r
1
1
TI
31
i
r
NIEUWS- EN
BERGAMBACHT, BERKEN?
KERK a. d. U, OUDERKEJ
J
s s
a S uw
No. 15138
k
Abonneert U op dit Blad-
FEUILLETON.
in den Maalstroom.
--
s
56 J
s
BUITENLAND.
s
'^J,7SS
zyn lippen en zeide niet
(Wordt vervolgd.)
Dit blad verschijnt dagelijks
ADVERTBNTIëN:
b
Later aflosbaar
30
lijn hoofd
-4
l
a
1
1
ABONNEMENTSPRIJS» per Inrartai
per kwartaal 2JO. par week 22 cent, o
franco per post par kwartaal 8. IB, ma
Abonnementen wnnlea dagelyki aanga
bil onze agenten en loopers, den boakha
Onze bureaus a(jn dagelijks geopend
Redactie TeL MA.
I.
aan
.mei
den
De
me!
reld
te j
N
ger
D
ziek
ÜOJ3
D
klei,
rrgc
U
acht
N
Wat
ger
Pful;
waai
zijdk
kant
pakt
hand
zij h
onec
wille
een
Men
de di
der
een
niets
gen
den i
Ha
keer
.,Han
«wen
ondet
Bui
dierf
Zy h
den 1
63
98
14667
92
14711
22
49 14824
on
mi
no
hn
Di
ge
we
tre
hei
vo,
Hei
we
als
tö
/ai
we
leg
der
Du
be»
die
laa
z
e
t<
b
D
k
P
Ie
b<
t>
ni
hi
D
tu
dr
v<
sc
ei
ff*
r*1
de
hc
m
FRi
45 2604
571 78
97 2831
602 3224
16 37
86 3326
879 3410
1447 34
7443
3fi
6982
91 -
7007 9603
30 x 46
7203 9146
23
58
De kamerdienaar deed het portier van de
automobiel open en wierp een onderzoekenden
blik op zyn heer. Hij scheen tevreden te zijn
met het onderzoek.
„De ritmeester is voor een uur gekomen en
met onze vossen naar de houtvesterswonlng
gereden."
„Als de ritmeester terug komt, zou ik hem
graag spreken, zorg daarvoor.”
„Het zal misschien laat worden."
„Dat doet er niet toe ik blijf op.”
De kamerdienaar zeide geen woord, hielp
zijn heer by het verkleeden en ergerde zich
er in stilte over, dat hij maar niet liever hee-
lemaal over den ritmeester gezwegen had. De
„wilde Wussow” kwam dikwijls van Stolp hier
heen, ging op de jacht en reed dan weer naar
zyn garnizoen terug, zonder den heer des hui
zes te hebben begroet Wilhelm wist, dat dit
op voorschrift van den dokter gebeurde. „Geen
opwinding!” was steeds diens derde zin.
Het werd half tien, voordat Wussow Blott-
stedt van zyn succesvolle jacht terugkwam.
Hij was in de baste stemming, want de ree
bok had hem een harde noot te kraken gege
ven, voordat hij hem had kunnen schieten.
„Nu, Joachim wat zyn dat voor aardigheden,
tyd om te slapen en nog opl”
83
Roman van
OLGA WOHLBHOCK.
Geautoriseerde vertaling van Mevrouw
Wesselink—van Rossom.
en verlangd naar haar jonge lippen!
En toch, en toch Joachim Blottstedt was,
al was hij ook doodziek een van de atterbesten
in het land, een, vjn wien ieder wist, dat htf,
zoolang hy op aarde leefde een zegen was!
En licht en schaduw moest verdeeld worden.
Wussow Blottstedt kon vergeleken worden met
een voorjaarsstorm, die door elkaar schudde
en streelde, maar die oo kb rak, wat hem In
■’en weg stond, als hy dat wilde. Zyn vrouw
moest op dagen van stryd rekenen, steeds
weer!
G01
7*~
92 40 45
Betvonderini? Is in hare eerste uiting niet
blijde, maar diep ernstig.
107
Hij liep niet van haar weg I
Dat was alles. En zij moest aan Alma Frank
denken, aan haar „Lieve jongen alles is
weer goed I" en hoe. die man haar in zijn
•rmen genomen had en tegen zich aan gedrukt
had voor eeuwig, onderworpen door haar
frootsche vergeving. Zij had niet eens iets te
hergeven. Hij liep niet van haar weg
Zwijgend ging zij de kamer uit. Zwijgend ging
tij aan haar groote schrijftafel zitten en schreef
nauwgezet van geweten en met toch duidelijk
Merkbaar bevende hand de circulaire van dok
ter Brtzky over, die morgen naar de kranten
fing en waardoor zij den naam van haar man
*oor altijd van het huis scheidde, dat onder
vreemden n^am nieuwe mogelijkheden zou
•penen, om haar nimmer rustenden zucht, naar
koven te komen, te bevredigen.
«Stil, Liesel, schreeuw niet”
Susanne Graebner trok haar kleine meisje
•m» den hoogen kinderstoel, waarin liet kind
Md zingend met een pop speelde.
«Het b niet uit te houden
konst T
NV. „DE TIJDGEEST’.
Trekking van 700 nummert ten overstaan van
Notaris A G. Mullé
Dinsdag Januari 1923.
Prijs van f 1000 5489
400 11667
200 4180 6547 7522
100 4850 12190 12485 12921
15584 17690 180171949219677
Prijzen van f 90— (eigea geld.)
5656 74---
f8 61
11 6117
66 7t__ -
6205 7779 9365
Ü7 9424
7986 33
8113 9714
61
92
8379
841?
14764 17180
70 17228
14805 51
37 58
14960
15063 17337
15126 99 20051
1533517408
90 34
15592 17573
15626 17785
66 17876 205:
735 18573 2061
57 18694 20766
84*18802
5223
3442
62 »2O2
HU bracht die aan
veel.
,4k heb uw brief begrepen, er behoeft dus
niet veel over gesproken te worden, ik weet
wat ik vgn myn korte leven nog heb te ver-
wachten.”
De tranen kwamen haar in de oogen, zij
stak hem beide handen toe. „Ik zal uw leven
weten te varlengen. Ik houd van u Joachim
op mijn manier.
Twee smalle, hecte handen werden tegen
haar slapen gedrukt, en Joachim Blottstedt
drukte een zuchten kus op het voorhoofd zU-
ner verloofde.
Toen hij laat in den namiddag afscheid had
genomen, en in zyn automobiel was wegge
reden, greep de majoor zijn hoed en ging naar
het hulppostkantpor.
„Mijnheer Dornke, wilt u my al» het u be
lieft («oven- en vijftig wissels geven van twin
tig pfennig en dertien van tien!”
Do man sperde z’n mond wyd open. „Ma
joor zooveel heb ik niet in voorraad. Daaraan
zou ik voor een half jaar genoeg hebben.”
„Geef dan maar wat u voorradig heeft. En
bestel vlug een grooten voorraad!" De baker,
die naast het bed van de vrouw van Dornke
zat, want deze had voor een paar dagen haar
elfde kind gekregen, liep ijlings door het dorp
en vertelde opgewonden: „Onze majoor heeft
op een kwartlot de honderdduizend getrok
ken!”
Dat was den volgenden dag reeds het ge-
heele lot gewerden.
Dankersbach ging met zyn voorraad post
wissels voor zyn schrijftafel zitten, nam een
gn&t papier voor zich waarop al zijn reke
ningen standen opgeteekend, die hij en zijn
zoon hadden en voldeed de dringendste schul
den. De eerste postwissel schreef hij aan den
deurwaarder.
Toen zij voorraad uitgeput was stond hy op
en rekte zyn armen uit. Dat kleine goedje
moet ook allemaal weg! God, wat een heerlijk
gevoel geeft dat!”
Hy kreeg een rood hoofd en ging naar zijn
dochter die hij liefkozend over de wang streek.
Zij keek haar vader met een smartelijk
lachje aan en zeide geen woord. Dat sneed
hem door de ziel, snel verliet hy weer het ver
trek.
Ginds, voor zyn schrijftafel balde hy de
vuisten, en keek met somber gelaat naar al
de postwissels.
Jongen, Adelbert, als je bij deze bruiloft
komt, dan praat ik eens met je en als je dan
niet verstandiger wordt, dan reis ik naar Ber
lijn en zoek je op met de hondenzweep!”
7412 9167 11176 13987 16005 18863
18 9221 11288 14013 16316 18993
57 3411382 21 9019145
7626 73 11442 14359 16571 19336
-11501 14508 16748 19615
11612 9 16883 78
18 55 16986 19719
...11844 14764 17180 80
34 11991 70 17228 19873
83 12064 14805 51 92
9832 12301 37 5819910
113 89 25 14960 00 56
60 9950 12466 15063 17337 72
3129 12031 15126 99 20051
38 12996 15335 17408 73
10473 3109 90 34 20165
10810 82 15592 17573 20418
- 48 13299 15626 17785 97
90 96 13436 66 17876 20531
8968 10920 13630 15735 18573 2063'.
9064 11013 13786 F»
9133 99 13937
66
6623
6761
85 8690 101
6829 8715
6952 17
4781 7057 37
5129 7114 8821
5234 7202
29 43 4
i5 87 64
2593 5347 96
13
'i
224
i
a
500
13
35
61
638
739
53 49
75 55
843 67
89 80
998 3349
1007 67
93 j508 551
1107 10
87 65
1222 72
1331 3615 r'.
1444 65 79
1532 71 83
‘34 3727 3715
1648 28 5959
57 36 6105
61 3810 25
70 50
1/27 59
42 398 4
81 4042
94 75
1817 91
25 4166
41
72
1905
82
2018
63
F0 4'
98
211“
g
„Ik moert op je wachten.”
„Ik weet ai, wat je mU wüt zeggen, je hebt
den Sudenloher uit de verlegenheid gered.”
„Dfct Is tóch slechts veronderstelling?”
Joachim, ik ken immers je goede hart!”
„Welnu, ik heb het gedaan en nog meer.”
Wussow haalde een paar dennenaaiden van
zfjn jachtbuis. Zieken geven graag met volle
handen als de hulp maar niet was over
dreven. „Zoo?” zeide hy luchtig. „Wat heb je
dan nog meer weggegeven?"
De majoraatsheer antwoordde ernstig en
met nadruk: „Mijn handl”
„Voor den drommel!" Wussow sperde de
oogen open. „Aan wie?"
„Aan juffrouw Grete von Dankersmach.”
De ritmeester deed onwillekeurig eer/ schre
de terug. „Maak gAn flauwe grappen!”
„Het is een feit, Wussow. Voorloopig blijft
de verloving nog geheim, wees dus zoo goed
daaraan te denken!” En daarna legde hij, met
een zelf verloochenenden lach, de hand op den
schouder van zijn neef. Ik heb het je eergiste
ren eerlijk gevraagd en je bent my het ant
woord niet schuldig gebleven en Grete heb ik
steeds liefgehad. Het was om haar in de toe
komst voor nood te behoeden, anders zou ik
vervier hebben bezwegen! En misschien komt
de dag nog, beste Wussow waarop je zult in
zien, welke parel je achteloos hebt laten lig
gen! Als ik er niet meer ben", het bloed steeg
hem naar het gelaat „neem haar dan in je
armen, ik bewaar haar slechts voor je en help
tevens hen daarginds! Maar nu goedennacht,
de dag is voor my zeer inspannend geweest!”
Zij gaven elkaar de hand. De ritmeester
ging naar den stal, het was alsof hij voor het
hoofd was geslagen.
Een heldere zomernacht brak aan, de stof
fige landweg slingerde zich als een lichte
streep door de velden. Wussow bestuurde zelf
zyn dogcart, terwijl de kleine groom met over
elkaar geslagen armen achterop zat. De rit
meester keek strak voor zich uit, maar ach
ter zyn gerimpeld voorhoofd werkten wilde
gedachten.
Over Joachim verbaasde hy zich niet, des
te meer over Grete. Was het te gelooven Dat
kerngezonde meisje, en... hy griezelde. Daar
was natuurlijk wanhoop in het spel! De keus
tussohen maatschappelijke ruïneering, of...?
Neen, die zou haar dagelijksch brood met
eigen handen verdiend hebben?
Dus Joachim had er geen geheim van ge
maakt bewaarde haar voor hemZijn
hart sloeg met sterke slagen. Dat was een
vermetele daad!
En nu kwam bU Wussow de eigenliefde bo
ven. Men zou hem met den vinger nawijzen
-L hem en Grete Dankersbach.
Hy kromp ineen, trok aan de teugels. Als
razend draafde de merrie het woud in, de witte
mijlpalen glipten voorbij, een zacht koeltje dat
van de zee kwam ruischte in de toppen. Na
een poosje liet hij het paard stapvoets gaan.
Als hij nu eens naar Süderlohe reed en Grete
tot zich nam; want daartoe achtte hij zidh In
staat; hy was gewoon aan overwinningen
en zij had, hem lief! Zou dat echter Joachim
niet den doodsteek geven? Joachim die te
genover hem steeds de onzelfzuchtigste mensch
v<n de wereld wafi geweest? Ach wat die
korte spanne tijds moet worden verdragen
en het gepraat der babbelaars, daarvan kwam
h|j toch niets te hooren, want men wist dat
h|j niet veel eomplftnenten maakte.
En hoe Grete zich in haar noodlot schikte
opnieuw kreeg hij een gevoel van afschuw
dat was zijn zaak niet!
Maar een ding, werd hem onder dezen rit
duidelijk: het schoone meisje was zijn hart
vèel en veel nader gekomen!
Grete zat dien avond nog lang wakker. Ze
voelde zich geheel op. Nu was ze dus verloofd,
njaar die verloving was heel anders in zijn
werk gegaan dan zij het zich had voorgesteld!
Geen man had haar in zijn armen genoden,
SSS—S—-S5-—
38 2418 4719
104 24 22
2516 4827
22 29
2612 4904
93 8
345 2737 11
2840 51
97 65
2930 5068
60 5159 7702
3103 80 38
55-
59
78
92
3246
56
6269
99 871
6305 t_
II 69
25 74
6507
84 43
4223 87
55 6613
66 6726 t 5 35 13523 15958
74 80 89031080/ 41 16153
96 6®8 13 25 51
1309 36 59 53 13658
53 6982 71 99 f“
118 03 91 89 10906 1371
60 68 7007 9603 19 20
W 30 46 65 66
2256 4434 7203 9146 74 78
2381 4506 23 57 11036 13878
2416 66 58 9210 9413;43
Vorige lijst stond: 18965H m z 18965 10858 m
1C958, 15572 ontbreekt en 1'711*J vervalt,
6746 mz. 6741. 6776 m.: 677'.
1980
1990-
42
W
49
86
1145
?7Ö7'~38 -
40 92
42 20332
15803 17932 61
14 41 20492
55 84 95
T7 96 20584
13408 86 98 20691
13523 15958 18010 20720
'"..3 6? 51
74 72 81
83 85 2080b
63 16263 18136
106 16314 18216
35 48
45 59
52 18364
13878 58 61
13949 62 13450
OVERZICHT.
b» rijkskolenconunissaris heeft met de meeste
Klem bevolen, dat, in verband' mot den Fransch-
Belgischen „inval", ’t leveringsverbod van kolen
met betrekking tot Frankrijk en België gehand
haafd moot worden, zeis als deze landen de
•aarde der kolen voorschicten of betalen. De
mijneigenaars konden nu twee dingen doen:
of Berlijn, dat-heelemaal in de verte zit of Parijs,
drt met zijn soldaten hun huis is ingevallen, te L
gehoorzamen. Zij zijn patriotten gebleven: de
■tijnen hebben dadelijk opgehouden met het
toveren van kolen aan de beide bezittende lan-
den. Beleefdheidshalve hebben de vertegenwoor- z
differs der Duitsche mijnondfememingen dadelijk
de Fransche ingenieurs verwittigd van het leve-
tfagsverbod, dat de rijkskolencommissaris heeft
Uitgevaardigd. De Fransthen laten echter de
mijneigenaars boeten voor hun gehoorzaamheid
Oen hun rijksregeering. „Is u verantoroordelijk
•oor de betreffende mijnen?” aldus was de
•trekking van de vraag, die de Franschen den
arijneigenaren stelden. Toen dezen bevestigend
•Ktwoordden, werd hun van Fransche zijde het
bevel ter hand gesteld, det op staanden voet de
(•vering der schadeloosstellings-kolen voort
gang moest hebben. Wij kunnen dit bevel niet
titvoenen. Omdat wij hebben te doen en laten,
Wat Berlijn ons opdraagt, ziedaai de inhoud van
itot Duitsche antwoord. Wat nu?
Ven de Franschen kan natuurlijk niet worden
Verwacht, dat zij zich louter zullen bepalen tot
Bet voor kennisgeving aannemen van het Duit-
•che standpunt. Zij zijn naar de Roer gegaan om
•chadeloos te worden gesteld en zij zullen dan
©ok stellig nemen, wat hun niet wordt gegeven.
Reeds is tot requisities besloten en uit Fransche
bron is dan ook reeds het bericht gelanceerd, dat
4» technische commissie vandaag, gesteund door
4e militaire overheden, zou overgaan tot het
épeischen van de steenkolen, die krachtens het
•irstel-programma aan de geallieerden moest
Worden geleverd. Hiertegen kunnen zich natuur-
Hjk de arbeiders verzetten en door sabotage
kunnen de leveringen natuurlijk ten zeerste wor
den belenynerd. De stemming in 't Roergebied
wprdt begrijpelijkerwijze bij den dag geprikkel
der door de F: ansch-Duitjehe maatregelen,
mai van de begeleidende militaire verschijnselen
/♦ooral de gevoeligheden der Duitschers kwetsen,
Ae hun soevereiniteit op brutale wijze vinden I
Sargerand. De mijnwerkers hebben trouwens
reeds te verstaan gegeven, dat zij er niet aan
denken overwerk te verrichten. Doch van de
tijde der bezettings-mogendheden is eveneens
verklaard, dat noch agitatie noch staking van
den arbeid zal worden gedoogd. De Franschen
hebben in dit verband reeds vastgesteld, dat po
gingen in 't werk werden gesteld om een gebrek
aan rollend materiaal te doen ontstaan. Wan
neer dit plan zou lukken, zou het kolentransport
natuurlijk gepaard gaan met de grootste moei
lijkheden. De bezettings-uutoriteiten hebben
echter al maatregelen genomen om deze wijze 1
van sabotage te voorkomen.
Er is echter één bericht, dat cenigszins erop 1
•Wijst, dat een compromis nog niet geheel als 1
uitgesloten moet worden beschouwd. Te Parijs
•ouden n.l. van de ingenieurs-missie berichten
tijn binnengekomen, die de situatie eenigszins l- -
•ëhijnen te hebben gewijzigd. De missie toch *>ï*d’
9110336 62,S452 352005
«6??...^!^ I? C
C212 11129 13993 16459 18499
55 91 14048 95 18603
9333 94 50 16528 19
55 11222 14148 64 18727
67II3W 73 80 51
70. 91 9216660 52
9811415 14246 16704 75
,9408 18 71 3018847
20 67 14336 45 88
67 11560 9116814 96
9533 97 14417 56 18947
92 11615 63 82 96
9630 27 98 8919057
5911747 14667 16905 19121
58 9766 64 92 17006 23
7211817 14711 37 96
_:Z~ 11945 22 57 W243
9915 49 14824 79 95
21 £3 51 17110 19308
60 12007 79 56 22
97 40
17202 19401
15005 17303 98
49 919510
50 40 1963-
-.15139
26 12257 15293 174
27 --
91
10215
25
'43 10453 12844 86 17603
736 10574 _55 15143 IT,
wisia
10704