uwen!!
petteh
Zijta- ii ttitfti.
ten
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
den
Niit (mr nnsdiiiitaiiiln |tM
l» Ut EngelMh ven DAVID LYALL
No. 15215
Zaterdag 21 April 1223
62* Jaargang
JUDERKERK, OUDEWATER, REEUWUK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enx
Ruime keuze
EERSTE BLAD.
Mantels, Mantelcostms en
Kinürmntils.
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon-en Feestdagen
5
UISVROUW"
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEU
WERKERK JUDERKERK,, OUDEWATER, REEUWUK. SCHOONHOVEN. STOLWIJK. WADDINXVEEN. ZEVENHUIZEN, enz.
De betseksnis van het geld
en het „herstel”.
SS
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
■ARKT IS
GOUDA
K.
1170 40
bereid.
rtea.
1135
34
alle
(Wordt vervolgd)
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
rstraat Gouda
1162 75
.00 tot <110.00
•r».
aan huis op-
u i
ten?'
ike
it?
RK
Ohio (U.S. A,)
BOTTERDAM
Slagveld 19
in
PRACHTSORTEERING
in
Scherp concurraeronde prijzen
iar (r.od met
KARPETTEN
ziet
ondstof
biedt I
pakte».
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
DCLV.
REGISTER in
etermgen voor-
itrölestrook en
or
GOUDA.
wen bij de admi-
naast de oude te leggen wordt
hardnekkigheid voortgezet. Het
oude centrum wordt gevormd door een
kruis van nauwe straten. Van het
station Hollandsche Spoor naar Sche-
veningen loopt de óéne poot van het
lijk product. Maar voor de maatschappij is
dat niet het geval, omdat meer geld niet
een grooteren goederenvoorraad schept
Daarentegen vermindert de aanwezigheid
van meer geld natuurlijkerwijs de waarde
van dat geld en dus ook den rjjkdom van
den enkeling, die een zeker bedrag aan
geld bezit. Evenmin is geld hetzelfde al»
kapitaal, dat in de maatschapelijke botee-
kenis van dat wat de productie helpt be
vorderen, natuurlijk alleen uit goederen en
diensten kan bestaan. Het verwarren van
die twee heeft ten gevolge, dat uien meer
kapitaal denkt te maken door meer geld
te maken, dat is dus door meer ruilmidde
len te scheppen ook in den vorm van bank
papier. En deze verwarring blijkt uit vele
plannen tot herstel. Bij al die plannen van
internationale leeningen wordt altijd ge
dacht aan geld leeneh, terwijl inderdaad
geleend moet worden, dat wat voor geld
te koopen is, wat slechts beschikbaar kan
komen door veel productie en. weinig ver
bruik. Deze naïeve opvatting, dat kapitaal
verstrekken in geld 'verstrekken bestaat,
houdt terug van dat wat inderdaad noodig
«houding, doordat
ng van practisch
601IISUIE COURANT.
OUW", Veertien-
werksters allerlei
iteresseeren
rich verheugen in
s kringen in het
bruik maken van
>rdt vermeld,
met het moeilijk
vrouw des huizes
i van alle onder-
Hoewel van meerdere zijden uit de krin
gen van handel en industrie sombere klan
ken worden vernomen omtrent de komende
tyden, toch zijn er ook anderen, die van
oordeel zijn dat de grootste inzinking is
bereikt en langtzaam, maar toch reeds duide
lijk waarneembaar de Hjn die zoo lang
steals lager is gegaan, thans neiging tot
stijging vertoont en de teekenen van een
langzame oeconomische herleving zich blijk
baar duidelijk genoeg beginnen te verme
nigvuldigen om ook den voorzichtigste tot
eenig optimisme te stemmen. Niettemin is
het onloochenbaar dat we nog in de put
litten en dat er in het internationale leven
nog heel wat beletselen voor een werkelij
ke stijging aanwezig zijn. We weten nog
te goed welke gevaren ons bedreigen en
welke strijd ons nog wacht en voelen nog
veelal aan den lijve de uitwerking der ma
laise, die op den schijnbaren bloei van de
eerste vredesjaren gevolgd is. En zooals
het in het individueele leven gaat, zoo gaat
het ook veelal in het groote leven van de
volkeren. Wanneer men in de misère zit, dan
is men meer dan anders geneigd zich re
kenschap te geven, rekenschap vat eigen
doen, eigen tekortkomingen en eigen krach
ten, maar ook van het leven rondom ons,
dat ons leven beheerscht en van de oorza
ken, die dat leven gemaakt hebben tot wat
het is en van de krachten, die het be-
heerschen. En het is daarom natuurlijk, dat
wjj ons in dezen tijd onwillekeurig meer
dan vroeger beaig houden met de vraag
stukken, die het oeconomische leven.altijd
stelt en met de speciale oeconomische vraag
stukken, die dezen tijd ons ter oplossing
voorlegt, dat we ons duidelijker rekenschap
trachten te geven van het ©economisch le
ven en het ganache maatschappelijke sa-
menstel waartoe wij behooren, duidelijker
ook van de in dat oeconomische leven wer-
keiMje krachten en van de innerlijke betee-
keiüs der vele hulpmiddelen en vormen, die
dat leven schiep en die we veelal zonder
begrip plegen aan te wenden en te gebrui
ken en van de verhoudingen, waarin zoowel
klachten als hulpmiddelen en vormen tot
elkaar staan. Doen we dat, dan dringt zich
daarbij in de abnormale valuta-verhoudin-
gen, die we beleven, onwillekeurig de vraag
naar de beteekenis van het geld in ons
maatschappelijk en oeconomisch leven op.
Als wij jong zijn verlangen wij naar het
geluk, als wij oud zijn naar den vrede.
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt.
Franco per post per kwartaal ƒ3.15, met Zondagsblad ƒ3.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31. GOUDA,
bij onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur.; Administratie Tel. Int. 82;
Kedactie Tel. 545.
,gt slechts 4.-—
Alt te voldoen in
kruis. Aanvankelijk is die weg op don
Stationsweg en de Wagenstraat goed
breed; dan echter komt de fuik van
de Veenestraat, die ten slotte met
slechts een paar meter breeden mond
op do Groenmarkt eindigt; vervolgens
de te smalle Hoogstraat, die een iets
je beter wordt in het Noordeindo maar
pas bij de Zeestraat een behoorlijke
breedte krijgt.
FEUILLETO».
J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM.
(Nadruk verboden.)
Wfj zyn zoo gewoon de waarde van geld
a!s iets constants te zien. Natuurlijk bestaat
die constante waarde nooit en in geen en-,
kei opzicht. Maar doordat de schommelin
gen niet zoo hevig waren, bemerkten we ze
ternauwernood. En nu we plotseling bepaal
de geldsoorten haar waarde vrijwel geheel
zien verliezen, staan we onwillekeurig een
oogenblik verbaasd. Het begrip van geld
als ruilmiddel, wat het toch uitsluitend is,
kan ons over die verbazing heen helpen.
Maar telkens blijkt, dat dat begrip maar
zeer onvolledig in ons doorwerkt en we ons
onwillekeurig aan de gedachte, dat geld
rijkdom is, vasthouden, waarmee als vanzelf
de gevolgen diet; gedachte voortgaan zich te
doen gelden. Dat die gevolgen van zeer ge
wichtige beteekenis zjjn, heeft onlangs ook
prof. Van Gijn trachten aan te toonen in
een rede, waarin hij het misverstand om
trent de beteekenis van geld als een der
oorzaken ziet, waardoor wij zoo moeilijk uit
de oeconomische misère raken, waarin heel
Europa is weggezekt, en van het aanwenden
van middelen, die ons toch niet helpen kun
nen.
Wat voor het oeconomisch leven, voor de
maatschappij als voor den enkeling feite
lijk waarde heeft en rijkdom verdient te
heeten, zijn natuurlijk goederen en dien
sten (arbeid). Men begrijpt dit onmiddel
lijk, wanneer men zich maar het productie
proces in z(jn eenvoudigste gedaante, dat
wil dus zeggen zonder ruilmiddel ook, voor
oogen stelt. Om zijn behoeften te bevredi
gen, tracht de mensch de natuurkrachten
voor zich te doen werken, wat stofver-
plaatsing vordert, die wij arbeid noemen.
Hy streeft er daarbij naar om met zoo wei
nig mogelyk moeite zooveel mogelijk te
bereiken, wat verdeeling van arbeid mee
brengt, maar ook vaak het inslaan van om
wegen, waarlangs meer bereikt wordt. Aan
gezien dit laatste tijd vordert, is dit slechts
mogeljjk, als men door minder verteren
dan produceeren kapitaal-vorming in
den tusschentijd van het noodige voorzien
is. Maar in onze ingewikkelde maatschap
pij zijn voor den onderlingen ruil van goe
deren ruilmiddelen noodig, als hoedanig wij
het geld gebruiken. Die ruilmiddelen zijn
dus feitelijk niet anders, dan bonnetjes op
den bestaanden en te maken goederenvoor
raad. Maar doordat we van jongsaf aan
een nagenoeg vaste waarde der ruilmidde
len gewoon zijn, zijn wjj veel rijkdom veel
geld gaan noemen en zien wjj geld zelf
voor rjjkdom aan. Voor den individu is na
tuurlijk meer geldook meer rijkdom, omdat
dat meerdere geld hem aanspraak geeft op
een grooter aandeel op het maatschappe-
is, wil men kapitaal verstrekken aan wie
er grout gebrek aan hebben.
Het is trouwens duidelijk, dat allerlei
oeconomische vraagstukken cn strijdvragen
met het begrip van de eigenlijke beteeke-
nis ven geld nauw verband houden. Men be
hoeft zich b.v. slechts voor te stellen, dat
de volkeren waren tegen waren ruilden,
om te begrijpen, dat dan niemand voor be
lemmering van dien ruil zou zijn. En een
juist begrip van de beteekenis van geld
toont ook onmiddellijk aan, dat hoogere
geldloonen nog altijd geen hooger loon be-
teekenen, omdat het ten slotte toch maar
de vraag is, wat men voor het geld koopen
kan. Wil men zich dus zuiver tegenover de
oeconomische problemen stellen en zich van
den oeconomischen boüw onzer samenleving
een duidelijk beeld vormen, dan dient men
zich los te maken van de gedachte van een
bepaalde waarde van het geld. En wil men
een middel zoeken om onze tegenwoordige
zieke maatschappij te genezen, dan is veel
productie en weinig verbruik van krachten
noodig. Niet om het ruilmiddel en zijn ver
meerdering gaat het, maar om een werke-
Ijjken goederenrijkdom. Wanneer men dan
daarnaast zorgt voor goede distributie en
regelmatige, onbelemmerde functionnec-
ring van het maatschappelijk organisme,
dan is men zeker op den besten weg naar
het herstel.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoerende tot den beaorgkriag)
I5 regels 1.80, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring:
1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnununer 20
bjjslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prjjs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels ƒ2.05, elke regel meer ƒ0.50. Op
de voorpagina 50 hooger.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen b(| contract tot zeer gereduceer
de!! prjjs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van «oliede boekhan
delaren, Ad verten tiebureaux en onze Agenten en moeten daags vóór de plaatsing
aan het Bureau zijn in gekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn.
Wie eens wandelt in hel aloude
centrum van de residentie moet bijna
den indruk krijgen, dat men bezig ia
dit aan alle kanten af te breken. Op
tal van plaatsen zijn breede, leelijke
galen in de huizenrijen gehakt en het
ergste is dat het aspect van het thans
aan den dag tredende stadsmilieu nog
slechter en leelijker is dan hetgeen
vroeger ditdeel camoufleerde. Het
oude plan om nieuwe verbindingswe
gen
met
Het is het grootste op een na, dat
in miln Inonn Izwam”
vat’ er moed voor. Zooals ik
zei, u bent door en
hebt een massa voor
anderen' 'gedaan. Nu wensch ik, dat
u wat voor mij doet.”
„Wat zal dat zijn?” vroeg sij, want
een vreemde, nieuwe klank in de stem
van den man wekte haar_ diepste be
langstelling.
HOOFDSTUK X.
Een gewichtige dag.
Geen vrouw kan, al is haar hart ge
heel koud voor den man, onbewogen
naai een liefdesverklaring luisteren.
Een blos overtoog het gelaat van Ali-
Fleming, even liefelijk en rood
als vijftien jaar geleden het geval
was geweest, en toen hij weer ver
dween, werd haar gelaat met een mat
te bleekheid overtogen
»>O, neen, mijnheer Crewe, zeg als
het u blieft niets meer? wij kennen
elkaar nog niet lang genoeg. Het is
ónmogelijk, dat u zooveel voor mij
kunt voelen.”
»»Het is niet alleen onmogelijk, het
is waar,” antwoordde hij levendig, en
«et zeer overtuigenden hartstocht.
”To®n ik u dien dag in het huis van
w broer te Blrtley zag, wist ik, dat
mjjn gepoch, dat Ik mij nooit meer
“ton binden door den huwelijks-
ijdel gepraat was geweest. W
.moet vallen; ik ben een ongeschikte
vrouw voor een rijk man.”
„Indien dat iets was, dat men lee-
ren kon, dan zou het u niet veel tijd
kosten. Ik heb nog nooit van een
vrouw gehoord, die zich niet aanpas
sen kon aan een betere positie. En
bovendien weet ik, dat uw broer gaat
trouwen. Hij heeft het mij gisteren
avond verteld en ieder kan zien, dat
het vraagstuk omtrent uw toekomst
hem zwaar (jrukt. Wat hebt B’j u
voorgesteld te doen, nadat hij zijn
eigen vrouw in de pastorie zal heb
ben gebracht?”
Een oogenblik worstelde Alison met
haar trots.
„Ik kan in mijn eigen onderhoud
voorzien, mijnheer Crewe. Ik ben een
vrouw, die zich weet te redden.”
„Dat is u, maar' het staat mij tegen,
als ik er aan denk en dat moet nel
u üelf ook doen; maar waar is, dat
u kunt strijden, dapper tot het laatst.
Het is geen verheven middel, dat ik
aanwend, wanneer ik op uw eigen be
lang speculeer; maar ik geef niet om
dc middelen, als ik maar krijg, wat
ik wensch, en dat zijt gij, Alison Fle
ming. Ziet u «iet in, dat als ge mij
maar wilt trouwen, alle moeilijkheden
opgelost zijn. Alle zullen als wegge-
vaagd zijn Ik ben een rijk man en
ik zweer, dat ge verschijnen zult, zoo
als de echtgenoote van een rijk man
betaamt. Brengt u dat niet In verzoe
king?*r
Zij keek hem recht in het gelaat en
mij mijn eigen zaak laten beplei-
j?”
„Ik kan het u niet verhinderen,
maar maar ik geloof niet, dat bet
eenig verschil zal maken. Het is, zoo
als ik gezegd heb, wij zijn feitelijk
vreemden van elkaar.”
„Lief vrouwtje,” zei hij en als
de ooren van Birtley dien teederen
klank gehoord hadden, dan zouden
zij verbaasd zijn geweest „welke
man en vrouw kennen elkaar ooit, of
kunnen elkaar kennen, voordat het
zelfde dak hen overdekt? Wij zouden
de kans moeten wagen evenals
anderen in de wereld.”
„Maar in ons geval zou de kans op
vergissing zeer groot zijn,” zei zij;
haar stem trilde niet meer en de na
tuurlijke kleur kwam weer terug op
haar gelaat. „Er is in elk opzicht zoo
'n geweldig verschil tusschen ons. Ik
ben in uw woning geweest en nu bent
u in de mijne; ziet u zelf niet het
groote verschil?”
„Er is een klein verschil, maar wat
beteekent dat? Waar bent u bang
voor? Wees openhartig tegenover mij,
zooals ik het tegenover u tracht te
zijn; ik verlang niet, dat u mij neemt,
onder eenig valsch voorwendsel. Ik
wed, dat u niet veel bezoeken hebt
af gelegd te Birtley zonder mijn doop
ceel te hebben hooren lichten!”
„Natuurlijk heb ik heel veel over
u gehoord, maar daardoor zou ik mij
miet laten beïnvloeden,” zei Alison.
„Ik spreek nu over dat, wat ieder op
antwoordde hem eerlijk:
„Ja, mijnheer Crewe, dat doet het;
hel brengt mij ontzettend in verzoe
king. Het bracht mij gisterenavond in
verzoeking en dezen morgen ook en
het kwelde mij zelfs in de kerk, waar
mijn gedachten met hoogere dingen
bezig hadden moeten zijn.”
„Dus u giste, wat mij hier bracht?”
„Ik geloof het wel. Dat kon niet
anders. Er zijn toch dingen, die wij
ah bij instinct weten.**
Een korte stilte volgde. Deze werd
ten laatste door den heer CreWe ver
broken. Hij deed een schrede naar
1 aar toe; zij stond met haar armen
op den bemosten verhoogden rand van
de oude brug geleund.
„Vermoei u niet door alles op éen
goudschaaltje af te wegen,” drong hij
aan „Zeg ja, en de molshoopen, die
gij tol bergen maakt, zullen verdwij
nen”
..Andere zullen er voor in de plaats
komen,” antwoordde zij langzaam. „U
schijnt niet te begrijpen, welk een ont
zaglijk ding het voor mij zou zijn
Het is het grootste op een na. dat
ooit in mijn leven kwam.”
„NU, Vat er üivmt
reeds te voren zei,
door dapper. U U,
De andere poot van hel kruis is de
weg die van West naar Oost loopt
De Vlamingstraat, die bij do Orootw
Markt begint, is een nauwe winkel-
stuurt. die op het kruispunt met dc
Veenestraat overgaat in de eveneens
smalle Spuistraat, op haar beurt uit
mondend in de Poten, Lange en Kor
te en eerst op de Heerengracht krijgt
men lucht.
Voor goede verkeerswegen in beide
richtingen blijft dit kruis oen onover
komelijk bezwaar en hot doel dor
doorbraken is nu om aan weerszijden
van den eeratgenoemden poot een
breede weg aan te leggen en voorts
tei rechterzijde van den tweeden even
eens een goede verbinding tusschon de
eindpunten. Dwars door do Wagon-
blraat gaat deze tweede weg. Het ge
bouw van de Haagsche Courant ifl
reeds verdwenen. En passant vermel
den we oven dat het nieuwe en thans
geheel afgewerkte gebouw voor deze
courant in alle opzichten do moeite
waard is. Doorgaande moeten allerlei
hoeken en gaten verdwijnen on laat
stelijk is gemeld dat het eerbiedwoar
dige gebouw van de Vrijmetselaars ge
deeltelijk teh offer moet vallen. Ten
slotte eindigt deze weg bij de Staats
spoor waar de onmiddellijke verbin
ding met het Bezuidenhout tot stand
komt.
De verkeersweg van de Hollandsche
Spoor naar Scheveningcn gaat over
het Zieke, het Spui langs den achter
kant van het Binnenhof en komt aldus
op hot Buitenhof. Hier staan we voor
de aloude Gevangenpoort-puzzle. Ejn-
delijk had de slooper hier zijn werk
gedaan. Niets was in den Haag noo:
diger dan de aanleg van deze verbin
ding omdat hier dagelijks duizenden
menschen, fietsen en auto’s passeeren
De laatste steenen zijn weggevoerd,
het terrein is keurig opgehoogd on
reeds telden we do dagen die ons
nog wachten voor wij langs don nieu
wen weg zouden wandelen.
Eilacy, wij hebben gerekend buiten
de slimheid van Gemeentewerken. In
plaats van te jagen en te jakkeren op
dat de weg gereed was, heeft men or
kturig oen hekje met ijzerdraad em
gezet, hel terrein met koolasch bedekI
en de verkeersweg blijft de nauwe
Gfvangepoort. Men kan het aantlon
dat er een breede weg ligt maar men
dien niet betreden.
Waarom? Vraag het den koekbak.
Misschien moeten we wel wachten tol
do quasi-kunstzinnige architecten heb-*
ben uitgevochten hoo zij dezen goeden
verkeersweg weer kunnen bederven
mot bebouwing of verfraaiing. Het is
waarlijk moer dan redicuul thans dein
plek te zien. Het ontbreekt er nog
maar aan dat men er gras zaail en
..Maak een tehuis voor mij. Ik had
het nooit, nooit, mijn geheelo lev-1
niet Mijn moeder dronk, mijn vader
verliet haar ten slotte en ik werd
vooruit geschopt. Do menschen verge
ten, nis zij mij booordeelen. alles,
wat ik in mijn jeugd heb moeten vor
duren.”
Alison verborg haar gelaat, wanl
voor zich zag zij dat van Stephen, mol
het onuitsprekelijk ontroerende in zijn
oogen en de pijnlijke trekken om zijn
mond. Er viel nicl aan te twijfelen,
er kon niet aan getwijfeld worden,
dal de heer Crewe had gefaald, en
rampzalig had gefaald, daar waar het
zijn kinderen bet rol, on dat, indien
hij zelf nooit een tehuis had gehad,
zij dal evenmin hadden bezeten. Maar
hel kon toch ook znn, dat hij nooit
een kans had gehad. Indien iemand
1 om maar vroeger bij de hand had
gehad, zou alles anders hebben kun
nen gaan. Zij voelde deernis voor do
zen harden, eenzamen man. over wien
zoo weinigen een gunstig oordeel vel
den. en die toch iets goeds on vrién
delijks had. Misschien was het haar
taak zijn betere zijd® te ontwikkelen,
die de wereld nog ten zegen zou kun
nen zijn Het was een overweging van
de soort, die meer dan venigo ander
de kracht bezat om Alteon Fleming t*
overtuigen