GOUDSCHE COURANT A. de Jong, H.C.Vyerning PELTERIJEN C. A. B. BANTZINGER Winterhandschoenen Wormen £5JI2§iAALS JJSMUTSEN. BONTEN - J MOFFEN. dames bontmutsen. I NOVEMBER AANBIEDING STOFFEN JAPONNEN FLUWEELEN JAPONNEN EFFEN MANTELS ENGELSCHE MANTELS BöRSTSIR'inp T^UMSJROrP ABDIJSIHOOP BLOUSES ROKKEN lek» 2950 Speculaas met Amandelen BOTERLETTERS LETTEREINDJES en diverse soorten koekjes Dagelijks Versch Peperstraat 34 Telefoon 482 Markt 47 Gouda Oplenwonlïangen rijke keuze in C0G0SL00PERS 50 cM breed per El 69 ct. Reeren dassen en boorden voor spotprijzen. Onze collectie Damesjompers is wprkeU'lc Winterend. Prijzen beneden alle concnrrentle. Uitsluitend prima kwaliteiten. UITNOODIGING Filmvertooning. MAGGI's PRODUCTEN I!» wiakaKsr s ill II gialis m wi'lciig prognmnia In telling Dames en Heeren. Dl! ms ims Blnprnfw<sc!i bsMt'tii. II hnlóiniiHmiiilin CENTRALE BOAZ-3ANK Oosthaven 58 -«Telefoon 683 Kantooruren 9-5. Zaterdags 9—1 Dinsdag- en Donderdagavond 7—8 MARKT 18-10. JAËGER ONDERGOEDEREN zuiver Wol, Halfwol en Gemoltonneerd. Jaeger- en Flanel Onderjurken. I FLANEL OVERHEMDEN. J I voojtrOAMES en HEEREN. J bolide kwaliteiten - Lage prijzen. De Baek verfchaft SPAARBOEKJES foor Inlagen van minstens tl.—, rente 4°V Neemt gelden deposito. S. S. VAN DANTZIG, N. W. O. GOEDEREN TWEEDE BLAD. I krachtens art. 1253 B. W. Notaris G. VOS te Wad tunxveen cal op Donderdagen 83 on 30 November 1822 voor niifldags 11% uur in hot Enfé „het Schaakbord" te Couda in het Openbaar Verkoopeni Vier huizen genaamd „De Vier Heemskinderen" inct schuurtjes. erf en wetering »an Gravenweg onder Niouworkerk aan don IJssel ■amen groot 10 Aren. al. Tweo porccelen weiland Beraamd „Kortland" groot 2 LA.. 7 A.t 50 c.A. en tweo tjorceelen weiland igenannid ,,de Tweeling", groot 2 II.A., 62 A., 20 e.A. gelepon in don Kleinpolder onder Nieuwer- Iccrk a. d. IJssel. F'genaars do H.H. C. II PINKSE cn Co. Aanvaarding hij de betaling hp 11 Januari 1923. 376Q M| Dit woordje dat ge zoo dikwijls In once advertenties vóór onze prijzen aantreft, is nooit allooi» maar tens nietszeggende uitdrukking. Integendeel, telkens wanneer ge dit „slechts" vóór onze prijzen vermeid vindt, kunt ge ervan overtuigd zijn, dat U hier een buitengewoon voordeelige aan* bieding gedaan worot. J.90 2.50 3,75 5,25 6.90 8.75 U.50 13.74.14.50 enz. 9.75 12.50 14.75 18.50 19 25 22.50 24.75 27.50 29.75 enz. 2.50 3.75 5.50 6.75 8 25 9.75 12.50 13.75 16.50 enz. 1.76 3.50 4,75 6.50 8.00 9.76 12.50 13.50 14,76 enz. KINDERMANTELS 1.50 2,95 3.00 3,75 4 50 5.25 6.75 7.50 8.25 9.00 enz. Verkrijgbaar b(|: 8 12 10 8. tl. VI» f.OO» JSroglslerlj «turkt <1. itloekerealnge] 29. |T j/t credielen vanaf f ftö.— 'At ge meen Assurantiekantoor. 88--a 10 ALLE VERANDERINGEN GRATIS H|, AAN SCHRIPÏELIJKE AANVRAOEN lill^KAN NIET WORDEN VOLDAAN ym zoowel hij volwassenen als bil kinderen verdrijft men zeker in snel met do beioemdo W o n« poolers I Warme Mantel Elegante Mantel 2wire. tulvtr voirtn lantoie B Prim, velours de iiIim, trui ■lof, ruim vallend model. M van imilalla boni. la divert Vji'ii» .O? manclietteo mei E bruinachtige Unlen voor lede» bewerkt. g „dit De Nieuwe Mantel Prleia kw laken, gnute kreng van «hl b«nl, nel rncel JV n>el <j|d«>»l'kk«nj f De Moderne Alaotei Prima kwaliteit eikhao. kreeg ka maacbettra met acht bon» en pra-tnlee nieuwe ulkkerij u piernaakt slechts 2475 slechts IWan Jacobs Maria W'i.rMboer Wan Ouuo Ptkela. 85 cent p«-r JI003. drie doezen 2.40. Ver krijgbaar bij de verkoopera yan Wort-dboor'» Artikelen. 3857 17 NEEMT PROEF met onze prima 8890 50 N ZIE DE ETALAGE. TAPIS BELGE KARPETTEN 3X4 vanaf f 10.90 Zuiver wollen TAPIS BELGE KARPETTEN 3X4 vanaf f 23.75 Zeer zware PLUCIIETTE in alle kleuren per El f 1 49 RIDSTOFFEN in alle kleuren vanaf 54 ct. per El. TAFELZEIL per El 09 ct. Waschechte TAFELKLEEDEN vanaf 89 ct. KACHELZEILTJF.S (onbeschadigd) vanaf 09 ct. 2 Persoons BEDSPREIEN v. af 2.90 Dames PANTALONS m. strook 98 ct. HEMDEN 98 ct NACHTHEMDEN 238 TAILLES 69 ct HEERENHEMDEN (geel katoen) f 1.29. HEERENHEMDEN (wit katoen) 1.69 JUMPERWOL in alle kleuren 49 ct. OVERHEMDEN m. boord v.af f 2.39 WOLLEN JUMPEBS vanaf f 1.39. Zi« onze étalages vergelijk de prijzen. 150 8888 WIJ hebben lilerrae te liet genoegen U uitte noodlgen tot bijwoning van een openbare voordracht oier Doe!matige Volksvoeding mat betrekking tot «Ie Maggi'! Producten verbonden met Paul Horn Co., Amsterdam Alleen verhoop voor .\etlrrlaud vhu Maandagmiddag 13 November. Aan vang ha I drie in de zaal van de Sociëteit „De Réunie", Gouda. 3380 5" Rijwielmagazijn J. HULLEMAN Lange TlsnUwig 5, GJÜDA Tslsfoon 350 Het succès der Indian „Scout" Motorrl|wlelen danken all naast fcsnn juptrlanra elgtasciiappM aan dan laag gestelden prjjs. '"'lllin Scout 5 P.SC. a cylinder «iet S ver. .li swurc klckst rler en p^pIIii* in «l« hnndfea bont ilin is t 1030.—. 8889 82 WO'IVIt VOOHltlllKL Pok voor bit bobandalan san Haartn- strUkgoed zt|n wij speciaal In-arlcbt. Kantoor GOUDA Do Groote Zwaan. voor Dames, Heeren en Kinderen. COf-MSSIB VAN TOEZICHT» W. J. DEBCK9M Jr., Goud.. Mr. B, BEN8MA, 8. VINGEBLWG, W. VAN VLIET J.Czn., «0-386 T. ZAAL Am, |t 37'reoteur: D. L. WAGENAAB. SS a.t g' sleten banken en bijknniaren ulrodien.t met de .oornunmete plnuteen tn Nederlend. I DAG OPZEGGING 1 MAAND 4 8 MAANDEN*'1, Verstrekt credle'en en lncneeeert wleeele tegen sclierp eo—'iirreerend tmter. WW D» stalmir» hapallogon dar Bank bltdaa aan bare clisniêa da graotst mo»el|jki zakarlald. MARKT 43 -ï- GOUDA 8887 so van JANNEN TIL ANC» FRIEZENVEEN. No. 15082. ZATERDAG 11 NOVEMBER 1922. Uit ons Parlement. TWEEDE KAMER. Algemeene beschouwingen over de Staats- beg rooting. Reeds een geheele week duurt het algemeen politiek debat en nog is er geen eind aan te Twee interpelaties zijn aan de alj beschouwingen vastgehaakt, die van den Vry- heddsbonder van Iiappard over (tegen) de- voorgenomen opheffing van het Departement van Landbouw en een van mr. Troelatra over de voorgenomen pensioenkorting voor ambte naren. Beide zullen wel doorgaan. De heer Coljjn gaf reeds te kennen, dat de antirevolu tionairen „gaarne" met de verdwyning van Landbouw zuilen meegaan en de pen&ioenkoi- ting, Hoe veel er op zichzelf tegen en over te zeggen valt, zal zeker doorgaan, nu, hoe er ook bezuinigd wordt, groote tekorten onge dekt blyven en de volgende jaren eer slech ter dan beter zullen zijn. Wü moeten ons, te eer, daar de Regeering nog niet aan het woord is geweest en er dus nog geen enkel resultaat te overzien valt, tot enkele van de voornaamste redevoeringen be palen. Onbarmhartig was mr. Marchant in zyn kritiek op de laatste z.g. Kabinetsformatie: Ruys de Beernbrouck is nu driemaal „Ka- binetsformateur" geweest hij heeft nog nooit een Kabinet gevormd! In 1918 voric' mr. Ruys het door mgr. Nolens gevormde Ka öinet kant en klaar, in 1921 diende de Kabi netscrisis slechts om de Vries met Pop te loo- zen en in 1922 wilden van IJsselsteyn en Kö- nig weg en kon men evenmin van Kabinets- fbrmatie spreken. De verkiezingsstrijd ging goeddeels tegen het Kabinet: de bezuini- gingseisch en angst bij velen de Rechter zijde is altyd een asyl voor ahgstigen wa ren de oorzaak van het 60 tegen 40 en de Re geering bleef, als stond zy boven den verkie zingsstrijd. Vol sarcasme wendde mr. Marchant zich tot de rechtsche partijleiders, blijkbaar vooral tot den heer H. Colyn. Die kerkelijke leiders wa ren op reis gegaan. Zy hadden met de ver antwoordelijkheid voor de oplossing der cri sis, zy hadden daar hun menschen voor: de Ministers, die vrijwel tot ^.zetministers" zijn geworden, permanent aangestelde Ministers, met alleen een afwisselend mandaat en (blij kens een uitlating in „De Standaard") met een opzegtermijn van één jaar. Het was een ongemeen scherp requisitoir, waartoe de zon derlinge coalitieverhoudingeió aanleiding ven. De leider van den Vrijheidsbond «heeft op verschillende punten de Regeering in gebreke gesteld. VoorTMinister van Karnebeek was de zachtste critiek. Maar mr. Dresselhuys ver weet den Minister van Buitenlandsche Zaken toch niet minder dan te weinig internationaal temperament en te groote tegemoetkoming aan vreemde nationale politiek (het optreden van den Nederlandschen gedelegeerde te Ge- néve en de houding der Regeeriing in zake de school te Brussel en dr. Taok) en wy kunnen ilechts hopen, dat de Regeering deze punten Aetzy thans, hetzij Hoofdstuk III openlijk zal willen bespreken. Wat de binnenlandsche politiek betreft, hier stelde mr. Dresselhuys den opzet der Regee ring tegenover het bereikte resuiitaat: geen enkele werkelijk Christelijke wensch is ooit tot stand gebracht. De voorstanders van een werkelijk vrije 'school zitten zelfs in zak en asch en mr. Dresselhuys ging zelfs zoo ver, van dit Christelijke hoofd-ideaal te zeggen, dat het tot een droeve caricatuur was gewor den. Dat mr. Dresselhuys voor het werk van Minister Aalber.se in dezen tyd van malaise en verscherpte concurrentie geen lof zou heb ben, was te verwBchten. Op sociaal-economisch gebied zag de leider van den Vryheidsbond de toekomst donker in. De Regeering laat haar gedelegeerde bij den Volkenbond voor den vrijhandel pleitenL en tegelijkertijd belemmert zy hier het binnenkomen van goedkoope si garen, dienen haar politieke vrienden een voor stel in, om tot invoerverboden te komen en de Regeering zelve, ofschoon het stelsel van onze handelspolitiek willende handhaven, stelt het wegnemen van voor de industrie hinderlijke rtoneffenhed en" uit het tarief van invoenveh-' ten in het vooruitzicht en vihdt een Regee- ringsbevoedheid om repressaillemaatrege'en te treffen lang niet te versmaden. Ook de be- zuinigingspolitiek van het Kabinet moest me nige veer laten, terwijl mr. Drsselhuys voor 1923 en 1924 nog ongunstiger cijfers ver wacht. De scherpste critiek bewaarden de Vrij- neiaoond-leider voor Oorlog en Marine, by hy betoogde, dat de Regeering met I: grooten opzet van Dienstplicht- en VU haar te tot allerlei inconsequOTÜes was gekomen en wat erger is: de uitrusting zal totaal onvol doende worden, óf er komt geen bezuiniging op leger en vloot. Nu de belangrijke rede van den antirevolu tionairen leider ,den heer Colljn. Kort samengevat is de verhouding tuaschen Kabinet en Colijn's fractie opperbest Hopen niet de heer Colijn stelde 't al dadelijk voorop dat dit Kabinet aan de bekende antirevolutionaire bezwaren tegen de vaccine- verplicliting zal tegemoet komen En dan, het Kabinet is „christelijk" en stelt zich bezui niging ten doel; dies zullen de Colijnian n het gaarne steunen. De heer Colijn heeft de antithose verdedigd: de'Goddeiijke openbaring tegenover de rede, de Goddelijke souvereitii- teit als bron van alle gezag en de plaats aan wijzende, die de antirevolutionairen aan het gezag toekennen. Men kent deze klanken en. de practyk. Wy willen zelfs den heer Colyn niet de vraag stellen, welke zyn houding zou geweest zyn, indien het „christelyke" Kabi net eens niet voldoende naar zyn overtuiging had willen bezuinigen; dan zou ongetwyHd het Kabinet van de Goddelyke openbaring heb ben mi eten plaats maken voor een Kabinet van de lede", dat meer zou willen bezuini gen. Het Kabinet zal (behoudens dan mis schien t .a. v den antirevolutionairen troost prijs: de koepokinenting) niet veel tyd -n lust hebben om te laten zien waarin zich ten specifiek christelyke regeering van een anl-re onderscheidt. Het woord Zondagswet of dood straf is zelfs neg niet genoemd (ook niet ckor den heer Colyn) en het Kabinet heeft de han den \ol n.et financieele herzieningen op aller lei teriein, die de enorme tekorten moeten be snoeien. Waren bij 's heeren Colijn's bijzondere be- zuinigingHwenschen natuurlijk ook antirevo lutionaire stokpaardjes als het schrappen van den Staatssteun voor volksuniversiteiten en opera, van eenzydige hanteering van het snoei mes kan men den heer Colyn niet beschuldi gen. Op alles moet worden bezuinigdso ciale wetgeving, onderwys en... defensie. Ja, cok de defensie wil de heer Colyn inkrimpen en de militaire geweldige der antl- reudutionairen bleek het er geheel mee eens. Zoo blokt dan de crisis (welke de beer Colijn geen crisis noemt, daar wy blijvend zijn „neergeploft") voor ie-ts goed geweest te zijn: de antirevolutionairen zyn uit hun mill taristischen roes ontwaakt. Zonder belangrijke vermindering van de militaire uitgaven komen we er niet; de heer Colyn zei het mr. Mar chant na en de antirevolutionaire leider wilde niets minder dan de mogelijkheid van een langdurige verdediging des lands uit onze ge dachten bannen. Zoo spreekt thans de partij, die onderhall' jaar geleden een Kabinetscrisis uitlokte, terwijl Pop's Legerwet niet ver ge noeg gin#! De christelyk-historischo leider heeft hier' over nog niets gezegd, dr. Nolens stond er lichtelijk verbaasd van, vond het onverklaar baar, maar wilde het geval eerst nog oems overdenkenVreemd blijft het, dat men na tweemaandsche onderhandelingen het Kabinet (en elkaar) met zulk een zwenking overvalt, maar het staat niet aan ons om te klagen over een zwenking in de goede richting. Minder stond ons aan wat dr. Nolens en de ier Colijn over de handelspolitiek hebben be toogd. Voorziet de antirev. laider een langdu rige, groote werkeloosheid en groote moeilijk heden zelfs voor kenrgezonde industrieën (welke hy met goedkoope credieten wil gehol pen zien), van invoerverboden wil hy niet we ten het ontwerp-Fleskens c.s. is hiermee van de baan maar tijdelijke protectie kan in zijn oog noodig zijn. T ij d e 1 y k e protec tie. Het klinkt onschuldig, haast naïef, maar de heer Colijn zal onS met dit „tijdelijke" niet verleiden, nu hy even te voren had uiteenge zet, dat de malaise niet iets tijdelijks was, maar een gevolg van de b 1 ij v e n d e verar ming ten gevolge van den wereldoorlog. En dr. Nolens zong het bekende liedje van: fn- ternatinojiale vryhandef is mooi even als internationale ontwapening, maar zoolang anderen niet ontwapenen en de grenzen open stellen, moeten wij het ook niet doen. Dat voorspelt weinig goeds! Wat is den Haag toch een veelzijdig-rijke stad. Ryk^tnatuurschoon, ryk U de 6 aan wien van c BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. DCXXXIV. Wilde herfstwinden gieren door de kale hoo rnen en trieste 'regen sijpelt van de naakte tak ken: h§l is de sombere November-stemming die de anders zoo verrukkelijke Boschjes hangt. De gele blaren stuiven rond en glibberig zyn de paden. Even, heel even bleekt de zon door en verlicht het geboomte dat in de verte een fyn filigram gelijkt. Ieder jaargetijde heeft haar charme, zooals het ook haar onaangename zij de heeft. Zondag was het in het ochtenduur, dat wy door den Schevening.sche Boschjes dwaalden. in al wat ve; natuur houdt De "zee, duinen, waar treft men dit te in zoo onmiddellijke omgeving aan 7 Er is wel geen stad in ons land of zy heeft haar eigen charmes, geiyk er geen vrouw is of zij heeft ze, één of meer. Maar weinig steden heb ben zóó vele en zoo velerlei aantrekkelijkhe den als den Haag. Ze zyn honderdmaal bezon gen en bejubeld cn ze zullen nog wel honderd maal bezongen en bejubeld worden. Er moge izT den loop der tyden iets verloren zyn gegaan, er is anderzijds veel by gekomen. Wat dit laatste betreft, herinneren we in de eerste plaats aan het villapark Zorgvliet dat midden in de stad gelegen, plotseling oen ryk wandeloord ge worden is, toen het aan het particulier bezit ia onttrokken en voor het publiek is opengesteld. Er moge al weer iets van Verloren zUn gegaan doordat groote en niet altyd mooie villa's stuk ken van het natuurschoon weg namen, er i* toch veel gebleven. Zorgvliet blyft de creatie van vader Cats al gelykt het niet veel meer op het Zorgvliet van hem, toen hy er zyn stichtelyke liederen dicht te. Het is voor zyn tyd een daad van moed ge weest om dien woesten grond- aan te nemen voor de stichting van een buitenverblijf. Maar Cats was, g#lyk één zyner geschiedschrijvers zegt, een ondernemend en practisch man. Hy was wel één der eerste, die de ontginning van dezen grond ter hand nam. En het was niet de overmoed van den dertigjarige, die hom er toe bracht de waardelooze duingronden'te gaan ontginnen. Cat3 was 65 jaar toen hy het werk ondernam. Daarby kwam. dat de Schevening- sche weg, die nu de trots is van de residentie, toenmaals nog niet bestond. Van de tegenwoor dige Hoogstraat af leickle een zanderig duinpad naar het strand, een pad zoo slecht onderhou den, dat de autoriteiten zelf erkenden, «lat het verkeer er langs gevamlyk was en dat men „byzonder by winterlyk en ook by nachte" dreigde „in den moerassche te versmoren." Eerst twintig jaar nadat Cats aan den aanleg van Zorgvliet begon werd het grootsche plan van Huygen8, de aanleg van de Zeestraat, die hy zelf heeft bezongen, begonnen. Toen, na twintig jaar arbeiden, was de dorre zandgrond ontgonnen en hatklen struikgewas en plantsoen een oase gemaakt in de woestyn tusschen den Haag en het strand. Cats werd natuurlijk uitgelachen. Men stak den draak met hem, die den grond diep liet om- delven en van het veen zuiveren. Men plaagde hem er mede. dat hy bezig was goud te zoeken. Inderdaad vond Cats goud maar op een an dere wyze dan de plagers bedoelden. We wagen het niet te schatten wat de waarde thans is van het terrein, maai dat het in de ettelyke millioenen loopt is wel zeker. En Cats heeft voor het alles twaalf duizend gulden getaald! Cats heeft vaq de duingronden een wonder van cultuur gemaakt. De vruchtboomen hangen in den herfst zwaar van de trossen, fraaie tul penbedden versierden de grasvelden. Zyn cre atie kreeg èen wereldreputatie en niet weinig verguld was Cats met de bezoeken van prins Fretlerik Hendrik en Amalia van Solms, wier( kinderen op den vyver kwamen sleedje-varen met de kleinkinderen van den tuinier zelf. Veer tien kleinkinderen had hy, die meermalen alle tegeiyk op bezoek waren in Zorgvliet. Van vele van hen heeft hy niet veel pleizier beleefd. Cats' tweede dochter was gehuwd met Cornelis Musch, een „deftige schurk". Mevrouw Musch geboren Cats was tamelyk Josbandig en haar dochters waren als de „Muschjes" op niet al te beste wijze befaamd. Vader Cats heeft daarover wel eens leelyke dingen moeten hooren en' in pamfletten werd wel »esis een loopje genomen MODEPRAATJE. Gebreide en gehaakte Needing. II. Zooals wy de volgende maaT zagen is het gebruik van wollen, gebreide f gehaakte kleedingstukken oor nog aan het toenemen dan dat het mittdev zou werden. Het wordt zeer in de hand gewerkt door de speciale patroonboekjes die In den handel zUn en die het ook minder geoefenden gemakkelyk maakt om voor zichzelf een handwerk-kleeding «tuk te vervaardigen. Toch is het immer de in dustrie, die de leiding in handen houdt en die zoowel in het eenvoudige genre als in het zéér fiaaie eene uitgebreidekeuze origineele model len in voorntitd heeft. Nu zoowel gebreide als gehaakte jumpers in luxe-uitvoering te krygen zUn, is het niet te verwonderen, dat ook de modellen oneindig verscheiden z(jn. De jumpers met kantbreiwerk en kanthaak- wei k zyn de fraaiste uit deze collectie en mun ten uit door uitstekende toepassing van alle werkwyzen en schitterende combinatie van kleuren. De st(jve, uitgebreide Jumper van vóór een paar seizoens is thans een sieriyk openge werkt jakje, heel los en recht van vorm en met een prachtigen rand van open kantbreiwerk. De jours ztfn gelykmatig ov««r de lengte aan gebracht en eindigen gewoonlyk in dwarse tan den, waarby de kant van den rand zich byzon der goed aansluit. Zoovoel breisteken er zyn. zooveel verschillende effecten er verkregen worden. Het loont thans nog eens de moeite om de oude vergeten breikunst weer eens op te halen, want de steken die vroeger aaneenget-yd oene mooie bedsprei opleveren, vinden thans toepassing en voldoen in gekleurde wol nog neindig beter. Alle harde en alle pastelkleuren zyn geoorloofd. Voor een klcedingstuk van fyn breiwerk kiest men de zachte fichu wol. wanneer het warmere kledingstukken betreft is de uitvoering in golfwol aan te raden, terwyl de zwaarste en stevigste wol met den naam van sportwo! aan geduid wordt. Een niet minder groot artikel is de zytlen ge breide jumper, die nog meer voldoet dan de wollen en waarin het patroon op volmaakte wijze tot zyn recht komt. Er zyn zoowel gebrei de als gehaakte jumpers, die geheel uit kant en »ntfedeux brei- of haakweckJsostaan. Zooals begrypelyk is draagt men zelPcle fyne tinten en in de bevalligste v 'egenheden. Ze zyn niet zoo practisch in het gebruik als wel moest, omdat aan het effect de warmte opgeofferd is. Dit euvel is echter te ondervan- ren. Men zet er een fraaie Liberty satinet oering van precies dezelfde tint in cn heeft dan teveqs het voordeel, dat de groote k jours ile onderkleeding niet meer op ongewensehte manier zichtbaar maken. De zyden jumper staat het uardigst op een geplisseerde rok, van dezelfde kleur indien hij effen en donker is en b.v. van eene fraaie streep of ruit, waarin de hoofdkleur terug keert. indien hy in fantasiekleuren gewerkt is. By het vervaardigen van jumpers moet men vooral rekening houden met de gestalte. Voor slanke verschijningen kunnen patronen met lwarse banden en groote schulpen of figuren genomen worden en is de gehaakte jumper du» /.eer kleedzaam. Het zoo voegzame breiwerk is, vooral in dunne uitvoering, de beste dracht voor zwuar- lere figuren. z{j dienen uiteraard ook meer te letten op de kleuren, daar alle sterke en spre kende kleuren verbroeden en kalme of halve top sportkleed 1«, ongetwyfeld op de Uitbanen zien verschijnen. Van de wol werken, waaraan zich verreweg het meeste de jonge moeders wagen en dat ook een kolfje naar de hand van talrijke Jonge tneisjea ja, noem ik in de eerste plaat» de ge haakte en gebreide baret. Alle fantasie en vindingrijkheid mag zoowel wat patroon als wat kleur betreft daaraan bot geviord worden, want de mode zegt daarvan ,hoe bonter hoe liever". Tot de nieuwe vormen van wollen hoofddeksels bchooren nog da rechte, hooge puntmuts, het aardige zu id wet te rt je, dat voor meisjes met gehaakte bloeme tjes, voor jongetjes met koord en balletje» ge- gurneertl wordt, l'lutte baretten in jockey-vak ken en jockey-kleuren worden even gaarne ge maakt als gedragen door jongedames der M.U. DO. en H.B.S. Voor de kleine jongen» heeft men nog eene puntmuts met rand en neerge- haalden punt, terwyl het meest practische hoofddeksel, eene vliegeniersmut» van gekleur de wol, met neerslaande vóór- en achterklep, voor regenweer en sneeuwjacht onbetaalbare diensten kan bewyzen. GRACE ALLAN. met zyn zedegedichten, die niet eens in staat I tinten slank kleeden. Ook het al dan niet aan waren om de eigen dochter van den poëet het goede spoor te houden. De dochter die in haar prille jeugd door papa was bezongen als de „zuivere maagdezon" is er wel eens een eek je van doorgeweest. Toen ze terug kwam heeft manlief haar op oud-Hollandschc wyzc honderd «lagen met het plat van zijn degen toegediend. Veel is er van de muschjes niet terecht ge komen. Zorgvliet is na den dood van Cats in de fa milie Bentinck gekomen, waarvan de eerste be zitter het park heeft verfraaid en vergroot. Deze Bentinck had een fruai woonhuis in het Lange Voorhout, waar thans het Ministerie van Marine gevestigd is en hy vertoefde alleen in het zeer sobere buitenhuisje op Zorgvliet, dat niet byster geriefeiyk was inge richt Voor zichzelf had Cats niet veel noodig. Het werk dat hij verricht heeft door de ontgin ning is echter een daad van veel gewicht ge weest en wanneer men thans door het villapark Zorgvliet wandelt mag men wel oens bedenken, dat hy het is geweest, die de grondslagen voor deze „wonderen van cultuur" op de woeste dui nen heeft aangedurfd. Wanneer er iemand is die in den Haag een monument verdiende dan wan het wel Jacob Cats, niet in de eerste plaats als dichter of als staatsman maar als de eerste die zyn kracht inspande om den Haag mooi te maken. Zou hy het ooit tot een monument brengen HAGENAAR. brengen van een kraag en eene ceintuur houdt verband met de gestalte. Dame» met een kqr- ten, breeden hals nemen een smul, plat kraagje, liefst in shawlvorm, daar dat het beste kleedt. Voor zeer jonge meisjeH is de fonde en zelfs do bootvoimige hals recht aardig. Deze dient met een schulpje of picotje afgewerkt te wor den al was het maar omdat dit open werk zoo lief kan staan. Een vierkunte hals wordt aan jumpers haast niet gezien. Hy is zóó moeiiyk in den goeden vorm te houden, dat men er liever van afziet. Het is niet «rg logisch, maar iedereon schijnt te buigen voor den wil der mode en halflange, hoogstens driekwart lange mouwen aan haar jumper te dragen. De ceintuurs bestaan uit een invlochten of gedraaid boord, waaraan een paar kwastjes bengelen. Balletjes ziet men liet meer, evenmin als nog overwerkte knoopen voorkomen. Bij de meeste jumpers die over het hoofd aangetrokken worden, ia «lat trouwens ook on- otlig. Het eigen gebreide costuum. dat wel in de motie is en degeiyk genoeg Is, wordt ooralsnog muar weinig gezien. V. nmoedel Uk is het als eigen werk te om vangrijk en heeft men er als klaargekocht handwerk te veel moeite mede, omdat het bij niet juist passen, zoo lastig vermuakt kan wor den. Wanneer de echte wintertyd daar is en met hem de strenge heeren hunne intrede doen, dan zal men het hantlwerkcostuum, dat op en 'd MEDISCHE BRIEVEN. De Bof. II. De duur van het lncubatiestudium («Li. het tydsverloop, dat ligt tusachen de besmetting en het uitbreken tier zickteverschynselen), zoo- als wij dit bU het mee rondeel van onze aandoe ningen kennen, is hier een weinig twyfelachtig en vaag. Immers wy weten het moment, waar op de infectie plaats greep niet precies aan te duiden. Toch doen er zich, zooals u begrijpen zult orrtstundigheden voor. die ons eenig in zicht daaromtrent verschaffen. Stelt u zich b.v. voor, dat een jongen uit de klas thuis blijft den laatsten dag voor de vacantie, torwU! onze jongen wegens familieomstandigheden een paar weken de school niet bezocht, doch Juist tie twee of drie laatste dagen vóór tie va cantie weer op school kwam, dus m. a. w., slecht» I a 2 dagen te zumen met zyn kame raadje, dat nu van bof ziek i», in de klas Is geweest. Onze jongen is nu vertier nergens ge weest en wordt nu in de vacantie ziek en krUgt de bof. Wy zUh, zooals u begrypen zult nu niet in één bepaald gewul in staat een conolusio te trekken aanguunde den duur van het incubatie^ stadium, muar 'doen zich meer van zulke spe ciale gevallen voor, dan eerst kunnen wy ona eenig denkbeeld daaromtrent vormen. Immer», om by onze boven geschilderde omstandigheden te biyven, kunnen wU, hetgeen tevens voor elk geval afzonderlyk geldt, nooit uitschakelen de mogeiykhekl, dat onze jongen vroeger of later «>p deze of gene plaats tie bewuste infectie heeft opgeloopen zontler het zelf bemerkt te hebben. De massa, zooals altyd, geeft hier den doorslag. Na nauwkeurige onderzoekingen op dit gebied is men eenparig van meening, dat het incubatieatadium bU de bof ongeveer twee weken in beslag neemt. Alvorens nu de speeknolklier begint op t« zwellen, gevoelt ons patiëntje zich doorgaan» een paar dagen (soms slechts 1 dag) niet, zoo als hy wezen moet. H(j is wat hangerig, hoeft weinig trek in eten en heeft slecht geslapen en nemen we de temperatuur op, dan Is deze doorgaans wat verhoogd, een verschynsel, dat wy vooral by jeugdige kinderen zeer spoedig aantreffen, aangezien het kind een zeer labiel temperatuursevenwicht bezit. Nu zien wy de zwelling van de parotis vry plotseling optreden, hetgeen niet zelden ook die van den omgeven- den w anghuid met ziefi medebrengt. Dit is niet» bijzonders en vindon we dit verschynsel b(j elk - nlstekingsproces. Wy hebben a. h. w. slechts één haard en in de omgeving gevoelen wU de werking van het ontstekingsproces, hetgeen zich uit door een meer of mindere zwelling. Een a twee «lagen later guat ook de parotis aan «Ie andere zyde hare uanwezlgheid toonen op dezelfde wUze als haar buurvrouw en zoo 1» het duidelyk, dat wy binnen enkele «lagen onze zoon of dochter zien zitten of liggen met een paar wangetje, minstens twee maal zoo dik als normaal, hetgeen, zooals ik reeds mtwledeel- de, moestal een zeer potsierlijke gelaatsuit drukking te weeg brengt. Zooals u bekend is, kun bij elk ontstekingHproces, vooral dat zich tot één-pluats beperkt, een aboesvormin# zich kun openbaren, op één plek kan zich etter Igaan vormen. Dit ziet men zelden bij de ge wone bof. Daar „ettervorming" in 't algemeen een belangryke temperatuursverhooging met zich mede brengt, terwUl bovendien het algw- |meen welbevinden eveneens in aanzienlijke schrnle lU'dt, vinden w(j van dit alles by de bof weinig. Natuuriyk is ons patiëntje niet, zooals hij wezen mo«'t. maar ernstige vcruchjjn- selen doen zich gelukkig niet voor De streek waar de ovcrspeekselkleir gelegen i», i» wat pUnlljker, zooals u begrypen zult en wetend, dat ahlaar ook één van onze krachtigste kauw spieren gelegen is, zal het u niet bevreemden, dat ons manneke moeiiyk een korstje brood kan verwerken. Den volgenden keer nog enkele opmerkingen >ver «leze alom bekende ziekte. DE VUURWACHTER. Hy moest de wacht houden over het verste vuur, want Shaknon Hill rees uit hoog boven de groote golf en gaf uitzicht ook over dertien mijlen land naar den kant van de groote stad. Er kwam weer een tyd, dat het heele land be dreigd werd. Van naburige sterke landen kwa men twee groote vloten aanzeilen, de eene met de bedoeling om te redden, de andere om te vernielen. Wanneer Tinoir, die de hoeder was van het vuur, de schepen der vernielers zou zien naderen, moest hij op Shaknon Hill twee vuren ontsteken en dan zou het volk, dat zich ergens in een verraderlijk, onbekend kanaaltje verborgen had opgesteld, vum*vlotten uitzen den om daarmee de schepen van den vijand te vernielen. Al vijf malen eerder was Tinoir be waker van de vuren geweest en vijfmaal had den de menschen hem geprezen; die lof en wei nig loon waren alles wat hy ontving. De hut, waarin hy en zyn vrouw woonden, stond op een anderen heuvel tien mylen van Shaknon; er waren maar twee kamers in en hun kleine boerdery en de tuin gaven hun net genoeg om te leven, meer niet. Iets verder op was vruchtbaar land in overvloed, maar de groote mannen hadden jaren geleden gezegd tegen Tinoir, dat hy niet ver van Shaknon Hill mocht woneh, opdat hy, mocht gevaar dreigen, het vuur zou kunnen bewaken en zóó een schildwacht zUn voorhet geheele volk. Mis schien, was Tinoir nog te eenvoudig of te suf om te zien, hoe hy al les gaf en niets ont- vm8> dat hy, al wachtend, steeds arm bleef en ook oud werd. Er was vyftig mylen afstand geen enkel huis in hun buurt en alleen nu en dan lichtten eeni- ge rondzwervende Indianen den grendel op en kwamen binnen om by hun haard te zitten of kwam een goede priester, die veel liefde nenschen had binnen en droeg de mis het armoedig kamertje, waar in een tot de op in hoek een kleine kruisberg was gemaakt. Twee kinderen waren geboren geworden en waren weer heengegaan en Tinoir en Dalice hadden hun grafjes gegraven en hun een warm plekje gegeven in een nestje van maple-bladeren en naderhand hadden ze voortgeleefd op de her innering aan hen. Maar na deze twee waren er geen kinderen meer geboren en Tinoir en Da lice werden meer en meer een, zelfs gingen ze op elkaar lyken uiterlijk zooais ze inneriyk allang eender' hadden gedacht en gevoeld. Niemand leefde ooit dichter by de natuur en meer één met haar dan zy deden «n langzamer hand werden alle wilde dieren hun vrienden, zoodat men soms Dalice in haar deur kon zien staan met haar eene hand kruimpjes voerend aan de vogels en met de andere stukjes vleesch gevend aan vossen en wilde honden, die in hun hof en hutje vryuit liepen. Tinoir schoot nooit wilde dieren ter wille van hun beider genoegen-, alleen voor voedsel en voor bontvellen ter ver warming en beschutting. Daarom lachten allen hem uit, behalve de pastoor van de St. Sulpi- ciuskerk, die op Paaschdag, wanneer hy twee honderd mijlen ver moest reizen om voor hen de Mis te betlienen, hem in het oog van allen prees, maar Tinoir was niet eens ijdel genoeg om dat te begrijpen. Toen het bericht, dat er oorlog was uitgebro ken over de rivier en de heuvels Tinoir be reikte en dat hy op wacht moest gaan staan om de vyandelyke vJoot te bespieden en ook die van het eigen land, mopperde hy niet, hoewel het oogsttijd was en Dalice pas een ziekte had doorstaan, waarvan ze nog niet heelemaal was ge— Ga maar, myn eigen Tinoir, zei Dalice glimlachend, ik zal het graan wel maaien. Wan neer je goed kykt, zul je mijn sikkel zien schitteren in de zon# Maar ook de melk moet worden gekarnd, Dalice, antwoordde Tinoir, en jy bent niet sterk heel lang vóór de dokter worden gemolken. Maar ook de mi Dalice, antwoordde T en het duurt iWs komt en dan moót er Tinoir ik word dageiykB sterker, zei ze en richtte zich op. Maar ze was nog zoo smalletjes en tenger. Tinoir nam haar arm en voelde dien boven den elleboog. Het lijken wel spieren van een klein kind, zei hy. Maar ik zal eiken dag van den rooden wyn drinken, dien de gouverneur je gezonden heeft, toen je den laatsten keer de vuren op Shaknon Hill hebt bewaakt, zei ze, door haar eigen opgewektheid trachtend hem op te wek ken. jiy knikte ma&r, want hy zag wel hoq ze haar best deed bly en opgewekt te z\)n en zei „En ook een beetje van de gentiaan en den .sinaasappelwortel, hè, Dalice, driemaal per dag? Nadat ze ha<Ulen afgesproken, hoe ze toch samen zouden kunnen spreken door het aan steken van vuren op de heuvels, die ze van el kaar zouden kunnen zien, zeiden ze: „Vaar- jvel, Dalice" en „Vaarwel, Tinoir", dronken een glas rooden wyn en voegden er aan toe: „God zy geloofd", toen veegde Tinoir zyn mond met zyn mouw af en ging weg, Dalice ach terlatend met een gebroken glas aan haar voe ten en een blik in haar oogen. dien het maar goed was, dat Tinoir niet kon zj'en. Maar, heengaand, dacht hy eraan, hoe Dalice den vorigen nacht met haar armen om zyn hals uren lang had liggen slapen, zooals ze altyd hadden gedaan vóór ze nog een kind hadden en dat ze hem, zelfs in haar slaap, kuste, zooals ze hem altyd kuste vóór hy haar had meege nomen uit de Parochie van de Heilige Geno- veva, om zyn vrouw te worden. En hoe meer hy daarover dacht, hoe geluk kiger hy werd en meer dan eens keek hy om en hy glimlachte by de herinnering. En ook Dalice dacht daaraan, als ze over de karnton hing met wit, vertrokken gezichtje, glimmend van zweet; en ze schudde bedroefd haar hoofd en tranen kwamen in haar oogen, want zy zag verder in de dingen dan Tinoir. En eens, toen ze langs zUn jas liep, dte daar tegen den muur hing, streek ze er zachtjes langs met haar hand, zooals ze deed over zijn donker haar, als hy naast haar lag. Van Shaknon keek Tinoir uit naar haur. maar natuuriyk was het te ver om haar sikkel te zien glanzen en hy kon niet zien van daar of haar japon nog zoo los en slap om haar ten ger lichaam hing en of haar armen nog slapjes en dun waren als die van een kind. Als alles goed was met Dalice, zou ze een klein vuurtje aansteken voor de huisdeur op het oogenblik, dat de zon onderging en het zou meteen worden gebluscht. Als ze ziek mocht zyn, zou een vuur worden aangestoken en eerst twee uren na zonsondergang worden gedoofd. Als ze hopeloos ziek mocht worden, zou dit vuur blyven doorbranden tot het vanzelf dood brandde. Dat was hun afspraak geweest. Dag aan dag zag Tinoir van het hooge punt. ▼anwaar hij stond uit te kyken naar de nade rende vloot, het vuur moest tegen zonsonder gang worden aangestoken en onmMdellyk daarna worden gebluscht. Maar op zekeren avond werd pas twee uren na zon-ondergang het vuur aangestoken en onmiddellyk daarna uitgedaan. Hy tobde veel en bad, dat Dalice mocht genezen en HU bleef op zijn post, uitziend naar «le vloot van den vyand. Avond aan avond werd het andere vuur aangestoken en onmid- deltyk gedoofd en een groot verlangen kwam over hem, om het bewaken van zyn vuur na te laten en naar haar toe te gaan. „Maar voor een halven «lag", zeide hif, „niet meer dan een hal- Maar in dien halven dag kt vloot voorbijgaan en dan zou men kunnen zeg gen. dat Tinoir zü» land had verratten1. Ten slotte verliet de slaap hasp heelemaal en hij streed met den «luivel, dig en nacht en steeds maar kon hy aan niets anders denken «lan aan Dalice's arm om zyn hals en haar zachte kus sen ,dlen laatsten nacht, dat zij «amen waren. Tweemaal verliet h\j zijn post om naar haar te gaan, maar vóór hy honderd passen ver was, was hy omgedraaid en terug by zijn [vuur. Ten «lotte op een mhldag zag hy schepen tien >ek van de Kaap omkomen en na eenigen tyd, tegen zonsondergang, zag hij aan hun vorm, dat het do vloot van den vyand was en daarom ontftak hy zijn groote vuren en op mijlen af stand worden ze beantwoord door andere vuren den omtrek. Dien dag werd twee uren na zonsondergang ik het vuur vóór Tinoir'» huis aangestoken en niet gedoofd. En Tinoir zat en keek en keek totdat hot uit zichzelf geheel opbrandde. Zoo lag hij by het licht van zyn eigen groot oor logsvuur tot den morgen, want hij kon dien nacht niet weg gaan en toen zijn plicht was af- geloopen, keerde hU huiswaarts. Hij vond Da lice liggen naast de koude asch van haar vuur, niet meer in staat de woorden te hooren, die hij haar in 't oor fluisterde, niet meer den kus, die hy op haar lippen drukte, beantwoordend. Twee avonden later, toen hij terug kwam, mwaar hy haar had gelegd, naast haar kinde ren. zag hy een groot licht aan den hemel In de richting van de »tad( alsof daar een groot vuur brandde. Toen de koerier by hem kwam de boodschap van den gouverneur en den «lank aan het volk en hem vertelde, hoe de vij- amtelyke vloot door vuurvlotten was vernield, bleef hy lang den man staan aankijken, wendde toen zijn hoofd naar de plaats waar een krui» van dennetakken »to%d op het groene gras en mi: Dalice, mijn vrouw is dood! —Je hebt je vaderland gered. Tinoir, ant woordde de koerier zacht. Wat kan mij dat schelen, zei Tinoir en grèep steviger den rozenkrans, dien Dalice, bij haar leven, altyd bij zich droeg en hij wilde niet meer spreV«n tegen den koerier;

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1922 | | pagina 3