol opgemaakt
Nieuwste
bontkraag en bontslak
op zijpanden, moois
biezen- gar-
neerlag 0
slechts o4
Nieuwe
Hoogstraat hoek Viaduct
Prima Képer-fluweel
modern beslikt, in
diverse nieuwe tinten
hechts 19s0
slechts
8805 105
voor Dame., Hoeren en Kinderen.
luiver Wol, Halfwol en Gemoltonneerd.
voor DAMES en HEEREN.
Solide kwaliteiten. Lage prijzen.
Vetleder werk, wollen vilt en gespschoe.
non koopt U het voordeeligst aan een
vertrouwd adres. S807 40
Kleiweg 23." Gouda.
Lange Tlentleweg «7 Telet.313 (Joudn
heeli la voorraad:
Blsuwe druiven
Perziken
Bananen
Tomaten
Sinaasappelen
Gilt oenuti
8782 80
Tafel peten
Tafelappelen
Nieuwe vijgen
Ananas in Mik
Diverse soorten noteg enz.
Bnaeroenten Sleutels) tegen cuncorr«erende prijzen.
GFBRUIKT voor Uwe kippen
Minimum 35°/# eiwit en vel»
Zuiverheid gegarandeerd.
8787 40
vanaf f I
Folograllaeh Atelier
8785 28
Is o. 15076.
ZATERDAG 4 NOVEMBER 1922.
0e Gamsentebsgroot ng 1923.
Wanneer we de gemeentebegrooting voor
1923 bezien aan de hand van de cyfers van vo-
rige jaren, dan komen we tot een ontstellende
conclusie. Hoezeer herhaalde malen met klem
is betoogd, dat een voortgaan op den weg van
meer uftgevep dan de inkomsten toelaten de
gemeente in steeds sneller tempo naar een
financieel debacle voert, toch is ook deze be
grooting weder hooger dan die van vorige
Met een enkel woord wezen wy er reeds op,
dat B. en W. zich by de samenstelling dezer
begrooting hebben gehouden aan wat de wet
gever eischt en de rpad besloot, en niet zelf
standig hebhen ingegrepen door het indienen
van die vooratellen, van welker uitvoering zou
kunnen worden verwacht, dat het uitgavency-
fer belangrijk zou verminderen.
B. en W. hebben zich onledig gehouden met
het zoeken ntiar bezuinigingen op allerlei pos
ten, waaraan zy niet door wettelijk voorschrift
of raadsbesluit zijn gebonden en zoo zyn zij er
in geslaagd een bedrag van 49000.te vin
den. Maar wat beteekent dit bedrag tegenover
het uitgavencyfer van de begrooting
Er zal worden bezuinigd op het algemeen be
stuur der gemeente door verlenging van de
arbeidstijden van het secretarie-personeel tot
7% uur daags, door inkrimping van dat perso-
neel, door mind.er uit te geven voor adverten
ties, door besparing op het drukwerk door zelfs
het groote werk, het Analytisch Verslag van
den Raad door middel van kantoormachines ge
reed te maken en te vermenigvuldigen. Het
politiepersoneel zal met enkele agenten worden
verminderd en aan kleeding en uitrusting zal
minder worden besteed. De cursus voor de op
leiding van politieagenten voor het behalen van
een diploma moet verdwijnen. De Burgerwacht
zal met de helft van de vorige subsidie moeten
volstaan. Voor het onderhoud van straten en
pleinen zal ƒ15000.— minder worden uitgege
ven; het Ziekenhuis moet met 14000.— min
der subsidie toekomen en de gemeente-apotheek
zal ƒ1500.minder ontvangen. En dan zyn
er nog enkele kleinere posten, waarop nog een
1000.— zal worden gevonden. Maar daarmede
is het dan ook uit.
Van de begrootingen der bedryven weten we
nog niets.
Van enkele, inkomstposten zyn hoogere ra
mingen op de begrooting geplaatst, die op een
enkele uitzondering na feitelijk zijn belastin
gen. De secretarieleges b.v. zijn verdubbeld en
zullen ƒ1750.— meer opbrengen; ook zijn er
bruggelden en marktgelden verhoogd en zoo
zyn er meer posten, die van de belanghebben
den hoogere bedragen dan de tot nu toe betaal
de zullen vorderen. Waren de inkomsten hoo
ger geraamd door een stijgend belastbaar inko
men, dan was de toestand heel wat gezonder
dan nu.
In de toelichting, die B. en W. bij de be
grooting hebben gegeven, wordt gezegd, dat
het gemakkelijker is te spreken van besnoeiing
van uitgaven, van bezuiniging, dan dit op een
gemeentelijke begrooting van inkomsten en uit
gaven ten uitvoer te brengen. Van daf idee
geeft deze begrooting dan ook blijk.
De vraag is echter', kan dan geen bezuiniging
gevonden worden anders dan op de enkele pos
ten die hierboven zijn genoemd? Is de toestand
van de gemeente niet van dien aard dat, hoe
onaangenaam men het wellicht ook vindt, nood
gedwongen die maatregelen moeten worden
genomen, die door zelfbehoud worden geboden?
Het is onverklaarbaar hoe B. en W.. die zoo
duidelijk doen blijken hoe precair de toestand
van de gemeente is, niet krachtig ingrijpen
voor het te laat is, maar met een gerust hart
aan het potverteerên gaan, van het onverwach
te buitenkansje van 3 ton dat de gemeentelijke
fiscus hen in den schoot heeft geworpen en
wellicht stillekens er op speculeeren. dat het
volgend jaar die goede genius zal terugkeeren!
Bij de behandeling van de begrooting voor
1921 is een overzicht gegeven van de oorzaken
van de geweldige stijging der uitgaven over
de verschillende onderdeelen der gemeente
huishouding van 1914 en 1921. Uit dat overzicht
blijkt, /lat op het meerendeel der hoofdstukken
de posten jaarwedden en premievry pensioen
voor eeh zeer belangrijk deel dit groote v»schil
hebben veroorzaakt. Daarnaast zyn natuurlyk
andere factoren, die veel geld hebben gevorderd
als het onderwijs en de volkshuisvesting, waar
door ook de schuldenlast der gemeente zeer
aanzienlijk is verzwaard. Om van de laatste
jaren maar te spreken: 1 Jan. 1919 bedroeg de
gemeenteschuld 1.899.500 en 1 Jan. 1923 zal
ze bedragen ƒ3.043.200, behoudens nog enkele
annuïteitsleeningen.
Hoezeer de post jaarwedden van invloed is
op de stijging van het totaal-eindcijfer, moge
blijken uit onderstaand staatje, dat ontleend is
aan de begrootingsposten van de afdeeling
Openbare Werken voor de jaren 1919 en 1923,
dus één jaar voor de aanvaarding der salaris-
voorstellen-1920 in den Raad, en twee jaar
daarna:
Personeel Openbare Werken:
een „leelyke pop" zal vervangen kan men
het al weer niet eens worden. Volgens den één
is het ruiterstandbeeld dat men er voor in de
plaats wil stellen een paard met een pop er op
en is het meer paarden-standbeeld dan perso
nen-dito. Het zal met de kunst altijd een lastig
geval blijven omdat er geen objectieve schoon
heid op kunstgebied schijnt te kunnen bestaan
en degenen die over een dergelijke aangelegen
heid de zeggenschap hebben, meestal niet uit
andere overwegingen oordeelen dan uit die van
de kunst. Over het bestaande is het oordeel vry-
1NGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN.
Jaarwedden personeel
openbare werken
8 dijkwerkers
2 voerlieden
7900.-
me'rlieden
(n
3 metselaars
3 opperlieden
2 smeden1 jongen
1 loodgieter -f 1 jongen
5
„2050.—
(nu 3)
„4325.—
5 1 aank.)
3300.—
14066.66
5100.-
5100.—
10500
5400.—
4800.—
4500.—
1 fabricage-knecht
1 chef-tuinman
5 plantsoenwerkers.
1 tuinjongen
Jaarwedden
bruggen
Jaarwedden personeel
havendienst
Jaarwedden personeel
bediening klokken en
speelwerken
Jaarwedden personeel
begraafplaats
2675.—
1500.—
5075.—
1 aank.)
950.—
1310
„2125.-
(nu 3)
„4750.-
(nu 6) 9600.—
600.
9800.—
1800.—
2100.—
5400.—
4070.-
800.—
8725.61
1822.82
Bij de beschouwing dezer bedragen valt on
middellijk op het groote verschil in de verhou
dingen van de toenemingen dier salarissen en
loonen. Deze verschillen zijn wel merkwaardig.
Er zijn toenemingen met 25 c/r, 50 80 Vc, ja
zelfs 100
Over deze verschillen spreken B. en W. niet,
immers de Raad heeft deze regeling in 1Ö20
aldus vastgesteld! En B. en W. blijven daar
van angstvallig af.
Is dat nu de juiste methode? Wan
neer thans niet wordt teruggetreden op
den fatalen weg van 1920, wanneer niet
wordt gebroken met de excessen die bij de
toenmalige salarisregeling zijn ingeslopen,
wanneer niet rekening wordt gehouden met de
waardevermeerdering door den ingetreden la-
geren levensstandaard, die door de statistiek-
cijfer s wordt aangegeven, dan komt men er
nooit. Wanneer niet wordt overgegaan tot af
snijding van al wat overtollig is, tot inkrim
ping van al datgene wat niet strikt en strikt
noodzakelijk is, wanneer ook het Rijk daarin
niet krachtig bijstaat, dan zal er geen sprake
zijn van beduidende vermindering van uitgaven
en van mindere lasten. En waar de toekomst
allerminst hoopvol is dat de middelen wel weer
uimer zullen gaan vloeien en een hooger belast
baar inkomen zal komen, daar is het uitgesloten
dat de gemeente de gelden zal kunnen vinden
zonder tot een totale verarming van de bevol
king over te gaan, want door de velen, die niets
zullen kunnen dragen in de lasten, zal de druk
hen, die dat wel kunnen, nog veel zwaarder
treffen. En dit staat wel vast dat zy, die
Gouda kunnen verlaten, het nu reeds doen en
het bij bestendiging van dezen toestand in toe
nemende mate zullen doen.
Het moge voor de betrokkenen niet aange
naam zijn, dat aldus zal moet^i worden inge
grepen, handel en industrie hebben het heel
wat erger te verduren. De uitkomsten der be
drijven toonen dat aan en het kohier der be
lastingen zal dezen toestand wel op duidelijke
wijze in beeld brengen.
Het gaat hier om zelfbehoud van de gemeen
te, van de bevolking en dan mag geen enkel
middel worden verzuimd om die debacle te
voorkomen.
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
DCXXXIII.
Over het standbeeld voor Willem II, dat het
bestaande naar het oordeel van de kenners
de kunst. Over het bestaande is het oordeel vry-
wel eenstemmig: fraai is het stellig niet, maar
men moet het beoordeelen «aar den tyd waarin
het is gebouwd. Men denkt over dergelijke mo
numenten tegenwoordig weer heel anders dan
een halve eeuw geleden het geval was. Wie het
monument voor de gebropders Maris één der
fraaiste dat wy volgens onze moderne begrip
pon kan hebben en dat voor de verongelukte
zeelieden dat onlangs is onthuld vergelijkt met
dat van de diverse Willemdan valt de verge
lijking. voor de laatste niet gunstig uit.
Het is echter nog lang niet zeker, dat de ruil
niet het standbeeld uit het rijksmuseum zal
doorgaan. De gemeentAaad is begonnen aan
bespreking van het vraagstuk maar tot een be
slissing is men riog niet gekomen. Hkt lijkt ech
ter er niet op dat men den ruil gretig aan
vaarden zal. Het bestaande beeld worde dan in
elk geval opgeruimd en omdat het een sta-in-
den-weg is cn omdat het verro van een sieraad
is. Van het weinige monumenten dat we hier
hebben missen we al licht niet graag er één.
maar een leelyk kunnen we altyd wel missen.
Nu we het over de kunst hebben even een
opmeiking over het gebouw van de Nederland-
sche Handelmaatschappij dat op den hoek van
den Kneuterdijk en den Langen Vijverberg be
zig is te verrijzen.
Men zal zich de crisis herinneren die
over dezen bouw is ontstaan. De wyd-befaamde
Schoonheidscommissie keurde liet ontwerp af,
het heette dat de stijl niet paste b(j dp omge
ving, dat het gebouw zou detoneeren en zoo al
meer. De gemeenteraad liet het artistieke ad
vies rustig naast zich liggen en stond toe dat
het gebouw opgericht zou worden in den aan
gegeven stijl. Thans is de bouw reeds zóóver
gevorderd dat men er een overzicht over krijgt
en van al de vreeselijke dingen die gevreesd
zijn valt niet veel te bespeuren. De aangrens
zende huizen doen wat klein en wat sjofel naast
het monumentale gebouw, maar de wijze waar
op deze hoek die een ruimte van belang aaii
beide zyden heeft is gevuld, voldoet in alle op
zichten. Het he\ooft een strak en stijlvol ge
bouw te zyn, dat vooral tegenover de andere op
den ..Kneuterdijk geplaatste gebouwen een zeer
goed figuur maakt. Even verder zal het trot-
sche huis van de Rotterdamsche Bankvereeni-
ging verrijzen. Meer dan de helft is reeds klaar
en ook dit gebouw zal hier een goed figuur
maken. Het heeft ook dat voor, dat het de
ruimte heeft en de beschouwer dus niet altijd
met den neus op den gevel blijft staan, maar
de gelegenheid krygt om het geheel als geheel
te bezien.
De bouwtrant is er wat de woonhuizen be
treft in de laatste jaren niet op vooruit gegaan.
De lange rijen platte huizen, waardoor de stra
ten gevormd werden, mochten al niet aesthe-
tisch belangrijk geweest zyn, het typische ge
pruts met allerlei modellen, gelijk thans veel
al het geval is, is al niet veel beter dan dat.
't ITeeft alles iets popperigs en dat is te meer
te betreuren wanneer meö het inwendige van
die huizen ziet. In de nabijheid van de Scheve-
ningsche haven zyn een aantal beton-woningen
gebouwd. Wie eens iets zeldzaam-pvecies wil
zien, gaat dat bekijken. Het zyn precies groote
stoven, massieve kubus-vormige blokken met
kleinere en grootere gaten erin. Daarbij heeft
men het talent gehad om de vensters en deuren
te schilderen op een wyze die volkómen in stijl
van de wansmaak is. Hfttyi-getff is de hoofd
kleur. Waarlijk als bijdrage van het gemis aan
alle houwtalent van den huidigen tyd zijn deze
woningen het best te bezigen. Wat Hal dat een
geld kosten om die rommel later weer op te
ruimen, aldus de ontboezeming van een vak
man, wie we dat stelletje huizen lieten zien.
Het bouwen van huizen van beton is een mis
lukking omdat er geen enkel voordeel aan zit,
doch tal van praktisch nadeelen. Vooral de ge-
hoorigheid schijnt een groot inconvenient.
Met den woningbouw sjokt het langzaam,
voort. De gemeente gaat nu weer tien speciale
noodwoningen bouwen, die dienen moeten om
daklooze gezinnen in den eersten nood te hel
pen Daar gaat weer een kwart ton van de ge-
meente-ftaanciën. Bovendien is het gemeente
bestuur per motie opgedragen om onmiddellijk
nog de beschikking te zoeken over de noodige
ruimte voor onderdak dat noodig mocht zijn.
De woningbouw is de ondempbare put waarin
groote sommen verdwijnen, die we nooit zullen
terugzien. In de onmiddellijke nabyheid van de
beton-monsters staan eenige straten van z.g.
semi-permanenten noodwoningen. Op elk er van
legt de gemeente jaarlijks tweehonderd gulden
toe. Volgens de berekening gaan die woningen
vijftien jaar mee maar nu ze er vijf jaar staan,
is dit een illusie gebleken."! Is een sjqfel zaakje
wat hier te zien valt.
Met de werkloosheid begint het steeds erger
te worden cn dat in een stad waar heusch nog
heel wat werk valt te doen. Niemand begryp
eigenlijk precies hoe het komt, dot dit jaar de
werkloosheid ook in de nog zoo noadige
bouwbedrijven zoo groot is. De winter ziet
er somber uit en het zal moeite kosten om er
den lust voor het volgend jaar in te brengen.
Ook dit jaar begon met een groote illusie, dat
TARWEPOEDEI
geeft de heerlijkst
FADRltKCM
ne Igniné-
gdllt nog
odk aller-
nu de kentering zou konten, die helaau uitbleef.
Het perspectief is in plaats van beter slechter
geworden en vooral voor een visschersbevolking
als die van Scheveningen, die voor de eene helft
van de visschorij, voor de andere helft van het
vreepidelingenveikeer moet leven, is het een
zeer harde tjjd.
Met de visscherlj gaat het niet bost en dus is
deze hoop ook ook al weer vervlogen.
Hoe lang nog? Iloe lang ook zal men dit kun
nen uithoudèn?
HAGENAAR.
M ODE 1* R A AT J E
Gebreide en gehaakte kleeding.
Is het niet eigenaardig, dat, wanneer een
of ander handwerk in de mode komt, dit als
een loopend vuurtje onder do dames bekend
raakt en dat zij zich als 't ware beijveren om
elkaar in handigheid den loef af te steken?
Vooral wanneer het kleine handwerkjes be
treft is dat het geval.
Let maar eens op als er gehaakte of ge
breide Ijsmutsen van kleurige wol in een hand
werkwinkel te zien zyn
Dadelyk staan 6, f0, 20 paar geoefende han
den gereed, om die wonderen van wol en van
vrouwelijke vaardigheid na te werken. Men
heeft het gezien aan de bonte gehaakte blok-
kenkussens van wol.
Letterlijk iedereen is aan het werk getogen
en er is haast geen divan of canapé te ont
dekken, waarop een dergelijk bont kleurenge-
wemel nog ontbreekt.
Dat doet alleen maar duidelijk opmerken
hoe men voelt voor bontgekleurde voor-werpen
en hoe licht men een werkje op touw zet, dat
de geest niet vermoeit en de handen niet te
lang bezig houdt.
Doch er zijn ook jongemeisjes en jonge-
vrouwen die ernst en uithoudingsvermogen ge
noeg bezitten om eens een grooter handwerk
op touw te zetten. Er zijn er di« er zip4 met
alle energie op toeleggen om de mode te ver
beteren en die dan ware meesterstukjes onder
hare handen doen ontluiken.
f.let welk eene zelfvoldoening zullen zij zich
later mot het zelf vervaardigde kleedingstuk
tooien.
Op het gebied van gehaakte en gebreide ja
ponnen heeft de mode vele snoezige voorbeel
den gesteld.
Men ziet eenvoudige, rechte japonnen in
breede ribbels gebreid, uitgevoerd in dunne
zefirwol en versierd met coton- of soie perlé.
Er zit een practlsoh kraagje van ribbelbrei-
vferk op. afgewerkt door een glanzend zyden
randje. Dit wordt ook by de manchetten aan
getroffen. Om de gebreide japon, de moderne
vorm te geven, is er om het verlengde middel
eene strakkere ceintuur van het glansgaren
ingebreid en daar deze eenigszins rond van
vorm is en dus van boven wat strakker aan
gehouden wordt, krijgt de taille vanzelf het
binatie van effen pluchewol met eene
tint van eene tegenkleur zefirwol, gt
de beate resultaten.
Hoe nieuw zijn: op het oogenblik
lei overblouaeg van wol. v
Men draagt ze over eene dunne blouse heen,
zoogenaamd enkel onder den mantel, doch ais
ze in sierlijke uitvoering ztfn» b.v. In kleurig
gestreepte wol of van eene effen kleur die
flatteert, dan houdt men ze wel aan voor be
zoek enz. en ziet er soms wat .aardig mee uit.
De liseuse van wol (kort wijd kleedingstuk-
je, met wjjde uitstaande schoudermouwen) is
een overblousje dat zich zoo zoetjesaan tot
eFn zelfstandig kleedingstuk begint te ont
wikkelen.
Het wordt gewoonlijk gebreid in dunne Ijs-
wol en vindt om zyn aardigèn vorm veel bij
val, oat. by quaai-artistleke vrouwen, die niet
schromen het de plaats ecner blouse in te rui
men nevermund de te lage hals on de ruime
open mouwtjes. De shawlkraag wordt meest
in afstekend, dikwijls b.v. gestreept patroon
gebreid, en aan de uiteinden der ceintuur zoo
wel als uan elke mouwpunt bevinden zich
Ipvastjes. Het spreekt vanzelf dat de liseuse
ook gehaakt kan worden en wel van zeer
dunne wol en in den halven-enssteck.
Hoe sierlijk dit kleedingstuk ook is, gemak
kelijk te maken ia het toch. Het bestaat eigen-
lyk uit een langen reep, die door samenvatten
haar vorm krygt.
Men kan er diyi ook een breede rechte shawl
voor nemen en deze zoodanig omleggen en
samenvatten tot men den goeden vorm gevon
den hoeft.
l>e breede shawl of écharpe is een zeer mo
dern en gewild kleedingstuk. We! mag ik zeg
gen kleedingstuk, want hü is zoo lang en
breed dat hij zich byna als een korte mantel
met schoot oin het lichaam laat leggen en het
is dan ook op die manier dat hU op mantel
pakkon en voornamelijk voor de fiets gedra
gen wordt.
Even practisch als frnai zijn ook de nieuwe
gebreide vesten die ,men gereed kan koopen of
naar verkiezing zelf breien kan.
Het meest gosclfikt zijn de vesten met hoo-
gen boord, en split, die dan op overeenstem
mende wijze met een sier- of knoopsgatstcek
omwerkt worden. Deze vesten hebben eene
knoopjessluiting en een kleurigen onderrand
met dezelfde stekenversiering als omlijsting.
De omlyste armsgaten zijn flink ruim en de
keurige zijkanten, eveneens omlijst, zitten
maar losjes aan elkaar vast.
Nog sierlijker, doch minder practisch, is het
gebreide shawl- of stola-vest met een cein
tuurtje, aardige opgezette zakjes en een hoe
kig uitgetande onderrand aan de uiteinden
der stola.
Dit vest gedragen onder een sportpakje van
home-spun geeft een vlug en warm wintersch
aanzien en valt zeker bij onze jongemeisjes
in den smaak.
Het lijkt er niet naar dat ik over allerlei
gebreide kledingstukken nfeeds uitgepraat zou f,
zyn.
Met de nleuwgehaakte kleeding, die een
volgend maal aan de beurt is, completeer ik
ook dan mijn praatje over de gebreide arti
kelen.
GRACE ALLAN.
Voor my is dit wel het aardigste gebreide
japonnetje dat er bestaat, vooral indien het
geheel in zwart gehouden wordt.
Voor gezette dames is het eene ideaaldracht,
daar het slank afkleedt en de vormen genoeg
vervaagd om deze minder sterk te doen uit
komen. Het geeft ook die jeugdige losheid aan
het figuur, die in andere kleeding tevergeefs
te zoeken is.
De gebreide jumper is nog immer een ar
tikel dat zich in de algemeene belangstelling
verheugen mag. Juist omdat hU zoo algemeen
in moet men wel eene knappe werkster zijn
om hem in de noodige variatie en met een
effect van distinctie te kunnen uitvoeren. Hoe
losser en rechter van lijn hij is, hoe liever.
Ook in de kleurencombinaties moet het ge
zocht' worden. Door het invoegen van witte
randen, omslagen en verdere garneering, wordt
een alleraardigst effect verkregen. Eene com-
MEDISCHE BRIEVEN.
De Bof,
I.
De bof is een ziekte, die af en toe vr\j veel
vuldig pleegt voor te kómen en daarom voor
de meesten uwer wel geen onbekende aandoe
ning zal zyn, in zooverre niet onbekend dat
de uitwendige, de zichtbare verschynsclei» u
niet vreemd zijn. Immers de typische dikke,
opgezette wangen staan ons allen voor den
geest en (laten We maar eerlijk zyn) geven
soms zoo'n komische uitdrukking uan het ge
laat, dat we bij het zien vai\ den patiënt niet
zelden ternauwernood onze lachspieren in be
dwang kunnen houden.
De ervaring leert echter, dat in vele geval
len de kennis van den leek hiermede ophoudt
en deze op onze vraag: „wat is nu eigenlijk
de bof, wut is er aan de hand, wat ls denaard
ven het proces, dat we voor ons zien?", het
antwoord schuldig blijft.
Daar, zooals ik reeds boven vermeldde, ae
bol" geen zeldzame aandoening is en w\j dus
nog wel eens een „buf'-patiëntje omler oogen
zullen krijgen, komt het mij wel gewenscht
vi or eens het één on ander over dit ziekte-
pi oces niede te deelen, zoodat wij allen straks
zoo'n jiatiëntje ziende, hem met wat meer
verstand van zaken zullen bekyken en tevens
zullen weten hoe wij de opzetting van de door
gaans beide wangstreken hebben te verklaren.
Allereerst móet ik dan opmerken, dat de
mensch ten deel® vóór, ten deele omler het
oor een buitengemeen groote speekselklier be
zit, de grootste n.l. die wij, althans tot deze
robriek bohoorendo, hebben.
De bof is nu niet anders dan een ontste
kingsproces dat zich ontwikkelt in deze vrij
groote speekselklier, meer officieele naam
luidt „parotis", zoodat wij de bof in de me
dische terminologie den naam geven van pa
rotitis (d.w.z. een ontsteking van de parotis).
Zooals tie naam „speekselklier reeds vol
doende aanduidt, levert dit soort klier het
speeksel, welke laatste stof moet dienen om
van de spijzen die wij In onzen mond krygen
LATE BLOEMEN.
De sneeuw viel bij dichte vlokken neer en
huide de laan in een wit kleed, waartegen
boomen en takken grillige lijnen afteekenden.
Mannen waren bezig de voetpaden en rywegen
vry te maken; in een lange reeks stonden zy
gebogen over hun scheppen en schoven ae
sneeuw tot kleine, gelijke hoopjes, welke even
iftter op karren naar het nabjjzijnde rivier
wei-den gebracht, waar de, grauw-witte massa
in den stroom werd weggevoerd.
het was nog niet heelemaal donker, toen
varen reeds enkele straatlantaarns aangesto-
ken.
Elinor stond voor het raam van haar tante s
huis uit te kyken, met oogen, die niets zagen,
niets in zich opnamen van het gerij en geros
der auto's en rijtuigen. Het hulsttakje boven
haar hoofd lefek al even star en stil als zy
zelve, die ongevoelig voor alles was, alleen
niet voor haar troostelooze levensbeschouwing.
Zjjwas een mooi meisje, de bontjas, de groote
f'uwee'en hoed maakten de bleekheid van haar
gezicht nog intenser, waarin de donkere oogen
ko'en vuur smeulden. Zij lette niet op de
s uwscheppers, die voor het rijtuigje harer
t --te terzyde weken. Zy zag ook niet de la-
!e kindersnuitjes voor een bovenraam van
1 huis tegenover het hare, blije kinderge-
8 d'e vol levendige belangstelling het
Ven van een kerstboom op een kar volg-
Zij wachtte op tante Cordelia, (lie met
naar een tea zou gaan en daarna naar
een atelier, waar haar portret aan eenige
vrienden zou getoond worden.
Haar gedachten waren echter ,noch by het
een, noch bU het ander, zy waren ver weg van
het winter-New-York. Haar gedachten zochten
het nieuw gedolven graf in het verre Panama,
waar men een man, dien zy liefhad, nog geen
week geleden had begraven.
En het was juist één jaar geleden op den
dag, den 21sten December, den kortrten dag
van het jaar, dat mij hem beloofd had stjn
vrouw te zullen worden...
Slechts één jaar en het leek haar of die
twaalf maanden alle beteekenis van haar heide
leven bevatten. Wat waren de vorige jaren
in vergelijking met de weelde dezer geluk
kige twaalf maanden, waarin het leven einde
lijk het leven waard had geschenen
Als heel jong meisje reeihad zj zmh soms
rGWat voor doel had alles?
Mar die vraag was niet weer in h^ai* op
gekomen sedert zy hem had ontmoet, of lie
ver die vraag was voor altyd beantwoord. Le
ven' was liefde, dat was duidelijk voor haar
geworden. Éindelijk had haar leven de bedoe
ling gevoeld, sinds zU aan een eerste omhel-
zing had toegegeven, sinds de diepte van aar
eigen passie haar onverwachts en intens was
"6\Vanneer zij terugdacht aan zyn Invloed op
haar, onafwendbaar, hoewel onverwachts, na
nauwelijks elkaar tienmaal gesproken te heb
ben, zich herinnerde, hoe zij spontaan ook zijn
liefde zou kunnen beantwoorden, moest zU
zich in volle overtuiging bekennen, dat het lot
dit had gewild. Hoewel niets wetend, had zy
toch op hem gewacht en hy op haar. Zy was
aangewezen zyn levensgezel te zyn en hij de
hare, verkoren boven allen een keuze, door
alle eeuwen heen voorbeschikt.
Hun liefde was een kostbaar geheim, dat
niemand kende. Zy alléén wisten het en dat
was genoeg en misschien werd door deze ge
heimzinnigheid hun verbond nog mooier. Se
dert zy elkaar trouw beloofd hadden, was zy
door het leven gegaan met vreugde in het hart,
met gedachten in een hemel vol hoop, nauwe
lijks beseffend meer, dat zy op aarde ging.
Alles om haar zag zij in blijheid en binnenin
haar aldoor, zoog een geheimzinnig lied van
geluk.
Toch wist zy, dat het jaren kon duren voor
dat hij haar op kon eischen, jong ingenieur
als hij was, stond hij in den aanvang van zijn
loopbaan. Hem was juist een goede aanstel
ling by het kanaal toebedeeld. Zijn chef moe
digde hem aan en legde hem verantwoordelijk
werk op; hy was er zeker van dat hy gelegen
heid zou hebben te toonen, wat hy vermocht.
En zy was byna boos geworden, dat ooit
iemand twijfelen kon dat hy niet de groote,
gewenschte positie zou veroveren, die hy zich
droomde. Zij had hem gezegd, dat zij wel ze
ven jaren zou wachten, ook wel tweemaal ze
ven jaren als het noodig was.
Tante Cordela hoopte, dat zij een schitte
rende party zou doen. Binnen een week tyd,
na John Grant's vertrek, had zy Reggie Eames
een blauwtje laten loopen, die door haar tante
al een paar jaren was aangemoedigd. Zy mocht
Reggie wel, 't was een goeien jongen. Toen
hy haar vroeg of er een andere kaper op de
kust was, had zy hem recht aangekeken en
hekend; Reggie had den toestand als een man
aanvaard en was er op uit geweest om steeds
als hy haar ergens-ontmoette, byzonder vrien-
delyk jegens haar te zyn.
Staande voor het venster, schokte zb even
terug, toen Reggie v<x»rbyging en groette.
Toen vaagden avenue, publiek, wagens en
auto's, scheppende werklui, dwarrelende
sneeuw, kerstboomgroen en verlichte venster
ruiten weg voor haar en trachtte zU opnieuw
het ongeziene graf ergens ver weg, zich voor
de oogen te tooveren.
Hoe wenschte zy dat hy bU hen had kun
nen zyn —3 die laatste uren tezamen! Zy had
zoo weinig aan hem gehad, wel beschouwd.
Een onverwachtsche oproep was tot hem ge
komen, even nadat zy eer. week verloofd wa
ren en hy was diïVjct gegaan. Hy had natuur
lijk met elke mail geschreven, maar wat was
correspondentie, waar zy snakte naar een om
helzing. En elke maand, op den 20en, was er
een toefje viooltjes by haar gebracht, verge
zeld van één enkel woord: „Lieveling". Hun
devies was vroeger geweest: „gelukkig te zyn,
zoolang de dag duurde en hoe had hy eens
gelachen, op den 21en December, den kortsten
dag van het jaar, toen zy ook weer spraken
over gelukkig zyn, zoolang „de dag duurde"!
Maanden waren voorby gegaan, de eene na
de andere; zy had hem niet weergezien en nu
zou zy hem nooit meer terugzien.
HU hoopte met verlof in het voorjaar even
turug te komen en nlj had dafmaar uitgeke
ken. HU had wel geschreven dat hU
wist hoe het werk zou gaan, doch hy wist wel
dat zonder haar, het met hem niet zou gaan.
Voortaan zou zy nu zonder hem verder moe-
ten en nooit nog had rU M
langil, hem lóó begeerd als op dit oogenblik.
De lange jaren, die komen zouden, gingen
aan haar geestesoog voorby, terwyi zy tiaar
stond vóór het raam in haar jeugd en schoon
heid; zy wist dat voor haar die jaren leeg,
wanhopig dor zouden zyn. De vlam der lief
de laaide in haar op, zooals nooit te voren,
maar er was niets nu waarmede hem te voe
den, clan met wat herinnering alleen, toch wma
het vuur in zyn asch nog gloeiend.
Zy liet de bontjas van zich giyden, het
werd haar te benauwd. Zy dacht even aan
tante Cordelia, die haar dit bont had geschon
ken. Tante Cordelia's bedoeling was lief voor
haar te zijn, zy had dit bedoeld sinds Elinor
als wees van tien jaren by haar was geko
men. Haar vriendeiykheid was evenwel wat
van te klein karakter; haar kleinhartige eer
zucht verfoeide Elinor af en toe. Wat was een
goie party wanneer het meisje daarby niet
den man trouwde die zy oprecht kon liefheb-
benl
Het bont was prachtig en duur. Was haar
vriiheid daarmee gekocht? Waaneer haar
tante haar niet overladen had en verwend met
tallooze voorwerpen, was *y misschien direct