I OUDA DEN iouda ND fés van I ING [CU mer nes i S NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VÖOR GOUDA EN OMSTREKEN 81» Jaargang No. 15182 Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon-en Feestdagen H I Niet door menschenhanden gehuwd I. 210 i zijn Het Fransche standpunt inzake de Roeronderneming. Maandag 12 Maart 1923 BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAk, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEU- WERKERK OUDERKERK., OUDEWATER, REEUWUK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. f CSS 50 L 639 2S Ui I FEUILLETON. HOOFDSTUK I. Het zoeken naar het Volmaakte. trekken (Wordt vervlgd.) In 1848. i* I Uit het Engelsch van DAVID LYALL door 3. P. WESSELINK—VAN ROSSUM. (Nadruk verboden.) tuchtzaak behandeld, waarbij de meenin' gen vierkant tegenover elkaar hadden ge staan. Fleming liep tüs«chen zijn confraters in; hü was de langste van de drie. Zjjn gestal te maakte, hoewel hij zwaar gebouwd was, een slappen indruk, terwijl zijn voorkomen door den zeer provincialen snit van «zijn eenigszins versleten overjas er niet gun stiger op werd. Zijn gelaat was open, kleu rig en glad geschoren; hjj droeg een snor, die evenals zijn haar meer dan een tintje rood had. Hü had een paar vriende’ijke, geestige grijze oogen, en zjjn gulle lach had een aangenamen, aanstekel ijken klank. H(j was 36 jaar oud, maar hü kon gemak- kelük voor vyf jaar jonger doorgaan. „Het speet mij voor Renshaw”, ze. hij met zjjn diepe welluidende stem. „Wat zijn fout of zwakheid ook moge zjjn, hy heeft er vandaag wel voor geboet. Ik zou het niet verdragen hebben zoo aan de kaak te worden gesteld. Ik geloof werkelijk, dat ik mü tevoren pit de voeten had gemaakt jDnt is heelemaal niet» voor jou, Pat”, zei Notanwth, de predikant van Meret mn, een klein, levendig nranfeke met een ma ger gelaat en melancholieke oogen. „Een ding staat bij mij vaat, zijn vrouw had vandaag in zü® plaats moeten komen. Zü is de zondares indien er een Is.” „Je hebt gely’k, Jimmy”, zei Macfacyden, een gezet, gemoedelyk man, die een ryke ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal ƒ2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt Franco per post per kwartaal 3.15, met Zondagsblad 3.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA, bij onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zyn dagelüks geopend van 96 uur.; Administratie Tel. Int. 82; Redactie Tel. 545. De economische beteekenis van den strijd om het Roergebied. Bezet ting van Cronenberg, Dortmund en andere plaatsen. Nieuwe arresta ties en uitwijzingen. Voorbereiding tot bezetting van alle kolenmijnen. Verscherping der censuur. Engelsche kolen voor Duitschland onderweg. vrouw had getrouwd en daardoor bevrijd was van de gewone drukkende zorgen van het paatorip-leven. „Maar dat ontheft Rens haw niet van zjjn verantwoordelykheid. Een man. moet meester in zün eigen hul» zün; ia hü het niet, welnu, dan zal een toenemende verwarring er het gevolg van zün. Ik ben er niet zeker van, of je wel het beste deel gekoozen hebt. In ieder gova! heb je het er niet op gewaagd.” „Dat is alle», wat je weet”, antwoordje Fleming, „een ongetrouwd man kan even goed onder de pantoffel zitten. Maar hier zün wü aan het station.” „Glasgow?” vroeg Macfadyen, toen Fle ming voot het plaatsbureau stilstond. Deze knikte en daar de twee anderen retourbil- jetten hadden, gingen zü n**r het perr^r, waar de trein gereed itond. Daar het een eindstation was, wza het vrij l**g en had den zü een rookcomparttiment alleen. Mac fadyen moest naar Kilmarnock, terwijl Naismith in sen dorp «enige mijlen vertier moest afstappen. Macfadyen nam een keurig bewerkten sigarettenkoker met gouden monogram en bood kyn collega’s dahrait een sigaretto aan. Maar beiden gaven de voorkeur aan hun eenvoudige püp. „Luister naar mün raad, Fleming” zet hü, op zijn vervelenden, tornenden toon, Jqjk uit, tot je de rockte vrouw vindt Al» zü iet* heeft, dat op een bruktathat lijkt. Gauvain in een kort fel zinnetje: „11 ment”. Z.i. zat by de Duitsche regeering steeds de wil voor om zoo weinig mogelük te betalen. Meermalen is al becüferd, wat Duitschland heeft gestort op rekening van de schadeloos stelling en wat het heeft uitgegeven in den vorm van credieten of subsidies van allerlei aard ten behoeve van den opbouw der han delsvloot, voor de spoorwegen, voor de kana len, voor de vervol lediging van de economi sche outillage van *t rijk en de uitbreiding zyner nüverheid. Nu: deze uitgaven, die niet noodig waren, gaan aanzienlijk het bedrag te boven, dat door den staat van betalingen van Mei 1921 als schadeloosstellingS-som ia voorgesch reven. Gauvain spreekt in dit ver band van fraude; waar de schuldeischers de dupe van worden: „De Duitschers en de bui tenlanders, die sinds drie jargn onze opvat ting bestrijden, als zou Duitschland voldoen de in staat zijn om ons te betalen, maken zich vroolük over ons. Duitschland zou kun nen betalen, als ’t maar wou. Maar 't heeft niet gewild en het gaat door met niet te willen. Op het oogenblik komt het dan ook slechts hier op aan dezen kwaden wil te breken.” Gauvain geeft toe, dat het tegenwoordige ly’delyk verzet en de‘kunstgrepen van het ministerie van financiën om dezen tegen stand te steunen, dagelijks de rükdommen doen verminderen, dje sinds 1919 zün opge stapeld door de profü'ttrekkers der fidu- ciaire inflatie, enz. Maar tevoren had Frank ryk niet het minste voordeel van die rük dommen; integendeel: de bezitters daarvan gebruikten ze tegen Frankrijk: „Wanneer zü geheel zün weggesmolten door de tegen woordige verkwistingen, zullen wü niet lü- den door dit verlies. Gegeven de ingewortel de kwade trouw van onze schuldenaren, kan men zelfs zeggen, dat het verbruik van hun geld reserves en bankcredieten de vooraf gaande voorwaarde van hun onderwerping is. Ondanks de rampspoedige ervaring van 1918 zullen zü slechts zwichten gelyk Lu dendorff, d. w. z. wanneer de uitputting van hun reserves hen noopt zich aan ons op ge nade of ongenade over te geven. Zij zullen wachten tot het aller-, aller-uiterste. In allen gevalle, nog net als in 1918, zullen zü op middelen zinnen bemiddeling en combi naties te bewerken, die ons zouden berooven van de voordeelen onzer operaties.” Gauvain merkt dan ten slotte op, dat de Duitschers thans hun blikken wenden naar Niet de glans van het succes, maar de zuiverheid van het streven en het trouwe volharden in den plicht, ook waar het ge volg nauwelijks naar buiten trad, zal over de innerlyke waarde van een menschen- leven beslissen. ii des te beter. Indien de arme Reudiaw zich niet met gesloten oogen in de huwel(jk.j- zee had geworpen, zou hy vandaag niet in Queenstreet zijn geweest. Dat sterk spre kende feit behoort voor u een waarschu wing te zün- Maar je ziet »r niet naar uit, of je het genoeg waardeert." „Je behoeft niet zooveel woorden tc vei- spillen”, vèi Naiamith, die zeer was op»e knapt door zün püP en nu in een stemming was om alles van den besten kant te be kijken. „Een man trouwt voor zijn 'd«e® pleisier en moet de gevolgen er van dragen*. Maar indien hü gelukkig ia, wat doet het er dan toe? Dat is wat wü ten slotte al lemaal verlangen.” „Onderschrijf je dat, Fleming?” vroeg Macfadyen, die een beeld van welgestelde tevredenheid opleverde, zooal» hü daar la zÜ» hoek achterover geleund zat. „Denk Je, dat het meerendeel der mannen er op uit i* het volmaakte in geluk te zoeken?" „De meeste mannen willen graag geluk kig »ün”> antwoordde hü met een lach, die een z^Bto zachtheid aan zün ander» harde „Maar de voorstellingen van wat geluk eigenlijk i», Mggen weer even ver van elkaar al» de aardpolen. Wat voed sel ia voor den een, is vergif voor den an dere." „Nu, ik beken dat fk een huweiük met mevrouw Rentahsiw niet had aangedurfd” aal Macfadyen, op gewone weinig te- Tegenover de Duitsche beschouwing over de Roeronderneming, die wy Zaterdag j.ï. publiceerden naar aanleiding van Df, Cuno’s rede in den Rijksdag, plaatsen wü thans het Fransche standpunt, zooals dit in het Jour nal des Débats door Auguste Gouvain wordt uiteengezet. Een hoofdartikel vangt aan met de opmerking, dat de rüksdagkanselier ge meend heeft den Reichstag speciaal bijeen te moeten roepen om verzet aan te teekenen tegen de uitbreiding van de Fransche mili taire bezetting op d^n rechter Ry'noever. Zoo hield dan Cuno Dinsdag een groote rede, die diende vni let Duitsche volk er toe te doen besluiten tot het uiterste te volharden bü zijn tegenstand. De rükskanselier heeft de diplomatieke betrekkingen met Frankryk niet voor verbroken verklaard. If^enmin heeft hü een gewelddadig verzet aangekon- digd. Hü zuchtte alleen maar over Duitsch- land’s alleen-staan. Met heftigheid er de klem op leggende, dat Frankrük het verdrag van Versa'lles heeft geschonden, alsmede het internationale recht en de rechten der menschelükheid, heeft Cuno moeten vaststel len, dat geen der mogendheden, die het trac- taat van Versailles hebben onderteekend, tusschenbeide kwam en dat de andere mo gendheden evenmin een hand uitstaken. In verband met deze groote teleurstelling al dus de opvatting van Gauvain heeft Cuno troost geput uit de onvruchtbaarheid der financieele resultaten, die Frankryk heeft bereikt. Mee gesleept door zyn betoog, heeft hü, zoo vervolgt bet artikel, zyn toevlucht genomen tot een zeer onvoorzichtig argu ment. „De uitgaven voor de zending en het onderhoud der bezettingstroepen”, verklaar de Cuno, „zijn slechts voor een uiterst ge ring gedeelte gedekt door de opbrengst van den roof en de diefstallen, die de troepen hebben gepleegd.” Gauvain vindt, dat het maar al te waar is, dat tot dusver de be- zettingskosten de uitgavep overtreffen. Maar er zou wel een middel zün, om, over eenkomstig de Duitsche tradities, het door Cuno gesignaleerde ongerief te verhelpen: de Franschen zouden, naar het voorbeeld van Zijne Majesteit Wilhelm I in 1871, de bezettingstroepen kunnen laten leven op kosten van Duitschland door over te gaan tot alle vereischte inbeslagnemingen. Gauvain vindt ook, dat Cuno vruchteloos heeft vertelaard, dat de Duitsche regeering steeds bereid is geweest tot de grens van zyn vermogen tot betaling. Hü liegt, zegt rughoudeude manier, die hü ronde taal noemde, maar die maakte, dat velen hem niet mochten lüden. „Zü kan een zeer aangename vrouw zü®"- hield de kleine Natomith dapper vol. „Tel kens als ik voor Renshaw heb moeten pree- ken en dan overbleef, waa zü d*n vriendelyk.” „Jegens iedereen, behalve tegenover Ren shaw", zei Macfadyen, die altijd op z(Jn stuk bleef «taan. 't Is in ieder geval een aanschouwelüke Ie" v<x>r lederen man, die op het punt ia zyn leven te vergooien doer •en ongeschikte partij té doen. Steeds hon ger streven, Fleming”, zei hy, toen de trein het station, naderde en hü zich gereed maak then to verlaten. „Meer uw bootje aan een ster, Hefat aan een gouden "ter.” Hü knikte hen toe met de beschermende vriemlelykheid van oen man, die ten volle zyn deel heeft van het goede dezer aarde een heel weinig van haar lasten. Hij wad, toen hü zich in zyn eerste gnmeento ge vestigd had, gehuwd met dg oudste doch ter van een fabrjkant, die hem een heel aardige huwelijksgift had meegebraeht, sommigen zeiden, dat bet teder ware ge weest, indien hü niet bleef in een van de rükato gemeenten van het presbyteriun terwijl anderen in nood vertreurden. Amerika en Engeland en hü vindt de rede van Cuno vooral een beroep op Harding en Bonar Law. M^ar Bonar law heeft in ’t La gerhuis verklaard, dat hjj niet tusschenbeide wilde komen, omdat „een overweldigende meerderheid' van fiet Fransche volk” het eons was met Poincaré en dat een interven tie de Fransch-Britsche samenwerking voor het herstel van Europa volkomen zou doen ophouden. En ook het kabinet van Washing ton is besloten zieh niet te mengen in het Fransch-Duitsche conflict. Bijgevolg, wan neer Cuno een staatsman was, aldus besluit Gauvain zün artikel, zoy hü zonder aarze len t>nj een wapenstilstand vragen, voordat het Duitsche /Volk door zü® fout in alge- meene ellende vervelt. krimpen. Voor export komen in aanmer king Engeland, België, Luxemburg en Duitschland. De export naar eerste dri» landen kan niet opgevoerd worden. Voor Duiteohland is de toestand anders. Dit land zal kunnen importeeren uit Zwe den en uit Frankrük. t Is de bedoeling van het Frenaehe gouvernement de DuU- sche Üxerindustrie to dwingen de grond stoffen uit Frankrük te betrekken en te vens er voor te zorgen, dat de Duitschers niet al» concurrenten op de wereldmarkt kunnen versehynen. Hiervoor ia beïnvloe ding van de Duitsche industrie door de Franschen noodzakelljk. Wanneer men de Roerbczetting in dit licht beziet, dan is het duidelijk, dat de Fransche regeering beproeft de Üuitaehe Üzerindustrie te dwingen ondergeschikt to worden aan de Fransche industrie. De eiseh van steenkolen en cokes was slechts sen motief oln.den strijd te kunnen beginnen, waarop de Frarunhe metaal:mhi»trie reed» lang had aangestuurd. Loire-bekken in de jaran 1914 tot 1917 ia gestegenvan 7.6 inillioen ton tot 12.8 milli- oen too. In het geheel is dan ook de produc tie van Frankryk, afgeaien van Lotharin gen, toegenomen met pl.m. 6 millioen ton, waartegenover staat een toename van het gebruik van 13 millioen ton. De totale productie waa in 1919 ruim 51.5 inillioen ton, zoodat sr een tekort was van ruim 37 millioen ton. Ten einde nu dit tekort te dekken, de ver minderde import uit Engeland en België aan te vullen, wend Duitschland verplicht om te leveren aan steenkolen en cokes: le. In 1819 een totaal van 20 millioen ton en elk volgend jaar een hoeveelheid, welke dienen moest om het tekort aan productie der beschadigde mynen te compenseeren. 2e. Jagrlyks een totaal van 15 millioen to® gedurende 25 jaar ter compensatie van den verminderden aanvoer uit Engeland en Bel gië. 4 Door deae bepalingen wend Duitschland gedwongen zijn kolen- en cokesexport voor een belangryk deel te richten naar Frank rük, dat daardoor goedkoop aan de noodige brandstof kwam. De yzerindu»trie kreeg daardoor de kans beter te ktmnen concurree- ren op de wereldmarkt, hetgeen maar al te spoedig ongerustheid zou verwekken onder de Engelsche (jzerindustrie. Frankrük behoort tot die landen, welke beschikken over belangryke üzerertagebie- den, waartegenover echter het feit staat, dat betrekkelük weinig erts in het land ver bruikt wordt, zoodat er veel ijzererts ge ëxporteerd kan worden. In 1913 werd er in Frankrijk geproduceerd pl.m. 21 millioen ton, het. verbruik bedroeg pijn. 13 millioen ton, xoodat er veel kon worden uitgevoerd. Door den oorlog trad er een wyziging in. De opbrengst van de industriegebieden „Paa de Galais” en „du Nord” nam af. De vrede van Versailles gaf een verhooging van de ü*er- «taalproductie door de an nexatie van Lotharingen, dat een totaal Van- 21.1 millioen ton aan ü®®*«rts pnxiuceerde, waartegenover een verbruik stond van pijn. 11 millioen ton. Brengt men den achteruitgang in pro ductie van de districten „Pa* de Calata” en ,/iu Nord” in rekening, dan blükt, da* in 1919 de beschikbare hoeveelheid ijzer en erts, welke uitgevoerd kon worden, was ge stegen tot ruim 17 millioen ton. Terwijl Frankrük vóór den oorlog byna niet in aan merking kwam voor den export v*m giet- Üzer en "taal (respectievelyk werden er la 1918 uitjjevoerd 127.000 ton en 477.000 ton), exporteerde het in 1919 een totaal van 1.2 millioen ton gietüzer en 2.T mil- boen ton staal. Na den oorlog is Frankrük derhalve een land geworden, dat een belangrijke hoe veelheid üzorert», gietijzer en staal op de markt moet brengen. Slaagt het hierin niet, dan zal het de ijzerpnoductie moeten in- ÜOlDSfflECOlRANT. In het populair-wetan »ch appel ijk bijvoeg sel van Het Vol kgeeft Dr. Brunner een uit eenzetting van de economische beteekenis van den strijd om het'Roergebied. Daarin zegt hü ó.a. hét volgende: Frankrük was voor den oorlog een land met een betrekkelük geringe kolenproduotie. In 1918 bedroeg zü® Productie aan steen kolen 40.8 millioen ton of 3 van de we reldproductie. Het totale verbruik bedroeg in dat jaar 59.5 millioen ton, zoodat er een belangryke hoeveelheid moest wonden ger importeend. Als importeerende landen kwa men in aanmerking het Duitsche rijk met 3.6 millioen ton, Engeland met 114 millioen ton en België et 4.8 millioen ton. Wat de productie van cokes aangaat, be droeg deze in 1918 in Frankrük pl.m. 4 mil- Hoen ton, terwül het noodig had voor de Üzerproductie ruim 6 millioen ton. Ook in dit opzidft had Frankrük derhalve te wjjsen op een tekort. De oorlog bracht aan Frankrük een be langryk verlies voor de kolenproductie, doordat de kolengebieden van de districten Du Nord en Pas de Calais binnen de oor logszone lagen. De opbrengst van de münen in deze gebieden bedroeg in 1913 ruim 27 millioen ton of plan. 68 pct. van de totale productie in Frankrük. De vrede van Versailles bracht belangrij ke veranderingen Frankrük toch kreeg de beschikking over het kolengebied van Lotha ringen en dat van het Saarbekken. De op brengst bedroeg in 1918 voor deze bekte ge bieden respectievelük 3.8 en 113.2 millioen ton, waartegenover stond een gebruik van respcctievelyk 11.1 en 4.5 millioen ton. In de opbrengst der mündistricten van Pas de Calais en du Nord trad een vermindering in tengevolge van de schade door den oorlog aan de mynen toegebracht In 1914 bedroeg de productie van „du Nord” 3.3 millioen ton en die van „Phs de Calata" 12.2 millioen ton. De opbrengst van de mynen „da Nord” is nu nog van geringe beteekenis, daarentegqp leverde het mynge- bied van „Pas de Calais" in 1917 11.4 mil lioen ton. Hierbü komt nog, dat de productie in het ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken behoorende tot den bezorgkring) 1—5 regels ƒ1.80, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den beaorgkring: 1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.80. Advertentiën ih het Zaterdagnummer 20 byslag op den prüs- Liefdadigheids-advertcntiën de helft van den prü». INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN: 1—4 regels ƒ2.05, elke regel meer ƒ0.50. Op de voorpagina 50 hooger. Gewone advertentiën en ingezonden medadeelingen bü contract tot zeer gereduceer- den prüs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van Mollede boekhafl- delju-en, Advertentiebureau* en onze Agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan het Bureau zü® ingekomen, teneinde van opname verzekerd te «ün- r D» zeer eerwaarde heer Patrick Fleming, predikant bü de afgescheiden Schotsche kerk van Rochallan in het graafschap Ayr, wandelde, nadat hy een bijeenkomst van zün presbyterium te Seadoon had bij- gewoond, met twee van zü® colega’s naar het station om den 'trein naar Glasgow te halen. Zy gingen met groote passen mid den door de nauwe, oude straat, omdat de tyd drong; en hun tongen hielden maat met hun voeten. Het was een buitengewoon belangrijke zitting geweest; er was een De Fraiwche bezetting breidt zich steeds verder uit en de actie tot inbeslagneming van kotentrdnen wondt voortgezet. Een compagnie Fransche infanterie en een cadron ruiterü te Zaterdag Cronenberg b(J Elberfekl binnengerukt ter controle van den straatweg SolingenElberfeld. Dg «ta- t»M Rdcklinghausen CZukl), Kastrop, Raukel en de steden Kaatrop en Horna als mede vele bloklünen aan de spooriünen zijn door Fransche ncHdaten bezet. De be zetting van Dortmund is mede aaBgekon- digxl. Er wonden ook troepenbewegingen gemeld in de richting Hamm, in welk ge bied kolenmijnen zün gelegen, waarvan de exploitatie tot dusver nog ten goede kwam aan het onbezette gebied. Uit het gaiwche nieuwbezette Ruhrge- biod worden weder talrüke arreetattee en y uitwijzingen van spoorweg- en postambte naren en gemeenteraadsleden gemeld. Naar aan het „8 Uhr Abepdbl.” uit Ee- sen wordt gemeld, wyzen alle teekenen er op, dat de Franschen de inbeslagneming van alle kolenmijnen in het RuhrgeUed voorbereiden. Naar het heet, zün zü voor- -nemens op 15 Maart in alle mijnen binnen jy dringen en naar het heet met behulp TPh Poolsche mijnwerker» het. kolendelven ineigen beheer tc nemen. Daartoe sou de mgenieurscommiaaie met 50 leden zü® ver- sterirt. De stelselmatige verwijdering der Sehu- po uit het Ruhr gebied sou met deze voor genomen inbeslagneming der mynen in verband staan. Naar „Der Deutsche” mededeelt, ia het vakvereenigingsgebouw der chr. vakver- eenigingen te Recklinghausen driemaal achtereen door de Franschen beaet. Bü <fe jongste bezetting werden alle personen, die zich in het gebouw bevonden, waaron-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1923 | | pagina 1